VERSLAG over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk

5.3.2008 - (COM(2007)0466 – C6‑0303/2007 – 2007/0167(CNS)) - *

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Luciana Sbarbati

Procedure : 2007/0167(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0066/2008
Ingediende teksten :
A6-0066/2008
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk

(COM(2007)0466 – C6‑0303/2007 – 2007/0167(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0466),

–   gelet op artikel 66 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0303/2007),

–   gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

–   gelet op de artikelen 51 en 35 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0066/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Titel

Voorstel voor een

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

BESCHIKKING VAN DE RAAD

betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk

betreffende het opzetten van een Europees migratie- en asielnetwerk

Motivering

Het Europese netwerk houdt zich bezig met vergaring en uitwisseling van informatie over migratie en asiel, en dat moet ook in de naam en de afkorting (EMAN) tot uiting komen. Het amendement beoogt vervanging in de gehele tekst van de naam "Europees migratienetwerk" door "Europees migratie- en asielnetwerk" en van de afkorting "EMN" door "EMAN" (met uitzondering van de overwegingen 1 t/m 5, waarin sprake is van de tot nog toe gebruikte naam).

Amendement 2

Overweging 6

(6) Het EMN moet herhaling voorkomen van de werkzaamheden van bestaande communautaire instrumenten of structuren die ten doel hebben informatie op het gebied van migratie en asiel te verzamelen en uit te wisselen, en in vergelijking daarmee een toegevoegde waarde bieden, in het bijzonder door middel van zijn brede takenpakket, een grote aandacht voor analyse, contacten met de academische gemeenschap en de vrije toegankelijkheid van zijn resultaten.

(6) Het EMAN moet herhaling voorkomen van de werkzaamheden van bestaande communautaire instrumenten of structuren die ten doel hebben informatie op het gebied van migratie en asiel te verzamelen en uit te wisselen, en in vergelijking daarmee een toegevoegde waarde bieden, in het bijzonder door middel van zijn onpartijdigheid, brede takenpakket, een grote aandacht voor analyse, contacten met de academische gemeenschap, non-gouvernementele organisaties (NGO's), internationale organisaties en centrale ambtenarenapparaat en de vrije toegankelijkheid van zijn resultaten.

 

(Als dit amendement betreffende de afkorting EMAN wordt aangenomen, geldt het voor de gehele tekst met uitzondering van de overwegingen 1 t/m 5.)

Motivering

Het Europese netwerk houdt zich bezig met vergaring en uitwisseling van informatie over migratie en asiel, en dat moet ook in de afkorting (EMAN) tot uiting komen. Het amendement beoogt vervanging in de gehele tekst van de naam "Europees migratienetwerk" door "Europees migratie- en asielnetwerk" en van de afkorting "EMN" door "EMAN" (met uitzondering van de overwegingen 1 t/m 5, waarin sprake is van de tot nog toe gebruikte naam).

Het EMAN moet zijn werk kunnen baseren op informatie afkomstig van nationale overheden, universiteiten, onderzoeksinstituten, NGO's en internationale organisaties.

Amendement 3

Overweging 6 bis (nieuw)

 

(6 bis) Naast andere bestaande instrumenten en structuren vormt Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming1 een belangrijk referentiekader voor de werking van het Europese Migratienetwerk. Voorts moet aandacht worden geschonken aan het waardevolle werk van Cirefi2 en Beschikking nr. 2005/267/EG van de Raad van 16 maart 2005 betreffende de totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten3 (ICOnet).

______________________

1 PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23.

2 Centrum voor informatie, beraad en gegevensuitwisseling inzake grensoverschrijding en immigratie (Cirefi), opgericht naar aanleiding van de Raadsconclusies van 30 november 1994 (PB C 274 van 19.9.1996, blz. 50).

3 PB L 83 van 1.4.2005, blz. 48.

Motivering

Inpassing van een voorstel van de Raad waarmee het Parlement kan instemmen.

Amendement 4

Overweging 8

(8) Om te garanderen dat de nationale contactpunten over de nodige deskundigheid beschikken om talrijke uiteenlopende aspecten van migratie- en asielkwesties te behandelen, moeten deze zijn samengesteld uit ten minste drie deskundigen die elk afzonderlijk of samen experts zijn op het gebied van beleidsvorming, wetgeving, onderzoek en statistiek. Deze deskundigen kunnen afkomstig zijn uit de overheidsdiensten van de lidstaten of uit andere organisaties.

(8) Om te garanderen dat de nationale contactpunten over de nodige deskundigheid beschikken om talrijke uiteenlopende aspecten van migratie- en asielkwesties te behandelen, moeten deze zijn samengesteld uit ten minste drie deskundigen uit uiteenlopende kringen (nationale overheid, non-gouvernementele organisaties, academische wereld) die elk afzonderlijk of samen experts zijn op het gebied van beleidsvorming, wetgeving, onderzoek en statistiek. Deze deskundigen kunnen afkomstig zijn uit de overheidsdiensten van de lidstaten of uit andere non-gouvernementele organisaties, universiteiten en onderzoeksinstituten.

 

Elk nationaal contactpunt dient voorts als geheel over adequate deskundigheid te beschikken op het gebied van informatietechnologie, het opzetten van samenwerkingsprojecten en netwerken met andere nationale organisaties en lichamen, en samenwerking in een meertalige omgeving op Europees niveau.

Motivering

Het EMAN moet zijn werk kunnen baseren op informatie afkomstig van nationale overheden, universiteiten, onderzoeksinstituten, NGO's en internationale organisaties. Toevoeging van een door de Raad goedgekeurde tekst waarmee het EP kan instemmen.

Amendement 5

Overweging 9

(9) Elk nationaal contactpunt stelt een nationaal migratienetwerk in, dat is samengesteld uit organisaties en personen die actief zijn op het gebied van migratie en asiel, zoals universiteiten, onderzoeksorganisaties en onderzoekers, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en internationale organisaties, om ervoor te zorgen dat de stem van alle betrokken partijen wordt gehoord.

(9) Elk nationaal contactpunt stelt een nationaal migratienetwerk in, dat samengesteld is uit organisaties en personen die actief zijn op het gebied van migratie en asiel. Omwille van de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de informatie die het netwerk over migratie en asiel produceert, moeten bij de nationale contactpunten onder meer vertegenwoordigers aangesloten zijn van universiteiten, onderzoeksorganisaties en onderzoekers, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en internationale organisaties, om ervoor te zorgen dat de stem van alle betrokken partijen wordt gehoord.

Motivering

Het EMAN moet bij zijn informatiewerk kunnen steunen op overheidsinstanties, universiteiten, onderzoekscentra, NGO's en internationale organisaties. Het moet in de tekst met zoveel woorden worden vermeld dat de betrokkenen van uiteenlopende organisaties afkomstig moeten zijn.

Amendement 6

Overweging 12

(12) Wanneer zulks nodig is om zijn doelstellingen te bereiken, moet het EMN samenwerkingsrelaties kunnen opbouwen met andere entiteiten die actief zijn op het gebied van migratie en asiel. Daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan de totstandbrenging van een goed niveau van samenwerking met entiteiten in Denemarken, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, de kandidaat-lidstaten, de landen die onder het Europees nabuurschap vallen en Rusland.

(12) Wanneer zulks nodig is om zijn doelstellingen te bereiken, moet het EMN samenwerkingsrelaties kunnen opbouwen met andere entiteiten die actief zijn op het gebied van migratie en asiel. Daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan de totstandbrenging van een goed niveau van samenwerking met name met entiteiten in Denemarken, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, de kandidaat-lidstaten, de landen die onder het Europees nabuurschap vallen en Rusland, alsook met internationale organisaties, o.m NGO's, universiteiten en onderzoekcentra en met de landen waar asielzoekers en migranten vandaan komen en tijdelijk hebben verbleven.

Motivering

Het EMAN moet zijn werk kunnen baseren op informatie afkomstig van nationale overheden, universiteiten, onderzoeksinstituten, NGO's en internationale organisaties. Tevens is het nodig dat er op het gebied van de informatie-uitwisseling wordt samengewerkt met bepaalde landen die voor de taakvervulling van het EMAN relevant zijn.

Amendement 7

Overweging 14

(14) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens moeten in het kader van het systeem voor de uitwisseling van informatie van het EMN in aanmerking worden genomen.

(14) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie1, Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens moeten in het kader van het systeem voor de uitwisseling van informatie van het EMN in aanmerking worden genomen.

 

__________

1 PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

Motivering

De regels voor toegang tot de documenten van het EMAN moeten in overeenstemming zijn met Verordening 1049/2001 en de gegevens, informatie, rapporten en analyses van het EMAN moeten voor het publiek toegankelijk zijn en een zo ruim mogelijke bekendheid krijgen.

Amendement 8

Overweging 14 bis (nieuw)

 

(14 bis) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd artikel 4 van genoemd protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de aanneming van onderhavige beschikking en is het niet gebonden door of onderworpen aan de toepassing ervan.

Motivering

Toevoeging van een door de Raad goedgekeurde tekst waarmee het EP kan instemmen. Opgemerkt zij dat de termijn voor de procedure voor facultatieve deelname nog niet is verstreken. Indien de procedure voor facultatieve deelname voor de uiterste termijn is afgerond wordt deze overweging voor zover dienstig herzien.

Amendement 9

Overweging 14 ter (nieuw)

 

(14 ter) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd artikel 4 van genoemd Protocol, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van deze beschikking en is het niet gebonden door of onderworpen aan de toepassing ervan.

Motivering

Toevoeging van een door de Raad goedgekeurde tekst waarmee het EP kan instemmen. Opgemerkt zij dat de termijn voor de procedure voor facultatieve deelname nog niet is verstreken. Indien de procedure voor facultatieve deelname voor de uiterste termijn is afgerond wordt deze overweging voor zover dienstig herzien.

Amendement 10

Artikel 1, alinea 2

Het EMN heeft ten doel te voldoen aan de behoeften aan informatie over migratie en asiel van de communautaire instellingen, de autoriteiten en instellingen van de lidstaten en het grote publiek door ter ondersteuning van de beleids- en besluitvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken.

Het EMN heeft ten doel te voldoen aan de behoeften aan informatie over alle aspecten van migratie en asiel van de communautaire instellingen, de autoriteiten en instellingen van de lidstaten en het grote publiek, alsmede van derde landen en internationale organisaties door ter ondersteuning van de beleids- en besluitvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie, asiel en integratie te verstrekken, o.m. gedetailleerde statistieken waaruit de gevolgen van EU-wetgeving blijken..

Motivering

De door het EMAN vergaarde gegevens zijn voor alle gesprekspartners zowel binnen als buiten de EU relevant.

Amendement 11

Artikel 2, letter a)

a) wint het EMN actuele gegevens en informatie in bij verschillende bronnen, waaronder de academische wereld, en wisselt het deze uit;

a) wint het EMN actuele en betrouwbare gegevens en informatie in bij verschillende bronnen, waaronder de academische wereld en NGO's, en wisselt het deze uit;

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven. Omwille van de vergelijkbaarheid van de gegevens op Europees niveau moet het EMAN zijn inbreng kunnen hebben in de geleidelijke invoering van gemeenschappelijke indicatoren en criteria.

Amendement 12

Artikel 2, letter b)

b) analyseert het EMN de onder a) bedoelde gegevens en informatie en verstrekt het deze in een gemakkelijk toegankelijk formaat;

b) analyseert het EMN de onder a) bedoelde gegevens en informatie en verstrekt het deze in een gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk en op vergelijking gestoeld formaat;

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven. Omwille van de vergelijkbaarheid van de gegevens op Europees niveau moet het EMAN zijn inbreng kunnen hebben in de geleidelijke invoering van gemeenschappelijke indicatoren en criteria.

Amendement 13

Artikel 2, letter c)

c) ontwikkelt het EMN methoden om de onderlinge vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van gegevens op communautair niveau te verbeteren, door indicatoren en criteria vast te stellen die de samenhang van de informatie vergroten en bijdragen aan de ontwikkeling van communautaire activiteiten die verband houden met statistieken op het gebied van migratie;

c) ontwikkelt het EMN methoden om de onderlinge vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van gegevens op communautair niveau te verbeteren, door indicatoren en criteria vast te stellen die de samenhang van de informatie vergroten en bijdragen aan de ontwikkeling van communautaire activiteiten die verband houden met statistieken op het gebied van migratie en asiel (zoals gegevens en cijfers over aantallen legale en illegale immigranten, uitzettingen, goedgekeurde en afgewezen asielaanvragen en landen van herkomst) teneinde in samenwerking met de andere ter zake bevoegde Europese organen tot harmonisatie van deze indicatoren en criteria op Europees niveau te komen;

Amendement 14

Artikel 2, letter d)

d) publiceert het EMN periodieke verslagen over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de Gemeenschap en haar lidstaten;

d) maakt en publiceert het EMN periodieke verslagen over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de Gemeenschap en haar lidstaten;

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven. Omwille van de vergelijkbaarheid van de gegevens op Europees niveau moet het EMAN zijn inbreng kunnen hebben in de geleidelijke invoering van gemeenschappelijke indicatoren en criteria.

Amendement 15

Artikel 2, letter d bis) (nieuw)

 

d bis) verzamelt en publiceert het EMN de wettelijke regelingen van de Unie en de lidstaten op het gebied van migratie en asiel, alsook alle overige relevante informatie (quota, regularisaties, voorwaarden voor het aanvragen van de status van vluchteling, gangbare praktijken en jurisprudentie ter zake, enz.). De uitwisseling van informatie over de verschillende behoeften op de arbeidsmarkt in de lidstaten kan van nut zijn voor het beheer van de economische migratie in het kader van een overkoepelende aanpak op EU-schaal;

Motivering

Het EMN moet bij zijn werk kunnen steunen op informatie uit de lidstaten, die de verantwoordelijkheid hebben besluiten te nemen over de toe te laten aantallen economische migranten, om bij te kunnen dragen tot de beleidsontwikkeling op dit terrein in de EU.

Amendement 16

Artikel 2, letter d ter) (nieuw)

 

d ter) formuleert het EMAN analyses, beoordelingen, aanbevelingen en gevolgtrekkingen over de toepassing van de EG-richtlijnen inzake migratie en asiel in de lidstaten, en over de conformiteit van nationale voorschriften met Europese en internationale voorschriften, zulks op verzoek van de Commissie, het Europees Parlement of de Raad ter ondersteuning van hun taakvervulling;

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven. Omwille van de vergelijkbaarheid van de gegevens op Europees niveau moet het EMAN zijn inbreng kunnen hebben in de geleidelijke invoering van gemeenschappelijke indicatoren en criteria.

Amendement 17

Artikel 2, letter f)

f) vergroot het EMN zijn bekendheid door toegang te verlenen tot de informatie die het verzamelt en door de resultaten van het EMN te verspreiden;

f) vergroot het EMN zijn bekendheid door toegang te verlenen tot de informatie die het verzamelt en door de resultaten van het EMN een zo ruim mogelijke verspreiding te geven;

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven. Omwille van de vergelijkbaarheid van de gegevens op Europees niveau moet het EMAN zijn inbreng kunnen hebben in de geleidelijke invoering van gemeenschappelijke indicatoren en criteria.

Amendement 18

Artikel 2, letter g)

g) coördineert het EMN de informatie en werkt het samen met andere belanghebbende Europese en internationale organen.

g) coördineert het EMN de informatie en werkt het samen met andere belanghebbende nationale, Europese en internationale overheids- en niet-overheidsorganen.

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven. Omwille van de vergelijkbaarheid van de gegevens op Europees niveau moet het EMAN zijn inbreng kunnen hebben in de geleidelijke invoering van gemeenschappelijke indicatoren en criteria.

Amendement 19

Artikel 2, alinea 1 bis (nieuw)

 

Het EMN zorgt ervoor dat zijn activiteiten consistent zijn en gecoördineerd worden met de toepasselijke communautaire instrumenten en structuren op het gebied van migratie en asiel.

Motivering

Het taakgebied van het EMAN moet zich ook uitstrekken tot het analyseren en vergelijken van wetgeving en beleid in Europa, de uitvoering van Europese en internationale regelgeving op nationaal niveau en het formuleren van aanbevelingen en gevolgtrekkingen in samenwerking met betrokkenen en geïnteresseerden, waarbij aan de informatie ruime bekendheid wordt gegeven.

Amendement 20

Artikel 4, lid 2, letter a)

a) het jaarlijkse werkprogramma van het EMN te helpen opstellen aan de hand van een ontwerp van de voorzitter;

a) aan de hand van een ontwerp van de voorzitter, mede te werken aan de opstelling en goedkeuring van het jaarlijkse werkprogramma van het EMN, waaronder het vaststellen van een indicatief minimum- en maximumbedrag voor ieder nationaal contactpunt, ter dekking van de basiskosten voor de goede werking van het EMN overeenkomstig artikel 5;

Motivering

Toevoeging van een door de Raad goedgekeurde herziene tekst waarmee het EP kan instemmen.

Amendement 21

Artikel 4, lid 2, letter d)

d) na te gaan welke de meest geschikte strategische samenwerkingsrelaties zijn met andere entiteiten die bevoegd zijn op het gebied van migratie en asiel en, waar nodig, de administratieve regelingen voor de in artikel 10 bedoelde samenwerking vast te stellen;

d) na te gaan welke de meest geschikte strategische samenwerkingsrelaties zijn met andere nationale, Europese en internationale overheids- en niet-overheidsentiteiten die bevoegd zijn op het gebied van migratie en asiel en, waar nodig, de administratieve regelingen voor de in artikel 10 bedoelde samenwerking vast te stellen;

Motivering

Het EMAN moet met zo veel mogelijk nationale, Europese en internationale overheids- en niet-overheidslichamen kunnen samenwerken.

Amendement 22

Artikel 5, lid 1

1. Elke lidstaat wijst een entiteit aan die fungeert als nationaal contactpunt.

1. Elke lidstaat wijst een onpartijdige entiteit aan die fungeert als nationaal contactpunt.

 

Om het werk van het EMN te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat het zijn doelstellingen verwezenlijkt, houden de lidstaten er in voorkomend geval rekening mee dat hun vertegenwoordiger in het bestuur en hun nationaal contactpunt gecoördineerd moeten optreden.

De nationale contactpunten zijn samengesteld uit minste drie deskundigen. Een van deze deskundigen, die optreedt als nationale coördinator, is een ambtenaar of een werknemer van de aangewezen entiteit. De resterende deskundigen kunnen tot dezelfde entiteit behoren of deel uitmaken van andere, in de lidstaat gevestigde nationale en internationale openbare of particuliere organisaties.

De nationale contactpunten zijn samengesteld uit ten minste drie deskundigen uit uiteenlopende kringen (nationale overheid, non-gouvernementele organisaties, academische wereld). Een van deze deskundigen, die optreedt als nationale coördinator, is een ambtenaar of een werknemer van de aangewezen entiteit.

 

De nationale contactpunten houden zich in alle aspecten van hun bevoegdheden aan de beginselen van onpartijdigheid en objectiviteit.

Motivering

Het nationale contactpunt moet over deskundigen uit uiteenlopende kringen beschikken en er moet coördinatie plaatsvinden tussen het nationale contactpunt en de vertegenwoordiger in het bestuur.

Amendement 23

Artikel 5, lid 2, letter a)

a) deskundigheid inzake beleidsvorming, wetgeving, onderzoek en statistiek op het gebied van asiel en migratie;

a) brede deskundigheid inzake beleidsvorming, wetgeving, onderzoek en statistiek op het gebied van asiel en migratie;

Motivering

Het nationale contactpunt moet over deskundigen uit uiteenlopende kringen beschikken en er moet coördinatie plaatsvinden tussen het nationale contactpunt en de vertegenwoordiger in het bestuur.

Amendement 24

Artikel 5, lid 3, letter b)

b) nationale gegevens verstrekken voor het in artikel 8 bedoelde systeem voor de uitwisseling van informatie;

b) nationale gegevens verstrekken en analyses en beoordelingen maken voor het in artikel 8 bedoelde systeem voor de uitwisseling van informatie;

Motivering

De taak van de nationale contactpunten moet niet beperkt blijven tot gegevensvergaring, maar moet zich ook uitstrekken tot analyses en beoordelingen.

Amendement 25

Artikel 5, lid 3, letter c)

c) de mogelijkheid ontwikkelen om aan andere nationale contactpunten gerichte ad-hocverzoeken te formuleren en snel op dergelijke verzoeken van andere nationale contactpunten te reageren;

c) de mogelijkheid ontwikkelen om aan andere nationale contactpunten gerichte ad-hocverzoeken te formuleren en snel te reageren op dergelijke verzoeken van andere nationale contactpunten alsook van de Commissie, het Europees Parlement of de Raad;

Motivering

De nationale contactpunten moeten ook kunnen ingaan op verzoeken van Commissie, Parlement en Raad.

Amendement 26

Artikel 5, lid 3, letter d)

d) een nationaal migratienetwerk opzetten, dat is samengesteld uit tal van organisaties en personen die actief zijn op het gebied van migratie en asiel en die alle betrokken belanghebbenden vertegenwoordigen. De leden van het nationale migratienetwerk kunnen worden verzocht een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden van het EMN, inzonderheid in het kader van de artikelen 8 en 9.

d) een nationaal migratie- en asielnetwerk opzetten, dat is samengesteld uit tal van overheids- en niet-overheidsorganisaties, met name universiteiten, onderzoekscentra en beroepsverenigingen en personen die actief zijn op de diverse gebieden van migratie en asiel en die alle betrokken belanghebbenden vertegenwoordigen en specifieke kennis kunnen leveren. De leden van het nationale migratie- en asielnetwerk worden verzocht een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden van het EMN, inzonderheid in het kader van de artikelen 8 en 9.

Motivering

De contactpunten moeten met overheidsinstanties en non-gouvernementele organisaties, universiteiten, onderzoekscentra e.d. kunnen samenwerken.

Amendement 27

Artikel 6, lid 3

3. Na raadpleging van het bestuur en van de nationale contactpunten neemt de Commissie, binnen de grenzen van de in de artikelen 1 en 2 omschreven algemene doelstelling en taken, het jaarlijkse werkprogramma van het EMN aan. In het programma worden de doelstellingen en de thematische prioriteiten gespecificeerd. De Commissie ziet toe op de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma en brengt regelmatig bij het bestuur verslag uit over de uitvoering ervan en over de ontwikkeling van het EMN.

3. Na raadpleging van de nationale contactpunten en het Europees Parlement en na de goedkeuring door het bestuur neemt de Commissie, naar behoren rekening houdend met de beschikbare kredieten, binnen de grenzen van de in de artikelen 1 en 2 omschreven algemene doelstelling en taken, het jaarlijkse werkprogramma van het EMN aan. In het programma worden de doelstellingen en de thematische prioriteiten gespecificeerd. De Commissie ziet toe op de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma en brengt regelmatig bij het bestuur verslag uit over de uitvoering ervan en over de ontwikkeling van het EMN.

Motivering

Toevoeging van een door de Raad goedgekeurde herziene tekst om het bestuur goedkeuringsbevoegdheid ten aanzien van het jaarprogramma te geven, waarmee het EP kan instemmen, alsmede verwijzingen naar Verordening nr. 1995/2006 van de Raad.

Amendement 28

Artikel 7, lid 5 bis (nieuw)

 

5 bis. De in lid 5 bedoelde activiteiten die niet in het jaarprogramma van activiteiten van het EMN voorkomen, worden tijdig aan de nationale contactpunten doorgegeven.

Motivering

Toevoeging van een door de Raad goedgekeurde tekst waarmee het EP kan instemmen.

Amendement 29

Artikel 8, titel

Het systeem voor de uitwisseling van informatie

Publicatie, verspreiding en uitwisseling van informatie

Motivering

Aan de door het EMAN uitgewisselde, vergaarde en verwerkte informatie moet zo groot mogelijke bekendheid worden gegeven, met aandacht voor alle betrokkenen en geïnteresseerden.

Amendement 30

Artikel 8, lid 1

1. Een internetsysteem voor de uitwisseling van informatie, dat toegankelijk is via een speciale website, wordt opgezet overeenkomstig dit artikel.

1. Een internetsysteem voor de publicatie, verspreiding en uitwisseling van informatie, dat toegankelijk is via een speciale website, wordt opgezet overeenkomstig dit artikel.

Motivering

Aan de door het EMAN uitgewisselde, vergaarde en verwerkte informatie moet zo groot mogelijke bekendheid worden gegeven, met aandacht voor alle betrokkenen en geïnteresseerden.

Amendement 31

Artikel 8, lid 2, alinea 1

2. De inhoud van het informatie-uitwisselingsysteem is normaal gezien voor iedereen toegankelijk.

2. De inhoud van het systeem voor publicatie, verspreiding en uitwisseling van informatie is normaal gezien voor iedereen toegankelijk.

Motivering

Aan de door het EMAN uitgewisselde, vergaarde en verwerkte informatie moet zo groot mogelijke bekendheid worden gegeven, met aandacht voor alle betrokkenen en geïnteresseerden.

Amendement 32

Artikel 8, lid 3, letter f)

f) een lijst van onderzoekers en onderzoeksinstituten op het gebied van migratie en asiel.

f) een lijst van onderzoekers en onderzoeksinstituten op het gebied van migratie en asiel en van op dat gebied werkzame NGO's en nationale, Europese, internationale en intergouvernementele organisaties.

Motivering

Aan de door het EMAN uitgewisselde, vergaarde en gebundelde informatie moet zo ruim mogelijke bekendheid worden gegeven, waarbij alle betrokkenen en geïnteresseerden een rol moeten spelen. Het moet met zoveel woorden in de tekst worden vermeld dat intergouvernementele organisaties zoals de IOM ook een rol moeten spelen.

Amendement 33

Artikel 8, lid 3, letter f bis) (nieuw)

 

f bis) een Europese bibliografie, die al dan niet gepubliceerde wetenschappelijke teksten omvat, met name rapporten, brochures en teksten van lezingen;

Amendement 34

Artikel 8, lid 3, letter f ter) (nieuw)

 

f ter) een Europese agenda met alle lezingen en belangwekkende evenementen op het gehele terrein van migratie en asiel;

Amendement 35

Artikel 8, lid 3, letter f quater) (nieuw)

 

f quater) een databank waarin onderzoekers en promovendi informatie over hun onderzoek en proefschrift kunnen plaatsen.

Amendement 36

Artikel 9, lid 1

1. Elk nationaal contactpunt stelt jaarlijks een verslag over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de lidstaat op, waarin de ontwikkelingen op beleidsgebied worden behandeld en waarin statistische gegevens zijn opgenomen.

1. Elk nationaal contactpunt stelt jaarlijks een verslag over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de lidstaat op, waarin de ontwikkelingen op juridisch gebied (wetgeving en jurisprudentie) en op beleidsgebied worden behandeld en waarin statistische gegevens zijn opgenomen.

Motivering

Het EMAN moet niet alleen de ontwikkelingen bij statistiek en beleid bestuderen maar ook de juridische ontwikkelingen op het gebied van migratie en asiel volgen.

Amendement 37

Artikel 10, lid 1

1. Het EMN werkt samen met entiteiten in de lidstaten of in derde landen, zoals internationale organisaties die bevoegd zijn op het gebied van migratie en asiel.

1. Het EMN werkt samen met al dan niet tot de overheid behorende entiteiten, lichamen en organisaties in de Europese Unie en in de lidstaten en in derde landen en met de internationale organisaties die bevoegd zijn op het gebied van migratie en asiel.

 

Het EMN geeft voorrang aan contacten met derde landen van oorsprong en tijdelijk verblijf.

Motivering

Het EMAN moet samenwerken met de overige al dan niet tot de overheid behorende lichamen en organisaties van EU, lidstaten en internationale organisaties.

Amendement 38

Artikel 10, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. De samenwerking tussen het EMN en de landen van herkomst van asielzoekers en migranten en de doorreislanden dient de coherentie van de uitvoering van het gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid. Deze samenwerking beoogt tot een adequaat niveau van samenwerking met de buurlanden te komen teneinde het Europese nabuurschapsbeleid te verstevigen.

Motivering

Het is zaak dat de lidstaten van de EU en andere landen, met name de buurlanden, gezamenlijk een strategie ontwikkelen en operationele samenwerking opzetten tussen landen van herkomst, doorreislanden en landen van bestemming teneinde beter greep op de hoofdstromen van de migratie te krijgen. Deze dialoog moet op solidariteit gebaseerd zijn en kan op basis van partnerschap tot een beleid leiden dat succesvolle legale immigratie bevordert, terwijl er doeltreffender opgetreden wordt tegen illegale immigratie en mensenhandel.

Amendement 39

Artikel 13

Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking, en vervolgens om de drie jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de ontwikkeling van het EMN. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze beschikking.

Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking, en vervolgens om de drie jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de ontwikkeling van het EMN. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze beschikking strekkende tot eventuele oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor migratie.

Motivering

Het is zaak te vermelden dat oprichting van een waarnemingscentrum tot de mogelijkheden behoort, mocht dat na publicatie van het driejaarlijks rapport opportuun geacht worden.

Amendement 40

Artikel 15, alinea 1

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2008.

Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Motivering

Technisch amendement

Amendement 41

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Artikel 15 bis

Herziening

 

Deze beschikking wordt binnen zes maanden na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon herzien.

TOELICHTING

Het Europees Parlement wordt geraadpleegd over een voorstel van de Commissie voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk.

Er bestaat reeds een Europees migratienetwerk dat op een aantal nationale contactpunten steunt. Het huidige netwerk is tot stand gekomen dankzij een proefproject, gevolgd door een voorbereidende actie. Met de onderhavige ontwerpbeschikking wordt beoogd een passende rechtsgrondslag voor het functioneren van het netwerk te creëren.

De rapporteur onderschrijft de hoofdlijnen van het voorstel van de Commissie en het akkoord binnen de Raad ten volle, vooral ten aanzien van de gedachte om een netwerk te handhaven en niet, althans nog niet, een waarnemingspost of agentschap op te richten en aldus overdreven bureaucratie te voorkomen. Het vergaren van gegevens, informatie en analyses kan heel goed uitgevoerd worden door een netwerk dat de overkoepeling biedt voor de werkzaamheden van de nationale en internationale bevoegde of betrokken lichamen.

De Raad heeft het voorstel van de Commissie met uiterste spoed behandeld en is tot een substantieel akkoord gekomen waarbij het voorstel slechts op enkele punten is gewijzigd. Desalniettemin is het advies van het Parlement meer dan louter een formaliteit en de rapporteur verzoekt de Raad dan ook er bij de definitieve vaststelling van de beschikking terdege rekening mee te houden. De rapporteur stelt van haar kant amendementen voor die op voorstellen van de Raad berusten zodat er een akkoord tussen de instellingen kan worden bereikt.

In het verslag wordt met name het volgende voorgesteld:

- wijziging van de naam (thans Europees migratienetwerk - EMN) in Europees migratie- en asielnetwerk- EMAN. Dit voorstel berust op de eenvoudige omstandigheid dat het netwerk zich niet alleen met migratie maar ook met asiel bezighoudt, zodat het in de lijn ligt dat dit ook in de naam en afkorting tot uiting komt.

- uitbreiding van het taakgebied van het netwerk zodat het ook onderzoek, analyses en beoordelingen kan uitvoeren op het gebied van de toepassing en tenuitvoerlegging van de richtlijnen, het maken van juridische analyses en het formuleren van gevolgtrekkingen en aanbevelingen, bijvoorbeeld op verzoek van het EP of andere instellingen, zodat het echt nuttig werk kan verrichten voor degenen die een rol in de besluitvorming spelen;

- het EMAN heeft tot taak op Europees niveau vergelijkbare gegevens over migratie en asiel te vergaren en uit te wisselen. Wil dat daadwerkelijk gestalte krijgen, dan moet duidelijk gesteld worden dat er op Europees niveau gemeenschappelijke criteria en indicatoren moeten worden ontwikkeld;

- het EMAN moet nauw kunnen samenwerken met andere lichamen en actoren op het gebied van migratie en asiel: in de eerste plaats overheidsdiensten, maar ook NGO's, universiteiten, onderzoekscentra, deskundigen, internationale organisaties en derde landen, zodat de gegevens uit uiteenlopende bron komen en er een multidisciplinaire aanpak kan worden gehanteerd.

- het EMAN moet voorts actief zijn op het vlak van communicatie en verbreiding van zijn bevindingen, zodat het netwerk en zijn activiteiten ruimere bekendheid krijgen. Met het oog daarop moet vooral gebruik worden gemaakt van het internet voor de publicatie en verspreiding van gegevens en analyses, met inachtneming van Verordening 1049/2001 over de toegang tot documenten.

- de rapporteur is het niet eens met het voorstel van de Raad om artikel 4 van de ontwerpbeschikking over de samenstelling en de taken van het bestuur van het EMAN zodanig te wijzigen dat het EP slechts de rol van waarnemer zonder stemrecht zou krijgen, terwijl de Commissie voorstelt dat het EP een vertegenwoordiger met stemrecht krijgt, hetgeen op de volle instemming van de rapporteur kan rekenen.

- het EMAN moet overlap met het werk van andere Europese lichamen voorkomen en juist streven naar maximale samenwerking, waarbij het in zijn eigen werk voortbouwt op hetgeen al verricht is.

Tot slot verzoekt de rapporteur het Europees Parlement het voorstel van de Commissie zoals geamendeerd goed te keuren zodat het netwerk zo vroeg mogelijk in de loop van 2009 gegrondvest kan worden.

ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN INZAKE DE VOORGESTELDE RECHTSGRONDSLAG

De heer Gérard Deprez

Voorzitter

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

BRUSSEL

Betreft:            Advies over de rechtsgrondslag voor het voorstel voor een Besluit van de Raad houdende oprichting van en Europees Migratienetwerk (COM(2007)0466 – C6 0303/2007 – 2007/0167(CNS))

Mijnheer de Voorzitter,

Bij schrijven van 6 februari 2008 hebt u, overeenkomstig artikel 35, lid 2 van het Reglement, de Commissie juridische zaken verzocht de geldigheid en juistheid van de rechtsgrondslag van bovengenoemd Commissievoorstel na te gaan.

De commissie behandelde dit punt op haar vergadering van 26 februari 2008.

De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 66 van het EG-Verdrag.

De Commissie burgerlijke vrijheden is van mening dat de rechtsgrondslag moet worden veranderd in de artikelen 62 en 63 van het EG-Verdrag. Deze verandering in de rechtsgrondslag zou voor het Parlement het voordeel hebben dat de medebeslissingsprocedure van toepassing is, en niet alleen een raadpleging.

Toepasselijke bepalingen van het EG-Verdrag

Artikel 62

Binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam neemt de Raad volgens de procedure van artikel 67 de volgende maatregelen aan:

1. maatregelen om in overeenstemming met artikel 14 te waarborgen dat personen, ongeacht of het burgers van de Unie dan wel onderdanen van derde landen betreft, bij het overschrijden van de binnengrenzen niet worden gecontroleerd;

2. maatregelen inzake het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten, houdende:

normen en procedures die de lidstaten bij de uitvoering van personencontroles aan die grenzen in acht moeten nemen;

voorschriften inzake visa voor voorgenomen verblijven van ten hoogste drie maanden, met inbegrip van:

de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum, en van derde landen waarvan de onderdanen zijn vrijgesteld van deze plicht;

de procedures en voorwaarden voor de afgifte van visa door de lidstaten;

een uniform visummodel;

voorschriften betreffende een uniform visum;

3. maatregelen tot vaststelling van de voorwaarden waaronder onderdanen van derde landen vrij kunnen reizen op het grondgebied van de lidstaten gedurende een periode van ten hoogste drie maanden.

Artikel 63

Binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam neemt de Raad volgens de procedure van artikel 67 de volgende maatregelen aan:

1. maatregelen inzake asiel, in overeenstemming met het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen en andere desbetreffende verdragen, op de volgende gebieden:

criteria en instrumenten voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend in één van de lidstaten;

minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten;

minimumnormen voor het aanmerken van onderdanen van derde landen als vluchteling;

minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus;

2. maatregelen inzake vluchtelingen en ontheemden op de volgende gebieden:

minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren en voor personen die anderszins internationale bescherming behoeven;

bevordering van een evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van vluchtelingen en ontheemden;

3. maatregelen inzake immigratiebeleid op de volgende gebieden:

voorwaarden voor toegang en verblijf en normen voor de procedures voor de afgifte door de lidstaten van langlopende visa en verblijfstitels, met name met het oog op gezinshereniging;

illegale immigratie en illegaal verblijf, met inbegrip van repatriëring van illegaal verblijvende personen;

4. maatregelen waarin de rechten en voorwaarden worden omschreven volgens welke onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, in andere lidstaten mogen verblijven.

Door de Raad uit hoofde van de punten 3 en 4 aangenomen maatregelen beletten niet dat een lidstaat op de betrokken gebieden nationale bepalingen handhaaft of vaststelt welke met dit Verdrag en met internationale overeenkomsten verenigbaar zijn.

Voor de uit hoofde van punt 2, onder b), punt 3, onder a) en punt 4 aan te nemen maatregelen geldt bovengenoemde termijn van vijf jaar niet.

Artikel 66

De Raad neemt volgens de procedure van artikel 67 maatregelen om samenwerking tussen de overheidsdiensten van de lidstaten die bevoegd zijn op de door deze titel bestreken gebieden, en tussen deze diensten en de Commissie, te waarborgen.

Artikel 67

1. Gedurende een overgangsperiode van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam besluit de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie of op initiatief van een lidstaat, na raadpleging van het Europees Parlement.

2. Na deze periode van vijf jaar:

besluit de Raad op voorstel van de Commissie; de Commissie neemt ieder verzoek van een lidstaat om indiening van een voorstel bij de Raad in behandeling;

neemt de Raad met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement, een besluit teneinde de procedure van artikel 251 toe te passen op alle onder deze titel vallende gebieden, dan wel delen ervan, en de bepalingen betreffende de bevoegdheden van het Hof van Justitie aan te passen.

3. In afwijking van de leden 1 en 2, worden maatregelen als bedoeld in artikel 62, punt 2, onder b), i) en iii), na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement aangenomen.

4. In afwijking van lid 2, worden maatregelen als bedoeld in artikel 62, punt 2, onder b), ii) en iv), na verloop van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam door de Raad aangenomen volgens de procedure van artikel 251.

5. In afwijking van lid 1 neemt de Raad volgens de procedure van artikel 251 de volgende maatregelen aan:

de in artikel 63, punt 1 en punt 2, onder a), bedoelde maatregelen, voorzover de Raad vooraf overeenkomstig lid 1 van dit artikel communautaire wetgeving heeft vastgesteld waarin gemeenschappelijke regels en de voornaamste beginselen terzake worden bepaald;

de in artikel 65 bedoelde maatregelen, met uitzondering van de aspecten in verband met het familierecht."

Beoordeling

In artikel 67 van het EG-Verdrag wordt de procedure vastgelegd die van toepassing is op de maatregelen genoemd in de artikelen 62 t/m 66. Deze bepaling is gecompliceerd, en bevat een aantal kwalificaties en uitzonderingen.

Voor onze doeleinden volstaat het op te merken dat op grond van artikel 67, lid 2, tweede streepje, bij het besluit van de Raad van 2004 de medebeslissingsprocedure werd uitgebreid tot de meeste maatregelen genoemd in Titel IV van het EG-Verdrag, met uitzondering van die welke betrekking hebben op legale migratie, gezinsrecht en sommige asielkwesties[1].

In limine zíj opgemerkt dat het de vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie[2] is dat de keuze van een rechtsgrondslag voor een communautaire wetstekst uitsluitend bepaald wordt met een verwijzing naar objectieve criteria die juridisch kunnen worden getoetst, en in het bijzonder het doel en de inhoud van de voorgestelde tekst.

De inhoud van het onderhavige voorstel bestaat uit vijftien overwegingen en vijftien artikelen.

Volgens artikel betreft het voorstel de oprichting van een Europees Migratienetwerk (EMN). Het EMN heeft ten doel "te voldoen aan de behoeften aan informatie over migratie en asiel van de communautaire instellingen, de autoriteiten en instellingen van de lidstaten en het grote publiek door ter ondersteuning van de beleids- en besluitvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken".

Het doel is, in feite, om door de goedkeuring van een geschikt juridisch instrument een reeds bestaande netwerkstructuur te formaliseren en beter te definiëren[3].

Volgens het voorstel moet het EMN een permanente structuur zijn, samengesteld uit "nationale contactpunten die worden aangewezen door de lidstaten" en de Commissie (art. 3) en geleid door een Raad van bestuur, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten, het Europees Parlement en de Commissie, bijgestaan door twee wetenschappelijke experts (art. 4). Er worden regels vastgesteld voor de coördinatie, de vergadering, een systeem voor de uitwisseling van informatie, het opstellen van verslagen en studies, samenwerking met andere entiteiten en de begroting. Artikel 2 beschrijft de activiteiten die het EMN moet verrichten om actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken.

De specifieke taak van het EMN is het inwinnen van actuele gegevens en de uitwisseling van de gegevens en informatie, het analyseren van die gegevens en informatie, het publiceren van verslagen, het opzetten en onderhouden van een internetsysteem voor de uitwisseling van informatie en samenwerking met andere belanghebbende Europese en internationale organen.

Voor een beoordeling van wat de geschikte rechtsgrondslag kan zijn, is het noodzakelijk een korte analyse te verrichten van de toepasselijke bepalingen van het EG-Verdrag.

Artikel 62 EG gaat over de maatregelen om te waarborgen dat personen, ongeacht of deze burgers van de Unie dan wel onderdanen van derde landen zijn, bij het overschrijden van de binnengrenzen niet worden gecontroleerd, maatregelen inzake het overschrijden van de buitengrenzen en normen en procedures voor de uitvoering van personencontroles aan die grenzen; regels voor visa voor personen die van plan zijn niet langer dan drie maanden te blijven en maatregelen tot vaststelling van de voorwaarden waaronder onderdanen van derde landen vrij kunnen reizen op het grondgebied van de lidstaten gedurende een periode van ten hoogste drie maanden.

Artikel 63 EG bevat maatregelen op het gebied van asiel, vluchtelingen en ontheemden, immigratiebeleid en het legale verblijf van onderdanen van derde landen. Op het gebied van asiel en vluchtelingen biedt het de mogelijkheid om criteria vast te stellen om te beslissen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek, tezamen met minimumnormen voor het vaststellen of onderdanen van derde landen als vluchtelingen moeten worden gecategoriseerd en minimumnormen voor het verlenen of intrekken van de status van vluchteling. Met betrekking tot ontheemden biedt artikel 63 de mogelijkheid minimumnormen vast te stellen voor de verlening van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit derde landen en maatregelen te nemen om een evenwicht te brengen in de inspanningen die de lidstaten welke geconfronteerd worden met de opvang van vluchtelingen en ontheemden zich moeten getroosten. In de derde plaats bevat het artikel bepalingen over de voorwaarden voor de binnenkomst en het verblijf van illegale immigranten. Tenslotte, bevat het bepalingen inzake de voorwaarden waaronder onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, in andere lidstaten mogen verblijven, en de rechten waarop zij aanspraak kunnen maken[4].

Artikel 66 EG machtigt de Raad om maatregelen te nemen om op de gebieden die vallen onder Titel IV de samenwerking te verzekeren tussen de bevoegde administratieve diensten in de lidstaten en tussen deze diensten en de Commissie.

Zowel artikel 62 als artikel 63 verwijzen naar maatregelen met betrekking tot "normen, "criteria", "regels", "procedures", en "voorwaarden" die rechtstreeks van invloed zijn op het beleid inzake visa, asiel en immigratie.

In het onderhavige voorstel worden dergelijke bepalingen niet vastgelegd, want het beperkt zich tot oprichting van een structuur die verantwoordelijk is voor onderzoek en het beheer van de informatie over kwesties die verband houden met asiel en immigratie, als resultaat van de samenwerking tussen de door de lidstaten aangewezen "diensten" die als Nationale Contactpunten moeten fungeren en de Commissie, die de werkzaamheden van het netwerk zal coördineren door middel van de Raad van Bestuur.

De afwezigheid van maatregelen die rechtstreeks kwesties op het gebied van asiel en immigratie regelen enerzijds, en het opzetten van een structuur die berust op samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie met het doel om informatie en data over asiel en migratie te verzamelen en te verwerken ter ondersteuning van de activiteiten van de Europese Unie op deze gebieden, anderzijds, maken het duidelijk dat de in het voorstel genoemde maatregelen vallen binnen de "administratieve samenwerking" waarop artikel 66 EG[5] betrekking heeft.

Gezien het bestaan van een specifieke bepaling inzake administratieve samenwerking, is het argument van de Commissie burgerlijke vrijheden dat "een wettekst tot opstelling van een fonds of organisatie (zoals een netwerk) moet berusten op een rechtsgrondslag voor het desbetreffende beleid" niet geldig.

In het licht van de hierboven gegeven analyse kan worden vastgesteld dat het voorstel voor een besluit maatregelen beoogt om "de samenwerking tussen de overheidsdiensten van de lidstaten die bevoegd zijn op de door Titel IV VEG bestreken gebieden, en tussen deze diensten en de Commissie" te garanderen.

Op haar vergadering van 26 februari 2008 heeft de Commissie juridische zaken daarom met algemene stemmen besloten[6] om aan te bevelen de bestaande rechtsgrondslag van artikel 66 van het EG-Verdrag te handhaven.

Hoogachtend,

Giuseppe Gargani

  • [1]  Besluit 2004/927/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende de toepassing van de procedure zoals vastgelegd in artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op sommige gebieden die onder titel IV van het derde deel van dat Verdrag vallen, PB L 396 van 31.12.2004
    "Artikel 1
    1. Met ingang van 1 januari 2005 handelt de Raad overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bij de aanneming van de maatregelen die zijn bedoeld in artikel 62, punt 1, punt 2, onder a), en punt 3, van dat Verdrag.
    2. Met ingang van 1 januari 2005 handelt de Raad overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bij de aanneming van de maatregelen die zijn bedoeld in artikel 63, punt 2, onder b), en punt 3, onder b), van dat Verdrag."
  • [2]  Zie zaak C-338/01 Commissie v. Raad [2004] Jurispr. I-7829, para. 54; Zaak C-211/01 Commissie v. Raad [2003] Jurispr. 8913, para. 38; Zaak 62/88 Griekenland v. Raad [1990] Jurispr. I-01527, para. 62.
  • [3]  Europese Raad van Thessaloniki, juni 2003. Zie Raadsdocument 11638/03.
  • [4]  Zie advies van advocaat-generaal Geelhoed in de zaak C-109/01, (Britse) Staatssecretaris Binnenlandse Zaken v. Hacene Akrich: Overeenkomstig artikel 63 beschikt de communautaire wetgeving over de mogelijkheid de immigratiewetgeving grotendeels op Gemeenschapsniveau te bepalen ( para. 2).
  • [5]  Zie Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma),
    PB L 161 van 19.6.2002, blz 11. Deze is gebaseerd op artikel 66 EGV.
  • [6]  Bij de eindstemming waren aanwezig: Giuseppe Gargani (voorzitter), Titus Corlăţean (ondervoorzitter), Rainer Wieland (ondervoorzitter), Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (ondervoorzitter), Francesco Enrico Speroni (ondervoorzitter), Diana Wallis (rapporteur voor advies), Monica Frassoni, Neena Gill, Piia-Noora Kauppi, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Hans-Peter Mayer, Manuel Medina Ortega, Hartmut Nassauer, Aloyzas Sakalas, Vicente Miguel Garcés Ramón (verving Giulietto Chiesa), Sajjad Karim (verving Carlo Casini), Gabriele Stauner (verving Bert Doorn), József Szájer (verving Othmar Karas) and Jacques Toubon (verving Jaroslav Zvěřina).

PROCEDURE

Titel

Europees migratienetwerk

Document- en procedurenummers

COM(2007)0466 – C6-0303/2007 – 2007/0167(CNS)

Datum raadpleging EP

20.9.2007

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

27.9.2007

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

BUDG

27.9.2007

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

BUDG

14.11.2007

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Luciana Sbarbati

5.11.2007

 

 

Betwisting rechtsgrondslag

       Datum JURI-advies

JURI

26.2.2008

 

 

 

Behandeling in de commissie

22.1.2008

27.2.2008

 

 

Datum goedkeuring

27.2.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

47

0

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Philip Bradbourn, Mihael Brejc, Kathalijne Maria Buitenweg, Giusto Catania, Jean-Marie Cavada, Carlos Coelho, Esther De Lange, Panayiotis Demetriou, Gérard Deprez, Bárbara Dührkop Dührkop, Claudio Fava, Armando França, Urszula Gacek, Kinga Gál, Roland Gewalt, Lilli Gruber, Jeanine Hennis-Plasschaert, Lívia Járóka, Ewa Klamt, Magda Kósáné Kovács, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Stavros Lambrinidis, Roselyne Lefrançois, Sarah Ludford, Viktória Mohácsi, Claude Moraes, Javier Moreno Sánchez, Rareş-Lucian Niculescu, Luciana Sbarbati, Inger Segelström, Csaba Sógor, Søren Bo Søndergaard, Vladimir Urutchev, Ioannis Varvitsiotis, Manfred Weber, Renate Weber, Tatjana Ždanoka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Edit Bauer, Simon Busuttil, Maria da Assunção Esteves, Anne Ferreira, Genowefa Grabowska, Sophia in ‘t Veld, Metin Kazak, Marian-Jean Marinescu, Marianne Mikko, Bill Newton Dunn, Hubert Pirker, Nicolae Vlad Popa, Eva-Britt Svensson

Datum indiening

5.3.2008