VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en van Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)
26.11.2007 - (COM(2007)0484 – C6‑0283/2007 – 2007/0177(CNS)) - *
Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
Rapporteur: Jan Mulder
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en van Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)
(COM(2007)0484 – C6‑0283/2007 – 2007/0177(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0484),
– gelet op artikel 37, lid 2, derde alinea, van het EGVerdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0283/2007),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A6‑0470/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 OVERWEGING 1 BIS (nieuw) | |
|
(1 bis) Het stelsel van randvoorwaarden heeft reeds bewezen een bijzonder belangrijk instrument te zijn in het hervormd gemeenschappelijk landbouwbeleid om uitgaven te rechtvaardigen. Het stelsel van randvoorwaarden legt landbouwers geen nieuwe verplichtingen op noch geeft het landbouwers recht op nieuwe betalingen als zij aan de randvoorwaarden voldoen, maar legt alleen maar een verband tussen de rechtstreekse betalingen aan landbouwers en de publieke diensten die zij verrichten ten bate van de samenleving als geheel door zich te houden aan de communautaire wetgeving op het gebied van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn, die over het algemeen zeer streng is in vergelijking met de normen elders in de wereld. |
Amendement 2 OVERWEGING 1 TER (nieuw) | |
|
(1 ter) Vanwege het belang dat de EU hecht aan deze hoge normen is na de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid de eerste pijler van dit beleid de facto getransformeerd in een plattelandsontwikkelingsbeleid aangezien de landbouwers worden beloond voor publieke dienstverlening en niet zozeer onvoorwaardelijke betalingen ontvangen die zijn gekoppeld aan de productie. Om de doelstellingen van het stelsel van randvoorwaarden te realiseren, is een volledig begrip van het systeem en de medewerking van de boeren vereist, hetgeen thans nog niet het geval is omdat het stelsel op boerderijniveau angst inboezemt. Een beter geïnformeerde landbouwsector zou naleving van de randvoorwaarden gemakkelijker vinden. Een volledig begrip van de 18 speciale richtlijnen en verordeningen is nog een heel probleem en niet alleen voor de boeren maar ook voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. |
Amendement 3 OVERWEGING 1 QUATER (nieuw) | |
|
(1 quater) Het stelsel van randvoorwaarden heeft de steunverlening aan landbouwers gekoppeld aan de naleving van 18 verschillende richtlijnen en verordeningen van de EU. Controle op het stelsel van randvoorwaarden is derhalve uit de aard der zaak een complexe aangelegenheid. |
|
Het stelsel van randvoorwaarden verlangt dat de controleurs volledige kennis van zaken hebben van het boerenbedrijf en vertrouwd zijn met de diverse landbouwsectoren. Een gedegen scholing van de controleurs is van kapitaal belang. Daarnaast zouden controleurs moeten beschikken over de bevoegdheid om rekening te houden met niet seizoenseigen en onverwachte factoren die de volledige naleving van de randvoorwaarden buiten de schuld van de landbouwer onmogelijk maken. |
Amendement 4 OVERWEGING 1 QUINQUIES (nieuw) | |
|
(1 quinquies) Het stelsel van randvoorwaarden en/of het gemeenschappelijk landbouwbeleid zullen in de toekomst waarschijnlijk verder moeten worden aangepast, aangezien het niveau van de betalingen thans niet altijd in overeenstemming lijkt te zijn met de inspanningen van de betrokken landbouwers om aan de randvoorwaarden te voldoen, omdat de betalingen nog altijd in grote mate afhangen van uitgaven in het verleden. Met name de wetgeving inzake dierenwelzijn is duidelijk een zware last voor veehouders, hetgeen niet wordt weerspiegeld in het niveau van de steun. Als ingevoerde producten aan dezelfde normen inzake dierenwelzijn zouden voldoen, dan zouden de veehouders niet hoeven te worden gecompenseerd voor de naleving van de communautaire wetgeving op dit gebied. De Commissie dient in de WTO-onderhandelingen dan ook te pleiten voor erkenning van niet-handelsaspecten als importcriteria. |
Amendement 5 OVERWEGING 1 SEXIES (nieuw) | |
|
(1 sexies) Er moet voortdurend worden gestreefd naar vereenvoudiging, verbetering en harmonisatie van het stelsel van randvoorwaarden. Daarom dient de Commissie om de twee jaar verslag uit te brengen over het stelsel van randvoorwaarden. |
Amendement 6 OVERWEGING 1 SEPTIES (nieuw) | |
|
(1 septies) Minder administratieve lasten, geharmoniseerde en ook binnen de Europese instellingen gecombineerde controles en tijdige uitbetaling zouden over het algemeen de steun onder landbouwers voor het stelsel van randvoorwaarden vergroten en zo de doeltreffendheid van het beleid verhogen. |
Motivering | |
Er moet worden gestreefd naar een evenwicht tussen de noodzakelijke controles op kwaliteit en de productie-eisen van de exploitanten. Daarbij hoort bij voorbeeld ook de coördinatie respectievelijk combinatie van controles binnen de Europese instellingen, des te meer nu onlangs is geconstateerd dat er steeds vaker ongecoördineerde interne controles plaatsvinden (bij Commissie, Rekenkamer enz.). | |
Amendement 7 OVERWEGING 1 OCTIES (nieuw) | |
|
(1 octies) Om naleving van de randvoorwaarden te bevorderen is het van essentieel belang dat controles van tevoren worden aangekondigd. Voorts moeten de boeren, die vaak in deeltijd werken, worden geholpen zich voor te bereiden op inspectie. Onaangekondigde controles passen niet echt in het stelsel aangezien deze de boeren een onevenredig grote maar wel terechte angst inboezemen voor het stelsel van randvoorwaarden als geheel. Bij een vermoeden van "opzettelijke ernstige fraude" moeten andere middelen worden ingezet, waaronder de nationale wetgeving van de lidstaat. Onaangekondigde controles dienen slechts plaats te vinden als er bij de bevoegde autoriteit het gerede vermoeden bestaat dat er sprake is van een serieus probleem op een bepaalde boerderij. Tegelijkertijd mag de doeltreffendheid van controles ter plaatse niet in gevaar worden gebracht. |
Amendement 8 OVERWEGING 1 NONIES (nieuw) | |
|
(1 nonies) Teneinde de lasten voor de landbouwers te beperken, moeten de lidstaten worden aangemoedigd het aantal controles ter plaatse zo laag mogelijk te houden zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad1. De lidstaten moet daarom worden toegestaan om het minimale controlepercentage op het niveau van de uitbetalende instantie te realiseren. Voorts moeten de lidstaten en de Europese instellingen worden aangemoedigd aanvullende maatregelen te treffen om het aantal personen dat de controles uitvoert te verminderen, ervoor te zorgen dat zij goed zijn opgeleid en de tijd dat een controle ter plaatse op een specifieke boerderij mag worden uitgevoerd tot maximaal één dag te beperken. De Commissie moet de lidstaten bijstaan bij het voldoen aan de eisen voor steekproefselecties. Steekproefselecties voor controles ter plaatse moeten onafhankelijk van specifieke minimale controlepercentages waarin is voorzien in de speciale wetgeving in het kader van het stelsel van randvoorwaarden worden uitgevoerd . ______________ |
Motivering | |
Er moet worden gestreefd naar een evenwicht tussen de noodzakelijke controles op kwaliteit en de productie-eisen van de producenten. In die zin zouden niet alleen de lidstaten maar ook de Europese instellingen slechts zo veel moeten controleren als werkelijk noodzakelijk is. | |
Amendement 9 OVERWEGING 1 DECIES (nieuw) | |
|
(1 decies) Bij administratieve controles en controles ter plaatse, zoals voorzien in Verordening (EG) nr. 796/2004, moet effectief worden geverifieerd of aan de voorwaarden voor steun wordt voldaan en of de van toepassing zijnde voorschriften en normen in het kader van de randvoorwaarden worden nageleefd. Deze controles dienen ter aanvulling op de controles in het bestaande geïntegreerde beheers- en controlesysteem om dubbele controles te voorkomen en alle controles tijdens één bezoek te laten plaatsvinden. |
Amendement 10 OVERWEGING 1 UNDECIES | |
|
(1 undecies) De lidstaten moeten erop toezien dat landbouwers niet dubbel worden gestraft voor hetzelfde geval van niet-naleving (korting of uitsluiting van betalingen alsmede een boete wegens niet-naleving van de nationale wetgeving in kwestie). |
Amendement 11 OVERWEGING 1 DUODECIES | |
|
(1 duodecies) De kortingen op de betalingen die gelden in geval van niet-naleving van de normen, verplichtingen en vereisten die samen de randvoorwaarden uitmaken, zijn verschillend bij onachtzaamheid of opzet. Evenzo zouden deze kortingen in verhouding moeten staan tot het belang van het gebied waarop sprake is van niet-naleving op het landbouwbedrijf, met name als het gaat om een gemengd landbouw- en veeteelbedrijft. |
Amendement 12 OVERWEGING 2 | |
(2) In artikel 44, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad is bepaald dat de landbouwers de percelen die overeenstemmen met subsidiabele hectaren, gedurende een periode van ten minste tien maanden tot hun beschikking moeten houden. De ervaring leert dat deze voorwaarde de werking van de grondmarkt sterk dreigt te bemoeilijken en een aanzienlijke administratieve werklast meebrengt voor de landbouwers en de overheidsdiensten. Een verkorting van die periode zou het beheer van de verplichtingen in het kader van de randvoorwaarden niet in gevaar brengen. Daar staat tegenover dat het ter voorkoming van dubbele aanvragen voor dezelfde grond wel nodig is een datum vast te stellen waarop de percelen tot de beschikking van de landbouwer moeten staan. Daarom dient te worden bepaald dat de landbouwers de percelen tot hun beschikking moeten hebben op 15 juni van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend. Dezelfde bepaling moet ook gelden voor de lidstaten die de regeling inzake één enkele areaalbetaling toepassen. Voorts is het dienstig bepalingen vast te stellen met van de randvoorwaarden in het geval van de overdracht van grond. |
(2) In artikel 44, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad is bepaald dat de landbouwers de percelen die overeenstemmen met subsidiabele hectaren, gedurende een periode van ten minste tien maanden tot hun beschikking moeten houden. De ervaring leert dat deze voorwaarde de werking van de grondmarkt sterk dreigt te bemoeilijken en een aanzienlijke administratieve werklast meebrengt voor de landbouwers en de overheidsdiensten. Een verkorting van die periode zou het beheer van de verplichtingen in het kader van de randvoorwaarden niet in gevaar brengen. Daar staat tegenover dat het ter voorkoming van dubbele aanvragen voor dezelfde grond wel nodig is een datum vast te stellen waarop de percelen tot de beschikking van de landbouwer moeten staan. Daarom dient te worden bepaald dat de landbouwers de percelen tot hun beschikking moeten hebben op de uiterste datum van indiening zoals die in de betrokken lidstaat geldt, van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend. Dezelfde bepaling moet ook gelden voor de lidstaten die de regeling inzake één enkele areaalbetaling toepassen. Voorts is het dienstig bepalingen vast te stellen met van de randvoorwaarden in het geval van de overdracht van grond. |
Motivering | |
De uiterste datum van indiening zoals die in de betrokken lidstaat geldt is een beter ijkpunt. Het is anders onmogelijk voor boeren in lidstaten met een uiterste datum van indiening die voor 15 juni ligt, om een juiste aanvraag in te dienen, wanneer in de periode tussen uiterste datum van indiening in een lidstaat en 15 juni een perceel verkocht wordt. | |
Amendement 13 OVERWEGING 7 BIS (nieuw) | |
|
(7 bis) In zijn eenmalige aanvraag verklaart de landbouwer met name welk areaal hij aanwendt voor landbouwdoeleinden, welke regeling of regelingen van toepassing zijn, op welke betalingen hij aanspraak kan maken en dat hij kennis heeft genomen van de voorwaarden voor toekenning van de steun in kwestie. Deze voorwaarden dienen overeen te stemmen met de criteria voor toekenning van steun maar ook met de criteria voor volksgezondheid, gezondheid van dier en plant, dierenwelzijn en milieubescherming waarvan de uitbetaling van steun afhankelijk is. Met deze verklaring verplicht de landbouwer zich tot het naleven van al deze voorwaarden en contractualiseert hij zijn aanvraag. |
Amendement 14 ARTIKEL 1, PUNT -1 (nieuw) | |
|
(- 1) Aan artikel 4, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd: 2. "Bij richtlijnen ziet de Commissie erop toe dat de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen op de in lid 1 genoemde gebieden op geharmoniseerde wijze worden omgezet in de wetgeving van elke lidstaat." |
Amendement 15 ARTIKEL 1, PUNT 1, LETTER A) | |
(a) Lid 1 wordt vervangen door: |
schrappen |
"1. In het geval dat de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen of de eisen inzake een goede landbouw- en milieuconditie in een bepaald kalenderjaar (hierna "het betrokken kalenderjaar" genoemd) niet worden nageleefd, wordt het totaalbedrag van de rechtstreekse betalingen die na toepassing van de artikelen 10 en 11 moeten worden verleend aan de landbouwer die in het betrokken kalenderjaar een aanvraag heeft ingediend, verlaagd of ingetrokken overeenkomstig de op grond van artikel 7 vastgestelde uitvoeringsbepalingen. |
|
Met inachtneming van lid 2 wordt de landbouwer die een steunaanvraag heeft ingediend, aansprakelijk gesteld tenzij hij kan aantonen dat de betrokken niet-naleving niet het gevolg is van een handelen of nalaten dat rechtstreeks kan worden toegeschreven: |
|
a) aan hemzelf of |
|
b) in het geval dat de landbouwgrond gedurende het betrokken kalenderjaar is overgedragen, |
|
– aan de overnemer als de overdracht heeft plaatsgevonden tussen de in artikel 44, lid 3, vermelde datum en 1 januari van het volgende kalenderjaar, |
|
– aan de cedent als de overdracht heeft plaatsgevonden tussen 1 januari van het betrokken kalenderjaar en de in artikel 44, lid 3, vermelde datum.". |
|
Motivering | |
The current text of article 6, paragraph 1 is preferred. The farmer who owns a particular parcel should be responsible for complying with the statutory management requirements and good agricultural and environmental conditions, and only for the period that he owns the parcel. Also in case non-compliance is found on a parcel which is owned by a farmer, different from the farmer who submitted an aid application for that particular parcel, only the new owner's direct payment may be reduced. This will prevent unnecessary legal battling and simplify execution by the controlling agencies. Moreover, the Commission proposal is transferring the burden of proof to the farmer. The current situation should be maintained, in which the controlling agency has to prove that a certain case of non-compliance is attributable to an action or omission directly attributable to the farmer concerned. | |
Amendement 16 ARTIKEL 1, PUNT 1 LETTER B) | |
3. In afwijking van lid 1 en onder de voorwaarden zoals vastgesteld in de in artikel 7, lid 1, bedoelde uitvoeringsbepalingen, kunnen de lidstaten besluiten een verlaging die niet meer dan 50 euro per landbouwer en per kalenderjaar bedraagt, niet toe te passen. |
3. In afwijking van lid 1 en onder de voorwaarden zoals vastgesteld in de in artikel 7, lid 1, bedoelde uitvoeringsbepalingen, kunnen de lidstaten besluiten een verlaging die niet meer dan 250 euro per maatregel, per landbouwer, per programma en per kalenderjaar bedraagt, niet toe te passen. |
Motivering | |
Aangezien het bij de rechtstreekse betalingen gaat om inkomenssteun en de regelingen zeer gevarieerd en gecompliceerd zijn, is een drempel voor kleine overtredingen van 50 euro te laag. Die moet minstens 250 euro zijn. Omdat aanvragers al worden geconfronteerd met diverse ondergrenzen en kortingsbedragen moet op dit punt niet met twee maten worden gemeten. Met een maximum voor kleine overtredingen en een koppeling aan het programma kunnen de administratieve lasten ook worden beperkt. | |
Amendement 17 ARTIKEL 1, PUNT 1, LETTER B) | |
Elke bevinding dat sprake is van een niet-naleving, geeft niettemin aanleiding tot een specifiek vervolgonderzoek door de bevoegde autoriteit. Elke dergelijke bevinding, de maatregelen in het kader van het vervolgonderzoek en de te ondernemen verbeteractie worden de landbouwer meegedeeld. |
Elke bevinding dat sprake is van een niet-naleving, geeft niettemin aanleiding tot een specifiek vervolgonderzoek in de risicoanalyse door de bevoegde autoriteit. Elke dergelijke bevinding, de maatregelen in het kader van het vervolgonderzoek en de te ondernemen verbeteractie worden de landbouwer meegedeeld. Deze alinea is niet van toepassing wanneer de landbouwer onmiddellijk een verbeteractie heeft ondernomen die een einde aan de geconstateerde niet-naleving heeft gemaakt. |
Motivering | |
Elke bevinding dat sprake is van een niet-naleving moet aanleiding geven tot een specifiek vervolgonderzoek in de risicoanalyse, maar moet de controle-instantie niet verplichten tot een herhalingscontrole omdat de controlekosten voor de lidstaten hierdoor onaanvaardbaar hoog oplopen. Het laatste zinsdeel in het oorspronkelijke voorstel van de rapporteur is geschrapt omdat dit juridisch niet haalbaar is. | |
Amendement 18 ARTIKEL 1, PUNT 2 | |
Elke bevinding dat sprake is van een niet-naleving van gering belang, geeft niettemin aanleiding tot een specifiek vervolgonderzoek door de bevoegde autoriteit. Elke dergelijke bevinding, de maatregelen in het kader van het vervolgonderzoek en de te ondernemen verbeteractie worden de landbouwer meegedeeld. Deze alinea is niet van toepassing wanneer de landbouwer onmiddellijk een verbeteractie heeft ondernomen die een einde aan de geconstateerde niet-naleving heeft gemaakt.". |
schrappen |
Motivering | |
Controle-instanties moeten niet worden verplicht tot herhalingscontroles in geval van overtredingen van gering belang omdat dit een grote last voor de controle-instanties van de lidstaten is. | |
Amendement 19 ARTIKEL 1, PUNT 2 BIS (nieuw) | |
|
(2 bis) Aan artikel 7, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd: "In de nieuwe lidstaten wordt bij de bepaling van het percentage van de verlaging als bedoeld in artikel 6, lid 1, in ieder geval rekening gehouden met het relevante percentage van de in een gegeven jaar van toepassing zijnde verhogingstabel overeenkomstig artikel 143 bis." |
Amendement 20 ARTIKEL 1, PUNT 2 TER (nieuw) | |
|
(2 ter) Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd: "4 bis. Als een korting of uitsluiting van de betalingen wordt toegepast wegens een tijdens een controle ter plaatse geconstateerde niet-naleving als bedoeld in artikel 25, wordt voor hetzelfde geval van niet-naleving geen boete opgelegd uit hoofde van de desbetreffende nationale wetgeving. Als een boete is opgelegd wegens niet-naleving van de nationale wetgeving, wordt voor hetzelfde geval van niet-naleving geen korting of uitsluiting van de betalingen toegepast." |
Amendement 21 ARTIKEL 1, PUNT 2 QUATER (nieuw) | |
|
(2 quater) Artikel 8 wordt vervangen door: "Artikel 8 Toetsing Uiterlijk op 31 december 2007 en vervolgens om de twee jaar brengt de Commissie verslag uit over de toepassing van het stelsel van randvoorwaarden, indien nodig vergezeld van passende voorstellen, met name met het oog op: |
|
- aanpassing van de lijst met uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen in Bijlage III, |
|
- vereenvoudiging, vermindering en verbetering van de regelgeving uit hoofde van de lijst met uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan de wetgeving inzake nitraten, |
|
- vereenvoudiging, verbetering en harmonisatie van de bestaande controlesystemen, met inachtneming van de mogelijkheden die worden geboden dankzij de ontwikkeling van indicatoren en knelpuntgebaseerde controles, van reeds uitgevoerde controles in het kader van particuliere certificatieprogramma's, van reeds uitgevoerde controles in het kader van de nationale wetgeving ter uitvoering van de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen en van de informatie- en communicatietechnologie. De verslagen dienen tevens een raming te bevatten van de totale kosten van de controles in het kader van het stelsel van randvoorwaarden in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het verslag wordt gepubliceerd." |
Motivering | |
Er moet voortdurend worden gestreefd naar de vereenvoudiging, harmonisatie en verbetering van het stelsel van randvoorwaarden, met inachtneming van de mogelijkheden die worden geboden dankzij de ontwikkeling van indicator- en knelpuntgebaseerde controles, van reeds uitgevoerde controles in het kader van particuliere certificatieprogramma's, van reeds uitgevoerde controles in het kader van de nationale wetgeving ter uitvoering van de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen en van de informatie- en communicatietechnologie. De Commissie moet dan ook om de twee jaar verslag uitbrengen om de vorderingen in kaart te brengen en eventuele aanpassingen voor te bereiden. Met name de nitratenrichtlijn moet aan een kritische blik worden onderworpen. Tot slot moet het verslag een gedetailleerde schatting bevatten van de controlekosten in het kader van het stelsel van randvoorwaarden. | |
Amendement 22 ARTIKEL 1, PUNT 2 QUINQUIES (nieuw) | |
|
(2 quinquies) Artikel 18, lid 1, onder e), wordt vervangen door: |
|
"e) een geïntegreerd controlesysteem, waarin met name de voorwaarden voor subsidiabiliteit en de vereisten inzake de randvoorwaarden worden geverifieerd," |
Amendement 23 ARTIKEL 1, PUNT 2 SEXIES (nieuw) | |
|
(2 sexies) Artikel 25 wordt vervangen door: |
|
"Artikel 25 Controles op de naleving van de randvoorwaarden |
|
1. De lidstaten verrichten controles ter plaatse om na te gaan of de landbouwer de in Hoofdstuk 1 bedoelde verplichtingen nakomt. Deze controles nemen per boerderij maximaal één dag in beslag. |
|
2. De lidstaten kunnen gebruik maken van hun bestaande beheers- en controlesystemen om erop toe te zien dat de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen en de eisen inzake goede landbouw- en milieucondities als bedoeld in Hoofdstuk 1 worden nageleefd. De lidstaten streven er evenwel naar het aantal controle-instanties en het aantal personen dat ter plaatse controles uitvoert op een specifieke boerderij te verminderen. |
|
Deze systemen, en met name het overeenkomstig Richtlijn 92/102/EEG, Verordening (EG) nr. 1782/2003, Verordening (EG) nr. 1760/2000 en Verordening (EG) nr. 21/2004 opgezette identificatie- en registratiesysteem voor dieren, moeten in de zin van artikel 26 van deze verordening compatibel zijn met het geïntegreerd systeem. |
|
3. De lidstaten streven ernaar de controles zodanig te plannen dat boerderijen die om seizoensredenen het best kunnen worden gecontroleerd in een bepaalde periode van het jaar ook daadwerkelijk in de desbetreffende periode worden gecontroleerd. Als de controle-instantie tijdens een controle ter plaatse om seizoensredenen evenwel geen controle heeft kunnen uitoefenen op de naleving van (een deel van) de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen of van de goede landbouw- en milieucondities, wordt ervan uitgegaan dat aan deze eisen en condities is voldaan." |
Motivering | |
Toevoeging van een lid 3 aan het oorspronkelijke voorstel van de rapporteur. Als de lidstaten worden verplicht tot een herhalingscontrole in gevallen waarin de naleving van bepaalde eisen en condities om seizoensredenen niet kon worden geverifieerd, lopen de controlekosten voor de lidstaten op tot een onaanvaardbaar peil. | |
Amendement 24 ARTIKEL 1, PUNT 3 | |
"Behalve in geval van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden staan die percelen tot de beschikking van de landbouwer op 15 juni van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend." |
"Behalve in geval van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden staan die percelen tot de beschikking van de landbouwer op de uiterste datum van indiening, zoals die in de betrokken lidstaat geldt, van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend." |
Motivering | |
De uiterste datum van indiening zoals die in de betrokken lidstaat geldt is een beter ijkpunt. Het is anders onmogelijk voor boeren in lidstaten met een uiterste datum van indiening die voor 15 juni ligt om een juiste aanvraag in te dienen, wanneer in de periode tussen uiterste datum van indiening in een lidstaat en 15 juni een perceel verkocht wordt. | |
Amendement 25 ARTIKEL 1, PUNT 5, LETTER A) | |
"Behalve in geval van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden staan die percelen tot de beschikking van de landbouwer op 15 juni van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend." |
"Behalve in geval van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden staan die percelen tot de beschikking van de landbouwer op de uiterste datum van indiening, zoals die in de betrokken lidstaat geldt, van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend." |
Motivering | |
De uiterste datum van indiening zoals in die in de betrokken lidstaat geldt is een beter ijkpunt. Het is anders onmogelijk voor boeren in lidstaten met een uiterste datum van indiening die voor 15 juni ligt om een juiste aanvraag in te dienen, wanneer in de periode tussen uiterste datum van indiening in een lidstaat en 15 juni een perceel verkocht wordt. | |
Amendement 26 ARTIKEL 1, PUNT 5, LETTER B) | |
Van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 is voor de nieuwe lidstaten de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 facultatief voor zover die bepalingen betrekking hebben op uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Met ingang van 1 januari 2009 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2009; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2010; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2011. Voor Bulgarije en Roemenië is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 evenwel facultatief tot en met 31 december 2011 voor zover die bepalingen betrekking hebben op uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Met ingang van 1 januari 2012 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2012; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2013; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2014. Ook in het geval dat de nieuwe lidstaten besluiten de toepassing van de regeling inzake één enkele areaalbetaling te beëindigen vóór het einde van de bij lid 9 vastgestelde periode voor de toepassing van die regeling, kunnen zij van deze mogelijkheid gebruikmaken.". |
Van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 is voor de nieuwe lidstaten de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 facultatief voor zover die bepalingen betrekking hebben op uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Met ingang van 1 januari 2009 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2009; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2011; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2013. Voor Bulgarije en Roemenië is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 evenwel facultatief tot en met 31 december 2011 voor zover die bepalingen betrekking hebben op uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Met ingang van 1 januari 2012 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2012; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2014; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2016. Ook in het geval dat de nieuwe lidstaten besluiten de toepassing van de regeling inzake één enkele areaalbetaling te beëindigen vóór het einde van de bij lid 9 vastgestelde periode voor de toepassing van die regeling, kunnen zij van deze mogelijkheid gebruikmaken.". |
Amendement 27 ARTIKEL 1, PUNT 5, LETTER C) | |
"Elke nieuwe lidstaat mag de regeling inzake één enkele areaalbetaling toepassen tot en met eind 2010.". |
"Elke nieuwe lidstaat mag de regeling inzake één enkele areaalbetaling toepassen tot en met eind 2013.". |
Motivering | |
Het is voor de meeste nieuwe lidstaten economisch nauwelijks haalbaar om de huidige regeling van één enkele areaalbetaling (REAB) in 2010, in plaats van 2013, om te zetten in het BTR-model. Om de BTR in 2010 in te voeren zouden de nieuwe lidstaten nu al moeten beginnen met de voorbereidingen en veel geld moeten uitgeven voor een regeling die misschien maar 2 à 3 jaar van toepassing zal zijn. Dit leidt alleen maar tot extra financiële lasten voor de nieuwe lidstaten die niet eerder dan in 2013 recht hebben op de volle honderd procent van de rechtstreekse betalingen. | |
Amendement 28 ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw) | |
|
(5 bis) In artikel 145 wordt letter m) vervangen door: "m) regels inzake de administratieve controles en controles ter plaatse en de controles door middel van teledetectie. In het geval van controles overeenkomstig Titel II, Hoofdstuk I, wordt in de regels voorzien in een correcte en tijdige vooraankondiging van een controle ter plaatse zolang dit geen afbreuk doet aan het feitelijke doel van de controles. De regels voorzien voorts in stimulansen voor de lidstaten om een systeem in te voeren van goed functionerende en samenhangende controles." |
Motivering | |
Er bestaat consensus over dat waar mogelijk controles vooraf moeten worden aangekondigd, aangezien het niet redelijk is om van een moderne landbouwer te verwachten dat hij zo maar tijd heeft voor uitgebreide en tijdrovende controles. Bij aankondiging vooraf moeten de controles beperkt blijven tot aspecten waarvan de uitkomst niet kan worden gemanipuleerd door de landbouwers. | |
Amendement 29 ARTIKEL 2 | |
In artikel 51, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 wordt de tweede alinea vervangen door: "De in de eerste alinea vastgestelde afwijking is van toepassing tot en met 31 december 2008. Met ingang van 1 januari 2009 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2009; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2010; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2011. Voor Bulgarije en Roemenië is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 evenwel tot en met 31 december 2011 facultatief voor zover die bepalingen betrekking hebben op uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Met ingang van 1 januari 2012 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2012; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2013; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2014.". |
In artikel 51, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 wordt de tweede alinea vervangen door: "De in de eerste alinea vastgestelde afwijking is van toepassing tot en met 31 december 2008. Met ingang van 1 januari 2009 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2009; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2011; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2013. Voor Bulgarije en Roemenië is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 evenwel tot en met 31 december 2011 facultatief voor zover die bepalingen betrekking hebben op uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Met ingang van 1 januari 2012 moet een landbouwer die betalingen in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling ontvangt, aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen zoals bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 voldoen overeenkomstig het volgende tijdschema: a) de in punt A bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2012; b) de in punt B bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2014; c) de in punt C bedoelde eisen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2016.". |
TOELICHTING
Inleiding
De invoering van randvoorwaarden (cross-compliance ) was een sleutelelement bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in 2003. Het voldoen aan zekere randvoorwaarden werd voor landbouwers een voorwaarde voor overheidssteun. Hiermee werd het beleid in de eerste pijler gestuurd in de richting van plattelandsontwikkeling aangezien agrariërs worden betaald voor diensten die zij leveren aan de maatschappij in het algemeen. De boeren worden beloond als zij voldoen aan de communautaire wetgeving op het gebied van het milieu, de volksgezondheid, de gezondheid van dieren en planten en het dierenwelzijn, waarin normen gelden die over het algemeen zeer streng zijn in vergelijking met de normen in de rest van de wereld.
Hoewel cross-compliance brede steun genoot, was er vanaf het begin ook kritiek op de bureaucratische rompslomp voor agrariërs en overheidsinstanties bij de toepassing.
Daarnaast is het erg problematisch om de controles te centraliseren in één enkele instantie aangezien hierbij veel sectoren en specialisten zijn betrokken. De uitvoeringsbepalingen van de Commissie voorzien niet in de voorafgaande aankondiging van controles. Gezien omvang en duur van de controles en de huidige bedrijfsomstandigheden betekent dit dat een zware last op de schouders van de boeren wordt gelegd.
In circa 68% van de gevallen waarin niet aan de randvoorwaarden werd voldaan, waren de overtredingen minimaal en werd er een korting van 1% op de rechtstreekse betalingen toegepast. In 71% van die gevallen ging het om het merken en registreren van vee (meestal verlies van één oormerk of centrale registratie maar niet op de boerderij, dus zonder de traceerbaarheid onmogelijk te maken). De uitvoeringsbepalingen voorzien niet in procedures voor kleine overtredingen noch in de mogelijkheid om in die gevallen helemaal geen sancties op te leggen. Het boetesysteem werd door landbouwers dan ook vaak gezien als disproportioneel en discriminerend voor bepaalde soorten boerderijen, met name veehouderijen.
Het stelsel van randvoorwaarden wordt nogal verschillend toegepast in de lidstaten en de adviesstructuur voor landbouwers functioneert dikwijls niet zodanig dat de administratieve lasten voor de agrariërs worden verlicht.
In het verslag van de Commissie over de toepassing van het stelsel van randvoorwaarden (COM(2007)147 def.) wordt de kritiek samengevat.
De voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 maakt deel uit van het streven van de Commissie om gevolg te geven aan de conclusies uit haar verslag. Over wijzigingen in de uitvoeringsbepalingen van de Commissie wordt momenteel met de Raad gesproken.
Conclusies van de rapporteur
De rapporteur steunt het stelsel van randvoorwaarden omdat hij van oordeel is dat het een belangrijk instrument is voor de rechtvaardiging van overheidssteun voor landbouwers.
Maar het moge duidelijk zijn dat een ingewikkeld systeem als dit niet kan functioneren zonder de steun van de landbouwers in kwestie. Daarom moet het stelsel zelf en de regelgeving in het kader van cross-compliance worden vereenvoudigd en gereduceerd en voortdurend worden aangepast.
Afgaande op de cijfers in het verslag van de Commissie blijkt dat de meeste gecontroleerde boerenbedrijven niet voldoen aan de voorgeschreven standaard, maar dat het in het leeuwendeel van de gevallen waarin niet aan de randvoorwaarden wordt voldaan slechts gaat om kleine of verwaarloosbare overtredingen, zo niet om overbodige regelgeving.
De rapporteur stemt dan ook van harte in met elke poging om het stelsel van cross-compliance eenvoudiger te maken zo lang de doelstellingen maar niet in gevaar worden gebracht. Het voorstel van de Commissie is een duidelijke stap op de goede weg.
Niettemin stelt de rapporteur een aantal wijzigingen voor om te onderstrepen dat vereenvoudiging, deregulering, verbetering en harmonisatie een doorlopend proces is. Daarom wordt voorgesteld dat de Commissie regelmatig rapporteert, met name ook over de kosten van het hele controlesysteem, zodat in de toekomst een behoorlijke kostenbatenanalyse kan worden gemaakt.
Als alle kleine overtredingen leiden tot meer controles, zoals de Commissie wil, wordt het controlesysteem topzwaar en worden de lidstaten niet geholpen bij de vermindering van hun administratieve werklast. Op dit punt worden dan ook kleine aanpassingen in het voorstel aangebracht.
Sommige normen, vooral in verband met Nature 2000, zijn niet afgestemd op een systeem van geregelde controles ter plekke. Daarom moet worden overwogen de systematische controles te vervangen door een goed functionerend systeem van cross-checks (bij Nature 2000 werden zo bijna alle overtredingen opgespoord).
Nieuwe lidstaten die problemen ondervinden bij de invoering van een boerderijbedrijfsadministratie waarin rekenschap wordt gegeven van de uitvoerige Europese wetgeving op landbouwgebied en die nog niet het volle steunbedrag ontvangen, moet een invoeringsperiode worden gegeven, die iets langer mag duren dan voorgesteld door de Commissie, geënt op de invoering van rechtstreekse steun.
Conclusie
Het verslag behandelt niet alle aspecten van cross-compliance aangezien vele kwesties alleen aan bod komen in de uitvoeringsbepalingen van de Commissie, maar over sommige aspecten is het laatste woord nog niet gezegd. Dankzij de verplichting om regelmatig te rapporteren zal cross-compliance op de agenda blijven staan.
Ook moge duidelijk zijn dat alle betrokkenen en niet alleen de Commissie maar vooral ook de lidstaten ervoor moeten zorgen dat een stelsel wordt ingevoerd dat voldoet aan de eisen van de maatschappij maar ook zo eenvoudig mogelijk is.
Een uitbreiding van de bestaande normen, waar hier en daar over wordt gesproken in het licht van de komende doorlichting van het GLB, zal het systeem geen goed doen aangezien de uitvoering ervan nog in een vroeg stadium verkeert. Bovendien moeten nieuwe administratie- en controlekosten in verband met rechtstreekse betalingen met wantrouwen worden bezien in het licht van de afnemende steun voor landbouwers.
PROCEDURE
Titel |
Rechtstreekse steunverlening in het kader van het GLB (wijziging van verordening (EG) nr. 1782/2003) en steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (wijziging van verordening (EG) nr. 1698/2005) |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0484 - C6-0283/2007 - 2007/0177(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
13.9.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
AGRI 24.9.2007 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
BUDG 24.9.2007 |
|
|
|
||||
Geen advies Datum besluit |
BUDG 24.10.2007 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Jan Mulder 12.9.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
11.9.2007 |
8.10.2007 |
21.11.2007 |
|
||||
Datum goedkeuring |
21.11.2007 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
25 1 2 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Vincenzo Aita, Peter Baco, Bernadette Bourzai, Niels Busk, Luis Manuel Capoulas Santos, Giuseppe Castiglione, Albert Deß, Duarte Freitas, Ioannis Gklavakis, Lutz Goepel, Bogdan Golik, Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, Elisabeth Jeggle, Heinz Kindermann, Diamanto Manolakou, Mairead McGuinness, Rosa Miguélez Ramos, Neil Parish, María Isabel Salinas García, Agnes Schierhuber, Czesław Adam Siekierski, Petya Stavreva, Donato Tommaso Veraldi |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Pilar Ayuso, Katerina Batzeli, Esther De Lange, Jan Mulder, James Nicholson, Zdzisław Zbigniew Podkański |
|||||||