VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten
27.3.2007 - (COM(2006)0135 – C6‑0100/2006 – 2006/0042(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Sharon Bowles
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten
(COM(2006)0135 – C6‑0100/2006 – 2006/0042(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0135)[1],
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285, lid 1 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0100/2006),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0077/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 1 | |
(1) Voor een volumevergelijking van het bruto binnenlands product (BBP) tussen de lidstaten onderling heeft de Commissie absoluut behoefte aan koopkrachtpariteiten (KKP's) waarin de verschillen in prijspeil tussen de lidstaten tot uiting komen. |
(1) Voor een rechtstreekse volumevergelijking van het bruto binnenlands product (BBP) tussen de lidstaten onderling heeft de Commissie absoluut behoefte aan koopkrachtpariteiten (KKP's) waarin de verschillen in prijspeil tussen de lidstaten worden geëlimineerd. |
Motivering | |
Preciezere formulering. | |
Amendement 2 Overweging 3 | |
(3) Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen moet samen met deel 15 van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003, "Regionaal beleid en coördinatie van structurele middelen", worden gelezen. Artikel 3, lid 1, bepaalt dat de regio's die onder doelstelling 1 vallen, NUTS II-regio's moeten zijn, met een BBP per inwoner, gemeten in KKP's en berekend aan de hand van communautaire gegevens, dat lager is dan 75% van het communautaire gemiddelde. Bij gebrek aan regionale KKP's moeten voor het vaststellen van de lijst van regio's die voor steun uit de structuurfondsen in aanmerking komen, nationale KKP's worden gebruikt; deze KKP's kunnen ook worden gebruikt om te bepalen hoeveel middelen aan iedere regio moeten worden toegewezen. ___________ |
(3) In artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/19991 wordt bepaald: "Voor financiering uit de structuurfondsen in het kader van de convergentiedoelstelling komen de regio's in aanmerking die behoren tot niveau II van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (hierna "NUTS II" genoemd) in de zin van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 20032, en een bruto binnenlands product (BBP) per inwoner hebben dat, gemeten in koopkrachtpariteit en berekend aan de hand van de communautaire gegevens voor de periode 2000-2002, lager is dan 75 % van het gemiddelde BBP van de EU-25 voor dezelfde referentieperiode". Bij gebrek aan regionale KKP's moeten voor het vaststellen van de lijst van regio's die voor steun uit de structuurfondsen in aanmerking komen, nationale KKP's worden gebruikt; deze KKP's kunnen ook worden gebruikt om te bepalen hoeveel middelen aan iedere regio moeten worden toegewezen. _____________ 2 PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 105/2007 van de Commissie (PB L 39 van 10.2.2007, blz. 1). |
Motivering | |
Om de overweging aan te passen aan de geldende wetgeving. | |
Amendement 3 Overweging 3 bis (nieuw) | |
|
(3 bis) De lidstaten worden aangemoedigd gegevens voor regionale koopkrachtpariteiten te produceren. |
Motivering | |
Ter bevordering van zo accuraat mogelijke gegevens. | |
Amendement 4 Overweging 4 | |
(4) Artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds1 moet samen met deel 15 van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003, "Regionaal beleid en coördinatie van structurele middelen", worden gelezen. Artikel 2, lid 1, bepaalt dat uit het Fonds een financiële bijdrage wordt verleend voor projecten die bijdragen tot de in het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde doelstellingen op het gebied van het milieu en van Trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur in lidstaten waarvan het bruto nationaal product (BNP) per hoofd van de bevolking, gemeten in koopkrachtpariteiten, minder dan 90% van het gemiddelde voor de Gemeenschap bedraagt en die over een programma beschikken waardoor aan de voorwaarden inzake economische convergentie bedoeld in artikel 104 C van het Verdrag wordt voldaan. _______________ 2 PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd door de Toetredingsakte van 2003. |
(4) In artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt bepaald: "De lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds zijn de lidstaten met een bruto nationaal inkomen (BNI) per inwoner, uitgedrukt in koopkrachtpariteit en berekend aan de hand van de communautaire gegevens voor de periode 2001-2003, dat lager is dan 90 % van het gemiddelde BNI van de EU-25 en die een programma hebben om te voldoen aan de in artikel 104 van het Verdrag vervatte voorwaarden voor economische convergentie". |
Motivering | |
Zie amendement 2. | |
Amendement 5 Overweging 6 | |
(6) De huidige methoden en praktijken in de Europese Unie, die momenteel als specifieke statistische programma's onder Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek vallen, moeten in een juridisch kader worden geplaatst. __________ 1 PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1). |
(6) De Commissie (Eurostat) verzamelt al jaarlijks basisgegevens over koopkrachtpariteiten die door de lidstaten vrijwillig worden verstrekt. Deze actie is een geconsolideerde praktijk in de lidstaten geworden. Toch is een wettelijk kader nodig, om de duurzame ontwikkeling, productie en verspreiding van koopkrachtpariteiten te garanderen. |
Motivering | |
Om vast te stellen dat met de verordening een bestaande vrijwillige praktijk wordt bevestigd en om rechtszekerheid voor de toekomst te bieden. | |
Amendement 6 Overweging 6 bis (nieuw) | |
|
(6 bis) De periodieke verstrekking van voorlopige resultaten, die op dit ogenblik praktijk is, moet worden voortgezet, om zo recent mogelijke cijfers ter beschikking te hebben. |
Motivering | |
Aanpassing aan de bestaande praktijk. | |
Amendement 7 Overweging 7 | |
(7) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. |
(7) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden1. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening en/of ter aanvulling van deze verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG vastgestelde regelgevingsprocedure met toetsing. ______________ 1 PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit als gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11). |
Motivering | |
Comitologiebesluit van de Raad van 17 juli 2006 (2006/512/EG) tot wijziging van Besluit 1999/468/EG. | |
Amendement 8 Overweging 7 bis (nieuw) | |
|
(7 bis) Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
Motivering | |
Overweging betreffende het subsidiariteitsbeginsel, op basis van de standaardformulering in punt 10.15.4 van de Gemeenschappelijke praktische handleiding. | |
Amendement 9 Artikel 1 | |
Deze verordening beoogt de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten (KKP's) en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten. De KKP's geven alleen verschillen in prijspeil en bestedingsgewichten weer. |
Deze verordening beoogt de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten (KKP's) en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten. |
Motivering | |
Preciezere formulering. Er kunnen ook valutaomrekeningsfactoren zijn en de definitie wordt het beste gelaten zoals ze is in artikel 3, (i). | |
Amendement 10 Artikel 2, lid 1, alinea 2 bis (nieuw) | |
|
De gegevens worden op zijn minst verzameld met de frequentie genoemd in bijlage I. Een frequentere verzameling van gegevens wordt alleen gepland, als dit door de omstandigheden verantwoord is . |
Motivering | |
Geen al te omslachtige voorschriften. | |
Amendement 11 Artikel 3, letter f) | |
f) "product": een ten behoeve van prijswaarnemingen nauwkeurig omschreven goed of dienst; |
f) "product": een ten behoeve van prijswaarnemingen nauwkeurig omschreven goed of dienst; |
Motivering | |
Niet van toepassing op de Nederlandse tekst. | |
Amendement 12 Artikel 3, letter l) | |
l) "representativiteitsindicatoren": merktekens of andere indicatoren voor producten die landen zelf als representatief hebben geselecteerd; |
l) "representativiteitsindicatoren": merktekens of andere indicatoren voor producten die lidstaten zelf als representatief hebben geselecteerd; |
Motivering | |
Voor consistentie met artikel 3, onder j). | |
Amendement 13 Artikel 3, letter m) | |
m) "gelijke representativiteit": een eis waaraan de samenstelling van de lijst van producten voor een elementaire post moet voldoen, waarbij elk land de prijzen kan bepalen van dat aantal representatieve producten dat met het oog op de heterogeniteit van de producten en het prijspeil voor de elementaire post en op de bestedingen voor de elementaire post als passend kan worden beschouwd; |
m) "gelijke representativiteit": een eis waaraan de samenstelling van de lijst van producten voor een elementaire post moet voldoen, waarbij elke lidstaat de prijzen kan bepalen van dat aantal representatieve producten dat met het oog op de heterogeniteit van de producten en het prijspeil voor de elementaire post en op de bestedingen voor de elementaire post als passend kan worden beschouwd; |
Motivering | |
Zie amendement 12. | |
Amendement 14 Artikel 3, letter p) | |
p) "referentiejaar": een kalenderjaar waarop de jaarresultaten betrekking hebben; |
p) "referentiejaar": een kalenderjaar waarop specifieke jaarresultaten betrekking hebben; |
Motivering | |
Preciezere formulering. | |
Amendement 15 Artikel 4, lid 1, inleidende formule | |
1. De Commissie is verantwoordelijk voor: |
1. De Commissie (Eurostat) is verantwoordelijk voor: |
Motivering | |
Voor consistentie in de verordeningen. Dit is de standaardformulering. | |
Amendement 16 Artikel 4, lid 1, letter d) | |
d) de ontwikkeling van een methodiek in overleg met de lidstaten; |
d) de ontwikkeling en communicatie van een methodiek in overleg met de lidstaten; |
Motivering | |
De Commissie moet ook verantwoordelijk zijn voor de communicatie van de methodiek aan de lidstaten. | |
Amendement 17 Artikel 4, lid 1, letter e bis) (nieuw) | |
|
e bis) de opstelling en verspreiding van de methodologische handleiding in bijlage I, punt 1.1; |
Amendement 18 Artikel 4, lid 1, alinea 2 | |
Eurostat voert deze taken namens de Commissie uit. |
schrappen |
Motivering | |
Voor consistentie in de verordeningen. Samen te lezen met bovenstaand amendement 15. | |
Amendement 19 Artikel 4, lid 2, alinea 2 | |
Zodra de validering van de gegevens volgens de procedure van punt 5.2 van bijlage I is afgesloten, bevestigen de lidstaten schriftelijk de enquêteresultaten waarvoor zij verantwoordelijk zijn. |
Zodra de validering van de gegevens volgens de procedure van punt 5.2 van bijlage I is afgesloten, bevestigen de lidstaten binnen een periode van maximum een maand schriftelijk de enquêteresultaten waarvoor zij verantwoordelijk zijn. |
Motivering | |
Om te garanderen dat de gegevens zo spoedig mogelijk beschikbaar zijn. | |
Amendement 20 Artikel 6, lid 1 | |
1. De in bijlage I vermelde basisgegevens worden verzameld bij statistische eenheden zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 696/1993 van de Raad1, of worden verkregen uit andere bronnen, mits de daarin opgenomen gegevens aan de in punt 5.1 van bijlage I genoemde kwaliteitseisen voldoen. ____________ 1PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1. |
1. De in bijlage I vermelde basisgegevens worden verzameld bij statistische eenheden zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 696/1993 van de Raad1, of worden verkregen uit andere bronnen, mits de daarin opgenomen gegevens aan de in punt 5.1 van bijlage I genoemde kwaliteitseisen voldoen. De lidstaat stelt de Commissie bij de toezending van de gegevens in kennis van het type van de statistische eenheid of bron. _______________ 1PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1). |
Motivering | |
Om twijfel te voorkomen. | |
Amendement 21 Artikel 7, lid 2, alinea 2 | |
Zij verstrekken de Commissie (Eurostat) ook gedetailleerde informatie over eventuele latere wijzigingen in de gebruikte methoden. |
Zij verstrekken de Commissie (Eurostat) ook gedetailleerde informatie over en de redenen voor eventuele latere wijzigingen in de gebruikte methoden of eventuele afwijkingen van de in bijlage I genoemde methodologische handleiding. |
Motivering | |
De methodiek moet worden gevolgd, maar als dit niet mogelijk is, moet zulks worden gemeld. | |
Amendement 22 Artikel 9, lid 1, alinea 3 | |
Dit lid laat het recht van de Commissie (Eurostat) onverlet om eerder dan 36 maanden na afloop van het referentiejaar voorlopige resultaten te publiceren. |
Dit lid laat het recht van de Commissie (Eurostat) onverlet om eerder dan 36 maanden na afloop van het referentiejaar voorlopige resultaten te publiceren en de Commissie (Eurostat) stelt deze ter beschikking van het publiek, onder andere op haar website. |
Motivering | |
Zie amendement 20. | |
Amendement 23 Artikel 11, lid 2, alinea 1 | |
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit. |
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis, lid 1 en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit. |
Motivering | |
Zie amendement 6. | |
Amendement 24 Artikel 12, alinea 2, inleidende formule | |
Het gaat hierbij in het bijzonder om de volgende maatregelen: |
Het gaat hierbij om de volgende maatregelen: |
Motivering | |
Comitologie. Er mag geen ruimte zijn voor toevoegingen, de lijst moet volledig zijn. Een verwijzing naar de relevante bijlage zorgt voor meer duidelijkheid. | |
Amendement 25 Artikel 12, alinea 2, letter b) | |
b) vaststelling van een reeks minimumnormen met het oog op de noodzakelijke vergelijkbaarheid en representativiteit van de gegevens; |
b) vaststelling van een reeks minimumnormen met het oog op de noodzakelijke vergelijkbaarheid en representativiteit van de gegevens volgens de specificeringen in de punten 5.1 en 5.2 van bijlage I; |
Motivering | |
Zie amendement 24. | |
Amendement 26 Artikel 12, alinea 2, letter c) | |
c) vaststelling van de precieze eisen waaraan de te gebruiken methodiek moet voldoen; |
c) vaststelling van de precieze eisen waaraan de te gebruiken methodiek moet voldoen volgens de specificeringen in bijlage I; |
Motivering | |
Zie amendement 24. | |
Amendement 27 Artikel 12, alinea 2, letter d) | |
d) aanpassing van de lijst van elementaire posten en vaststelling en aanpassing van gedetailleerde omschrijvingen van de inhoud van de elementaire posten, mits deze in overeenstemming blijven met het ESR 1995 of eventuele daaropvolgende systemen. |
d) aanpassing van de lijst van elementaire posten (volgens de specificeringen in bijlage II) en vaststelling en aanpassing van gedetailleerde omschrijvingen van de inhoud van de elementaire posten, mits deze in overeenstemming blijven met het ESR 1995 of eventuele daaropvolgende systemen. |
Motivering | |
Zie amendement 24. | |
Amendement 28 Artikel 12 bis (nieuw) | |
|
Artikel 12 bis 1. De lidstaten ontvangen van de Commissie een financiële bijdrage van maximaal 70% van de kosten die volgens de regels van de Commissie voor subsidie in aanmerking komen. 2. De hoogte van deze financiële bijdrage wordt vastgesteld als deel van de jaarlijkse begrotingsprocedures van de Europese Unie. De begrotingsautoriteit stelt de jaarlijks beschikbare kredieten vast. |
Amendement 29 Bijlage I, punt 1.2 | |
1.2 De Commissie (Eurostat) stelt uiterlijk 31 oktober van elk jaar in overleg met de lidstaten een jaarlijks werkprogramma voor het volgende kalenderjaar vast, waarin een tijdschema is opgenomen voor de specificatie en de levering van de voor dat jaar vereiste gegevens. |
1.2 De Commissie (Eurostat) stelt uiterlijk 30 november van elk jaar in overleg met de lidstaten een jaarlijks werkprogramma voor het volgende kalenderjaar vast, waarin een tijdschema is opgenomen voor de specificatie en de levering van de voor dat jaar vereiste gegevens. |
Motivering | |
Aanpassing aan de bestaande praktijk. | |
Amendement 30 Bijlage I, punt 1.4 bis (nieuw) | |
|
1.4 bis. Als een lidstaat geen volledige basisgegevens verstrekt, specificeert hij waarom de gegevens onvolledig zijn, wanneer hij volledige gegevens zal verstrekken of, in voorkomend geval, waarom geen volledige basisgegevens ter beschikking kunnen worden gesteld. |
Motivering | |
De redenen waarom gegevens niet worden verstrekt, moeten bekend zijn, zodat eventueel correcties kunnen worden aangebracht. | |
Amendement 31 Bijlage I, punt 5.3.2 | |
5.3.2 Iedere lidstaat laat zijn KKP-procedure ten minste een keer in de zes jaar door de Commissie (Eurostat) beoordelen. Bij deze jaarlijks geplande en in het jaarlijkse werkprogramma opgenomen beoordelingen wordt onderzocht of de verordening in acht wordt genomen. De Commissie (Eurostat) stelt een op de beoordeling gebaseerd verslag op. |
5.3.2 Iedere lidstaat laat zijn KKP-procedure ten minste een keer in de zes jaar door de Commissie (Eurostat) beoordelen. Bij deze jaarlijks geplande en in het jaarlijkse werkprogramma opgenomen beoordelingen wordt onderzocht of de verordening in acht wordt genomen. De Commissie (Eurostat) stelt een op de beoordeling gebaseerd verslag op dat toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek, onder andere op de website van de Commissie. |
Motivering | |
(Eerste wijziging niet van toepassing op de Nederlandse tekst. Wat de tweede wijziging betreft:) extra transparantie. | |
Amendement 32 Bijlage I, punt 10.5 | |
10.5 Indien de waarden van de BBP-bestedingen of de bevolkingsschattingen meer dan 21 maanden na afloop van het referentiejaar worden herzien, hoeven de KKP-resultaten niet meer te worden gecorrigeerd. |
10.5 Indien de waarden van de BBP-bestedingen of de bevolkingsschattingen meer dan 33 maanden na afloop van het referentiejaar worden herzien, hoeven de KKP-resultaten niet meer te worden gecorrigeerd. |
Motivering | |
Zie amendement 29. |
- [1] Nog niet gepubliceerd in het PB.
TOELICHTING
Achtergrond
Koopkrachtpariteiten zijn omrekeningsfactoren die het mogelijk maken prijzen uit verschillende landen uit te drukken in rechtstreeks vergelijkbare eenheden. De omrekeningsfactoren elimineren hiertoe het effect van prijspeilverschillen en munten. Koopkrachtpariteiten kunnen ook worden gebruikt als deler van een nationale prijs, om een koopprijsstandaard te verkrijgen, waarmee dezelfde hoeveelheid goederen en diensten kan worden gekocht ongeacht het land. Deze kan bijgevolg worden gebruikt voor volumevergelijkingen.
Koopkrachtpariteiten worden internationaal zowel in de publieke als in de particuliere sfeer gebruikt voor diverse kwalitatieve en economische beoordelingen, en in de Europese Unie om te bepalen of een regio in aanmerking komt voor financiering uit de Structuurfondsen (als het BBP per inwoner lager is dan 75 % van het gemiddelde BBP van de EU-25) en het Cohesiefonds (als het BNI per inwoner lager is dan 90 % van het gemiddelde BNI van de EU-25). De Commissie gebruikt koopkrachtpariteiten ook om correctiecoëfficiënten te berekenen voor de salarissen en pensioenen van ambtenaren en ander personeel van de Europese Gemeenschappen, een verplichting overeenkomstig het Statuut.
Doel van de verordening is te codificeren wat al diverse jaren praktijk is, aangezien de lidstaten vrijwillig gegevens verstrekken. Deze ingreep is nodig, omdat in verordeningen van de Raad is vastgelegd dat de Commissie het BBP moet berekenen op basis van de koopkracht. Met deze nieuwe verordening kan de verantwoordelijkheid van de nationale instanties bij de opstelling van statistieken en van procedures voor de instelling van een adequate methodiek worden verduidelijkt. Zij komt bovendien op het geschikte ogenblik, gelet op de nieuwe internationale samenwerking op het gebied van koopkrachtpariteiten, waarbij de EU een voortrekkersrol speelt.
Prijsvergelijking is ook belangrijk voor het volgen van de consumptieprijzen voor een brede waaier van beleidsterreinen, bijvoorbeeld met betrekking tot prijsconvergentie op de gemeenschappelijke markt en in de eurozone, overheidsaankopen en aspecten van de mededinging. Zij heeft dus zowel economisch als politiek belang.
Voorstellen met de verordening
De Commissie is via Eurostat verantwoordelijk voor de coördinatie op het gebied van de koopkrachtpariteiten en voor de berekening en publicatie van deze pariteiten, op basis van door de lidstaten verzamelde gegevens. De lidstaten moeten informatie over een reeks basisgegevens verstrekken, volgens een methodiek en een jaarlijks werkprogramma dat de Commissie vooraf in overleg met de lidstaten vaststelt. Sommige gegevens, zoals de waarden van de BBP-bestedingen, huurwaarden en salarissen, zullen elk jaar moeten worden verstrekt. Andere, met name de prijzen van consumptiegoederen en diensten, zullen om de drie jaar moeten worden verstrekt, maar worden in de praktijk verzameld op basis van een continu cyclisch programma, zodat elke productgroep om de drie jaar wordt onderzocht. Correctiefactoren waarmee correcties mogelijk zijn voor tijdsverschillen (temporele aanpassing) en regionale variatie (ruimtelijke aanpassing) moeten respectievelijk jaarlijks en om de zes jaar worden toegepast. De opgenomen frequenties zijn minimumfrequenties, dus in theorie kan vaker om gegevens worden verzocht.
Amendementen
Er worden wijzigingen voorgesteld om de verwijzingen naar de relevante verordeningen van de Raad te actualiseren en te verduidelijken dat de periodieke verstrekking van voorlopige resultaten, die op dit ogenblik praktijk is, wordt voortgezet, om zo recent mogelijke cijfers ter beschikking te hebben.
Het Commissievoorstel voorziet niet in de verplichting regionale cijfers te produceren of regionale ruimtelijke correctiecoëfficiënten te berekenen. Het klopt dat de verordening geen omslachtige voorschriften mag instellen, maar er zijn lidstaten met aanzienlijke regionale prijsverschillen en het is belangrijk dat inspanningen worden geleverd om de desbetreffende gegevens te berekenen, ook al gebeurt dit vrijwillig.
Een maximumperiode van een maand wordt ingesteld voor de schriftelijke goedkeuring van de enquêteresultaten door de lidstaten, zodra de validering van de gegevens is afgesloten.
De minimumfrequenties die voor de gegevensverzameling worden ingesteld, mogen niet zonder reden worden verhoogd, om geen te zware last te veroorzaken.
De nieuwe comitologieprocedure is van toepassing.
Om zo groot mogelijke transparantie te garanderen moeten tussentijdse cijfers, beoordelingsverslagen en verslagen waarin wordt onderzocht of de verordening in acht wordt genomen, ter beschikking worden gesteld op een website.
ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (19.12.2006)
aan de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten
(COM(2006)0135 – C6‑0100/2006 – 2006/0042(COD))
Rapporteur voor advies: Gerardo Galeote
BEKNOPTE MOTIVERING
KKP's zijn omrekeningskoersen voor valuta's voor de omzetting in een gemeenschappelijke kunstmatige valuta, de zogeheten koopkrachtstandaard (KKS) die aldus de koopkracht van de verschillende nationale valuta op een gelijk niveau brengen. Met andere woorden zij elimineren de verschillen in prijsniveau tussen de landen bij het omrekeningsproces en maken daarmee een zinvolle en zuivere volumevergelijking van het BBP en de BBP-aggregaten tussen landen mogelijk. Ook na de invoering van de euro is het nog nodig KKP's te berekenen, omdat de koopkracht van de euro in de afzonderlijke landen van de eurozone uiteenloopt en afhangt van het nationale prijsniveau.
KKP's zijn indicatoren die voor de EU vanuit economisch en beleidstechnisch oogpunt van vitaal belang zijn. Voor het tijdvak 2007-2013 worden ze door de structuurfondsen gebruikt als verplichte normen voor het cohesiefonds. De Commissie heeft de statutaire verplichting het BBP te berekenen op grond van de koopkracht. De lidstaten echter zijn tot dusverre niet verplicht tot samenwerking. In het voorstel van de Commissie voor een verordening zal de Commissie via Eurostat de verantwoordelijkheid dragen voor de coördinatie van de basisinformatie, de berekening en publicatie van de KKP's en, in overleg met de lidstaten voor de aanpassing van de toegepaste methodes. De lidstaten moeten de basisinformatie leveren, een certificaat van de onderzoeksresultaten publiceren en de geldigheid van de geleverde gegevens waarborgen.
De rapporteur beklemtoont de noodzaak van een extra inspanning voor de verbetering van de doeltreffendheid van het statistisch instrument van de EU, zowel in technische zin als wat betreft het personeelsbestand. Ter vergroting van de doeltreffendheid en de actualiteit van de verzamelde statistieken dient de coördinatie tussen Eurostat en de nationale instituten voor statistiek te worden verbeterd. De rapporteur is er bezorgd over dat de Commissie (Eurostat) de KKP's berekent per land en niet per regio; dit wordt ook opgemerkt in het advies van het Economisch en Sociaal Comité[1]. Deze berekeningen worden echter gebruikt om de economische prestaties van de regio's te evalueren Regionale verschillen in prijsniveau van goederen en diensten binnen dezelfde lidstaat zijn geen uitzondering. Het is dan ook van essentieel belang dat de lidstaten zich, zowel in economisch als in technisch opzicht inspannen om ervoor te zorgen dat geografische prijsverschillen zo nauwkeurig mogelijk door ruimtelijke correctiecoëfficiënten worden weergegeven.
Voor de berekening van de KKP's bestaat momenteel geen rechtskader en de voorgestelde verordening dient dit rechtsvacuüm op de juiste wijze op te vullen. Gezien de noodzaak voor bindende regels die de bevoegdheden van de Commissie en de lidstaten vastleggen en de werkzaamheden een statutaire grondslag bieden, moet het Commissievoorstel voor een verordening worden toegejuicht.
AMENDEMENTEN
De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[2] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 1 | |
(1) Voor een volumevergelijking van het bruto binnenlands product (BBP) tussen de lidstaten onderling heeft de Commissie absoluut behoefte aan koopkrachtpariteiten (KKP's) waarin de verschillen in prijspeil tussen de lidstaten tot uiting komen. |
(1) Voor een volumevergelijking van het bruto binnenlands product (BBP) tussen de lidstaten onderling heeft de Commissie absoluut behoefte aan koopkrachtpariteiten (KKP's) waarin de verschillen in prijspeil tussen de lidstaten tot uiting komen, aangezien bij internationale BBP- en prijsvergelijkingen fouten in de basisgegevens voor een bepaald land, het uiteindelijke resultaat kunnen vertekenen. |
Motivering | |
Idealiter leveren vergelijkingen van het BBP resultaten op die de verschillen blootleggen bij de verzameling van de nationale rekeningen en niet worden beïnvloed door verschillen in het volume van producten. Wegens verschillende consumptiepatronen en prijsniveaus tussen landen moet in beginsel een maximum aan prijzen worden verzameld voor de vaststelling van betrouwbare KKP's die op de juiste wijze de prijsontwikkelingen in de landen meten. | |
Amendement 2 Overweging 1 bis (nieuw) | |
|
(1 bis) De Commissie berekent van oudsher de KKP's per land en aangezien er vaak regionale verschillen in de prijzen van goederen en diensten zijn, is een extra inspanning nodig om ervoor te zorgen dat de berekende KKP's ook de regionale prijsverschillen weerspiegelen, met inbegrip van de regionale prijsvariaties die te zien zijn in de ultraperifere regio's, de noordelijke regio's en schaars bevolkte regio's. |
Motivering | |
Volgt dezelfde lijn als de tekst van de rapporteur voor advies, omdat het doel van de toevoeging is dat de gebruikte methoden voor de berekening van de KKP's worden aangepast aan de ultraperifere regio's, en de noordelijke en/of schaars bevolkte regio's, die geconfronteerd worden met buitengewone en permanente beperkingen (bijvoorbeeld grote afstand van het Europese continent) die rechtstreekse gevolgen hebben voor de prijzen van goederen. | |
Amendement 3 Overweging 2 bis (nieuw) | |
|
(2 bis) Voor de berekening van communautaire KKP's is een adequate coördinatie tussen Eurostat en de nationale instellingen voor statistiek onontbeerlijk. |
Motivering | |
De coördinatie tussen Eurostat en de nationale instellingen voor statistiek moet worden verbeterd om de doeltreffendheid en de nauwkeurigheid van de verzamelde statistieken te vergroten. | |
Amendement 4 Overweging 7 | |
(7) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. |
(7) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. Artikel 8 van besluit 1999/468/EG moet strikt worden toegepast. |
Motivering | |
Juridische verduidelijking waarmee het Parlement actiever kan worden betrokken bij besluitvorming en de tenuitvoerlegging van de maatregelen die nodig zijn voor de toepassing van deze verordening. | |
Amendement 5 Artikel 2, lid 1, alinea 2 | |
Die gegevens omvatten prijzen, de uitsplitsing van de besteding van het BBP en andere in bijlage I genoemde gegevens. |
Die gegevens omvatten prijzen, waarin rekening wordt gehouden met eventuele regionale verschillen, de uitsplitsing van de besteding van het BBP en andere in bijlage I genoemde gegevens. |
Motivering | |
De Commissie (Eurostat) berekent de KKP's per land en niet per regio. Aangezien er zeer opvallende regionale variaties in hetzelfde economische gebied kunnen worden vastgesteld, kunnen berekeningen op deze grondslag wellicht leiden tot misleidende resultaten. | |
Amendement 6 Artikel 4, lid 1, letters d) en e) | |
d) de ontwikkeling van een methodiek in overleg met de lidstaten; |
d) de ontwikkeling van een methodiek die kan worden toegepast op nationaal en regionaal niveau, in overleg met de lidstaten en rekening houdend met de visie van de relevante regionale partners, met inbegrip van een specifieke methodiek die moet worden toegepast op de ultraperifere regio's, de noordelijke regio's en regio's met een lage bevolkingsdichtheid, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Verdrag; |
e) de garantie dat de lidstaten gelegenheid krijgen om vóór publicatie hun opmerkingen over de KKP-resultaten kenbaar te maken en dat de Commissie (Eurostat) naar behoren met deze opmerkingen rekening zal houden. |
e) de garantie dat de lidstaten en de relevante regionale partners gelegenheid krijgen om vóór publicatie hun opmerkingen over de KKP-resultaten kenbaar te maken en dat de Commissie (Eurostat) naar behoren met deze opmerkingen rekening zal houden. |
Motivering | |
Met deze toevoeging moet de methodiek die gebruikt wordt om KKP's te berekenen beter op regionale situaties, die verschillen van de algemene nationale situatie, worden toegesneden. | |
Amendement 7 Artikel 4, lid 1, letter e bis) (nieuw) | |
|
e bis) transparantie en informatie aan het Europees Parlement over de berekening van KKP's. |
Motivering | |
KKP's zijn voor de Unie essentiële indicatoren op het punt van economie en beleid. In het Commissievoorstel wordt verklaard dat met het scheppen van een rechtsgrondslag de transparantie, actualiteit en kwaliteit van het gehele ontstaansproces van KKP's wordt vergroot. Het is van essentieel belang dat transparantie en een adequate informatiestroom naar het Europees Parlement gewaarborgd is. | |
Amendement 8 Artikel 4, lid 2, alinea 1 | |
2. De lidstaten leveren de basisgegevens volgens de procedure van bijlage I. |
2. De lidstaten leveren de basisgegevens volgens de procedure van bijlage I en nemen daarbij de regionale prijsverschillen binnen de lidstaten tussen prijzen van goederen en diensten in aanmerking, om te voorkomen dat bij de berekening van KKP's distorsies optreden. |
Motivering | |
Zie de motivering bij de amendementen 1 en 2. | |
Amendement 9 Bijlage 1, deel 2, punt 2.1, tabel, regel 5 | |
Prijzen van consumptiegoederen en diensten en daarmee verbonden representativiteitsindicatoren: Driejaarlijks |
Prijzen van consumptiegoederen en diensten en daarmee verbonden representativiteitsindicatoren: Tweejaarlijks |
Motivering | |
Aangezien de prijzen voortdurend verschillen (dat wil zeggen, meer dan één maal per drie jaar) moet de bijwerking van de basisinformatie doeltreffender worden. Deze noodzaak moet in evenwicht worden gebracht met de eis dat de procedures voor het vergaren en leveren van informatie niet al te bureaucratisch zijn. | |
Amendement 10 Bijlage 1, deel 3, punt 3.1 | |
3.1. Onverminderd artikel 2, lid 2, mag de gegevensverzameling beperkt blijven tot een of meer plaatsen in het economisch gebied. De op deze manier verzamelde gegevens mogen voor de berekening van de KKP's worden gebruikt, mits ze vergezeld gaan van geschikte ruimtelijke aanpassingsfactoren voor de berekening van de voor het nationale gemiddelde representatieve gegevens op basis van de op deze plaatsen verzamelde enquêtegegevens. |
3.1. Onverminderd artikel 2, lid 2, mag de gegevensverzameling beperkt blijven tot een of meer plaatsen in het economisch gebied. De op deze manier verzamelde gegevens mogen voor de berekening van de KKP's worden gebruikt, mits ze vergezeld gaan van geschikte ruimtelijke aanpassingsfactoren en informatie over de prijzen van gebruiksgoederen en diensten en indicatoren voor de representativiteit voor de berekening van de voor het nationale gemiddelde representatieve gegevens op basis van de op deze plaatsen verzamelde enquêtegegevens. |
Motivering | |
Dit informatieniveau is van essentieel belang, omdat anders de berekening van de KKP's tot verkeerde gegevens leidt, die gebaseerd zijn op informatie, waarbij niet genoeg rekening wordt gehouden met de prijzen van goederen en diensten ter plaatse respectievelijk de plaatsen in de economische zone waarop deze berekening betrekking heeft. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten |
||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0135 – C6‑0100/2006 – 2006/0042(COD) |
||||||
Commissie ten principale |
ECON |
||||||
Advies uitgebracht door |
REGI |
||||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
|
||||||
Rapporteur voor advies |
Gerardo Galeote 25.4.2006 |
||||||
Vervangen rapporteur voor advies |
|
||||||
Behandeling in de commissie |
6.11.2006 |
23.11.2006 |
|
|
|
||
Datum goedkeuring |
19.12.2006 |
||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
29 1 0 |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jean Marie Beaupuy, Rolf Berend, Jana Bobošíková, Graham Booth, Gerardo Galeote, Iratxe García Pérez, Eugenijus Gentvilas, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Ambroise Guellec, Pedro Guerreiro, Marian Harkin, Konstantinos Hatzidakis, Mieczysław Edmund Janowski, Gisela Kallenbach, Tunne Kelam, Miroslav Mikolášik, Francesco Musotto, Lambert van Nistelrooij, Jan Olbrycht, Markus Pieper, Francisca Pleguezuelos Aguilar, Elisabeth Schroedter, Grażyna Staniszewska, Catherine Stihler, Margie Sudre |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Simon Busuttil, Emanuel Jardim Fernandes, Holger Krahmer, Richard Seeber, László Surján |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
|
||||||
PROCEDURE
Titel |
Basisgegevens over koopkrachtpariteiten |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0135 - C6-0100/2006 - 2006/0042(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
22.3.2006 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 3.4.2006 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
REGI 3.4.2006 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Sharon Bowles 3.4.2006 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
6.11.2006 |
23.1.2007 |
28.2.2007 |
|
||||
Datum goedkeuring |
21.3.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
38 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pervenche Berès, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Manuel António dos Santos, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Donata Gottardi, Benoît Hamon, Gunnar Hökmark, Sophia in ‘t Veld, Othmar Karas, Piia-Noora Kauppi, Wolf Klinz, Guntars Krasts, Kurt Joachim Lauk, Andrea Losco, Astrid Lulling, Gay Mitchell, Cristobal Montoro Romero, Joseph Muscat, Lapo Pistelli, John Purvis, Alexander Radwan, Bernhard Rapkay, Dariusz Rosati, Heide Rühle, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Lydia Shouleva, Margarita Starkevičiūtė, Ieke van den Burg, Sahra Wagenknecht |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Katerina Batzeli, Werner Langen, Janusz Onyszkiewicz, Gianni Pittella, Andreas Schwab, Lars Wohlin |
|||||||
Datum indiening |
27.3.2007 |
|||||||