VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol)
15.11.2007 - (COM(2006)0817 – C6‑0055/2007 – 2006/0310(CNS)) - *
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Agustín Díaz de Mera García Consuegra
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol)
(COM(2006)0817 – C6‑0055/2007 – 2006/0310(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie (COM(2006)0817),
– gelet op artikel 30, lid 1, letter b), artikel 30, lid 2 en artikel 34, lid 2, onder c) van het EU‑Verdrag,
– gelet op artikel 39, lid 1 van het EU‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0055/2007),
– gelet op het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie, op grond waarvan de Raad door het Parlement is geraadpleegd,
– gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie constitutionele zaken (A6‑0447/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. is van mening dat het in het wetgevingsvoorstel vermelde financiële referentiebedrag in overeenstemming moet zijn met het maximumbedrag van rubriek 3a van het financieel meerjarenkader en met het bepaalde in punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006[1] (IIA);
3. herinnert eraan dat het door de Begrotingscommissie uitgebrachte advies niet vooruitloopt op de uitkomst van de procedure, als omschreven in punt 47 van het IIA, die geldt voor de oprichting van de Europese Politiedienst;
4. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
5. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
6. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel;
7. verzoekt de Raad het Parlement opnieuw te raadplegen in het kader van het ontwerpverdrag van Lissabon, als het besluit van de Raad tot oprichting van Europol tegen juni 2008 niet is goedgekeurd;
8. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Visum 1 bis (nieuw) | |
|
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1 (Financieel Reglement), en met name op artikel 185, |
|
______________ |
Motivering | |
Europol wordt opgericht als orgaan van de Europese Unie. Dit moet tot uiting komen in de rechtsgrondslagen waarnaar in het besluit wordt verwezen. | |
Amendement 2 Visum 1 ter (nieuw) | |
|
gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer1, en met name op punt 47. ______________ |
Motivering | |
Europol wordt opgericht als orgaan van de Europese Unie. Dit moet tot uiting komen in de rechtsgrondslagen waarnaar in het besluit wordt verwezen. | |
Amendement 3 Overweging 4 bis (nieuw) | |
|
(4 bis) De Raad heeft het kaderbesluit over de gegevensbescherming in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken nog niet goedgekeurd. De inwerkingtreding van het kaderbesluit is van fundamenteel belang voor Europol om aan zijn mandaat te kunnen voldoen in een juridisch kader dat de gegevensbescherming van de Europese burgers volledig waarborgt. Het is derhalve absoluut noodzakelijk dat de Raad het kaderbesluit zo spoedig mogelijk goedkeurt. |
Amendement 4 Overweging 4 ter (nieuw) | |
|
(4 ter) In zijn "Aanbeveling aan de Raad betreffende Europol: Versterking van de parlementaire controle en uitbreiding van de bevoegdheden"1 van 13 april 1999 deed het Europees Parlement het verzoek Europol in het institutionele kader van de Europese Unie op te nemen en te onderwerpen aan democratisch toezicht door het Parlement. ____________ |
Amendement 5 Overweging 4 quater (nieuw) | |
|
(4 quater) In zijn "Aanbeveling aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel van de Europese Unie"1 van 30 mei 2002 en in zijn "Aanbeveling aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol"2 van 10 april 2003, deed het Europees Parlement het verzoek Europol een communautaire basis te verschaffen. _____________ |
Amendement 6 Overweging 5 | |
(5) De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting. |
(5) De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over en democratisch toezicht op Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting, met inbegrip van de personeelsformatie, en bij de kwijtingsprocedure. |
Motivering | |
De rol van het Parlement bij de vaststelling van de personeelsformatie en bij het verlenen van kwijting aan Europol dient uitdrukkelijk te worden vermeld. | |
Amendement 7 Overweging 6 bis (nieuw) | |
|
(6 bis) De oprichting van Europol vraagt om een interinstitutioneel akkoord waarin de basisvoorwaarden voor de Europese regelgevende agentschappen worden vastgelegd, teneinde de bestaande en toekomstige agentschappen zodanig te structureren dat duidelijkheid, transparantie en rechtszekerheid worden bevorderd. |
Amendement 8 Overweging 8 bis (nieuw) | |
|
(8 bis) Na de uitbreiding van de operationele bevoegdheden van Europol zijn enkele verbeteringen ten aanzien van de democratische verantwoording nog steeds noodzakelijk. |
Amendement 9 Overweging 13 | |
(13) Er moet een gegevensbeschermingsfunctionaris worden aangesteld die op onafhankelijke wijze toeziet op de wettigheid van de gegevensverwerking en op de naleving van de bepalingen van dit besluit inzake de verwerking van persoonsgegevens, waaronder de verwerking van persoonsgegevens over het Europol-personeel, dat wordt beschermd door artikel 24 van Verordening (EG) nr. 45/2001. |
(13) Er moet een gegevensbeschermingsfunctionaris worden aangesteld die op onafhankelijke wijze toeziet op de wettigheid van de gegevensverwerking en op de naleving van de bepalingen van dit besluit inzake de verwerking van persoonsgegevens, waaronder de verwerking van persoonsgegevens over het Europol-personeel, dat wordt beschermd door artikel 24 van Verordening (EG) nr. 45/2001. Bij de uitvoering van zijn taken zou de gegevensbeschermingsfunctionaris moeten samenwerken met de krachtens het Gemeenschapsrecht aangestelde gegevensbeschermingsfunctionarissen. |
Motivering | |
Om te zorgen voor de samenwerking met Europese organen, waarop in overweging 16 van het onderhavige voorstel wordt aangedrongen, en om te waarborgen dat de gegevens naar behoren worden beschermd overeenkomstig Verordening nr. 45/2001, zou het zinvol zijn dat de gegevensbeschermingsfunctionaris van Europol toetreedt tot het bestaande netwerk van gegevensbeschermingsfunctionarissen, opdat Europol ten aanzien van de gegevensbescherming eenzelfde koers kan varen varen als de communautaire organen. | |
Amendement 10 Overweging 14 | |
(14) Naast de vereenvoudiging van de bepalingen betreffende bestaande gegevensverwerkingssystemen dient Europol ook meer mogelijkheden te krijgen om andere gegevensverwerkingsinstrumenten te ontwikkelen en te beheren ter ondersteuning van zijn taken; dergelijke instrumenten moeten worden ingevoerd en onderhouden volgens algemene gegevensbeschermingsbeginselen, maar ook volgens nauwkeurige voorschriften die worden vastgesteld door de Raad. |
(14) Naast de vereenvoudiging van de bepalingen betreffende bestaande gegevensverwerkingssystemen dient Europol ook mogelijkheden te krijgen om andere gegevensverwerkingsinstrumenten te ontwikkelen en te beheren ter ondersteuning van zijn taken; dergelijke instrumenten moeten worden ingevoerd en onderhouden volgens in het EG-recht en in Verdrag 108 van de Raad van Europa verankerde algemene gegevensbeschermingsbeginselen en volgens nauwkeurige voorschriften die worden vastgesteld door de Raad, in overleg met het Europees Parlement. |
Amendement 11 Overweging 19 | |
(19) De mogelijkheden van Europol om samen te werken met derde landen en derde partijen moeten worden gerationaliseerd om voor consistentie met het algemene beleid van de Unie op dit punt te zorgen, en wel door middel van nieuwe bepalingen over de manier waarop deze samenwerking in de toekomst moet verlopen. |
(19) De mogelijkheden van Europol om samen te werken met derde landen en derde partijen moeten worden gerationaliseerd om voor consistentie met het algemene beleid van de Unie op dit punt te zorgen, en om te waarborgen dat derde landen en instanties zorgen voor een adequaat niveau van bescherming van persoonsgegevens, en wel door middel van door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement vast te stellen nieuwe bepalingen over de manier waarop deze samenwerking in de toekomst moet verlopen. |
Amendement 12 Artikel 1, lid 1 | |
1. Bij dit besluit wordt de Europese Politiedienst, hierna "Europol" genoemd, opgericht als een orgaan van de Unie. Europol is gevestigd in Den Haag, in Nederland. |
1. Bij dit besluit wordt de Europese Politiedienst, hierna "Europol" genoemd, opgericht als een orgaan van de Unie. Dit orgaan wordt ingesteld overeenkomstig artikel 185 van het Financieel Reglement en punt 47 van het IIA. Europol is gevestigd in Den Haag, in Nederland. |
Motivering | |
Zie amendement 3. | |
Amendement 13 Artikel 5, lid 1, letter a) | |
a) het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van gegevens en inlichtingen die door de autoriteiten van de lidstaten of door derde landen of andere openbare of particuliere instanties worden verstrekt; |
a) het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van gegevens en inlichtingen die door de autoriteiten van de lidstaten of door derde landen of andere openbare of particuliere instanties worden verstrekt; informatie afkomstig van particulieren wordt rechtmatig verzameld en verwerkt alvorens naar Europol te worden doorgezonden, in overeenstemming met de nationale wetgeving tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens1, en Europol krijgt slechts per geval toegang daartoe voor gespecificeerde doeleinden en onder gerechtelijke controle in de lidstaten; aanvullende waarborgen worden door Europol vastgesteld na overleg met de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming en het gemeenschappelijk controleorgaan; ______________ |
Amendement 14 Artikel 6, lid 2 | |
2. In het geval een gemeenschappelijk onderzoeksteam wordt ingesteld om gevallen van eurovalsemunterij te behandelen, kan een Europol-functionaris worden aangewezen als onderzoeksleider, onder de directe verantwoordelijkheid van de leider van het team. Indien er een verschil van mening bestaat tussen de aldus aangewezen Europol‑functionaris en de leider van het team, prevaleert de mening van de leider van het team. |
2. In het geval een gemeenschappelijk onderzoeksteam wordt ingesteld om gevallen van eurovalsemunterij te behandelen of de in artikel 5, lid 2 genoemde taken te verrichten, kan een Europol-functionaris worden aangewezen als onderzoeksleider, onder de directe verantwoordelijkheid van de leider van het team. Indien er een verschil van mening bestaat tussen de aldus aangewezen Europol‑functionaris en de leider van het team, prevaleert de mening van de leider van het team. |
Motivering | |
Aangezien Europol op grond van artikel 5, lid 2 een speciale rol mag spelen bij "het coördineren van onderzoeken naar strafbare feiten die zijn gepleegd met behulp van internet, met name als het gaat om met terrorisme samenhangende feiten en de verspreiding van kinderpornografie en ander illegaal materiaal, alsmede het controleren van internet om te helpen bij de opsporing van dergelijke strafbare feiten en van degenen die ze hebben gepleegd", moet Europol ook in het kader van deze taken een gemeenschappelijk onderzoeksteam kunnen leiden onder dezelfde voorwaarden als bij gevallen van eurovalsemunterij. | |
Amendement 15 Artikel 8, lid 2 | |
2. De nationale eenheid vormt de schakel tussen Europol en de bevoegde nationale autoriteiten. De lidstaten kunnen echter directe contacten tussen bepaalde bevoegde autoriteiten en Europol toestaan, onder door de lidstaten vastgestelde voorwaarden, die kunnen inhouden dat de nationale eenheid daar vooraf bij moet worden betrokken. |
2. De nationale eenheid vormt het enige contact tussen Europol en de bevoegde nationale autoriteiten. De lidstaten kunnen evenwel rechtstreeks contact tussen hun aangewezen bevoegde autoriteiten en Europol toestaan, onder de door de betrokken lidstaat bepaalde voorwaarden, daaronder begrepen voorafgaande betrokkenheid van de nationale eenheid. |
|
Tegelijkertijd ontvangt de nationale eenheid van Europol alle informatie die tijdens het rechtstreeks contact tussen Europol en de aangewezen bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld. De betrekkingen tussen de nationale eenheid en de bevoegde autoriteiten worden beheerst door het nationale recht, met name de desbetreffende grondwettelijke bepalingen. |
Motivering | |
Het zou eigenlijk duidelijk moeten zijn, maar toch is het goed nog eens te benadrukken dat de informatie-uitwisseling tussen Europol en de aangewezen bevoegde autoriteiten wordt beheerst door het nationale recht. | |
Amendement 16 Artikel 9, lid 2, alinea 2 | |
De in lid 2, onder d), bedoelde bilaterale informatie-uitwisseling kan ook betrekking hebben op strafbare feiten die buiten de bevoegdheid van Europol vallen, voor zover dit volgens het nationale recht is toegestaan. |
De in lid 2, onder d), bedoelde bilaterale informatie-uitwisseling kan ook betrekking hebben op strafbare feiten die buiten de bevoegdheid van Europol vallen, voor zover dit volgens het nationale recht is toegestaan. In dat geval is Europol niet aansprakelijk voor de inhoud van welke uitgewisselde informatie dan ook. |
Motivering | |
Europol kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de informatie-uitwisseling met betrekking tot de vervolging van strafbare feiten; dat behoort niet tot zijn bevoegdheden, want Europol speelt slechts een bijrol in de vervolging van strafbare feiten, niet de hoofdrol. | |
Amendement 17 Artikel 10, lid 2 | |
2. Europol mag gegevens verwerken om na te gaan of die gegevens van belang zijn voor zijn taken en kunnen worden opgenomen in een van zijn informatiesystemen. |
2. Europol mag gegevens verwerken om na te gaan of die gegevens van belang zijn voor zijn taken en kunnen worden opgenomen in een van zijn informatiesystemen. In dergelijke gevallen worden de gegevens uitsluitend verwerkt om hun relevantie vast te stellen. |
Amendement 18 Artikel 10, lid 3 | |
3. Wanneer Europol voornemens is een ander systeem voor de verwerking van persoonsgegevens op te zetten dan het artikel 11 bedoelde Europol-informatiesysteem of de in artikel 14 bedoelde analysebestanden, stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement, de voorwaarden vast waaronder Europol dat kan doen. Deze voorwaarden hebben met name betrekking op de toegang tot en het gebruik van de gegevens en op de termijnen voor het bewaren en verwijderen van de gegevens, en zijn gebaseerd op de in artikel 26 bedoelde beginselen. |
3. Wanneer Europol voornemens is een ander systeem voor de verwerking van persoonsgegevens op te zetten dan het artikel 11 bedoelde Europol-informatiesysteem of de in artikel 14 bedoelde analysebestanden, stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement, de voorwaarden vast waaronder Europol dat kan doen. Deze voorwaarden hebben met name betrekking op de toegang tot en het gebruik van de gegevens en op de termijnen voor het bewaren en verwijderen van de gegevens, en zijn gebaseerd op de in artikel 26 bedoelde beginselen. Vóór de goedkeuring van een dergelijk besluit door de Raad worden het gemeenschappelijk controleorgaan van Europol en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd. |
Motivering | |
Bij de verwerking van persoonsgegevens in andere systemen dan het Europol-informatiesysteem of de analysebestanden moeten de legitieme belangen beschermd worden van de personen waarop deze gegevens betrekking hebben; daarom moeten het gemeenschappelijk controleorgaan en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming worden geraadpleegd (zie het advies van de Europese Toezichthouder inzake COM(2006) 817 def., paragrafen 18 en 55). | |
Amendement 19 Artikel 10, lid 5 | |
5. Europol stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat zijn gegevensverwerkingssystemen compatibel zijn met de gegevensverwerkingssystemen in de lidstaten en in het bijzonder met de gegevensverwerkingssystemen die worden gebruikt in de organen van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie waarmee Europol betrekkingen kan aanknopen overeenkomstig artikel 22, en maakt daartoe gebruik van beproefde methoden en open normen. |
5. Europol stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat zijn gegevensverwerkingssystemen compatibel zijn met de gegevensverwerkingssystemen in de lidstaten en in het bijzonder met de gegevensverwerkingssystemen die worden gebruikt in de organen van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie waarmee Europol betrekkingen kan aanknopen overeenkomstig artikel 22, en maakt daartoe gebruik van beproefde methoden en open normen. Interconnectie is toegestaan op grond van een desbetreffend besluit van de Raad, dat wordt genomen na overleg met de gegevensbeschermingsfunctionaris van Europol en het gemeenschappelijk controleorgaan en waarin de regels en voorwaarden worden vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot de noodzaak om interconnectie toe te passen en de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zullen worden gebruikt. |
Amendement 20 Artikel 11, lid 1 | |
1. Europol onderhoudt een Europol-informatiesysteem. Het Europol-informatiesysteem kan rechtstreeks worden geraadpleegd door de nationale eenheden, de verbindingsofficieren, de directeur, de adjunct-directeuren en de daartoe gemachtigde Europol-functionarissen. |
1. Europol onderhoudt een Europol-informatiesysteem. Het Europol-informatiesysteem kan rechtstreeks worden geraadpleegd door de nationale eenheden, de verbindingsofficieren, de directeur, de adjunct-directeuren en de daartoe gemachtigde Europol-functionarissen. Rechtstreekse toegang van de nationale eenheden tot het informatiesysteem met betrekking tot de in artikel 12, lid 1, onder b) genoemde personen wordt beperkt tot de in artikel 12, lid 2 opgesomde persoonsgegevens. Indien dat voor een specifiek onderzoek noodzakelijk is, worden de volledige gegevens aan de eenheden ter beschikkingsgesteld via de verbindingsofficieren. |
Motivering | |
Gegevens over personen ten aanzien waarvan krachtens de nationale wetgeving ernstige redenen bestaan om aan te nemen dat zij strafbare feiten zullen plegen waarvoor Europol bevoegd is, kunnen niet worden behandeld als veroordeelde misdadigers. Voor deze categorie personen moeten specifieke waarborgen worden gegeven, zoals bepaald in artikel 7, lid 1 van de bestaande Europol-overeenkomst. | |
Amendement 21 Artikel 12, lid 1, letter b) | |
b) personen ten aanzien van wie in de zin van het nationale recht van de betrokken lidstaat een gegrond vermoeden bestaat dat zij strafbare feiten zullen plegen die onder de bevoegdheid van Europol vallen. |
b) personen ten aanzien van wie in de zin van het nationale recht van de betrokken lidstaat feitelijke aanwijzingen of een gegrond vermoeden bestaan dat zij strafbare feiten zullen plegen die onder de bevoegdheid van Europol vallen. |
Amendement 22 Artikel 12, lid 4 bis (nieuw) | |
|
4 bis. Speciale categorieën gegevens betreffende ras of etnische afkomst, politieke standpunten, religieuze of filosofische overtuigingen, lidmaatschap van partijen of vakbonden, seksuele geaardheid of gezondheid worden niet verwerkt, behalve wanneer zij absoluut noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot het doeleinde van een specifiek geval en daaraan specifieke waarborgen zijn verbonden. |
Amendement 23 Artikel 19, lid 1 | |
1. Persoonsgegevens die worden opgevraagd uit een van de gegevensverwerkingssystemen van Europol worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitsluitend verstrekt en gebruikt ter voorkoming en bestrijding van de criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt en ter bestrijding van andere ernstige vormen van criminaliteit. Europol gebruikt de gegevens uitsluitend voor het vervullen van zijn taken. |
1. Persoonsgegevens die worden opgevraagd uit een van de gegevensverwerkingssystemen van Europol worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitsluitend verstrekt en gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld en voor daarmee verenigbare doeleinden ter voorkoming en bestrijding van de criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt en ter bestrijding van andere ernstige vormen van criminaliteit. Europol gebruikt de gegevens uitsluitend voor het vervullen van zijn taken. |
Amendement 24 Artikel 20, lid 1 | |
1. Gegevens worden niet langer bij Europol in bestanden opgeslagen dan voor de taakvervulling van Europol noodzakelijk is. Uiterlijk drie jaar na invoering van de gegevens wordt getoetst of zij nog langer moeten worden bewaard. De toetsing en verwijdering van gegevens die in het informatiesysteem zijn opgeslagen, gebeurt door de partij die de gegevens heeft ingevoerd. De toetsing en verwijdering van gegevens die zijn opgeslagen in andere gegevensbestanden van Europol gebeurt door Europol. Europol stelt de lidstaten drie maanden van tevoren automatisch in kennis van het aflopen van de termijn waarbinnen moet worden nagegaan of de gegevens nog langer moeten worden bewaard. |
1. Gegevens worden niet langer bij Europol in bestanden opgeslagen dan voor de taakvervulling van Europol noodzakelijk is. Onverminderd het bepaalde in artikel 10, lid 3, wordt ten minst om de twee jaar na invoering van de gegevens getoetst en gedocumenteerd of zij nog langer moeten worden bewaard. De toetsing en verwijdering van gegevens die in het informatiesysteem zijn opgeslagen, gebeurt door de partij die de gegevens heeft ingevoerd. De toetsing en verwijdering van gegevens die zijn opgeslagen in andere gegevensbestanden van Europol gebeurt door Europol. Europol stelt de lidstaten drie maanden van tevoren automatisch in kennis van het aflopen van de termijn waarbinnen moet worden nagegaan of de gegevens nog langer moeten worden bewaard. |
Motivering | |
De termijn waarbinnen moet worden nagegaan of de gegevens nog langer moeten worden bewaard, is te lang. Verder moeten de gegevens regelmatig worden gecontroleerd. Daarom is het beter dat de gegevens om de twee jaar worden getoetst. Bovendien legt het amendement een link (zie advies 07/07 van het gemeenschappelijk controleorgaan) naar artikel 10, lid 3, op grond waarvan andere systemen kunnen worden opgezet dan die welke in dit besluit worden omschreven, omdat de door de Raad hiervoor vastgestelde voorwaarden mogelijk kortere toetsingstermijnen voorzien. | |
Amendement 25 Artikel 21 | |
Indien Europol op grond van rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten toegang heeft tot gegevens van andere nationale of internationale informatiesystemen, kan Europol met behulp van die instrumenten persoonsgegevens opvragen indien dat noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taken. De relevante bepalingen van dergelijke rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten zijn van toepassing op de toegang tot en het gebruik van dergelijke gegevens door Europol, voor zover die bepalingen strengere toegangs- en gebruiksregels inhouden dan de bepalingen van dit besluit. Europol mag dergelijke gegevens niet in strijd met dit besluit gebruiken. |
Indien Europol op grond van rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten toegang heeft tot gegevens van andere nationale of internationale informatiesystemen, kan Europol met behulp van die instrumenten persoonsgegevens opvragen indien en in zoverre dat noodzakelijk is voor en proportioneel is met de vervulling van zijn taken, waarbij de zaken van geval tot geval worden beoordeeld onder strikte voorwaarden die door Europol na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het gemeenschappelijk controleorgaan worden vastgesteld. De relevante bepalingen van dergelijke rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten zijn van toepassing op de toegang tot en het gebruik van dergelijke gegevens door Europol, voor zover die bepalingen strengere toegangs- en gebruiksregels inhouden dan de bepalingen van dit besluit. Europol mag dergelijke gegevens niet in strijd met dit besluit gebruiken. |
Motivering | |
Artikel 21 voorziet in veel te ruime toegangsmogelijkheden die voor de uitvoering van de taken van Europol niet nodig zijn. | |
Amendement 26 Artikel 22, lid 1, letter d bis) (nieuw) | |
|
d bis) de desbetreffende afdelingen van het secretariaat-generaal van de Raad en het Gemeenschappelijk Situatiecentrum van de Europese Unie. |
Motivering | |
Het Gemeenschappelijk Situatiecentrum speelt een sleutelrol bij de bestrijding van bepaalde misdrijven (zoals terrorisme) waarvoor Europol ook bevoegd is. Omwille van de coherentie en van een nauwere samenwerking met alle bestaande organen op EU-niveau moeten Europol en SitCen nauw gaan - en blijven - samenwerken. | |
Amendement 27 Artikel 22, lid 5 bis (nieuw) | |
|
5 bis. Voor de doorzending van persoonsgegevens door communautaire instellingen of organen, wordt Europol beschouwd als een communautair orgaan in de zin van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 45/2001. |
Motivering | |
Wanneer Europol persoonsgegevens verwerkt die afkomstig zijn van communautaire organen, moet het beschouwd worden als een communautair orgaan en dus onderworpen zijn aan Verordening nr. 45/2001[2] die van toepassing is op alle communautaire organen wanneer deze persoonsgegevens verwerken. Dat voorkomt onzekerheid en spoort ook met de gedachte van het onderhavige voorstel dat de positie van Europol meer moet worden afgestemd op die van de instellingen en organen die in het EG-Verdrag worden genoemd. | |
Amendement 28 Artikel 24, lid 1, inleidende formule | |
1. Door Europol opgeslagen persoonsgegevens kunnen onder de in lid 4 gestelde voorwaarden aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties worden verstrekt indien: |
1. Door Europol opgeslagen persoonsgegevens kunnen in zeer uitzonderlijke situaties die van geval tot geval moeten worden beoordeeld, onder de in lid 4 gestelde voorwaarden aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties worden verstrekt indien: |
Motivering | |
Doorgifte van gegevens aan derde landen en internationale organisaties moet een uitzondering blijven en voor een dergelijke doorgifte zijn aanvullende garanties nodig. | |
Amendement 29 Artikel 24, lid 2 | |
2. In afwijking van lid 1 kan Europol onder de in lid 4 gestelde voorwaarden persoonsgegevens verstrekken aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties indien de directeur van Europol van oordeel is dat dit absoluut noodzakelijk is om de wezenlijke belangen van de betrokken lidstaten te beschermen, voor zover dit binnen de doelstellingen van Europol valt of gebeurt om onmiddellijk gevaar in verband met criminaliteit of terrorisme af te wenden. De directeur van Europol weegt in alle gevallen het gegevensbeschermingsniveau van de betrokken instantie af tegen deze belangen. |
2. In afwijking van lid 1 kan Europol onder de in lid 4 gestelde voorwaarden en in van geval tot geval te beoordelen situaties persoonsgegevens verstrekken aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties indien de directeur van Europol van oordeel is dat dit absoluut noodzakelijk is om de wezenlijke belangen van de betrokken lidstaten te beschermen, voor zover dit binnen de doelstellingen van Europol valt of gebeurt om onmiddellijk gevaar in verband met criminaliteit of terrorisme af te wenden. De directeur van Europol weegt in alle gevallen het niveau van inachtneming van mensenrechten, democratie en de beginselen van de rechtsstaat in het derde land waaraan de gegevens zouden kunnen worden overgedragen, de doeleinden waarvoor de gegevens worden gebruikt en het gegevensbeschermingsniveau van de betrokken instantie af tegen deze belangen, alsmede de mate van wederkerigheid bij de uitwisseling van informatie. |
Amendement 30 Artikel 25, lid 2 | |
2. De raad van bestuur stelt de uitvoeringsvoorschriften vast voor de betrekkingen van Europol met de in artikel 22 bedoelde instellingen en organen en voor de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en deze instellingen en organen. Alvorens de raad van bestuur dit besluit vaststelt, raadpleegt hij het gemeenschappelijk controleorgaan. |
2. De raad van bestuur stelt de uitvoeringsvoorschriften vast voor de betrekkingen van Europol met de in artikel 22 bedoelde instellingen en organen en voor de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en deze instellingen en organen. Alvorens de raad van bestuur dit besluit vaststelt, raadpleegt hij het gemeenschappelijk controleorgaan en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Amendement 31 Artikel 26 | |
Onverminderd specifieke bepalingen van dit besluit, neemt Europol bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonsgegevens de beginselen in acht van Kaderbesluit 2007/XX/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europol neemt deze beginselen in acht bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van alle vormen van persoonsgegevens, ook als het gaat om niet-geautomatiseerde gegevens die worden bijgehouden in de vorm van handmatige bestanden, d. w. z. voor elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria kan worden geraadpleegd. |
Onverminderd specifieke bepalingen van dit besluit en de noodzaak de waarborgen van de Europol-Overeenkomst staande te houden, neemt Europol bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonsgegevens de beginselen in acht van Kaderbesluit 2007/XX/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europol neemt deze beginselen in acht bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van alle vormen van persoonsgegevens, ook als het gaat om niet-geautomatiseerde gegevens die worden bijgehouden in de vorm van handmatige bestanden, d. w. z. voor elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria kan worden geraadpleegd. |
Motivering | |
Het is noodzakelijk vast te houden aan de bepalingen van de Europol-Overeenkomst inzake gegevensbescherming die in vergelijking met het ontwerpkaderbesluit inzake gegevensbescherming onder de derde pijler verdergaande garanties bevatten. | |
Amendement 32 Artikel 27, lid 1 | |
1. Eurojust benoemt een gegevensbeschermingsfunctionaris, die deel uitmaakt van het personeel. De gegevensbeschermingsfunctionaris valt rechtstreeks onder de raad van bestuur. Bij de uitvoering van zijn taken ontvangt hij van niemand instructies. |
1. Eurojust benoemt een onafhankelijke gegevensbeschermingsfunctionaris, die deel uitmaakt van het personeel. De gegevensbeschermingsfunctionaris valt rechtstreeks onder de raad van bestuur. Bij de uitvoering van zijn/haar taken ontvangt hij/zij van niemand instructies. |
Amendement 33 Artikel 27, lid 5 | |
5. Nadere uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot de gegevensbeschermingsfunctionaris worden vastgesteld door de raad van bestuur. De uitvoeringsvoorschriften hebben met name betrekking op de selectie, het ontslag, de taken, de verplichtingen en de bevoegdheden van de gegevensbeschermingsfunctionaris. |
5. Nadere uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot de gegevensbeschermingsfunctionaris worden vastgesteld door de raad van bestuur. De uitvoeringsvoorschriften hebben met name betrekking op de selectie, het ontslag, de taken, de verplichtingen, de bevoegdheden en de waarborgen inzake de onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsfunctionaris. |
Motivering | |
In het kader van de uitvoeringsmaatregelen moeten specifieke waarborgen worden vastgesteld om de onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsfunctionaris te garanderen. | |
Amendement 34 Artikel 29, lid 4 | |
4. Toegang tot de persoonsgegevens wordt geweigerd indien: |
4. Toegang tot de persoonsgegevens wordt slechts geweigerd indien dat nodig is om: |
a) die toegang een van de activiteiten van Europol in gevaar kan brengen; |
a) Europol in staat te stellen zijn activiteiten naar behoren te verrichten; |
b) die toegang afbreuk kan doen aan een nationaal onderzoek waaraan Europol zijn medewerking verleent; |
b) te garanderen dat geen afbreuk wordt gedaan aan een nationaal onderzoek waaraan Europol zijn medewerking verleent; |
c) die toegang de rechten en vrijheden van derden in gevaar kan brengen. |
c) de rechten en vrijheden van derden te beschermen. |
Motivering | |
De formulering van het Commissievoorstel waarborgt het toegangsrecht niet volledig. Uitzonderingen op dit recht kunnen slechts worden geaccepteerd wanneer dat nodig is voor de bescherming van een ander fundamenteel recht. Een striktere formulering lijkt beter om de fundamentele aard van het toegangsrecht te beschermen. | |
Amendement 35 Artikel 29, lid 5 | |
5. Alvorens te besluiten of al dan niet toegang wordt verleend, raadpleegt Europol de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van de betrokken lidstaten. Toegang tot gegevens die zijn opgenomen in een analysebestand wordt alleen verleend indien zowel Europol en de lidstaten die deelnemen aan de analyse als de lidstaat of lidstaten waarvoor de verstrekking van die gegevens rechtstreeks van belang is, ermee instemmen. Indien een lidstaat bezwaar maakt tegen het verlenen van toegang tot bepaalde persoonsgegevens, stelt hij Europol in kennis van zijn weigering en van de redenen daarvoor. |
5. Bij wijze van algemeen beginsel wordt de uitoefening van het recht van toegang niet geweigerd. Uitzonderingen op deze regel kunnen alleen worden geaccepteerd, wanneer zulks noodzakelijk is ter bescherming van een ander grondrecht. Alvorens te besluiten of al dan niet toegang wordt verleend, raadpleegt Europol de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van de betrokken lidstaten. Toegang tot gegevens die zijn opgenomen in een analysebestand wordt alleen verleend indien zowel Europol en de lidstaten die deelnemen aan de analyse als de lidstaat of lidstaten waarvoor de verstrekking van die gegevens rechtstreeks van belang is, ermee instemmen. Indien een lidstaat bezwaar maakt tegen het verlenen van toegang tot bepaalde persoonsgegevens, stelt hij Europol in kennis van zijn weigering en van de redenen daarvoor. |
Motivering | |
Idem. | |
Amendement 36 Artikel 29, lid 6 | |
6. Indien een of meer lidstaten of Europol er bezwaar tegen maken dat iemand toegang krijgt tot de persoonsgegevens die hem betreffen, stelt Europol de betrokkene ervan in kennis dat de nodige controles zijn verricht, zonder aanwijzingen te geven waaruit de betrokkene kan opmaken of Europol al dan niet persoonsgegevens over hem verwerkt. |
6. Indien een of meer lidstaten of Europol er bezwaar tegen maken dat iemand toegang krijgt tot de persoonsgegevens die hem betreffen, stelt Europol de betrokkene ervan in kennis dat de nodige controles zijn verricht, zonder aanwijzingen te geven waaruit de betrokkene kan opmaken of Europol al dan niet persoonsgegevens over hem verwerkt. De voor de gegevensverwerking verantwoordelijke is verplicht uiteen te zetten waarom toegang wordt geweigerd, en wel op een zodanige wijze dat de toepassing van de uitzonderingsregeling op een doeltreffende wijze kan worden gecontroleerd overeenkomstig Aanbeveling nr. R (87) 15 van de Raad van Ministers van de Raad van Europa van 17 september 1987 tot regeling van het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied. |
Motivering | |
Idem. | |
Amendement 37 Artikel 36, lid 8, letter c) | |
c) stelt de op het Europol-personeel toepasselijke uitvoeringsbepalingen vast, op voorstel van de directeur en na instemming van de Commissie; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 38 Artikel 36, lid 9 | |
9. De raad van bestuur stelt elk jaar: |
9. De raad van bestuur stelt elk jaar, na de goedkeuring van de Raad te hebben verkregen: |
a) de ramingen en het voorontwerp van begroting vast die bij de Commissie moeten worden ingediend, alsmede de personeelsformatie en de definitieve begroting; |
a) de begrotingsramingen vast die bij de Commissie moeten worden ingediend, alsmede de ontwerppersoneelsformatie; |
|
a bis) na goedkeuring door de begrotingsautoriteit, de begroting van Europol vast, alsmede de personeelsformatie; |
b) na advies van de Commissie, een werkprogramma op voor de toekomstige activiteiten van Europol, waarin rekening wordt gehouden met de operationele behoeften van de lidstaten en de gevolgen voor de begroting en de personeelsformatie van Europol; |
b) na advies van de Commissie, een werkprogramma op voor de toekomstige activiteiten van Europol, waarin, uitgaande van de beschikbare financiële en personele middelen, zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de operationele behoeften van de lidstaten; |
c) een algemeen verslag op over de activiteiten van Europol in het voorgaande jaar. |
c) een algemeen verslag op over de activiteiten van Europol in het voorgaande jaar, waarin met name de behaalde resultaten worden vergeleken met de doelstellingen in het jaarlijkse werkprogramma. |
Deze documenten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. Zij worden door de Raad tevens ter informatie aan het Europees Parlement gezonden. |
Deze documenten worden aan het Europees Parlement gezonden. |
Motivering | |
In deze beschrijving van de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur moet duidelijk staan dat de raad de begroting van Europol, waaronder de personeelsformatie, pas na goedkeuring door de begrotingsautoriteit kan vaststellen. Ook lijkt enige verduidelijking inzake het werkprogramma en het jaarverslag geboden. Net als bij andere organen, dienen al deze documenten rechtstreeks naar het Parlement te worden gezonden. | |
Amendement 39 Artikel 36, lid 9, alinea 2 | |
Deze documenten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. Zij worden door de Raad tevens ter informatie aan het Europees Parlement gezonden. |
Deze documenten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad, alsmede aan het Europees Parlement, dat in de gelegenheid wordt gesteld deze naar bevinden te behandelen, zo nodig in samenwerking met nationale parlementen. |
Amendement 40 Artikel 37, lid 1 | |
1. Europol wordt geleid door een directeur die door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen voor vier jaar wordt benoemd uit een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten minste drie kandidaten; hij kan eenmaal voor een nieuwe periode van vier jaar worden benoemd. |
1. Europol wordt geleid door een directeur die door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en na raadpleging van het Europees Parlement voor vier jaar wordt benoemd uit een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten minste drie kandidaten; hij kan eenmaal voor een nieuwe periode van vier jaar worden benoemd. |
Motivering | |
De benoeming en het ontslag van de directeur moeten op dezelfde wijze geschieden. Omwille van de democratische verantwoordingsplicht van de directeur van Europol en de coherentie van dit besluit, moet het Parlement niet alleen geraadpleegd worden over het ontslag, maar ook over de benoeming van de directeur. | |
Amendement 41 Artikel 37, lid 4, letter g bis) (nieuw) | |
|
g bis) de uitvoering van doeltreffende procedures voor het toezicht op en de evaluatie van de prestaties van Europol bij het verwezenlijken van zijn doelstellingen; |
Motivering | |
De verantwoordelijkheid voor het toezicht op en de evaluatie van de prestaties van Europol dient ook een plaats te krijgen in de taakomschrijving van de directeur. | |
Amendement 42 Artikel 38, lid 5 bis (nieuw) | |
|
5 bis. Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in verband met het Europol-personeel. |
Motivering | |
Bij de verwerking van persoonsgegevens van personeel van Europol moet Verordening (EG) nr. 45/2001 worden toegepast, om elke vorm van discriminatie te vermijden. In overweging 12 van het onderhavige voorstel wordt naar deze verordening verwezen in verband met de verwerking van persoonsgegevens van Europol-personeel. Een dergelijke bepaling hoort thuis in het corpus van de tekst, en niet in een overweging, die niet van bindende aard is. | |
Amendement 43 Artikel 41, lid 1 | |
1. De ontvangsten van Europol bestaan, onverminderd andere inkomsten, uit een subsidie van de Gemeenschap die vanaf 1 januari 2010 wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie). |
1. De ontvangsten van Europol bestaan, onverminderd andere inkomsten, uit een subsidie van de Gemeenschap die vanaf 1 januari 2010 wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie). De financiering van Europol is afhankelijk van een akkoord tussen de twee taken van de begrotingsautoriteit, zoals bepaald in het IIA. |
Motivering | |
Punt 47 van het IIA van 17 mei 2006 bepaalt: "De twee takken van de begrotingsautoriteit verbinden zich ertoe, onverminderd de geldende wettelijke procedures voor de oprichting van agentschappen, (...) tijdig tot een akkoord te komen over de financiering van het agentschap." Op deze plaats moet worden vermeld dat er, ongeacht het stadium dat de wetgevingsprocedure heeft bereikt, ook een akkoord over de financiering van Europol moet worden gesloten. | |
Amendement 44 Artikel 41, lid 3 | |
3. De directeur stelt een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar op en stuurt deze samen met een voorlopige personeelsformatie naar de raad van bestuur. De personeelsformatie omvat vaste en tijdelijke ambten en gedetacheerde nationale deskundigen, en vermeldt het aantal, de rang en de categorie van de personeelsleden die in het betrokken begrotingsjaar bij Europol in dienst zijn. |
3. De directeur stelt een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar op en stuurt deze samen met een ontwerp-personeelsformatie naar de raad van bestuur. De ontwerppersoneelsformatie omvat vaste en tijdelijke ambten en gedetacheerde nationale deskundigen, en vermeldt het aantal, de rang en de categorie van de personeelsleden die in het betrokken begrotingsjaar bij Europol in dienst zijn. |
Motivering | |
Verduidelijkt moet worden dat de personeelsformatie pas definitief kan worden na goedkeuring door de begrotingautoriteit. | |
Amendement 45 Artikel 41, lid 6 | |
6. De Commissie zendt de ramingen samen met het voorontwerp van de algemene begroting van de Europese Unie naar het Europees Parlement en de Raad (hierna “de begrotingsautoriteit” genoemd). |
6. De Commissie zendt de ramingen samen met het voorontwerp van de algemene begroting van de Europese Unie naar het Europees Parlement, dat in de gelegenheid wordt gesteld om deze naar bevinden en overeenkomstig zijn bevoegdheden te behandelen, en de Raad (hierna “de begrotingsautoriteit” genoemd). |
Amendement 46 Artikel 42, lid 8 bis (nieuw) | |
|
8 bis. De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, zoals bepaald in artikel 146, lid 3 van het Financieel Reglement. |
Motivering | |
Een zekere aanscherping van de verplichting van de Europol-directeur om mee te werken aan de kwijtingsprocedure lijkt op haar plaats, omdat deze verplichting traditioneel is opgenomen in het oprichtingsbesluit van andere organen. | |
Amendement 47 Artikel 42, lid 9 | |
9. Het Europees Parlement verleent de directeur van Europol op aanbeveling van de Raad vóór 30 april van het jaar n + 2 kwijting voor de uitvoering van de begroting van het jaar n. |
9. Het Europees Parlement verleent de directeur van Europol, rekening houdend met een door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen aangenomen aanbeveling, vóór 30 april van het jaar n + 2 kwijting voor de uitvoering van de begroting van het jaar n. |
Motivering | |
De aanbeveling van de Raad is voor het Parlement geen voorwaarde om zijn rechten in de kwijtingsprocedure te kunnen uitoefenen. | |
Amendement 48 Artikel 43 | |
De financiële voorschriften die op Europol van toepassing zijn, worden door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze voorschriften mogen niet afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002, tenzij dit nodig is voor de werking van Europol. Voor regels die afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 is vooraf toestemming van de Commissie vereist. Deze afwijkingen worden medegedeeld aan de begrotingsautoriteit. |
De financiële voorschriften die op Europol van toepassing zijn, worden door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze voorschriften mogen niet afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002, tenzij dit specifiek vereist is voor de werking van Europol. Voor regels die afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 is vooraf toestemming van de Commissie vereist. Deze afwijkingen worden medegedeeld aan de begrotingsautoriteit. |
Motivering | |
Afwijkingen van Verordening nr. 2343/2002 moeten tot een absoluut minimum worden beperkt. Het orgaan moet onomstotelijk aantonen dat een afwijking het enige middel is om te garanderen dat het binnen de grenzen van het oprichtingsbesluit behoorlijk kan functioneren. | |
Amendement 49 Artikel 44, alinea 1 | |
De directeur stelt een toezichtsysteem in om indicatoren te verzamelen met betrekking tot de effectiviteit en de efficiëntie van de taken die binnen Europol worden verricht. |
De directeur stelt een toezichtsysteem in om indicatoren te verzamelen met betrekking tot de effectiviteit en de efficiëntie van de taken die binnen Europol worden verricht. De directeur brengt jaarlijks aan de raad van bestuur verslag uit over de resultaten van dit toezicht. |
Motivering | |
De raad van bestuur dient regelmatig op de hoogte te worden gesteld van de resultaten van de toezichtactiviteiten, zodat hij snel op eventuele problemen kan reageren. | |
Amendement 50 Artikel 44, alienea 4 bis (nieuw) | |
|
De voorzitter van de raad van bestuur of de directeur van Europol presenteren de prioriteiten van Europol voor het komende jaar ten overstaan van een gemengde commissie die is samengesteld uit leden van het Europees Parlement en leden van de nationale parlementen, ten einde een democratisch debat met het maatschappelijk middenveld en meer controle op de activiteiten van Europol te waarborgen. |
Motivering | |
Verantwoordelijkheid en verantwoordingsplicht zijn twee zijden van eenzelfde medaille. De toenemende rol van Europol bij de bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme moet gestalte krijgen op een wijze die transparantie en democratische controle waarborgt. Alleen dan zullen de resultaten van de activiteiten van Europol door de burgers worden erkend. In die zin zou een gemengde commissie bestaande uit leden van het Europees Parlement en de nationale parlementen welkom zijn. | |
Amendement 51 Artikel 45 | |
Op basis van een voorstel van de directeur en uiterlijk zes maanden nadat die besluit van toepassing wordt, stelt de raad van bestuur regels vast betreffende de toegang tot documenten van Europol, met inachtneming van de beginselen en de beperkingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad. |
Op basis van een voorstel van de directeur en uiterlijk zes maanden nadat dit besluit van toepassing wordt, stelt de raad van bestuur, na raadpleging van het Europees Parlement, regels vast betreffende de toegang tot documenten van Europol, met inachtneming van de beginselen en de beperkingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad. |
Motivering | |
Aangezien Verordening (EG) nr. 1049/2001 is vastgesteld via de medebeslissingsprocedure, moet het Europees Parlement op zijn minst geraadpleegd worden over de vaststelling van regels inzake de toegang tot documenten. | |
Amendement 52 Artikel 47 | |
De voorzitter van de raad van bestuur en de directeur kunnen voor het Europees Parlement verschijnen om algemene kwesties betreffende Europol te bespreken. |
De voorzitter van de raad van bestuur en de directeur verschijnen op verzoek voor het Europees Parlement om kwesties betreffende Europol te bespreken. |
Motivering | |
Om de democratische controle van het Europees Parlement op Europol te versterken, moeten de voorzitter van de raad van bestuur, de directeur en de onderdirecteurs voor het Europees Parlement verschijnen als dit daarom verzoekt. Bovendien moet over alle kwesties betreffende Europol kunnen worden gesproken, en niet alleen over algemene. | |
Amendement 53 Artikel 56, lid 1 | |
1. In afwijking van artikel 38 worden alle arbeidsovereenkomsten die door Europol, als opgericht bij de Europol-overeenkomst, zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, nageleefd. |
1. In afwijking van artikel 38 worden alle arbeidsovereenkomsten die door Europol, als opgericht bij de Europol-overeenkomst, zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, nageleefd. Met de bijkomende personeelskosten die eventueel door deze afwijking worden veroorzaakt, wordt rekening gehouden in het akkoord over de financiering van Europol dat overeenkomstig punt 47 van het IIA moet worden bereikt. |
Motivering | |
Het indicatieve financiële referentiebedrag dat de Commissie ook gebruikt voor haar financiële programmering, vormt de basis voor het besluit van de begrotingsautoriteit over de financiering van Europol overeenkomstig punt 47 van het IIA. Mocht de bepaling dat door Europol gesloten arbeidsovereenkomsten worden nageleefd, leiden tot een afwijking van het financiële referentiebedrag dat nu in het voorstel van de Commissie staat, dan moet dit worden meegenomen in de onderhandelingen van de begrotingsautoriteit over de financiering van Europol. | |
Amendement 54 Artikel 56, lid 2 | |
2. Alle personeelsleden die in dienst zijn genomen op basis van een in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie. Daartoe wordt uitsluitend voor de personeelsleden die al in dienst waren van Europol voordat dit besluit van toepassing werd, binnen twee jaar nadat dit besluit van toepassing is geworden, door het tot het sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een intern selectieproces georganiseerd om de competentie, de efficiëntie en de integriteit van de beoogde contractanten te toetsen. Geslaagde kandidaten krijgen een contract aangeboden overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen. |
2. Alle personeelsleden die in dienst zijn genomen op basis van een in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie. Daartoe wordt, na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, uitsluitend voor de personeelsleden die al in dienst waren van Europol voordat dit besluit van toepassing werd, binnen twee jaar nadat dit besluit van toepassing is geworden, door het tot het sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een intern selectieproces georganiseerd om de competentie, de efficiëntie en de integriteit van de beoogde contractanten te toetsen. De Commissie houdt toezicht op dit selectieproces. De resultaten van dit selectieproces worden openbaar gemaakt. Geslaagde kandidaten krijgen een contract aangeboden overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen. In de ontwerppersoneelsformatie die samen met het voorontwerp van begroting van de Europese Unie aan de begrotingsautoriteit wordt toegezonden, wordt duidelijk aangegeven welke ambten vervuld worden door personeelsleden die vallen onder het Statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen, en welke ambten vervuld worden door personeelsleden die vallen onder het personeelsstatuut van Europol. |
Motivering | |
Het interne selectieproces moet worden begeleid door het Europees Bureau voor personeelsselectie, dat deskundig is op het gebied van aanwerving voor de EU en zo borg kan staan voor een professionele selectieaanpak. Aangezien het aantal personeelsleden dat ervoor kiest te blijven werken volgens het personeelsstatuut van Europol, van invloed kan zijn op de totale personeelskosten van Europol, moet de begrotingsautoriteit op de hoogte worden gehouden van de verhouding tussen de twee groepen Europol-personeel, namelijk werknemers die vallen onder de EG-voorschriften en werknemers die vallen onder de oude Europol-voorwaarden. | |
Amendement 55 Artikel 57, lid 3, alinea 2 bis (nieuw) | |
|
In geen geval mag de communautaire subsidie voor Europol, zoals vastgesteld op grond van dit besluit, worden gebruikt voor de betaling van uitgaven in verband met verplichtingen die Europol overeenkomstig de Europol-overeenkomst is aangegaan voordat dit besluit van toepassing werd. |
Motivering | |
Alle verplichtingen die Europol uit hoofde van het oude rechtsbestel, de Europol-overeenkomst, is aangegaan, moeten door de lidstaten worden nagekomen. |
- [1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
- [2] Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 21.1.2001, blz. 1).
TOELICHTING
De veranderende omstandigheden in de Europese Unie, de nieuwe vormen van misdaad en de nieuwe terroristische dreigingen vereisen dat Europol meer bevoegdheden krijgt en soepeler kan gaan functioneren. Het huidige rechtskader van Europol bemoeilijkt echter aanzienlijk elk moderniseringsproces en elke verandering op het punt van de bevoegdheden.
Europol werd opgericht bij de Europol-overeenkomst van 26 juli 1995, op grond waarvan voor elke wijziging unanimiteit van de Raad vereist is en vervolgens ratificatie door elke lidstaat. Tussen 2000 en 2003 werden drie protocollen tot wijziging van de Europol-overeenkomst goedgekeurd. Deze protocollen zullen in werking treden tussen 29 maart en 18 april 2007, d.w.z. respectievelijk 4, 5 en 7 jaar na goedkeuring. Het gaat hier dus om een ingewikkeld en bijzonder langdurig proces.
Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam kregen de instellingen de beschikking over nieuwe rechtsmiddelen die meer flexibiliteit bieden en waarmee soepeler kan worden ingespeeld op de veranderende omstandigheden in de Europese Unie. Deze middelen worden gevormd door de besluiten en kaderbesluiten van de derde pijler, die niet door iedere lidstaat afzonderlijk hoeven worden geratificeerd.
Het Parlement heeft er op grond van artikel 34, lid 2 van het EU-Verdrag talrijke malen op aangedrongen dat de Europol-overeenkomst werd gewijzigd met gebruikmaking van die nieuwe middelen. Daarom is de rapporteur ten zeerste ingenomen met het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese politiedienst, ter vervanging en tot intrekking van de Europol-overeenkomst en de .drie bijbehorende protocollen.
Het voorstel voor een besluit van de Raad houdt in dat Europol wordt omgevormd tot een agentschap van de Europese Unie. Dat heeft twee gevolgen: Europol wordt gefinancierd ten laste van de communautaire begroting, en het Europol-personeel komt onder het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen te vallen.
De nieuwe regelgeving stelt geen beperking aan het optredingsvermogen van de Europese politiedienst. Dat is een belangrijke verandering, want dit betekent dat het werkterrein van Europol wordt uitgebreid tot andere soorten en vormen van ernstige misdaad die in het kader van een criminele organisatie worden begaan.
Het voorstel bevat bepalingen inzake de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeksactiviteiten en operaties die samen met de bevoegde instanties van de lidstaten of in het kader van gemeenschappelijke onderzoeksteams worden uitgevoerd . De rapporteur oordeelt positief over het initiatiefrecht dat Europol krijgt met betrekking tot het witwassen van geld of tot het richten van verzoeken tot de lidstaten om bepaalde onderzoeken in te stellen. Verder is het positief dat wordt bepaald dat de toegang van Europol tot documenten conform Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en van de Raad dient te geschieden.
Niettemin acht de rapporteur het noodzakelijk enkele wijzigingen voor te stellen, onder meer op terreinen als de democratische controle en de gegevensbescherming.
Over de mogelijkheid om gegevens in te winnen bij particuliere instanties moet goed worden nagedacht, omdat dergelijke gegevens wellicht niet afkomstig zijn uit zekere en betrouwbare bronnen. Daarom moeten ze van geval tot geval worden bezien, en moeten er extra waarborgen komen, waaronder gerechtelijke controle. Voor wat betreft de verwerking van gegevens om vast te stellen af zij al dan niet relevant zijn voor de doeleinden van Europol, moet er een redelijke termijn worden vastgesteld waarin deze gegevens kunnen worden onderzocht, zonder dat zulks ten koste gaat van individuele rechten.
Voor de uitwisseling van informatie met andere communautaire organen zal, indien Europol uiteindelijk toch geen communautair orgaan zou worden, moeten worden vermeden dat de politiedienst kan worden behandeld als een organisatie van een derde land. Er moet een bepaling worden opgenomen dat artikel 7 van Verordening nr. 45/2001 van toepassing is, ten einde de uniformiteit te waarborgen.
Het initiatief voor een onafhankelijke gegevensbeschermingsfunctionaris bij Europol, is een uitstekend idee. Er moeten echter meer waarborgen worden geboden voor zijn onafhankelijkheid. De figuur van de gegevensbeschermingsfunctionaris zal het vertrouwen van de instanties van de lidstaten in Europol zeker doen toenemen.
Ten aanzien van de betrekkingen tussen Europol en het Europees Parlement moeten diverse aspecten worden belicht. In de eerste plaats moet er voor de benoeming en het ontslag van de directeur van Europol eenzelfde procedure worden gevolg. In het huidige voorstel wordt het Europees Parlement slechts geraadpleegd over het ontslag van de directeur. Dat is een discrepantie die moet worden weggewerkt door het Parlement ook een rol toe te kennen bij zijn benoeming.
Over de financiering van Europol wordt in de Raad druk gediscussieerd. Er zijn twee opties: ofwel wordt het huidige systeem van intergouvernementele financiering gehandhaafd, ofwel wordt Europol gefinancierd uit hoofde van de Gemeenschapsbegroting. De huidige tendens is, vast te houden aan financiering door de lidstaten. De rapporteur is geen voorstander van deze oplossing en wijst op het belang van de begroting als voornaamste middel waarover het Europees Parlement beschikt om controle uit te oefenen op Europol. Als het Europees Parlement zou deelnemen aan de opstelling van de Europol-begroting, zou dat de democratische controle op deze organisatie versterken.
Tot slot zij erop gewezen dat de wijziging van de rechtsgrondslag niet a priori betekent dat de democratische legitimiteit ook wordt versterkt, aangezien voor de onderhandelingen over een besluit geen ratificatie door de nationale parlementen vereist is. Daarom is het wenselijk dat het Europees Parlement het groene licht kan geven voor de begroting van Europol, om zo meer algemeen zicht te hebben op de activiteiten ervan.
Ook stelt de rapporteur voor te bepalen dat de prioriteiten van Europol jaarlijks in een "gemengde commissie" worden gepresenteerd, bestaande uit de leden van de bevoegde commissie van het Europees Parlement en hun homologen van de nationale parlementen. Dat is nodig omdat het Europees Parlement een rol moet kunnen spelen in de ontwikkelingen binnen Europol, zodat dit orgaan zoveel mogelijk democratische legitimiteit kan verkrijgen.
ADVIES van de Begrotingscommissie (29.5.2007)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol)
(COM(2006)0817 – C6‑0055/2007 – 2006/0310(CNS))
Rapporteur voor advies: Jutta Haug
BEKNOPTE MOTIVERING
Achtergrond
Punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006 bepaalt dat de twee takken van de begrotingsautoriteit tijdig tot een akkoord moeten komen over de financiering van een nieuw agentschap.
47. De Commissie gaat bij de opstelling van voorstellen tot oprichting van nieuwe agentschappen de begrotingsgevolgen ervan na voor de betrokken uitgavenrubriek. De twee takken van de begrotingsautoriteit verbinden zich ertoe, onverminderd de geldende wettelijke procedures voor de oprichting van agentschappen, in het kader van het begrotingsoverleg op grond van de desbetreffende informatie tijdig tot een akkoord te komen over de financiering van het agentschap. |
|
Om opneming van deze bepaling in het IIA is verzocht door het Parlement, dat zo hoopte te voorkomen dat toekomstige agentschappen zouden worden gefinancierd via herprogrammering of gebruikmaking van de marges. Met andere woorden: nieuwe agentschappen mogen niet automatisch onder het financieel kader vallen, maar kunnen "vers" geld nodig hebben.
Voorstel van de Commissie
Europol is geen duidelijk geval van een "nieuw" orgaan, want het is 1995 opgericht op basis van een overeenkomst tussen de lidstaten. Het bestaat dus al jaren en is als zodanig geen nieuw orgaan. Met het onderhavige voorstel wil de Commissie Europol echter omvormen van een intergouvernementeel lichaam (opgericht op basis van het Verdrag van Maastricht) tot een EU-orgaan dat volledig uit de communautaire begroting wordt gefinancierd, waardoor "het Europees Parlement een belangrijkere rol bij de controle op Europol" krijgt.
De financiële gevolgen van het voorstel zullen pas in 2010 na de goedkeuring van de uitvoeringsmaatregelen merkbaar worden. Voor de periode 2010-2013 is in totaal een referentiebedrag van EUR 334 miljoen uitgetrokken (2010: 82 miljoen, 2011: 83 miljoen, 2012: 84 miljoen en 2013: 85 miljoen). Deze bedragen zijn al integraal opgenomen in de meest recente versie van de financiële programmering die de Commissie in januari 2007 heeft gepresenteerd.
Doordat Europol een EU-orgaan wordt, moet het budgettair gezien als een nieuw agentschap worden beschouwd en ook zo worden behandeld, d.w.z. onder eerbiediging van de prerogatieven van het Parlement, zoals bepaald in punt 47 van het IIA.
Algemeen probleem van onderlinge afhankelijkheid tussen de wetgevingsprocedure en de in punt 47 bedoelde procedure
In het geval van Europol hebben de twee takken van de begrotingsautoriteit nog geen akkoord bereikt over de financiering van dit orgaan, dat voor de EU-begroting nieuw is. Niettemin is de wetgevingsprocedure al van start gegaan, althans bij het Parlement. Terwijl het Commissievoorstel momenteel bij de Raad geblokkeerd is wegens een diepgaand verschil van mening over de vraag of Europol wel moet worden gecommunautariseerd, wil het Parlement snel handelen om zijn steun kenbaar te maken voor het voornemen van de Commissie om van Europol een EU-orgaan te maken. Aangezien de Raad tot dusverre als gevolg van de interne problemen met het voorstel niet bereid is geweest in een trialoog de financiering van Europol te bespreken, is er nog geen akkoord als bedoeld in punt 47 bereikt.
Moet de hele wetgevingsprocedure met het oog op de oprichting van een nieuw orgaan nu worden stilgelegd, omdat een tijdig akkoord over de financiering van dit orgaan ontbreekt? Onder de gegeven omstandigheden heeft de rapporteur voor advies gekozen voor een pragmatische benadering, namelijk goedkeuring van het oprichtingsbesluit met een "voorbehoudsverklaring" om aan te geven dat er nog geen akkoord over de financiering is bereikt en dat over dit vraagstuk nog kan worden onderhandeld (amendementen 1, 2, 3, 4 en 10).
Bijzondere problemen van Europol als EU-orgaan
Voor het voorstel voor het oprichtingsbesluit heeft de overeenkomst inzake Europol, die een sterk intergouvernementele inslag had, model gestaan, zodat bepaalde onderdelen die de Begrotingscommissie traditioneel van belang acht voor organen, niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd of geheel ontbreken. De rapporteur voor advies heeft deze onderdelen aangescherpt dan wel opnieuw opgenomen, namelijk ten aanzien van de algemene prerogatieven van het Parlement (amendementen 5, 8, 12, 13 en 16), de rechten en plichten van de bestuursorganen van Europol (amendementen 6, 7, 9 en 11), de financiële voorschriften van Europol (amendementen 14 en 19), het toezichtsysteem (amendement 15) en de selectie van het personeel en de arbeidsvoorwaarden (amendementen 17 en 18).
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Ontwerpwetgevingsresolutie
Amendement 1 Paragraaf 1 bis (nieuw) | |
1 bis. is van mening dat het in het wetgevingsvoorstel vermelde financiële referentiebedrag in overeenstemming moet zijn met het maximumbedrag van rubriek 3a van het financieel meerjarenkader en met het bepaalde in punt 47 van het IIA van 17 mei 2006; | |
Amendement 2 Paragraaf 1 ter (nieuw) | |
1 ter. herinnert eraan dat het door de Begrotingscommissie uitgebrachte advies niet vooruitloopt op de uitkomst van de procedure, als omschreven in punt 47 van het IIA van 17 mei 2006, die geldt voor de oprichting van de Europese Politiedienst; |
Voorstel voor een besluit
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 3 Visum 1 bis en 1 ter (nieuw) | |
|
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1 (Financieel Reglement), en met name op artikel 185, |
|
gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer2, en met name op punt 47. ______________ |
Motivering | |
Europol wordt opgericht als orgaan van de Europese Unie. Dit moet tot uiting komen in de rechtsgrondslagen waarnaar in het besluit wordt verwezen. | |
Amendement 4 Overweging 5 | |
(5) De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting. |
(5) De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting, met inbegrip van de personeelsformatie, en bij de kwijtingsprocedure. |
Motivering | |
De rol van het Parlement bij de vaststelling van de personeelsformatie en bij het verlenen van kwijting aan Europol dient uitdrukkelijk te worden vermeld. | |
Amendement 5 Artikel 1, lid 1 | |
1. Bij dit besluit wordt de Europese Politiedienst, hierna "Europol" genoemd, opgericht als een orgaan van de Unie. Europol is gevestigd in Den Haag, in Nederland. |
1. Bij dit besluit wordt de Europese Politiedienst, hierna "Europol" genoemd, opgericht als een orgaan van de Unie. Dit orgaan wordt ingesteld overeenkomstig artikel 185 van het Financieel Reglement en punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006. Europol is gevestigd in Den Haag, in Nederland. |
Motivering | |
Zie amendement 3. | |
Amendement 6 Artikel 36, lid 8, letter c) | |
c) stelt de op het Europol-personeel toepasselijke uitvoeringsbepalingen vast, op voorstel van de directeur en na instemming van de Commissie; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 7 Artikel 36, lid 9 | |
9. De raad van bestuur stelt elk jaar: |
9. De raad van bestuur stelt elk jaar, na de goedkeuring van de Raad te hebben verkregen: |
a) de ramingen en het voorontwerp van begroting vast die bij de Commissie moeten worden ingediend, alsmede de personeelsformatie en de definitieve begroting; |
a) de begrotingsramingen vast die bij de Commissie moeten worden ingediend, alsmede de ontwerppersoneelsformatie; |
|
a bis) na goedkeuring door de begrotingsautoriteit, de begroting van Europol vast, met inbegrip van de personeelsformatie; |
b) na advies van de Commissie, een werkprogramma op voor de toekomstige activiteiten van Europol, waarin rekening wordt gehouden met de operationele behoeften van de lidstaten en de gevolgen voor de begroting en de personeelsformatie van Europol; |
b) na advies van de Commissie, een werkprogramma op voor de toekomstige activiteiten van Europol, waarin, uitgaande van de beschikbare financiële en personele middelen, zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de operationele behoeften van de lidstaten; |
c) een algemeen verslag op over de activiteiten van Europol in het voorgaande jaar. |
c) een algemeen verslag op over de activiteiten van Europol in het voorgaande jaar, waarin met name de behaalde resultaten worden vergeleken met de doelstellingen in het jaarlijkse werkprogramma. |
Deze documenten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. Zij worden door de Raad tevens ter informatie aan het Europees Parlement gezonden. |
Deze documenten worden aan het Europees Parlement gezonden. |
Motivering | |
In deze beschrijving van de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur moet duidelijk staan dat de raad de begroting van Europol, waaronder de personeelsformatie, pas na goedkeuring door de begrotingsautoriteit kan vaststellen. Ook lijkt enige verduidelijking inzake het werkprogramma en het jaarverslag geboden. Net als bij andere organen, dienen al deze documenten rechtstreeks naar het Parlement te worden gezonden. | |
Amendement 8 Artikel 37, lid 1 | |
1. Europol wordt geleid door een directeur die door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen voor vier jaar wordt benoemd uit een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten minste drie kandidaten; hij kan eenmaal voor een nieuwe periode van vier jaar worden benoemd. |
1. Europol wordt geleid door een directeur die door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en na raadpleging van het Europees Parlement voor vijf jaar wordt benoemd uit een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten minste drie kandidaten; hij kan eenmaal voor een nieuwe periode van vijf jaar worden benoemd. |
Motivering | |
Bij de benoeming van de directeur van Europol moet dezelfde procedure worden gevolgd als bij zijn/haar ontslag, d.w.z. het Parlement moet worden geraadpleegd. De gebruikelijke, eenmaal hernieuwbare ambtstermijn van de directeur van een orgaan is vijf jaar. | |
Amendement 9 Artikel 37, lid 4, letter g bis) (nieuw) | |
|
g bis) de uitvoering van doeltreffende procedures voor het toezicht op en de evaluatie van de prestaties van Europol bij het verwezenlijken van zijn doelstellingen; |
Motivering | |
De verantwoordelijkheid voor het toezicht op en de evaluatie van de prestaties van Europol dient ook een plaats te krijgen in de taakomschrijving van de directeur. | |
Amendement 10 Artikel 41, lid 1 | |
1. De ontvangsten van Europol bestaan, onverminderd andere inkomsten, uit een subsidie van de Gemeenschap die vanaf 1 januari 2010 wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie). |
1. De ontvangsten van Europol bestaan, onverminderd andere inkomsten, uit een subsidie van de Gemeenschap die vanaf 1 januari 2010 wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie). De financiering van Europol is afhankelijk van een akkoord tussen de twee taken van de begrotingsautoriteit, zoals bepaald in het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006. |
Motivering | |
Punt 47 van het IIA van 17 mei 2006 bepaalt: "De twee takken van de begrotingsautoriteit verbinden zich ertoe, onverminderd de geldende wettelijke procedures voor de oprichting van agentschappen, (...) tijdig tot een akkoord te komen over de financiering van het agentschap." Op deze plaats moet worden vermeld dat er, ongeacht het stadium dat de wetgevingsprocedure heeft bereikt, ook een akkoord over de financiering van Europol moet worden gesloten. | |
Amendement 11 Artikel 41, lid 3 | |
3. De directeur stelt een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar op en stuurt deze samen met een voorlopige personeelsformatie naar de raad van bestuur. De personeelsformatie omvat vaste en tijdelijke ambten en gedetacheerde nationale deskundigen, en vermeldt het aantal, de rang en de categorie van de personeelsleden die in het betrokken begrotingsjaar bij Europol in dienst zijn. |
3. De directeur stelt een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar op en stuurt deze samen met een ontwerp-personeelsformatie naar de raad van bestuur. De ontwerppersoneelsformatie omvat vaste en tijdelijke ambten en gedetacheerde nationale deskundigen, en vermeldt het aantal, de rang en de categorie van de personeelsleden die in het betrokken begrotingsjaar bij Europol in dienst zijn. |
Motivering | |
Verduidelijkt moet worden dat de personeelsformatie pas definitief kan worden na goedkeuring door de begrotingautoriteit. | |
Amendement 12 Artikel 42, lid 8 bis (nieuw) | |
|
8 bis. De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, zoals bepaald in artikel 146, lid 3 van het Financieel Reglement. |
Motivering | |
Een zekere aanscherping van de verplichting van de Europol-directeur om mee te werken aan de kwijtingsprocedure lijkt op haar plaats, omdat deze verplichting traditioneel is opgenomen in het oprichtingsbesluit van andere organen. | |
Amendement 13 Artikel 42, lid 9 | |
9. Het Europees Parlement verleent de directeur van Europol op aanbeveling van de Raad vóór 30 april van het jaar n + 2 kwijting voor de uitvoering van de begroting van het jaar n. |
9. Het Europees Parlement verleent de directeur van Europol, rekening houdend met een door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen aangenomen aanbeveling, vóór 30 april van het jaar n + 2 kwijting voor de uitvoering van de begroting van het jaar n. |
Motivering | |
De aanbeveling van de Raad is voor het Parlement geen voorwaarde om zijn rechten in de kwijtingsprocedure te kunnen uitoefenen. | |
Amendement 14 Artikel 43 | |
De financiële voorschriften die op Europol van toepassing zijn, worden door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze voorschriften mogen niet afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002, tenzij dit nodig is voor de werking van Europol. Voor regels die afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 is vooraf toestemming van de Commissie vereist. Deze afwijkingen worden medegedeeld aan de begrotingsautoriteit. |
De financiële voorschriften die op Europol van toepassing zijn, worden door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze voorschriften mogen niet afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002, tenzij dit specifiek vereist is voor de werking van Europol. Voor regels die afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 is vooraf toestemming van de Commissie vereist. Deze afwijkingen worden medegedeeld aan de begrotingsautoriteit. |
Motivering | |
Afwijkingen van Verordening nr. 2343/2002 moeten tot een absoluut minimum worden beperkt. Het orgaan moet onomstotelijk aantonen dat een afwijking het enige middel is om te garanderen dat het binnen de grenzen van het oprichtingsbesluit behoorlijk kan functioneren. | |
Amendement 15 Artikel 44, alinea 1 | |
De directeur stelt een toezichtsysteem in om indicatoren te verzamelen met betrekking tot de effectiviteit en de efficiëntie van de taken die binnen Europol worden verricht. |
De directeur stelt een toezichtsysteem in om indicatoren te verzamelen met betrekking tot de effectiviteit en de efficiëntie van de taken die binnen Europol worden verricht. De directeur brengt jaarlijks aan de raad van bestuur verslag uit over de resultaten van dit toezicht. |
Motivering | |
De raad van bestuur dient regelmatig op de hoogte te worden gesteld van de resultaten van de toezichtactiviteiten, zodat hij snel op eventuele problemen kan reageren. | |
Amendement 16 Artikel 47 | |
De voorzitter van de raad van bestuur en de directeur kunnen voor het Europees Parlement verschijnen om algemene kwesties betreffende Europol te bespreken. |
De directeur verschijnt desgevraagd voor het Europees Parlement om kwesties betreffende Europol te bespreken. |
Motivering | |
Net als bij andere organen dient voor de directeur de verplichting te gelden dat hij voor het Parlement verschijnt als het kwesties betreffende Europol wenst te bespreken. | |
Amendement 17 Artikel 56, lid 1 | |
1. In afwijking van artikel 38 worden alle arbeidsovereenkomsten die door Europol, als opgericht bij de Europol-overeenkomst, zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, nageleefd. |
1. In afwijking van artikel 38 worden alle arbeidsovereenkomsten die door Europol, als opgericht bij de Europol-overeenkomst, zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, nageleefd. Met de bijkomende personeelskosten die eventueel door deze afwijking van artikel 38 worden veroorzaakt, wordt rekening gehouden in het akkoord over de financiering van Europol dat overeenkomstig punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 moet worden bereikt. |
Motivering | |
Het indicatieve financiële referentiebedrag dat de Commissie ook gebruikt voor haar financiële programmering, vormt de basis voor het besluit van de begrotingsautoriteit over de financiering van Europol overeenkomstig punt 47 van het IIA. Mocht de bepaling dat door Europol gesloten arbeidsovereenkomsten worden nageleefd, leiden tot een afwijking van het financiële referentiebedrag dat nu in het voorstel van de Commissie staat, dan moet dit worden meegenomen in de onderhandelingen van de begrotingsautoriteit over de financiering van Europol. | |
Amendement 18 Artikel 56, lid 2 | |
2. Alle personeelsleden die in dienst zijn genomen op basis van een in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie. Daartoe wordt uitsluitend voor de personeelsleden die al in dienst waren van Europol voordat dit besluit van toepassing werd, binnen twee jaar nadat dit besluit van toepassing is geworden, door het tot het sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een intern selectieproces georganiseerd om de competentie, de efficiëntie en de integriteit van de beoogde contractanten te toetsen. Geslaagde kandidaten krijgen een contract aangeboden overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen. |
2. Alle personeelsleden die in dienst zijn genomen op basis van een in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie. Daartoe wordt, na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, uitsluitend voor de personeelsleden die al in dienst waren van Europol voordat dit besluit van toepassing werd, binnen twee jaar nadat dit besluit van toepassing is geworden, door het tot het sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een intern selectieproces georganiseerd om de competentie, de efficiëntie en de integriteit van de beoogde contractanten te toetsen. De Commissie houdt toezicht op dit selectieproces. De resultaten van dit selectieproces worden openbaar gemaakt. Geslaagde kandidaten krijgen een contract aangeboden overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen. In de ontwerppersoneelsformatie die samen met het voorontwerp van begroting van de Europese Unie aan de begrotingsautoriteit wordt toegezonden, wordt duidelijk aangegeven welke ambten vervuld worden door personeelsleden die vallen onder het Statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen, en welke ambten vervuld worden door personeelsleden die vallen onder het personeelsstatuut van Europol. |
Motivering | |
Het interne selectieproces moet worden begeleid door het Europees Bureau voor personeelsselectie, dat deskundig is op het gebied van aanwerving voor de EU en zo borg kan staan voor een professionele selectieaanpak. Aangezien het aantal personeelsleden dat ervoor kiest te blijven werken volgens het personeelsstatuut van Europol, van invloed kan zijn op de totale personeelskosten van Europol, moet de begrotingsautoriteit op de hoogte worden gehouden van de verhouding tussen de twee groepen Europol-personeel, namelijk werknemers die vallen onder de EG-voorschriften en werknemers die vallen onder de oude Europol-voorwaarden. | |
Amendement 19 Artikel 57, lid 3, alinea 2 bis (nieuw) | |
|
In geen geval mag de communautaire subsidie voor Europol, zoals vastgesteld op grond van dit besluit, worden gebruikt voor de betaling van uitgaven in verband met verplichtingen die Europol overeenkomstig de Europol-overeenkomst is aangegaan voordat dit besluit van toepassing werd. |
Motivering | |
Alle verplichtingen die Europol uit hoofde van het oude rechtsbestel, de Europol-overeenkomst, is aangegaan, moeten door de lidstaten worden nagekomen. |
PROCEDURE
Titel |
Oprichting Europese Politiedienst |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0817 - C6-0055/2007 - 2006/0310(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
BUDG 15.2.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Jutta Haug 20.9.2004 |
|
|
|||||
Datum goedkeuring |
21.5.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Laima Liucija Andrikienė, Richard James Ashworth, Reimer Böge, Herbert Bösch, Simon Busuttil, Paulo Casaca, Gérard Deprez, Valdis Dombrovskis, Brigitte Douay, James Elles, Göran Färm, Szabolcs Fazakas, Salvador Garriga Polledo, Ingeborg Gräßle, Louis Grech, Nathalie Griesbeck, Catherine Guy-Quint, Jutta Haug, Monica Maria Iacob-Ridzi, Ville Itälä, Anne E. Jensen, Janusz Lewandowski, Vladimír Maňka, Mario Mauro, Francesco Musotto, Esko Seppänen, Nina Škottová, László Surján, Helga Trüpel |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Hans-Peter Martin |
|||||||
- [1] PB C ...
ADVIES van de Commissie constitutionele zaken (3.5.2007)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol)
(COM(2006)0817 – C6‑0055/2007 – 2006/0310(CNS))
Rapporteur voor advies: György Schöpflin
BEKNOPTE MOTIVERING
Uw rapporteur voor advies is ingenomen met het voorstel, in het bijzonder met de ontwikkeling van het democratisch toezicht op Europol. Om dit te benadrukken dient hij de onderstaande amendementen in.
AMENDEMENTEN
De Commissie constitutionele zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 4 bis (nieuw) | |
|
(4 bis) In zijn "Aanbeveling aan de Raad betreffende Europol: Versterking van de parlementaire controle en uitbreiding van de bevoegdheden"1 van 13 april 1999 deed het Europees Parlement het verzoek Europol in het institutionele kader van de Europese Unie op te nemen en te onderwerpen aan democratisch toezicht door het Parlement. ____________ |
Amendement 2 Overweging 4 ter (nieuw) | |
|
(4 ter) In zijn "Aanbeveling aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel van de Europese Unie"1 van 30 mei 2002 en in zijn "Aanbeveling aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol"2 van 10 april 2003, deed het Europees Parlement het verzoek Europol een communautaire basis te verschaffen. _____________ |
Amendement 3 Overweging 5 | |
De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting. |
De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over en democratisch toezicht op Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting. |
Amendement 4 Overweging 6 bis (nieuw) | |
|
(6 bis) De oprichting van Europol vraagt om een interinstitutioneel akkoord waarin de basisvoorwaarden voor de Europese regelgevende agentschappen worden vastgelegd, teneinde de bestaande en toekomstige agentschappen zodanig te structureren dat duidelijkheid, transparantie en rechtszekerheid worden bevorderd. |
Amendement 5 Overweging 8 bis (nieuw) | |
|
(8 bis) Na de uitbreiding van de operationele bevoegdheden van Europol zijn enkele verbeteringen ten aanzien van de democratische verantwoording nog steeds noodzakelijk. |
Amendement 6 Overweging 11 | |
(11) Dit besluit strookt met Kaderbesluit 2007/XX/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. |
(11) Dit besluit strookt met Kaderbesluit 2007/XX/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en de uitvoering ervan is afhankelijk van de onverwijlde goedkeuring van het kaderbesluit. |
Motivering | |
Het onderhavige besluit - vooral voor wat betreft de verwerking van gegevens door Europol - mag niet ten uitvoer worden gelegd zolang de bescherming van persoonsgegevens niet is opgenomen in de derde pijler. | |
Amendement 7 Artikel 5, lid 1, punt a) | |
a) het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van gegevens en inlichtingen die door de autoriteiten van de lidstaten of door derde landen of andere openbare of particuliere instanties worden verstrekt; |
a) het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van gegevens en inlichtingen die door de autoriteiten van de lidstaten of door derde landen of andere openbare of particuliere instanties worden verstrekt; wanneer dergelijke informatie afkomstig is van particuliere partijen wordt zij, voordat zij aan Europol wordt overgedragen, verzameld en verwerkt in overeenstemming met EU-wetgeving en internationale verdragen betreffende burgerrechten en met de nationale wetgeving waarin Richtlijn 95/46/EG ten uitvoer is gelegd; voor toegang tot de informatie door Europol wordt uitsluitend per geval en voor gespecificeerde doeleinden toestemming verleend en deze toegang is onderworpen aan rechterlijke controle in de lidstaten; |
Amendement 8 Artikel 10, lid 2 | |
2. Europol mag gegevens verwerken om na te gaan of die gegevens van belang zijn voor zijn taken en kunnen worden opgenomen in een van zijn informatiesystemen. |
2. Europol mag relevante en passende gegevens, die niet meer omvatten dan hetgeen noodzakelijk is om het gestelde doel te bereiken, verwerken om na te gaan of die gegevens van belang zijn voor de bestrijding van specifieke criminele activiteiten in het kader van de uitvoering van zijn taken en legaal kunnen worden opgenomen in een van zijn informatiesystemen. |
Motivering | |
Bovenstaande formulering met betrekking tot Europol is te veelomvattend en te vaag en is daardoor strijdig met het evenredigheidsbeginsel. Hierdoor bestaat het gevaar dat er gegevens voor niet gespecificeerde doelen worden verwerkt. |
PROCEDURE
Titel |
Oprichting van de Europese politiedienst |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0817 - C6-0055/2007 - 2006/0310(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
LIBE |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AFCO 1.2.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
György Schöpflin 1.3.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
10.4.2007 |
10.4.2007 |
2.5.2007 |
|
||||
Datum goedkeuring |
2.5.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
18 1 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Enrique Barón Crespo, Richard Corbett, Brian Crowley, Philip Dimitrov Dimitrov, Andrew Duff, Maria da Assunção Esteves, Ingo Friedrich, Anneli Jäätteenmäki, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Jo Leinen, Íñigo Méndez de Vigo, Rihards Pīks |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Klaus Hänsch, Roger Helmer, Gérard Onesta, Georgios Papastamkos, Jacek Protasiewicz, György Schöpflin, Alexander Stubb |
|||||||
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
PROCEDURE
Titel |
Oprichting Europese Politiedienst |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0817 - C6-0055/2007 - 2006/0310(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
24.1.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 1.2.2007 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
BUDG 15.2.2007 |
AFCO 1.2.2007 |
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Agustín Díaz de Mera García Consuegra 25.1.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
25.1.2007 |
27.2.2007 |
20.3.2007 |
12.11.2007 |
||||
Datum goedkeuring |
12.11.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
29 9 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Carlos Coelho, Esther De Lange, Panayiotis Demetriou, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Bárbara Dührkop Dührkop, Armando França, Kinga Gál, Patrick Gaubert, Lilli Gruber, Ewa Klamt, Magda Kósáné Kovács, Barbara Kudrycka, Stavros Lambrinidis, Henrik Lax, Roselyne Lefrançois, Claude Moraes, Javier Moreno Sánchez, Martine Roure, Luciana Sbarbati, Inger Segelström, Károly Ferenc Szabó, Søren Bo Søndergaard, Vladimir Urutchev, Ioannis Varvitsiotis, Manfred Weber, Tatjana Ždanoka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Adamos Adamou, Simon Busuttil, Marco Cappato, Maria da Assunção Esteves, Ignasi Guardans Cambó, Luis Herrero-Tejedor, Sophia in ‘t Veld, Carlos José Iturgaiz Angulo, Metin Kazak, Eva-Britt Svensson |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Carmen Fraga Estévez, Fernando Fernández Martín |
|||||||