VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende structurele bedrijfsstatistieken

7.3.2007 - (COM(2006)0066 – C6‑0063/2006 – 2006/0020(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Elisa Ferreira


Procedure : 2006/0020(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0062/2007
Ingediende teksten :
A6-0062/2007
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende structurele bedrijfsstatistieken

(COM(2006)0066 – C6‑0063/2006 – 2006/0020(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0066)[1],

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285, lid 1 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0063/2006),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0062/2007),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Overweging 4

(4) De verordening moet ervoor zorgen dat de bestaande statistische ondersteuning van besluiten op de huidige beleidsgebieden kan worden voortgezet en dat kan worden voldaan aan aanvullende eisen als gevolg van nieuwe beleidsinitiatieven van de Gemeenschap en een voortdurende herijking van de statistische prioriteiten en van de relevantie van de geproduceerde statistieken, teneinde zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare middelen en de lasten voor de respondenten te minimaliseren.

(4) De verordening moet ervoor zorgen dat de bestaande statistische ondersteuning van besluiten op de huidige beleidsgebieden kan worden voortgezet en dat kan worden voldaan aan aanvullende eisen als gevolg van nieuwe beleidsinitiatieven van de Gemeenschap en een voortdurende herijking van de statistische prioriteiten en van de relevantie van de geproduceerde statistieken, teneinde zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare middelen en de lasten voor de respondenten te minimaliseren. Er moet speciaal aandacht worden besteed aan de gevolgen van het energie - en het milieubeleid van de EU voor de ondernemingen, zoals Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1). Samenwerking en uitwisseling van beste praktijken tussen nationale bureaus voor de statistiek moeten worden aangemoedigd ten einde te zorgen voor een doeltreffender gebruik van administratieve bestanden.

_______________
1 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Motivering

Het energie- en het milieubeleid van de EU hebben grote gevolgen voor ondernemingen en hun internationale concurrentievermogen. Het verzamelen van gegevens over deze gevolgen is van essentieel belang voor de beleidsvorming. Hoewel het gebruik van administratieve bestanden voor statistische doeleinden een groot potentieel heeft, zijn nog aanzienlijke inspanningen op het gebied van methodologische harmonisatie tussen de verschillende landen vereist om de vergelijkbaarheid en de consistentie van de gegevens te waarborgen.

Amendement 2

Overweging 10

(10) Indien de Commissie het op grond van de evaluatie van de modelstudies over de niet-marktactiviteiten in de secties M, N en O van de NACE Rev. 1.1 overeenkomstig bijlage I, sectie 10, punt 1, en bijlage IX, sectie 12, noodzakelijk acht het huidige toepassingsgebied van deze verordening uit te breiden, moet zij hiertoe een voorstel doen volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag.

schrappen

Amendement 3

Overweging 11

(11) Daar de doelstellingen van dit optreden, namelijk het verschaffen van geharmoniseerde gegevens over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de effecten van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

(11) Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het verschaffen van geharmoniseerde gegevens over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

Amendement 4

Artikel 2, lid 1

1. Deze verordening heeft betrekking op alle marktactiviteiten in de secties C tot en met K, M, N en O van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE Rev. 1.1).

1. Deze verordening heeft betrekking op alle marktactiviteiten in de secties B tot en met N en P tot en met S van de statistische nomenclatuur (NACE Rev. 2).

Amendement 5

Artikel 3, lid 1

1. De statistieken die worden opgesteld voor de in artikel 1 omschreven gebieden, worden samengevoegd in modules. De modules worden gedefinieerd in de bijlagen.

1. De statistieken die worden opgesteld voor de in artikel 1 omschreven gebieden, worden samengevoegd in modules.

Amendement 6

Artikel 3, lid 2, letter j)

j) een flexibele module voor het houden van kleine specifieke gegevensverzamelingen over kenmerken van ondernemingen.

j) een flexibele module voor het houden van een specifieke en beperkte ad hoc gegevensverzameling over kenmerken van ondernemingen.

Motivering

Het woord "klein" is te vaag om de aard van deze gegevensverzameling aan te duiden. Om de last voor de nationale overheden en de ondernemingen wat betreft de rapportage beperkt te houden, is de precieze en tijdige bepaling van de "ad hoc" module gewenst.

Amendement 7

Artikel 3, lid 4, alinea 1

4. De frequentie, de onderwerpen, de lijst van kenmerken, de referentieperiode, de bestreken activiteiten en de kwaliteitsnormen voor de in lid 2, onder j), bedoelde flexibele module worden ten minste twaalf maanden voor het begin van de referentieperiode vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

4. De Commissie plant het gebruik van de in lid 2, onder j), bedoelde flexibele module in nauwe samenwerking met de lidstaten. De Commissie besluit ten minste twaalf maanden voor het begin van de referentieperiode volgens de procedure van artikel 12, lid 2 over het toepassingsgebied van de module, de lijst van kenmerken, de referentieperiode, de bestreken activiteiten en de kwaliteitseisen.

Amendement 8

Artikel 3, lid 4, alinea 2

Het toepassingsgebied van de flexibele module is beperkt teneinde de belasting voor de ondernemingen en de kosten van de gegevensverzameling door de lidstaten te beperken.

De Commissie specificeert eveneens de behoeften aan informatie alsook de gevolgen van de gegevensverzameling voor de belasting voor de ondernemingen en de kosten voor de lidstaten.

Amendement 9

Artikel 3, lid 4, alinea 2 bis (nieuw)

 

Om de last voor de ondernemingen en de kosten voor de lidstaten te beperken wordt de gegevensverzameling qua omvang beperkt tot maximaal 20 ondernemingskenmerken of vragen, maximaal 25000 ondervraagde ondernemingen in de gehele Europese Unie en een maximale gemiddelde duur van de beantwoording door de individuele respondent van 1,5 uur. Ad-hocgegevensverzameling wordt uitgevoerd door een representatief aantal lidstaten. Wanneer alleen resultaten op Europees niveau nodig zijn, kan de Commissie kiezen voor een steekproefsgewijze aanpak om te zorgen voor een minimale last en minimale kosten.

Amendement 10

Artikel 4, lid 1

1. De Commissie stelt overeenkomstig de specificaties in de bijlagen een reeks modelstudies vast die door de lidstaten worden uitgevoerd. De Commissie doet een oproep tot het indienen van voorstellen, waarna zij nationale instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad subsidies verleent.

1. De Commissie stelt overeenkomstig de specificaties in de bijlagen een reeks modelstudies vast die door de lidstaten op vrijwillige basis worden uitgevoerd. De Commissie doet een oproep tot het indienen van voorstellen, waarna zij nationale instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad subsidies verleent.

Amendement 11

Artikel 5, lid 3

3. Teneinde de last voor de respondenten te beperken, hebben de nationale instanties en de communautaire instantie, met inachtneming van de beperkingen en voorwaarden die door iedere lidstaat en de Commissie worden gesteld, binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden, toegang tot administratieve bestanden op de verschillende gebieden van hun eigen openbaar bestuur, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn om te voldoen aan de in artikel 6 genoemde eisen op het gebied van nauwkeurigheid.

3. Teneinde de last voor de respondenten te beperken, hebben de nationale instanties en de communautaire instantie, met inachtneming van de beperkingen en voorwaarden die door iedere lidstaat en de Commissie worden gesteld, binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden, toegang tot administratieve bestanden op de verschillende gebieden van hun eigen openbaar bestuur, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn om te voldoen aan de in artikel 6 genoemde eisen op het gebied van nauwkeurigheid. Daarnaast wordt, indien mogelijk, gebruik gemaakt van de administratieve bestanden om te voldoen aan de rapportagevereisten van deze verordening.

Motivering

Van administratieve bestanden moet, indien mogelijk, gebruik worden gemaakt omdat dit een bijzonder doeltreffend instrument is om statistische gegevens te verzamelen. Aldus wordt de last voor de nationale overheden en de ondernemingen beperkt.

Amendement 12

Artikel 6, lid 4

4. Wanneer een lidstaat in bepaalde gevallen voor een specifieke klasse van de NACE Rev. 1.1 aangeeft dat de nauwkeurigheid gering is, kan de Commissie (Eurostat) overwegen de toegezonden gegevens alleen voor de berekening van communautaire aggregaten te gebruiken.

schrappen

Amendement 13

Artikel 7, lid 2

2. Om de berekening van communautaire aggregaten mogelijk te maken, produceren de lidstaten nationale resultaten overeenkomstig de niveaus van de NACE Rev. 1.1, als aangegeven in de modules in de bijlagen, dan wel als bepaald volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

2. Om de berekening van communautaire aggregaten mogelijk te maken, produceren de lidstaten nationale resultaten overeenkomstig de niveaus van de NACE Rev. 2, als aangegeven in de bijlagen, dan wel als bepaald volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

Amendement 14

Artikel 8, lid 2

2. De resultaten worden in een daartoe dienstig geacht technisch formaat ingediend binnen een termijn die voor elke module bedoeld in artikel 3 wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, en die ten hoogste 18 maanden bedraagt, te rekenen vanaf het einde van de referentieperiode. Voorts wordt een klein aantal op schatting berustende voorlopige resultaten ingediend binnen een termijn die voor elke module bedoeld in artikel 3 volgens die procedure wordt vastgesteld en die vanaf het einde van de referentieperiode ten hoogste tien maanden bedraagt.

2. De resultaten worden in een daartoe dienstig geacht technisch formaat ingediend binnen een termijn die voor de modules als bedoeld in artikel 3, lid 2, letters a) tot en met h) en j) wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, en die ten hoogste 18 maanden bedraagt, te rekenen vanaf het einde van de referentieperiode. Voor de module als bedoeld in artikel 3, lid 2, letter i) bedraagt de termijn ten hoogste 30 maanden of 18 maanden als aangegeven in bijlage IX. Voorts wordt een klein aantal op schatting berustende voorlopige resultaten ingediend binnen een termijn die voor de modules als bedoeld in artikel 3, lid 2, letters a) tot en met g) volgens die procedure wordt vastgesteld en die vanaf het einde van de referentieperiode ten hoogste tien maanden bedraagt. Voor de module als bedoeld in artikel 3, lid 2, letter i) bedraagt de termijn voor de voorlopige resultaten ten hoogste 18 maanden.

Amendement 15

Artikel 8, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Om de last voor de ondernemingen en de kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek te minimaliseren, kunnen de lidstaten gegevens die alleen worden gebruikt als bijdrage aan Europese totalen met een "CETO"markeringsteken voorzien. Eurostat publiceert deze gegevens niet en de lidstaten voorzien in nationaal verband gepubliceerde gegevens niet met een CETO markeringsteken. Het gebruik van het CETO markeringsteken is afhankelijk van het aandeel van een bepaalde lidstaat in het totaal van de toegevoegde waarde die door de ondernemingen in de EU wordt gerealiseerd.

 

a) Voor Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk kunnen de van een CETO markeringsteken voorziene gegevens worden toegezonden voor het klassenniveau van de NACE en voor de uitsplitsing op groepsniveau in grootteklassen. Ten hoogste 15 % van de cellen mag worden gemarkeerd.

 

b) Voor België, de Tsjechische Republiek, Denemarken, Spanje, Griekenland, Ierland, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Finland en Zweden kunnen de van een CETO markeringsteken voorziene gegevens worden toegezonden voor het klassenniveau van de NACE en voor de uitsplitsing op groepsniveau in grootteklassen. Ten hoogste 25% van de cellen mag worden gemarkeerd. Als het aandeel van een NACE-klasse of van een grootteklasse van een NACE-groep in een in deze alinea bedoelde lidstaat minder bedraagt dan 0,1% van de bedrijfseconomie van die lidstaat, kunnen die gegevens met een CETO markeringsteken worden toegezonden.

 

c) Voor Bulgarije, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Roemenië, Slovenië en Slowakije kunnen de van een CETO markeringsteken voorziene gegevens worden toegezonden voor het groeps - en klassenniveau van de NACE en voor de uitsplitsing op groepsniveau in grootteklassen. Ten hoogste 25% van de cellen op groepsniveau mogen worden gemarkeerd.

 

De regels voor CETO markering en de indeling van landen als bedoeld in dit lid worden vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en daarna om de vijf jaar overeenkomstig de procedure van artikel 12, lid 2 herzien.

Amendement 16

Artikel 11, letter j)

j) de overgangsperiode en afwijkingen van de bepalingen van deze verordening gedurende de overgangsperiode (artikel 10, bijlage II, sectie 10, bijlage VII, sectie 10, en bijlage VIII, sectie 8);

j) de overgangsperiode en afwijkingen van de bepalingen van deze verordening gedurende de overgangsperiode (artikel 10; bijlage I, sectie 11; , bijlage II, sectie 10; bijlage III, sectie 9; bijlage VII, sectie 10; bijlage VIII, sectie 8 en bijlage IX, sectie 13);

Amendement 17

Artikel 11, letter k)

k) de aanpassing van de indeling van de activiteiten aan wijzigingen of herzieningen van de NACE;

k) volledige compatibiliteit met de lopende herziening van de NACE, met inbegrip van de indeling van de activiteiten.

Motivering

Bij de lopende herziening van de NACE moeten overlappingen en incoherenties op alle niveaus worden voorkomen.

Amendement 18

Artikel 11, letter l)

l) de frequentie, de onderwerpen, de lijst van kenmerken, de referentieperiode, de bestreken activiteiten en de kwaliteitsnormen voor de in artikel 3, lid 2, onder j), bedoelde flexibele module;

l) het gebruik van de in artikel 3, lid 2, onder j) en artikel 3, lid 4 bedoelde flexibele module;

Amendement 19

Artikel 14, alinea 1

Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 wordt ingetrokken.

Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 wordt ingetrokken. De bepalingen van verordening (EG, EURATOM) nr.58/97 blijven van toepassing op de gegevens die worden verstrekt voor de referentiejaren tot en met 2007, behalve met betrekking tot bijlage IX.

Amendement 20

Bijlage I, sectie 4, lid 2

2. De titels van de kenmerken waarvoor statistieken moeten worden opgesteld over de activiteiten in sectie J van de NACE Rev. 1.1, die het meest overeenstemmen met de in de punten 3 tot en met 5 genoemde statistieken, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

2. De titels van de kenmerken waarvoor statistieken moeten worden opgesteld over de activiteiten in sectie K van de NACE Rev. 2, die het meest overeenstemmen met de in de punten 3 tot en met 5 genoemde statistieken, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

Amendement 21

Bijlage I, sectie 4, lid 4, Gegevens over het personeelsbestand, regel 3

16 13 1 Aantal werknemers in deeltijd

schrappen

Motivering

Dit amendement vloeit voort uit een overeenkomst met de Raad.

Amendement 22

Bijlage I, sectie 5

Het eerste referentiejaar waarvoor de statistieken worden opgesteld is het kalenderjaar 2006 voor de kenmerken 12 17 0, 13 13 1, 16 13 1 en 16 14 0 en 1995 voor alle andere kenmerken. De gegevens worden opgesteld volgens de indeling in sectie 9. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken over de klassen in groep 65.2 en afdeling 67 van de NACE Rev. 1.1 worden opgesteld, wordt echter volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening vastgesteld.

Het eerste referentiejaar waarvoor de statistieken worden opgesteld is het kalenderjaar 2008. De gegevens worden opgesteld volgens de indeling in sectie 9. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken over de klassen in groep 64.2, 64.3 en 64.9 en afdeling 66 van de NACE Rev. 2 worden opgesteld, wordt echter volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening vastgesteld.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 23

Bijlage I, sectie 7, lid 1

1. De resultaten worden uitgesplitst op het niveau van de in sectie 9 genoemde activiteitenklassen.

1. De resultaten worden uitgesplitst op het niveau van de in sectie 9 genoemde gedetailleerde activiteitenklassen.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 24

Bijlage I, sectie 7, lid 2

2. Voor elke groep van de secties C tot en met K en van afdeling 90, Inzameling en verwerking van afvalwater en afval, van de NACE Rev. 1.1 alsmede voor groep 92.1, Activiteiten op het gebied van film en video, en groep 92.2, Radio en televisie, worden bepaalde resultaten tevens uitgesplitst naar grootteklasse.

2. Voor elke groep van de in sectie 9 bedoelde activiteiten worden bepaalde resultaten tevens uitgesplitst naar grootteklasse.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 25

Bijlage I, sectie 7, lid 3

3. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1 niveau met twee cijfers (afdelingen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).

3. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2 niveau met twee cijfers (afdelingen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 26

Bijlage I, sectie 8, lid 1

1. De resultaten worden toegezonden binnen een termijn van 18 maanden, gerekend vanaf het einde van het kalenderjaar van de referentieperiode, behalve voor klasse 65.11 van de NACE Rev. 1.1 en voor de in de bijlagen V, VI en VII  bedoelde NACE Rev. 1.1-activiteiten. Voor klasse 65.11 geldt een toezendingstermijn van tien maanden. De toezendingstermijn voor de in de bijlagen V, VI en VII bedoelde activiteiten is in deze bijlagen vastgesteld. De toezendingstermijn voor de resultaten voor groep 65.2 en afdeling 67 van de NACE Rev. 1.1 wordt echter volgens de procedure van artikel 12, lid 2,van deze verordening vastgesteld.

1. De resultaten worden toegezonden binnen een termijn van 18 maanden, gerekend vanaf het einde van het kalenderjaar van de referentieperiode, behalve voor klasse 64.11 van de NACE Rev. 2 en voor de in de bijlagen V, VI en VII  bedoelde NACE Rev. 2-activiteiten. Voor klasse 64.11 geldt een toezendingstermijn van tien maanden. De toezendingstermijn voor de in de bijlagen V, VI en VII bedoelde activiteiten is in deze bijlagen vastgesteld. De toezendingstermijn voor de resultaten voor groep 64.2, 64.3 en 64.9 en afdeling 66 van de NACE Rev. 2 wordt echter volgens de procedure van artikel 12, lid 2,van deze verordening vastgesteld.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 27

Bijlage I, sectie 8, lid 2, alinea 1, inleidende formule

2. Behalve voor de afdelingen 65 en 66 van de NACE Rev. 1.1 worden binnen een termijn van tien maanden, gerekend vanaf het einde van het kalenderjaar van de referentieperiode, voorlopige nationale resultaten of schattingen toegezonden voor de bedrijfsstatistieken die betrekking hebben op de volgende kenmerken:

2. Behalve voor de afdelingen 64 en 65 van de NACE Rev. 2 worden binnen een termijn van tien maanden, gerekend vanaf het einde van het kalenderjaar van de referentieperiode, voorlopige nationale resultaten of schattingen toegezonden voor de bedrijfsstatistieken die betrekking hebben op de volgende kenmerken:

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 28

Bijlage I, sectie 8, lid 2, alinea 2

Deze voorlopige resultaten of schattingen worden vanaf het referentiejaar 2006 uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1 niveau met drie cijfers (groepen). Tot en met het referentiejaar 2005 worden ze voor de secties H, I en K van de NACE Rev. 1.1 uitgesplitst volgens de indeling in sectie 9. Voor afdeling 67 van de NACE Rev. 1.1 wordt de toezendingstermijn voor voorlopige resultaten of schattingen vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening.

Deze voorlopige resultaten of schattingen worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2 niveau met drie cijfers (groepen). Voor afdeling 66 van de NACE Rev. 2 wordt de toezendingstermijn voor voorlopige resultaten of schattingen vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 29

Bijlage I, sectie 9, lid 1, alinea 1

1. Vanaf het referentiejaar 2006 worden de gegevens opgesteld aan de hand van de volgende NACE Rev. 1.1-indeling van activiteiten. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken voor de klassen van groep 65.2 en afdeling 67 van de NACE Rev. 1.1 moeten worden opgesteld, wordt echter volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening vastgesteld.

Voor de opstelling van communautaire statistieken verstrekken de lidstaten vanaf het referentiejaar 2008 nationale resultaten voor de secties B tot en met N en afdeling 95 van de NACE Rev. 2, uitgesplitst naar klassen. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken voor de klassen van groep 64.2, 64.3 en 64.9 en afdeling 66 van de NACE Rev. 2 moeten worden opgesteld, wordt echter volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening vastgesteld.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 30

Bijlage I, sectie 9, lid 1, alinea 2

Voor de opstelling van communautaire statistieken verstrekken de lidstaten nationale resultaten voor de secties C tot en met K van de NACE Rev. 1.1, uitgesplitst naar klassen, alsmede voor onderstaande klassen van sectie O van de NACE Rev. 1.1.

schrappen

Klasse Titel
90.01
  Afvalwaterinzameling en behandeling
90.02
  Afvalinzameling en verwerking
90.03
  Straatreiniging, sanering en dergelijke activiteiten
92.11
  Productie van films en video's
92.12
  Distributie van films en video's
92.13
  Vertoning van films
92.20
  Radio en televisie

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 31

Bijlage I, sectie 9, lid 2

2. Tot en met het referentiejaar 2005 worden de gegevens opgesteld aan de hand van de volgende indeling van activiteiten in de NACE Rev. 1.1:

2. Tot en met het referentiejaar 2007 worden de gegevens opgesteld aan de hand van de volgende indeling van activiteiten in de NACE Rev. 1.1:

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 32

Bijlage I, sectie 9, lid 2, secties C, D, E en F

SECTIES C, D, E EN F

Winning van delfstoffen; industrie; productie en distributie van elektriciteit, gas en water; bouwnijverheid.

schrappen

Voor de opstelling van communautaire statistieken verstrekken de lidstaten nationale resultaten die naar de klassen van de NACE Rev.1.1 worden uitgesplitst.

 

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 32.

Amendement 33

Bijlage I, sectie 9, lid 2, sectie G

SECTIE G

Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen.

schrappen

Voor de opstelling van communautaire statistieken verstrekken de lidstaten nationale resultaten die naar de klassen van de NACE Rev.1.1 worden uitgesplitst.

 

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 32.

Amendement 34

Bijlage I, sectie 9, lid 2, sectie H

SECTIE H

Hotels en restaurants

55.1 + 55.2

Hotels + Kampeerterreinen en                               schrappen
overige accommodaties voor

kortstondig verblijf

55.3 + 55.4 + 55.5

Restaurants + Drankgelegenheden
+ Kantines en catering

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 32.

Amendement 35

Bijlage I, sectie 9, lid 2, sectie I

SECTIE I

Vervoer, opslag en communicatie

60.1

Vervoer per spoor      

60.21 + 60.22 + 60.23

Overig vervoer te land m.u.v.
goederenvervoer over de weg

60.24

Goederenvervoer over de weg

60.3

Vervoer via pijpleidingen

61.1

Zee- en kustvaart

61.2

Binnenvaart

62

Luchtvaart

63.1 + 63.2 + 63.4

Vervoerondersteunende activiteiten m.u.v
reisbureaus en reisorganisatoren;

hulp aan toeristen, n.e.g.

63.3

Reisbureaus en reisorganisatoren;
hulp aan toeristen, n.e.g.

64.11

Nationale posterijen

64.12

Koeriers exclusief de nationale posterijen

64.2

Telecommunicatie

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 32.

Amendement 36

Bijlage I, sectie 9, lid 2, sectie J

SECTIE J

Financiële intermediairs

Voor de opstelling van communautaire statistieken verstrekken de lidstaten nationale resultaten die naar de klassen van de NACE Rev.1.1 worden uitgesplitst.

schrappen

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 32.

Amendement 37

Bijlage I, sectie 9, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Onverminderd artikel 3, lid 1 zenden de lidstaten aan de Commissie structurele bedrijfsstatistieken over het referentiejaar 2008 toe overeenkomstig de NACE Rev.1.1 en de NACE Rev.2. De lijst van toe te zenden kenmerken met gebruikmaking van de NACE Rev.1.1 classificaties en de details met betrekking tot de productie van de resultaten worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 12.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 38

Bijlage I, sectie 10, lid 1

1. De Commissie laat voor activiteiten in het kader van de secties M, N en O van de NACE Rev.1.1 een reeks modelstudies uitvoeren om na te gaan of het haalbaar is markt en niet-marktactiviteiten in deze secties in het toepassingsgebied op te nemen. Indien de Commissie het op basis van de evaluatie van de modelstudies over de niet-marktactiviteiten in de secties M, N en O van de NACE Rev. 1.1 noodzakelijk acht het huidige toepassingsgebied van deze verordening uit te breiden, doet het hiertoe een voorstel volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag.

1. De Commissie laat voor activiteiten in het kader van de secties P tot en met R en afdelingen 94 en 96 van sectie S van NACE Rev. 2 een reeks modelstudies uitvoeren om na te gaan of het haalbaar is marktactiviteiten in deze secties in het toepassingsgebied op te nemen.

Motivering

Zelfde motivering als bij amendement 21.

Amendement 39

Bijlage I, sectie 10, lid 2

2. De Commissie stelt voor kenmerken betreffende de financiële rekeningen, de investeringen in immateriële goederen en de organisatievormen voor het productiestelsel een reeks programma van modelstudies vast. Deze modelstudies worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de sectoren.

2. De Commissie stelt voor kenmerken betreffende de financiële rekeningen, de investeringen in immateriële goederen, de organisatievormen voor het productiestelsel, de verduidelijking van concepten en de vergelijkbaarheid van arbeidsmarkt - en productiviteitsstatistieken een reeks programma van modelstudies vast. Deze modelstudies worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de sectoren.

Motivering

Amendement 40

Bijlage I, sectie 11

Voor de gemeenschappelijke module bedraagt de overgangsperiode maximaal vier jaar, gerekend vanaf het eerste referentiejaar voor de opstelling van de in sectie 5 genoemde statistieken.

Voor de gemeenschappelijke module bedraagt de overgangsperiode maximaal twee jaar, gerekend vanaf het eerste referentiejaar voor de opstelling van de in sectie 5 genoemde statistieken.

Motivering

Daar het eerste referentiejaar voor nieuwe variabelen met twee jaar naar 2008 wordt vervroegd, moet ook de overgangsperiode met twee jaar worden ingekort.

Amendement 41

Bijlage II, sectie 3

De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in de secties C, D en E van de NACE Rev. 1.1. Deze secties omvatten de activiteiten op het gebied van de winning van delfstoffen (C), de industrie (D) en de productie en distributie van elektriciteit, gas en water (E). De ondernemingsstatistieken hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen die naar hun hoofdactiviteit in de secties C, D en E ingedeeld zijn.

De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in de secties B, C, D en E van de NACE Rev. 2. Deze secties omvatten de activiteiten op het gebied van de winning van delfstoffen (B), de industrie (C), de productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht (D) en de distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering (E). De ondernemingsstatistieken hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen die naar hun hoofdactiviteit in de secties B, C, D en E ingedeeld zijn.

Amendement 42

Bijlage II, sectie 4, lid 3, Gegevens over het personeelsbestand, regel 3

16.13.1 Aantal werknemers in deeltijd

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 43

Bijlage II, sectie 4, lid 3, Specificatie van de omzet naar type activiteit, regel 1, kolom 2

Omzet uit hoofdactiviteit op het niveau van de NACE Rev.1.1 met drie cijfers

Omzet uit hoofdactiviteit op het niveau van de NACE Rev.2 met drie cijfers

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 44

Bijlage II, sectie 4, lid 3, Aankoop van energieproducten, regel 1, kolom 3

Sectie E uitgesloten

Secties D en E uitgesloten

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 45

Bijlage II, sectie 4, lid 5, tabel, gegevens over de kapitaalrekening

Gegevens over de kapitaalrekening

15 11 0 Bruto-investeringen in materiële goederen

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 46

Bijlage II, sectie 5, lid 1, inleidende formule

Het eerste referentiejaar waarvoor de jaarlijkse statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 1995. De eerste referentiejaren voor de met een meerjaarlijkse frequentie op te stellen statistieken worden hieronder gespecificeerd met de codes waarmee de kenmerken worden aangeduid:

Het eerste referentiejaar waarvoor de jaarlijkse statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2008. De eerste referentiejaren voor de met een meerjaarlijkse frequentie op te stellen statistieken worden hieronder gespecificeerd met de codes waarmee de kenmerken worden aangeduid:

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 47

Bijlage II, sectie 5, lid 1, tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Kalenderjaar

Code

1997

15 42 0 en 15 44 1

1999

23 11 0

2004

18 12 0, 18 15 0 en 18 16 0

Amendement van het Parlement

Kalenderjaar

Code

2009

15 42 0 en 15 44 1

2008

23 11 0

2004

18 12 0, 18 15 0 en 18 16 0

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 48

Bijlage II, sectie 5, lid 3

3. Het eerste referentiejaar waarvoor de statistieken voor de kenmerken 21 12 0 en 21 14 0 worden opgesteld, is het kalenderjaar 2001.

3. Het eerste referentiejaar waarvoor de statistieken voor het kenmerk 21 14 0 worden opgesteld, is het kalenderjaar 2010.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 49

Bijlage II, sectie 7, lid 1

1. Behoudens voor de kenmerken 18 11 0, 18 12 0, 18 15 0 en 18 16 0, worden de resultaten van de statistieken uitgesplitst op het NACE Rev.1 .1-niveau met vier cijfers (klassen)

1. Behoudens voor de kenmerken 18 11 0, 18 12 0, 18 15 0 en 18 16 0, worden de resultaten van de statistieken uitgesplitst op het NACE Rev.2-niveau met vier cijfers (klassen)

De kenmerken 18 11 0, 18 12 0, 18 15 0 en 18 16 0 worden uitgesplitst op het NACE Rev.1 .1-niveau met drie cijfers (groepen).

De kenmerken 18 11 0, 18 12 0, 18 15 0 en 18 16 0 worden uitgesplitst op het NACE Rev.2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 50

Bijlage II, sectie 7, lid 2

2. Bepaalde resultaten worden eveneens uitgesplitst naar grootteklasse en op het NACE Rev. 1.1-niveau met drie cijfers (groepen).

2. Bepaalde resultaten worden eveneens uitgesplitst naar grootteklasse en op het NACE Rev. 2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 51

Bijlage II, sectie 7, lid 3

3. De resultaten van de op basis van de eenheden van economische activiteit opgestelde statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met vier cijfers (klasse).

3. De resultaten van de op basis van de eenheden van economische activiteit opgestelde statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met vier cijfers (klasse).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 52

Bijlage II, sectie 7, lid 4

4. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met twee cijfers (afdelingen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).

4. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met twee cijfers (afdelingen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 53

Bijlage II, sectie 7, lid 5

5. De resultaten voor de kenmerken 21 11 0, 21 12 0 en 21 14 0 worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met twee cijfers (afdelingen).

5. De resultaten voor de kenmerken 21 11 0, 21 12 0 en 21 14 0 worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met twee cijfers (afdelingen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 54

Bijlage II, sectie 7, lid 6

6. De resultaten voor de kenmerken 21 11 0, 21 12 0 en 21 14 0 worden uitgesplitst in de volgende milieugebieden: Bescherming van omgevingslucht en klimaat, Afvalwaterbeheer, Afvalbeheer, en Overige milieubeschermende maatregelen. De resultaten voor de milieugebieden worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met twee cijfers (afdelingen).

6. De resultaten voor de kenmerken 21 11 0, 21 12 0 en 21 14 0 worden uitgesplitst in de volgende milieugebieden: Bescherming van omgevingslucht en klimaat, Afvalwaterbeheer, Afvalbeheer, en Overige milieubeschermende maatregelen. De resultaten voor de milieugebieden worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met twee cijfers (afdelingen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 55

Bijlage II, sectie 8, alinea 3

Deze voorlopige resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met drie cijfers (groepen).

Deze voorlopige resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 56

Bijlage II, sectie 9, tabel, Milieugegevens, regel 1, kolom 3

Alleen de specifieke uitsplitsing naar de milieugebieden Biodiversiteit en landschap en Bodem en grondwater

Specifieke uitsplitsing naar investeringen om te voldoen aan het Protocol van Kyoto

Motivering

Naleving van de doelstellingen van het Protocol van Kyoto brengt aanzienlijke kosten met zich mee voor de bedrijfswereld. Daarom zou het interessant zijn om over uitgesplitste gegevens te kunnen beschikken over investeringen om aan deze verplichtingen te voldoen. Gegevens van de zijde van de bedrijven over de gevolgen van milieubeleid van de EU zijn eveneens welkom. Het verzamelen van uitgesplitste gegevens met betrekking tot biodiversiteit, landschap en bodem is geen gemakkelijke zaak en bovendien is ook het afbakenen van de begrippen niet eenvoudig.

Amendement 57

Bijlage II, sectie 9, tabel, Milieugegevens, regel 2, kolom 3

Alleen de specifieke uitsplitsing naar de milieugebieden Biodiversiteit en landschap en Bodem en grondwater

Specifieke uitsplitsing naar investeringen om te voldoen aan het Protocol van Kyoto

Motivering

Zie motivering bij amendement 56.

Amendement 58

Bijlage II, sectie 9, tabel, Milieugegevens, regel 3, kolom 2

Totale lopende uitgaven voor milieubescherming

Totale lopende uitgaven voor milieubescherming met aanwijzing van de uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van milieubeleid van de EU

Motivering

Zie motivering bij amendement 56.

Amendement 59

Bijlage III, sectie 3, lid 1

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in sectie G van de NACE Rev. 1.1. Deze sector bestrijkt de activiteiten van handel en van de reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen. De ondernemingsstatistieken hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen die naar hun hoofdactiviteit in sectie G zijn ingedeeld.

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in sectie G van de NACE Rev. 2. Deze sector bestrijkt de activiteiten van handel en van de reparatie van auto's en motorrijwielen. De ondernemingsstatistieken hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen die naar hun hoofdactiviteit in sectie G zijn ingedeeld.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 60

Bijlage III, sectie 3, lid 2

2. Indien het totale bedrag van de omzet en het aantal werkzame personen in een afdeling van de NACE Rev. 1.1, sectie G, in een lidstaat normaal gezien minder dan 1% van het totaal van de Europese Gemeenschap bedraagt, behoeven de in deze bijlage bedoelde gegevens die niet onder bijlage I vallen, niet te worden verzameld voor de toepassing van de verordening.

2. Indien het totale bedrag van de omzet en het aantal werkzame personen in een afdeling van de NACE Rev. 2, sectie G, in een lidstaat normaal gezien minder dan 1% van het totaal van de Europese Gemeenschap bedraagt, behoeven de in deze bijlage bedoelde gegevens die niet onder bijlage I vallen, niet te worden verzameld voor de toepassing van de verordening.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 61

Bijlage III, sectie 4, lid 3, tabel, Boekhoudgegevens, regel 7 bis (nieuw)

 

13 13 1 Betalingen voor uitzendkrachten

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 62

Bijlage III, sectie 4, lid 3, tabel, Gegevens over het personeelsbestand, regel 3

16 13 1 Aantal werknemers in deeltijd

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 63

Bijlage III, sectie 4, lid 3, tabel, Gegevens over het personeelsbestand, regel 5

16 15 0           Aantal door werknemers gewerkte uren

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 64

Bijlage III, sectie 4, lid 4, tabel, Informatie over de handelsvormen van ondernemingen, kolom 3

Alleen afdeling 52

Alleen afdeling 47

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 65

Bijlage III, sectie 4, lid 6, tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

 Code 

 Titel 

Opmerking

Boekhoudgegevens

12 11 0 

Omzet

Alleen de afdelingen 50 en 52

Informatie over de handelsvormen van ondernemingen

17 33 1

Verkoopruimte

Alleen afdeling 52

Amendement van het Parlement

 Code 

 Titel 

Opmerking

Boekhoudgegevens

12 11 0 

Omzet

Alleen de afdelingen 45 en 47

Informatie over de handelsvormen van ondernemingen

17 33 1

Verkoopruimte

Alleen afdeling 47

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 66

Bijlage III, sectie 5, lid 1, inleidende formule

1. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2006 voor de kenmerken 16 14 0 en 16 15 0 en 1995 voor alle andere kenmerken. De eerste referentiejaren voor de met een meerjaarlijkse frequentie op te stellen statistieken worden hieronder gespecificeerd voor elk van de afdelingen van de NACE Rev. 1.1 waarvoor de gegevens worden verzameld en voor de meerjaarlijkse regionale statistieken:

1. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2008 voor de kenmerken 13 13 1 en 16 14 0 en 1995 voor alle andere kenmerken. De eerste referentiejaren voor de met een meerjaarlijkse frequentie op te stellen statistieken worden hieronder gespecificeerd voor elk van de afdelingen van de NACE Rev. 2 waarvoor de gegevens worden verzameld en voor de meerjaarlijkse regionale statistieken:

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 67

Bijlage III, sectie 5, lid 1, tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Kalenderjaar

Indeling

1997

Afdeling 52

1998

Afdeling 51:

1999

Regionale statistiek:

2000

Afdeling 50:

Amendement van het Parlement

Kalenderjaar

Indeling

2012

Afdeling 47

2008

Afdeling 46:

2009

Regionale statistiek:

2010

Afdeling 45:

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 68

Bijlage III, sectie 7, lid 1

1. Met het oog op het opmaken van communautaire aggregaten produceren de lidstaten nationale resultaten uitgesplitst naar de klassen van de NACE Rev. 1.1.

1. Met het oog op het opmaken van communautaire aggregaten produceren de lidstaten nationale resultaten uitgesplitst naar de klassen van de NACE Rev. 2.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 69

Bijlage III, sectie 7, lid 2

2. Sommige resultaten worden tevens uitgesplitst naar grootteklasse voor elke groep van de NACE Rev. 1.1.

2. Sommige resultaten worden tevens uitgesplitst naar grootteklasse voor elke groep van de NACE Rev. 2.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 70

Bijlage III, sectie 7, lid 3

3. De resultaten van de regionale statistieken worden tegelijkertijd uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met drie cijfers (groepen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden (NUTS).

3. De resultaten van de regionale statistieken worden tegelijkertijd uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met drie cijfers (groepen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden (NUTS).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 71

Bijlage III, sectie 7, lid 4

4. Het toepassingsgebied van de meerjaarlijkse regionale statistieken stemt overeen met de populatie van de lokale eenheden die naar hoofdactiviteit zijn ingedeeld in sectie G. Het kan echter beperkt blijven tot de lokale eenheden die afhankelijk zijn van de ondernemingen die zijn ingedeeld in sectie G van de NACE Rev. 1.1 indien die populatie meer dan 95% van het totale toepassingsgebied bedraagt. Dit cijfer wordt berekend op basis van het werkgelegenheidskenmerk in het ondernemingsregister.

4. Het toepassingsgebied van de meerjaarlijkse regionale statistieken stemt overeen met de populatie van de lokale eenheden die naar hoofdactiviteit zijn ingedeeld in sectie G. Het kan echter beperkt blijven tot de lokale eenheden die afhankelijk zijn van de ondernemingen die zijn ingedeeld in sectie G van de NACE Rev. 2 indien die populatie meer dan 95% van het totale toepassingsgebied bedraagt. Dit cijfer wordt berekend op basis van het werkgelegenheidskenmerk in het ondernemingsregister.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 72

Bijlage III, sectie 8, lid 2, alinea 2

Deze voorlopige resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met drie cijfers (groepen).

Deze voorlopige resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 73

Bijlage III, sectie 9

Voor deze gedetailleerde module bedraagt de overgangsperiode maximaal vier jaar, gerekend vanaf het eerste referentiejaar voor de opstelling van de in sectie 5 genoemde statistieken.

Voor deze gedetailleerde module bedraagt de overgangsperiode maximaal twee jaar, gerekend vanaf het eerste referentiejaar voor de opstelling van de in sectie 5 genoemde statistieken.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 74

Bijlage IV, sectie 3, lid 1

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in sectie F van de NACE Rev. 1.1. De ondernemingsstatistieken hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen die naar hun hoofdactiviteit in sectie F zijn ingedeeld.

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in sectie F van de NACE Rev. 2. De ondernemingsstatistieken hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen die naar hun hoofdactiviteit in sectie F zijn ingedeeld.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 75

Bijlage IV, sectie 3, lid 2

2. Indien het totale bedrag van de omzet en het aantal werkzame personen in een afdeling van de NACE Rev. 1.1, sectie F, in een lidstaat normaal gezien minder dan 1% van het totaal van de Europese Gemeenschap bedraagt, behoeven de in deze bijlage bedoelde gegevens die niet onder bijlage I vallen, niet te worden verzameld voor de toepassing van de verordening.

2. Indien het totale bedrag van de omzet en het aantal werkzame personen in een afdeling van de NACE Rev. 2, sectie F, in een lidstaat normaal gezien minder dan 1% van het totaal van de Europese Gemeenschap bedraagt, behoeven de in deze bijlage bedoelde gegevens die niet onder bijlage I vallen, niet te worden verzameld voor de toepassing van de verordening.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 76

Bijlage IV, sectie 4, lid 3, tabel, Boekhoudgegevens, regel 3, kolom 3

Groepen 45.1 en 45.2 - facultatief

Afdelingen 41 en 42 en groepen 43.1 en 43.9 - facultatief

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 77

Bijlage IV, sectie 4, lid 3, tabel, Boekhoudgegevens, regel 7, kolom 3

Groepen 45.1 en 45.2 - facultatief

Afdelingen 41 en 42 en groepen 43.1 en 43.9 - facultatief

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 78

Bijlage IV, sectie 4, lid 3, tabel, Gegevens over het personeelsbestand, kolom 3

16 13 1 Aantal werknemers in deeltijd

schrappen

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 79

Bijlage IV, sectie 4, lid 3, tabel, Specificatie van de omzet naar type activiteit, regel 1, kolom 2

Omzet uit hoofdactiviteit op het niveau van de NACE Rev.1.1 met drie cijfers

Omzet uit hoofdactiviteit op het niveau van de NACE Rev.2 met drie cijfers

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 80

Bijlage IV, sectie 4, lid 3, tabel, Specificatie van de omzet naar type activiteit, regel 5, kolom 3

Alleen de groepen 45.1 en 45.2

Alleen de afdelingen 41 en 42 en de groepen 43.1 en 43.9 - facultatief

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 81

Bijlage IV, sectie 4, lid 3, tabel, Specificatie van de omzet naar type activiteit, regel 6, kolom 3

Alleen de groepen 45.1 en 45.2

Alleen de afdelingen 41 en 42 en de groepen 43.1 en 43.9 - facultatief

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 82

Bijlage IV, sectie 5, lid 1, inleidende formule

1. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2006 voor kenmerk 16 13 1 en 1995 voor alle andere kenmerken. De eerste referentiejaren voor de met een meerjaarlijkse frequentie op te stellen statistieken worden hieronder gespecificeerd met de codes waarmee de kenmerken worden aangeduid.

1. Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2008. De eerste referentiejaren voor de met een meerjaarlijkse frequentie op te stellen statistieken worden hieronder gespecificeerd met de codes waarmee de kenmerken worden aangeduid.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 83

Bijlage IV, sectie 5, lid 1, tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Kalenderjaar

Code

1997

15 44 1

1998

16 13 1

1999

23 11 0 en 23 12 0

2004

18 21 1, 18 12 2, 18 15 0, 18 16 0, 18 31 0 en 18 32 0

Amendement van het Parlement

Kalenderjaar

Code

2009

15 44 1

 

 

2008

23 11 0 en 23 12 0

2004

18 12 1, 18 12 2, 18 15 0, 18 16 0, 18 31 0 en 18 32 0

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 84

Bijlage IV, sectie 7, lid 1

1. Behoudens voor de kenmerken 18 11 0 en 15 44 1 worden de resultaten van de statistieken uitgesplitst op het NACE Rev.1.1-niveau met vier cijfers (klassen).

1. Behoudens voor de kenmerken 18 11 0 en 15 44 1 worden de resultaten van de statistieken uitgesplitst op het NACE Rev.2-niveau met vier cijfers (klassen).

De resultaten voor de kenmerken 18 11 0, 15 44 1, 18 12 1, 18 12 2, 18 15 0, 18 16 0, 18 31 0 en 18 32 0 worden uitgesplitst op het NACE Rev.1.1-niveau met drie cijfers (groepen).

De resultaten voor de kenmerken 18 11 0, 15 44 1, 18 12 1, 18 12 2, 18 15 0, 18 16 0, 18 31 0 en 18 32 0 worden uitgesplitst op het NACE Rev.2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 85

Bijlage IV, sectie 7, lid 2

2. Sommige resultaten worden eveneens uitgesplitst naar grootteklasse en op het NACE Rev. 1.1-niveau met drie cijfers (groepen).

2. Sommige resultaten worden eveneens uitgesplitst naar grootteklasse en op het NACE Rev. 2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 86

Bijlage IV, sectie 7, lid 3

3. De resultaten van de op basis van de eenheden van economische activiteit opgestelde statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met vier cijfers (klassen).

3. De resultaten van de op basis van de eenheden van economische activiteit opgestelde statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met vier cijfers (klassen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 87

Bijlage IV, sectie 7, lid 4

4. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met twee cijfers (afdelingen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).

4. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met twee cijfers (afdelingen) en op niveau 2 van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 88

Bijlage IV, sectie 8, alinea 3

Deze voorlopige resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met drie cijfers (groepen).

Deze voorlopige resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met drie cijfers (groepen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 89

Bijlage V, sectie 3, lid 1

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in afdeling 66, met uitzondering van klasse 66.02, van de NACE Rev. 1.1.

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in afdeling 65, met uitzondering van groep 65.3, van de NACE Rev. 2.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 90

Bijlage V, sectie 3, lid 3

3. Bovendien worden de bijkantoren van verzekeringsondernemingen, bedoeld in titel III van de Richtlijnen 73/239/EEG en 79/267/EEG. van de Raad, waarvan de activiteiten binnen een van de in lid 1 bedoelde klassen van de NACE Rev. 1.1 vallen, gelijkgesteld aan de overeenkomstige ondernemingen zoals gedefinieerd in lid 2.

3. Bovendien worden de bijkantoren van verzekeringsondernemingen, bedoeld in titel III van de Richtlijnen 73/239/EEG en 2002/83/EG1 van de Raad, waarvan de activiteiten binnen een van de in lid 1 bedoelde klassen van de NACE Rev. 2 vallen, gelijkgesteld aan de overeenkomstige ondernemingen zoals gedefinieerd in lid 2.

___________
1 Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5.11.2002 betreffende levensverzekering (PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 91

Bijlage V, sectie 3, lid 4

4. Voor de doeleinden van de geharmoniseerde communautaire statistiek staat het de lidstaten vrij de in artikel 3 van Richtlijn 73/239/EEG en in artikel 2, leden 2 en 3, alsmede in de artikelen 3 en 4 van Richtlijn 79/267/EEG bedoelde ondernemingen buiten beschouwing te laten.

4. Voor de doeleinden van de geharmoniseerde communautaire statistiek staat het de lidstaten vrij de in artikel 3 van Richtlijn 73/239/EEG en in artikel 3, leden 2, 3, 5, 6 en 7 van Richtlijn 2002/83/EG bedoelde ondernemingen buiten beschouwing te laten.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 92

Bijlage V, sectie 5

Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 1996 voor de kenmerken en statistieken van lijst A en het kalenderjaar 2000 voor de kenmerken en statistieken van lijst B.

Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2008.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 93

Bijlage V, sectie 6

De resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met vier cijfers (klassen).

De resultaten worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met vier cijfers (klassen).

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 94

Bijlage V, sectie 8

De Commissie licht het bij Richtlijn 91/675/EEG ingestelde Comité voor het verzekeringswezen in over de praktische uitvoering van deze module en over alle maatregelen voor aanpassingen aan economische en technische ontwikkelingen inzake de verzameling en statistische bewerking van de gegevens en de verwerking en de toezending van de resultaten, waartoe overeenkomstig artikel 12, lid 2,) van deze verordening wordt besloten.

De Commissie licht het bij Besluit van de Commissie 2004/9/EG van november 20031 ingestelde Europese Comité voor verzekeringen en bedrijfspensioenen in over de praktische uitvoering van deze module en over alle maatregelen voor aanpassingen aan economische en technische ontwikkelingen inzake de verzameling en statistische bewerking van de gegevens en de verwerking en de toezending van de resultaten, waartoe overeenkomstig artikel 12, lid 2,) van deze verordening wordt besloten.

___________
1 PB L 3 van 7.1.2004, blz. 34.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 95

Bijlage VI, sectie 3, lid 1

1. De statistieken worden opgesteld voor de activiteiten van kredietinstellingen in de klassen 65.12 en 65.22 van de NACE Rev. 1.1.

1. De statistieken worden opgesteld voor de activiteiten van kredietinstellingen in de klassen 64.19 en 64.92 van de NACE Rev.2.

Amendement 96

Bijlage VI, sectie 3, lid 3

3. Bijkantoren van kredietinstellingen als bedoeld in artikel 24 van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen, wier activiteiten in de klassen 65.12 en 65.22 van de NACE Rev. 1.1 vallen, worden gelijkgesteld aan de in lid 2 gespecificeerde kredietinstellingen.

3. Bijkantoren van kredietinstellingen als bedoeld in artikel 24 van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen, wier activiteiten in de klassen 64.19 en 64.92 van de NACE Rev. 2 vallen, worden gelijkgesteld aan de in lid 2 gespecificeerde kredietinstellingen.

Amendement 97

Bijlage VI, sectie 5

Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken voor de in sectie 4 genoemde kenmerken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2001.

Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken voor de in sectie 4 genoemde kenmerken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2008.

Amendement 98

Bijlage VI, sectie 6, lid 1

1. De resultaten worden uitgesplitst naar de NACE Rev. 1.1-klassen 65.12 en 65.22.

1. De resultaten worden uitgesplitst naar de NACE Rev. 2-klassen 64.19 en 64.92.

Amendement 99

Bijlage VI, sectie 6, lid 2

2. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met vier cijfers (klassen) en op niveau 1 van de nomenclatuur van territoriale eenheden (NUTS).

2. De resultaten van de regionale statistieken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met vier cijfers (klassen) en op niveau 1 van de nomenclatuur van territoriale eenheden (NUTS).

Amendement 100

Bijlage VII, sectie 3, lid 1

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten in klasse 66.02 van de NACE Rev. 1.1. Deze klasse omvat de activiteiten van zelfstandige pensioenfondsen.

1. De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten in klasse 65.03 van de NACE Rev. 2. Deze groep omvat de activiteiten van zelfstandige pensioenfondsen.

Amendement 101

Bijlage VII, sectie 5

Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken voor de in sectie 4 genoemde kenmerken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2002.

Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken voor de in sectie 4 genoemde kenmerken worden opgesteld, is het kalenderjaar 2008.

Amendement 102

Bijlage VII, sectie 6, lid 1

1. De resultaten voor de in sectie 4, punt 2, genoemde kenmerken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 1.1-niveau met vier cijfers (klassen).

1. De resultaten voor de in sectie 4, punt 2, genoemde kenmerken worden uitgesplitst op het NACE Rev. 2-niveau met vier cijfers (klassen).

Amendement 103

Bijlage VII, sectie 6, lid 2

2. De resultaten voor de in sectie 4, punt 3, genoemde kenmerken worden uitgesplitst op het niveau van de NACE Rev. 1.1-secties.

2. De resultaten voor de in sectie 4, punt 3, genoemde kenmerken worden uitgesplitst op het niveau van de NACE Rev. 2-secties.

Amendement 104

Bijlage VIII, sectie 3

De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in afdeling 72 en in de klassen 74.11, 74.12, 74.13, 74.14, 74.20, 74.30, 74.40 en 74.50 van de NACE Rev. 1.1. Bij deze sectoren gaat het om de Activiteiten in verband met computers en een deel van de Overige zakelijke dienstverlening. De statistieken in deze module hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen met 10 of meer werkzame personen, waarvan de hoofdactiviteit in bovengenoemde afdeling of klassen is ingedeeld.

De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten bedoeld in afdeling 62 en in de groepen 58.2 en 63.1 en afdeling 69, groep 73.2, groep 70.2, afdeling 71, groep 73.1 en afdeling 78 van de NACE Rev. 2. Bij deze sectoren gaat het om een deel van de publicatieactiviteiten, de dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie, een deel van de activiteiten op het gebied van informatiedienstverlening en beroeps-, wetenschappelijke en technische activiteiten alsmede arbeidsbemiddeling en personeelswerk. De statistieken in deze module hebben betrekking op de populatie van alle ondernemingen met 20 of meer werkzame personen, waarvan de hoofdactiviteit in bovengenoemde afdeling of klassen is ingedeeld.

 

Op zijn vroegst in 2011 mag de Commissie onderzoek doen naar de noodzaak en de mogelijkheid om de lagere grens van de referentiepopulatie te veranderen. Op grond van zo'n studie worden maatregelen tot wijziging van niet-essentiële elementen van deze verordening betreffende de verandering van de lagere limiet goedgekeurd conform de in artikel 12, lid 3 bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Motivering

Zie motivering bij amendement 21.

Amendement 105

Bijlage VIII, sectie 4, lid 2, inleidende formule

2. Kenmerken waarvoor voor ondernemingen behorend tot afdeling 72 of klasse 74.40 of 74.50 van de NACE Rev. 1.1 jaarlijks statistieken moeten worden opgesteld:

2. Kenmerken waarvoor voor ondernemingen behorend tot afdeling 62 en de groepen 58.2, 63,1, 73.1 en afdeling 78 van de NACE Rev. 2 jaarlijks statistieken moeten worden opgesteld:

Amendement 106

Bijlage VIII, sectie 4, lid 3, inleidende formule

3. Kenmerken waarvoor voor ondernemingen behorend tot klasse 74.11, 74.12, 74.13, 74.14, 74.20 of 74.30 van de NACE Rev. 1.1 tweejaarlijkse statistieken moeten worden opgesteld:

3. Kenmerken waarvoor voor ondernemingen behorend tot de groepen 69.1, 69.2, 73.2, 70.2, 71.1 en 71.2 van de NACE Rev. 2 tweejaarlijkse statistieken moeten worden opgesteld:

Amendement 107

Bijlage VIII, sectie 5

Het eerste referentiejaar waarvoor voor de activiteiten vallend onder afdeling 72 en de klassen 74.40 en 74.50 van de NACE Rev. 1.1 jaarlijkse statistieken en voor de activiteiten van de klassen 74.11, 74.12 en 74.14 van de NACE Rev. 1.1 tweejaarlijkse statistieken moeten worden opgesteld, is het kalenderjaar waarin deze verordening in werking treedt. Het eerste referentiejaar waarvoor voor de activiteiten behorend tot de klassen 74.13, 74.20 en 74.30 van de NACE Rev. 1.1 tweejaarlijkse statistieken moeten worden opgesteld, is het kalenderjaar na het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Het eerste referentiejaar waarvoor voor de activiteiten vallend onder afdeling 62 en de groepen 58.2 en 63.1, 73.1 en afdeling 78 van de NACE Rev. 2 jaarlijkse statistieken en voor de activiteiten van de groepen 69.1, 69.2 en 70.2 van de NACE Rev. 2 tweejaarlijkse statistieken moeten worden opgesteld, is het jaar 2008. Het eerste referentiejaar waarvoor voor de activiteiten behorend tot de groepen 73.2, 71.1, 71.2 van de NACE Rev. 2 tweejaarlijkse statistieken moeten worden opgesteld, is het jaar 2009.

Amendement 108

Bijlage VIII, sectie 6, lid 1

1. Met het oog op de opstelling van communautaire statistieken produceren de lidstaten nationale resultaten uitgesplitst naar afdeling 72 en de klassen 74.11, 74.12, 74.13, 74.14, 74.20, 74.30, 74.40 en 74.50 van de NACE Rev. 1.1.

1. Met het oog op de opstelling van communautaire statistieken produceren de lidstaten nationale resultaten uitgesplitst naar afdeling 62 en de groepen 58.2, 63.1, 69.1, 69.2, 73.2, 70.2, 71.1, 71.2, 71.3 en afdeling 78 van de NACE Rev. 2.

Amendement 109

Bijlage VII, sectie 6, lid 2

2. Voor afdeling 72 en de klassen 74.11, 74.12, 74.13, 74.14, 74.20, 74.30, 74.40 en 74.50 van de NACE Rev. 1.1 worden de omzetgegevens ook uitgesplitst naar product en plaats van vestiging van de cliënt.

2. Voor afdeling 62, de groepen 58.2, 63.1, 69.1, 69.2, 73.2, 70.2, 71.1, 71.2. en 73.1 en afdeling 78 van de NACE Rev. 2 worden de omzetgegevens ook uitgesplitst naar product en plaats van vestiging van de cliënt.

Amendement 110

Bijlage IX, sectie 8, lid 2

2. Sommige resultaten, vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening, worden ook uitgesplitst in grootteklassen overeenkomstig de in sectie 10 gespecificeerde mate van gedetailleerdheid. Voor sectie K van de NACE Rev. 1.1 behoeven de resultaten alleen in groepen te worden uitgesplitst.

2. Sommige resultaten, vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening, worden ook uitgesplitst in grootteklassen overeenkomstig de in sectie 10 gespecificeerde mate van gedetailleerdheid. Voor de secties L, M en N van de NACE Rev. 2 behoeven de resultaten alleen in groepen te worden uitgesplitst.

Amendement 111

Bijlage IX, sectie 8, lid 3

3. Sommige resultaten, vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening, worden ook uitgesplitst naar rechtsvorm overeenkomstig het in sectie 10 genoemde niveau, behalve die voor sectie K van de NACE Rev. 1.1, die alleen in groepen behoeven te worden uitgesplitst.

3. Sommige resultaten, vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening, worden ook uitgesplitst naar rechtsvorm overeenkomstig het in sectie 10 genoemde niveau, behalve die voor de secties L, M en N van de NACE Rev. 2, die alleen in groepen behoeven te worden uitgesplitst.

Amendement 112

Bijlage IX, sectie 10, lid 1, inleidende formule

Onderstaande indeling van activiteiten heeft betrekking op de NACE Rev. 1.1.

1. Voor de gegevens van de referentiejaren 2004 t/m 2007 wordt onderstaande indeling die betrekking heeft op de NACE Rev. 1.1 ter beschikking gesteld.

Amendement 113

Bijlage IX, sectie 10, Indeling van activiteiten, lid 1 bis (nieuw)

 

Voor de gegevens van het referentiejaar 2008 en daarna wordt de onderstaande indeling van activiteiten met betrekking tot de NACE Rev. 2 geëist:

 

Sectie B

Winning van delfstoffen

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van de NACE Rev. 2. - secties

 

Sectie C

Industrie

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van NACE Rev. 2, codes C, 10+11+12, 13+14, 15, 16, 17+18, 19, 20+21, 22, 23, 24+25, 26+27, 28, 29+30, 31+32 en 33.

 

Secties D, E en F

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en airconditioning; watervoorziening, riolering, afvalbeheer en saneringsactiviteiten; bouwnijverheid

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van de NACE Rev. 2. – secties.

 

Sectie G

Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's en motorrijwielen

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten voor de NACE Rev. 2, codes G, 45, 46, 47, 47.1, 47.2, 47.3, 47.4+47.5+47.6+47.7 en 48.8+48.9.

 

Secties H en I

Vervoer en opslag; hotels en restaurants

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van de NACE Rev. 2-afdelingen.

 

Sectie J

Voorlichting en communicatie

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van de NACE Rev. 2 afdelingen en voorts op het niveau van de NACE Rev. 2 klassen van afdeling 62.

 

Sectie K

Financiële en verzekeringsactiviteiten

Groep 64.2 van de NACE Rev. 2 valt buiten het toepassingsgebied van deze bijlage. Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van de NACE Rev. 2-afdelingen.

 

Secties L, M en N

Exploitatie van en handel in onroerend goed, professionele, wetenschappelijke en technische dienstverlening; administratieve en ondersteunende dienstverlening

Om de opstelling van communautaire statistieken mogelijk te maken, verstrekken de lidstaten nationale resultaten op het niveau van de NACE Rev. 2-klassen.

Amendement 114

Bijlage IX, sectie 10, Indeling van activiteiten, lid 1 ter (nieuw)

 

Gegevens voor het referentiejaar 2008 worden verstrekt overeenkomstig de indeling van de NACE Rev. 1.1 en overeenkomstig en paragraaf 1 van deze sectie. Daartoe behoren ook gegevens over ondernemingen die zijn opgericht in 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 die in 2008 nog bestonden (kenmerken 11 94 1, 11 94 2, 11 94 3, 11 94 4, 11 94 5, 16 94 1, 16 94 2, 16 94 3, 16 94 4, 16 94 5, 16 95 1, 16 95 2, 16 95 3, 16 95 4, 16 95 5).

Amendement 115

Bijlage IX, sectie 10, Speciale aggregaten

Om de opstelling van communautaire statistieken over de bedrijvendemografie voor de sector informatie- en communicatietechnologie mogelijk te maken, wordt een aantal speciale aggregaten van de NACE Rev. 1.1 toegezonden. Deze aggregaten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening.

Om de opstelling van communautaire statistieken over de bedrijvendemografie voor de sector informatie- en communicatietechnologie mogelijk te maken, wordt een aantal speciale aggregaten van de NACE Rev. 2 toegezonden. Deze aggregaten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2, van deze verordening.

Amendement 116

Bijlage IX, sectie 12, lid 1, streepje 3

– productie van gegevens over de secties M, N en O van de NACE Rev. 1.1.

– productie van gegevens over de secties P, Q, R en S van de NACE Rev. 2.

Amendement 117

Bijlage X

 

 

Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad (PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1)

Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad (PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1) onverminderd het bepaalde in artikel 14 van deze verordening

Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98 van de Raad (PB L 52 van 21.2.1998, blz. 1)

Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98 van de Raad (PB L 52 van 21.2.1998, blz. 1)

Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1614/2002 van de Commissie (PB L 244 van 12.9.2002, blz. 7)

Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1614/2002 van de Commissie (PB L 244 van 12.9.2002, blz. 7)

Verordening (EG) nr. 2056/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 317 van 21.11.2002, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 2056/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 317 van 21.11.2002, blz. 1)

Punt 69 van bijlage III van Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

Punt 69 van bijlage III van Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

 

Bijlage II van Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.)

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

TOELICHTING

De achtergronden en doelstellingen van het voorstel

Dit voorstel is ingediend om de procedure te wijzigen en bedoeld ter vervanging van Verordening 58/97[1] van 20 december 1996 over structurele bedrijfsstatistieken (eerder zijn hierop 4 amendementen ingediend) waarin het gemeenschappelijk kader wordt geschetst voor het verzamelen, samenstellen, doorgeven en evalueren van communautaire statistieken over structuur, activiteit, concurrentie en prestatie van bedrijven.

Het doel van dit initiatief is nauwkeuriger informatie te verschaffen over de jaarlijkse economische activiteiten als reactie op nieuwe behoeften, met name in verband met het toezicht op en de evaluatie van het communautair beleid op bepaalde terreinen, in het bijzonder die van de interne markt en de implementatie van de Lissabon-strategie. Dit vult een belangrijk tekort op aan informatie en is van belang voor zowel beleidsmakers als ter ondersteuning van de besluitvorming door bedrijven.

Naast het verschaffen van betere en meer relevante gegevens is het voorstel bedoeld om de wetgeving en de procedures te vereenvoudigen en de kosten voor bedrijven en de nationale overheden te verminderen.

De voorgestelde wijzigingen richten zich op:

-  een nieuwe bijdrage over bedrijfsdemografie, een terrein waarop nauwkeurige informatie ontbreekt. Het is een belangrijke indicator voor beleidsvorming en een belangrijk onderdeel in de context van de structurele indicatoren zoals verlangd door de tussentijdse bijstelling van de Lissabon-strategiedoelstellingen;

-  een nieuwe bijlage over bedrijfsdiensten - deze bijlage is bedoeld om de competitiviteit in kaart te brengen van diensten en de bijdrage aan het presteren van Europese ondernemingen;

-  een ad hoc module - dit moet een flexibeler methode mogelijk maken voor onderzoek op andere terreinen en daarmee inspelen op behoeften aan informatie.

Algemeen commentaar

1. Het initiatief van de Commissie wordt toegejuicht en het voorstel moderniseert de bestaande Verordening 58/97 op belangrijke punten zoals diensten en bedrijfsdemografie, een van de belangrijkste lacunes in de nationale en communautaire informatiestelsels. Het voorstel om flexibiliteit te introduceren via ad hoc oplossingen moet eveneens worden beschouwd als een positieve doelstelling omdat het snel inspelen op nieuwe statistische behoeften mogelijk moet maken.

2. Wat de vereenvoudiging, de kosten en bureaucratiebesparing betreft, is het voorstel voor de nieuwe verordening zeer welkom; het streven om meer gebruik te maken van bestuurlijke bronnen en de methodologieën te harmoniseren verdient ondersteuning. Bezuiniging op de kosten is de achtergrond van het voorgestelde schrappen van 25 varianten.

Een andere positieve doelstelling is de vereenvoudiging van de bestaande wetgeving, die met name spreekt uit de voorgestelde harmonisering van de structuur van de verschillende bijlagen. Verdere vooruitgang op dit terrein is evenwel toe te juichten en uiteindelijk mogelijk.

3. Wij ondersteunen dit voorstel en de nagestreefde vereenvoudiging, maar leggen de nadruk op de noodzaak van een evaluatie van de kosten vooraf. De lasten voor het bedrijfsleven zijn vanzelfsprekend moeilijk in kaart te brengen, maar mogen niet worden onderschat, vooral voor het MKB.

4. Het benadrukken van kostenbesparing als doelstelling, de relevantie van tijdige zorgvuldige statistieken op nationaal en Europese niveau is van het grootste belang zowel voor het bedrijfsleven als voor overheidsbeleid en toezicht. Betere statistieken moeten worden beschouwd als politieke prioriteit die adequate financiële steun verdient zowel op nationaal als communautair niveau om ervoor te zorgen dat de middelen beschikbaar zijn die deze uitdaging nodig maakt.

Gedetailleerd commentaar

Het voorgestelde schrappen van een groot aantal varianten om kosten te besparen, betekent onder meer dat er relevante beleidvormingsindicatoren verloren gaan, met name over energie en de bouw. Energie is een Europese prioriteit zowel qua veiligheid als economische concurrentiepositie en informatie over energiekosten voor bedrijven mag niet verloren gaan. Gegevens over de bouwsectorontwikkelingen en een opsplitsen van de onderdelen zijn een relevante macro-economische indicator zowel voor een beleidsanalyse op korte termijn als om de ontwikkelingen van de huizenmarktprijs in kaart te brengen.

Een beter evenwicht tussen de eisen om te rapporteren over industrie en diensten is een van de doelstellingen van dit voorstel. Dit is nagestreefd dankzij meer omvattende informatie over diensten. Het verdient tevens de voorkeur de bestaande opsplitsing van activiteiten voor de industrie te herzien. Ook al is het gestelde doel van een breder gebruik van administratieve bronnen toe te juichen, er is in de praktijk weinig vooruitgang geboekt op dit terrein met het huidige voorstel. Gelet op de potentiële mogelijkheden van gebruik van deze bronnen, maar ook de noodzaak om de nationale procedures op dit terrein te harmoniseren, moeten er meer stappen worden gezet in het bijzonder in de richting van uitwisseling van beste praktijken.

Ook kan er meer vooruitgang worden geboekt door betere articulatie en compatibiliteit tussen de structurele bedrijfsstatistiekeisen en de informatie uit sectoronderzoeken omdat sommige sectoriële informatiebehoeften niet worden vervangen door de inhoud van deze verordening.

Bijzondere zorg moet worden besteed opdat deze verordening volledig in de praktijk compatibel is met de herziening van NACE, omdat zij vóór NACE rev. 2 van kracht zal worden.

De compatibiliteit tussen de twee voorstellen (dit voorstel en NACE rev. 2) maakt het nodig om het tijdschema voor de implementatie te verduidelijken. Het voorstel van de Commissie dat 2006 noemt als het eerste jaar van implementatie, is verouderd; dit moet worden vervangen door het jaar dat volgt op goedkeuring van dit voorstel; Verordening 48/97 zou dan tot die datum van toepassing kunnen zijn.

Wat de milieutechnische en werkgelegenheidsinformatie betreft, is het nodig dat er meer informatie komt over praktijken van recyclage en gezondheid en bescherming van werknemers alsook een opsplitsing van kosten in verband met de naleving van het Kyoto-protocol.

Tevens zijn modelstudies welkom. Harmonisering van de arbeidsmarktindicatoren, met name van de werktijden, behoeft meer voorbereidende arbeid omdat het begrip "volledige arbeidstijdequivalent" van lidstaat tot lidstaat aanzienlijk verschilt. Het begrip werktijden biedt een gemeenschappelijke basis. Modelstudies moeten helpen deze maatregelen aan te scherpen.

  • [1]  PB L 14 van 17.1.1997.

PROCEDURE

Titel

Structurele statistieken over de ondernemingen

Document- en procedurenummers

COM(2006)0066 - C6-0063/2006 - 2006/0020(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

16.3.2006

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

ITRE

16.3.2006

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

ITRE

20.3.2006

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Elisa Ferreira

14.3.2006

 

 

Datum goedkeuring

28.2.2007

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

38

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Manuel António dos Santos, Jonathan Evans, Elisa Ferreira, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Donata Gottardi, Gunnar Hökmark, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in ‘t Veld, Piia-Noora Kauppi, Wolf Klinz, Christoph Konrad, Kurt Joachim Lauk, Andrea Losco, Astrid Lulling, Cristobal Montoro Romero, John Purvis, Alexander Radwan, Dariusz Rosati, Heide Rühle, Antolín Sánchez Presedo, Peter Skinner, Cristian Stănescu, Margarita Starkevičiūtė, Ieke van den Burg, Sahra Wagenknecht

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Valdis Dombrovskis, Salvador Garriga Polledo, Werner Langen, Maria Petre, Gianni Pittella, Andreas Schwab, Lars Wohlin

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Philip Dimitrov Dimitrov

Datum indiening

7.3.2007                                          A6-0062/2007