VERSLAG over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE)

31.1.2007 - (PE-CONS 3685/2006 – C6‑0445/2006 – 2004/0175(COD)) - ***III

Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité
Voorzitter van de delegatie: Alejo Vidal-Quadras
Rapporteur: Frieda Brepoels

Procedure : 2004/0175(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0021/2007
Ingediende teksten :
A6-0021/2007
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE)

(PE-CONS 3685/2006 – C6‑0445/2006 – 2004/0175(COD))

(Medebeslissingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst (PE-CONS 3685/2006 – C6‑0445/2006),

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0516)[2],

–   gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt[3] inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad[4],

–   gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM (2006)0484)[5],

–   gelet op artikel 251, lid 5, van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 65 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A6‑0021/2007),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1, van het EG-Verdrag te ondertekenen;

3.  verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 19.
  • [2]  Nog niet in het PB gepubliceerd.
  • [3]  Aangenomen teksten van 2.5.2006, P6_TA(2006)0252.
  • [4]  PB C 126 E van 30.5.2006, blz. 16.
  • [5]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

TOELICHTING

ACHTERGROND

Doel van de voorgestelde richtlijn, gebaseerd op artikel 175, lid 1, van het EG-Verdrag en door de Commissie goedgekeurd in juli 2004, is een wettelijk kader te creëren voor de oprichting en het functioneren van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in Europa. Het doel van deze infrastructuur is het opstellen, uitvoeren en evalueren van communautaire beleidsmaatregelen alsmede het toezicht op deze maatregelen op alle niveaus te vergemakkelijken en informatie te verschaffen aan de burgers.

Een van de belangrijkste doelstellingen van INSPIRE is meer en betere ruimtelijke informatie beschikbaar te maken voor de opstelling van communautaire beleidsmaatregelen en de uitvoering van deze maatregelen op alle niveaus in de lidstaten. INSPIRE is in de eerste plaats gericht op milieubeleid, maar kan in de toekomst ook worden uitgebreid tot andere beleidsterreinen, zoals landbouw, vervoer en energie.

Het Parlement nam zijn verslag in eerste lezing aan op 7 juni 2005, de Raad stelde zijn gemeenschappelijk standpunt vast op 23 januari 2006. Bij tweede lezing op 13 juni 2006 diende het Parlement 36 amendementen in op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad.

De controversiële onderwerpen tussen het Parlement en de Raad betreffen: intellectuele-eigendomsrechten en kosten, ontheffingen van verplichte beschikbaarstelling van gegevens, het soort diensten voor de beschikbaarstelling van gegevens en toegang tot deze diensten, meta-gegevens en definitie van gegevens, de werkingssfeer van de richtlijn, en de uiterste termijn voor de tenuitvoerlegging ervan.

BEMIDDELING

De Raad gaf vervolgens informeel te kennen dat hij niet alle amendementen van het Parlement zou kunnen aanvaarden en dat een bemiddelingsprocedure derhalve noodzakelijk zou zijn.

De constituerende vergadering van de delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité vond op 4 juli in Straatsburg plaats. De leden van de delegatie gaven de heer Alejo Vidal-Quadras, voorzitter, de heer Karl-Heinz Florenz, voorzitter van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, mevrouw Frieda Brepoels, rapporteur, alsmede mevrouw María Sornosa Martínez opdracht informele onderhandelingen te beginnen met de Raad.

Er werden drie trialoogvergaderingen gehouden (op 26 september, 9 oktober en 8 november), waarbij het onderhandelingsteam na afloop van elke vergadering verslag uitbracht aan de EP-delegatie (op resp. 27 september, 24 oktober en 14 november). Er werd redelijke vooruitgang geboekt ten aanzien van de reeksen amendementen die betrekking hadden op openbare ruimtelijke diensten, implementatiebeginselen en technische kwesties. Er werd echter geen oplossing gevonden voor twee belangrijke punten van verschil: het niveau van de vergoedingen voor gegevens en intellectuele-eigendomsrechten.

Het Bemiddelingscomité kwam op 21 november 2006 's avonds bijeen. De Raad werd vertegenwoordigd door de heer Enestam, de Finse minister voor Milieu, en de Commissie door Europees Commissaris Dimas. Kort voor middernacht slaagde het comité erin tot een definitieve overeenkomst te komen, nadat de delegatie van het Europees Parlement met algemene stemmen het voorgestelde compromispakket had aanvaard.

De twee hoofdpunten van de overeenkomst kunnen als volgt worden samengevat:

Vergoedingen: Op aandringen van het Parlement zullen de lidstaten diensten voor het zoeken en raadplegen van verzamelingen van ruimtelijke gegevens in het algemeen gratis ter beschikking moeten stellen. Sommige lidstaten vreesden dat dit een bedreiging zou vormen voor de financiële houdbaarheid van de delen van hun overheidsdiensten die geografische gegevens verzamelen. Overeengekomen werd derhalve dat overheden op duidelijk geformuleerde voorwaarden vergoedingen in rekening mogen brengen. Deze uitzondering is echter niet van toepassing op gegevens die de overheidsautoriteiten verplicht beschikbaar moeten stellen in het kader van hun verplichtingen krachtens communautaire wetgeving.

Intellectuele-eigendomsrechten: Het recht van lidstaten om de toegang tot informatie te beperken om redenen van vertrouwelijkheid moet in overeenstemming zijn met de bepalingen die zijn vastgelegd in het Verdrag van Aarhus betreffende toegang van het publiek tot milieu-informatie (de Raad had aanvankelijk aangedrongen op het recht om strengere beperkingen op te leggen dan in het Verdrag van Aarhus zijn vastgelegd).

CONCLUSIE

Deze richtlijn is belangrijke milieuwetgeving. De overeenkomst die in de bemiddelingsprocedure is bereikt, betreft de hoofdpunten die in de amendementen in tweede lezing aan de orde waren gesteld. Zij is bovendien veel bevredigender dan elke andere overeenkomst die mogelijk in een eerder stadium van de wetgevingsprocedure bereikt had kunnen worden. De delegatie beveelt het Parlement dan ook aan in derde lezing zijn goedkeuring te hechten aan de gemeenschappelijke tekst.

PROCEDURE

Titel

Infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE)

Document- en procedurenummers

PE-CONS 3685/2006 – C6‑0445/2006 – 2000/0175(COD)

Voorzitter van de delegatie: ondervoorzitter

Alejo Vidal-Quadras

Commissie ten principale:

Voorzitter:

[ENVI]

Karl-Heinz Florenz

Rapporteur(s)

Frieda Brepoels

Voorstel van de Commissie

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE) - COM(2004)0516 - C6-0099/2004

Datum eerste lezing EP – P-nummer

7.6.2005

P6_TA(20052)0213

Gewijzigd voorstel van de Commissie

 

Gemeenschappelijk standpunt Raad
  Datum bekendmaking

12064/2/2005 – C6­-0054/2006
16.2.2006

Standpunt Commissie (art. 251, lid 2, tweede alinea, derde streepje)

COM(2006)0051

Datum tweede lezing EP – P-nummer

13.6.2006

P6_TA(2006)0252

Advies van de Commissie
(art. 251, lid 2, derde alinea, punt c))

COM(2006)0484]

Datum ontvangst tweede lezing door de Raad

10.7.2006

Datum brief van de Raad inzake niet-goedkeuring amendementen van het EP

10.10.2006

Vergaderingen bemiddelingscomité

21.11.2006

 

 

Datum stemming delegatie EP

21.11.2006

Uitslag stemming

+:

–:

0:

16

0

0

Aanwezige leden

Johannes Blokland, Frieda Brepoels, Mojca Drčar Murko, Satu Hassi, Mary Honeyball, Caroline Jackson, Marios Matsakis, Justas Vincas Paleckis, Alejo Vidal-Quadras

Aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jean-Pierre Audy, Pilar Ayuso, Panayiotis Demetriou, Anne Ferreira, Matthias Groote, Erna Hennicot-Schoepges, Manolis Mavrommatis, Péter Olajos, Åsa Westlund

Aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

 

Datum overeenstemming bemiddelingscomité

21.11.2006

Overeenstemming bij briefwisseling

 

 

Datum constatering goedkeuring gemeenschappelijke ontwerptekst en toezending aan EP en Raad

17.1.2007

Datum indiening

31.1.2007

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

VERLENGING VAN TERMIJNEN

Termijn tweede lezing Raad

 

Termijn bijeenroeping bemiddelingscomité

        Instelling – datum

 

Termijn werkzaamheden bemiddelingscomité
  Instelling – datum

17.1.2007
Parlement - 11.12.2006

Termijn aanneming besluit

        Instelling – datum