VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon
22.11.2007 - (COM(2007)0476 – C6‑0290/2007 – 2007/0172(CNS)) - *
Commissie internationale handel
Rapporteur: Kader Arif
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon
(COM(2007)0476 – C6‑0290/2007 – 2007/0172(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0476),
– gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0290/2007),
– gelet op artikel 51 en artikel 83, lid 7 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Begrotingscommissie (A6‑0452/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen,
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging -1 (nieuw) | |
|
(-1) Het is in het belang van de EU dat de soevereiniteit, territoriale integriteit en onafhankelijkheid van Libanon worden geschraagd, het land wordt bevrijd van buitenlandse inmenging en de legitieme en democratische regering wordt versterkt. |
Amendement 2 Overweging -1 bis (nieuw) | |
|
(-1 bis) De EU en de lidstaten spelen een prominente rol in de nieuwe UNIFIL-missie (United Nations Interim Forces in Lebanon) en hebben zich vastgelegd op de volledige uitvoering van Resolutie 1701 (2006) van de VN-Veiligheidsraad, met het oog op stabilisering van de regio en een duurzame oplossing van de oorzaken achter het conflict van 2006 in Zuid-Libanon. |
Amendement 3 Overweging 1 bis (nieuw) | |
|
(1 bis) Het is in het belang van Libanon een juist evenwicht te vinden tussen post-conflict-uitgaven, wederopbouw, buitensporige schuldenlast en sociale behoeften, met bijzondere aandacht voor de sector onderwijs en scholing en de armoedebestrijding. |
Amendement 4 Overweging 2 | |
(2) Libanon enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds hebben een associatieovereenkomst ondertekend die op 1 april 2006 in werking is getreden. |
(2) Libanon enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds hebben in het kader van het euromediterrane partnerschap een associatieovereenkomst ondertekend die op 1 april 2006 in werking is getreden. |
Motivering | |
Er zij op gewezen dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Libanon ook onder het euromediterrane partnerschapvallen dat op de Conferentie van Barcelona in 1995 is ingesteld. | |
Amendement 5 Overweging 4 | |
(4) De betrekkingen tussen Libanon en de Europese Unie ontwikkelen zich binnen het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, dat naar verwachting tot een verdergaande economische integratie zal leiden. De EU en Libanon hebben overeenstemming bereikt over een actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, waarin de prioriteiten op middellange termijn voor de betrekkingen tussen de EU en Libanon en voor de daarmee samenhangende beleidsterreinen worden aangegeven. |
(4) De betrekkingen tussen Libanon en de Europese Unie ontwikkelen zich ook binnen het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, dat onder meer een verdergaande economische integratie ten doel heeft. De EU en Libanon hebben in januari 2007 overeenstemming bereikt over een actieplan in het kader van dit beleid, waarin de prioriteiten op middellange termijn voor hun betrekkingen en voor de daarmee samenhangende beleidsterreinen worden aangegeven. |
Motivering | |
Verdergaande economische integratie is niet het enige doel van het Europese beleid, zoals de tekst van de Commissie suggereert. De andere wijzigingen maken de tekst eenvoudiger en zorgen ervoor dat hij beter loopt. | |
Amendement 6 Overweging 4 bis (nieuw) | |
|
(4 bis) Met name de vaststelling van het ENP-actieplan EU-Libanon op 19 januari 2007 heeft aanzienlijk bijgedragen aan de stabilisering van het land bijgedragen. |
Amendement 4 Overweging 4 ter (nieuw) | |
|
(4 ter) De beoogde macrofinanciële bijstand is des te dringender noodzakelijk, aangezien de middelen uit hoofde van het ENPI voor sectorale hervormingen Libanon pas vanaf 2009 ter beschikking zullen staan. De geplande buitengewone macrofinanciële bijstand vormt wat dat betreft een overbrugging, omdat deze beschikbaar is voor de periode 2007-2009 en rechtstreeks van invloed is op de betalingsbalans van Libanon. In het memorandum van overeenstemming moeten derhalve bepalingen worden opgenomen ter waarborging van de complementariteit van beide acties. |
Motivering | |
De rapporteur wijst erop dat het actieplan en de daaruit voortvloeiende nationale documenten van recente datum zijn en dat er iets meer tijd nodig is voor een doeltreffende tenuitvoerlegging. Daarom moet sprake zijn van overbrugging met aanvullende middelen. | |
Amendement 8 Overweging 4 ter (nieuw) | |
|
(4 ter) De macrofinanciële gevolgen van de oorlog van 2006 voor de economie van Libanon en de schadelijke effecten van de voortdurende politieke crisis voor het chronisch zwakke en kwetsbare institutionele bestel van het land maken het des te noodzakelijker dat internationale financiële bijstand wordt verleend, zoals voor een deel is gebeurd door de Internationale Conferentie voor steun aan Libanon die in januari 2007 is gehouden (de Parijs III-Conferentie). Daarom moet dit voorstel als onderdeel van het communautaire engagement voor Libanon onverwijld ten uitvoer worden gelegd. |
Motivering | |
De Parijs III-Conferentie vond plaats in januari 2007. In dit amendement wordt met nadruk gewezen op de dringende noodzaak van doeltreffende steun, terwijl ook wordt gewezen op de tijd die verstrijkt tussen de vastlegging en het daaruit voortvloeiende financieringsinstrument. | |
Amendement 9 Overweging 8 bis (nieuw) | |
|
(8 bis) De gevolgen van het conflict met Israël en het gecumuleerde effect van het vroegere economische beleid hebben tot een ernstige economische en financiële crisis geleid die tot snel optreden noopte. |
Amendement 10 Overweging 8 ter (nieuw) | |
|
(8 ter) De macrofinanciële bijstand van de EU mag zich niet beperken tot aanvulling op de programma's en middelen van de Bretton Woods instellingen, maar moet een toegevoegde waarde van de communautaire betrokkenheid vertegenwoordigen. |
Amendement 11 Overweging 8 quater (nieuw) | |
|
(8 quater) De Gemeenschap moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de EU juridisch en materieel verenigbaar is met het extern optreden en het relevante beleid van de Gemeenschap op andere terreinen. Bij het formuleren van beleid, waaronder het memorandum van overeenstemming en de gift- en de leningovereenkomst, en de uitvoering daarvan, moet de samenhang verzekerd blijven. |
Amendement 12 Overweging 8 quinquies (nieuw) | |
|
(8 quinquies) De Gemeenschap moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de EU een buitengewoon karakter behoudt en beperkt blijft in de tijd, een aanvulling vormt op de steun van de Bretton Woods-instellingen, bilaterale donoren en schuldeisers van de Club van Parijs, zal afhangen van de vervulling van een aantal vereisten, waaronder politieke voorwaarden, en zorgvuldig zal worden gevolgd en geëvalueerd ter voorkoming van fraude en financiële onregelmatigheden. |
Amendement 13 Overweging 9 | |
(9) De vrijgave van de communautaire financiële bijstand laat de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet. |
(9) Deze financiële bijstand mag alleen worden geboden wanneer vaststaat dat de met de Libanese autoriteiten overeen te komen voorwaarden naar tevredenheid worden nageleefd. Tot de voorwaarden waaronder de tranches van de buitengewone bijstand mogen worden uitbetaald, vast te leggen in een memorandum van overeenstemming en een gift- en leningovereenkomst, behoort de realisering van specifieke doelstellingen op de volgende gebieden: meer transparantie en houdbaarder overheidsfinanciën, toepassing van macro-economische en budgettaire prioriteiten, volledige naleving van internationale democratische en mensenrechtelijke normen en de fundamentele rechtstaatbeginselen. Werkelijke vooruitgang met de realisering van deze doelstellingen dient de basis te zijn voor uitbetaling van de tranches. De vrijgave van de communautaire financiële bijstand laat de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet. |
Amendement 14 Overweging 9 bis (nieuw) | |
|
9 bis. De krachtige financiële en politieke steun van de EU moet afhangen van de succesvolle wederopbouw van een Libanese staat die de volle soevereiniteit kan uitoefenen over zijn gehele grondgebied, verbetering van de economische en sociale situatie en versterking van het democratiseringsproces in het land. |
Amendement 15 Overweging 10 | |
(10) De bijstand moet worden beheerd door de Commissie, in overleg met het Economisch en Financieel Comité, |
(10) De bijstand moet worden beheerd door de Commissie, in overleg met het Economisch en Financieel Comité en het Europees Parlement, |
Amendement 16 Artikel 1, lid 1, alinea 1 | |
1. De Gemeenschap stelt Libanon 80 miljoen EUR aan financiële bijstand beschikbaar om het land te helpen bij de wederopbouw na de oorlog en bij de totstandbrenging van een duurzaam economisch herstel en daarmee de financiële druk te verlichten die de tenuitvoerlegging van het economische programma van de regering met zich brengt. |
1. De Gemeenschap stelt Libanon 80 miljoen EUR aan buitengewone financiële bijstand beschikbaar om het land te helpen bij de wederopbouw na de oorlog en bij de totstandbrenging van een duurzaam economisch herstel en daarmee de financiële druk te verlichten die de tenuitvoerlegging van het economische programma van de regering met zich brengt en verdere verslechtering in de Libanese handels- en betalingsbalans. |
Amendement 17 Artikel 1, lid 2 | |
2. De communautaire financiële bijstand wordt door de Commissie in overleg met het Economisch en Financieel Comité beheerd op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomsten en afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Libanon. |
2. De communautaire financiële bijstand wordt door de Commissie in overleg met het Economisch en Financieel Comité beheerd op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomsten en afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Libanon. De Commissie houdt het Europees Parlement regelmatig op de hoogte van de ontwikkelingen in het Economisch en Financieel Comité, onder verschaffing van de desbetreffende documentatie. |
Amendement 18 Artikel 1, lid 3 | |
3. De communautaire financiële bijstand wordt voor twee jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit. Indien de omstandigheden daartoe nopen, kan de Commissie evenwel, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité, besluiten de beschikbaarheidsperiode met maximaal één jaar te verlengen. |
3. De communautaire financiële bijstand wordt voor twee jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit. |
Motivering | |
De geldigheidsduur van dit besluit (de rechtsgrondslag) kan niet via een simpele comitologieprocedure worden verlengd. Beide takken van de wetgevingsautoriteit moeten hierbij worden betrokken. Indien de zogenoemde "beschikbaarheidsperiode" naar het oordeel van de Commissie echter niet werkelijk betrekking heeft op de geldigheidsduur van de rechtsgrondslag, zou dit betekenen dat zonder geldige rechtsgrondslag zou worden beslist over tranches van de bijstand, hetgeen evenzeer onaanvaardbaar is. | |
Amendement 19 Artikel 2, lid 1 | |
1. De Commissie wordt hierbij gemachtigd om, na overleg met het Economisch en Financieel Comité, met de autoriteiten van Libanon overeenstemming te bereiken over de aan de financiële bijstand te verbinden financiële en economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming en in een gift- en een leningovereenkomst worden vastgelegd. Deze voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 2, bedoelde overeenkomsten en afspraken. |
1. De Commissie wordt hierbij gemachtigd om, na overleg met het Economisch en Financieel Comité en het Europees Parlement, met de autoriteiten van Libanon overeenstemming te bereiken over de aan de financiële bijstand te verbinden financiële en economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming en in een gift- en een leningovereenkomst worden vastgelegd. Deze voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 2, bedoelde overeenkomsten en afspraken. Het memorandum van overeenstemming en de gift- en leningovereenkomst worden onverwijld aan de Raad en het Europees Parlement voorgelegd. Tot de in dit lid bedoelde voorwaarden behoort de realisering van specifieke doelstellingen op de volgende gebieden: meer transparantie en houdbaarder overheidsfinanciën, toepassing van macro-economische en budgettaire prioriteiten, volledige naleving van internationale democratische en mensenrechtelijke normen en fundamentele rechtstaatbeginselen. Werkelijke voortgang in de realisering van deze doelstellingen dient de basis te zijn voor uitbetaling van de tranches van deze bijstand. Omwille van de transparantie en de verantwoording worden de voorwaarden voor de macrofinanciële steun van de EU openbaar gemaakt. |
Amendement 20 Artikel 2, lid 2 | |
2. Tijdens de tenuitvoerlegging van de communautaire financiële bijstand controleert de Commissie de deugdelijkheid van de voor deze bijstand relevante financiële en administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Libanon. |
2. Tijdens de tenuitvoerlegging van de communautaire financiële bijstand controleert de Commissie zorgvuldig de deugdelijkheid van de voor deze bijstand relevante financiële en administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Libanon. |
Amendement 21 Artikel 2, lid 3 | |
3. De Commissie onderzoekt periodiek of het economische beleid van Libanon verenigbaar is met de doelstellingen van deze bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden financiële en economische beleidsvoorwaarden is voldaan. Daarbij zal de Commissie haar werkzaamheden hecht coördineren met de werkzaamheden van de Bretton Woods-instellingen en, zo nodig, van het Economisch en Financieel Comité. |
3. De Commissie onderzoekt periodiek of het economische beleid van Libanon verenigbaar is met de doelstellingen van deze bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden financiële en economische beleidsvoorwaarden is voldaan. Daarbij zal de Commissie haar werkzaamheden hecht coördineren met de werkzaamheden van de Bretton Woods-instellingen en, zo nodig, van het Economisch en Financieel Comité en het Europees Parlement. |
Amendement 22 Artikel 2, lid 3 bis (nieuw) | |
|
3 bis. Na inkennisstelling van het Europees Parlement en de Raad kan de Commissie de toekenning van deze buitengewone macrofinanciële bijstand aanpassen aan politieke ontwikkelingen in Libanon, waarbij zij steeds voor ogen moet houden dat het belangrijk is de stabiliteit van het land te versterken en te voorkomen dat de binnenlandse crisis verder verslechtert. |
Amendement 23 Artikel 2 bis (nieuw) | |
|
Artikel 2 bis |
|
De Commissie kan, na het Europees Parlement en de Raad te hebben geïnformeerd, deze buitengewone macrofinanciële bijstand opschorten wanneer het door een verslechterende politieke situatie in Libanon de facto onmogelijk wordt de doelstellingen ervan te realiseren, ofwel in geval van ernstige inbreuk op internationale democratische en mensenrechtelijke normen en fundamentele rechtstaatbeginselen. |
Amendement 24 Artikel 3, lid 1 | |
1. De Commissie stelt in maximaal drie tranches communautaire financiële bijstand ter beschikking van Libanon. |
1. De Commissie stelt in drie tranches communautaire financiële bijstand ter beschikking van Libanon. |
Amendement 25 Artikel 3, lid 4 | |
4. De middelen worden overgemaakt aan de centrale bank van Libanon en zijn uitsluitend bedoeld om te voorzien in Libanons financieringsbehoefte. |
4. De middelen worden overgemaakt aan de centrale bank van Libanon en zijn uitsluitend bedoeld om te voorzien in Libanons financieringsbehoefte. Zij worden geboekt onder de rubriek "Buitengewone financiële bijstand van de Europese Unie". |
Amendement 26 Artikel 4 | |
De communautaire financiële bijstand wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en de uitvoeringsvoorschriften daarvan. In het bijzonder wordt in het memorandum van overeenstemming en in de gift- en de leningovereenkomst met de autoriteiten van Libanon bepaald dat Libanon maatregelen vaststelt om fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de bijstand te voorkomen en te bestrijden. Tevens wordt bepaald dat de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), het recht heeft controles ter plaatse te verrichten en dat de Rekenkamer het recht heeft om, eventueel ter plaatse, audits te verrichten. |
De communautaire financiële bijstand wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en de uitvoeringsvoorschriften daarvan. In het bijzonder wordt in het memorandum van overeenstemming en in de gift- en de leningovereenkomst met de autoriteiten van Libanon bepaald dat Libanon specifieke maatregelen vaststelt om fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de bijstand te voorkomen en te bestrijden. Tevens wordt met het oog op meer transparantie bij beheer en uitbetaling van de middelen bepaald dat de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), het recht heeft controles ter plaatse te verrichten en dat de Rekenkamer en onafhankelijke accountants, met toestemming van de betrokken actoren, het recht hebben om, eventueel ter plaatse, audits te verrichten. |
Amendement 27 Artikel 5 | |
Uiterlijk op 31 augustus van elk jaar doet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag toekomen over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar. In dit verslag wordt het verband aangegeven tussen de in artikel 2, lid 1, bedoelde beleidsvoorwaarden, de actuele economische en budgettaire prestaties van Libanon en het besluit van de Commissie om de bijstandstranches vrij te geven. |
Uiterlijk op 31 augustus van elk jaar doet de Commissie aan de terzake bevoegde commissies van het Europees Parlement en de Raad een verslag toekomen over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar. In dit verslag wordt het verband aangegeven tussen de in artikel 2, lid 1, bedoelde beleidsvoorwaarden, de actuele economische en budgettaire prestaties van Libanon en het besluit van de Commissie om de bijstandstranches vrij te geven. |
Amendement 28 Artikel 5 bis (nieuw) | |
|
Artikel 5 bis |
|
Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de uitvoeringstermijn met betrekking tot de in dit besluit geregelde bijstand legt de Commissie een ex post evaluatieverslag aan het Europees Parlement en de Raad voor. |
Amendement 2 Artikel 6 | |
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en geldt daarna voor een periode van twee jaar. |
Motivering | |
Zie amendement 18. |
TOELICHTING
1. De basis van het voorstel van de Commissie
De Commissie stelt voor om Libanon macrofinanciële bijstand (MFB) (zowel bij wijze van lening van maximaal 50 miljoen EUR en van gift van maximaal 30 miljoen EUR) te verlenen om de overheidsfinanciën en betalingsbalans van Libanon te ondersteunen.
De voorgestelde bijstand is bedoeld Libanon helpen de begroting op orde te krijgen en de overheidsschuld op basis van zijn economisch hervormingsprogramma tot een dragelijk niveau terug te dringen. Ook wordt het daardoor voor de regering van Libanon gemakkelijker en aantrekkelijker om de maatregelen uit te voeren die in het ENP (Europees nabuurschapsbeleid)-actieplan EU-Libanon en het IMF-programma tot verlening van noodsteun na een conflictsituatie (Emergency Post-Conflict Assistance , EPCA) werden aangewezen .
De voorgestelde macrofinanciële bijstand heeft een buitengewoon karakter en is beperkt in de tijd. Hij vormt een aanvulling op de steun van i) de instellingen van Bretton Woods, ii) Arabische en andere bilaterale donoren, iii) EU-lidstaten en op iv) EU-middelen in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) en EIB-middelen als onderdeel van het EG-bijstandspakket.
In het verleden had de EU al een structurele aanpassingsfaciliteit verleend van 50 miljoen euro (in het kader van MEDA I) als hulp bij de economische overgang en de stabilisatie.
2. De achtergrond en de rol van het IMF
Op 9 april 2007 werd door de directie van het IMF aan Libanon EPCA-noodsteun toegekend tot een bedrag equivalent aan SDR 50,75 miljoen (ongeveer USD 76,8 miljoen), ter ondersteuning van het nationale economische programma voor 2007.
De EPCA is bedoeld om steun te bieden bij de moeilijke overgang van een post-conflict-situatie naar een programma ter aanpassing van de begroting, te beginnen in 2008. De steun van het IMF via de EPCA speelt een belangrijke rol bij de gezamenlijke internationale inspanningen om Libanon de financiële bijstand te bieden die op de internationale donorconferentie voor steun aan Libanon ("Parijs III") van januari 2007 was toegezegd.
3. De handelspositie en economische situatie van Libanon
De burgeroorlog van 1975-90 heeft ernstige schade toegebracht aan de economische infrastructuur van Libanon, het binnenlands product gehalveerd, en nagenoeg een einde gemaakt aan de positie van Libanon als entrepot en bankcentrum van het Midden-Oosten. In de jaren daarna heeft Libanon een groot deel van zijn door oorlog geteisterde materiële en financiële infrastructuur weer weten op te bouwen, door op grote schaal te lenen - voor het merendeel van de nationale banken.
Na de politieke veranderingen in het land die volgden op de moord op voormalig premier Hariri, kwam de Libanese regering met een bezuinigingsprogramma, bestaande uit terugdringing van de overheidsuitgaven, verhoging van de belastingopbrengst en nationalisatie van staatsondernemingen. De initiatieven tot economische en financiële hervorming verzandden echter en de overheidsschuld bleef stijgen, ondanks de bilaterale bijstand van meer dan EUR 1,5 miljard die het land op de donorconferentie Paris II van 2002 ontving.
Medio 2006 kwam de verhouding overheidsschuld/BNP op 180 procent BNP, een schuldenlast die tot de hoogste ter wereld behoort. Voorts konden, ondanks de urgente bijzondere behoefte en de verslechterende financiële situatie, tot dusver geen communautaire MFB-maatregelen ten behoeve van Libanon ten uitvoer worden gelegd omdat operationele financieringsafspraken met het IMF ontbraken.
Het vijf weken durend conflict met Israël en de daarop volgende maandenlange blokkade hebben vele mensenlevens geëist en enorme economische schade aan Libanon toegebracht. De schade aan gebouwen en infrastructuur was aanzienlijk, veel geschoolde arbeidskrachten hebben het land verlaten en de economische bedrijvigheid is nagenoeg tot stilstand gekomen, waarbij vooral de toeristenindustrie bijzonder zwaar is getroffen.
Na afloop van het conflict is de noodzaak tot terugdringing van de overheidsschuld en opheffing van de financiële kwetsbaarheid van het land urgenter dan ooit gebleken. De regering van Libanon heeft dan ook op 4 januari 2007 een omvangrijk programma met sociaaleconomische hervormingen vastgesteld met budgettaire, structurele en sociale maatregelen. Dit programma steunt op zes pijlers:
(i) een groeigerichte hervormingsagenda met velerlei maatregelen die het zakenklimaat en de concurrentiekracht van de economie moeten verbeteren;
(ii) een hervormingsagenda voor de sociale sector ter verbetering van sociale indicatoren en versterking van sociale vangnetten;
(iii) een krachtige maar 'back-loaded' begrotingsaanpassing ter vergroting van het het primaire overschot;
(iv) een privatiseringsprogramma gericht op meer investeringen, vermindering van de uitstaande overheidsschuld en stimulering van de economische groei;
(v) verstandig monetair en wisselkoersbeleid met het oog op de prijsstabiliteit;
(vi) internationale financiële bijstand ter aanvulling van de nationale inspanningen en om Libanon te helpen de directe en indirecte kosten van de oorlog te financieren.
Op de donorconferentie voor Libanon in januari 2007 ("Parijs III") heeft de internationale gemeenschap het regeringsprogramma voor hervormingen op middellange termijn goedgekeurd en 7,6 miljard USD aan bijstand toegezegd, die in de periode 2007-10 beschikbaar zal worden gesteld in de vorm van giften en leningen (waarvan 75 procent voor de overheid in de vorm van begrotingssteun en projectfinanciering en de rest als steun voor ontwikkeling van de particuliere sector).
Er staan Libanon moeilijke maanden te wachten. Vóór de presidentsverkiezingen in oktober zullen de politieke instabiliteit en uitbarstingen van geweld mogelijk voortduren, en het hervormingsproces in gevaar brengen. De na het conflict benodigde uitgaven, de wederopbouw, sociale behoeften en de problemen als gevolg van de hoge schuld vergen van de regering een zorgvuldige evenwichtsoefening.
5. Toelichting op de amendementen
Ofschoon uw rapporteur de noodzaak van buitengewone macrofinanciële bijstand voor Libanon volledig onderschrijft, stelt hij een aantal amendementen voor die de duidelijkheid, transparantie en verantwoordingsplicht in het ontwerpvoorstel ten goede moeten komen. Deze amendementen laten zich indelen op de volgende hoofdpunten:
· algemene beginselen die in de overwegingen uitdrukkelijk aan bod moeten komen (overeenkomstig de zogenoemde Genval beginselen): deze buitengewone macrofinanciële bijstand dient uitsluitend ter aanvulling van de huidige financiering door i) de instellingen van Bretton Woods, ii) de club van Parijs in het kader van de schuldsanering, iii) middelen van bilaterale donoren en de Gemeenschap uit hoofde van andere regelingen; tegelijkertijd moet de bijstand een toegevoegde waarde bieden ten opzichte van die van de internationale financiële instellingen, samenhang bewaren met het extern optreden en beleid van de Gemeenschap op andere terreinen, afhangen van een aantal vereisten, en zorgvuldig worden bewaakt en geëvalueerd ter voorkoming van fraude en financiële onregelmatigheden.
· expliciete vermelding van het voornaamste doel van de bijstand, namelijk het financieel tekort in de Libanese betalingsbalans te dekken zodat Libanon de moeilijke economische situatie als gevolg van het conflict met Israël in de zomer van 2006 en de cumulatieve effecten van het eerdere beleid meester kan worden;
· de voorwaarden die aan deze bijzondere schenking verbonden zijn moeten in het besluit van de Raad uitdrukkelijk worden opgesomd en aan specifieke criteria worden gekoppeld;
· er moeten door de betrokken partijen aan te wijzen interne accountants worden ingeschakeld voor een onafhankelijke beoordeling van deze bijzondere vorm van macrofinanciële bijstand;
· de Libanese regering moet al het nodige ondernemen om de risico's van fraude, corruptie en misbruik van gelden uit te bannen;
· de rol van het Europees Parlement moet worden versterkt. Met name dient de Commissie haar rapportage aan het EP te verbeteren waar het gaat om de feitelijke uitvoering van dit hulpverleningsinstrument, en het Parlement een ex-post evaluatieverslag voor te leggen. De Commissie moet het Parlement in het vervolg ook tijdig, dus eerder, informeren omtrent eventuele toekomstige besluiten inzake toekenning van macrofinanciële bijstand. Met een systeem van "vroegtijdige waarschuwing" door de Commissie zou het dossier sneller door de bevoegde parlementscommissie kunnen worden behandeld en zouden onnodige vertragingen met alle nadelige gevolgen van dien voor de uiteindelijke ontvanger van deze financiële hulp kunnen worden vermeden.
Voorts valt het de rapporteur op dat de sociale pijler van de geëntameerde hervormingen sterk achterblijft bij de economische en financiële pijlers. Er moet een juist evenwicht in de uitgaven worden gevonden. In het bijzonder de uitgaven voor onderwijs en scholing en voor armoedebestrijding zouden hoger moeten zijn.
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) leeft bijna 24,6% van de Libanezen in absolute armoede, en geldt 52 % van de Libanezen als "minder geprivilegieerd". Bovendien is bijna 9% van de bevolking analfabeet, heeft niet meer dan een derde van de bevolking de lagere school voltooid en heeft slechts 13,4% van de Libanezen een universitaire opleiding.
Sociale kwesties staan in het politieke debat in Libanon niet centraal, ofschoon de toekomst van Libanon voor een deel afhangt van het vermogen van de huidige regering om een begin te maken met de armoedebestrijding. De sociale ongelijkheid kan ernstige politieke gevolgen hebben.
5. De rol van het EP bij de MFB
De rapporteur wil er met nadruk op wijzen, onder verwijzing naar eerdere resoluties van het EP, dat een dergelijk belangrijk instrument als de MFB niet eenvoudig als "buitengewoon" kan worden betiteld. Het is daarom niet te rechtvaardigen dat dit instrument nog steeds een rechtsgrondslag mist en er voor iedere operatie een ad hoc-besluit van de Raad nodig is. Er moet via de medebeslissingsprocedure een kaderverordening voor de MFB komen, die voorziet in meer transparantie en betere verantwoording, bewaking en rapportage. Het Parlement geeft enerzijds zijn goedkeuring van toekenning van de MFB aan Libanon te kennen, maar tekent daarbij aan dat voor deze onderneming artikel 179 EG-Verdrag als rechtsgrondslag had moeten worden gekozen, en niet artikel 308 EG-Verdrag. Het vraagt de Raad en de Commissie om deze rechtsgrondslag aan te houden voor alle toekomstige voorstelen voor macro-financiële bijstand met betrekking tot ontwikkelingslanden. Dit standpunt werd bij stemming over het verslag op 21 november 2007 door alle fracties in de Commissie internationale handel gesteund..
ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (20.11.2007)
aan de Commissie internationale handel
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon
(COM(2007)0476 – C6‑0290/2007 – 2007/0172(CNS))
Rapporteur voor advies: José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra
AMENDEMENTEN
De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 2 | |
(2) Libanon enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds hebben een associatieovereenkomst ondertekend die op 1 april 2006 in werking is getreden. |
(2) Libanon enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds hebben in het kader van het euromediterrane partnerschap een associatieovereenkomst ondertekend die op 1 april 2006 in werking is getreden. |
Motivering | |
Er zij op gewezen dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Libanon ook vallen onder het euromediterrane partnerschap dat is ingesteld op de Conferentie van Barcelona in 1995. | |
Amendement 2 Overweging 3 | |
(3) De autoriteiten van Libanon zetten zich in voor economische stabilisering en structurele hervormingen, die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) steunt met een programma tot verlening van noodsteun na een conflictsituatie (EPCA) dat op 9 april 2007 is goedgekeurd. |
(3) De autoriteiten van Libanon zetten zich in voor economische stabilisering en structurele hervormingen, die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) steunt met een programma tot verlening van noodsteun na een conflictsituatie (EPCA) dat op 9 april 2007 is goedgekeurd. Deze financiële steun van de zijde van het IMF omvat een bijdrage van 76,8 miljoen USD ter verlening van bijstand voor het economisch programma van de autoriteiten voor 2007. |
Motivering | |
De door de donorconferentie Parijs III toegezegde financiële steun heeft tot doel een snelle verlichting van de financiële en economische situatie in Libanon te bewerkstelligen. Daarom wil de rapporteur ook duidelijk wijzen op de steun die het IMF voor dit kritieke jaar 2007 reeds beschikbaar heeft gesteld. | |
Amendement 3 Overweging 4 | |
(4) De betrekkingen tussen Libanon en de Europese Unie ontwikkelen zich binnen het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, dat naar verwachting tot een verdergaande economische integratie zal leiden. De EU en Libanon hebben overeenstemming bereikt over een actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, waarin de prioriteiten op middellange termijn voor de betrekkingen tussen de EU en Libanon en voor de daarmee samenhangende beleidsterreinen worden aangegeven. |
(4) De betrekkingen tussen Libanon en de Europese Unie ontwikkelen zich ook binnen het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, dat onder meer een verdergaande economische integratie ten doel heeft. De EU en Libanon hebben in januari 2007 overeenstemming bereikt over een actieplan in het kader van dit beleid, waarin de prioriteiten op middellange termijn voor hun betrekkingen en voor de daarmee samenhangende beleidsterreinen worden aangegeven. |
Motivering | |
Verdergaande economische integratie is niet het enige doel van het Europese beleid, zoals de tekst van de Commissie suggereert. De andere wijzigingen maken de tekst eenvoudiger en zorgen ervoor dat hij beter loopt. | |
Amendement 4 Overweging 4 bis (nieuw) | |
|
(4 bis) De beoogde macrofinanciële bijstand is des te dringender noodzakelijk, aangezien de middelen uit hoofde van het ENPI voor sectorale hervormingen Libanon pas vanaf 2009 ter beschikking zullen staan. De geplande buitengewone macrofinanciële bijstand vormt wat dat betreft een overbrugging, omdat deze beschikbaar is voor de periode 2007-2009 en rechtstreeks van invloed is op de betalingsbalans van Libanon. In het memorandum van overeenstemming moeten derhalve bepalingen worden opgenomen ter waarborging van de complementariteit van beide acties. |
Motivering | |
De rapporteur wijst erop dat het actieplan en de daaruit voortvloeiende nationale documenten van recente datum zijn en dat er iets meer tijd nodig is voor een doeltreffende tenuitvoerlegging. Daarom moet sprake zijn van overbrugging met aanvullende middelen. | |
Amendement 5 Overweging 4 ter (nieuw) | |
|
(4 ter) De macrofinanciële gevolgen van de oorlog van 2006 voor de economie van Libanon en de schadelijke effecten van de voortdurende politieke crisis voor het chronisch zwakke en kwetsbare institutionele bestel van het land maken het des te noodzakelijker dat internationale financiële bijstand wordt verleend, zoals voor een deel is gebeurd door de Internationale Conferentie voor steun aan Libanon die in januari 2007 is gehouden (de Parijs III-Conferentie). Daarom moet dit voorstel als onderdeel van het communautaire engagement voor Libanon onverwijld ten uitvoer worden gelegd. |
Motivering | |
De Parijs III-Conferentie vond plaats in januari 2007. In dit amendement wordt met nadruk gewezen op de dringende noodzaak van doeltreffende steun, terwijl ook wordt gewezen op de tijd die verstrijkt tussen de vastlegging en het daaruit voortvloeiende financieringsinstrument. | |
Amendement 6 Overweging 4 quater (nieuw) | |
|
(4 quater) Wat dit betreft zou elke bijdrage aan de algehele stabiliteit van het land de uitvoering bevorderen van het huidige mandaat van de Interimvredesmacht van de Verenigde Naties in Libanon (UNIFIL), waarmee de stabiliteit van de gehele regio zou worden versterkt. |
Amendement 7 Overweging 8 bis (nieuw) | |
|
(8 bis) Deze buitengewone financiële bijstand voor Libanon dient echter afhankelijk te worden gesteld van de instelling, met de steun van internationale financiële instellingen, van een alomvattend en realistisch programma voor economische ontwikkeling op de lange termijn, en van volledige naleving van internationale normen op het gebied van democratische en mensenrechten, alsmede de fundamentele beginselen van de rechtsstaat. |
Motivering | |
De rapporteur wil wijzen op het algehele kader van ongeacht welke financiële steun die aan Libanon wordt verleend. Deze maatregel moet worden uitgevoerd in het kader van de EU-normen voor het verlenen van steun aan derde landen. | |
Amendement 8 Overweging 10 | |
(10) De bijstand moet worden beheerd door de Commissie, in overleg met het Economisch en Financieel Comité, |
(10) De bijstand moet worden beheerd door de Commissie, in overleg met het Economisch en Financieel Comité en het Europees Parlement. |
Motivering | |
Het Europees Parlement heeft begrotingscontrolebevoegdheid en het is dan ook normaal dat het bij het beheer van deze bijstand wordt betrokken. | |
Amendement 9 Artikel 1, lid 2 | |
2. De communautaire financiële bijstand wordt door de Commissie in overleg met het Economisch en Financieel Comité beheerd op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomsten en afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Libanon. |
2. De communautaire financiële bijstand wordt door de Commissie in overleg met het Economisch en Financieel Comité beheerd op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomsten en afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Libanon. Het Europees Parlement wordt op gezette tijden geïnformeerd over de desbetreffende ontwikkelingen. |
Amendement 10 Artikel 2, lid 1 | |
1. De Commissie wordt hierbij gemachtigd om, na overleg met het Economisch en Financieel Comité, met de autoriteiten van Libanon overeenstemming te bereiken over de aan de financiële bijstand te verbinden financiële en economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming en in een gift- en een leningovereenkomst worden vastgelegd. Deze voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 2, bedoelde overeenkomsten en afspraken. |
1. De Commissie wordt hierbij gemachtigd om, na overleg met het Economisch en Financieel Comité en het Europees Parlement, met de autoriteiten van Libanon overeenstemming te bereiken over de aan de financiële bijstand te verbinden financiële en economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming en in een gift- en een leningovereenkomst worden vastgelegd. Deze voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 2, bedoelde overeenkomsten en afspraken. Zij beogen tevens de uitvoering van een economisch en sociaal beleid waarin bestrijding van armoede, onderwijs en gezondheidszorg centraal staan, aan te moedigen. Deze buitengewone financiële bijstand voor Libanon dient echter afhankelijk te worden gesteld van de instelling, met de steun van internationale financiële instellingen, van een alomvattend en realistisch programma voor economische ontwikkeling op de lange termijn, en van volledige naleving van internationale normen op het gebied van democratische en mensenrechten, alsmede de fundamentele beginselen van de rechtsstaat. |
Motivering | |
Zie de motivering bij het amendement op overweging 8. | |
Amendement 11 Artikel 2, lid 3 | |
3. De Commissie onderzoekt periodiek of het economische beleid van Libanon verenigbaar is met de doelstellingen van deze bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden financiële en economische beleidsvoorwaarden is voldaan. Daarbij zal de Commissie haar werkzaamheden hecht coördineren met de werkzaamheden van de Bretton Woods-instellingen en, zo nodig, van het Economisch en Financieel Comité. |
3. De Commissie onderzoekt periodiek of het economische beleid van Libanon verenigbaar is met de doelstellingen van deze bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden financiële en economische beleidsvoorwaarden is voldaan. Daarbij zal de Commissie haar werkzaamheden hecht coördineren met de werkzaamheden van de Bretton Woods-instellingen en, zo nodig, van het Economisch en Financieel Comité en het Europees Parlement. |
Motivering | |
Zie de motivering bij het amendement over overweging 10. | |
Amendement 12 Artikel 2, lid 3 bis (nieuw) | |
|
3 bis. Na inkennisstelling van het Europees Parlement en de Raad kan de Commissie de toekenning van deze buitengewone macrofinanciële bijstand aanpassen aan politieke ontwikkelingen in Libanon, waarbij zij steeds voor ogen moet houden dat het belangrijk is de stabiliteit van het land te versterken en te voorkomen dat de binnenlandse crisis verder verslechtert. |
PROCEDURE
Titel |
Macrofinanciële bijstand aan Libanon |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0476 - C6-0290/2007 - 2007/0172(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
INTA |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AFET 24.9.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra 12.9.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
9.10.2007 |
19.11.2007 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
20.11.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Christopher Beazley, Bastiaan Belder, André Brie, Colm Burke, Alfred Gomolka, Jana Hybášková, Ioannis Kasoulides, Helmut Kuhne, Vytautas Landsbergis, Philippe Morillon, Pasqualina Napoletano, Cem Özdemir, Alojz Peterle, Samuli Pohjamo, Libor Rouček, Katrin Saks, Jacek Saryusz-Wolski, Marek Siwiec, István Szent-Iványi, Charles Tannock, Josef Zieleniec |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Árpád Duka-Zólyomi, Milan Horáček, Nickolay Mladenov, Doris Pack, Antolín Sánchez Presedo, Marcello Vernola |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Wolfgang Bulfon, Paulo Casaca, Vicente Miguel Garcés Ramón |
|||||||
ADVIES van de Begrotingscommissie (15.10.2007)
aan de Commissie internationale handel
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon
(COM(2007)0476 – C6‑0290/2007 – 2007/0172(CNS))
Rapporteur voor advies: Esko Seppänen
BEKNOPTE MOTIVERING
1. De benodigde kredieten voor de uitvoering van het voorstel zijn niet beschikbaar op de betreffende begrotingslijn (macrofinanciële bijstand, 01 03 02). De uitvoering is derhalve afhankelijk van het resultaat van het door de Commissie ingediende verzoek tot kredietoverschrijving (DEC 30 - 2007). De rapporteur voor advies is van mening dat een en ander naar behoren is weergegeven in de negende overweging van het voorstel die als volgt luidt: "De vrijgave van de communautaire financiële bijstand laat de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet".
2. De leningcomponent van de bijstand ( 50 miljoen EURO) lijkt in overeenstemming met de geldende bepalingen en de rapporteur voor advies wijst erop dat dit bedrag zal worden gedekt door het Garantiefonds voor externe maatregelen. Voor stortingen in dit fonds wordt niet meer uitgegaan van het gehele bedrag op het moment van het besluit, maar het te storten bedrag wordt een keer per jaar berekend overeenkomstig het "streefbedrag" en opgenomen in het voorontwerp van begroting (VOB) voor het volgende jaar.
3. De voorgestelde rechtsgrondslag is twijfelachtig. In de eerste plaats wordt Libanon als buurland van de EU beschouwd en tegelijkertijd als ontwikkelingsland aangemerkt. Daarom zou eerst kunnen worden nagegaan of gebruik kan worden gemaakt van artikel 179 (ontwikkelingssamenwerking) dan wel, indien dit niet mogelijk is, van artikel 181a, i.e. economische en financiële samenwerking.
4. De Commissie heeft een nieuw concept geïntroduceerd dat zij "de beschikbaarheidsperiode" noemt. Deze periode kan via een simpele comitologieprocedure met de Raad worden verlengd. De rapporteur voor advies beveelt aan dat dit zorgvuldig door de commissie ten principale wordt onderzocht. Dit kan toch niet betekenen dat de geldigheidsduur van het rechtsbesluit simpelweg via de comitologieprocedure kan worden verlengd? Dit zou ongehoord en onaanvaardbaar zijn. Indien dit niet het geval is, betekent dit dan dat de Commissie besluiten kan nemen over betalingstranches zelfs nadat de geldigheidsduur van het rechtsbesluit is verlopen?
5. De rapporteur voor advies heeft de gebruikelijke amendementen van de Begrotingscommissie ter zake ingediend en hij verzoekt de commissie ten principale deze te bestuderen, zo nodig in samenwerking met de Juridische Dienst.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Artikel 1, lid 3 | |
3. De communautaire financiële bijstand wordt voor twee jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit. Indien de omstandigheden daartoe nopen, kan de Commissie evenwel, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité, besluiten de beschikbaarheidsperiode met maximaal één jaar te verlengen. |
3. De communautaire financiële bijstand wordt voor twee jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit. |
Motivering | |
De geldigheidsduur van dit besluit (de rechtsgrondslag) kan niet via een simpele comitologieprocedure worden verlengd. Beide takken van de wetgevingsautoriteit moeten hierbij worden betrokken. Indien de zogenoemde "beschikbaarheidsperiode" naar het oordeel van de Commissie echter niet werkelijk betrekking heeft op de geldigheidsduur van de rechtsgrondslag, zou dit betekenen dat zonder geldige rechtsgrondslag zou worden beslist over tranches van de bijstand, hetgeen evenzeer onaanvaardbaar is. | |
Amendement 2 Artikel 6 | |
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en geldt daarna voor een periode van twee jaar. |
Motivering | |
Zie amendement 3. |
PROCEDURE
Titel |
Macrofinanciële bijstand aan Libanon |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0476 - C6-0290/2007 - 2007/0172(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
INTA |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
BUDG 24.9.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Esko Seppänen 20.9.2004 |
|
|
|||||
Datum goedkeuring |
11.10.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 0 0 |
||||||
Members present for the final vote |
Reimer Böge, Simon Busuttil, Paulo Casaca, Gérard Deprez, Brigitte Douay, Bárbara Dührkop Dührkop, James Elles, Göran Färm, Szabolcs Fazakas, Salvador Garriga Polledo, Louis Grech, Catherine Guy-Quint, Jutta Haug, Ville Itälä, Anne E. Jensen, Janusz Lewandowski, Nils Lundgren, Marusya Ivanova Lyubcheva, Vladimír Maňka, Jan Mulder, Gérard Onesta, Paul Rübig, Esko Seppänen, László Surján, Helga Trüpel, Kyösti Virrankoski, Ralf Walter. |
|||||||
PROCEDURE
Titel |
Macrofinanciële bijstand aan Libanon |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0476 - C6-0290/2007 - 2007/0172(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
17.9.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
INTA 24.9.2007 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
AFET 24.9.2007 |
BUDG 24.9.2007 |
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Kader Arif 11.9.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
8.10.2007 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
21.11.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
20 1 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Kader Arif, Graham Booth, Daniel Caspary, Christofer Fjellner, Béla Glattfelder, Jacky Henin, Caroline Lucas, Marusya Ivanova Lyubcheva, Erika Mann, Helmuth Markov, David Martin, Georgios Papastamkos, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Peter Šťastný, Gianluca Susta, Daniel Varela Suanzes-Carpegna, Corien Wortmann-Kool, Zbigniew Zaleski |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Stavros Arnaoutakis, Małgorzata Handzlik |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Jean Louis Cottigny |
|||||||
Datum indiening |
22.11.2007 |
|||||||