VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende vlees- en veestatistieken

3.4.2008 - (COM(2007)0129 – C6‑0099/2007 – 2007/0051(COD)) - ***I

Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
Rapporteur: Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf

Procedure : 2007/0051(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0130/2008
Ingediende teksten :
A6-0130/2008
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende vlees- en veestatistieken

(COM(2007)0129 – C6‑0099/2007 – 2007/0051(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0129)[1],

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285, lid 1 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0099/2007),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A6‑0130/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Overweging 4 bis (nieuw)

(4 bis) Om de lasten voor de lidstaten te beperken mogen de eisen die worden gesteld aan regionale gegevens niet strenger zijn dan de eisen in bestaande wetgeving (tenzij er in de tussentijd nieuwe regionale niveaus zijn ingevoerd) en is de verstrekking van regionale gegevens facultatief als de regionale veestapel beneden bepaalde drempels blijft.

Motivering

Dit amendement wordt ingediend om in eerste lezing tot overeenstemming met de Raad te komen. Dit geldt ook voor alle door de rapporteur ingediende amendementen zonder eigen motivering.

Amendement 2

Overweging 5 bis (nieuw)

(5 bis) Met het oog op een soepele omzetting van de regeling die gold volgens de Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG, moet de verordening voorzien in een overgangsperiode voor de lidstaten van maximaal één jaar en in het geval van schapen maximaal twee jaar, indien de toepassing van deze verordening op de nationale statistische systemen belangrijke aanpassingen zou vergen en waarschijnlijk aanzienlijke praktische problemen zou veroorzaken.

Amendement 3

Overweging 9

(9) Met name moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend om de voorwaarden vast te stellen waaronder zij de inhoud van de kwaliteitsverslagen goedkeurt en de bijlagen aanpast. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft, die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen en of hieraan nieuwe niet-essentiële onderdelen toe te voegen, moeten deze worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad.

(9) Met name moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de bijlagen I, II, IV en V te wijzigen. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft, die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder andere door hieraan nieuwe niet-essentiële onderdelen toe te voegen, moeten deze worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

Amendement 4

Artikel 2

De definities ten behoeve van de doeleinden van deze verordening zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening.

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

1. "landbouwbedrijf": landbouwbedrijf zoals gedefinieerd in artikel 5 a) van Verordening (EEG) nr. 571/88;

 

2. "steekproefenquête": steekproefenquête zoals gedefinieerd in artikel 2, tweede streepje van Verordening (EEG) nr. 571/88;

 

3. "varkens": huisdieren van de ondersoort Sus scrofa domesticus;

 

4. "runderen": huisdieren van de soorten Bos taurus en Bubalus bubalus, met inbegrip van kruisingen als Beefalo;

 

5. "schapen": huisdieren van de soort Ovis aries;

 

6. "geiten": huisdieren van de ondersoort Capra aegagrus hircus;

 

7. "pluimvee": met name als huisdier gehouden vogels van de soorten Gallus gallus (kippen), Meleagris sp. (kalkoenen), Anas sp. en Cairina moschata (eenden) en Anser anser dom (ganzen). Ook kunnen hiertoe als huisdier gehouden vogels behoren van onder meer de soorten Coturnix sp. (kwartels), Phasianus sp. (fazanten), Numida meleagris dom (parelhoenders), Colombinae sp. (duiven) en Struthio camelus (struisvogels). Binnen een omheining gefokte vogels die zijn bestemd voor de jacht en niet voor de vleesproductie, worden hier buiten beschouwing gelaten;

 

8. "slachthuis": een officieel geregistreerde en goedgekeurde inrichting voor het slachten en uitslachten van dieren waarvan het vlees voor de menselijke consumptie bestemd is.

 

Andere definities ten behoeve van de doeleinden van deze verordening zijn opgenomen in bijlage I.

Motivering

De gebruikte terminologie moet overeenkomen met de internationaal overeengekomen zoölogische nomenclatuur. De soort Cairina moschata (Muskuseend) moet worden opgenomen in de definitie van de term "pluimvee".

Amendement 5

DEEL 1 – titel (vóór artikel 3) (nieuw)

DEEL I

DEEL I

 

VEESTATISTIEKEN

Motivering

De Raad heeft dit technisch amendement voorgesteld om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.

Amendement 6

Artikel 6, titel

Nauwkeurigheidseisen

Nauwkeurigheid

Motivering

De Raad heeft dit technisch amendement voorgesteld om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.

Amendement 7

Artikel 6, lid 2

2. De lidstaten kunnen in naar behoren gemotiveerde gevallen toestemming van de Commissie krijgen om andere bronnen dan enquêtes te gebruiken.

2. Indien zij gebruik maken van administratieve bronnen stellen de lidstaten de Commissie vooraf in kennis van de gebruikte methoden en de kwaliteit van de gegevens.

Amendement 8

Artikel 6, lid 3

3. Bij gebruik van andere bronnen dan enquêtes zorgen de lidstaten ervoor dat de nauwkeurigheid ten minste gelijk is aan de nauwkeurigheid die bij enquêtes vereist is.

3. Bij gebruik van andere bronnen dan enquêtes zorgen de lidstaten ervoor dat de kwaliteit van deze informatie ten minste gelijk is aan de kwaliteit van informatie die is verkregen bij statistische enquêtes.

Amendement 9

Artikel 7, lid 2, streepje 2

- voor de statistieken van november/december: vóór 1 april van het volgende jaar.

- voor de statistieken van november/december: vóór 15 mei van het volgende jaar.

Amendement 10

Artikel 8

De statistieken van november/december worden uitgesplitst naar de territoriale eenheden op NUTS-2-niveau, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1059/2003. Bij wijze van uitzondering hoeven zij voor Duitsland en het Verenigd Koninkrijk alleen voor territoriale eenheden op NUTS-1-niveau te worden verstrekt.

De statistieken van november/december worden uitgesplitst naar de territoriale eenheden op NUTS-1- en NUTS-2-niveau, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1059/2003. Bij wijze van uitzondering hoeven zij voor Duitsland en het Verenigd Koninkrijk alleen voor territoriale eenheden op NUTS-1-niveau te worden verstrekt. Zij zijn facultatief voor territoriale eenheden met minder dan 150 000 varkens, 75 000 runderen, 100 000 schapen en 25 000 geiten als deze territoriale eenheden tezamen 5% of minder bijdragen tot de nationale stapel van de betreffende soort.

Amendement 11

Artikel 9

De lidstaten stellen statistieken op van het aantal en het slachtgewicht van alle in de slachthuizen op hun grondgebied geslachte varkens, runderen, schapen, geiten en pluimvee waarvan het vlees geschikt voor menselijke consumptie is bevonden. Zij geven ook schattingen van slachtingen buiten slachthuizen, zodat de statistieken alle op hun grondgebied geslachte varkens, runderen, schapen, geiten en pluimvee omvatten.

De lidstaten stellen statistieken op van het aantal en het slachtgewicht van alle in de slachthuizen op hun grondgebied geslachte varkens, runderen, schapen, geiten en pluimvee waarvan het vlees geschikt voor menselijke consumptie is bevonden. Zij geven ook schattingen van slachtingen buiten slachthuizen, zodat de statistieken alle op hun grondgebied geslachte varkens, runderen, schapen en geiten omvatten.

Amendement 12

Artikel 12

De lidstaten zenden de Commissie de slachtstatistieken binnen 60 dagen na de referentieperiode.

De lidstaten zenden de Commissie de statistieken:

 

- voor het slachten in slachthuizen binnen 60 dagen na de referentieperiode;

 

- voor het slachten buiten slachthuizen vóór 30 juni van het volgende jaar.

Amendement 13

Artikel 14, lid 1

1. De prognoses voor varkens en runderen worden door elke lidstaat twee maal per jaar opgesteld.

1. De prognoses voor varkens worden door elke lidstaat twee maal per jaar opgesteld. Lidstaten met een varkensstapel van minder dan 3 miljoen stuks hoeven deze statistieken slechts één keer per jaar op te stellen.

Amendement 14

Artikel 14, lid 1 bis (nieuw)

1 bis. De prognoses voor runderen worden door elke lidstaat twee maal per jaar opgesteld. Lidstaten met een rundveestapel van minder dan 1,5 miljoen stuks hoeven deze statistieken slechts één keer per jaar op te stellen.

Amendement 15

Artikel 14, lid 4

4. De prognoses hebben betrekking op vier kwartalen voor varkens, drie semesters voor runderen en twee semesters voor schapen en geiten.

4. De prognoses hebben betrekking op:

 

- vier kwartalen voor varkens en drie semesters voor runderen voor lidstaten die twee keer per jaar prognoses opstellen;

 

- zes kwartalen voor varkens en vier semesters voor runderen voor lidstaten die een keer per jaar prognoses opstellen;

 

- twee semesters voor schapen en geiten.

Amendement 16

Artikel 16, inleidende formule

De lidstaten zenden de Commissie de prognoses voor de vleesproductie volgens onderstaand schema:

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)

Amendement 17

Artikel 16, streepje 1

- vóór 15 februari voor prognoses voor de periode van januari tot het einde van het vierde kwartaal van het lopende jaar voor varkens, tot het einde van het eerste semester van het volgende jaar voor runderen en tot het einde van het tweede semester van het lopende jaar voor schapen en geiten;

- vóór 15 februari voor prognoses voor varkens vanaf het begin van het eerste kwartaal tot het einde van het vierde kwartaal van het lopende jaar en vóór 15 september voor prognoses vanaf het begin van het derde kwartaal van het lopende jaar tot het eind van het tweede kwartaal van het volgende jaar voor lidstaten die twee keer per jaar prognoses opstellen;

Amendement 18

Artikel 16, streepje 2

- vóór 15 september voor prognoses voor de periode van juli van het lopende jaar tot het einde van het tweede kwartaal van het volgende jaar voor varkens en tot het einde van het tweede semester van het volgende jaar voor runderen.

Schrappen

Amendement 19

Artikel 16, streepje 2 bis (nieuw)

- vóór 15 februari voor prognoses voor varkens vanaf het begin van het eerste kwartaal van het lopende jaar tot het einde van het tweede kwartaal van het volgende jaar voor lidstaten die één keer per jaar prognoses opstellen;

Amendement 20

Artikel 16, streepje 2 ter (nieuw)

- vóór 15 februari voor prognoses voor runderen vanaf het begin van het eerste semester van het lopende jaar tot het einde van het eerste semester van het volgende jaar en vóór 15 september voor prognoses vanaf het begin van het tweede semester van het lopende jaar tot het eind van het tweede semester van het volgende jaar voor lidstaten die twee keer per jaar prognoses opstellen;

Amendement 21

Artikel 16, streepje 2 quater (nieuw)

- vóór 15 februari voor prognoses voor runderen vanaf het begin van het eerste semester van het lopende jaar tot het einde van het tweede semester van het volgende jaar voor lidstaten die één keer per jaar prognoses opstellen;

Amendement 22

Artikel 16, streepje 2 quinquies (nieuw)

- vóór 15 februari voor prognoses vanaf het begin van het eerste semester van het lopende jaar tot het einde van het tweede semester van het lopende jaar voor schapen en geiten.

Amendement 23

Artikel 17, titel

Verslagen

Kwaliteitsbeoordeling en verslagen

Amendement 24

Artikel 17, lid -1 (nieuw)

- 1 bis. Voor de toepassing van deze verordening gelden onderstaande kwaliteitsbeoordelingmaatstaven voor de toe te zenden gegevens:

 

(a) "relevantie" heeft betrekking op de mate waarin statistieken voldoen aan de huidige en potentiële behoeften van de gebruikers;

 

(b) "nauwkeurigheid" heeft betrekking op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;

 

(c) "tijdigheid" heeft betrekking op de tijdspanne tussen de beschikbaarheid van de informatie en de gebeurtenis die of het verschijnsel dat door de informatie wordt beschreven;

 

(d) "punctualiteit" heeft betrekking op de tijdspanne tussen de datum van publicatie van de gegevens en de datum waarop ze hadden moeten worden gepubliceerd;

 

(e) "toegankelijkheid" en "duidelijkheid" hebben betrekking op de voorwaarden waaronder de gebruikers de gegevens kunnen verkrijgen, gebruiken en interpreteren;

 

(f) "vergelijkbaarheid" heeft betrekking op de meting van het effect van verschillen in de toegepaste statistische begrippen, meetinstrumenten en meetprocedures wanneer statistieken tussen geografische gebieden, sectoren of in de tijd worden vergeleken;

 

(g) "coherentie" betreft de geschiktheid van de gegevens om betrouwbaar op verschillende manieren en voor diverse doeleinden te worden gecombineerd.

Amendement 25

Artikel 17, lid -1 bis (nieuw)

- 1 bis. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) om de drie jaar, en voor de eerste keer achttien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, een verslag over de kwaliteit van de toegezonden gegevens.

Amendement 26

Artikel 17, lid -1 ter (nieuw)

- 1 ter. Bij het toepassen van de kwaliteitsmaatstaven van lid -1 op de gegevens die onder deze verordening vallen, worden de nadere bepalingen en de structuur van de kwaliteitsverslagen vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Motivering

Zoals voorzien in het Commissievoorstel moet de regelgevingsprocedure met toetsing gelden voor alle comitologiebepalingen.

Amendement 27

Artikel 17, lid 2

2. De lidstaten verstrekken de Commissie elke drie jaar, en voor de eerste keer twaalf maanden na de vaststelling van de huidige verordening, kwaliteitsverslagen over veestatistieken, slachtstatistieken en prognoses van de vleesproductie. De inhoud van deze kwaliteitsverslagen wordt door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 19, lid 2.

Schrappen

Amendement 28

Artikel 18, lid 1

1. De volgende voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden volgens de procedure van artikel 19, lid 2, vastgesteld:

1. De volgende maatregelen die de wijziging beogen van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder andere door middel van aanvulling ervan met nieuwe niet-essentiële onderdelen, worden volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 19, lid 2, vastgesteld:

(a) vaststelling van de inhoud van de door de lidstaten te verstrekken kwaliteitsverslagen (artikel 17, lid 2);

(a) vaststelling van de nadere bepalingen en de structuur van de door de lidstaten te verstrekken kwaliteitsverslagen (artikel 17, lid -1 ter);

 

(a bis) toestaan van overgangsperioden aan lidstaten (artikel 19 bis, lid 1)

(b) wijzigingen van de bijlagen.

(b) wijzigingen van de bijlagen I, II, IV en V.

Motivering

Zoals voorzien in het Commissievoorstel moet de regelgevingsprocedure met toetsing gelden voor alle comitologiebepalingen.

Amendement 29

Artikel 18, lid 2

2. Daarbij wordt het beginsel in acht genomen dat de baten van het bijwerken hoger moeten zijn dan de kosten en dat de extra kosten en lasten binnen de grenzen van het redelijke moeten blijven.

2. Daarbij wordt het beginsel in acht genomen dat de baten van het wijzigen hoger moeten zijn dan de kosten en dat de extra kosten en lasten binnen de grenzen van het redelijke moeten blijven.

Amendement 30

Artikel 19 bis (nieuw)

Artikel 19 bis

 

Overgangsperiode

 

1. Voor de uitvoering van deze verordening kan aan lidstaten overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 19, lid 2, een overgangsperiode van ten hoogste één jaar op basis van volledige kalenderjaren, gerekend vanaf de datum van toepassing van deze verordening, worden toegestaan, als de toepassing van deze verordening op hun nationale statistische systemen grote aanpassingen vereist en wellicht tot aanzienlijke praktische problemen leidt. Voor schapen kan de overgangsperiode oplopen tot twee jaar.

 

2. Hiervoor moeten lidstaten uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn een met redenen omkleed verzoek tot de Commissie richten.

Motivering

Zoals voorzien in het Commissievoorstel moet de regelgevingsprocedure met toetsing gelden voor alle comitologiebepalingen.

Amendement 31

Artikel 20, lid 1

1. De richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad worden ingetrokken.

1. Onverminderd het bepaalde in lid 2 bis van dit artikel worden de richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad ingetrokken.

Amendement 32

Artikel 20, lid 2 bis (nieuw)

2 bis. In afwijking van artikel 21, lid 2, blijven de lidstaten waaraan een afwijking overeenkomstig artikel 19 bis is toegestaan, de bepalingen van de Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad toepassen gedurende de toegestane overgangsperiode.

Amendement 33

Artikel 21, alinea 2

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2008.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

Amendement 34

Bijlage I, letter a

(a) "landbouwbedrijf": landbouwbedrijf zoals gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad;

Schrappen

Amendement 35

Bijlage I, letter b

(b) "steekproefenquête": steekproefenquête zoals gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad;

Schrappen

Amendement 36

Bijlage I, letter c

(c) "varkens": huisdieren van het geslacht Sus;

Schrappen

Amendement 37

Bijlage I, letter d

(d) "runderen": huisdieren van de geslachten Bos taurus, Bubalus bubalus en Beefalo;

Schrappen

Amendement 38

Bijlage I, tabel, rij 1, kolom 3

Runderen met een levend gewicht van niet meer dan 300 kilo die nog geen vaste tanden hebben

Runderen die niet ouder zijn dan acht maanden

Amendement 39

Bijlage I, tabel, rij 1 bis, kolom 1 en 2 (nieuw)

Jongvee

 

Runderen die ouder zijn dan acht maanden maar niet ouder dan twaalf maanden

Amendement 40

Bijlage I – tabel – rij 2 – kolom 1

Slachtkalveren

Slachtkalveren en ander voor de slacht bestemd jongvee

Motivering

De Raad heeft dit technisch amendement voorgesteld om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.

Amendement 41

Bijlage I – tabel – rij 2 – kolom 2

Runderen van minder dan één jaar, bestemd om als kalf te worden geslacht

Runderen van minder dan één jaar, bestemd om als kalf of jongvee te worden geslacht

Motivering

De Raad heeft dit technisch amendement voorgesteld om in eerste lezing tot overeenstemming te komen.

Amendement 42

Bijlage I, tabel, rij 3, kolom 3

Mannelijke niet-gecastreerde runderen die niet onder de definitie van kalveren vallen

Mannelijke niet-gecastreerde runderen die niet onder de definitie van kalveren en jongvee vallen

Amendement 43

Bijlage I, tabel, rij 4, kolom 3

Mannelijke gecastreerde runderen die niet onder de definitie van kalveren vallen

Mannelijke gecastreerde runderen die niet onder de definitie van kalveren en jongvee vallen

Amendement 44

Bijlage I, tabel, rij 5, kolom 3

Vrouwelijke runderen die nog niet hebben gekalfd en die niet onder de definitie van kalveren vallen

Vrouwelijke runderen die nog niet hebben gekalfd en die niet onder de definitie van kalveren en jongvee vallen

Amendement 45

Bijlage I, letter f

(f) "schapen": huisdieren van het geslacht Ovis;

Schrappen

Amendement 46

Bijlage I, letter h

(h) "geiten": huisdieren van het geslacht Capra;

Schrappen

Amendement 47

Bijlage I, letter i

(i) "pluimvee": als huisdier gehouden vogels van onder meer de geslachten Gallus domesticus (kippen), Meleagris (kalkoenen), Anas (eenden) en Anser anser dom (ganzen). Tot de andere soorten pluimvee behoren als huisdier gehouden vogels van onder meer de geslachten Coturnix (kwartels), Phasianus (fazanten), Numida meleagris dom (parelhoenders), Colombinae (duiven) en Struthio camelus (struisvogels). Binnen een omheining gefokte vogels die zijn bestemd voor de jacht en niet voor de vleesproductie, worden hier buiten beschouwing gelaten;

Schrappen

Amendement 48

Bijlage I, letter j

(j) "karkas": het hele slachtdier na slachting en uitslachting;

(j) "karkas":

 

- bij varkens is het karkas het gehele of overlangs in twee helften gesneden lichaam van het geslachte dier, uitgebloed en ontdaan van de ingewanden, na verwijdering van de tong, de borstel, de hoeven, de geslachtsorganen, het buikvet, de nieren en het middenrif;

 

- bij runderen is het karkas het gehele lichaam van het geslachte dier, uitgebloed, ontdaan van de ingewanden en gevild, zonder de kop en de poten (de kop afgesneden bij de bovenste halswervel (atlaswervel) en de poten afgesneden bij het voorknie-, resp. spronggewricht); zonder de organen in de borst- en buikholte, met of zonder nieren, het niervet en het slotvet, en zonder de geslachtsorganen met de bijbehorende spieren, zonder de uier en het uiervet.

 

- bij schapen en geiten is het karkas het gehele lichaam van het geslachte dier, uitgebloed, ontdaan van de ingewanden en gevild, zonder de kop (afgesneden bij de bovenste halswervel (atlaswervel)); zonder de poten (afgesneden bij het voorknie-, resp. spronggewricht); zonder de staart (afgesneden tussen de zesde en de zevende staartwervel); zonder de organen in de borst- en buikholte (met uitzondering van de nieren en het niervet) en zonder de uier en de geslachtsorganen; de nieren en het niervet zijn onderdeel van het karkas;

 

- bij pluimvee is het karkas het lichaam, geplukt en ontdaan van de ingewanden, zonder de kop en de poten en zonder hals, hart, lever en spiermaag, zogenaamde kippen 65 %, of in andere staat aangeboden.

Amendement 49

Bijlage I, letter k

(k) "slachtgewicht":

(k) "slachtgewicht": het gewicht van het koude karkas dat bij varkens wordt verkregen door 2% af te trekken van het warmgewicht dat is gemeten binnen 45 minuten na het uitbloeden van het dier, en dat bij runderen wordt verkregen door 2% af te trekken van het warmgewicht dat is gemeten binnen 60 minuten na het uitbloeden van het dier.

- bij varkens is het slachtgewicht het koudgewicht van het gehele of overlangs in twee helften gesneden lichaam van een geslacht dier, uitgebloed en ontdaan van de ingewanden, na verwijdering van de tong, de borstel, de hoeven, de geslachtsorganen, het buikvet, de nieren en het middenrif;

 

- bij runderen is het slachtgewicht het koudgewicht van het lichaam van het geslachte dier, gevild, uitgebloed en ontdaan van de ingewanden, na verwijdering van de uitwendige geslachtsorganen, de uiteinden van de ledematen (afgesneden bij het voorknie-, resp. spronggewricht), de kop, de staart, de nieren, het niervet en de uier;

 

- bij schapen en geiten is het slachtgewicht het koudgewicht van het lichaam van het geslachte dier, uitgebloed, gevild en ontdaan van de ingewanden, na verwijdering van de kop (bij de bovenste halswervel (atlaswervel)), de poten (bij het voorknie-, resp. spronggewricht), de staart (tussen de zesde en de zevende staartwervel) en de geslachtsorganen (met inbegrip van de uier);

 

- bij pluimvee is het slachtgewicht het koudgewicht van het lichaam van de geslachte vogel, uitgebloed, geplukt en ontdaan van de ingewanden. Slachtafvallen van pluimvee zijn inbegrepen, met uitzondering van foie gras.

 

Amendement 50

Bijlage I, letter l

(l) "slachthuis": een officieel geregistreerde en goedgekeurde inrichting voor het slachten en uitslachten van dieren waarvan het vlees voor de menselijke consumptie bestemd is.

Schrappen

Amendement 51

Bijlage II – categorie 2 – rij 2

slachtkalveren

slachtkalveren en ander voor de slacht bestemd jongvee

Amendement 52

Bijlage IV, categorie 2, rij 1 bis (nieuw)

jongvee

Amendement 53

Bijlage IV, categorie 5 bis (nieuw)

overige

Amendement 54

Bijlage V, categorie 2, rij 1

kalveren

kalveren en jongvee

  • [1]  Nog niet gepubliceerd in het PB.

TOELICHTING

Het voorstel van de Commissie heeft ten doel de bestaande wetgeving te vereenvoudigen, en wel Richtlijn 93/23/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de varkensproductie, Richtlijn 93/24/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de rundveeproductie en Richtlijn 93/25/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de schapen- en geitenproductie. Bovendien moeten statistische enquêtes betreffende de productie van pluimvee worden ingevoerd.

De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling heeft het voorstel na onderzoek door de rapporteur op 7 mei 2007 behandeld en besloten de vereenvoudigde procedure van artikel 43, lid 1 van het Reglement toe te passen (zie het ontwerpverslag PE 388.618v01-00).

Vervolgens heeft het secretariaat van de Raad de rapporteur verzocht enkele wijzigingen die de Raad in het Commissievoorstel zou willen aanbrengen, op te nemen in het verslag van het Parlement, zodat de wetgevingsprocedure al in eerste lezing afgerond kan worden. In aansluiting daarop heeft de commissie op 4 juli 2007 besloten een verslag op te stellen om de procedure te vereenvoudigen.

Met het onderhavige verslag wordt ingegaan op het verzoek van de Raad. De voorgestelde amendementen komen met enkele uitzonderingen, die wij hierna zullen toelichten, overeen met de formuleringen die door de werkgroep van de Raad zijn opgesteld en op 28 december 2007 door het Portugese Voorzitterschap zijn bekendgemaakt.

De voorstellen van de Raad zijn als volgt samen te vatten:

· Verduidelijking van enkele bepalingen die eerst in de bijlagen te vinden waren, in de eigenlijke rechtstekst (met name de definities in artikel 2 en de kwaliteitsbeoordeling in artikel 17)

· Meer speelruimte voor de lidstaten bij het gebruik van administratieve gegevens in plaats van statistische enquêtes (artikel 6)

· Nadere bepaling van regionale enquêtes (artikel 8)

· Beperking en nadere omschrijving van de prognoses (artikelen 14 en 16)

· Kortere overgangsbepalingen (artikel 20)

· Aanvulling van de voorziene comitologiebepalingen met extra procedures en inperking van het vetorecht van het Europees Parlement (artikelen 18 en 19)

De rapporteur beveelt aan deze voorstellen van de Raad grotendeels over te nemen.

Ten aanzien van de comitologiebepalingen is echter niet in te zien waarom de regelgevingsprocedure met toetsing niet voor alle uitvoeringsbepalingen zou moeten gelden, zoals de Commissie voorstelt.

De Raad wil voor de bepalingen inzake kwaliteitsverslagen (in zijn artikel 17, lid -1 quater (nieuw)) de regelgevingsprocedure (zonder toetsing) laten gelden. Bovendien zouden overgangsperioden in administratieve procedures vastgesteld moeten worden (artikel 20). Waarom zou over deze bepalingen niet, zoals de Commissie voorstelt, in een regelgevingsprocedure met toetsing besloten worden?

Het Interinstitutioneel Akkoord en het Besluit 2006/512/EG van de Raad van 17 juli 2006 voorzien in toepassing van de nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing in alle gevallen dat een basisbesluit is aangenomen volgens de medebeslissingsprocedure en is bepaald dat "maatregelen van algemene strekking worden aangenomen tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van dat besluit, ook indien de wijziging behelst dat sommige van deze niet-essentiële onderdelen worden geschrapt of dat het besluit wordt aangevuld met nieuwe niet-essentiële onderdelen".[1] Aan beide criteria wordt volgens de rapporteur voldaan en de desbetreffende wijzigingsvoorstellen van de Raad worden in het verslag dan ook niet overgenomen.

Een ander amendement van de rapporteur is zuiver taalkundig van aard en betreft de opsomming van verschillende geslachten en soorten in de definities (artikel 2). De tekst die de Raad voorstelt heeft betrekking op geslachten (genus), soorten (species) en ondersoorten (subspecies), maar noemt alleen soorten en is daarom terminologisch niet volledig correct.

  • [1]  Artikel 2, lid 2 (nieuw) van Besluit 2006/512/EG van 17 juli 2006 tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.

PROCEDURE

Titel

Vlees- en veestatistieken

Document- en procedurenummers

COM(2007)0129 – C6 0099/2007 – 2007/0051(COD)

Datum indiening bij EP

22.3.2007

Commissie ten principale

  Datum bekendmaking

AGRI26.4.2007

 

Rapporteur(s)

  Datum benoeming

Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf,

 

Vereenvoudigde procedure – datum besluit

8.5.2007

Behandeling in de commissie

7.5.2007

8.5.2007

9.10.2007

25.2.2008

1.4.2008

Datum goedkeuring

1.4.2008

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

351

1

 

Bij de eindstemming aanwezige leden

Peter Baco, Bernadette Bourzai, Niels Busk, Luis Manuel Capoulas Santos, Giuseppe Castiglione, Joseph Daul, Albert Deß, Michl Ebner, Carmen Fraga Estévez, Ioannis Gklavakis, Lutz Goepel, Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, Esther Herranz García, Lily Jacobs, Elisabeth Jeggle, Heinz Kindermann, Véronique Mathieu, Mairead McGuinness, Rosa Miguélez Ramos, James Nicholson, Neil Parish, María Isabel Salinas García, Agnes Schierhuber, Willem Schuth, Czesław Adam Siekierski, Alyn Smith, Petya Stavreva, Dimitar Stoyanov, Csaba Sándor Tabajdi, Jeffrey Titford, Donato Tommaso Veraldi, Janusz Wojciechowski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Alessandro Battilocchio, Katerina Batzeli, Esther De Lange, Ilda Figueiredo, Gábor Harangozó, Wiesław Stefan Kuc, Brian Simpson, Struan Stevenson