AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad
16.4.2007 - (13484/1/2006 – C6‑0039/2007 – 2004/0248(COD)) - ***II
Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Jacques Toubon
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad
(13484/1/2006 – C6‑0039/2007 – 2004/0248(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (13484/1/2006 – C6‑0039/2007),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0708),
– gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2006)0171),
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6‑0144/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 OVERWEGING 4 | |
(4) De consumentenbescherming wordt bevorderd door een aantal richtlijnen die na de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG zijn aangenomen, en met name door Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten. |
(4) De consumentenbescherming wordt bevorderd door een aantal richtlijnen die na de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG zijn aangenomen, en met name door Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten. De lidstaten die dit nog niet hebben gedaan, dienen te overwegen Richtlijn 98/6/EG vrijwillig ook op bepaalde kleine detailhandelszaken toe te passen. |
Amendement 2 OVERWEGING 9 | |
(9) Aangezien de handhaving van verplichte nominale hoeveelheden als een afwijking is te beschouwen, dient zij op gezette tijden opnieuw te worden geëvalueerd op grond van de opgedane ervaring en om tegemoet te komen aan de behoeften van consumenten en producenten. Voor bovenbedoelde sectoren dient de bestaande Gemeenschapswetgeving te worden aangepast, vooral om de vastgelegde communautaire nominale hoeveelheden te beperken tot de hoeveelheden die het meest aan de consument worden verkocht. |
(9) Aangezien de handhaving van verplichte nominale hoeveelheden als een afwijking is te beschouwen, met uitzondering van de sector wijnen en gedistilleerde dranken, die specifieke kenmerken heeft, dient zij op gezette tijden opnieuw te worden geëvalueerd op grond van de opgedane ervaring en om tegemoet te komen aan de behoeften van consumenten en producenten. Voor bovenbedoelde sectoren kan de Commissie, wanneer zij een verstoring van de markt en/of een destabilisering van het koopgedrag van de consumenten, in het bijzonder de meest kwetsbare consumenten, vaststelt, de lidstaten toestaan de in artikel 2, lid 2 voorziene overgangstermijnen te handhaven en met name de meest verkochte hoeveelheden van de verplichte reeks te handhaven. |
Amendement 3 OVERWEGING 9 BIS (nieuw) | |
|
(9 bis) Brood is een basisvoedingsmiddel dat in vele lidstaten onder nationale regelgeving inzake gewichten en ingrediënten valt. In lidstaten waar voorverpakt brood een hoog percentage van de normale consumptie uitmaakt, bestaat er een nauw verband tussen de grootte van de verpakking en het gewicht van het brood. |
Amendement 4 ARTIKEL 1, LID 1 | |
1. Bij deze richtlijn worden voorschriften voor nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten vastgesteld. Zij is van toepassing op voorverpakte producten en voorverpakkingen in de zin van artikel 2 van Richtlijn 76/211/EEG. |
1. Bij deze richtlijn worden voorschriften voor nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten vastgesteld. Zij is van toepassing op voorverpakte producten en voorverpakkingen in de zin van artikel 2 van Richtlijn 76/211/EEG. Onverminderd de bepalingen van artikel 2 is zij niet van toepassing op voorverpakt brood, waarvoor nationale voorschriften inzake nominale hoeveelheden van toepassing blijven. |
Motivering | |
Met dit amendement wordt beoogd ervoor te zorgen dat consumenten de beschikking blijven hebben over de plaatselijk vervaardigde producten waaraan zij gewend zijn. | |
Amendement 5 ARTIKEL 2, LID 2, ALINEA 2 | |
De lidstaten die thans verplichte nominale hoeveelheden voor witte suiker voorschrijven, kunnen zulks blijven doen tot …** ______________ ** 72 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn. |
schrappen |
Amendement 6 ARTIKEL 3 | |
De lidstaten zien erop toe dat de in punt 2 van de bijlage vermelde producten die in voorverpakkingen binnen de in punt 1 van de bijlage vermelde intervallen zijn verpakt, uitsluitend in de handel worden gebracht indien zij in de in punt 1 van de bijlage vermelde nominale hoeveelheden zijn voorverpakt. |
De lidstaten zien erop toe dat de in punt 2 van de bijlage vermelde producten die in voorverpakkingen binnen de in punt 1 en punt 1 bis van de bijlage vermelde intervallen zijn verpakt, uitsluitend in de handel worden gebracht indien zij in de in punt 1 en punt 1 bis van de bijlage vermelde nominale hoeveelheden zijn voorverpakt. |
Amendement 7 ARTIKEL 9, LID 3 | |
3. De Commissie ziet toe op de toepassing van artikel 2, lid 2, op basis van haar eigen bevindingen en van de verslagen van de betrokken lidstaten. |
3. De Commissie ziet toe op de toepassing van artikel 2, lid 2, op basis van haar eigen bevindingen en van de verslagen van de betrokken lidstaten. Meer in het bijzonder observeert de Commissie de marktontwikkelingen na de omzetting en overweegt zij, in het licht van de resultaten van dit toezicht, de toepassing van maatregelen voor de follow-up van de richtlijn door handhaving van verplichte grootten voor de verpakking van de goederen bedoeld in artikel 2, lid 2. |
Amendement 8 BIJLAGE, PUNT 1 BIS (nieuw) | |
Witte suiker |
In het interval 250 g - 1500 g, uitsluitend de volgende 5 hoeveelheden: 250 - 500 - 750 - 1000 - 1500 g |
Brood (voorverpakt) |
In het interval 400 g - 1000 g, uitsluitend de 2 volgende hoeveelheden: 400 - 800 g |
Amendement 9 BIJLAGE, PUNT 2, POST 6 BIS (nieuw) | |
Witte Suiker |
Suiker zoals gedefinieerd in deel A, punten 1, 2 en 3, van de bijlage bij Richtlijn 2001/111/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers1 _____________ 1 PB L 10 van 12.1.2002, blz. 53. |
Amendement 10 BIJLAGE, PUNT 2 (DEFINITIES), POST 6 TER (nieuw) | |
Voorverpakt brood |
"Standard British Loaf" |
- [1] Aangenomen teksten van 2.2.2006, P6_TA(2006)0036.
TOELICHTING
In deze ogenschijnlijk technische tekst gaat het in feite om producten die behoren tot de eerste levensbehoeften van de consumenten in de Unie. Het gaat erom het juiste evenwicht te vinden tussen vrij verkeer van goederen, bescherming van de consument en beheersing van de productiekosten, zodat de betrokken KMO's concurrerend kunnen blijven.
Voorzover de lidstaten door de amendementen die uw rapporteur voorstelt op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad in staat zullen zijn het belang van de consumenten, in het bijzonder van kwetsbare consumenten, ook op de lange termijn te beschermen, is hij bereid het beginsel dat ten grondslag ligt aan het gemeenschappelijk standpunt te accepteren: de lidstaten die bindende verpakkingsformaten hebben voor melk, deegwaren, boter en koffie, kunnen deze gedurende een overgangstijd handhaven, totdat een volledige deregulering van de verpakkingsformaten plaatsvindt. De Raad heeft kennelijk gezocht naar een compromis, nadat de Commissie categorisch geweigerd had om welk bindend formaat dan ook te handhaven, uitgezonderd voor wijnen en spiritualiën.
Uw rapporteur had echter liever gezien dat de Raad veel verder was gegaan en zich meer in de richting van ons standpunt had bewogen, dat gebaseerd is op de realiteit van de levensmiddelenbranche en de consumptie.
Om deze reden stelt uw rapporteur de volgende amendementen voor:
Het Europees Parlement moet een krachtige herzieningsclausule eisen. Artikel 9, lid 1, van het gemeenschappelijk standpunt spreekt over een verslag van de Commissie, en artikel 9, lid 3, over toezicht op de situatie betreffende de producten van artikel 2, lid 2, dat de Commissie moet uitoefenen. In de tweede lezing dringt uw rapporteur er met name op aan dat het verslag van de Commissie een echte herzienings- of beschermingsclausule bevat voor deze eerste levensbehoeften, om de Commissie in staat te stellen, indien zij een dreigende verstoring van de markt of destabilisering van de consumptiepraktijken constateert, de lidstaten toe te staan de in artikel 2, lid 2, voorziene termijnen nogmaals te verlengen en met name de meest gebruikte formaten van het bindende gamma voor elk van deze producten te handhaven, in afwachting van een passend herzieningsvoorstel van de Commissie.
Wij kunnen niet toelaten dat deze formaten aan het eind van de overgangsfase ook dan worden gedereguleerd, wanneer er een duidelijke verstoring van de markt wordt geconstateerd.
Voorts wenst uw rapporteur een sterker verband te leggen tussen de onderhavige richtlijn en de Richtlijn "prijsaanduiding" (1998/6/EG). De Commissie rechtvaardigt een deregulering van de verpakkingsformaten door zich te beroepen op de richtlijn van 1998. Echter, zoals de zaken er nu voorstaan, zijn de consumenten, en met name de kwetsbare consumenten, niet voldoende beschermd, aangezien zij niet voldoende op de hoogte zijn van het bestaan van de prijs per meeteenheid, en de verplichting tot aanduiding daarvan niet zal gelden voor de kleinhandel, maar alleen voor de grote supermarkten. Slechts twee lidstaten, Frankrijk en Finland, verlangen dat ook de kleinhandel de prijzen per meeteenheid aangeeft. Wij moeten derhalve de lidstaten ertoe aansporen de verplichting tot vermelding van de prijs per meeteenheid uit te breiden tot alle sectoren van de handel.
Voorts wil uw rapporteur, op grond van de toezeggingen die de Commissie heeft gedaan tijdens het overleg over de suikerrichtlijn (2001/111/EG) en zich bewust van de wanorde die een deregulering van deze sector teweeg zou brengen, een gamma van verplichte verpakkingsformaten handhaven voor witte suiker en zich niet beperken tot een overgangsfase van zes jaar, zoals wordt voorzien in het gemeenschappelijk standpunt.
Tenslotte acht hij het noodzakelijk, op verzoek van de Britse producenten van voorverpakt brood (loaf) en van zijn collega's uit het Verenigd Koninkrijk, een gamma van formaten te handhaven voor dit bijzondere en traditionele en in het Verenigd Koninkrijk populaire brood.
PROCEDURE
Titel |
Regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten |
|||||||
Document- en procedurenummers |
13484/1/2006 - C6-0039/2007 - 2004/0248(COD) |
|||||||
Datum eerste lezing EP – P-nummer |
2.2.2006 T6-0036/2006 |
|||||||
Voorstel van de Commissie |
COM(2004)0708 - C6-0160/2004 |
|||||||
Gewijzigd voorstel van de Commissie |
||||||||
Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt |
18.1.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
IMCO 18.1.2007 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Jacques Toubon 23.1.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
1.3.2007 |
20.3.2007 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
12.4.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
34 3 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Georgi Bliznashki, Charlotte Cederschiöld, Gabriela Creţu, Rosa Díez González, Martin Dimitrov, Janelly Fourtou, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Malcolm Harbour, Edit Herczog, Pierre Jonckheer, Alexander Lambsdorff, Kurt Lechner, Toine Manders, Arlene McCarthy, Bill Newton Dunn, Guido Podestà, Karin Riis-Jørgensen, Giovanni Rivera, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Leopold Józef Rutowicz, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Ovidiu Ioan Silaghi, Alexander Stubb, Eva-Britt Svensson, Marianne Thyssen, Jacques Toubon, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Wolfgang Bulfon, Jean-Claude Fruteau, Manuel Medina Ortega, Søren Bo Søndergaard, Gary Titley, Anja Weisgerber |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Struan Stevenson, Reinhard Rack |
|||||||
Datum indiening |
16.4.2007 |
|||||||