VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld
29.11.2006 - (COM(2006)0084 – C6‑0256/2006 – 2006/0022(CNS)) - *
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Ioannis Varvitsiotis
PR_CNS_title4am
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld
(COM(2006)0084 – C6‑0256/2006 – 2006/0022(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2006)0084)[1],
– gelet op artikel 62, lid 2, letter b), punt (i) van het EG‑Verdrag,
– gelet op artikel 67 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0256/2006),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0431/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 OVERWEGING 3 | |
(3) Antigua en Barbuda, de Bahama's, Barbados, Mauritius, Saint Kitts en Nevis en de Seychellen moeten worden overgeheveld naar bijlage II. De vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van deze landen mag niet in werking treden voordat een bilaterale visumvrijstellingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het betrokken land is gesloten. |
(3) Antigua en Barbuda, de Bahama's, Barbados, Mauritius, Saint Kitts en Nevis en de Seychellen moeten worden overgeheveld naar bijlage II. De vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van deze landen mag niet in werking treden voordat een bilaterale visumvrijstellingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het betrokken land is gesloten. Bij de volgende herziening van Verordening (EG) nr. 539/2001, dienen andere kleine eilandstaten te worden behandeld. |
Motivering | |
Omwille van de regionale coherentie (volgens overweging 5 van de oorspronkelijke Verordening 539/2001) en ter voorkoming van "visum-shopping". | |
Amendement 2 OVERWEGING 6 | |
(6) Personen met een vluchtelingenstatus en staatlozen die in een in bijlage II genoemd land verblijven en scholieren uit die landen die deelnemen aan een schoolreis, kunnen door de lidstaten worden vrijgesteld van de visumplicht. Voor deze twee categorieën personen dient een visumvrijstelling van rechtswege te worden ingevoerd zodra zij in een lidstaat verblijven. |
(6) Personen met een vluchtelingenstatus en alle staatlozen, zowel zij die binnen de werkingssfeer van het verdrag van 1954 betreffende de status van staatlozen vallen als zij die daarbuiten vallen en scholieren uit een in bijlage II genoemd derde land die deelnemen aan een schoolreis, kunnen door de lidstaten worden vrijgesteld van de visumplicht. Voor deze drie categorieën personen bestaat al een visumvrijstelling van rechtswege wanneer zij verblijf houden binnen het Schengen-gebied en naar dat gebied terugkeren; een algemene vrijstelling dient te worden ingevoerd voor personen van die categorieën die verblijf houden in een nog niet tot het Schengen-gebied behorende lidstaat, voorzover het hun terugkeer betreft naar het grondgebied van iedere andere lidstaat die gebonden is door het Schengen-acquis. |
Motivering | |
Deze tekst beoogt een oplossing te vinden voor alle staatlozen, met inbegrip van die welke niet vallen onder de werkingssfeer van het Verdrag van 1954, met name die uit de Baltische landen. | |
Amendement 3 ARTIKEL 1, LID 1, LETTER (B) Artikel 1, lid 2, alinea 3, streepje 3 (Verordening (EG) nr. 539/2001) | |
– personen met een vluchtelingenstatus en staatlozen die in een lidstaat verblijven en in het bezit zijn van een reisdocument dat is afgegeven door die lidstaat." |
– personen met een vluchtelingenstatus, staatlozen en andere personen welke van geen enkel land ingezetene zijn die in een lidstaat verblijven en in het bezit zijn van een vreemdelingen- of "niet-onderdanen"-paspoort dan wel van een ander reisdocument dat is afgegeven door die lidstaat, – ingezetenen van derde landen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen." |
Motivering | |
Zolang het SIS II-systeem nog niet operationeel is en de voltooiing van het Schengen-gebied dus nog op zich laat wachten, zullen ingezetenen van de nieuwe lidstaten die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen over een visum moeten beschikken om naar het Schengen-gebied te kunnen reizen. Ook langdurig ingezetenen van de oude Schengen-lidstaten zullen een visum nodig hebben om tijdens deze overgangsperiode naar de nieuwe lidstaten te kunnen reizen. Momenteel staat het alle ingezetenen van volwaardige Schengen-landen vrij om binnen het Schengen-gebied te reizen. Het amendement beoogt personen met een langdurige verblijfsvergunning het recht te verschaffen in de hele Europese Unie rond te reizen zonder een visum te moeten aanvragen. Een en ander is noodzakelijk om binnen de Unie gedurende een korte overgangstermijn geen interne visumgrenzen te doen ontstaan. | |
De categorieën personen die van de visumplicht zijn vrijgesteld moeten duidelijker worden gedefinieerd conform de Verklaring betreffende houders van vreemdelingen- of "niet-onderdanen"-paspoorten welke is afgelegd in de loop van de onderhandelingen over het voorstel voor een Verordening tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen, namelijk dat "het Europees Parlement en de Raad de Commissie verzoeken om in het kader van de herziening van Verordening (EG) nr. 539/2001 met voorstellen te komen voor de afschaffing van de visumplicht voor houders van vreemdelingen- en "niet-onderdanen"-paspoorten die in een lidstaat verblijven" (A6-0188/2005 van 15 juni 2005). De voornaamste categorieën personen waarnaar daarin wordt verwezen vallen namelijk buiten de thans door de Commissie voorgestelde formulering. | |
Amendement 4 ARTIKEL 1, LID 2, LETTER (A) | |
"a) houders van diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten/officiële paspoorten of speciale paspoorten, overeenkomstig een van de procedures als bedoeld in artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 789/2001." |
"a) houders van diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten/officiële paspoorten, overeenkomstig een van de procedures als bedoeld in artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 789/2001." |
Motivering | |
De term "speciale paspoorten" wordt geschrapt omdat dit woord kan leiden tot een slecht gedefinieerde categorie. | |
Amendement 5 ARTIKEL 1, LID 3, LETTER (C) | |
"3) BRITSE BURGERS DIE GEEN ONDERDAAN ZIJN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND IN DE ZIN VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT: |
"3) BRITSE BURGERS DIE GEEN ONDERDAAN ZIJN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND IN DE ZIN VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT: |
British Overseas Territories Citizens |
British Overseas Territories Citizens, die geen recht van verblijf in het Verenigd Koninkrijk bezitten |
British Overseas Citizens |
British Overseas Citizens |
British Subjects |
British Subjects, die geen recht van verblijf in het Verenigd Koninkrijk bezitten |
British Protected Persons." |
British Protected Persons." |
Motivering | |
Deze tijdens het jongste debat in de Raad voorgestelde oplossing is wellicht voor de Commissie aanvaardbaar als zij ervoor zorgt dat er geen discriminatie tussen categorieën Britse burgers ontstaat. |
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
De herziening van Verordening (EG) nr. 539/2001 heeft ten doel beide onderstaande lijsten aan te passen: de lijst van onderdanen van derde landen die bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit moeten zijn van een visum (Bijlage I) en de lijst van degenen die daarvan zijn vrijgesteld (Bijlage II).
De verordening is gebaseerd op het beginsel van de wederkerigheid en betreft illegale immigratie en beleidscriteria van de overheid. Zij heeft slechts betrekking op visa voor korte verblijven (niet langer dan drie maanden).
1. De Commissievoorstellen:
- Bolivia wordt overgeheveld van Bijlage II naar Bijlage I (visumplicht) aangezien er sprake is van forse, aanhoudende migratiedruk.
- Antigua en Barbuda, de Bahama's, Barbados, Mauritius, Saint Kitts en Nevis en de Seychellen worden van Bijlage I overgeheveld naar Bijlage II (vrijstelling). Wij stellen voor dat bij een nieuwe aanpassing van deze verordening ook andere kleine eilandstaten in Bijlage II worden opgenomen (vrijstelling) omwille van de regionale coherentie (volgens overweging 5 van de oorspronkelijke Verordening nr. 539/2001) en ter voorkoming van "visum-shopping".
- Het voorstel voor een verordening heeft ook betrekking op categorieën Britse onderdanen. Het volgende punt wordt toegevoegd: Britse burgers die geen onderdaan zijn van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland in de zin van het Gemeenschapsrecht: British National (Overseas) persons moeten worden opgenomen in Bijlage II (vrijstelling). Het is niet aannemelijk dat zij een migratierisico vormen of een risico in termen van openbare orde.
British Overseas Territories Citizens (BOTC) die geen recht van verblijf in het Verenigd Koninkrijk hebben, British Overseas Citizens (BOC) en British Subjects die geen recht van verblijf in het Verenigd Koninkrijk hebben en British Protected Persons (BPP) worden opgenomen in Bijlage I (visumplicht)
De rapporteur verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat deze in de Raad bereikte oplossing niet leidt tot discriminatie tussen categorieën Britse burgers in het Gemeenschapsrecht.
- Bepalingen over diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten en speciale paspoorten
In een poging tweeslachtigheid te voorkomen ten aanzien van vrijstellingen voor personen die houder zijn van een diplomatiek paspoort, een dienstpaspoort of een speciaal paspoort, stelt de Commissie voor een preciezer onderscheid te maken tussen deze drie paspoortcategorieën.
De rapporteur stelt de weglating voor van de woorden "speciaal paspoort" omdat die tot verwarring kan leiden.
- Harmonisatie van vrijstellingsgevallen: erkenning vluchtelingen/staatlozen
Een automatische vrijstelling wordt voorgesteld voor personen met een vluchtelingenstatus en alle staatlozen, zowel voor hen die binnen de werkingssfeer van het Verdrag van 1954 vallen als voor hen die daarbuiten vallen
- Harmonisatie vrijstellingen: scholieren op schoolreis
Scholieren die onderdaan zijn van een derde land maar in een lidstaat verblijf houden en op schoolreis zijn, worden vrijgesteld van de visumplicht.
- Lokaal grensverkeer
Onderdanen van derde landen die genoemd worden in Bijlage I en houder zijn van een lokale grensverkeerkaart die door een lidstaat is uitgegeven, worden vrijgesteld van de visumplicht.
- NAVO-militairen en partnerschap voor vrede
Om redenen van rechtszekerheid moet in Verordening 539/2001 verwezen worden naar alle regelingen inzake vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van derde landen die worden genoemd in Bijlage I, maar leden zijn van de strijdkrachten en reizen in het kader van de NAVO of het partnerschap voor vrede.
2. Commentaar:
In het voorstel komen kwesties van zeer uiteenlopende aard aan de orde. Een aantal daarvan kan als dringend worden aangemerkt:
- de overheveling van Bolivia naar Bijlage I wegens toenemende migratiedruk,
- de toevoeging van nieuwe vrijstellingen van de visumplicht voor personen die reizen in het kader van het lokale grensverkeer,
- de situatie van staatlozen in een aantal lidstaten, zoals de Baltische landen. Deze kwestie is van belang omdat een oplossing moet worden gevonden voor honderdduizenden personen in landen die nog geen deel uitmaken van het Schengen-gebied. De rapporteur wil er echter met nadruk op wijzen dat de toekomstige Commissie dient te vermijden artikel 62, lid 2 (overschrijden van de buitengrenzen) als rechtsgrondslag aan te wijzen voor het oplossen van problemen die betrekking hebben op situaties in de lidstaten van de Unie.
De lidstaten en de Commissie dringen aan op een snelle goedkeuring van deze maatregelen. In de toekomst dient de Commissie ervoor te waken zaken van uiteenlopende aard en urgentie in hetzelfde rechtsinstrument onder te brengen.
3. Conclusie:
De rapporteur presenteert bijgevoegde amendementen op het Commissievoorstel.
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0084 – C6-0256/2006 – 2006/0022(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
26.7.2006 |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) |
|
|
|
|
|
|||
Geen advies |
|
|
|
|
|
|||
Nauwere samenwerking |
|
|
|
|
|
|||
Rapporteur(s) |
Ioannis Varvitsiotis |
|
||||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
|
||||||
Vereenvoudigde procedure – datum besluit |
|
|||||||
Betwisting rechtsgrondslag |
|
|
|
|
|
|||
Wijziging financiële voorzieningen |
|
|
|
|
|
|||
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit |
|
|||||||
Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit |
|
|||||||
Behandeling in de commissie |
22.11.2006 |
27.11.2006 |
|
|
|
|||
Datum goedkeuring |
27.11.2006 |
|||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
10 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Edit Bauer, Giusto Catania, Jean-Marie Cavada, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Martine Roure, Ioannis Varvitsiotis, Stefano Zappalà, Tatjana Ždanoka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Giorgos Dimitrakopoulos, Roland Gewalt, Sophia in 't Veld |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
|||||||
Datum indiening |
29.11.2006 |
|||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... |
|||||||