VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming
22.1.2007 - (COM(2005)0375 – C6‑0279/2005 – 2005/0156(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Ewa Klamt
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming
(COM(2005)0375 – C6‑0279/2005 – 2005/0156(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0375)[1],
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285, lid 1 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0279/2005),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0004/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT[2]
op het voorstel van de Commissie voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie[3],
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[4],
Gezien het advies van het Comité van de Regio's[5],
Volgens de procedure van artikel 251 van het EG‑Verdrag[6],
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Volgens de conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 28 en 29 mei 2001 betreffende de gemeenschappelijke analyse en de verbeterde uitwisseling van statistieken over asiel en migratie bestaat er behoefte aan een alomvattend en samenhangend kader voor toekomstige maatregelen ter verbetering van de statistieken.
(2) In april 2003 heeft de Commissie een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement gepubliceerd, waarin een actieplan voor de verzameling en analyse van communautaire statistieken over migratie is opgenomen[7]. Dit actieplan omvat onder meer enkele belangrijke wijzigingen die bedoeld zijn om deze statistieken vollediger en geharmoniseerder te maken. Ook wordt hierin vermeld dat de Commissie voornemens is een voorstel voor wetgeving over de communautaire statistiek op het gebied van migratie en asiel te doen.
(3) De Europese Raad van Thessaloniki van 20 juni 2003 concludeerde dat doeltreffender mechanismen voor de verzameling en analyse van informatie over migratie en asiel in de Europese Unie noodzakelijk zijn.
(4) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 6 november 2003 geconstateerd dat een rechtsinstrument noodzakelijk is, zodat ten behoeve van de ontwikkeling van een rechtvaardig en doeltreffend EU‑migratiebeleid volledige statistieken kunnen worden opgesteld. De resolutie ondersteunt de Commissie in haar voornemen een rechtsinstrument voor de migratie‑ en asielstatistiek voor te stellen.
(5) De uitbreiding van de Europese Unie heeft een geografische en politieke dimensie toegevoegd aan de met migratie samenhangende verschijnselen. Zij heeft ook een nieuwe impuls gegeven aan de vraag naar nauwkeurige, actuele en geharmoniseerde statistische informatie. Er is eveneens steeds meer behoefte aan statistische gegevens over beroep, opleiding, kwalificaties en type activiteit van migranten.
(6) Geharmoniseerde en vergelijkbare communautaire statistieken op het gebied van migratie en asiel zijn van essentieel belang voor de ontwikkeling van en het toezicht op de wetgeving en het beleid van de Gemeenschap ten aanzien van immigratie en asiel en het vrije verkeer van personen.
(7) Er moeten meer statistische gegevens over migratie en asiel worden uitgewisseld en de kwaliteit van de communautaire statistische verzamelingen en output, die tot dusver op een reeks gentleman’s agreements gebaseerd waren, moet worden verbeterd.
(8) Informatie over de gehele EU is van essentieel belang voor het toezicht op de ontwikkeling en uitvoering van de wetgeving en het beleid van de Gemeenschap. In het algemeen biedt de huidige praktijk niet voldoende garanties voor een regelmatige, tijdige en snelle indiening en verspreiding van geharmoniseerde gegevens door alle lidstaten.
(8 bis) Deze verordening betreft niet de ramingen van het aantal illegaal in de lidstaten verblijvende personen. De lidstaten moeten aan de Commissie (Eurostat) geen ramingen of gegevens verstrekken van de illegaal op hun grondgebied wonende personen, ook al kunnen deze personen als gevolg van onderzoeken zijn opgenomen in bevolkingsbestanden.
(8 ter) Waar mogelijk worden de voor de toepassing van deze verordening gebruikte definities ontleend aan de Aanbevelingen van de Verenigde Naties voor statistieken inzake internationale migratie (United Nations Recommendations on Statistics of International Migration), de Aanbevelingen van de Verenigde Naties voor volks- en woningtellingen in het ECE-gebied (United Nations Recommendations for the Censuses of Population and Housing in the ECE Region) of communautaire wetgeving, en dienen volgens de relevante procedures te worden geactualiseerd.
(9) Door de nieuwe statistische behoeften van de Gemeenschap op het gebied van migratie en asiel zijn de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad van 9 februari 1976 betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers[8] inmiddels achterhaald.
(10) Verordening (EEG) nr. 311/76 moet dan ook worden ingetrokken.
(11) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de verzameling en opstelling van communautaire statistieken op het gebied van migratie en internationale bescherming, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(12) Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek vormt het referentiekader voor de bepalingen van deze verordening. Die verordening verlangt met name dat de statistieken worden opgesteld op basis van onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding[9].
(13) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[10].
(13 bis) Aan de Commissie dient met name de bevoegdheid te worden verleend de definities te actualiseren en een besluit te nemen over het groeperen van gegevens en verdere uitsplitsingen. Aangezien het hierbij gaat om maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen en tot aanvulling van deze verordening door toevoeging van nieuwe niet-essentiële onderdelen, dienen zij te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, als bedoeld in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.
(14) Het Comité statistisch programma, opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad van 19 juni 1989 tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen[11], is overeenkomstig artikel 3 van dat besluit geraadpleegd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt gemeenschappelijke regels vast voor de verzameling en opstelling van communautaire statistieken op het gebied van:
a) de immigratie naar en emigratie uit het grondgebied van de lidstaten, inclusief migratiestromen van het grondgebied van een lidstaat naar dat van een andere lidstaat en migratiestromen tussen een lidstaat en het grondgebied van een derde land;
b) het staatsburgerschap en geboorteland van▐ personen die hun gewone verblijfplaats op het grondgebied van de lidstaten hebben;
c) de administratieve en gerechtelijke procedures in de lidstaten met betrekking tot immigratie, de verlening van verblijfsvergunningen, staatsburgerschap, asiel en andere vormen van internationale bescherming en de preventie van illegale immigratie.
Artikel 2
Definities
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) ‘gewone verblijfplaats’: de plaats waar iemand gewoonlijk zijn dagelijkse rustperiode doorbrengt, ongeacht tijdelijke afwezigheid voor recreatie- of vakantiedoeleinden, vrienden‑ en familiebezoek, zakenreizen, medische behandelingen of bedevaarten; of, indien geen gegevens beschikbaar zijn, de plaats van legaal of geregistreerd verblijf;
b) ‘immigratie’: de handeling waarbij een▐ persoon zijn gewone verblijfplaats voor ten minste twaalf maanden, of naar verwachting ten minste twaalf maanden, op het grondgebied van een lidstaat vestigt, nadat hij daarvoor zijn gewone verblijfplaats in een andere lidstaat of in een derde land had;
c) ‘emigratie’: de handeling waarbij een▐ persoon die daarvoor zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van een lidstaat had, voor ten minste twaalf maanden, of naar verwachting ten minste twaalf maanden, in die lidstaat zijn gewone verblijfplaats verlaat;
(c bis) "staatsburgerschap": de bijzondere juridische band tussen een persoon en zijn staat, welke verkregen is door geboorte of naturalisatie door middel van een verklaring, keuze, huwelijk of een andere mogelijkheid waarin de nationale wetgeving voorziet;
(c ter) "geboorteland": het land van verblijf (zo mogelijk, binnen de huidige grenzen) van de moeder op het tijdstip van geboorte, of, indien dit niet van toepassing is, het land (zo mogelijk, binnen de huidige grenzen) waar de geboorte plaatsvond;
d) ‘immigrant’: een▐ persoon die de stap tot immigratie zet;
e) ‘emigrant’: een▐ persoon die de stap tot emigratie zet;
f) ‘langdurig ingezetene’: een langdurig ingezetene zoals gedefinieerd in artikel 2, onder b), van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad[12];
g) ‘onderdaan van een derde land’: iemand die geen burger van de Unie in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag is, inclusief staatlozen;
h) ‘verzoek om internationale bescherming’: een verzoek om internationale bescherming zoals gedefinieerd in artikel 2, onder g), van Richtlijn 2004/83/EG[13];
i) ‘vluchtelingenstatus’: vluchtelingenstatus zoals gedefinieerd in artikel 2, onder g), van Richtlijn 2004/83/EG;
j) ‘subsidiaire-beschermingsstatus’: subsidiaire-beschermingsstatus zoals gedefinieerd in artikel 2, onder f), van Richtlijn 2004/83/EG;
k) ‘gezinsleden’: gezinsleden zoals gedefinieerd in artikel 2, onder i), van Verordening (EG) nr. 2003/343[14];
l) ‘tijdelijke bescherming’: tijdelijke bescherming zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2001/55/EG[15];
m) ‘niet-begeleide minderjarigen’: niet-begeleide minderjarigen zoals gedefinieerd in artikel 2, onder i), van Richtlijn 2004/83/EG;
(m bis) "buitengrenzen": buitengrenzen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2 van Verordening (EG) nr. 2006/562;
(m ter) "onderdanen van een derde land aan wie de toegang wordt ontzegd": onderdanen van een derde land aan wie aan de buitengrenzen de toegang wordt ontzegd omdat zij niet voldoen aan alle voorwaarden voor toegang, zoals vastgesteld in artikel 5, lid 1 van Verordening (EG) nr. 2006/562, en niet behoren tot de categorieën personen genoemd in artikel 5, lid 4 van die verordening;
(m quater) "onderdanen van een derde land van wie de illegale aanwezigheid is vastgesteld": onderdanen van een derde land van wie officieel is vastgesteld dat zij zich op het grondgebied van een lidstaat bevinden en die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor verblijf in die lidstaat;
n) ‘hervestiging’: het overbrengen van onderdanen van een derde land of staatlozen, op basis van een evaluatie van hun behoefte aan internationale bescherming en een duurzame oplossing, naar een lidstaat waar zij met een veilige, legale status kunnen verblijven.
2. De maatregelen betreffende de actualisering van de definities in lid 1 worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, als bedoeld in artikel 11, lid 2 bis.
3. De lidstaten brengen de Commissie (Eurostat) verslag uit over het gebruik en de waarschijnlijke gevolgen van ramingen en andere methoden om de op nationale definities gebaseerde statistieken zodanig aan te passen dat zij in overeenstemming zijn met de in lid 1 vermelde geharmoniseerde definities.
3 bis. Voor het referentiejaar 2008 mogen de statistieken die uit hoofde van deze verordening aan de Commissie (Eurostat) worden verstrekt, gebaseerd zijn op alternatieve (nationale) definities. In dat geval stellen de lidstaten de Commissie (Eurostat) in kennis van die alternatieve definities.
4. Wanneer een of meer van de in lid 1 genoemde wetgevingbesluiten voor een lidstaat niet verbindend zijn, dient die lidstaat, indien dit volgens de bestaande wettelijke en/of bestuursrechtelijke procedures mogelijk is, statistieken te verstrekken die vergelijkbaar zijn met de uit hoofde van deze verordening vereiste statistieken.
Artikel 3
Statistieken over internationale migratie, inwoners en de verwerving van staatsburgerschap
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over het aantal:
a) immigranten naar het grondgebied van de lidstaat, met de volgende uitsplitsingen:
i) groepen staatsburgerschappen naar leeftijd en geslacht;
ii) groepen geboortelanden naar leeftijd en geslacht;
iii) groepen landen van vorige gewone verblijfplaats naar leeftijd en geslacht;
b) emigranten uit het grondgebied van de lidstaat, met de volgende uitsplitsingen:
i) groepen staatsburgerschappen;
ii) naar leeftijd;
iii) naar geslacht;
▐
iv) groepen landen van volgende gewone verblijfplaats;
c) ▐ personen dat zijn gewone verblijfplaats aan het einde van de referentieperiode in de lidstaat heeft, met de volgende uitsplitsingen:
i) groepen staatsburgerschappen naar leeftijd en geslacht;
ii) groepen geboortelanden naar leeftijd en geslacht;
d) ▐ personen dat zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van de lidstaat heeft en tijdens het referentiejaar het staatsburgerschap van de lidstaat heeft verworven en daarvoor staatsburger was van een andere lidstaat of een derde land of dat daarvoor staatloos was, uitgesplitst naar leeftijd en geslacht en naar het vorige staatsburgerschap of de voorafgaande staatloosheid van de betrokken personen.
2. De referentieperiode voor de in lid 1 bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen twaalf maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2008.
2 bis. De maatregelen betreffende de definitie van de categorieën groepen geboortelanden, groepen landen van vorige of volgende verblijfplaats en groepen staatsburgerschappen worden door de Commissie vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, als bedoeld in artikel 11, lid 2 bis, teneinde de harmonisering van de categorieën te verzekeren.
Artikel 4
Statistieken over internationale bescherming
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over het aantal:
a) personen dat tijdens de referentieperiode een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend of in een door een gezinslid ingediend verzoek om internationale bescherming is inbegrepen;
b) personen voor wie aan het eind van de referentieperiode een verzoek om internationale bescherming bij de bevoegde nationale instantie in behandeling is;
▐
h) verzoeken om internationale bescherming dat tijdens de referentieperiode is ingetrokken.
Deze statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht en naar het staatsburgerschap van de betrokken personen. De referentieperiode bedraagt een kalendermaand en de statistieken worden binnen twee maanden na het eind van de referentiemaand bij de Commissie (Eurostat) ingediend. De eerste referentiemaand is januari 2008.
1 bis. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over het aantal:
a) personen dat het onderwerp vormt van beslissingen in eerste aanleg tot afwijzing van een verzoek om internationale bescherming, zoals niet-ontvankelijk- of ongegrondverklaringen en beslissingen die zijn genomen volgens een prioritaire of versnelde procedure, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;
b) personen dat het onderwerp vormt van beslissingen in eerste aanleg tot verlening of intrekking van de vluchtelingenstatus, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;
c) personen dat het onderwerp vormt van beslissingen in eerste aanleg tot verlening of intrekking van de subsidiaire-beschermingsstatus, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;
d) personen dat het onderwerp vormt van beslissingen in eerste aanleg tot verlening of intrekking van tijdelijke bescherming, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;
e) personen dat het onderwerp vormt van andere beslissingen in eerste aanleg tot verlening of intrekking van een uit hoofde van de nationale wetgeving verstrekte verblijfsvergunning om humanitaire redenen, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;
Deze statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht en naar het staatsburgerschap van de betrokken personen. De referentieperiode bedraagt drie kalendermaanden en de statistieken worden binnen twee maanden na het eind van de referentieperiode bij de Commissie (Eurostat) ingediend. De eerste referentieperiode loopt van januari tot en met maart 2008.
2. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over het aantal:
a) personen dat tijdens de referentieperiode een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend en door de bevoegde nationale instantie als niet-begeleide minderjarigen wordt beschouwd;
b) personen dat het onderwerp vormt van definitieve beslissingen tot afwijzing van een verzoek om internationale bescherming, zoals niet-ontvankelijk- en ongegrondverklaringen en beslissingen die zijn genomen volgens een prioritaire of versnelde procedure, tijdens de referentieperiode door een administratieve of gerechtelijke instantie genomen in een beroeps- of herzieningsprocedure;
c) personen dat het onderwerp vormt van definitieve beslissingen tot verlening of intrekking van de vluchtelingenstatus, tijdens de referentieperiode door een administratieve of gerechtelijke instantie genomen in een beroeps- of herzieningsprocedure;
d) personen dat het onderwerp vormt van definitieve beslissingen tot verlening of intrekking van de subsidiaire-beschermingsstatus, tijdens de referentieperiode door een administratieve of gerechtelijke instantie genomen in een beroeps- of herzieningsprocedure;
e) personen dat het onderwerp vormt van definitieve beslissingen tot verlening of intrekking van tijdelijke bescherming, tijdens de referentieperiode door een administratieve of gerechtelijke instantie genomen in een beroeps- of herzieningsprocedure;
f) personen dat het onderwerp vormt van andere definitieve beslissingen tot verlening▐ of intrekking van een verblijfsvergunning op humanitaire of andere gronden volgens nationaal recht inzake internationale bescherming, tijdens de referentieperiode door een administratieve of gerechtelijke instantie genomen in een beroeps- of herzieningsprocedure;
▐
h) personen aan wie tijdens de referentieperiode een verblijfsvergunning in de lidstaat is verleend in het kader van een nationale of communautaire hervestigingsregeling, indien een dergelijke regeling in die lidstaat ten uitvoer wordt gelegd.
Deze statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht en naar het staatsburgerschap van de betrokken personen. De referentieperiode bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen drie maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2008.
2 bis. De lidstaten verstrekken de Commissie (Euratom) de volgende statistische gegevens in verband met de toepassing van Verordening (EG) nr. 343/2003 en Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie:
a) het aantal verzoeken om terugname of overname van asielzoekers,
b) de bepalingen waarop de onder a) genoemde verzoeken gebaseerd zijn,
c) de beslissingen die ten aanzien van de onder a) genoemde verzoeken zijn genomen,
d) het aantal overdrachten waartoe de onder c) genoemde beslissingen hebben geleid,
e) het aantal verzoeken om informatie.
De referentieperiode voor deze statistische gegevens bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen drie maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Euratom) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2008.
Artikel 5
Statistieken over de preventie van illegale binnenkomst en illegaal verblijf
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over het aantal:
a) onderdanen van een derde land aan wie toegang tot het grondgebied van de lidstaat aan de buitengrens is geweigerd;
b) onderdanen van een derde land dat op grond van de nationale immigratiewetgeving illegaal op het grondgebied van de lidstaat verblijft.
De onder a) bedoelde statistieken worden uitgesplitst overeenkomstig artikel 13, lid 5 van Verordening (EG) nr. 562/2006.
De onder b) bedoelde statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht en naar het staatsburgerschap van de betrokken personen.
2. De referentieperiode voor de in lid 1 bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen drie maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2008.
Artikel 6
Statistieken over verblijfsvergunningen en verblijf van onderdanen van een derde land
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over:
(a) het aantal verblijfsvergunningen dat aan onderdanen van een derde land werd verleend, met de volgende uitsplitsingen:
i) gedurende de referentieperiode verleende eerste verblijfsvergunningen die de betrokkene toestemming geven in het land te verblijven, uitgesplitst naar staatsburgerschap, verblijfsgrond en geldigheidsduur van de vergunning;
ii) gedurende de referentieperiode verleende verblijfsvergunningen bij wijziging van de immigratiestatus of verblijfsgrond van de betrokkene, uitgesplitst naar staatsburgerschap, verblijfsgrond en geldigheidsduur van de vergunning;
iii) aan het eind van de referentieperiode geldige verblijfsvergunningen (aantal verleende verblijfsvergunningen dat niet is ingetrokken of verlopen), uitgesplitst naar staatsburgerschap, verblijfsgrond en geldigheidsduur van de vergunning;
(b) het aantal langdurig ingezetenen aan het eind van de referentieperiode, uitgesplitst naar staatsburgerschap.
2. Wanneer de nationale wetgeving en administratieve praktijken van een lidstaat in de mogelijkheid voorzien om in plaats van verblijfsvergunningen bijzondere categorieën visa voor langdurig verblijf of een bijzondere immigratiestatus te verlenen, moeten de in lid 1 bedoelde statistieken gegevens bevatten over het aantal van dergelijke visa‑ en statusverleningen.
2 bis. De maatregelen betreffende de definitie van de categorieën redenen voor de verlening van een verblijfsvergunning worden door de Commissie vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, als bedoeld in artikel 11, lid 2 bis, teneinde de harmonisering van de categorieën te verzekeren.
3. De referentieperiode voor de in lid 1 bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen zes maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2008.
Artikel 7
Statistieken over terugkeer
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over:
a) het aantal onderdanen van een derde land van wie de illegale aanwezigheid op het grondgebied van de lidstaat is vastgesteld en die het onderwerp vormen van een administratieve of gerechtelijke beslissing of handeling waaruit blijkt dat hun verblijf illegaal is en die hen tot het verlaten van het grondgebied van de lidstaat verplicht, uitgesplitst naar het staatsburgerschap van de betrokken personen,
b) het aantal onderdanen van een derde land dat het grondgebied van de lidstaat daadwerkelijk heeft verlaten als gevolg van een administratieve of gerechtelijke beslissing of handeling, zoals bedoeld onder a), uitgesplitst naar het staatsburgerschap van de teruggekeerde personen.
2. De referentieperiode voor de in lid 1 bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen drie maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2008.
3. De in lid 1 bedoelde statistieken omvatten niet de onderdanen van een derde land die van een lidstaat worden overgedragen aan een andere lidstaat op grond van het mechanisme dat is ingesteld ingevolge Verordening (EG) nr. 343/2003 en Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie.
Artikel 8
Verdere uitsplitsingen
1. De maatregelen betreffende de definitie van de volgende verdere uitsplitsingen kunnen door de Commissie volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, als bedoeld in artikel 11, lid 2 bis worden vastgesteld voor de hieronder genoemde statistieken:
▐
c) voor de krachtens artikel 4 globaal vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:
▐
iii) jaar van indiening van het verzoek;
c bis) voor de krachtens artikel 4, lid 3 vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:
i) aantal personen op wie het verzoek, het besluit en de overdracht betrekking hadden,
c ter) voor de krachtens artikel 5, lid 1, onder a) vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:
i) leeftijd,
ii) geslacht,
d) voor de krachtens artikel 5, lid 1, onder b) vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:
i) gronden voor de aanhouding,
ii) plaats van de▐ aanhouding;
e) voor de krachtens artikel 6 vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:
i) jaar waarin de eerste verblijfsvergunning werd verleend,
▐
iv) leeftijd,
v) geslacht;
f) voor de krachtens artikel 7 vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:
i) reden van de beslissing of handeling waarbij de verplichting om het land te verlaten werd opgelegd
ii) leeftijd,
iii) geslacht.
1 bis. De in lid 1 vermelde verdere uitsplitsingen worden uitsluitend afzonderlijk verstrekt, zonder kruisclassificatie met de op grond van de artikelen 4 tot 7 vereiste uitsplitsingen.
2. Bij haar beslissing of aanvullende uitsplitsingen vereist zijn, let de Commissie erop of deze informatie noodzakelijk is voor de ontwikkeling van en het toezicht op het communautair beleid en of geschikte gegevensbronnen beschikbaar zijn en ook op de kosten die dit met zich meebrengt.
3 bis. Onderhandelingen over verdere uitsplitsingen die wellicht nodig zijn voor de uitvoering van de artikelen 4 tot en met 7, worden uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening aangevangen.
Artikel 9
Gegevensbronnen en kwaliteitsnormen
1. Naar gelang van hun beschikbaarheid in de lidstaat en in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken wordt voor de statistieken van volgende gegevensbronnen uitgegaan:
(a) verslagen van administratieve en gerechtelijke handelingen,
(b) registers over administratieve handelingen,
(c) bevolkingsregisters of registers van specifieke bevolkingsgroepen,
(d) volkstellingen,
(e) steekproefenquêtes,
(f) andere geschikte bronnen.
In het kader van de statistische procedure mag gebruik worden gemaakt van wetenschappelijk gefundeerde en goed gedocumenteerde statistische ramingsmethoden.
2. De lidstaten brengen aan de Commissie (Eurostat) verslag uit over de gebruikte gegevensbronnen, de redenen waarom voor deze bronnen werd gekozen, de gevolgen van deze keuze voor de kwaliteit van de statistieken en de gebruikte ramingsmethoden en stellen de Commissie (Eurostat) op de hoogte van wijzigingen daarin.
3. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) desgevraagd alle informatie die nodig is om de kwaliteit, vergelijkbaarheid en volledigheid van de statistische informatie te beoordelen.
4. De lidstaten stellen de Commissie (Eurostat) onverwijld in kennis van herzieningen en correcties van de krachtens deze verordening verstrekte statistieken en van wijzigingen van de gebruikte methoden en gegevensbronnen.
5. De maatregelen betreffende de definitie van de formaten voor de toezending van de gegevens worden overeenkomstig de regelgevingsprocedure van artikel 11, lid 2, vastgesteld.
Artikel 10
Uitvoeringsmaatregelen
1. De volgende, voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen▐ worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 11, lid 2▐ :
▐
e) de vaststelling van regels voor de formaten voor de toezending van de gegevens overeenkomstig artikel 9.
1 bis. De volgende, voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, o.a. door aanvulling ervan, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, als bedoeld in artikel 11, lid 2 bis:
a) actualisering van de in artikel 2 vermelde definities,
b) definitie van de categorieën groepen geboortelanden, groepen landen van vorige of volgende verblijfplaats en groepen staatsburgerschappen, zoals bepaald in artikel 3, lid 2 bis,
c) definitie van de categorieën redenen voor verlening van een verblijfsvergunning, zoals bepaald in artikel 6, lid 2 bis,
d) definitie van de verdere uitsplitsingen en het op de variabelen toe te passen uitsplitsingsniveau, zoals bepaald in artikel 8,
e) vaststelling van de regels inzake nauwkeurigheids- en kwaliteitsnormen.
Artikel 11
Procedure
1. Bij de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen wordt de Commissie bijgestaan door het Comité statistisch programma, dat is opgericht bij artikel 1 van Besluit 89/382/EEG, Euratom.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.
2 bis. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot 4 en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.
3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 12
Verslag
De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens om de drie jaar een verslag voor over de op grond van deze verordening opgestelde statistieken en over de kwaliteit ervan.
Artikel 13
Intrekking
Verordening (EEG) nr. 311/76 wordt ingetrokken.
Artikel 14
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
PROCEDURE
Titel |
voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0375 – C6-0279/2005 – 2005/0156(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
14.9.2005 |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) |
AFET |
DEVE |
EMPL |
FEMM |
|
|||
Geen advies |
AFET |
DEVE |
EMPL |
FEMM |
|
|||
Nauwere samenwerking |
|
|
|
|
|
|||
Rapporteur(s) |
Ewa Klamt |
|
||||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
|
||||||
Vereenvoudigde procedure – datum besluit |
|
|||||||
Betwisting rechtsgrondslag |
|
|
|
|
|
|||
Wijziging financiële voorzieningen |
|
|
|
|
|
|||
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit |
|
|||||||
Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit |
|
|||||||
Behandeling in de commissie |
24.1.2006 |
29.5.2006 |
19.12.2006 |
|
|
|||
Datum goedkeuring |
19.12.2006 |
|||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
27 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Edit Bauer, Mihael Brejc, Kathalijne Maria Buitenweg, Michael Cashman, Jean-Marie Cavada, Panayiotis Demetriou, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Kinga Gál, Patrick Gaubert, Lívia Járóka, Ewa Klamt, Ole Krarup, Barbara Kudrycka, Henrik Lax, Hartmut Nassauer, Martine Roure, Inger Segelström, Ioannis Varvitsiotis, Donato Tommaso Veraldi, Stefano Zappalà, Tatjana Ždanoka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Gérard Deprez, Javier Moreno Sánchez, Bill Newton Dunn, Herbert Reul, Antonio Tajani, Rainer Wieland |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
|||||||
Datum indiening |
22.1.2007 |
|||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... |
|||||||
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
- [2] Gewijzigde tekst is vet en cursief gedrukt, schrappingen zijn met het symbool▐ aangegeven.
- [3] PB C van, blz.
- [4] PB C van, blz.
- [5] PB C van, blz.
- [6] PB C van, blz.
- [7] COM(2003) 179.
- [8] PB L 39 van 14.2.1976, blz. 1.
- [9] PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
- [10] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
- [11] PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.
- [12] PB L 16 van 23.1.2004, blz. 44.
- [13] PB L 304 van 30.9.2004, blz. 12.
- [14] PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1.
- [15] PB L 212 van 7.8.2001, blz.1.