VERSLAG tot wijziging van artikel 81 (Uitvoeringsbepalingen) van het Reglement van het Europees Parlement
27.11.2006 - (2006/2211(REG))
Commissie constitutionele zaken
Rapporteur: Richard Corbett
ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
tot wijziging van artikel 81 (Uitvoeringsbepalingen) van het Reglement van het Europees Parlement
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 juli 2006 over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden, inzonderheid paragraaf 2[1],
– gezien besluit 2006/512/EG van de Raad van 17 juli 2006 tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[2],
– gezien het schrijven van zijn Voorzitter van 20 juli 2006[3],
– gelet op de artikelen 201 en 202 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A6-0415/2006),
overwegende hetgeen volgt:
A. onderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben geleid tot de sluiting van een interinstitutioneel akkoord in de vorm van een gezamenlijke verklaring waarin het ontwerp wordt toegejuicht van een nieuwe in het comitologiebesluit van 1999 op te nemen procedure,
B. de nieuwe procedure met de naam "regelgevingsprocedure met toetsing" geeft het Europees Parlement en de Raad het recht om "quasi-wetgevingsmaatregelen" ter uitvoering van een bij medebeslissing goedgekeurd besluit op voet van gelijkheid te toetsen en dergelijke maatregelen te verwerpen,
C. bij het besluit van de Raad tot wijziging van het comitologiebesluit van 1999 zijn deze gezamenlijke verklaring, een in de notulen van de Raad opgenomen verklaring van de Commissie en verklaringen van de Commissie over de tenuitvoerlegging en toepassing van de nieuwe procedure gevoegd,
D. het is dienstig artikel 81 van het Reglement te wijzigen teneinde het Parlement in staat te stellen gebruik te maken van zijn rechten krachtens de nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing volgens de best mogelijke voorwaarden,
1. besluit zijn Reglement als volgt te wijzigen;
2. besluit dat deze wijziging op 1 januari 2007 in werking treedt;
3. verzoekt zijn Voorzitter er middels administratieve regelingen met de andere instellingen voor te zorgen dat ontwerpen van maatregelen niet vlak voor een parlementair reces aan het Parlement worden voorgelegd;
4. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Bestaande tekst | Amendementen |
Amendement 1 Artikel 81 | |
Uitvoeringsbepalingen |
Uitvoeringsmaatregelen |
1. Indien de Commissie het Parlement een ontwerpuitvoeringsmaatregel voorlegt, verwijst de Voorzitter het desbetreffende document naar de commissie die bevoegd was voor het besluit waarvan de uitvoeringsmaatregelen zijn afgeleid. |
1. Indien de Commissie het Parlement een ontwerp van uitvoeringsmaatregelen voorlegt, verwijst de Voorzitter het ontwerp van maatregelen naar de commissie die bevoegd was voor het besluit waarvan de uitvoeringsmaatregelen zijn afgeleid. Indien bij de behandeling van het basisbesluit sprake is geweest van nauwere samenwerking, verzoekt de ten principale bevoegde commissie de andere commissie haar standpunt mondeling of schriftelijk mede te delen. |
2. Het Parlement kan, op voorstel van de bevoegde commissie, binnen een maand (of drie maanden voor maatregelen betreffende financiële diensten) na de datum van ontvangst van de ontwerpuitvoeringsmaatregel een resolutie aannemen waarin bezwaar tegen de maatregel wordt gemaakt, met name indien deze de uitvoeringsbevoegdheden waarin de basiswetgeving voorziet, overschrijdt. Wanneer er vóór het verstrijken van deze termijn geen vergaderperiode plaatsvindt, of in urgente gevallen, wordt de beslissingsbevoegdheid geacht te zijn overgedragen aan de bevoegde commissie. Dit geschiedt bij schrijven van de commissievoorzitter aan het verantwoordelijke lid van de Commissie; alle leden van het Parlement worden hiervan in kennis gesteld. Indien het Parlement bezwaar maakt tegen de maatregel, verzoekt de Voorzitter de Commissie de maatregel in te trekken of te wijzigen, dan wel volgens de toepasselijke wetgevingsprocedure een voorstel in te dienen. |
2. De voorzitter van de bevoegde commissie stelt een termijn vast binnen welke de leden de commissie kunnen voorstellen bezwaar te maken tegen het ontwerp van maatregelen. Indien de commissie zulks wenselijk acht, kan zij besluiten een van haar leden of vaste plaatsvervangers tot rapporteur te benoemen. Indien de commissie bezwaar maakt tegen het ontwerp van maatregelen, dient zij een ontwerpresolutie in waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de vaststelling van het ontwerp van maatregelen en waarin ook kan worden aangegeven welke wijzigingen in het ontwerp van maatregelen dienen te worden aangebracht. Indien het Parlement binnen de vanaf de datum van ontvangst van het ontwerp van maatregelen geldende termijn een dergelijke resolutie aanneemt, verzoekt de Voorzitter de Commissie het ontwerp van maatregelen in te trekken of te wijzigen, dan wel volgens de toepasselijke wetgevingsprocedure een voorstel in te dienen.
|
|
3. Wanneer er vóór het verstrijken van deze termijn geen vergaderperiode plaatsvindt, wordt het recht van bezwaar geacht te zijn overgedragen aan de ten principale bevoegde commissie. Dit recht wordt uitgeoefend in de vorm van een schrijven van de commissievoorzitter aan het verantwoordelijke lid van de Commissie; alle leden van het Parlement worden hiervan in kennis gesteld.
|
|
4. Indien de door de Commissie beoogde uitvoeringsmaatregelen onder de "regelgevingsprocedure met toetsing" vallen, is lid 3 niet van toepassing en worden leden 1 en 2 als volgt aangevuld:
a) de termijn voor toetsing gaat in, zodra het ontwerp van maatregelen in alle officiële talen aan het Parlement is voorgelegd;
b) het Parlement kan bezwaar maken tegen de vaststelling van het ontwerp van maatregelen en als grond voor dit bezwaar aanvoeren dat het ontwerp van maatregelen de uitvoeringsbevoegdheden waarin het basisbesluit voorziet overschrijdt, niet verenigbaar is met het doel of de inhoud van het basisbesluit of niet strookt met het subsidiariteits- of evenredigheidsbeginsel;
c) het Parlement kan, met een meerderheid van zijn leden, bezwaar maken tegen de vaststelling van het ontwerp van maatregelen. |
Motivering | |
De nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing is niet bedoeld ter vervanging maar ter aanvulling van de bestaande procedures krachtens het "comitologiebesluit", i.e. de raadplegingsprocedure, de beheersprocedure en de - normale - regelgevingsprocedure, die van toepassing blijven overeenkomstig het relevante basisbesluit en de in het besluit van de Raad van 1999 vastgelegde criteria. Artikel 81 hoeft dan ook niet te worden vervangen door een nieuw artikel, maar slechts te worden aangevuld met enkele bepalingen waarin de specifieke kenmerken van de nieuwe procedure in aanmerking worden genomen (nieuw lid 4). | |
De terminologie van het bestaande artikel moet voorts in overeenstemming worden gebracht met de in het gewijzigde comitologiebesluit gebruikte terminologie. | |
Op grond van de ervaring lijkt het aangewezen om kleinere wijzigingen aan te brengen in de manier waarop ontwerpen van uitvoeringsmaatregelen worden behandeld in het Parlement. Daarom wordt voorgesteld een tweede commissie in te schakelen als er sprake is geweest van nauwere samenwerking bij de behandeling van het basisbesluit waar de uitvoeringsmaatregelen uit voortvloeien. Met het oog op een versnelling van de procedure wordt de voorzitter van de commissie ten principale geacht de leden een termijn te stellen voor het maken van bezwaar tegen een ontwerp van maatregelen. Bovendien mag de commissie desgewenst een rapporteur benoemen, een situatie die zich zal voordoen als de Commissie nieuwe "quasi-wetgevingsmaatregelen" voorstelt. |
- [1] P6_TA-PROV(2006)0310.
- [2] PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11.
- [3] 310848 van 20.7.2006.
PROCEDURE
Titel |
Wijziging van artikel 81 (Uitvoeringsbepalingen) van het Reglement van het Europees Parlement |
||||||||||||
Procedurenummer |
|||||||||||||
Basiswijzigingsvoorstel(len) |
|
||||||||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
AFCO 29.11.2006 |
||||||||||||
Datum besluit opstelling verslag |
4.10.2006 |
||||||||||||
Datum bekendmaking toestemming |
29.11.2006 |
|
|
|
|
||||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
|
|
|
|
|
||||||||
Geen advies Datum besluit |
|
|
|
|
|
||||||||
Rapporteur(s) |
Richard Corbett 4.10.2006 |
|
|||||||||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
|
|||||||||||
Behandeling in de commissie |
5.10.2006 |
23.10.2006 |
22.11.2006 |
|
|
||||||||
Datum goedkeuring |
23.11.2006 |
||||||||||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0 .: |
11 2 0 |
|||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Richard Corbett, Panayiotis Demetriou, Andrew Duff, Maria da Assunção Esteves, Ingo Friedrich, Daniel Hannan, Jo Leinen, Íñigo Méndez de Vigo, Marie-Line Reynaud, Alexander Stubb |
||||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Ashley Mote, Gérard Onesta, Georgios Papastamkos, |
||||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
||||||||||||
Datum indiening |
27.11.2006 |
|
|||||||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... |
||||||||||||