VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
2.7.2007 - (COM(2006)0787 – C6‑0053/2007 – 2006/0276(CNS)) - *
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Jeanine Hennis-Plasschaert
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
(COM(2006)0787 – C6‑0053/2007 – 2006/0276(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2006)0787),
– gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan de Raad het Parlement heeft geraadpleegd (C6‑0053/2007),
– gezien de conclusies van de Raad van 1 en 2 december 2005 aangaande de beginselen voor een Europees programma inzake kritieke infrastructuur,
– gezien zijn aanbeveling van 7 juni 2005 aan de Europese Raad en de Raad inzake de bescherming van kritieke infrastructuur in het kader van de terrorismebestrijding[1],
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het rapport van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie vervoer en toerisme (A6‑0270/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. verzoekt dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;
5. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
6. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Door het Parlement ingediende amendementen |
Amendement 1 Titel | |
Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren |
Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van prioritaire sectoren met kritieke Europese infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren |
Motivering | |
De lidstaten moeten niet verplicht worden de Commissie hun kritieke infrastructuur mee te delen. Dit zou in strijd zijn met de nationale veiligheidsbelangen. Er dient geen Europese lijst van kritieke infrastructuur in deze gebundelde vorm te bestaan. | |
Amendement 2 Overweging 2 | |
(2) Op 17 november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, waarin beleidsopties voor het opzetten van het programma en van het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) zijn opgenomen. Uit de op het Groenboek ontvangen reacties blijkt duidelijk dat het noodzakelijk is dat een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur wordt opgezet. Er werd erkend dat het nodig is de capaciteit voor de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa op te voeren en deze infrastructuur minder kwetsbaar te maken. De nadruk werd gelegd op het belang van het subsidiariteitsbeginsel en van overleg met de belanghebbende partijen. |
(2) Op 17 november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, waarin beleidsopties voor het opzetten van het programma en van het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) zijn opgenomen. De op het Groenboek ontvangen reacties onderstrepen de mogelijke meerwaarde van een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur opgezet. Er werd erkend dat het nodig is de capaciteit voor de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa op te voeren en deze infrastructuur minder kwetsbaar te maken. De nadruk werd gelegd op het belang van de essentiële beginselen van subsidiariteit, evenredigheid, complementariteit en van overleg met de belanghebbende partijen. |
Motivering | |
Meer in lijn met de realiteit. | |
Amendement 3 Overweging 3 | |
(3) In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, maar dient voorrang te worden gegeven aan terroristische dreigingen. Indien het niveau van de beschermingsmaatregelen tegen een bijzonder grote dreiging in een bepaalde sector met kritieke infrastructuur toereikend wordt geacht, moeten de betrokken partijen zich concentreren op andere dreigingen waarvoor zij nog gevoelig zijn. |
(3) In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, maar ook met structureel bepaalde dreigingen. Aan terroristische dreigingen moet echter voorrang worden gegeven. |
Amendement 4 Overweging 4 | |
(4) De hoofdverantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt momenteel bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Dat dient zo te blijven. |
(4) De primaire en uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Indachtig het feit dat nationale diensten het best weten wat er in hun land gebeurt, dient daarom van een bottom-up aanpak ten aanzien van de Europese kritieke infrastructuur (ECI) te worden uitgegaan. |
Motivering | |
Het dient duidelijk te zijn dat de hoofdverantwoordelijkheid uiteindelijk bij de lidstaten ligt. De aanpak van de Gemeenschap dient niet het werk van de lidstaten te dupliceren. | |
Amendement 5 Overweging 4 bis (nieuw) | |
|
4 bis. De bescherming van kritieke infrastructuur is van essentiële betekenis voor de binnenlandse veiligheid in de EU en voor het welzijn van haar onderdanen. Tenslotte kan vernietiging of beschadiging van bepaalde infrastructuur mensenlevens kosten en het milieu en economische goederen vernietigen en tevens het vertrouwen van het publiek in bescherming en voorzorg door de overheid nadelig beïnvloeden. |
Motivering | |
Er dient te worden gewezen op de gevolgen van vernietiging van beschadiging van bepaalde infrastructuur. Tenslotte rechtvaardigen de mogelijke gevolgen, respectievelijk het voorkomen van deze gevolgen, de regelingen die in het voorstel voor een richtlijn zijn opgenomen. | |
Amendement 6 Overweging 5 | |
(5) Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in twee of meer lidstaten of in een andere lidstaat dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen en om infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur aan te merken, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. De vraag of het nodig is de bescherming van dergelijke kritieke infrastructuur te verbeteren, moet op grond van een gemeenschappelijke regeling worden beoordeeld. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd. |
(5) Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in drie of meer lidstaten of ten minste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. Op grond van gemeenschappelijke criteria dient een lijst van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur te worden opgesteld. Er dient een gemeenschappelijk actiekader te worden vastgesteld voor de bescherming van dergelijke Europese kritieke infrastructuur, die de lidstaten in de gelegenheid stelt het potentiële gevaar voor kritieke infrastructuur op hun grondgebied te verminderen door het nemen van passende maatregelen. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd. |
Amendement 7 Overweging 5 bis (nieuw) | |
|
(5 bis) In bepaalde sectoren bestaan al maatregelen die de inventarisatie, de aanmerking en bescherming van kritieke infrastructuur regelen. Een toekomstige regeling op Gemeenschapsniveau mag - als zij geen extra veiligheid oplevert - in deze sectoren niet tot een duplicering leiden. |
Amendement 8 Overweging 6 | |
(6) Aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op EU-niveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, alsmede eventueel reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuur. Gezien de zeer grote betrokkenheid van de particuliere sector bij het risicotoezicht, het risicobeheer, de bedrijfscontinuïteitsplanning en het herstel na rampen moet een communautaire aanpak de volledige betrokkenheid van de particuliere sector aanmoedigen. Om deze sectorale aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken, dient een gemeenschappelijke lijst van sectoren met kritieke infrastructuur te worden opgesteld. |
(6) Aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op EU-niveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, alsmede eventueel reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuur. Gezien de zeer grote betrokkenheid van de particuliere sector bij het risicotoezicht, het risicobeheer, de bedrijfscontinuïteitsplanning en het herstel na rampen dient een communautaire aanpak de volledige betrokkenheid van de particuliere sector te waarborgen. Om deze sectorale aanpak van de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te vergemakkelijken, dient een gemeenschappelijke lijst van sectoren met kritieke infrastructuur te worden opgesteld. |
Motivering | |
Aangezien de meeste kritieke infrastructuur in particuliere handen is en door de particuliere sector wordt beheerd, dient de aanpak van de EU de volledige betrokkenheid van de particuliere sector te waarborgen en gebaseerd te zijn op de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen, met inachtneming van specifieke sectorkenmerken. | |
Amendement 9 Overweging 6 bis (nieuw) | |
|
(6 bis) Kritieke infrastructuur dient zodanig te worden ontworpen dat onnodige banden met en vestiging in derde landen tot een minimum worden beperkt. Vestiging van elementen van kritieke infrastructuur buiten de Europese Unie verhoogt de kans op terroristische aanvallen met een overloopeffect op de infrastructuur als geheel, toegang van terroristen tot buiten de Europese Unie opgeslagen gegevens, alsmede het risico van niet-naleving van de Gemeenschapswetgeving, en daarmee vergroting van de kwetsbaarheid van de hele infrastructuur. |
Motivering | |
Uit de recente SWIFT-kwestie is gebleken dat kritieke gegevens beschermd dienen te worden tegen illegaal gebruik door buitenlandse autoriteiten of particuliere actoren. | |
Amendement 10 Overweging 7 | |
(7) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een beveiligingsplan op te stellen, waarin de kritieke infrastructuur wordt geïnventariseerd en waarin passende beveiligingsmaatregelen voor de bescherming ervan worden aangereikt. In het beveiligingsplan van de exploitant moet rekening worden gehouden met de kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses alsmede met andere, door de autoriteiten van de lidstaat verstrekte relevante informatie. |
(7) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een beveiligingsplan op te stellen, waarin de kritieke infrastructuur wordt geïnventariseerd en waarin passende beveiligingsmaatregelen voor de bescherming ervan worden aangereikt. In het beveiligingsplan van de exploitant moet rekening worden gehouden met de kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses alsmede met andere, door de autoriteiten van de lidstaat verstrekte relevante informatie. Deze beveiligingsplannen moeten ter kennis worden gebracht van de CIP-contactpunten in de lidstaten. Inachtneming van de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen zou voldoende kunnen zijn om tegemoet te komen aan de eis een beveiligingsplan vast te stellen en te herzien. |
Amendement 11 Overweging 8 | |
(8) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen teneinde de samenwerking en de communicatie met de nationale autoriteiten voor de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken. |
(8) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen teneinde de samenwerking en de communicatie met de nationale autoriteiten voor de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken. Inachtneming van de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen zou voldoende kunnen zijn om tegemoet te komen aan de eis een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen. |
Motivering | |
De aanpak van de Gemeenschap dient gebaseerd te zijn op de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen, met inachtneming van de kenmerken van elke sector. Tegenstrijdigheden of doublures dienen tot elke prijs te worden voorkomen. | |
Amendement 12 Overweging 10 | |
(10) Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande kwetsbaarheden, dreigingen en risico's te worden uitgewerkt. |
(10) Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande dreigingen en risico's en structurele kwetsbaarheden te worden uitgewerkt en ten uitvoer gelegd,. |
Motivering | |
Noodzakelijke concretere formulering. | |
Amendement 13 Overweging 11 | |
(11) Alleen een gemeenschappelijk kader kan de vereiste basis voor een coherente uitvoering van maatregelen ter bescherming van Europese kritieke infrastructuur en een duidelijke afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden verschaffen. De eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur dienen toegang te krijgen tot beproefde methoden ter bescherming van kritieke infrastructuur. |
(11) Door afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden kan een gemeenschappelijk kader de vereiste basis voor een coherente uitvoering van maatregelen ter bescherming van Europese kritieke infrastructuur verschaffen. De lidstaten en eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur dienen toegang te krijgen tot beproefde methoden ter bescherming van kritieke infrastructuur. |
Motivering | |
De oorspronkelijke tekst is in te sterke bewoordingen gesteld. | |
Amendement 14 Overweging 12 | |
(12) Voor een doeltreffende bescherming van kritieke infrastructuur is communicatie, coördinatie en samenwerking op nationaal niveau en op EU-niveau vereist. Deze wordt het best verwezenlijkt door de aanwijzing in elke lidstaat van contactpunten voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur, die kwesties die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen zowel intern als met andere lidstaten en de Commissie moeten coördineren. |
(12) Voor een doeltreffende bescherming van Europese kritieke infrastructuur is communicatie, coördinatie en samenwerking op nationaal niveau en op EU-niveau vereist. Deze wordt het best verwezenlijkt door de aanwijzing in elke lidstaat van contactpunten voor aangelegenheden in verband met de bescherming van Europese kritieke infrastructuur, die kwesties die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen zowel intern als met andere lidstaten en de Commissie moeten coördineren. |
Amendement 15 Overweging 13 | |
(13) Teneinde op gebieden die tot een zekere mate van vertrouwelijkheid nopen activiteiten te ontwikkelen die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen, moet in het kader van deze richtlijn voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie worden gezorgd. Bepaalde inlichtingen over de bescherming van kritieke infrastructuur zijn van die aard dat openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang waar dit de openbare veiligheid betreft. Bepaalde gegevens over kritieke infrastructuur die zouden kunnen worden gebruikt om plannen te maken en feiten te plegen die onaanvaardbare gevolgen zouden hebben voor deze installaties, dienen als vertrouwelijk te worden behandeld en zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten slechts op een "need-to-know"-basis te worden verstrekt. |
Teneinde op gebieden die tot een zekere mate van vertrouwelijkheid nopen activiteiten te ontwikkelen die de bescherming van Europese kritieke infrastructuur betreffen, moet in het kader van deze richtlijn voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie wordt gezorgd. Bepaalde inlichtingen over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur zijn van die aard dat openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang waar dit de openbare veiligheid betreft. Bepaalde gegevens over kritieke infrastructuur die zouden kunnen worden gebruikt om plannen te maken en feiten te plegen die onaanvaardbare gevolgen zouden hebben voor deze installaties, dienen als vertrouwelijk te worden behandeld en zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten slechts op een "need-to-know"-basis te worden verstrekt. |
Amendement 16 Overweging 14 | |
(14) Informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. Teneinde de uitwisseling van informatie aan te moedigen, dient het voor het bedrijfsleven duidelijk te zijn dat de voordelen van de uitwisseling van informatie over kritieke infrastructuur opwegen tegen de kosten ervan voor het bedrijfsleven en de samenleving in het algemeen. De uitwisseling van informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet derhalve worden aangemoedigd. |
(14) Informatie over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. |
Motivering | |
Niet van toepassing. | |
Amendement 17 Overweging 15 | |
(15) Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, moeten deze verder worden gebruikt en zullen deze tot de volledige uitvoering van deze richtlijn bijdragen. |
(15) Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen en wettelijke voorschriften bestaan, moeten deze worden uitgevoerd en toegepast om bij te dragen tot de verbetering van de openbare veiligheid Daarbij dienen doublures en tegenstrijdigheden met deze richtlijn en het ontstaan van extra kosten die geen extra baten opleveren op het terrein van de veiligheid, te worden voorkomen.. |
Motivering | |
Het gaat niet alleen om de omzetting van de richtlijn in nationaal recht. Het doel is veeleer om bij te dragen aan de openbare veiligheid. Door overlappingen en tegenspraken te vermijden moet worden gezorgd dat de regelingen het gewenste effect sorteren. Daarvoor is een samenhangend en doelmatig systeem zonder wederzijdse tegenwerking nodig. Bovendien moet onnodige bureaucratische rompslomp die geen extra veiligheid oplevert, worden vermeden. | |
Amendement 18 Overweging 17 | |
(17) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de instelling van een procedure voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede de uitwerking van een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(17) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de instelling van een procedure voor de inventarisatie en voor de aanmerking van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur, alsmede de uitwerking van een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren, niet in alle gevallen voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. In verband met de evenredigheid dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de financiële haalbaarheid voor eigenaren of exploitanten en voor de lidstaten. |
Amendement 19 Artikel 1 | |
Bij deze richtlijn wordt een procedure ingesteld voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren. |
Bij deze richtlijn wordt een procedure ingesteld voor de inventarisatie van prioritaire sectoren met kritieke Europese infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren. |
Motivering | |
De lidstaten moeten niet verplicht worden de Commissie hun kritieke infrastructuur mee te delen. Dit zou in strijd zijn met de nationale veiligheidsbelangen. Er dient geen Europese lijst van kritieke infrastructuur in deze gebundelde vorm te bestaan. | |
Amendement 20 Artikel 2, letter b) | |
b) “Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in twee of meer lidstaten, of in een enkele lidstaat, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur;
|
b) “Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in drie of meer lidstaten, of in ten minste twee lidstaten, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur; |
Motivering | |
Een Europese aanpak is gerechtvaardigd als ten minste drie lidstaten of ten minste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt nadelige gevolgen zouden ondervinden. | |
Amendement 21 Artikel 2, letter d) | |
d) "kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur; |
d) "structurele kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur; (Deze wijziging geldt voor de gehele wetstekst; goedkeuring van dit amendement maakt technische aanpassingen in de gehele tekst noodzakelijk.) |
Motivering | |
Noodzakelijke verduidelijking. | |
Amendement 22 Artikel 3, lid 1 | |
1. De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zij kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
1. De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria dienen te worden gebaseerd op bestaande beschermingscriteria en vastgesteld en gewijzigd overeenkomstig artikel 308 van het Verdrag en artikel 203 van het Euratom-verdrag. |
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld. |
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met Europese kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld. |
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en, waar nodig, worden de relevante belanghebbende partijen daarbij betrokken. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld. |
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt en gebaseerd op de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en daarbij worden alle relevante belanghebbende partijen betrokken, aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring, deskundigheid en benodigdheden op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld. |
|
Waar communautaire mechanismen reeds aanwezig zijn, dienen ze gebruikt te blijven worden. Doublures van - of tegenstrijdigheden tussen - de verschillende wetten of bepalingen dienen tot elke prijs te worden voorkomen. |
Amendement 23 Artikel 3, lid 2 | |
2. Jaarlijks kiest de Commissie de in bijlage I vermelde prioritaire sectoren waarvoor de in lid 1 bedoelde criteria moeten worden uitgewerkt. |
Schrappen. |
Bijlage I kan overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure worden gewijzigd voor zover het toepassingsgebied van deze richtlijn daardoor niet wordt uitgebreid. |
|
Motivering | |
Het Commissievoorstel geeft de lidstaten niet de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de keuze van de prioritaire sectoren. Omdat de lidstaten echter de eindverantwoordelijkheid hebben voor de bescherming van kritieke infrastructuur, moeten zij ook de prioritaire sectoren kiezen. Zij kunnen beter beoordelen welke sectoren voor hun land van belang zijn. | |
Amendement 24 Artikel 3, lid 3 | |
3. Elke lidstaat stelt een inventaris op van de kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die voldoet aan de overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde criteria. |
3. Elke lidstaat stelt een inventaris op van de mogelijke Europese kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de mogelijke Europese kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die voldoet aan de overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde criteria, |
Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk één jaar na de vaststelling van de relevante criteria en vervolgens doorlopend in kennis van de kritieke infrastructuur die aldus is geïnventariseerd. |
uiterlijk één jaar na de vaststelling van de relevante criteria en vervolgens doorlopend. |
Amendement 25 Artikel 4, titel | |
Aanmerking als Europese kritieke infrastructuur |
Inventarisatie van, en aanmerking als prioritaire sectoren |
Motivering | |
De lidstaten moeten niet verplicht zijn de Commissie hun kritieke infrastructuur mee te delen. Dit zou in strijd zijn met de nationale veiligheidsbelangen. Omdat de lidstaten de eindverantwoordelijkheid hebben voor de bescherming van kritieke infrastructuur, moeten zij de prioritaire sectoren zelf kiezen en alleen verplicht worden de prioritaire sectoren aan de Commissie mee te delen. | |
Amendement 26 Artikel 4, lid -1 (nieuw) | |
|
-1. Elke lidstaat stelt een inventaris op van de kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde criteria als zodanig moeten worden aangemerkt. Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk één jaar na de vaststelling van de relevante criteria en vervolgens doorlopend in kennis van de kritieke infrastructuur die aldus is geïnventariseerd. |
Motivering | |
Het Commissievoorstel geeft de lidstaten niet de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de keuze van de prioritaire sectoren. Omdat de lidstaten echter de eindverantwoordelijkheid hebben voor de bescherming van kritieke infrastructuur, moeten zij ook de prioritaire sectoren kiezen. Zij kunnen beter beoordelen welke sectoren voor hun land van belang zijn. | |
Amendement 27 Artikel 4, lid 1 | |
1. Op grond van de overeenkomstig artikel 3, lid 3, tweede alinea, gedane kennisgevingen en van andere informatie waarover zij beschikt, stelt de Commissie een lijst voor van als Europese kritieke infrastructuur aan te merken kritieke infrastructuur. |
1. Op grond van de overeenkomstig lid -1 gedane kennisgevingen en van andere informatie waarover zij beschikt, stelt de Commissie een lijst voor van prioritaire sectoren met kritieke infrastructuur. |
Amendement 28 Artikel 4, lid 1 bis (nieuw) | |
|
1 bis. Europese kritieke infrastructuur dient zodanig te worden ontworpen dat verbindingen met en vestiging in derde landen tot een minimum worden beperkt. |
Motivering | |
Uit de recente SWIFT-kwestie is gebleken dat kritieke gegevens beschermd dienen te worden tegen illegaal gebruik door buitenlandse autoriteiten of particuliere actoren. | |
Amendement 29 Artikel 4, lid 2 | |
2. De lijst van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte kritieke infrastructuur wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
2. De lijst van prioritaire sectoren met kritieke infrastructuur wordt vastgesteld en gewijzigd door de Commissie. |
De lijst kan worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
|
Amendement 30 Artikel 4, lid 2 bis (nieuw) | |
|
2 bis. De verwerking van persoonlijke gegevens door Europese kritieke infrastructuur, hetzij rechtstreeks of via een intermediair, die nodig is voor de uitvoering van activiteiten, vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 over de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van de gegevens (1) en de toepasselijke beginselen met betrekking tot gegevensbescherming. De gegevensverwerking vindt plaats op het grondgebied van de Europese Unie, en het spiegelen van gegevens in derde landen is om veiligheidsredenen niet toegestaan. PB L 281, 23.11.1995, blz. 31 |
Motivering | |
Uit de recente SWIFT-kwestie is gebleken dat kritieke gegevens beschermd dienen te worden tegen illegaal gebruik door buitenlandse autoriteiten of particuliere actoren. | |
Amendement 31 Artikel 5, lid 1 en 2 | |
1. Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van zich op zijn grondgebied bevindende Europese kritieke infrastructuur dat zij een beveiligingsplan opstellen en dat zij dit ten minste om de twee jaar herzien. |
1. Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van zich op zijn grondgebied bevindende Europese kritieke infrastructuur dat zij een beveiligingsplan opstellen en dat zij dit ten minste om de twee jaar herzien. |
|
De Commissie en de Raad keuren een lijst goed van bestaande beschermingsmaatregelen die van toepassing zijn op specifieke sectoren die zijn opgenomen in bijlage 1. Inachtneming van één of meer van de bestaande beschermingsmaatregelen is voldoende om tegemoet te komen aan de eis een beveiligingsplan op te stellen. |
2. In het beveiligingsplan van de exploitant wordt de Europese kritieke infrastructuur geïnventariseerd en worden passende beveiligingsoplossingen voor de bescherming ervan voorgesteld overeenkomstig bijlage II. Sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant waarin bestaande communautaire maatregelen in aanmerking worden genomen, kunnen overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure worden vastgesteld. |
2. In het beveiligingsplan van de exploitant wordt de Europese kritieke infrastructuur geïnventariseerd en worden passende beveiligingsoplossingen voor de bescherming ervan voorgesteld overeenkomstig bijlage II. Sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant waarin bestaande communautaire maatregelen in aanmerking worden genomen, kunnen door de Raad worden vastgesteld. |
De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure beslissen dat aan de voorwaarde dat een beveiligingsplan van de exploitant moet worden opgesteld en herzien, is voldaan wanneer de maatregelen in acht zijn genomen die van toepassing zijn op specifieke sectoren die in bijlage I zijn vermeld. |
|
Amendement 32 Artikel 5, lid 3 | |
3. De eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur legt het beveiligingsplan binnen één jaar na de aanmerking van kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur voor aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat. |
3. De eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur legt het beveiligingsplan binnen één jaar na de aanmerking van kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur voor aan het bevoegde contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur. |
Wanneer op grond van lid 2 sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant worden vastgesteld, wordt het beveiligingsplan van de exploitant pas binnen één jaar na de vaststelling van de sectorspecifieke vereisten aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat voorgelegd. |
Wanneer op grond van lid 2 sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant worden vastgesteld, wordt het beveiligingsplan van de exploitant pas binnen één jaar na de vaststelling van de sectorspecifieke vereisten aan het bevoegde contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur voorgelegd. |
Motivering | |
Beginsel van “one-stop-shop”. | |
Amendement 33 Artikel 5, lid 5 | |
5. Wanneer Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens in acht is genomen, is voldaan aan de voorwaarde dat een beveiligingsplan van de exploitant moet worden opgesteld. |
schrappen |
Motivering | |
Door één voorwaarde te noemen, sluit men andere uit. Zie de voorgestelde toevoeging bij lid 1. | |
Amendement 34 Artikel 6, lid 1 | |
1. Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur op zijn grondgebied dat zij een veiligheidsverbindings-functionaris aanwijzen als contactpunt voor veiligheidsaangelegenheden tussen de eigenaar/exploitant van de infrastructuur en de voor de bescherming van kritieke infrastructuur bevoegde autoriteiten in de lidstaat. De veiligheidsverbindings-functionaris wordt aangewezen binnen één jaar na de aanmerking van de kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur. |
1. Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur op zijn grondgebied dat zij een veiligheidsverbindings-functionaris aanwijzen als contactpunt voor veiligheidsaangelegenheden tussen de eigenaar/exploitant van de infrastructuur en het contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur in de lidstaat. De veiligheidsverbindingsfunctionaris wordt aangewezen binnen één jaar na de aanmerking van de kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur. Commissie en Raad stellen een lijst van bestaande beschermingsmaatregelen op voor de specifieke sectoren die in bijlage I zijn vermeld. Wanneer een of meer van de opgestelde beschermingsmaatregelen in acht zijn genomen, is voldaan aan de voorwaarde van het aanwijzen van een veiligheidsverbindingsfuctionaris. |
Amendement 35 Artikel 6, lid 2 | |
2. Elke lidstaat deelt alle relevante informatie over vastgestelde risico's en dreigingen mee aan de voor de betrokken Europese kritieke infrastructuur bevoegde veiligheidsverbindingsfunctionarissen. |
2. Elke lidstaat deelt alle relevante informatie over vastgestelde risico's en dreigingen mee aan de voor de betrokken Europese kritieke infrastructuur bevoegde veiligheidsverbindingsfunctionarissen via het nationale contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur. |
Motivering | |
Beginsel van “one-stop-shop”. De administratieve last dient zo beperkt mogelijk te zijn. | |
Amendement 36 Artikel 7, lid 2 | |
2. Elke lidstaat brengt binnen 18 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in elke in bijlage I genoemde sector. |
2. Elke lidstaat brengt binnen 12 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de structurele kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in de Europese kritieke infrastructuren. |
Er zal een gemeenschappelijk model voor deze verslagen worden uitgewerkt overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
Er zal een gemeenschappelijk model voor deze verslagen worden uitgewerkt door de Commissie en goedgekeurd door de Raad. |
Amendement 37 Artikel 7, lid 3 | |
3. De Commissie beoordeelt per sector of specifieke beschermingsmaatregelen vereist zijn voor Europese kritieke infrastructuur. |
3. De Commissie en de lidstaten beoordelen per sector of specifieke beschermingsmaatregelen vereist zijn voor Europese kritieke infrastructuur. Er wordt rekening gehouden met beproefde methodes. |
Motivering | |
De lidstaten moeten wij een beoordeling van kritieke sectoren worden betrokken. | |
Amendement 38 Artikel 7, lid 4 | |
4. Er kunnen per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
4. Indien dit noodzakelijk wordt geacht, kunnen er per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zulke gemeenschappelijke methoden dienen rekening te houden met bestaande methoden. |
Amendement 39 Artikel 8 | |
De Commissie staat de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. |
De Commissie en de lidstaten staan de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. |
Amendement 40 Artikel 10, lid 2 | |
2. Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een passend veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd. |
2. Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een optimaal veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd. |
Amendement 41 Artikel 10, lid 3 | |
3. De lidstaten zien erop toe dat de aan de lidstaten of aan de Commissie verstrekte informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van kritieke infrastructuur wordt gebruikt. |
3. De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat de aan hen verstrekte informatie over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van Europese kritieke infrastructuur wordt gebruikt en dat het evenredigheidsbeginsel uit materieel oogpunt, alsmede de beschermwaardige grondrechten en instellingen onvoorwaardelijk in aanmerking worden genomen. |
Amendement 42 Artikel 11 | |
Artikel 11 Comité 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elk contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. 3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand. 4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. |
Schrappen. |
Motivering | |
Bij het vaststellen van uitvoeringsmaatregelen en bij de uitwisseling van beproefde methoden moet worden uitgegaan van reeds aanwezige structuren voor rampenbestrijding (workshops e.d.). Oprichting van een nieuwe commissie is niet noodzakelijk. | |
Amendement 43 Artikel 12, lid 1, alinea 1 | |
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
Motivering | |
Verlenging van de termijn voor omzetting in nationaal recht is nodig omdat omzetting vóór eind 2007 niet realistisch is. | |
Amendement 44 Bijlage I, titel | |
Lijst van sectoren met kritieke infrastructuur |
Lijst van mogelijke sectoren met kritieke infrastructuur |
Motivering | |
Verduidelijking | |
Amendement 45 Bijlage I, sector III, deelsector 9 | |
Radiocommunicatie en navigatie |
Radiocommunicatie, navigatie en radio-frequentie identificatie (RFID) spectra |
Amendement 46 Bijlage I, sector VII, deelsector 19 | |
Betalingsinfrastructuur en –systemen en infrastructuur en systemen voor de clearing en afwikkeling van effecten |
Betalingsinfrastructuur en –systemen en infrastructuur en systemen voor de clearing en afwikkeling van effecten en hun service providers. |
Amendement 47 Bijlage I, sector VII, deelsector 19 bis (nieuw) | |
|
19 bis. Bank- en verzekeringswezen |
- [1] PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 250.
TOELICHTING
ALGEMENE ACHTERGRONDINFORMATIE:
De Europese Raad van juni 2004 heeft de Commissie verzocht een algemene strategie ter bescherming van kritieke infrastructuur voor te bereiden.
De Commissie heeft op 20 oktober 2004 een mededeling over “Terrorismebestrijding: de bescherming van kritieke infrastructuur” aangenomen, waarin voorstellen worden gedaan over de wijze waarop de preventie van, de paraatheid bij en de reactie op terreuraanslagen op kritieke infrastructuur (CI) in Europa kunnen worden versterkt.
Het voornemen van de Commissie om een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) voor te stellen, werd door de Raad bekrachtigd in zijn conclusies inzake "Preventie, paraatheid en reactie op terroristische aanslagen" en in zijn in december 2004 aangenomen "Solidariteitsprogramma van de EU betreffende de gevolgen van terroristische dreigingen en aanslagen". De Raad stemde voorts in met het voornemen van de Commissie om een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) op te zetten.
In november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP), waarin beleidsopties zijn opgenomen in verband met de wijze waarop de Commissie het EPCIP en het CIWIN tot stand zou kunnen brengen.
In december 2005 verzocht de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) de Commissie tegen juni 2006 een voorstel betreffende het EPCIP in te dienen.
In dit voorstel voor een richtlijn worden de maatregelen beschreven die door de Commissie worden voorgesteld voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur (ECI), voor de aanmerking van infrastructuur als ECI en voor de beoordeling van de noodzaak de bescherming van deze infrastructuur te verbeteren.
De rechtsgrondslag voor het voorstel is artikel 308 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Informatie werd ingewonnen van alle betrokken partijen.
Omdat er momenteel op EU-niveau geen horizontale bepalingen inzake de bescherming van kritieke infrastructuur bestaan wil de Raad met dit voorstel een horizontaal kader creëren voor het in kaart brengen van Europese kritieke infrastructuur, voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en voor de beoordeling van de noodzaak de bescherming van deze infrastructuur te verbeteren.
Aansluitend op het voorstel van de Commissie kan alleen een gemeenschappelijk kader, door middel van een richtlijn, de basis verschaffen die vereist is om de maatregelen ter verbetering van de bescherming van ECI op coherente en uniforme wijze ten uitvoer te leggen en om de respectieve verantwoordelijkheden van de partijen die betrokken zijn bij de bescherming van ECI duidelijk af te bakenen. Niet-bindende vrijwillige maatregelen zouden weliswaar flexibel zijn, maar niet voldoende duidelijkheid verschaffen over wie wat moet doen en zij zouden evenmin bijdragen tot de verduidelijking van de rechten en plichten van de betrokken partijen.
STANDPUNT VAN DE RAPPORTEUR:
De rapporteur ondersteunt het idee van een gemeenschappelijk kader. Immers, schade aan of verlies van een stuk infrastructuur in één lidstaat kan negatieve gevolgen hebben voor diverse andere lidstaten en voor de Europese economie als geheel. Nieuwe technologieën (bijvoorbeeld Internet) en liberalisering van de markt (bijvoorbeeld wat betreft de levering van elektriciteit en gas) brengen met zich mee dat veel infrastructuur deel uitmaakt van een groter netwerk. In een dergelijke situatie wordt de doeltreffendheid van beschermingsmaatregelen bepaald door hun zwakste schakel.
De kwetsbaarheid van kritieke infrastructuur en de daaruit voortvloeiende kwetsbaarheid van de diensten die ze leveren, vereisen actie. En een effectieve bescherming van kwetsbare kritieke infrastructuur en diensten vereist communicatie, coördinatie en coöperatie – zowel op nationaal als Europees niveau – waar alle belanghebbenden bij betrokken worden.
Bovendien leert de ervaring uit het verleden ons dat in het geval van een terroristische aanval de regeringshoofden van de EU binnen achtenveertig uur zullen roepen om nieuwe veiligheidsvoorstellen, waardoor de kwaliteit van eventuele voorstellen in het geding komt. Of ze komen, wat nog erger is, met maatregelen die disproportioneel zijn en transparantie missen, zoals bijvoorbeeld de maatregelen die het meenemen van vloeistoffen aan boord van vliegtuigen beperken.
Het creëren van horizontale bepalingen op EU-niveau, waarbij de complexe processen en interfaces van kritieke infrastructuur met een transnationale dimensie in aanmerking worden genomen, is daarom een legitiem onderwerp van zorg.
Tegelijkertijd dient daarbij echter te worden erkend dat de EU het werk van de lidstaten dient te ondersteunen en hun werk niet dupliceert. Er dient daarom van een bottom-up aanpak te worden uitgegaan, indachtig het feit dat de nationale diensten het best weten wat er in hun land gebeurt.
Dit gezegd hebbende, is de rapporteur van mening dat een communautaire aanpak alleen kan worden gerechtvaardigd als ten minste drie lidstaten of ten minste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt nadelige gevolgen zouden ondervinden.
Zij vindt het belangrijk er nog eens aan te herinneren dat de primaire en uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur bij de lidstaten en eigenaars/exploitanten van kritieke infrastructuur ligt. En aangezien de particuliere sector beschikt over specifieke ervaring, deskundigheid en benodigdheden op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur, is het van het allergrootste belang dat de particuliere sector er volledig bij wordt betrokken.
Bovendien wil de rapporteur benadrukken dat doublures van of tegenstrijdigheden tussen de verschillend wetten of bepalingen tot elke prijs dienen te worden voorkomen. Mogelijke toekomstige gemeenschappelijk beoordelingsmethoden, indien noodzakelijk geacht, dienen derhalve bestaande methoden in aanmerking te nemen. Sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria dienen derhalve te worden gebaseerd op de bestaande beschermingscriteria in de verschillende sectoren. Waar communautaire mechanismen reeds aanwezig zijn, dienen ze gebruikt te blijven worden. En inachtneming van een of meer van de bestaande beschermingsmaatregelen zou voldoende kunnen zijn om tegemoet te komen aan de vereiste een beveiligingsplan op te stellen en te herzien, en/of een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen.
Ten slotte is de rapporteur van mening dat de administratieve last zo beperkt mogelijk dient te zijn, waarbij onder andere het beginsel van “one-stop-shop” wordt aangehouden.
ADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken (6.6.2007)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
(COM(2006)0787 – C6‑0053/2007 – 2006/0276(CNS))
Rapporteur voor advies: Harald Ettl
BEKNOPTE MOTIVERING
Op basis van het programma van Den Haag van 5 november 2005, dat behalve de efficiënte beheersing van grensoverschrijdende crises en de verbeterde rampenbescherming ook de bescherming van kritieke infrastructuren (hierna "CIP") van de Unie in het kader van de terrorismebestrijding omvat, almede op basis van de voorbereidende werkzaamheden van de Commissie in het kader van het Groenboek van 17 november 2005, heeft de Commissie thans een voorstel ingediend over te nemen maatregelen ter verbetering van het Europese crisisbeheer.
Kritieke infrastructuur omvat materiële apparatuur en apparatuur op het gebied van de informatietechnologie, netwerken, diensten en kapitaalgoederen, waarvan de verstoring of vernietiging ernstige gevolgen zou hebben voor de gezondheid, de veiligheid of het economische welzijn van de burgers, alsmede voor het efficiënt functioneren van de regeringen van de lidstaten. Kritieke infrastructuur treft men aan in vele sectoren, o.a. bij het bank en financiënwezen, in de vervoers- en distributiesector, op het terrrein van de energie, van de bevoorradingsinstellingen, de volksgezondheid, de levensmiddelenbevoorrading en de communicatie, alsmede bij de belangrijke overheidsdiensten.
CIP in de EU vormt tezamen met de interne veiligheid een centraal punt van zorg voor de Europese samenleving. Verstoring van de kritieke infrastructuur kan bij de publieke opinie vanuit psychologisch oogpunt leiden tot het volledige verlies van vertrouwen in de EU. Tegenwoordig beschikken de EU-lidstaten nationaal over zeer uiteenlopende niveaus van crisisbeheersystemen. In het bijzonder daarom beoogt het onderhavige voorstel van de Commissie te komen tot een gemeenschappelijke procedure voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en de aanmerking ervan als zodanig.
Een voorwaarde voor een actief crisisbeheer is het in stand houden van alle noodzakelijke communicatiesystemen op het gebied van informatietechnologie en telecommunicatie. Deze sectoren hebben een representatieve infrastructuur en zijn zelf tegelijkertijd een kritieke infrastructuur voor andere kritieke infrastructuren zoals bijv. voor het geld-, financiën- en verzekeringswezen. Een gerichte aanval op het datanetwerk van de ECB, een grote bank of op de beurs van Frankfort moet technisch en institutioneel snel worden bestreden.
Voor de grote concerns is grensoverschrijdende samenwerking absoluut noodzakelijk. Uit een Europese enquête uit het jaar 2000 bleek dat meer dan de helft van de in aanmerking komende bedrijven geen veiligheidsonderzoek uitvoert. Het mogelijke misbruik van webservers maakt radicaal activisme gemakkelijk en is een wezenlijk bestanddeel van de terroristische informatietechniek.
Infrastructuren met een internationaal bereik en slechte uitwijkmogelijkheden zijn in geval van welke ramp dan ook bijzonder kwetsbaar. Door de stroomuitval in het Europese elektriciteitsnet op 4 november 2006 kwam dit zwakke punt op drastische wijze aan het licht. Ook grensoverschrijdende waterbevoorrading of waterbevoorrading tussen twee landen met grond-, bron- en stromend water kan ondanks de aanwezigheid van een nationaal netwerk tot problemen met de toelevering lijden.
Ook spoorwegverkeer met grensoverschrijdende aansluitingen en luchthavens met luchtverkeerbeveiligingsinstallaties moeten in geval van een crisis op een Europese logistiek voor bestrijdingsmaatregelen kunnen terugvallen.
Verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen hebben zich per sector sinds jaar en dag beziggehouden met de kwestie van het crisisbeheer. In Richtlijnen, bijv. in het kader van de richtlijn betreffende het maatregelenpakket "Solvabiliteit I", werden al kwesties van het risicobeheer voor verzekeringen zowel wat betreft de data als vanuit het oogpunt van de materiële dekkingsgraad mede in aanmerking genomen en deze moeten in het "Solvabiliteit II -project" worden afgestemd op de feitelijke situatie van de verhoogde risico's van Solvabiliteit I. Voor verzekeringen moet ondanks de noodzakelijke evenredigheid ook een extra aansprakelijkheidsrisico - eventueel van de overheid - in de overwegingen worden meegenomen.
De rapporteur voor advies is verheugd over het voornemen van de Commissie om de maatregelen ter bescherming van de kritieke infrastructuur op Europees niveau te coördineren en ondersteunt dat. Er moet echter op worden gewezen dat voorkomen moet worden dat reeds bestaande sectoriële maatregelen worden gedupliceerd, zoals die welke voorzien zijn in de aanbevelingen voor effectenafwikkelingssytemen, voor normen voor de effectenverrekening en - afwikkeling in de EU en normen voor het gebruik van de effectenafwikkelingssystemen in de EU bij kredietinstellingen van het ESCB.
Uit een combinatie van bindende en niet-bindende maatregelen moet een realistische kosten-batenverhouding worden ontwikkeld voor Europese meerwaarde.
AMENDEMENTEN
De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 3 | |
(3) In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, maar dient voorrang te worden gegeven aan terroristische dreigingen. Indien het niveau van de beschermingsmaatregelen tegen een bijzonder grote dreiging in een bepaalde sector met kritieke infrastructuur toereikend wordt geacht, moeten de betrokken partijen zich concentreren op andere dreigingen waarvoor zij nog gevoelig zijn. |
(3) In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, waarbij ook bedreigingen in aanmerking moeten worden genomen die structureel bepaald zijn. Er dient evenwel voorrang te worden gegeven aan terroristische dreigingen. Indien het niveau van de beschermingsmaatregelen tegen een bijzonder grote dreiging in een bepaalde sector met kritieke infrastructuur toereikend wordt geacht, moeten de betrokken partijen zich concentreren op andere dreigingen waarvoor zij nog gevoelig zijn. |
Motivering | |
Noodzakelijke aanvulling. | |
Amendement 2 Overweging 4 | |
(4) De hoofdverantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt momenteel bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Dat dient zo te blijven. |
(4) De hoofdverantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Dat dient ook in de toekomst zo te blijven. |
Motivering | |
Meer duidelijkheid over de nationale verantwoordelijkheid. | |
Amendement 3 Overweging 5 | |
(5) Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in twee of meer lidstaten of in een andere lidstaat dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen en om infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur aan te merken, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. De vraag of het nodig is de bescherming van dergelijke kritieke infrastructuur te verbeteren, moet op grond van een gemeenschappelijke regeling worden beoordeeld. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd. |
(5) Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in drie of meer lidstaten of in twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen en om infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur aan te merken, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. De vraag of het nodig is de bescherming van dergelijke kritieke infrastructuur te verbeteren, moet op grond van een gemeenschappelijke regeling worden beoordeeld. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd. |
Motivering | |
Subsidiariteitsbeginsel. | |
Amendement 4 Overweging 5 bis (nieuw) | |
|
(5 bis) In bepaalde sectoren bestaan al maatregelen die de inventarisatie, de aanmerking en bescherming van kritieke infrastructuur regelen. Een toekomstige regeling op Gemeenschapsniveau mag - als zij geen extra veiligheid oplevert - in deze sectoren niet tot een duplicering leiden. |
Amendement 5 Overweging 6 bis (nieuw) | |
|
(6 bis) Kritieke infrastructuur dient zodanig te worden ontworpen dat onnodige banden met en vestiging in derde landen tot een minimum worden beperkt. Vestiging van elementen van kritieke infrastructuur buiten de Europese Unie verhoogt de kans op terroristische aanvallen met een overloopeffect op de infrastructuur als geheel, toegang van terroristen tot buiten de Europese Unie opgeslagen gegevens, alsmede het risico van niet-naleving van de Gemeenschapswetgeving, en daarmee vergroting van de kwetsbaarheid van de hele infrastructuur. |
Motivering | |
Uit de recente SWIFT-kwestie is gebleken dat kritieke gegevens beschermd dienen te worden tegen illegaal gebruik door buitenlandse autoriteiten of particuliere actoren. | |
Amendement 6 Overweging 10 | |
(10) Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande kwetsbaarheden, dreigingen en risico's te worden uitgewerkt. |
(10) Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande dreigingen en risico's en structurele kwetsbaarheden te worden uitgewerkt. |
Motivering | |
Noodzakelijke concretere formulering. | |
Amendement 7 Overweging 14 | |
(14) Informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. Teneinde de uitwisseling van informatie aan te moedigen, dient het voor het bedrijfsleven duidelijk te zijn dat de voordelen van de uitwisseling van informatie over kritieke infrastructuur opwegen tegen de kosten ervan voor het bedrijfsleven en de samenleving in het algemeen. De uitwisseling van informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet derhalve worden aangemoedigd. |
(14) Informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. |
Motivering | |
Eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel. | |
Amendement 8 Overweging 15 | |
(15) Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, moeten deze verder worden gebruikt en zullen deze tot de volledige uitvoering van deze richtlijn bijdragen. |
(15) Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, moeten deze verder worden gebruikt en zullen deze tot de volledige uitvoering van deze richtlijn bijdragen, zonder dat er extra kosten ontstaan als gevolg van bijkomende eisen die niet meer veiligheid opleveren. |
Motivering | |
Voorkoming van onnodige bureaucratische rompslomp die niet meer veiligheid oplevert. | |
Amendement 9 Overweging 15 bis (nieuw) | |
|
(15 bis) Deze richtlijn houdt geen rekening met de bijzondere betekenis van de "externe dimensie" van kritieke infrastructuur, die kenmerkend is voor bij voorbeeld de financiële sector of op energiegebied. |
Motivering | |
Verduidelijking dat ook kritieke infrastructuur buiten de Europese Unie grootschalige gevolgen voor met name de financiële en energiesector kan hebben en dat er maatregelen nodig zijn om de veiligheid te verbeteren. | |
Amendement 10 Artikel 1 | |
Bij deze richtlijn wordt een procedure ingesteld voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren. |
Bij deze richtlijn wordt een procedure ingesteld voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur tegen gevaren van allerlei aard te verbeteren. |
Motivering | |
De strategie moet bescherming bieden tegen gevaren van allerlei aard, met inbegrip van die gevaren die niet worden veroorzaakt door terrorisme of natuurrampen, maar die desondanks het functioneren en de integriteit van de infrastructuur aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Daaronder vallen o.a. menselijke fouten, niet voldoende gekwalificeerd personeel, uitbesteding van voor de onderneming kritieke infrastructuur, epidemieën/plagen, toenemende afhankelijkheid van de informatietechnologie, wereldwijde koppeling van IT-systemen, politieke onrust enz. | |
Amendement 11 Artikel 2, letter b) | |
b) "Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in twee of meer lidstaten, of in een enkele lidstaat, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur; |
b) "Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in drie of meer lidstaten, of in ten minste twee lidstaten, indien dit andere lidstaten zijn dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur; |
Amendement 12 Artikel 2, letter c), punt 1 | |
• de gevolgen voor het publiek (aantal getroffen personen); |
• de gevolgen voor de burgers; |
Motivering | |
Noodzakelijke concretere formulering. | |
Amendement 13 Artikel 2, letter c), punt 2 | |
• de economische gevolgen (omvang van het economisch verlies en/of de kwaliteitsvermindering van producten of diensten); |
• de gevolgen voor de interne markt (omvang van het economisch verlies en/of de kwaliteitsvermindering van producten of diensten); |
Motivering | |
Noodzakelijke concretere formulering. | |
Amendement 14 Artikel 2, letter d) | |
d) "kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur; |
d) "structurele kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur; |
Motivering | |
Noodzakelijke concretere formulering. | |
Amendement 15 Artikel 3, lid 1, alinea 1 | |
1. De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zij kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
1. De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria worden gebaseerd op bestaande beveiligingscriteria en vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zij kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
Amendement 16 Artikel 3, lid 1, alinea 2 | |
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld. |
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle Europese sectoren met kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [zes maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld. |
Motivering | |
Inkorting van de procedure. | |
Amendement 17 Artikel 3, lid 1, alinea 3 | |
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en, waar nodig, worden de relevante belanghebbende partijen daarbij betrokken. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld. |
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt en worden gebaseerd op bestaande sectorale beveiligingsmaatregelen met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur, en hierbij worden alle relevante belanghebbende partijen betrokken, aangezien sectoren elk over bijzondere ervaring, deskundigheid en eisen met betrekking tot de bescherming van hun kritieke infrastructuur beschikken. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld. |
Amendement 18 Artikel 3, lid 1, alinea 3 bis (nieuw) | |
|
Daar waar reeds communautaire mechanismen aanwezig zijn, worden deze gehandhaafd. Duplicatie van - of tegenstrijdigheden tussen - verschillende maatregelen wordt tegen elke prijs vermeden. |
Amendement 19 Artikel 3, lid 3, alinea 1 | |
3. Elke lidstaat stelt een inventaris op van de kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die voldoet aan de overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde criteria. |
3. Elke lidstaat stelt een inventaris op van de kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die voldoet aan de overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde criteria. |
Motivering | |
Geldt niet voor het Nederlands. | |
Amendement 20 Artikel 4, lid 1 bis (nieuw) | |
|
1 bis. Europese kritieke infrastructuur dient zodanig te worden ontworpen dat banden met en vestiging in derde landen tot een minimum worden beperkt. |
Motivering | |
Uit de recente SWIFT-kwestie is gebleken dat kritieke gegevens beschermd dienen te worden tegen illegaal gebruik door buitenlandse autoriteiten of particuliere actoren. | |
Amendement 21 Artikel 4, lid 2 bis (nieuw) | |
|
2 bis. De verwerking van persoonlijke gegevens door Europese kritieke infrastructuur, hetzij rechtstreeks of via een intermediair, die nodig is voor de uitvoering van activiteiten, vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG en de toepasselijke beginselen met betrekking tot gegevensbescherming. De gegevensverwerking vindt plaats op het grondgebied van de Europese Unie, en het spiegelen van gegevens in derde landen is om veiligheidsredenen niet toegestaan. |
Motivering | |
Uit de recente SWIFT-kwestie is gebleken dat kritieke gegevens beschermd dienen te worden tegen illegaal gebruik door buitenlandse autoriteiten of particuliere actoren. | |
Amendement 22 Artikel 5, lid 2, alinea 1 | |
2. In het beveiligingsplan van de exploitant wordt de Europese kritieke infrastructuur geïnventariseerd en worden passende beveiligingsoplossingen voor de bescherming ervan voorgesteld overeenkomstig bijlage II. Sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant waarin bestaande communautaire maatregelen in aanmerking worden genomen, kunnen overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure worden vastgesteld. |
2. In het beveiligingsplan van de exploitant wordt de Europese kritieke infrastructuur geïnventariseerd en worden passende beveiligingsoplossingen voor de bescherming ervan voorgesteld overeenkomstig bijlage II. Sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant waarin bestaande communautaire maatregelen in aanmerking worden genomen, kunnen overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure volledig in aanmerking worden genomen. |
Motivering | |
Verzekeringsmaatschappijen en banken behoren tot de sectoren die doorlopend hoge bedragen investeren in veiligheidsmaatregelen zoals toegangscontroles of de veiligheid van informatiesystemen. De overheidsmaatregelen mogen geen duplicering zijn van reeds bestaande sectoriële maatregelen. Daarom moet een toekomstige regeling bestaande veiligheidsbeveiligingsplannen volledig in aanmerking nemen. | |
Amendement 23 Artikel 7, lid 2, alinea 1 | |
2. Elke lidstaat brengt binnen 18 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in elke in bijlage I genoemde sector. |
2. Elke lidstaat brengt binnen 12 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in elke in bijlage I genoemde sector. |
Motivering | |
Inkorting van de procedure. | |
Amendement 24 Artikel 7, lid 4 | |
4. Er kunnen per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
4. Er kunnen per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Bij dergelijke gemeenschappelijke methoden wordt rekening gehouden met bestaande methoden. |
Amendement 25 Artikel 8 | |
De Commissie staat de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. |
De Commissie staat op verzoek van de lidstaten de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. |
Motivering | |
Aldus wordt de participatie van de lidstaten gewaarborgd. | |
Amendement 26 Artikel 10, lid 2 | |
2. Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een passend veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd. |
2. Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een zo goed mogelijk veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd. |
Amendement 27 Artikel 10, lid 3 | |
3. De lidstaten zien erop toe dat de aan de lidstaten of aan de Commissie verstrekte informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van kritieke infrastructuur wordt gebruikt. |
3. De lidstaten zien erop toe dat de aan de lidstaten of aan de Commissie verstrekte informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van kritieke infrastructuur wordt gebruikt en dat het evenredigheidsbeginsel uit materieel oogpunt, alsmede de beschermwaardige grondrechten en instellingen onvoorwaardelijk in aanmerking worden genomen. |
Motivering | |
Tot andere beschermingswaardige grondrechten en instellingen behoren bijvoorbeeld databescherming of het telecommunicatiegeheim. | |
Amendement 28 Artikel 11, lid 1 | |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elk contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur. |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit een ter zake verantwoordelijke vertegenwoordiger van elke lidstaat. |
Motivering | |
Eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel. | |
Amendement 29 Bijlage I, sector III, deelsector 9 | |
Radiocommunicatie en navigatie |
Radiocommunicatie, navigatie en radio-frequentie identificatie (RFID) spectra |
Amendement 30 Bijlage I, sector VII, deelsector 19 | |
Betalingsinfrastructuur en –systemen en infrastructuur en systemen voor de clearing en afwikkeling van effecten |
Betalingsinfrastructuur en –systemen en infrastructuur en systemen voor de clearing en afwikkeling van effecten en hun service providers |
Amendement 31 Bijlage I, sector VII, deelsector 19 bis (nieuw) | |
|
19 bis. Bank- en verzekeringswezen |
PROCEDURE
Titel |
Inventarisatie, classificatie en bescherming Europese kritieke infrastructuur |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0787 - C6-0053/2007 - 2006/0276(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ECON 1.2.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Harald Ettl 24.1.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
10.4.2007 |
8.5.2007 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
5.6.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
37 0 3 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Gabriele Albertini, Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Sharon Bowles, Udo Bullmann, David Casa, Manuel António dos Santos, Christian Ehler, Jonathan Evans, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Donata Gottardi, Dariusz Maciej Grabowski, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in ‘t Veld, Piia-Noora Kauppi, Guntars Krasts, Andrea Losco, Astrid Lulling, Cristobal Montoro Romero, Joseph Muscat, Joop Post, John Purvis, Alexander Radwan, Dariusz Rosati, Heide Rühle, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Cristian Stănescu, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Ieke van den Burg, Sahra Wagenknecht |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Harald Ettl, Ján Hudacký, Werner Langen, Maria Petre, Andreas Schwab |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Anne Ferreira |
|||||||
ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (12.6.2007)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
(COM(2006)0787 – C6‑0053/2007 – 2006/0276(CNS))
Rapporteur voor advies: Norbert Glante
BEKNOPTE MOTIVERING
Kritieke infrastructuur: de materiële en informatietechnologische instellingen, netwerken, diensten en kapitaalgoederen waarvan de verstoring of vernietiging ingrijpende gevolgen zou hebben voor de gezondheid, de veiligheid of de economische welvaart van de burgers en voor het doeltreffend functioneren van de regeringen in de lidstaten.
De instellingen van de kritieke infrastructuur in de EU zijn nauw met elkaar vervlochten, en er bestaat op dit vlak een hoge mate van wederzijdse afhankelijkheid, waardoor zij gevoeliger zijn voor storingen en vernietigingen.
In het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa is het volgende vastgelegd: "De Unie en de lidstaat treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp".
Het is noodzakelijk dat de burgers van de EU in het kader van een geïntegreerde Europese strategie niet alleen tegen terroristische aanslagen worden beschermd, maar ook tegen natuurrampen of ongevallen. Deze gebeurtenissen hebben vaak grensoverschrijdende gevolgen en daarom moeten de lidstaten elkaar helpen en een crisisreactiesysteem op communautair niveau in het leven roepen.
In een effectieve strategie moet zowel waarde worden gehecht aan preventie als aan maatregelen voor het opruimen van de gevolgen van aanslagen en rampen.
Een Europees vroegtijdig waarschuwingssysteem voor kritische infrastructuur kan alleen succes hebben, wanneer daarmee de informatie-uitwisseling over een gemeenschappelijke bedreiging gestimuleerd wordt en adequate maatregelen en strategieën worden ontworpen waarmee het risico zo klein mogelijk wordt gehouden en de kritische infrastructuur doeltreffend beschermd kan worden.
Bevoegdheid
Omdat vele belangrijke delen van de infrastructuur geen overheidsbezit zijn, moeten zowel de publieke alsook de particuliere instanties worden betrokken bij veiligheids- en controlemaatregelen. Op EU-niveau is de bescherming van infrastructuur uitsluitend de bevoegdheid van de lidstaten. Toch dient de EU op dit gebied een coördinerende taak op zich te nemen, omdat de doeltreffendheid van nationale maatregelen in vele gevallen afhankelijk is van grensoverschrijdende samenwerking.
Samenwerking en coördinatie
Voor de bescherming van de kritische infrastructuur moet een permanent en coöperatief partnerschap van eigenaren en exploitanten van de desbetreffende infrastructuur en de bevoegde autoriteiten in de lidstaten worden aangegaan.
Op Europees niveau moet een systeem voor risicoanalyse worden gecreëerd om interoperabiliteit te waarborgen. Het is van wezenlijk belang dat normen, regels en de uitvoering daarvan in de praktijk overal gelijk zijn. Dat betekent echter niet dat er een identiek systeem nodig is. Vooral een grotere compatibiliteit en doeltreffendheid van de systemen belangrijk. In gevallen waarvoor er geen sectorspecifieke normen of nog geen internationale normen zijn, dienen de Europese Commissie voor normalisatie (CEN) en andere bevoegde normalisatie-instanties uniforme, sectorspecifieke en aangepaste veiligheidsnormen voor alle betrokken sectoren voor te stellen. Dit soort normen moet ook op internationaal niveau (ISO) worden voorgesteld, om hiervoor dezelfde voorwaarden te creëren.
De relevante informatie dient onafhankelijk van de bron zorgvuldig, betrouwbaar en, zo nodig, vertrouwelijk te worden behandeld, ook wanneer parlementair toezicht altijd gewaarborgd moet zijn.
IT
Communicatienetwerken en informatiesystemen zijn een essentiële factor van het economisch en maatschappelijk leven geworden. Daarom wordt de veiligheid, vooral echter de beschikbaarheid van deze netwerken en systemen, steeds belangrijker.
Aantoonbaar - en vooral in het kader van de georganiseerde misdaad - vinden er aanvallen op de informatiesystemen plaats en de bezorgdheid over mogelijke terroristische aanslagen op dit soort systemen, die deel uitmaken van de kritische infrastructuur van de lidstaten, groeit. Het doel van de opbouw van een veilige informatiemaatschappij en een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht wordt hierdoor bedreigd; daarom moeten tegenmaatregelen op het niveau van de EU worden genomen. Het landen- en grensoverschrijdende karakter van moderne informatiesystemen leidt ertoe dat aanvallen op dit soort systemen vaak een grensoverschrijdende dimensie aannemen, hetgeen de dringende behoefte aan verdere maatregelen ter harmonisatie van de desbetreffende strafrechtelijke regels onderstreept.
Onderzoek
Met het oog op het groeiende belang van het veiligheidsonderzoek heeft de Commissie voorgesteld het jaarlijks budget met ingang van 2007 van € 15 miljoen tot ca. € 250 miljoen per jaar duidelijk te verhogen.
Als voorbereiding op de nieuwe financieringsperiode met ingang van 2007, werd in april 2005 een Europese adviesraad voor veiligheidsonderzoek ingesteld, die bestaat uit vertegenwoordigers van particuliere en openbare belangengroeperingen uit de veiligheidssector en die de Commissie met betrekking tot de inhoud en de uitvoering van het veiligheidsonderzoek in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek van advies dient.
AMENDEMENTEN
De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 2 | |
(2) Op 17 november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur , waarin beleidsopties voor het opzetten van het programma en van het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) zijn opgenomen. Uit de op het Groenboek ontvangen reacties blijkt duidelijk dat het noodzakelijk is dat een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur wordt opgezet. Er werd erkend dat het nodig is de capaciteit voor de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa op te voeren en deze infrastructuur minder kwetsbaar te maken. De nadruk werd gelegd op het belang van het subsidiariteitsbeginsel en van overleg met de belanghebbende partijen. |
(2) Op 17 november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur , waarin beleidsopties voor het opzetten van het programma en van het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) zijn opgenomen. Uit de op het Groenboek ontvangen reacties blijkt duidelijk wat de potentiële toegevoegde waarde van een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur is. Er werd erkend dat het nodig is de capaciteit voor de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa op te voeren en deze infrastructuur minder kwetsbaar te maken. De nadruk werd gelegd op de belangrijkste beginselen subsidiariteit, evenredigheid en complementariteit alsmede op overleg met de belanghebbende partijen. |
Amendement 2 Overweging 3 | |
(3) In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, maar dient voorrang te worden gegeven aan terroristische dreigingen. Indien het niveau van de beschermingsmaatregelen tegen een bijzonder grote dreiging in een bepaalde sector met kritieke infrastructuur toereikend wordt geacht, moeten de betrokken partijen zich concentreren op andere dreigingen waarvoor zij nog gevoelig zijn. |
(3) In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen. |
Amendement 3 Overweging 4 | |
(4) De hoofdverantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt momenteel bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Dat dient zo te blijven. |
(4) De hoofdverantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt momenteel bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Toch moet de EU op dit gebied een coördinerende taak op zich nemen, omdat de doeltreffendheid van nationale maatregelen in vele gevallen afhankelijk is van grensoverschrijdende samenwerking. |
Amendement 4 Overweging 5 | |
(5) Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in twee of meer lidstaten of in een andere lidstaat dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen en om infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur aan te merken, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. De vraag of het nodig is de bescherming van dergelijke kritieke infrastructuur te verbeteren, moet op grond van een gemeenschappelijke regeling worden beoordeeld. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd. |
(5) Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in drie of meer lidstaten of in tenminste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen en om infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur aan te merken, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. De vraag of het nodig is de bescherming van dergelijke Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, moet op grond van een gemeenschappelijke regeling worden beoordeeld. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd. |
Motivering | |
Een Europese benadering is gerechtvaardigd als tenminste drie lidstaten invloed ondervinden of tenminste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. | |
Amendement 5 Overweging 6 | |
(6) Aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op EU-niveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, alsmede eventueel reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuur. Gezien de zeer grote betrokkenheid van de particuliere sector bij het risicotoezicht, het risicobeheer, de bedrijfscontinuïteitsplanning en het herstel na rampen moet een communautaire aanpak de volledige betrokkenheid van de particuliere sector aanmoedigen. Om deze sectorale aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken, dient een gemeenschappelijke lijst van sectoren met kritieke infrastructuur te worden opgesteld. |
(6) Aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op EU-niveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, alsmede eventueel reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuur. Gezien de zeer grote betrokkenheid van de particuliere sector bij het risicotoezicht, het risicobeheer, de bedrijfscontinuïteitsplanning en het herstel na rampen moet een communautaire aanpak de volledige betrokkenheid van de particuliere sector waarborgen. Om deze sectorale aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken, dienen bovendien sectorspecifieke criteria voor de vaststelling en afbakening van kritieke infrastructuur en een gemeenschappelijke lijst van sectoren met Europese kritieke infrastructuur te worden opgesteld. |
Amendement 6 Overweging 7 | |
(7) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een beveiligingsplan op te stellen, waarin de kritieke infrastructuur wordt geïnventariseerd en waarin passende beveiligingsmaatregelen voor de bescherming ervan worden aangereikt. In het beveiligingsplan van de exploitant moet rekening worden gehouden met de kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses alsmede met andere, door de autoriteiten van de lidstaat verstrekte relevante informatie. |
(7) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een beveiligingsplan op te stellen, waarin de kritieke infrastructuur wordt geïnventariseerd en waarin passende beveiligingsmaatregelen voor de bescherming ervan worden aangereikt. In het beveiligingsplan van de exploitant moet rekening worden gehouden met de kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses alsmede met andere, door de autoriteiten van de lidstaat verstrekte relevante informatie. Het voldoen aan bestaande sectorgebaseerde beschermingsmaatregelen moet als voldoende worden beschouwd voor de eis om een beveiligingsplan op te stellen en te actualiseren. |
Motivering | |
De communautaire aanpak moet worden opgebouwd op bestaande sectorgebaseerde beschermingsmaatregelen, rekening houdend met sectorale kenmerken. Tegenstrijdigheden of dubbel werk moeten tegen elke prijs worden voorkomen. | |
Amendement 7 Overweging 8 | |
(8) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen teneinde de samenwerking en de communicatie met de nationale autoriteiten voor de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken. |
(8) Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen teneinde de samenwerking en de communicatie met de nationale en communautaire autoriteiten voor de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken. Het voldoen aan bestaande sectorgebaseerde beschermingsmaatregelen moet worden beschouwd als voldoende voor de eis om een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen. |
Amendement 8 Overweging 10 | |
(10) Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande kwetsbaarheden, dreigingen en risico's te worden uitgewerkt. |
(10) Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande dreigingen, risico's en structurele zwakke punten uitgewerkt en uitgevoerd te worden. |
Amendement 9 Overweging 11 | |
(11) Alleen een gemeenschappelijk kader kan de vereiste basis voor een coherente uitvoering van maatregelen ter bescherming van Europese kritieke infrastructuur en een duidelijke afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden verschaffen. De eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur dienen toegang te krijgen tot beproefde methoden ter bescherming van kritieke infrastructuur. |
(11) Door een afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden kan een gemeenschappelijk kader de vereiste basis voor een coherente uitvoering van maatregelen ter bescherming van Europese kritieke infrastructuur en een duidelijke afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden verschaffen. De eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur dienen toegang te krijgen tot informatie en een mogelijkheid tot uitwisseling van beproefde ervaringen, praktijken en methoden ter bescherming van kritieke infrastructuur. |
Amendement 10 Overweging 12 | |
(12) Voor een doeltreffende bescherming van kritieke infrastructuur is communicatie, coördinatie en samenwerking op nationaal niveau en op EU-niveau vereist. Deze wordt het best verwezenlijkt door de aanwijzing in elke lidstaat van contactpunten voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur, die kwesties die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen zowel intern als met andere lidstaten en de Commissie moeten coördineren. |
(12) Voor een doeltreffende bescherming van Europese kritieke infrastructuur is communicatie, coördinatie en samenwerking op nationaal niveau en op EU-niveau vereist. Deze wordt het best verwezenlijkt door de aanwijzing in elke lidstaat van ECIP-contactpunten op nationaal en communautair niveau voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur, die ECIP-kwesties die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen zowel intern als met andere lidstaten en de EU moeten coördineren. |
Amendement 11 Overweging 13 | |
(13) Teneinde op gebieden die tot een zekere mate van vertrouwelijkheid nopen activiteiten te ontwikkelen die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen, moet in het kader van deze richtlijn voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie worden gezorgd. Bepaalde inlichtingen over de bescherming van kritieke infrastructuur zijn van die aard dat openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang waar dit de openbare veiligheid betreft. Bepaalde gegevens over kritieke infrastructuur die zouden kunnen worden gebruikt om plannen te maken en feiten te plegen die onaanvaardbare gevolgen zouden hebben voor deze installaties, dienen als vertrouwelijk te worden behandeld en zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten slechts op een "need-to-know"-basis te worden verstrekt. |
(13) Teneinde op gebieden die tot een zekere mate van vertrouwelijkheid nopen activiteiten te ontwikkelen die de bescherming van Europese kritieke infrastructuur betreffen, moet in het kader van deze richtlijn voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie worden gezorgd. Bepaalde inlichtingen over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur zijn van die aard dat openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang waar dit de openbare veiligheid betreft. Bepaalde gegevens over kritieke infrastructuur die zouden kunnen worden gebruikt om plannen te maken en feiten te plegen die onaanvaardbare gevolgen zouden hebben voor deze installaties, dienen als vertrouwelijk te worden behandeld en zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten slechts op een "need-to-know"-basis te worden verstrekt. |
Amendement 12 Overweging 14 | |
(14) Informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. Teneinde de uitwisseling van informatie aan te moedigen, dient het voor het bedrijfsleven duidelijk te zijn dat de voordelen van de uitwisseling van informatie over kritieke infrastructuur opwegen tegen de kosten ervan voor het bedrijfsleven en de samenleving in het algemeen. De uitwisseling van informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet derhalve worden aangemoedigd. |
(14) Informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. |
Motivering | |
Naleving van het subsidiariteitsbeginsel. | |
Amendement 13 Overweging 15 | |
(15) Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, moeten deze verder worden gebruikt en zullen deze tot de volledige uitvoering van deze richtlijn bijdragen. |
(15) Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, moeten deze verder worden gebruikt en zullen deze tot de volledige uitvoering van deze richtlijn bijdragen, zonder dat door uiteenlopende eisen, die niet leiden tot meer veiligheid, extra kosten ontstaan. Bij toekomstige sectorale maatregelen moet rekening worden gehouden met deze richtlijn om mogelijk dubbel werk of tegenstrijdigheden te voorkomen. |
Motivering | |
De bureaucratie moet zoveel mogelijk worden beperkt. | |
Amendement 14 Overweging 15 bis (nieuw) | |
|
(15 bis) In deze richtlijn wordt geen rekening gehouden met het bijzondere belang van de "externe dimensie" van kritieke infrastructuren, zoals in de financiële sector of op energiegebied. |
Motivering | |
Verduidelijking dat ook kritieke infrastructuren buiten de Europese Unie enorme gevolgen, vooral in de financiële en energiesector, kunnen hebben en maatregelen ter verbetering van de veiligheid noodzakelijk zijn. | |
Amendement 15 Overweging 17 | |
(17) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de instelling van een procedure voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede de uitwerking van een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(17) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de instelling van een procedure voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede de uitwerking van een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren, niet in alle gevallen voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
Motivering | |
De formulering van de oorspronkelijke tekst is te sterk. | |
Amendement 16 Artikel 2, letter b) | |
b) "Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in twee of meer lidstaten, of in een enkele lidstaat, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur; |
b) "Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in drie of meer lidstaten, of in ten minste twee lidstaten, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur; |
Motivering | |
Een Europese benadering is gerechtvaardigd als tenminste drie lidstaten invloed ondervinden of tenminste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. | |
Amendement 17 Artikel 2, letter c), bullets 1 en 2 | |
• de gevolgen voor het publiek (aantal getroffen personen); |
• de gevolgen voor de burger; |
• de economische gevolgen (omvang van het economisch verlies en/of de kwaliteitsvermindering van producten of diensten); |
• de gevolgen voor de interne markt (omvang van het economisch verlies en/of de kwaliteitsvermindering van producten of diensten); |
Motivering | |
Noodzakelijke concretisering. | |
Amendement 18 Artikel 2, letter d) | |
d) "kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur; |
d) "structurele kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur; |
|
(Deze wijziging geldt voor de gehele tekst. Goedkeuring ervan impliceert desbetreffende aanpassingen in de gehele tekst.) |
Motivering | |
Noodzakelijke concretisering. | |
Amendement 19 Artikel 3, leden 1 en 2 | |
1. De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zij kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
1. De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria worden gebaseerd op bestaande beschermingscriteria en vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zij kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Het Europees Parlement wordt onverwijld volledig op de hoogte gebracht wanneer de Commissie de Raad maatregelen of voorstellen voor te nemen maatregelen doet toekomen. |
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld. |
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met Europese kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [zes maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld. |
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en, waar nodig, worden de relevante belanghebbende partijen daarbij betrokken. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld. |
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt en berusten op bestaande sectorgebaseerde beschermingsmaatregelen, met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en worden alle relevante belanghebbende partijen daarbij betrokken, aangezien elke sector over bijzondere ervaring en deskundigheid beschikt en uiteenlopende eisen heeft betreffende de bescherming van hun kritieke infrastructuur. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld. |
|
Wanneer reeds communautaire mechanismen bestaan, worden deze ook verder gebruikt. Bij toekomstige sectorale maatregelen wordt rekening gehouden met deze richtlijn om mogelijk dubbel werk of tegenstrijdigheden te voorkomen. |
2. Jaarlijks kiest de Commissie de in bijlage I vermelde prioritaire sectoren waarvoor de in lid 1 bedoelde criteria moeten worden uitgewerkt. |
2. Jaarlijks worden, overeenkomstig de procedure van artikel 11, lid 3 de in bijlage I vermelde prioritaire sectoren waarvoor de in lid 1 bedoelde criteria moeten worden uitgewerkt, gekozen. |
Bijlage I kan overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure worden gewijzigd voor zover het toepassingsgebied van deze richtlijn daardoor niet wordt uitgebreid. |
|
Amendement 20 Artikel 4, lid 1 | |
1. Op grond van de overeenkomstig artikel 3, lid 3, tweede alinea, gedane kennisgevingen en van andere informatie waarover zij beschikt, stelt de Commissie een lijst voor van als Europese kritieke infrastructuur aan te merken kritieke infrastructuur. |
1. Op grond van de overeenkomstig artikel 3, lid 3, tweede alinea, gedane kennisgevingen en van andere informatie waarover zij beschikt, stelt de Commissie een lijst voor van als Europese kritieke infrastructuur aan te merken kritieke infrastructuur. De Commissie brengt het Europees Parlement onverwijld en uitgebreid van deze lijst op de hoogte. |
Amendement 21 Artikel 7, lid 2, alinea 1 | |
2. Elke lidstaat brengt binnen 18 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in elke in bijlage I genoemde sector. |
2. Elke lidstaat brengt binnen 12 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in elke in bijlage I genoemde sector. |
Motivering | |
Verkorting van de procedure. | |
Amendement 22 Artikel 7, lid 4 | |
4. Er kunnen per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. |
4. Er kunnen per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure en met inspraak van de betrokkenen. |
Amendement 23 Artikel 8 | |
De Commissie staat de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. |
De Commissie staat, in overleg met de lidstaten, de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot informatie en een mogelijkheid te bieden tot uitwisseling van beproefde ervaringen, praktijken en methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. |
Amendement 24 Artikel 10, lid 2 | |
2. Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een passend veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd. |
2. Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een optimaal veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd. |
Amendement 25 Artikel 10, lid 3 | |
3. De lidstaten zien erop toe dat de aan de lidstaten of aan de Commissie verstrekte informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van kritieke infrastructuur wordt gebruikt. |
3. De lidstaten zien erop toe dat de aan de lidstaten of aan de Commissie verstrekte informatie over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van Europese kritieke infrastructuur wordt gebruikt. |
Amendement 26 Artikel 11, lid 1 | |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elk contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur. |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat.. |
Motivering | |
Naleving van het subsidiariteitsbeginsel. | |
Amendement 27 Artikel 12, lid 1, alinea 1 | |
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
Motivering | |
Realistischer tijdskader. |
PROCEDURE
Titel |
Inventarisatie, classificatie en bescherming Europese kritieke infrastructuur |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0787 - C6-0053/2007 - 2006/0276(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ITRE 1.2.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Norbert Glante 27.2.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
11.4.2007 |
2.5.2007 |
5.6.2007 |
7.6.2007 |
||||
Datum goedkeuring |
7.6.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
34 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Philippe Busquin, Jorgo Chatzimarkakis, Giles Chichester, Silvia Ciornei, Den Dover, Nicole Fontaine, Adam Gierek, Norbert Glante, András Gyürk, Fiona Hall, Rebecca Harms, Erna Hennicot-Schoepges, Romana Jordan Cizelj, Werner Langen, Romano Maria La Russa, Reino Paasilinna, Atanas Paparizov, Francisca Pleguezuelos Aguilar, Vladimír Remek, Teresa Riera Madurell, Paul Rübig, Andres Tarand, Britta Thomsen, Claude Turmes, Nikolaos Vakalis |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Alexander Alvaro, Pilar Ayuso, Christian Ehler, Robert Goebbels, Edit Herczog, Erika Mann, John Purvis, Esko Seppänen, Silvia-Adriana Ţicău |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Albert Deß |
|||||||
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
ADVIES van de Commissie vervoer en toerisme (7.6.2007)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
(COM(2006)0787 – C6‑0053/2007 – 2006/0276(CNS))
Rapporteur voor advies: Renate Sommer
rej
BEKNOPTE MOTIVERING
Het voorstel van de Commissie
In juni 2004, kort na de bomaanslag op treinen in Madrid, gaf de Europese Raad de Commissie de opdracht een uitgebreide strategie uit te werken voor de bescherming van kritieke infrastructuur tegen terreuracties. Dit leidde in november 2005 tot het Groenboek van de Commissie betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, waarin eventuele strategieën voor de verwezenlijking van het "EPCIP" ("Europees programma ter bescherming van kritieke infrastructuur") en van het "CIWIN" ("Netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur") werden beschreven. In december 2005 gaf de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie de opdracht om uiterlijk juni 2006 een voorstel voor het EPCIP voor te leggen. De mededeling van de Commissie over een EPCIP van december 2006 bevat verscheidene componenten voor het kader van een dergelijk programma. Eén component van dit programma is het onderhavige voorstel voor een richtlijn, dat een procedure bevat voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, waarvan de bescherming verbeterd moet worden.
Deze richtlijn moet een aanvulling vormen op de bestaande nationale programma's voor de bescherming van belangrijke infrastructuur en moet voortbouwen op de bestaande sectorspecifieke maatregelen voor de bescherming van kritieke infrastructuur. De Commissie stelt voor een infrastructuur als kritiek uit Europees oogpunt te beschouwen als de verstoring of vernietiging daarvan een belangrijke invloed zou hebben in twee of meer lidstaten, of in één enkele lidstaat, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Iedere lidstaat moet een inventarisatie maken van Europese kritieke infrastructuren op zijn grondgebied en dergelijke infrastructuur buiten zijn grondgebied die voor grensoverschrijdende effecten zou kunnen zorgen, en moet deze infrastructuur bij de Commissie melden. Op deze basis wil de Commissie centraal door middel van de comitologieprocedure een concrete lijst van Europese kritieke infrastructuur opstellen.
Afgezien van deze ontwerprichtlijn over de procedure voor het vaststellen van Europese kritieke infrastructuur en de aanmerking van infrastructuurvoorzieningen als kritieke Europese infrastructuur blijven reeds bestaande, specifiek voor een sector geldende wettelijke voorschriften van kracht. In de vervoerssector bijvoorbeeld bestaan al wettelijke regelingen op veiligheidsgebied, onder meer voor schepen en haveninstallaties, luchthavens, de burgerluchtvaart en het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Amendementen van de rapporteur voor advies
Uw rapporteur voor advies is van mening dat de Commissie met deze ontwerprichtlijn haar bevoegdheden overschrijdt omdat zij bij haar taakopvatting van onjuiste veronderstellingen uitgaat en een doel nastreeft dat op gespannen voet staat met het subsidiariteitsbeginsel. Het initiatief voor de bescherming van de kritieke infrastructuur moet de binnenlandse veiligheid waarborgen. Het gaat niet om een initiatief voor het behoud van de stabiliteit van de interne markt. In strijd met haar eigenlijke taak, in aanvulling op de maatregelen van de lidstaten actief te worden, wil de Commissie blijkbaar reeds bestaande maatregelen van de lidstaten vervangen. Het voorgestelde systeem van rapportageverplichtingen zorgt voor verdere, contraproductieve bureaucratische structuren. Bovendien lost het voorstel niet het eigenlijke vraagstuk op, maar delegeert dit aan een comitologiecomité. Over het geheel genomen lijkt het de vraag of er überhaupt behoefte is aan een dergelijke richtlijn.
Uw rapporteur voor advies is van mening dat kritieke infrastructuren uitsluitend door de lidstaten moeten worden geïnventariseerd en in lijsten moeten worden opgenomen. Zij heeft er bezwaar tegen dat de lidstaten ertoe verplicht worden de Commissie informatie te geven over de concrete kritieke infrastructuur. Dit zou strijdig zijn met de nationale belangen op het gebied van de veiligheid omdat een Europese lijst van kritieke infrastructuur een interessante informatiebron voor terroristen zou zijn. Alleen een decentraal beheer van de Europese kritieke infrastructuur in de lidstaten lijkt de waarborgen te bieden waarmee dit gevaar kan worden bezworen.
Als Europese kritieke infrastructuur zou alleen de infrastructuur moeten worden beschouwd waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben op ten minste drie lidstaten of op twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Ook mogen er centraal en op het niveau van de Commissie alleen maar de gevaar lopende Europese prioritaire sectoren in het algemeen worden gedefinieerd en geïnventariseerd, en alleen op dit niveau mogen ook de principiële criteria worden opgesteld die te maken hebben met het belang van de infrastructuur voor de beveiliging van de voorziening (van levensbenodigdheden) van de bevolking.
Bij de beslissing of een infrastructuur kritiek is of niet, moet derhalve rekening worden gehouden met de "factor mens". Er moet duidelijk worden gemaakt dat de burger in het middelpunt van de maatregel staat en dat de voorgestelde regelingen in zijn belang worden genomen. Ten slotte moet het voorstel voor een richtlijn een bijdrage leveren aan de verbetering van de openbare veiligheid en zo tot een vergroting van de levenskwaliteit van de burgers.
Sectoren met eventuele kritieke infrastructuur worden in bijlage I vermeld. Uw rapporteur voor advies stelt voor, de omschrijving van de in aanmerking komende kritieke sectoren op vervoersgebied ter verduidelijking aan te vullen. Zo moet bij deze omschrijvingen ook worden vermeld dat ze betrekking hebben op tunnels, bruggen, stations, sluizen, havens en luchthavens.
De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken voor te stellen het voorstel van de Commissie te verwerpen.
PROCEDURE
Titel |
Inventarisatie, classificatie en bescherming Europese kritieke infrastructuur |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0787 - C6-0053/2007 - 2006/0276(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
TRAN 1.2.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Renate Sommer 31.1.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
8.5.2007 |
4.6.2007 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
5.6.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
23 16 1 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Robert Atkins, Inés Ayala Sender, Etelka Barsi-Pataky, Paolo Costa, Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Arūnas Degutis, Christine De Veyrac, Petr Duchoň, Saïd El Khadraoui, Robert Evans, Emanuel Jardim Fernandes, Georg Jarzembowski, Timothy Kirkhope, Dieter-Lebrecht Koch, Jaromír Kohlíček, Sepp Kusstatscher, Bogusław Liberadzki, Eva Lichtenberger, Marian-Jean Marinescu, Robert Navarro, Seán Ó Neachtain, Josu Ortuondo Larrea, Willi Piecyk, Luís Queiró, Reinhard Rack, Luca Romagnoli, Gilles Savary, Brian Simpson, Renate Sommer, Dirk Sterckx, Ulrich Stockmann, Georgios Toussas, Yannick Vaugrenard, Roberts Zīle |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Markus Ferber, Pedro Guerreiro, Elisabeth Jeggle, Anne E. Jensen, Corien Wortmann-Kool |
|||||||
PROCEDURE
Titel |
IInventarisatie, classificatie en bescherming Europese kritieke infrastructuur |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0787 - C6-0053/2007 - 2006/0276(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
22.1.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 1.2.2007 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ECON 1.2.2007 |
ENVI 1.2.2007 |
ITRE 1.2.2007 |
IMCO 1.2.2007 |
||||
|
TRAN 1.2.2007 |
|
|
|
||||
Geen advies Datum besluit |
ENVI 27.2.2007 |
IMCO 1.3.2007 |
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Jeanine Hennis-Plasschaert 25.1.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
8.5.2007 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
27.6.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
46 3 1 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Alexander Alvaro, Alfredo Antoniozzi, Kathalijne Maria Buitenweg, Giuseppe Castiglione, Giusto Catania, Carlos Coelho, Fausto Correia, Elly de Groen-Kouwenhoven, Esther De Lange, Panayiotis Demetriou, Bárbara Dührkop Dührkop, Kinga Gál, Patrick Gaubert, Roland Gewalt, Lilli Gruber, Adeline Hazan, Jeanine Hennis-Plasschaert, Lívia Járóka, Ewa Klamt, Roger Knapman, Magda Kósáné Kovács, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Barbara Kudrycka, Stavros Lambrinidis, Henrik Lax, Edith Mastenbroek, Dan Mihalache, Claude Moraes, Javier Moreno Sánchez, Athanasios Pafilis, Luciana Sbarbati, Inger Segelström, Károly Ferenc Szabó, Vladimir Andreev Urutchev, Ioannis Varvitsiotis, Manfred Weber, Tatjana Ždanoka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Adamos Adamou, Edit Bauer, Simon Busuttil, Gérard Deprez, Koenraad Dillen, Iratxe García Pérez, Ignasi Guardans Cambó, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Metin Kazak, Jörg Leichtfried, Marianne Mikko, Herbert Reul, Rainer Wieland |
|||||||