VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad, de daaruit voortvloeiende bijzondere richtlijnen, alsmede de Richtlijnen 83/477/EEG, 91/383/EEG, 92/29/EEG en 94/33/EG van de Raad, met het oog op de vereenvoudiging en rationalisatie van de verslagen over de praktische tenuitvoerlegging
7.3.2007 - (COM(2006)0390 – C6‑0242/2006 – 2006/0127(COD)) - ***I
Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Ilda Figueiredo
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad, de daaruit voortvloeiende bijzondere richtlijnen, alsmede de Richtlijnen 83/477/EEG, 91/383/EEG, 92/29/EEG en 94/33/EG van de Raad, met het oog op de vereenvoudiging en rationalisatie van de verslagen over de praktische tenuitvoerlegging
(COM(2006)0390 – C6‑0242/2006 – 2006/0127(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0390)[1],
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 137, lid 2 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0242/2006),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A6‑0059/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 VISUM 2 | |
Gezien het voorstel van de Commissie, opgesteld na raadpleging van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, |
Gezien het voorstel van de Commissie, |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. | |
Amendement 2 VISUM 3 | |
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité, na raadpleging van het Comité van de Regio’s, |
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité, |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. | |
Amendement 3 OVERWEGING 8 | |
Het lijkt wenselijk de frequentie waarmee de lidstaten deze verslagen moeten opstellen en bij de Commissie moeten indienen, op vijf jaar vast te stellen; de indeling van de verslagen moet eenvormig zijn om de behandeling te vergemakkelijken; de verslagen worden opgesteld aan de hand van een vragenlijst die de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, vaststelt. |
Het lijkt wenselijk de frequentie waarmee de lidstaten deze verslagen moeten opstellen en bij de Commissie moeten indienen, op vijf jaar vast te stellen; bij wijze van uitzondering moet het eerste verslag een langere periode dekken; de indeling van de verslagen moet eenvormig zijn om de behandeling te vergemakkelijken; de verslagen worden opgesteld aan de hand van een vragenlijst die door de Commissie wordt vastgesteld, na raadpleging van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, en die relevante informatie bevat over de preventieve maatregelen die de lidstaten hebben genomen om de Commissie in staat te stellen tot een adequate evaluatie van de wijze waarop de wetgeving in de praktijk functioneert, daarbij uitgaande van de bevindingen van het Europees Agentschap voor veiligheid op de arbeidsplaats en de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. | |
Amendement 4 OVERWEGING 12 | |
(12) De lidstaten hoeven geen wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen goed te keuren, aangezien dergelijke bepalingen op het niveau van de lidstaten niet vereist zijn voor het opstellen van verslagen over de tenuitvoerlegging van communautaire richtlijnen. |
(12) Met het oog op de omzetting van de in onderhavige richtlijn vervatte wijzigingen moeten de lidstaten maatregelen treffen, welke - gezien de specifieke aard van deze richtlijn - de vorm van bestuursrechtelijke bepalingen kunnen aannemen. |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. |
Amendement 5
ARTIKEL 1
Artikel 17 bis, lid 1 (Richtlijn 89/391/EEG)
1. Om de vijf jaar dienen de lidstaten één verslag in bij de Commissie over de praktische tenuitvoerlegging van deze richtlijn en van de bijzondere richtlijnen in de zin van artikel 16, lid 1, waarin het standpunt van de sociale partners wordt uiteengezet. |
1. Om de vijf jaar dienen de lidstaten één verslag in bij de Commissie over de praktische tenuitvoerlegging van deze richtlijn en van de bijzondere richtlijnen in de zin van artikel 16, lid 1, waarin het standpunt van de sociale partners wordt uiteengezet. Het verslag omvat een beoordeling van de diverse aspecten die verband houden met de praktische tenuitvoerlegging van de richtlijnen en, waar dergelijke informatie relevant en beschikbaar is, naar geslacht gedifferentieerde informatie. |
|
Motivering
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.
Amendement 6
ARTIKEL 1
Artikel 17 bis, lid 2 (Richtlijn 89/391/EEG)
2. De indeling van het verslag wordt door de Commissie in overleg met het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats bepaald. |
2. De indeling van het verslag, voorzien van een vragenlijst waarin de inhoud wordt gepreciseerd, wordt door de Commissie in overleg met het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats bepaald. |
|
Het verslag omvat een algemeen deel over de bepalingen van deze richtlijn en specifieke hoofdstukken over de aspecten van de tenuitvoerlegging van de in lid 1 bedoelde richtlijnen. |
Het verslag omvat een algemeen deel over de bepalingen van deze richtlijn die betrekking hebben op de gemeenschappelijke principes en aspecten van alle in lid 1 bedoelde richtlijnen. Het algemene deel wordt aangevuld met specifieke hoofdstukken over de tenuitvoerlegging van ieder bijzonder aspect van iedere richtlijn, en specifieke indicatoren, voor zover beschikbaar.
|
|
Motivering
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.
Amendement 7 ARTIKEL 1 | |
3. De indeling van het verslag, voorzien van een vragenlijst waarin de inhoud wordt gepreciseerd, wordt zes maanden voor het einde van de verslagleggingsperiode aan de lidstaten toegezonden. Het verslag wordt binnen negen maanden na afloop van de periode van vijf jaar waarop het betrekking heeft, bij de Commissie ingediend. |
3. De indeling van het verslag, voorzien van de hierboven genoemde vragenlijst, wordt minstens zes maanden voor het einde van de verslagleggingsperiode aan de lidstaten voorgelegd. Het verslag wordt binnen twaalf maanden na afloop van de periode van vijf jaar waarop het betrekking heeft, bij de Commissie ingediend. |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. |
Amendement 8
ARTIKEL 1
Artikel 17 bis, lid 4 (Richtlijn 89/391/EEG)
4. Aan de hand van deze verslagen maakt de Commissie een algemene evaluatie van de tenuitvoerlegging van de betrokken richtlijnen en van de ontwikkelingen, met name wat betreft onderzoek en nieuwe wetenschappelijke inzichten op de diverse gebieden. De Commissie brengt het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor veiligheid en de gezondheid op de arbeidsplaats op gezette tijden op de hoogte van deze evaluatie en, indien nodig, van initiatieven ter verbetering van het functioneren van het regelgevingskader. |
4. Aan de hand van deze verslagen maakt de Commissie een algemene evaluatie van de tenuitvoerlegging van de betrokken richtlijnen, met name wat betreft hun relevantie en het onderzoek en de nieuwe wetenschappelijke inzichten op de diverse gebieden. De Commissie brengt het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor veiligheid en de gezondheid op de arbeidsplaats binnen 36 maanden na het einde van de vijfjarige periode op de hoogte van de resultaten van deze evaluatie en, indien nodig, van initiatieven ter verbetering van het functioneren van het regelgevingskader. |
|
Motivering
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.
Amendement 9 ARTIKEL 3, INLEIDEND GEDEELTE | |
Met ingang van [in artikel 4 aangegeven datum invullen] worden de volgende bepalingen ingetrokken: |
Met ingang van ... * worden de volgende bepalingen ingetrokken: |
|
________ |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. | |
Amendement 10 ARTIKEL 4 | |
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om uiterlijk op […] aan deze richtlijn te voldoen.
Wanneer de lidstaten die maatregelen nemen, wordt in de maatregelen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. |
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om uiterlijk op 31 december 2012 aan deze richtlijn te voldoen.
|
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. | |
Amendement 11 ARTIKEL 5 | |
Deze richtlijn treedt in werking op de […] dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Motivering | |
Dit is een met de Raad overeengekomen compromisamendement, bestemd om in eerste lezing tot overeenstemming te komen. |
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
I – Inleiding
Het heeft zeer lang geduurd vooraleer de Europese Commissie en de Raad in hun beleid aandacht zijn gaan besteden aan de problemen van de gezondheid van de werknemers en de arbeidsomstandigheden. In de jaren '70 en begin jaren '80, met de Seveso-richtlijn en de instelling van de Raadgevend Comités voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, werd voor het eerst rekening gehouden met de arbeidsomstandigheden en kregen de specifieke programma's gericht op de gezondheid van de werknemers van de toenmalige Europese Gemeenschap voor Kolen en Staat stilaan vorm.
Richtlijn 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk is het paradigma van het eerste niveau van de sectorale bekommernissen en van de benadering per risicofactor. Andere thema's zoals de gezondheid van de werknemers in het algemeen, de arbeidsomstandigheden, de organisatie van de diensten voor gezondheid, hygiëne en veiligheid op het werk en de lijst van beroepsziekten konden niet rekenen op de unanieme goedkeuring van de lidstaten.
Uit die tijd stamt de discussie over sociale dumping en oneerlijke concurrentie van een deel van het bedrijfsleven en de lidstaten dat niet investeerde in de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
In 1989 kwam er aanzienlijk schot in de zaak met de publicatie van kaderrichtlijn 89/391/EEG, die aansloot bij vroegere initiatieven van de Wereldgezondheidsorganisatie, met name haar programma's inzake de gezondheid van de werknemers. De kaderrichtlijn was ook een antwoord op de verdragen en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie van 1981 en 1985, respectievelijk inzake de gezondheid van de werknemers en de organisatie van de arbeidsgeneeskundige diensten.
Op de kaderrichtlijn volgden minstens zestien richtlijnen die tot doel hadden de arbeidsomstandigheden in de uitgebreide Europese Gemeenschap te verbeteren en te harmoniseren.
In de jaren '90 werden andere richtlijnen gepubliceerd, gericht op de bescherming van de jongere werknemers, de tijdelijke werknemers en de werknemers die bijstand verlenen aan boord van schepen. Vandaag de dag stellen wij vast dat er weliswaar veel wetgeving is geproduceerd maar dat er in de praktijk weinig veranderd is. Hiervoor kunnen tal van redenen worden aangevoerd, maar een van de belangrijkste is de afwezigheid van toezicht op de tenuitvoerlegging, zowel op nationaal als op communautair niveau.
In bijna alle richtlijnen, te beginnen bij de kaderrichtlijn van 1989 inzake de toepassing van maatregelen met als doel de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de werkplek, gold als richtsnoer dat de lidstaten de Europese Commissie een verslag moesten doen toekomen over de praktische tenuitvoerlegging van de bepalingen en de standpunten van de sociale partners. Enkele lidstaten hebben echter nooit een verslag ingediend.
II – Het voorstel van de Europese Commissie
Doel van het voorstel van de Commissie is vereenvoudiging en rationalisatie van de bepalingen van de communautaire richtlijnen inzake bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers op de arbeidsplaats, o.m. via de verplichting voor de lidstaten en de Commissie verslagen over de praktische tenuitvoerlegging van de richtlijnen op te stellen.
Tot nu toe waren de lidstaten gehouden tot het opstellen van de verslagen over de praktische tenuitvoerlegging met een verschillende periodiciteit afhankelijk van de afzonderlijke richtlijnen – de ene om de vier, de andere om de vijf jaar. Nu stelt de Commissie één enkel verslag om de vijf jaar voor.
III – De amendementen
De Commissie kan dan al hameren op de noodzaak om de administratieve procedures te vereenvoudigen omdat ze te bureaucratisch zijn en de indiening van elk van de verslagen belemmeren, toch is er in de allereerste plaats behoefte aan een betere coördinatie en interactie tussen de verscheidene richtlijnen zodat een efficiënte vergelijkende analyse van de verschillende nationale strategieën op het vlak van de gezondheid en de veiligheid mogelijk wordt.
Zoals eerder gezegd, opdat het voorstel betreffende de indiening van één enkel verslag om de vijf jaar effectief inspeelt op de behoefte aan bescherming van de gezondheid en de veiligheid op de arbeidsplaats, mag op geen enkele manier afbreuk worden gedaan aan de specifieke aspecten van iedere richtlijn.
Dit enige verslag moet een beoordeling omvatten van de diverse aspecten van de praktische tenuitvoerlegging van de richtlijnen, alsook gendergerelateerde informatie en specifieke gegevens over de impact op mannen en vrouwen van de problemen en het beleid in verband met de gezondheid en de veiligheid op de arbeidsplaats.
De indeling van dit verslag zal worden vastgesteld door de Commissie, in overleg met het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats. Het zal een algemeen hoofdstuk omvatten over de bepalingen van kaderrichtlijn 89/391/EEG met betrekking tot de beginselen en aspecten die gemeenschappelijk zijn aan alle overige specifieke richtlijnen.
Dit algemene hoofdstuk zal worden aangevuld met specifieke hoofdstukken over de toepassing van elk van de bijzondere aspecten van iedere richtlijn, inclusief specifieke indicatoren (indien voorhanden), alsook met de standpunten van de sociale partners, die actief moeten worden betrokken bij de opstelling ervan. Het verslag moet ook een beschrijving en een beoordeling omvatten van de preventiestrategieën en -stelsels van de lidstaten.
Wij blijven echter hameren op de behoefte aan een beleid van geleidelijke maar daadwerkelijke convergentie van de praxis in de diverse lidstaten. De Commissie moet dringend een diepgaand verslag over de situatie in de lidstaten indienen en er is dringend behoefte aan gemeenschappelijk beleid met het oog op de verbetering van de situatie van de werknemers en hun welzijn.
PROCEDURE
Titel |
Vereenvoudiging en rationalisering van de verslagen over uitvoering in de praktijk |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0390 - C6-0242/2006 - 2006/0127(COD) |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
EMPL 7.9.2006 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ENVI 7.9.2006 |
ITRE 7.9.2006 |
|
|
||||
Geen advies Datum besluit |
ENVI 14.9.2006 |
ITRE 4.10.2006 |
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Ilda Figueiredo 12.9.2006 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
23.11.2006 |
18.12.2006 |
24.1.2007 |
28.2.2007 |
||||
Datum goedkeuring |
1.3.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
37 1 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Andersson, Alexandru Athanasiu, Roselyne Bachelot-Narquin, Philip Bushill-Matthews, Milan Cabrnoch, Derek Roland Clark, Luigi Cocilovo, Proinsias De Rossa, Harlem Désir, Harald Ettl, Richard Falbr, Carlo Fatuzzo, Ilda Figueiredo, Joel Hasse Ferreira, Stephen Hughes, Jan Jerzy Kułakowski, Jean Lambert, Raymond Langendries, Bernard Lehideux, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Ana Mato Adrover, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Pier Antonio Panzeri, Jacek Protasiewicz, José Albino Silva Peneda, Kathy Sinnott, Gabriele Stauner |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Edit Bauer, Mihael Brejc, Françoise Castex, Richard Howitt, Sepp Kusstatscher, Jamila Madeira, Roberto Musacchio, Glenis Willmott |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Jaromír Kohlíček, André Brie |
|||||||
Datum indiening |
7.3.2007 A6-0059/2007 |
|||||||