VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline

6.3.2007 - (COM(2006)0448 – C6‑0277/2006 –2006/0151 (CNS)) - *

Begrotingscommissie
Rapporteur: Janusz Lewandowski

Procedure : 2006/0151(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0056/2007
Ingediende teksten :
A6-0056/2007
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline

(COM(2006)0448 – C6‑0277/2006 – 2006/0151(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2006)0448)[1],

–   gelet op artikelen 37, 279 en 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0277/2006),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A6‑0056/2007),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.  verzoekt de Raad wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen ;

3.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie ;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie .

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

TOELICHTING

De Commissie stelt voor Verordening nr. 2040/2000 van de Raad van 26.9.2000[1], ten aanzien waarvan de heer Ioannis Averoff destijds rapporteur van de Begrotingscommissie was, in te trekken.[2]

De Commissie is van oordeel dat deze verordening om volgende redenen haar bestaansgrond heeft verloren:

· op landbouwgebied, aangezien de bepalingen betreffende de begrotingsdiscipline zijn vervangen door Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[3];

· op gebied van het buitenlands beleid, aangezien er een nieuwe mechanisme in het leven is groepen voor de reserves voor leninggaranties voor de periode 2007–2013.

I. Bepalingen op landbouwgebied

De rapporteur is eveneens van mening dat de begrotingsdiscipline sinds het aannemen van Verordening 2040/2000/EG nogmaals werd aangescherpt door de nieuwe Verordening nr. 1290/2005/EG aangezien voor de EOGFL-uitgaven een jaarlijks plafond is vastgelegd, waarvoor de in de financiële vooruitzichten neergelegde middelen voor dit Fonds zijn ingezet. Daarnaast wordt door deze verordening gewaarborgd dat het jaarlijkse plafond voor de EOGFL-uitgaven onder alle omstandigheden en in alle fasen van de begrotingsprocedure en uitvoering van de begroting wordt nageleefd.

II. Bepalingen betreffende de reserves voor externe acties

Het is ook juist dat inmiddels een rechtsgrondslag is vastgesteld voor het voorgestelde mechanisme voor de financiering van het Garantiefonds voor externe acties door Verordening (EG, EURATOM) nr. 89/2007 van de Raad van 30 januari 2007[4] tot wijziging van de Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 tot instelling van een Garantiefonds.[5]

Het politieke mandaat voor de Europese Investeringsbank tot het verstrekken van overeenkomstige leningen werd op 19 december 2006 door de Raad verleend.[6]

De reserve voor spoedhulp aan derde landen is bovendien al in 2002 vervangen overeenkomstig artikel 45, lid 1 van het Financieel Reglement[7] . Het bedrag van de reserve voor spoedhulp is inmiddels neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 17 mei 2006 (punt 25).

Bovendien werd in de begroting 2007 voor het eerst het begrotingsonderdeel 01 04 01 13 opgenomen (rubriek 4 ‘De EU als mondiale partner’). De reserve voor leningen en leninggaranties aan derde landen bedraagt EUR 200 miljoen.

Zodoende is de vereiste rechtsgrondslag (in de zin van artikel 49, lid 1 van het Financieel Reglement en het IIA) bewerkstelligd en is het gevaar van een vacuüm afgewend door de voorgeziene intrekking van Verordening 2040/2000/EG.

III. Conclusie

Zodoende is Verordening 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 op wezenlijke punten overbodig geworden. Ook vanuit het oogpunt van een betere regelgeving dienen achterhaalde voorschriften te worden ingetrokken om het aantal van kracht zijnde voorschriften zo beperkt mogelijk te houden.[8]

Tot deze conclusie komt ook de Europese Rekenkamer in zijn advies 8/2006 van 6 december 2006.[9]

Uw rapporteur stelt daarom voor het voorstel van de Commissie zonder amendering aan te nemen.

  • [1]  PB L 244, 29.9.2000.
  • [2]  Resolutie van het Europees Parlement van 21.09.2000, BP C 146 17.05.2001, blz. 17-75
  • [3]  Bericht Schierhuber, PB L 248, 11.8.2005.
  • [4]  PB L 22, 31 januari 2007.
  • [5]  Verslag Seppänen, Resolutie van het Europees Parlement van 14 maart 2006, aangenomen teksten P6_TA(2006)0072.
  • [6]  Verslag Seppänen, Resolutie van het Europees Parlement van 30.11.2006.
  • [7]  Verordening nr. 1605/2002 (EG), laatstelijk gewijzigd door Verordening nr. 1995/2006, PB L 390, 30.12.2006, blz. 1.
  • [8]  bijvoorbeeld interinstitutioneel akkoord inzake een betere regelgeving van 31 december 2003, punt 35 of meer recentelijk COM(2006)0690 Werkdocument van de Commissie– Eerste voortgangsrapport inzake de strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving, van 14.11.2006.
  • [9]  PB C 8, 2.1.2007, blz. 3.

PROCEDURE

Titel

Intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/20000 van de Raad inzake de begrotingsdiscipline

Document- en procedurenummers

COM(2006)0448 - C6-0277/2006 - 2006/0151(CNS)

Datum raadpleging EP

31.8.2006

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

BUDG

5.9.2006

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Janusz Lewandowski

25.10.2006

 

 

Behandeling in de commissie

27.2.2007

 

 

 

Datum goedkeuring

27.2.2007

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Richard James Ashworth, Reimer Böge, Herbert Bösch, Gérard Deprez, Valdis Dombrovskis, James Elles, Hynek Fajmon, Göran Färm, Szabolcs Fazakas, Ingeborg Gräßle, Louis Grech, Catherine Guy-Quint, Jutta Haug, Ville Itälä, Anne E. Jensen, Silvana Koch-Mehrin, Sergej Kozlík, Wiesław Stefan Kuc, Janusz Lewandowski, Nils Lundgren, Vladimír Maňka, Mario Mauro, Jan Mulder, Gérard Onesta, Gianni Pittella, Petre Popeangă, Antonis Samaras, Esko Seppänen, Nina Škottová, László Surján, Ralf Walter