VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
20.7.2007 - (COM(2006)0904 – C6‑0015/2007 – 2006/0279(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Michael Cashman
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
(COM(2006)0904 – C6‑0015/2007 – 2006/0279(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0904),
– gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 62, lid 1, en 2, onder a) van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0015/2007),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0289/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
| Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 OVERWEGING 3 | |
|
(3) Overeenkomstig de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende Besluit 2006/512/EG moeten de reeds geldende besluiten volgens de geldende procedures worden aangepast. Deze verklaring bevat een lijst van dringend aan te passen besluiten, waaronder Verordening (EG) nr. 562/2006. |
(3) Overeenkomstig de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende Besluit 2006/512/EG is deze nieuwe procedure eerst van toepassing op de reeds geldende besluiten die volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag zijn vastgesteld, nadat deze volgens de geldende procedures zijn aangepast. Deze verklaring bevat een lijst van dringend aan te passen besluiten, waaronder Verordening (EG) nr. 562/2006.. |
Motivering | |
Hiermee wordt de formulering van deze overweging in overeenstemming gebracht met die van de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende het besluit van de Raad van 17 juli 2006. | |
Amendement 2 OVERWEGING 4 | |
|
(4) De Commissie moet de bevoegdheid worden gegeven om bepaalde praktische modaliteiten van grenscontroles aan te passen en om bepaalde bijlagen te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 562/2006 en tot aanvulling van deze verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(4) De Commissie moet de bevoegdheid worden gegeven om bepaalde praktische modaliteiten van grensbewaking vast te stellen en om bepaalde bijlagen te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft die wijziging beogen van niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 562/2006 en tot aanvulling van deze verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
Motivering | |
Dit technisch amendement beoogt deze overweging in overeenstemming te brengen met de door de drie instellingen overeengekomen formule. | |
Amendement 3 OVERWEGING 6 BIS (nieuw) | |
|
|
(6 bis) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet aan de aanneming van deze verordening deel, die bijgevolg niet bindend is voor noch van toepassing is in dit land. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, beslist Denemarken, overeenkomstig artikel 5 van het bovengenoemde protocol, binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad deze verordening heeft aangenomen, of het deze in zijn nationale wetgeving zal omzetten.
|
Motivering | |
Dit technisch amendement beoogt de overwegingen van deze verordening in overeenstemming te brengen met die van de oorspronkelijke verordening (verordening nr. 562/2006 - overweging 22). | |
Amendement 4 OVERWEGING 6 TER (nieuw) | |
|
|
(6 ter) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[1] die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, onder B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999[2] inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst. |
|
|
_________ 1 PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36. 2 PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31. |
Motivering | |
Dit technisch amendement beoogt de overwegingen van deze verordening in overeenstemming te brenegn met die van de oorspronkelijke verordening (verordening nr. 562/2006 - overweging 23). | |
Amendement 5 OVERWEGING 6 QUATER (nieuw) | |
|
|
(6 quater) Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de overeenkomst die is ondertekend door de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder B, van Besluit 1999/437/EG1 juncto artikel 4, lid 1, van Besluit 2004/860/EG van de Raad2.
|
|
|
1 Besluit 2004/849/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 368 van 15.12.2004, blz. 26). 2 Besluit 2004/860/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 78). |
Motivering | |
Dit technisch amendement beoogt de overwegingen van deze verordening in overeenstemming te brengen met die van de oorspronkelijke verordening (verordening nr. 562/2006 - overweging 25). | |
Amendement 6 OVERWEGING 6 QUINQUIES (nieuw) | |
|
|
(6 quinquies) Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis1, en daaropvolgend Besluit 2004/926/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de bepalingen van het Schengenacquis2. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. ________________ 1 PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43. |
Motivering | |
Dit technisch amendement beoogt de overwegingen van deze verordening in overeenstemming te brengen met die van de oorspronkelijke verordening (verordening nr. 562/2006 - overweging 27). | |
Amendement 7 OVERWEGING 6 SEXIES (nieuw) | |
|
|
(6 sexies) Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis1;Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.
|
|
|
_________ 1 PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20. |
Motivering | |
Dit technisch amendement beoogt de overwegingen van deze verordening in overeenstemming te brengen met die van de oorspronkelijke verordening (verordening nr. 562/2006 - overweging 28). | |
Amendement 8 ARTIKEL 1, LID 1 | |
|
5. Maatregelen inzake aanvullende voorschriften inzake de bewaking worden door de Commissie vastgesteld. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
5. Aanvullende voorschriften inzake de bewaking die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
|
Motivering | |
Hiermee wordt de formulering van de oorspronkelijke verordening hersteld en wordt de bepaling in overeenstemming gebracht met het door de drie instellingen overeengekomen model. | |
Amendement 9 ARTIKEL 2, ALINEA 2 | |
|
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. |
Deze verordening is overeenkomstig het EG-Verdrag verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten. |
Motivering | |
Technisch amendement om de formulering in overeenstemming te brengen met die van de oorspronkelijke verordening. | |
TOELICHTING
Na jaren onderhandelen tussen de Raad, de Commissie en het Europees Parlement werd op 17 juli 2006 het Besluit van de Raad vastgesteld tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (het comitologiebesluit).
Met dit Besluit werd een nieuwe comitologieprocedure ingevoerd, de zogenoemde 'regelgevingsprocedure met toetsing' (artikel 5 bis), die zal worden gevolgd bij de vaststelling van maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de medebeslissingsprocedure aangenomen besluit.
De Commissie heeft een lijst gemaakt van 25 reeds vastgestelde instrumenten die ingevolge dit Besluit aan de nieuwe procedure moeten worden aangepast, waaronder Verordening nr. 526/2006 (de Schengen-Grensregeling).
De Commissie stelt voor de verordening zodanig te wijzen dat de nieuwe procedure in de plaats komt van de oude regelgevingsprocedure zoals die in de verordening was opgenomen.
De Rapporteur steunt dit voorstel van de Commissie, maar stelt hierbij enkele technische amendementen voor teneinde rekening te houden met de specifieke materie van de Schengen-Grensregeling: omdat dit een verdere ontwikkeling is op het Schengen acquis moeten er enkele bijzondere bepalingen worden ingevoegd, met name ten aanzien van de lidstaten waar de Regeling geldt.
PROCEDURE
|
Titel |
Communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft |
|||||||
|
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0904 - C6-0015/2007 - 2006/0279(COD) |
|||||||
|
Datum indiening bij EP |
22.12.2006 |
|||||||
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 17.1.2007 |
|||||||
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Michael Cashman 20.3.2007 |
|
|
|||||
|
Behandeling in de commissie |
27.6.2007 |
17.7.2007 |
|
|
||||
|
Datum goedkeuring |
17.7.2007 |
|
|
|
||||
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
31 0 1 |
||||||
|
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Alexander Alvaro, Roberta Angelilli, Philip Bradbourn, Mihael Brejc, Giuseppe Castiglione, Giusto Catania, Jean-Marie Cavada, Esther De Lange, Panayiotis Demetriou, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Bárbara Dührkop Dührkop, Claudio Fava, Kinga Gál, Patrick Gaubert, Jeanine Hennis-Plasschaert, Roger Knapman, Magda Kósáné Kovács, Barbara Kudrycka, Stavros Lambrinidis, Henrik Lax, Dan Mihalache, Javier Moreno Sánchez, Athanasios Pafilis, Martine Roure, Károly Ferenc Szabó, Søren Bo Søndergaard, Ioannis Varvitsiotis |
|||||||
|
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Edit Bauer, Iratxe García Pérez, Sophia in ‘t Veld, Jean Lambert, Siiri Oviir |
|||||||