VERSLAG houdende een ontwerpaanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

5.2.2007 - (2006/2221(INI))

Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Luis Yañez-Barnuevo García

Procedure : 2006/2221(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0025/2007

ONTWERPAANBEVELING VAN HET EUROPEES PARLEMENT AAN DE RAAD

betreffende de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

(2006/2221(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien de door Luis Yañez‑Barnuevo García namens de PSE-Fractie ingediende ontwerpaanbeveling aan de Raad betreffende de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (B6‑0374/2006),

–   gelet op paragraaf 31 van de Verklaring van Wenen, waarin het besluit is opgenomen dat op 12 mei 2006, op de in Wenen gehouden IVe Topconferentie Europese Unie-Latijns-Amerika en Caribisch gebied, door de Europese Unie en de Andesgemeenschap is genomen om in 2006 onderhandelingen aan te vatten met het oog op een associatieovereenkomst die een politieke dialoog, samenwerkingsprogramma's en een handelsovereenkomst omvat,

–   gelet op Titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 2001 over een globaal partnerschap en een gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika[1],

–   onder verwijzing naar zijn wetgevingsresolutie van 31 maart 2004 over de sluiting van een overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Bolivia, de Republiek Colombia, de Republiek Ecuador, de Republiek Peru en de Bolivariaanse Republiek Venezuela, anderzijds[2],

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 27 april 2006 over een sterker partnerschap tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika[3],

–   gezien de aanbeveling van de Europese Commissie over de opening van de onderhandelingen met het oog op de sluiting van een associatieovereenkomst met de Andesgemeenschap en haar lidstaten (SEC(2006)1625),

–   gelet op artikel 114, lid 3 en artikel 83, lid 5 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie internationale handel (A6‑0025/2007),

A. overwegende dat respect voor de democratie en de rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten van elk individu, alsmede volledige eerbiediging van de civiele en politieke rechten van de burgers van beide regio’s, basisvoorwaarden zijn voor de totstandbrenging van een associatie tussen de partijen,

B.  overwegende dat de garantie dat alle burgers, in het bijzonder de kansarmen, zoals degenen die tot inheemse bevolkingsgroepen behoren, ten volle in het genot worden gesteld van de grondrechten, en het bevorderen van de deelname van alle burgers aan het sociale en politieke leven, essentiële elementen van de overeenkomst zijn,

C. overwegende dat de Andesgemeenschap zich bereid toont een associatieovereenkomst met de Europese Unie te sluiten en daartoe reeds inspanningen geleverd heeft, ondanks de interne problemen waarmee zij te kampen heeft gehad,

D. overwegende dat de richtsnoeren voor de onderhandelingen over de toekomstige overeenkomst duidelijk moeten bepalen dat de partijen een globale associatieovereenkomst wensen te sluiten die de politieke dialoog omvat die eigen is aan elke echte associatie, alsmede samenwerkingsprogramma’s en de totstandbrenging van een vrijhandelszone waarvan de burgers van beide regio’s profijt kunnen trekken,

E.  overwegende dat de presidenten van de vier Andeslanden op 13 juni 2006 bijeengekomen zijn in Quito, positief gereageerd hebben op de in Wenen gestelde eisen en overeengekomen zijn hun bereidheid tot integratie kracht bij te zetten en het proces te stimuleren dat moet leiden tot het openen van onderhandelingen over de sluiting van een associatieovereenkomst tussen de Andesgemeenschap (Comunidad Andina - CAN) en de EU,

F.  overwegende dat de oprichting van de Europees-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering (EuroLat) een doorslaggevende stap is geweest in de versterking van de democratische legitimiteit en de politieke dimensie van de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika, in het bijzonder tussen de EU en de CAN, en dat deze parlementaire vergadering zal fungeren als een permanent forum voor de politieke dialoog tussen beide regio’s,

G. overwegende dat in de richtsnoeren voor de onderhandelingen over de toekomstige overeenkomst in geen geval mag worden voorbijgegaan aan het ernstige economische, politieke en sociale deficit in de meeste Andeslanden, en dat de verschillen in ontwikkeling tussen beide regio’s en de specifieke kenmerken van de economische betrekkingen binnen de CAN zelf evenmin uit het oog mogen worden verloren,

H. overwegende dat erop moet worden toegezien dat de meerjareninstrumenten voor financiële programmering van de EU verenigbaar zijn met de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen in het Andesgebied,

1.  beveelt de Raad het volgende aan:

     a)  in het onderhandelingsmandaat uitdrukkelijk de rechtsgrond op te nemen waarop de     nieuwe associatieovereenkomst moet worden gebaseerd, namelijk artikel 310 van het   Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, in combinatie met de eerste zin   van de eerste alinea van artikel 300, lid 2 en de tweede alinea van artikel 300, lid 3 van   genoemd Verdrag;

     b)  in de onderhandelingsrichtsnoeren te stellen dat de associatieovereenkomst tussen de    EU en de CAN gericht is op geleidelijke liberalisatie van de handel tussen beide   partners, politieke dialoog en samenwerking, en het bevorderen van duurzame   menselijke ontwikkeling, sociale cohesie, consolidering van de democratie en de   rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten en de burgerlijke,   politieke, economische en sociale rechten, zonder de culturele en milieudimensie van   deze rechten uit het oog te verliezen;

     c)  in de genoemde richtsnoeren duidelijke signalen op te nemen van de steun aan de          Andespartners bij hun inspanningen om de regionale integratie op alle gebieden te   verdiepen, door voorrang te geven aan een overeenkomst tussen regionale blokken,   waarbij de gedifferentieerde aanpak, die voor de ontwikkeling van het interne   integratieproces van de CAN onontbeerlijk is, evenwel niet mag worden uitgesloten;

d)  in de onderhandelingsrichtsnoeren de centrale thema's voor de agenda en de politieke   dialoog duidelijk te omschrijven, inclusief de actualisering van de doelstellingen en   benaderingen op gebieden zoals bestuurbaarheid, stabilisering van de democratie,   bestrijding van corruptie, straffeloosheid en terrorisme, in het bijzonder het   drugsterrorisme en zijn banden met de georganiseerde misdaad, handhaving van vrede   en veiligheid en conflictbeheer, en er ook andere thema's in op te nemen, zoals het   terugdringen van de armoede, het bevorderen van de sociale cohesie, migratie en   communicatie tussen mensen, en concrete acties op te zetten op gebieden zoals het   bepalen van gezamenlijke standpunten in internationale fora en bij de Verenigde   Naties;

e)  onder de leden van het Europees Parlement en het Parlement van de Andeslanden die   tevens deel uitmaken van de Europees-Latijns-Amerikaanse Parlementaire   Vergadering, de leden van de op grond van de nieuwe associatieovereenkomst op te   richten Gemengde Parlementaire Commissie EU-CAN aan te wijzen, als concrete   uiting van ondersteuning van het regionale integratieproces in het Andesgebied en de   biregionale strategische associatie EU-LAC;

f)   de op gestructureerde wijze vormgegeven deelneming van maatschappelijke     organisaties en de civil society aan de beleidsterreinen van de associatieovereenkomst   en het onderhandelingsproces voor de sluiting ervan te bevorderen, door het instellen   van dialoogmechanismen en het garanderen van openheid en de toegang tot relevante   informatie, en door voor te stellen binnen de EU en binnen de CAN geregelde   conferenties met vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties en de civil   society te organiseren, en deze vertegenwoordigers in de interministeriële   bijeenkomsten de waarnemersstatus te verlenen, en hun actieve deelneming aan   relevante fora, commissies en sectorale subcommissies te vergemakkelijken;

     g)  in de onderhandelingsrichtsnoeren te verwijzen naar de consensus tussen de EU en de   CAN over de gedeelde verantwoordelijkheid voor de strijd tegen de handel in illegale   drugs, waarbij de politieke dialoog op het specifieke terrein van de drugsbestrijding   dient te worden versterkt, alsmede naar de sociale, economische en milieu-implicaties   van de tenuitvoerlegging van de voorgestelde maatregelen, in het bijzonder de   maatregelen die gericht zijn op het bevorderen van alternatieve werkgelegenheid en   alternatieve teelten en de openstelling van de markt daarvoor, en op de specifieke   controlemechanismen die tot doel hebben daarmee samenhangende misdrijven, zoals   het witwassen van geld en wapenhandel, in te dammen en geleidelijk aan te beperken;

     h)  te garanderen dat de zogeheten democratische clausule en andere clausules van sociale  aard worden opgenomen in de toekomstige associatieovereenkomst (in relatie met de   in de IAO-overeenkomsten bepaalde arbeidsrechten, met bijzondere verwijzing naar   nr. 169 over inheemse volkeren en stammen in onafhankelijke landen, het bevorderen   van waardige arbeidsomstandigheden, non-discriminatie en gelijkheid van mannen en   vrouwen op het werk, en de bestrijding van kinderarbeid), alsmede milieuclausules,   uitdrukkelijk te verwijzen naar de concrete mechanismen die de toepasbaarheid ervan   garanderen en in het bijzonder te waarborgen dat de stelsels van algemene   tariefpreferenties SPG[4] en SPG+, die aansporingsmaatregelen op het gebied van   werkgelegenheid en milieu bevatten, worden voortgezet en verbeterd, waarbij met   name dient te worden bepaald dat de Commissie jaarlijks een follow-upverslag terzake   moet voorleggen aan het Europees Parlement;

i)    in de onderhandelingsrichtsnoeren voldoende rekening te houden met de specifieke kenmerken van het Andesgebied wat betreft de in de nieuwe overeenkomst op te nemen bepalingen inzake ontwikkelingssamenwerking die gericht zijn op het verwezenlijken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, en er dan ook van uit te gaan dat de vorming van menselijk kapitaal van prioritair belang is om de armoede in de regio te overwinnen, en derhalve bijzondere aandacht te besteden aan onderwijs, onderzoek, wetenschap en technologie, alsmede aan cultuur, waarbij bovendien de uitwisselingen tussen deze domeinen en de bescherming van de volksgezondheid, de ecosystemen en de biodiversiteit dienen te worden bevorderd;

j)   aan te dringen op de noodzaak de coherentie van het gevoerde ontwikkelingsbeleid te garanderen, conform het beginsel dat is vastgelegd in artikel 178 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie bijeen, betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: De Europese consensus[5], en de conclusies van de Raad inzake de integratie van ontwikkelingskwesties in de besluitvorming[6];

     k) te beklemtonen dat de onderhandelingsrichtsnoeren ten volle rekening moeten houden     met de hoofddoelstelling armoede, ongelijkheid, sociale uitsluiting en alle vormen van   discriminatie, in het bijzonder discriminatie op grond van geslacht en etnische   afkomst, uit te roeien, dat moet worden voorzien in een algemene, geïntegreerde   ontwikkelingsstrategie en beleidsmaatregelen die gelijke kansen en betere levens- en   arbeidsomstandigheden garanderen voor iedereen, wat de erkenning van de   economische en culturele rechten van de inheemse volkeren impliceert, en dat   voorrang moet worden gegeven aan een verbetering van de toegang tot onderwijs en   gezondheidszorg;

     l)   de interne mechanismen en gemeenschappelijke maatregelen in het kader van de           associatie te versterken, zodat het potentieel van de ontwikkelingsstrategieën ten volle   kan worden benut, waarbij projecten voor gezamenlijke ontwikkeling, in het bijzonder   met in de EU verblijvende immigranten, dienen te worden aangemoedigd;

     m) erop te wijzen dat buitenlandse investeringen van essentieel belang zijn voor de  economische ontwikkeling van beide regio's en te onderstrepen dat van Europese   ondernemingen die in de CAN investeren wordt verwacht dat zij daar de arbeids- en   investeringsnormen toepassen die ook in de EU gelden, en dat de rechtszekerheid van   de investeerders moet worden gewaarborgd op grond van het internationale   privaatrecht en met volledige eerbiediging van het beginsel van nationale   soevereiniteit over de natuurlijke hulpbronnen;

     n)  in de toekomstige overeenkomst wat migratie betreft bepalingen op te nemen die erop  gericht zijn de grondrechten en de arbeids- en burgerrechten van legale migranten, in   het bijzonder op het gebied van sociale zekerheid, te versterken, waar de migranten   zich ook bevinden, en mechanismen op te zetten om geldovermakingen   gemakkelijker, goedkoper en transparanter te maken, waarbij terzelfder tijd de   oorzaken van migratie dienen te worden aangepakt;

     o)  de ondersteuning van de regionale integratie van het Andesgebied – in het bijzonder      de integratie van de fysieke infrastructuur en de infrastructuur op het gebied van   transport, communicatie en energie – op te nemen in de doelstellingen van het   volgende mandaat van de Europese Investeringsbank voor haar activiteiten in Latijns-  Amerika en Azië, zodat de acties van deze instelling de nieuwe overeenkomst op   doeltreffende wijze aanvullen;

     p)  in de onderhandelingsrichtsnoeren te voorzien in versterking van de steun van de EU     aan de integratie van de Andeslanden, alsmede aan de hervorming en consolidatie van   hun wetgevingskader en instellingen, zodat deze doelmatiger, representatiever en   legitiemer worden, in het bijzonder wat betreft het wegnemen van de belemmeringen   die thans bestaan op het gebied van de handel, het vrije verkeer van personen, de   gemeenschappelijke beleidsstrategieën en de harmonisatie van wetgevingen, waarbij   tevens dient te worden gerefereerd aan de Europese ervaring op het gebied van   structurele, regionale en cohesiefondsen;

     q)  in de onderhandelingsrichtsnoeren te bepalen dat de studie over de sociale en   milieueffecten aan het begin van de onderhandelingen dient te worden gepresenteerd,   en als referentiedocument dient te worden opgenomen in de onderhandelingsagenda;

     r)   een uitgebreide en evenwichtige associatieovereenkomst met de CAN te sluiten op       basis van drie pijlers: een politiek en institutioneel hoofdstuk ter versterking van de   democratische dialoog en de politieke samenwerking, een samenwerkingshoofdstuk   ter bevordering van duurzame economische en sociale ontwikkeling, en een   handelshoofdstuk waarin ten volle rekening wordt gehouden met de specifieke   ontwikkelingsdoelstellingen van de CAN-landen;

     s)  in de onderhandelingsrichtsnoeren te voorzien in de geleidelijke en wederzijdse  liberalisering van het handelsverkeer onder gunstige mededingingsvoorwaarden, zodat   de toekomstige overeenkomst de onevenwichtigheden die bestaan tussen de EU en de   CAN, alsmede tussen de lidstaten van de CAN, beperkt; derhalve te voorzien in een   speciale, gedifferentieerde en flexibele aanpak wat de vaststelling van termijnen   betreft, afhankelijk van de verbintenissen ten aanzien van de regionale integratie en de   verbetering van het concurrentievermogen van de Andeslanden; de omvorming van de   productie en de versterking van het concurrentievermogen van de economieën van de   Andeslanden dienen resoluut te worden gesteund via instrumenten voor   ontwikkelingssamenwerking en technologieoverdracht, de opneming van criteria met   een nationale inhoud in de regels van oorsprong en het opzetten van programma's voor   samenwerking en technische bijstand, waarbij terzelfder tijd een stabiele juridische   context dient te worden bevorderd die de zekerheid van de investeringen en de   economische en handelsbetrekkingen tussen de partijen garandeert, en het   concurrentievermogen en de vrije markt dienen te worden gewaarborgd via een   liberaliseringbeleid dat strookt met de doelstellingen van de toekomstige   associatieovereenkomst;

     t)   de onderhandelingen over een vrijhandelszone EU-CAN te beschouwen als zijnde van  wezenlijk belang voor de versterking van de rol van de EU als handels- en   investeringspartner van Latijns-Amerika en voor de versterking van de   intercontinentale integratie, en te erkennen dat deze onderhandelingen dringend   moeten worden afgerond in een context die wordt gekenmerkt door de uitbreiding van   de bilaterale handelsovereenkomsten van de Verenigde Staten en het door de   Verenigde Staten geïnitieerde voorstel voor een vrijhandelszone van de Amerika's;

     u)  in aanmerking te nemen dat de sluiting van een associatieovereenkomst met de CAN    met het oog op de totstandbrenging van een vrijhandelszone een prioritaire   strategische doelstelling is van de externe betrekkingen van de EU in een   internationale context die wordt gekenmerkt door steeds grotere onderlinge   afhankelijkheid, economische groei, de opkomst van nieuwe economische machten en   een reeks van mondiale uitdagingen die de nationale grenzen overschrijden, met   betrekking tot o.a. veiligheid, mondiale economische governance, milieu en   armoedebestrijding;

     v)  zich te committeren aan de totstandbrenging van een vrijhandelszone, met volledige       eerbiediging van het nieuwe WTO-transparantiemechanisme en de uit de WTO   voortvloeiende rechten en verplichtingen, met name artikel XXIV van de GATT en   artikel V van de GATS (Algemene Overeenkomst over handel in diensten), zodat   wordt bijgedragen aan de versterking van het multilaterale handelsstelsel;

     w) in de onderhandelingsrichtsnoeren de sluiting van de toekomstige overeenkomst EU-     CAN noch expliciet noch impliciet afhankelijk te stellen van de voorafgaande   afronding van de WTO-onderhandelingen, zonder daarom uit te sluiten dat de   resultaten van het werkprogramma van Doha die verenigbaar zijn met de uiteindelijke   doelstelling tussen de EU en de CAN een associatie tot stand te brengen, te zijner tijd   in de overeenkomst worden opgenomen, dit als duidelijke en resolute steunbetuiging   aan het regionale integratieproces in het Andesgebied;

     x)  te onderhandelen over de sluiting van één enkele, ondeelbare handelsovereenkomst die  verder gaat dan de huidige en toekomstige WTO-verplichtingen van de   onderhandelende partijen, en in het kader waarvan, na een overgangsperiode waarin de   WTO‑criteria in acht worden genomen, een vrijhandelszone tot stand wordt gebracht   die, zonder een sector uit te sluiten, met zo weinig mogelijk restricties rekening houdt   met de ontwikkelingsdimensie en het specifieke, gevoelige karakter van bepaalde   producten;

     y)  specifieke aandacht te schenken aan de gezamenlijke evaluatie EU-CAN van de           regionale integratie van de CAN op economisch gebied, waarbij een aantal   belangrijke, concrete conclusies moeten worden getrokken uit operationeel oogpunt,   met het oog op de versterking, de ontwikkeling en de voltooiing van de douane-unie   en de gemeenschappelijke interne markt van de CAN, die beide van wezenlijk belang   zijn voor de onderhandelingen over en de totstandbrenging van een effectieve   vrijhandelszone tussen de twee regio's;

     z)  als een belangrijke stap voor een vruchtbaar verloop van de onderhandelingen,  bijzondere aandacht te schenken aan de door de CAN geplande initiatieven met het   oog op een verdieping van de regionale economische integratie, met name de   initiatieven met betrekking tot de douanetarieven die worden toegepast op uit de EU   afkomstige producten en de vereenvoudiging en harmonisatie van de douanestelsels,   alsmede op het gebied van diensten en grensoverschrijdend wegvervoer;

     aa) nieuwe, significante mogelijkheden te bieden voor markttoegang in de landbouw, een    cruciale sector voor de ontwikkeling van de CAN, maar daarbij te stellen dat de mate   van flexibiliteit van de Europese Unie ten aanzien van de landbouwsector ook   afhankelijk is van de vooruitgang die wordt geboekt in andere sectoren, zoals de   toegang tot de markt voor niet-landbouwproducten en diensten, en van de evolutie van   andere landbouwvraagstukken dan de markttoegang;

     ab) rekening te houden met het belang van het waarborgen van de universele toegang tot     essentiële diensten en het recht op een nationale regelgeving, en derhalve behoedzaam   te zijn bij de onderhandelingen over de liberalisatie van de handel in diensten   overeenkomstig artikel V van de GATS, teneinde te komen tot werkelijke   verbeteringen ten aanzien van de tot dusver overeengekomen en toegepaste   liberalisatieverplichtingen en de noodzaak een duidelijk en voorspelbaar   regelgevingskader te creëren; zich ervan te onthouden aanbiedingen te doen of   verzoeken te accepteren op het gebied van volksgezondheid en onderwijs;

     ac) de Commissie te verzoeken, aangezien de mechanismen voor de regeling van    geschillen die zijn opgenomen in soortgelijke, reeds door de Gemeenschap met derde   landen gesloten handelsovereenkomsten niet werkelijk worden aangewend,   voorstellen te doen voor de ontwikkeling van een doeltreffender instrument voor de   regeling van geschillen, die de besluitvorming inzake geschillen die kunnen ontstaan   op alle onder de vrijhandelszone vallende terreinen vergemakkelijken;

     ad) zorgvuldig te onderzoeken of het niet noodzakelijk is dat zowel de Europese Unie als    Latijns-Amerika principieel streven naar een mogelijke convergentie van de diverse   overeenkomsten die van kracht zijn of waarover tussen beide regio's wordt   onderhandeld, teneinde op die manier te voorkomen dat de steeds grotere overlapping   van de talrijke bilaterale, regionale en multilaterale liberalisatieverplichtingen en -  regels in Latijns-Amerika leidt tot ongewilde belemmeringen voor de handels- en   investeringsstromen;

     ae) in de onderhandelingsrichtsnoeren te voorzien in het bevorderen van een systeem dat    de oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen stimuleert, aangezien deze   ondernemingen van essentieel belang zijn voor de economische ontwikkeling, het   scheppen van werkgelegenheid en het maatschappelijk welzijn; de ontwikkeling van   kleine en middelgrote ondernemingen in aanmerking te nemen als een middel om de   werkloosheid te bestrijden, waarbij deze ondernemingen kredietfaciliteiten dienen te   worden verleend en programma's moeten worden ontwikkeld voor steunverlening aan   bedrijven op het gebied van innovatie;

     af) de Commissie te verzoeken het Parlement, zo nodig op basis van vertrouwelijkheid,      volledig op de hoogte te houden van de voorgestelde en de uiteindelijk goedgekeurde   onderhandelingsrichtsnoeren;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en - ter informatie - aan de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie.

  • [1]  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 569.
  • [2]  PB C 103 E van 29.4.2004, blz. 543.
  • [3]  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0155.
  • [4]  Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties.
  • [5]  PB C 46 van 24.02.2006, blz. 1.
  • [6]  Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 16 en 17 oktober 2006, document nr. 13735/06.

TOELICHTING

1. Ter gelegenheid van de IVe topconferentie EU-LAC die in Wenen werd gehouden, is groen licht gegeven voor de onderhandelingen met het oog op de ondertekening van een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Andesgemeenschap. Er bestaat geen twijfel over dat het vooruitzicht zelf op de onderhandelingen die tot genoemd akkoord moeten leiden, alsmede de nieuwe machtsverhoudingen die in de regio zijn ontstaan als gevolg van de verkiezing van Alan García tot president van Peru, Evo Morales als president van Bolivia en de herverkiezing van president Uribe in Colombia, zonder uit het oog te verliezen dat Chili toenadering tot de Andesgemeenschap heeft gezocht – waarmee de Chileense president mevrouw Bachelet thans doende is – bijdragen aan de versterking van de Andesgemeenschap en zo tevens aan het integratieproces in Latijns-Amerika, ongeacht de vraag welke kant dit proces uiteindelijk zal opgaan. Dit alles staat nog los van de groeiende en controversiële rol die Venezuela onder leiding van haar president Chavez, wiens herverkiezing de Andesgemeenschap alleen maar tot stimulans zal dienen, op het internationale toneel speelt. In feite is de Andesgemeenschap op dit moment het enige politieke, economische en institutionele mechanisme dat een gedegen structuur kan brengen in een regio die zo onrustig is als het Andesgebied, en dat als democratisch tegenwicht kan dienen aan de autoritaristische neigingen die in dat gebied altijd latent aanwezig zijn, en deze regio aldus in dit tijdperk van mondialisering een politieke, economische en commerciële plaats kan laten innemen.

2. Zoals het Europees Parlement herhaaldelijk heeft aangegeven sinds de IIe topconferentie LAC-EU die op 17 en 18 mei 2002 in Madrid werd gehouden, kunnen de belangen van zowel een uitgebreide Europese Unie als van de Andesgemeenschap zelf op geen enkele wijze beter gecombineerd worden dan door ondertekening van een veelomvattende associatieovereenkomst op politiek, commercieel en ontwikkelingsgebied die ten minste een aantal zeer concrete specifieke kenmerken moet bezitten.

3. Op politiek gebied dient deze overeenkomst de grondslagen te leggen voor een doeltreffende politieke en veiligheidsassociatie tussen Europa en de Andeslanden, die gebaseerd is op een aantal instrumenten, waaronder eventueel de volgende:

§ ondertekening en toepassing van een handvest voor vrede en veiligheid tussen Europa en de Andeslanden, dat zowel politiek als juridisch bindend is;

§ het opstarten van een algemene politieke dialoog aan de hand van een politieke agenda die gevoelige en actuele thema’s centraal stelt, zoals sociale cohesie, verlenen van steun aan de governance, terugdringen van de armoede, menselijke uitwisselingen, terrorismebestrijding, conflictpreventie, gecoördineerde acties binnen de Verenigde Naties en in het bijzonder de Veiligheidsraad, en zowel militaire als civiele operaties op het gebied van crisisbeheer;

§ het instellen van een dialoog die speciaal gewijd is aan de sociale cohesie;

§ aanzienlijke verbetering van de aanwezigheid en de zichtbaarheid van de Europese Unie in de regio, door middel van het regelmatig afleggen van bezoeken door de hoge vertegenwoordiger/toekomstige minister van externe zaken van de EU, en door de Voorzitter van de Europese Commissie, het bevoegde Commissielid en de Voorzitter van het Europees Parlement;

§ het opstellen van gezamenlijke initiatieven en noodplannen om crisissituaties in de verschillende landen de baas te worden, teneinde te voorkomen dat explosieve situaties ontstaan of zo nodig werken aan een vreedzame oplossing en trachten via onderhandelingen tot een oplossing te komen; het gezamenlijk oprichten van een Europees-Latijns-Amerikaans centrum voor conflictpreventie dat in de Andesregio zal zijn gevestigd.

4. De kwaliteit van de democratie, de crisis in bestuurbaarheid en de politieke instabiliteit zijn wezenlijke uitdagingen die de EU in haar acties dient op te pakken, en dan met name door middel van de associatieovereenkomst. De armoede- en ongelijkheidcijfers voor deze landen blijven gelijk aan die van de jaren negentig. De armoede en ongelijkheid die in het Andesgebied heersen en nog worden verergerd door de crisis in bestuurbaarheid die deze regio heeft doorgemaakt, vormen duidelijk een bedreiging voor de consolidering van de democratie. Hoewel er door middel van vrije verkiezingen democratische regimes zijn gekomen, vormen de lage opkomstcijfers, het weinige vertrouwen dat men heeft in overheidsinstanties en politieke partijen, alsmede de heersende corruptie en straffeloosheid, de geringe invloed die burgers en de burgermaatschappij op het politieke en sociale leven van het grootste deel van het land hebben en de neiging tot de sociale en territoriale fragmentatie die in bepaalde landen valt waar te nemen, en tenslotte de hardnekkige discriminatie en uitsluiting om etnische redenen of om wat voor reden dan ook, geen reden om een positieve balans van de situatie op te maken.

5. De integratie van de economieën van de Andeslanden in de internationale handel wordt belemmerd door obstakels op het niveau van schaalgrootte of complementariteit, alsmede door de geringe mate van integratie van de regionale markt. De Andeslanden, met name bepaalde regio’s en productiesectoren, zijn niet in staat de kansen te grijpen die het opengaan van de handel en de aantrekkelijkheid van het doen van investeringen hun biedt. Overigens zijn zij evenmin in staat de nadelige gevolgen die hieruit voortvloeien, te bestrijden. Daarom kan de regionale integratie als een essentiële voorwaarde worden beschouwd voor een betere internationale integratie, of zelfs al een conditio sine qua non in het licht van de ondertekening van de toekomstige associatieovereenkomst met de Europese Unie, maar ook van de vrijhandelsverdragen die door enkele landen van de regio met de Verenigde Staten zijn gesloten.

6. Een van de uitdagingen die de toekomstige overeenkomst in het vooruitzicht stelt is het geleidelijk toegankelijk maken van de Europese markten onder gunstige mededingingsvoorwaarden, waarbij ervoor gezorgd moet worden dat de bestaande onevenwichtigheden niet worden verergerd. Deze doelstelling vereist van de Europeanen een specifieke, gedifferentieerde en soepele aanpak, die kan worden gerealiseerd door het hanteren van overgangsperioden en het uitsluiten van gevoelige sectoren. Tevens zouden dan ook overigens soepele criteria moeten worden gehanteerd, die zijn aangepast aan de geboekte vooruitgang door de Andeslanden op het gebied van concurrentievermogen, dankzij steunmaatregelen van de Europese Unie zoals van technologieoverdracht, het opnemen van nationale inhoudelijke vereisten in de regels van oorsprong en het opzetten van programma's voor samenwerking en technische bijstand, welke op hun beurt weer kunnen worden gerealiseerd door het verlenen van duurzame steun aan de integratie van de Andesgemeenschap en haar vermogen om een gezamenlijke politiek te ontwikkelen.

7. Het handelsonderdeel van de nieuwe associatieovereenkomst dient als essentiële doelstelling te hebben het bevorderen van de sociale en economische ontwikkeling dankzij de bilaterale en preferentiële, geleidelijke en wederzijdse liberalisatie van de handel in alle soorten goederen en diensten tussen de beide regio’s, overeenkomstig de door de WTO vastgestelde normen. Wanneer de overeenkomst eenmaal in werking is getreden, is het van wezenlijk belang dat alle Andeslanden de faciliteiten van het nieuwe communautaire SPG+-stelsel behouden. De onderhandelingsrichtsnoeren dienen dus geen enkele uitdrukkelijke of impliciete verwijzing te bevatten die de sluiting van de nieuwe overeenkomst afhankelijk zou stellen van de voorafgaande afronding van de WTO-onderhandelingen. Deze overeenkomst dient overigens mutatis mutandis gelijk te zijn aan de overeenkomsten die zijn gesloten met Mexico en Chili, alsmede aan de overeenkomst waarover op dit moment wordt onderhandeld met de Mercosur, ook al moet wel rekening worden gehouden met de aanzienlijke onderlinge verschillen die tussen beide regio’s bestaan. Nu het om een biregionale overeenkomst gaat, zou deze bovendien moeten bijdragen aan een verdere en geconsolideerde integratie van de Andeslanden. Op strategisch niveau ondersteunt uw rapporteur uiteraard volledig het voorstel van het Parlement, in die zin dat de toekomstige overeenkomst EU-Andesgemeenschap (net zoals de reeds getekende of de zich in de afrondingsfase bevindende overeenkomsten met Mexico, Chili, de Mercosur of Midden-Amerika) uiteindelijk kan leiden tot de ondertekening van een globaal interregionaal akkoord dat de oprichting, uiterlijk in 2010, van een Europees-Latijns-Amerikaanse vrijhandelszone mogelijk zou kunnen maken die een tegenwicht zou vormen van de Amerikaanse vrijhandelszone.

8. Het is noodzakelijk erop toe te zien dat er een positieve samenhang blijft bestaan tussen enerzijds de vrije handel zoals die wordt beoogd in de associatieovereenkomst EU-Andesgemeenschap en anderzijds de doelstellingen van duurzame ontwikkeling en sociale cohesie waarop de acties van de EU in het Andesgebied zijn gericht. Hoewel het belangrijk is de onderlinge verschillen te erkennen door het hanteren van een specifieke en gedifferentieerde aanpak, overgangsperioden en afwijkingen en andere handelsinstrumenten, is het evenzeer van belang de geleidelijke aanpassing van het productieapparaat sterk aan te moedigen, alsmede het concurrentievermogen van de economieën van de Andeslanden, en wel door instrumenten op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking. Het is overigens noodzakelijk toe te zien op de naleving van de minimale normen inzake milieurechten en arbeidsrechten zoals deze in het huidige SPG+-stelsel zijn vastgelegd, en te garanderen dat dit systeem van aanmoediging en prikkeling, waarvan het nut reeds bewezen is, definitief in de associatieovereenkomst wordt opgenomen. Daarbij moet ervoor worden gezorgd dat er mechanismen worden ontwikkeld aan de hand waarvan de toepassing daarvan op doelmatige wijze kan worden gecontroleerd.

9. Tenslotte moet de nieuwe associatieovereenkomst niet alleen een hulpverlenende dimensie hebben, maar ook de samenwerking op het gebied van technologie, hoger onderwijs en innovatie een speciale plaats laten innemen, en de grondslagen leggen voor een kennismaatschappij van Europa en de Andeslanden, die kan bijdragen aan het leggen van de basis van een open en concurrerende economie, waardoor de maatschappijen van de Andeslanden eens en voor al uit hun eeuwenoude achterstand kunnen worden getrokken. In dat opzicht dienen de bepalingen van genoemde overeenkomst uiting te geven aan een door de EU te voeren nieuw en vrijgevig ontwikkelingsbeleid ten behoeve van de Andesgemeenschap, onder andere door:

§ haar markten open te stellen en over te gaan tot herziening van haar gemeenschappelijk landbouwbeleid en haar stelsel van communautaire subsidies;

§ het Fonds voor biregionale solidariteit op te richten;

§ de inheemse bevolking volledig en op doelmatige wijze te betrekken bij het politieke, economische en sociale leven van ieder land, waarbij de rechten van die inheemse bevolking, van welke rechten zij op dezelfde wijze gebruik moet kunnen maken als de rest van de burgers, dienen te worden gerespecteerd;

§ maatregelen en nieuwe programma’s te ontwikkelen op het gebied van onderwijs, cultuur, gezondheid en migratie die zowel vernieuwend als vrijgevig zijn;

§ de Andeslanden budgettaire middelen ter beschikking te stellen die overeenkomen met de daadwerkelijke behoeften van die landen;

§ door de actie van de Europese Investeringsbank in het Andesgebied te versterken via een nieuw mandaat dat het mogelijk zou moeten maken de middelen die bestemd zijn voor projecten van gemeenschappelijk belang te kanaliseren, welke projecten bovendien bijdragen aan het bevorderen van de integratie en de ontwikkeling, dankzij regionale infrastructuren in de transport- en energiesector, zowel in het Andesgebied als in de Zuid-Amerikaanse ruimte.

10. Tenslotte dienen op basis van de overeenkomst betreffende economische complementariteit die de Mercosur en de Andesgemeenschap op 16 december 2003 te Lima hebben ondertekend, beide partijen te werken aan het instellen van een solide Zuid-Amerikaanse ruimte en het creëren van een vrijhandelszone waardoor zij de mogelijkheid krijgen zowel in het kader van de toekomstige onderhandelingen over de Amerikaanse vrijhandelszone als in het kader van de betrekkingen tussen de beide subregio’s en Zuid-Amerika als geheel met de EU een fundamentele rol te spelen. Alleen de toekomst kan ons vertellen of deze onderneming op termijn al dan niet nader uitgewerkt moet worden met de gloednieuwe Zuid-Amerikaanse Gemeenschap via het convergentieproces van de Mercosur en de Andesgemeenschap. Maar in welke vorm dit uiteindelijk ook zal worden gegoten, vast staat dat zowel de Mercosur als de Andesgemeenschap aan de basis staan van iedere toekomstige reorganisatie van de politieke, economische en institutionele Zuid-Amerikaanse ruimte, alsmede aan die van welke eventuele vrijhandelszone dan ook binnen diezelfde ruimte. Daarom spreekt het voor zich dat versterking van de betrekkingen op alle niveaus met de Mercosur en de Andesgemeenschap, dankzij deze associatieovereenkomsten, absoluut noodzakelijk is voor een Europese Unie die, terecht, de wens heeft een mondiale rol te spelen. In dat opzicht dient de toekomstige overeenkomst EU-Andesgemeenschap als hoeksteen te fungeren van de betrekkingen tussen Europa en de Andeslanden, welke betrekkingen van essentieel belang zijn voor het welslagen van de strategische biregionale associatie waartoe is besloten tijdens de vier topconferenties EU-LAC die sedert 1999 zijn georganiseerd. Met het oog daarop zou de associatieovereenkomst EU-Andesgemeenschap waaraan thans wordt gewerkt, uiterlijk ter gelegenheid van de Ve topconferentie, die in mei 2008 te Lima zal worden gehouden, dienen te worden getekend.

ONTWERPAANBEVELING AAN DE RAAD (B6-0374/2006) (22.6.2006)

ingediend overeenkomstig artikel 114, lid 1 van het Reglement

door Luis Yañez-Barnuevo García

namens de PSE-Fractie

over de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

Het Europees Parlement,

–   gelet op paragraaf 31 van de Verklaring van Wenen, waarin wordt verwezen naar het op de IVe topconferentie EU-LAC genomen besluit van de Europese Unie en de Andesgemeenschap om in 2006 onderhandelingen aan te vatten met het oog op een associatieovereenkomst die onder meer een politieke dialoog, samenwerkingsprogramma's en een handelsovereenkomst omvat,

–   gelet op Titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

–   gelet op artikel 114, lid 1, juncto artikel 83 van zijn Reglement,

A. overwegende dat de Andesgemeenschap en de EU in Wenen hebben besloten om vóór 20 juli a.s. alle vergaderingen te houden die nodig zijn om de grondslagen voor de onderhandelingen te verduidelijken en vast te stellen, zodat beide partijen ten volle en op bevredigende wijze aan de toekomstige associatieovereenkomst kunnen deelnemen,

B.  overwegende dat respect voor de democratie en de rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten van elk individu, met inbegrip van de fundamentele rechten en vrijheden van inheemse volkeren, alsmede de bescherming van diegenen die de mensenrechten verdedigen en het beëindigen van straffeloosheid, basisvoorwaarden moeten zijn voor de samenwerking tussen beide partijen,

1.  beveelt de Raad het volgende aan:

     a)  in het onderhandelingsmandaat uitdrukkelijk de rechtsgrond op te nemen waarop de nieuwe associatieovereenkomst moet worden gebaseerd, namelijk artikel 310 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, in combinatie met de eerste zin van artikel 300, lid 2, tweede alinea en met artikel 300, lid 3, tweede alinea van hetzelfde verdrag;

     b)  in de onderhandelingsrichtsnoeren duidelijke signalen op te nemen dat de Unie de Andespartners steunt in hun inspanningen om de crisis naar aanleiding van de uittreding van Venezuela te boven te komen, door te kiezen voor een overeenkomst tussen regionale blokken, zonder echter een gedifferentieerde aanpak, die gezien de ontwikkeling van het interne integratieproces binnen de Andesgemeenschap nodig kan zijn, uit te sluiten;

     c)  in de onderhandelingsrichtsnoeren de centrale thema's voor de agenda en de politieke dialoog af te bakenen, met inbegrip van de bijstelling van doelstellingen en strategieën op gebieden zoals democratische bestuurbaarheid, handhaving van vrede en veiligheid en conflictbeheersing, de vaststelling van nieuwe doelstellingen zoals het terugdringen van de armoede, steun voor sociale cohesie, migratie en verkeer van personen, en het opzetten van nieuwe acties op gebieden zoals de vaststelling van gezamenlijke standpunten in internationale fora en binnen de Verenigde Naties, onder meer over mensenrechten;

     d)  in het onderhandelingsmandaat met name gewag te maken van de consensus tussen de EU en de Andesgemeenschap over de gedeelde verantwoordelijkheid voor de strijd tegen de drugshandel en de sociale en economische gevolgen van de terzake voorgestelde maatregelen, met name ten aanzien van de markttoegang voor alternatieve teelten en specifieke controlemechanismen om misdrijven in verband met het witwassen van geld en wapenhandel geleidelijk in te perken;

     e)  in de onderhandelingsrichtsnoeren te voorzien in de geleidelijke toegang van Andesproducten tot de Europese markten onder gunstige mededingingsvoorwaarden, om te voorkomen dat de toekomstige overeenkomst de bestaande onevenwichten verergert; in de richtsnoeren derhalve te voorzien in een specifieke, gedifferentieerde en flexibele aanpak binnen overeengekomen termijnen, rekening houdend met de vooruitgang in het regionale integratieproces en de verbetering van het concurrentievermogen van de Andeslanden, onder meer door steunmaatregelen van de Unie, zoals technologieoverdracht, het opnemen van nationale inhoudelijke vereisten in de regels van oorsprong en het opzetten van programma's voor samenwerking en technische bijstand, en door tegelijkertijd een juridisch kader te creëren dat de veiligheid van de investeringen en de stabiliteit van de economische en handelsbetrekkingen tussen de partijen verzekert;

     f)   in de onderhandelingsrichtsnoeren geen enkele uitdrukkelijke of impliciete verwijzing op te nemen die de sluiting van de toekomstige overeenkomst EU-Andesgemeenschap afhankelijk stelt van de voorafgaande afronding van de WTO-onderhandelingen, zonder daarom uit te sluiten dat de resultaten van het werkprogramma van Doha die verenigbaar zijn met de uiteindelijke doelstelling van de associatie tussen de EU en de Andesgemeenschap te zijner tijd in de overeenkomst worden opgenomen, dit als duidelijke en tastbare steunbetuiging aan het regionale integratieproces in de Andes;

     g)  in de bepalingen betreffende ontwikkelingssamenwerking van de nieuwe overeenkomst rekening te houden met de specifieke kenmerken van de Andesregio en ervan uit te gaan dat de vorming van menslijk kapitaal van doorslaggevend belang is om de armoede in de regio te overwinnen, en derhalve bijzondere aandacht te besteden aan onderwijs, onderzoek, wetenschap, technologie en cultuur;

     h)  te vragen dat de Commissie het Parlement, zo nodig op basis van vertrouwelijkheid, in kennis stelt van haar aanbevelingen met betrekking tot het onderhandelingsmandaat;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en - ter informatie - aan de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie.

ADVIES van de Commissie internationale handel (20.12.2006)

aan de Commissie buitenlandse zaken

inzake de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
(2006/2221(INI))

Rapporteur voor advies: Małgorzata Handzlik

SUGGESTIES

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

A. overwegende dat de sluiting van een Associatieovereenkomst EU-Andesgemeenschap een belangrijke stap voorwaarts zou zijn in de richting van de totstandkoming op middellange termijn van de Europees-Latijns-Amerikaanse globale interregionale associatiezone als door het Parlement voorgesteld in zijn resolutie van 27 april 2006[1],

B.  overwegende dat door de sluiting en de succesvolle tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomsten tussen de EU en Mexico, en tussen de EU en Chili, de aandacht wordt gevestigd op het strategische belang en de economische, politieke en sociale betekenis van biregionale betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika op basis van associatieovereenkomsten die mede vrijhandelszones omvatten,

C. overwegende dat, in tegenstelling tot de bilateraal gesloten overeenkomsten tussen de VS en de landen van de Andesgemeenschap, de EU en de Andesgemeenschap van plan zijn een globale strategische associatie tot stand te brengen die verder gaat dan alleen de commerciële aspecten en ook verstrekkende samenwerking en politieke dialoog omvat,

D. overwegende dat de succesvolle sluiting van de Associatieovereenkomst EU‑Andesgemeenschap moet bijdragen tot economische groei en armoedebestrijding, met het oog op de verwezenlijking van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen, en dan vooral die betreffende armoedebestrijding, eerlijke en rechtvaardige herverdeling van rijkdom, het creëren van stabiele werkgelegenheid op basis van kwalitatief hoogstaande arbeidsplaatsen, en de sociale integratie van uitgesloten groepen,

E.  overwegende dat de Europese Unie en de Andesgemeenschap in het kader van de Associatie en binnen het bredere kader van de mondiale governance overeenstemming moeten bereiken over de bevordering van internationale en multilaterale normen op het gebied van commerciële, maatschappelijke en milieuvraagstukken,

F.  overwegende dat landen van de Andesgemeenschap sinds 1971 begunstigde landen zijn in het kader van het Stelsel van Algemene Preferenties (SAP) voor landen met lage inkomens, en ook profiteren van SAP-plus, dat voorziet in aanvullende preferentiële toegang voor in totaal ongeveer 7200 producten,

G. overwegende dat een vrijhandelszone EU-Andesgemeenschap een belangrijke bijdrage zou leveren aan consolidering van de Andesgemeenschap als een gemeenschappelijke markt, douane-unie en globaal integratieproces,

H. overwegende dat een vrijhandelszone op zich niet voldoende zal zijn om economische groei te genereren, tenzij deze vergezeld gaat van flankerend economisch beleid waardoor het mogelijk is om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden die zich voordoen en de potentiële risico's te verminderen,

I.   overwegende dat de EU verreweg de grootste ontwikkelingshulpdonor voor de Andesgemeenschap is en tevens de enige die een samenwerkingsstrategie heeft vastgesteld die is toegespitst op de versterking van regionale integratie,

J.   overwegende dat nauwe en constructieve samenwerking tussen alle EU-instellingen nodig is om bij de onderhandelingen met de Andesgemeenschap bevredigende resultaten tot stand te brengen,

K. overwegende dat het een welkome ontwikkeling is dat de EU en de Andesgemeenschap besloten hebben het nodige interne overleg van start te doen gaan en de noodzakelijke maatregelen te nemen voor het begin van onderhandelingen over een Associatieovereenkomst, met inbegrip van een handelsovereenkomst, op basis van de gemeenschappelijke strategische doelstellingen van de Verklaring van Guadalajara en met inachtneming van de resultaten van de gezamenlijk met de Andesgemeenschap uitgevoerde evaluatie met betrekking tot regionale economische integratie,

Doet de Raad de navolgende aanbevelingen met betrekking tot de richtsnoeren voor de onderhandelingen, in het kader van de beoogde Associatieovereenkomst, over een Vrijhandelszone tussen de Europese Gemeenschap en de landen van de Andesgemeenschap

Ten aanzien van de onderhandelingen over een vrijhandelszone met de Andesgemeenschap

1.  de onderhandelingen over een vrijhandelszone EU-Andesgemeenschap te beschouwen als zijnde van wezenlijk belang voor de versterking van de rol van de Europese Unie als handels- en investeringspartner van Latijns-Amerika, en voor de versterking van de intercontinentale integratie, die dringend moeten worden afgerond in een kader dat wordt gekenmerkt door de uitbreiding van de bilaterale handelsovereenkomsten van de Verenigde Staten, en het door de Verenigde Staten geïnitieerde voorstel voor een vrijhandelszone van de Amerika's;

2.  in aanmerking te nemen dat de sluiting van een Associatieovereenkomst met de Andesgemeenschap, en de instelling van een vrijhandelszone, een prioritaire strategische doelstelling is voor de externe betrekkingen van de EU in een internationaal kader dat wordt gekenmerkt door steeds grotere interdependentie, economische groei, de opkomst van nieuwe economische mogendheden, en een reeks van globale uitdagingen die nationale grenzen overschrijden, zoals veiligheid, mondiale economische governance, milieu en armoedebestrijding;

3.  een alomvattende en evenwichtige Associatieovereenkomst met de Andesgemeenschap te sluiten op basis van drie pijlers: een politiek en institutioneel hoofdstuk ter versterking van democratische dialoog en politieke samenwerking, een samenwerkingshoofdstuk ter bevordering van duurzame economische en sociale ontwikkeling, en een handelshoofdstuk waarin ten volle rekening wordt gehouden met de specifieke ontwikkelingsdoelstellingen van de landen van de Andesgemeenschap;

4.  zich aan te sluiten bij het verzoek van het Parlement aan de Commissie om zo spoedig mogelijk een begin te maken met een duurzaamheidseffectbeoordeling voor handel, als eerste stap in de onderhandelingen over een handelsovereenkomst, en erop aan te dringen dat de Commissie het Parlement op de hoogte stelt van het tijdschema en de in dit verband genomen initiatieven;

Beginselen, toepassingsgebied en verband met de WTO

5.  erop aan te dringen dat zowel de Raad als de Commissie waarborgen bieden voor een onderhandelingsproces dat alomvattend, doeltreffend en transparant is en in het kader waarvan van meet af aan kan worden gerekend op een zo breed mogelijke deelneming van belanghebbende partijen, met name de sociale partners en de civiele samenleving in alle betrokken landen;

6.  zich te committeren aan de totstandkoming van een vrijhandelszone die in volledige overeenstemming is met het nieuwe WTO-transparantiemechanisme en de rechten en verplichtingen zoals die voortvloeien uit de WTO, en dan met name Artikel XXIV van de GATT en Artikel V van de GATS, zodat wordt bijgedragen tot versterking van het multilaterale handelsstelsel;

7.  te onderhandelen over één enkele en ondeelbare handelsovereenkomst die verder gaat dan de huidige en toekomstige WTO-verplichtingen van de onderhandelende partijen en in het kader waarvan gedurende een overgangsperiode die in overeenstemming is met de WTO‑vereisten een vrijhandelszone tot stand wordt gebracht die, zonder dat enige sector wordt uitgesloten, met zo gering mogelijke restricties is afgestemd op de ontwikkelingsdimensie en het specifieke gevoelige karakter van bepaalde producten;

Bijzondere en aan de omstandigheden aangepaste behandeling

8.  de beginselen "asymmetrie in de ontwikkelingsniveaus", "bijzondere en aan de omstandigheden aangepaste behandeling" en "minder dan volledige wederkerigheid" daadwerkelijk te erkennen en derhalve te verzekeren dat in het kader van de overeen te komen vrijhandelszone de concessies worden afgewogen op basis van de ontwikkelingsniveaus en het sectorale concurrentievermogen van de twee regio's;

Clausule mensenrechten en democratie

9.  de standaardclausule op te nemen betreffende inachtneming van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidering van democratie en rechtsstaat en naleving van mensenrechten, fundamentele vrijheden en fundamentele internationale arbeidsnormen;

SAP

10. in aanmerking te nemen dat het Stelsel van Algemene Preferenties (SAP), met inbegrip van SAP-plus, een autonome EU-regeling is waarvan de landen van de Andesgemeenschap met inachtneming van hun ontwikkelingsniveaus profiteren, en dat de vrijhandelszone EU-Andesgemeenschap derhalve moet voorzien in de handhaving van dergelijke preferenties zonder dat landen van de Andesgemeenschap verplicht worden om wederkerigheid toe te kennen ten aanzien van tariefverlagingen;

Economische regionale integratie Andesgemeenschap

11. specifieke aandacht te schenken aan de gezamenlijk evaluatie EU-Andesgemeenschap betreffende de regionale economische integratie van de Andesgemeenschap, in het kader waarvan een aantal belangrijke concrete beleidsconclusies moeten worden getrokken met het oog op de versterking, de ontwikkeling en de voltooiing van de douane-unie en de gemeenschappelijke interne markt van de Andesgemeenschap, die beide van wezenlijk belang zijn voor de onderhandelingen over en de voltooiing van een daadwerkelijke vrijhandelszone tussen de twee regio's;

12. in het bijzonder, als een zeer belangrijke stap met het oog op het succesvolle verloop van de onderhandelingen, aandacht te schenken aan de door de Andesgemeenschap geplande initiatieven met het oog op verdieping van de regionale economische integratie, met name die met betrekking tot de tarieven die worden toegepast op producten die afkomstig zijn uit de EU, de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneregelingen, alsmede op het gebied van diensten en grensoverschrijdend wegvervoer;

Landbouw

13. te benadrukken dat de Europese Unie in het kader van de hervorming van het GLB 2003 haar handelsverstorende nationale subsidies reeds aanzienlijk heeft verlaagd, en dat de Europese Unie in het kader van de Doha-ronde heeft aangeboden om haar programma van exportrestituties voor 2013 ongedaan te maken;

14. zinvolle, nieuwe mogelijkheden te bieden voor markttoegang op het gebied van landbouw, een cruciale sector voor de ontwikkeling van de Andesgemeenschap, maar daarbij in aanmerking te nemen dat de mate van flexibiliteit van de Europese Unie met betrekking tot de landbouw ook moet afhangen van de vooruitgang die wordt geboekt in andere sectoren, zoals de toegang tot de markt voor niet-landbouwproducten (NAMA) en diensten, alsmede met betrekking tot andere landbouwvraagstukken dan markttoegang;

NAMA

15. waarborgen te bieden voor verstrekkende en evenwichtige resultaten van de NAMA-onderhandelingen teneinde nieuwe en reële mogelijkheden te bieden voor markttoegang over het gehele handelsspectrum, mits sprake is van een adequate mate van flexibiliteit met betrekking tot het tijdschema voor de afschaffing van tarieven door de Andesgemeenschap;

Diensten

16. rekening te houden met het belang van het waarborgen van de universele toegang tot essentiële diensten en van nationale reguleringsrechten, en derhalve terughoudend op te treden bij onderhandelingen over de liberalisatie van de handel in diensten overeenkomstig Artikel V van de GATS teneinde te komen tot werkelijke verbeteringen met betrekking tot de tot dusver overeengekomen en toegepaste liberalisatieverplichtingen en de noodzaak van een duidelijk en voorspelbaar regelgevingskader; zich te onthouden van het doen van aanbiedingen of het inwilligen van verzoeken op het gebied van volksgezondheid en onderwijs;

Investeringen

17. te verzekeren dat de nieuwe door de EU met derde landen en regio's, met inbegrip van de Andesgemeenschap, overeen te komen vrijhandelszones overeenkomstig het EG-Verdrag en de verklaring van de Europese Raad over richtsnoeren voor duurzame ontwikkeling een clausule betreffende het niet naar beneden aanpassen van normen bevat die tegengaat en verhindert dat rechtstreekse buitenlandse investeringen leiden tot een neerwaartse aanpassing van de binnenlandse wetgeving, normen en standaarden op milieu-, arbeids- of gezondheids- en veiligheidsgebied;

Regels van oorsprong

18. te verzekeren dat de met de Andesgemeenschap overeen te komen regels van oorsprong transparant en begrijpelijk en gemakkelijk toepasbaar zijn, aangepast aan het ontwikkelingsniveau en de industrialisatiegraad van de betrokken landen en gebaseerd op criteria die zijn toegesneden op de kenmerken van elk product;

Handelsbevordering en -regels

19. een hoofdstuk op te nemen dat tot doel heeft de handel te bevorderen door middel van de vereenvoudiging en stroomlijning van invoerprocedures en het wegnemen van verschillen met betrekking tot normalisering en overeenstemmingsbeoordeling en met betrekking tot sanitaire en fytosanitaire maatregelen die allemaal zouden bijdragen tot verbetering van de toegang van beide regio's tot hun respectieve markten;

Intellectuele eigendom

20. bepalingen op te nemen ter verzekering van een doeltreffende en adequate bescherming van intellectuele en commerciële eigendomsrechten, met inbegrip van de bescherming tegen namaak en piraterij, in overeenstemming met de WTO-overeenkomst betreffende handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendomsrechten (TRIPS+), met gelijktijdige inachtneming van het feit dat een eventuele TRIPS+-overeenkomst geen beletsel moet vormen voor de waarborgen op het gebied van volksgezondheid waarvoor WTO-leden overeenkomstig TRIPS de mogelijkheid wordt geboden, omdat dit een beperking zou inhouden van de toegang tot betaalbare geneesmiddelen in ontwikkelingslanden;

Overheidsaankopen

21. specifieke bepalingen betreffende overheidsaankopen op te nemen teneinde te zorgen voor een geleidelijke en doeltreffende toegang van beide regio 's tot hun respectieve markten voor overheidsaankopen in een omgeving die voor economische subjecten aanzienlijk meer voorspelbaarheid, betrouwbaarheid, transparantie en non-discriminatie biedt;

Regeling van geschillen

22. de Commissie te verzoeken om, gezien het feit dat de mechanismen voor de regeling van geschillen die zijn opgenomen in soortgelijke reeds door de Gemeenschap en derde landen gesloten handelsovereenkomsten niet daadwerkelijk worden gebruikt, voorstellen te doen voor een nieuwe aanpak met betrekking tot de ontwikkeling van een meer doeltreffend bilateraal instrument voor de regeling van geschillen;

Totale convergentie

23. om te voorkomen dat de steeds grotere overlapping van veelsoortige bilaterale, regionale en multilaterale verplichtingen en regelgeving betreffende liberalisatie in Latijns-Amerika leidt tot onbedoelde belemmeringen voor de handels- en investeringsstromen, zorgvuldig aandacht te schenken aan de noodzaak voor zowel de Europese Unie als Latijns-Amerika om in beginsel te streven naar de uiteindelijke convergentie van de verschillende vigerende of voorwerp van onderhandelingen zijnde overeenkomsten tussen beide regio's;

Ten aanzien van samenwerking en begeleidende maatregelen

24. zorg te dragen voor adequate financiering voor de nieuwe strategie voor regionale samenwerking met de Andesgemeenschap voor de periode 2007-2013, opdat de vrijhandelszone door de Associatieovereenkomst wordt aangevuld met de financiële middelen en de technische samenwerking die nodig is ter ondersteuning van het proces van economische aanpassing en de sociale gevolgen daarvan, en met het oog op de aanpak van de uitdagingen van institutionalisering en verdieping van het regionale proces van de Andesgemeenschap, vooral met betrekking tot de voltooiing van de douane-unie en de gemeenschappelijke markt;

25. in aanmerking te nemen dat een van de prioritaire handelsgerelateerde beleidsdoelstellingen van de Europese Unie voor de samenwerking met de Andesgemeenschap gelegen moet zijn in versterking van het proces van regionale economische integratie, met inbegrip van de voltooiing van een douane-unie met een adequaat Gemeenschappelijke Buitentarief (GBT), een voldoende mate van harmonisatie van de sanitaire en fytosanitaire bepalingen (SPS) en technische normen;

26. in aanmerking te nemen dat, als gesteld in de "Europese consensus over ontwikkeling", de Europese Unie op basis van haar eigen ervaringen en haar exclusieve bevoegdheden op het gebied van handel, comparatieve voordelen biedt met betrekking tot de verlening van steun aan haar partnerlanden voor de integratie van handel in hun nationale ontwikkelingsstrategieën, voor de ontwikkeling van de particuliere sector en voor ondersteuning van regionale samenwerking;

27. van begin af aan te verzekeren dat het samenwerkingshoofdstuk en de nieuwe strategie voor regionale samenwerking met de Andesgemeenschap voor 2007-2013 voorziet in specifieke maatregelen voor KMO's in Europa en de Andesgemeenschap waardoor zij volledig kunnen profiteren van de mogelijkheden die uit de handelsovereenkomst voortvloeien;

28. te verzekeren dat het samenwerkingshoofdstuk van de Associatieovereenkomst met de Andesgemeenschap stimulansen biedt voor een nauwere regionale samenwerking in de energiesector;

29. in de onderhandelingsrichtsnoeren ook rekening te houden met het Fair-Trade-systeem, dat een effectief middel is gebleken bij de bestrijding van armoede en de ontwikkeling op lange termijn, en dat ook voor de Andesgemeenschap op lange termijn mogelijkheden zou kunnen bieden voor een onbeperkte deelneming aan het multilaterale handelssysteem;

30. in de onderhandelingsrichtsnoeren met name rekening te houden met de consensus EU‑Andesgemeenschap betreffende de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid bij de bestrijding van de drugshandel, alsmede de sociale en economische gevolgen daarvan, wanneer het erom gaat de voorgestelde maatregelen, met name met betrekking tot de markttoegang voor alternatieve landbouwteelten en de specifieke controlemechanismen, ten uitvoer te leggen die tot doel hebben misdrijven in verband met het witwassen van geld en wapenhandel in te dammen en geleidelijk te verminderen;

Ten aanzien van het verloop van de onderhandelingen en de rol van het Europees Parlement

31. het proces van de onderhandelingen over de vrijhandelszone met de Andesgemeenschap meer legitimiteit te verschaffen door middel van grotere transparantie en een grotere betrokkenheid van de zijde van alle betrokken partijen in de Europese Unie met inbegrip van de relevante actoren in de civiele samenleving, de sociale partners en de economische subjecten in de twee regio's; in dit verband steun toe te zeggen voor de totstandkoming van de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, die zou moeten bestaan uit leden van het Europees Parlement en van de parlementen van de Latijns-Amerikaanse integratie, met inbegrip van het Parlandino, als de parlementaire instelling van het biregionale strategische partnerschap die verantwoordelijk is voor parlementaire controle en toezicht op de tussen de twee regio's gesloten Associatieovereenkomsten;

32. in aanmerking te nemen dat de Associatieovereenkomst pas moet worden gesloten nadat daarvoor de instemming van het Europees Parlement is verkregen; in dit verband in aanmerking te nemen dat de Commissie zowel in de fase van voorbereiding van de overeenkomsten als tijdens het verloop en bij de afsluiting van internationale handelsbesprekingen in een vroegtijdig stadium duidelijke informatie aan het Parlement moet verstrekken, en dat deze informatie in een zo vroegtijdig stadium aan het Parlement moet worden verstrekt dat het Parlement voldoende tijd heeft desgewenst zijn standpunt kenbaar te maken en de Commissie zoveel mogelijk rekening kan houden met de standpunten van het Parlement;

33. het Europees Parlement tijdens het verloop van de onderhandelingen op adequate wijze en tijdig te raadplegen en te informeren over de strategie van de Europese Unie, en in aanmerking te nemen dat het Europees Parlement aan het einde van elke ronde of belangrijke onderhandelingsbijeenkomst een document ter beschikking moet worden gesteld met een beschrijving van de inhoud en de conclusies daarvan, onder voorbehoud van naleving van de geldende bepalingen inzake vertrouwelijkheid.

PROCEDURE

Titel

Richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

Procedurenummer

2006/2221(INI)

Commissie ten principale

AFET

Advies uitgebracht door

Datum bekendmaking

INTA
28.9.2006

Nauwere samenwerking – datum bekendmaking

 

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Małgorzata Handzlik
12.6.2006

Vervangen rapporteur voor advies

 

Behandeling in de commissie

22.11.2006

 

 

 

 

Datum goedkeuring

18.12.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

18

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Kader Arif, Jean-Pierre Audy, Enrique Barón Crespo, Daniel Caspary, Christofer Fjellner, Alain Lipietz, Caroline Lucas, Erika Mann, Helmuth Markov, David Martin, Georgios Papastamkos, Tokia Saïfi, Robert Sturdy, Gianluca Susta, Johan Van Hecke, Zbigniew Zaleski

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s)

Panagiotis Beglitis, Harlem Désir, Elisa Ferreira, Małgorzata Handzlik, Jens Holm, Jörg Leichtfried

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

 

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

7.11.2006

ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking

aan de Commissie buitenlandse zaken

over de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

(2006/2221(INI))

Rapporteur voor advies: José Javier Pomés Ruiz

SUGGESTIES

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  wenst dat in het onderhandelingsmandaat uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van de rechtsgrondslag waarop de nieuwe associatieovereenkomst wordt onderhandeld, namelijk artikel 310 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, in combinatie met de eerste zin van artikel 300, lid 2, eerste alinea en met artikel 300, lid 3, tweede alinea;

2.  wenst dat de richtsnoeren voor de onderhandelingen voldoende flexibel zijn om rekening te kunnen houden met de bestaande verschillen in ontwikkelingsniveau tussen de lidstaten van de Andesgemeenschap (CAN);

3.  dringt erop aan dat deze richtsnoeren volledig rekening houden met de hoofddoelstelling van de uitroeiing van armoede, ongelijkheid, sociale uitsluiting en alle vormen van discriminatie, in het bijzonder discriminatie op grond van geslacht en etnische afkomst, en dringt bovendien aan op de uitvoering van een algemene geïntegreerde ontwikkelingsstrategie en van beleidsplannen die gelijke kansen en betere arbeids- en levensomstandigheden garanderen voor iedereen, met inbegrip van de erkenning van de economische en culturele rechten van de inheemse volkeren, en die hoge prioriteit verlenen aan de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg;

4.  verzoekt de interne mechanismen en gezamenlijke acties in het kader van de associatie te versterken zodat het potentieel van de ontwikkelingsstrategieën ten volle kan worden benut en zodat ontwikkelingssamenwerkingsprojecten worden aangemoedigd, in het bijzonder met migranten die in de Europese Unie woonachtig zijn;

5.  wenst dat onderzoek wordt verricht naar de mogelijkheid van kostenvermindering en meer transparantie en zekerheid met betrekking tot door immigranten verrichte bankoverschrijvingen naar hun landen van herkomst; wijst erop dat deze overschrijvingen gezien de bedragen voor de CAN een zeer belangrijke ontwikkelingsfactor vormen;

6.  dringt aan op een verrijking van de onderhandelingen dankzij de bijdrage van de regionale parlementen, die de drijvende kracht van integratie en politieke dialoog zijn en behoorlijk moeten kunnen deelnemen aan het onderhandelingsproces; ook de deelname van NGO's en het maatschappelijk middenveld dient serieus vorm te krijgen;

7.  verzoekt in de richtsnoeren voor de onderhandelingen de volgende hoofdthema's als doelstellingen weer te geven: democratisch bestuur, het handhaven van vrede en veiligheid en crisisbeheersing, alsmede de bevordering van de sociale cohesie en de MOD, met hoge prioriteit voor basis- en secundair onderwijs en gezondheidszorg, het gemeenschappelijke beheer van migratie en de strijd tegen drugshandel en het innemen van gemeenschappelijke standpunten, hetzij in internationale fora, hetzij in de Verenigde Naties, met name op het gebied van mensenrechten;

8.  onderstreept het belang van een versterking van de consensus over de strijd tegen drugshandel, indachtig het feit dat het hier een gedeelde verantwoordelijkheid betreft, zowel op intern niveau – binnen de CAN zelf – als op bilateraal niveau, tussen de CAN en de Europese Unie; acht het bevorderen van economische alternatieven voor de drugsproductie hierbij van groot belang;

9.  wijst erop dat buitenlandse investeringen van essentieel belang zijn voor de economische ontwikkeling in beide regio's, en onderstreept dat van Europese ondernemingen die in de Andesgemeenschap investeren mag worden verwacht dat zij daar dezelfde normen op het gebied van arbeidsomstandigheden en investeringen hanteren die zij ook in de Unie eerbiedigen, en dat de rechtszekerheid van de investeerders wordt gewaarborgd op grond van het internationale privaatrecht en de eerbiediging van het beginsel van nationale soevereiniteit over de natuurlijke hulpbronnen; acht het belangrijk dat het grootste deel van de opbrengst van de nationale natuurlijke rijkdommen naar de staat gaat en via de staat ten goede komt aan de verwezenlijking van de MOD.

PROCEDURE

Titel

Richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

Procedurenummer

2006/2221(INI)

Commissie ten principale

AFET

Advies uitgebracht door

Datum bekendmaking

DEVE
28.9.2006

Nauwere samenwerking – datum bekendmaking

 

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

José Javier Pomés Ruiz
11.7.2006

Vervangen rapporteur voor advies

 

Behandeling in de commissie

2.10.2006

 

 

 

 

Datum goedkeuring

6.11.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

13
1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Margrietus van den Berg, Danutė Budreikaitė, Marie-Arlette Carlotti, Hélène Goudin, Maria Martens, Luisa Morgantini, Horst Posdorf, Feleknas Uca, Anna Záborská.

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s)

John Bowis, Fiona Hall, Alain Hutchinson, Jan Jerzy Kułakowski, Manolis Mavrommatis.

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

 

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

PROCEDURE

Titel

Richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andesgemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

Procedurenummer

2006/2221(INI)

Basisontwerpaanbeveling

B6-0374/2006

 

 

Commissie ten principale

AFET
28.9.2006

 

 

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking


INTA
28.9.2006


DEVE
28.9.2006

 

 

 

Geen advies
  Datum besluit

 

 

 

 

 

Nauwere samenwerking
  Datum bekendmaking

 

 

 

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Luis Yañez-Barnuevo García
13.9.2006

 

Vervangen rapporteur(s)

 

 

Behandeling in de commissie

28.11.2006

23.1.2007

 

 

 

Datum goedkeuring

25.1.2007

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

60

0

6

Bij de eindstemming aanwezige leden

Roberta Alma Anastase, Panagiotis Beglitis, André Brie, Elmar Brok, Marco Cappato, Simon Coveney, Véronique De Keyser, Ana Maria Gomes, Alfred Gomolka, Klaus Hänsch, Richard Howitt, Jana Hybášková, Stanimir Ilchev, Helmut Kuhne, Vytautas Landsbergis, Emilio Menéndez del Valle, Willy Meyer Pleite, Francisco José Millán Mon, Pasqualina Napoletano, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Baroness Nicholson of Winterbourne, Raimon Obiols i Germà, Cem Özdemir, Ioan Mircea Paşcu, Hubert Pirker, Michel Rocard, Libor Rouček, Katrin Saks, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, György Schöpflin, Gitte Seeberg, Marek Siwiec, Hannes Swoboda, István Szent-Iványi, Konrad Szymański, Charles Tannock, Paavo Väyrynen, Inese Vaidere, Geoffrey Van Orden, Ari Vatanen, Kristian Vigenin, Francis Wurtz, Luis Yañez-Barnuevo García

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Laima Liucija Andrikienė, Francisco Assis, Carlos Carnero González, Alexandra Dobolyi, Árpád Duka-Zólyomi, Glyn Ford, Michael Gahler, Tunne Kelam, Doris Pack, Pierre Schapira, Csaba Sándor Tabajdi, Marcello Vernola

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2)

Charlotte Cederschiöld, Małgorzata Handzlik, Filip Kaczmarek, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Marcin Libicki, José Javier Pomés Ruiz, José Albino Silva Peneda, Kyriacos Triantaphyllides, Lambert van Nistelrooij, Zbigniew Zaleski, Stefano Zappalà

Datum indiening

5.2.2007

 

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)