ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken ("de betekening en de kennisgeving van stukken"), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000
8.10.2007 - (8703/5/2007 – C6‑0217/2007 – 2005/0126(COD)) - ***II
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Jean-Paul Gauzès
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken ("de betekening en de kennisgeving van stukken"), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000
(8703/5/2007 – C6‑0217/2007 – 2005/0126(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (8703/5/2007 – C6‑0217/2007),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0305)[2],
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 67 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken (A6‑0366/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;
2. constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;
3. verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;
4. verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
- [1] Aangenomen teksten van 4 juli 2006, P6_TA(2006)0288.
- [2] Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
In juli 2005 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad voorgelegd.
Na een akkoord met de Raad onder Oostenrijks voorzitterschap heeft het Europees Parlement in juli 2006 in eerste lezing een aantal amendementen aangenomen die overeenstemden met de wijzigingen die met de Raad waren overeengekomen en heeft het Europees Parlement de Commissie officieel verzocht een gecodificeerde versie van Verordening (EG) nr. 1348/2000 in te dienen in de vorm van een gewijzigd voorstel.
In december 2006 heeft de Commissie een gewijzigd voorstel voor een verordening ingediend waarin de door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde amendementen op Verordening (EG) nr. 1348/2000 waren opgenomen en waarmee genoemde verordening werd ingetrokken.
Een enigszins gewijzigde versie van deze tekst werd met algemene stemmen goedgekeurd tijdens de bijeenkomst van de Raad op 19 en 20 april 2007, die vervolgens een gemeenschappelijk standpunt heeft opgesteld. Dit standpunt werd door de Raad officieel met algemene stemmen goedgekeurd op 28 juni 2007.
Er zij opgemerkt dat de Commissie, hoewel het Parlement en de Raad hebben ingestemd met de inlassing van een nieuw artikel 15 bis (amendement 25 van het Parlement), in haar gewijzigd voorstel de strekking van dit amendement heeft overgenomen, maar voor een oplossing heeft gekozen die erin bestaat twee nieuwe leden aan artikel 8 en een nieuw lid aan artikel 9 toe te voegen in plaats van een aparte bepaling op te nemen. De Raad is van mening dat deze oplossing volledig strookt met het streven naar goede wetgeving en hij heeft deze in zijn gemeenschappelijke standpunt overgenomen.
De rapporteur is verheugd over de opneming in het gemeenschappelijk standpunt van de wijzigingen van het Parlement en is voorstander van de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt zonder amendementen.
Aangezien de Voorzitter van het Europees Parlement officieel mededeling heeft gedaan van de ontvangst van het gemeenschappelijk standpunt op 12 juli 2007 begint de termijn van drie maanden waarbinnen het Parlement zich moet uitspreken op 13 juli. Wij moeten dus vragen om de in het Verdrag vastgelegde verlenging van een maand.
I. Intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000
Aangezien de Raad en het Europees Parlement om een codificatie van Verordening (EG) nr. 1348/2000 hadden gevraagd, heeft de Commissie in haar gewijzigd voorstel de nodige bepalingen opgenomen om genoemde verordening in te trekken (overweging 27, artikel 25 en de concordantietabel van bijlage III). In een streven naar goede wetgeving heeft de Raad deze bepalingen en de concordantietabel in zijn gemeenschappelijk standpunt overgenomen.
II. Door de Raad aangebrachte wijzigingen
Toen Verordening (EG) nr. 1346/2000 in mei 2000 werd goedgekeurd, bestond er nog geen vaste praktijk om een oplossing te vinden voor het probleem dat ontstaat doordat Denemarken overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken niet deelneemt aan de aanneming van overeenkomstig titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voorgestelde maatregelen en doordat deze maatregelen niet bindend zijn voor Denemarken noch in Denemarken van toepassing zijn. Verordening (EG) nr. 1348/2000 bevatte dus niet de inmiddels gebruikelijke bepaling over het begrip "lidstaat". Ten einde deze omissie te verhelpen heeft de Raad in zijn gemeenschappelijk standpunt een nieuw lid 3 aan artikel 1 toegevoegd. Ten gevolge van de niet-deelneming van Denemarken is de Raad tevens overgegaan tot de nodige aanpassingen in de bijlagen.
III. Conclusie
De Raad is van oordeel dat zijn gemeenschappelijk standpunt betreffende de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken volledig strookt met de door het Europees Parlement en de Raad gewenste wijzigingen en overeenstemt met het gewijzigd voorstel van de Commissie waarin deze wijzigingen zijn opgenomen.
PROCEDURE
Titel |
Betekening en kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken |
|||||||
Document- en procedurenummers |
08703/5/2007 - C6-0217/2007 - 2005/0126(COD) |
|||||||
Datum eerste lezing EP – P-nummer |
4.7.2006 T6-0288/2006 |
|||||||
Voorstel van de Commissie |
COM(2005)0305 - C6-0232/2005 |
|||||||
Gewijzigd voorstel van de Commissie |
||||||||
Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt |
12.7.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 12.7.2007 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Jean-Paul Gauzès 10.7.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
10.9.2007 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
4.10.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
22 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Carlo Casini, Bert Doorn, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Katalin Lévai, Hans-Peter Mayer, Manuel Medina Ortega, Aloyzas Sakalas, Francesco Enrico Speroni, Gary Titley, Diana Wallis, Rainer Wieland, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Charlotte Cederschiöld, Kurt Lechner, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, József Szájer |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Genowefa Grabowska, Michael Cashman, Iles Braghetto, Lily Jacobs |
|||||||