VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)
8.5.2008 - (COM(2007)0797 – C6‑0469/2007 – 2007/0278(COD)) - ***I
Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Marie Panayotopoulos-Cassiotou
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)
(COM(2007)0797 – C6‑0469/2007 – 2007/0278(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0797),
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 137, lid 2 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0469/2007),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6‑0173/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging - 1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(-1) De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een van de hoofddoelstellingen van de Europese Unie en haar lidstaten. |
Motivering | |
Het is belangrijk om aan het begin van het document duidelijk te maken waarom er zo'n jaar moet komen. | |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(4 bis) Er is nood aan steun voor minder begunstigde regio's, voor gebieden met permanente structurele nadelen, voor bijzonder afgelegen regio's, voor insulaire lidstaten en voor gebieden die te maken hebben gehad met recente de-industrialisatie of industriële omschakeling, om te zorgen voor de nodige sociale en economische samenhang. |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) In zijn resolutie van 15 november 2007 over de balans van de sociale realiteit1 benadrukt het Europees Parlement dat het versterken van de sociale samenhang en het uitbannen van armoede en sociale uitsluiting een politieke prioriteit moeten worden voor de Europese Unie. In die resolutie juicht het Europees Parlement het uitroepen van 2010 tot Europese Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting toe en roept het de Commissie en de lidstaten op een ambitieus doel vast te stellen en na te streven om de armoede in Europa te bestrijden. |
|
_________ 1 Aangenomen teksten P6_TA(2007)0541 (nog niet in het Publicatieblad verschenen). |
Motivering | |
Uit deze overweging blijkt de steun die het Europees Parlement al eerder heeft betuigd voor het Europees Jaar in 2010. | |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Aanzienlijke bevolkingsgroepen zien zich ondanks deze resultaten nog steeds geconfronteerd met achterstelling en een beperkte toegang tot basisvoorzieningen of voelen zich uitgesloten van de samenleving, terwijl 78 miljoen mensen het risico lopen tot armoede te vervallen. |
(6) Aanzienlijke bevolkingsgroepen zien zich ondanks deze resultaten nog steeds geconfronteerd met achterstelling of een beperkte en ongelijke toegang tot voorzieningen of zijn uitgesloten van de samenleving, terwijl 78 miljoen mensen in de Europese Unie, waaronder 19 miljoen kinderen, het risico lopen tot armoede te vervallen, d.w.z. ten minste drie procentpunten meer dan bij volwassenen. De genderkloof ligt rond de twee procentpunten. Blijvende armoede is een zorgwekkend verschijnsel in Europa en moet ook doeltreffender worden aangepakt. |
Motivering | |
De aandacht dient met name uit te gaan naar kinderarmoede en blijvende armoede, twee ernstige problemen in de EU. | |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) Ideeën voor het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting dienen ook te worden geput uit de Mededeling van de Commissie van 30 januari 2008 over het voorstel voor het gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie 2008, waarin een beoordeling staat van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie voor 2007 die gericht was op kinderarmoede, om er zo toe bij te dragen dat dit vraagstuk hoog op de politieke agenda blijft. |
Motivering | |
Om te onderstrepen dat bestrijding van kinderarmoede een belangrijke doelstelling van het Europees Jaar 2010 dient te zijn, als voortzetting van de aanzet die al met de OCM 2007 is gegeven. | |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Daarnaast zijn er tekenen die erop duiden dat de problematiek van ernstige armoede steeds belangrijker wordt en dat het aantal mensen dat gebukt gaat onder absolute armoede toeneemt, niet in de laatste plaats omdat de welvaartsverdeling in de Europese Unie steeds ongelijker wordt. |
(7) Daarnaast zijn de ongelijke welvaartsverdeling en ernstige armoede punten van toenemende zorg in de Europese Unie. |
Motivering | |
Onderstreept wordt de essentiële rol van de lidstaten, die voldoende economische en sociale steun moeten verlenen als middel om de armoede te bestrijden. Met betrekking tot discriminatie moet het accent tijdens het Europees Jaar 2010 liggen op de bestrijding van discriminatie op alle gronden. | |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een van de hoofddoelstellingen van de Europese Unie en haar lidstaten. |
(8) Armoede en sociale uitsluiting moeten zowel intern, binnen de Europese Unie, worden bestreden als extern overeenkomstig de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de VN, die de Europese Unie en de lidstaten hebben onderschreven. |
Motivering | |
In de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling ondersteunen de VN de strijd tegen armoede en geven daarmee steun aan het Europees Jaar 2010. Bovendien hangt in het tijdperk van de mondialisering de uitbanning van armoede binnen de grenzen van de EU nauw samen met de armoedebestrijding in derde landen. | |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) De Europese Unie, de lidstaten en alle betrokkenen dienen de nodige synergieën tot stand te brengen tussen het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en de activiteiten rond de Internationale Dag van de VN voor de uitbanning van armoede op 17 oktober. |
Motivering | |
De Algemene Vergadering van de VN heeft op 31 maart 1993 in een resolutie bepaald dat 17 oktober een speciale VN-dag wordt waarop wordt stilgestaan bij de uitbanning van armoede. Daarom dient er voor synergie te worden gezorgd tussen het Europees Jaar en de evenementen op 17 oktober. | |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Armoede en uitsluiting nemen complexe en veelgeschakeerde vormen aan en houden verband met inkomen en levensstandaard, toegang tot gezondheidszorg en andere voorzieningen van goede kwaliteit en tot onderwijs- en arbeidskansen. |
(9) De problemen in verband met armoede en uitsluiting nemen omvangrijke, complexe en veelgeschakeerde vormen aan en houden verband met inkomen en levensstandaard, toegang tot gezondheidszorg en andere voorzieningen van goede kwaliteit, o.m. doelmatige stelsels van sociale bescherming, huisvesting, de combinatie van werk en gezinsleven, onderwijs- en behoorlijke arbeidskansen en actief burgerschap. Er is daarom op elk niveau behoefte aan een doorzichtig coördinatie en samenwerkingsstelsel. |
Motivering | |
Voorkoming en uitroeiing van armoede vereisen hoogwaardige en financieel duurzame stelsels van sociale bescherming en mogelijkheden om arbeid en gezinsleven te combineren. Door combinatie wordt betere integratie in de arbeidsmarkt mogelijk en dus wordt bijgedragen tot voorkoming van armoede en sociale uitsluiting. | |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Overweging 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) Armoedepreventie en -bestrijding vereist daarom meerdimensionale beleidsmaatregelen op nationaal, regionaal en lokaal niveau die een evenwicht waarborgen tussen economische groei en sociale doelstellingen en aangevuld worden met gerichtere strategieën voor bijzonder kwetsbare groepen of personen. |
Motivering | |
Gezien de complexiteit van het fenomeen armoede vereisen de preventie en uitbanning ervan meerdimensionale beleidsmaatregelen die op alle bestuursniveaus moeten worden uitgevoerd en aangevuld moeten worden met gerichtere strategieën voor kwetsbare groepen of personen. | |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Overweging 9 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 ter) Sociale uitsluiting tast het welzijn van individuen aan en verhindert mensen zichzelf uit te drukken en deel te nemen aan het maatschappelijke leven. De acties en het beleid van de lidstaten moeten bijgevolg met name toegespitst zijn op sociale uitsluiting. |
Motivering | |
In het Commissievoorstel worden sociale uitsluiting en armoede samen behandeld. Het doel van dit amendement is een onderscheid te maken tussen deze twee fenomenen zodat ze met een verschillend beleid en met verschillende maatregelen in de gepaste situaties kunnen worden aangepakt. | |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) De sociale agenda 2005-2010, die de strategie van Lissabon aanvult en ondersteunt, vervult een essentiële rol bij de bevordering van de sociale dimensie van de economische groei. Een van de prioriteiten van de sociale agenda is de bevordering van gelijke kansen voor iedereen als drijvende kracht achter een hechtere samenleving. |
(10) De sociale agenda 2005-2010, die de strategie van Lissabon aanvult en ondersteunt, vervult een essentiële rol bij de bevordering van de sociale dimensie van de economische groei en de actieve deelname van de burgers aan het maatschappelijk leven en de arbeidsmarkt. Een van de prioriteiten van de sociale agenda is de bevordering van gelijke kansen voor iedereen als drijvende kracht achter sociale solidariteit en solidariteit tussen de generaties en de totstandbrenging van een sterker op integratie gerichte samenleving die vrij is van armoede. |
Motivering | |
Verdere verwijzing naar het verband tussen de sociale agenda 2005-2010 en het Europees Jaar 2010. Het tweede deel van het amendement sluit aan bij eerdere amendementen van het Europees Parlement over 2007 - Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (C6-0178/2005). | |
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Verscheidene landen wijzen in hun nationale actieplannen voor sociale integratie op het grote risico van armoede en/of uitsluiting waarmee sommige groepen geconfronteerd worden, zoals kinderen, alleenstaande ouders, bejaarden, migranten en etnische minderheden, mensen met een handicap, thuislozen, gevangenen, vrouwen en kinderen die het slachtoffer van geweld zijn, en zware drugsgebruikers. |
(11) Verscheidene landen wijzen in hun nationale actieplannen voor sociale integratie op het grote risico van armoede en/of uitsluiting waarmee sommige groepen geconfronteerd worden, zoals kinderen, vroegtijdige schoolverlaters, alleenstaande ouders, grote gezinnen, gezinnen met één enkel inkomen, jongeren, met name jonge vrouwen, bejaarden, migranten en etnische minderheden, mensen met een handicap en hun verzorgers, daklozen, werklozen, met name langdurig werklozen, gevangenen, vrouwen en kinderen die het slachtoffer van geweld zijn, en zware drugsgebruikers. Nationaal beleid en ondersteunende maatregelen voor de meest kwetsbare groepen kunnen een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. |
Motivering | |
De toevoegingen maken ook deel uit van de nationale actieplannen voor sociale integratie. | |
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Ook al maakt werk voor het individu de kans op armoede geringer, toch is werk niet altijd voldoende om mensen uit hun armoede te bevrijden; ook werkenden staan nog steeds aan het risico van armoede bloot. Armoede onder werkenden houdt met laagbetaald, laaggeschoold, onzeker en dikwijls deeltijdwerk verband, maar ook met de kenmerken van het huishouden waarin de betrokken persoon woont, zoals het aantal afhankelijke personen en de arbeidsintensiteit van het huishouden. Kwalitatief hoogwaardig werk is daarom een essentiële voorwaarde om mensen uit armoede te bevrijden. |
(12) Ook al maakt behoorlijk werk voor het individu de kans op armoede aanzienlijk geringer, toch is werk niet voldoende om mensen uit hun armoede te bevrijden; ook werkenden staan nog steeds aan het risico van armoede bloot. Armoede onder werkenden houdt verband met lage lonen, de kloof tussen beloning van mannen en vrouwen en pensioenen, een laag niveau van vaardigheden, beperkte kans op een beroepsopleiding, combinatie van een baan en een gezin en onzeker werk en werkomstandigheden, maar ook met moeilijke omstandigheden in het huishouden. Kwalitatief hoogwaardig werk en sociale en economische steun zijn daarom een essentiële voorwaarde om mensen uit armoede te bevrijden. |
Motivering | |
De toevoegingen zijn ook belangrijke aspecten bij de armoedebestrijding. | |
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het ontbreken van basiscompetenties en -kwalificaties vormt eveneens een belangrijke belemmering voor integratie in de samenleving. Er bestaat dus een steeds groter gevaar dat er een nieuwe kloof ontstaat in de maatschappij tussen degenen die toegang hebben tot een leven lang leren en zo hun arbeidskansen en aanpassingsvermogen verbeteren en hun persoonlijke ontwikkeling en actieve deelname aan de samenleving bevorderen enerzijds en degenen die hiervan uitgesloten blijven anderzijds. Mensen die geen toereikende kwalificaties bezitten zullen meer moeilijkheden ondervinden om aan het arbeidsproces te gaan deelnemen en een goede baan te vinden en lopen een groter risico om gedurende lange perioden inactief te zijn of om in laagbetaalde banen terecht te komen. |
(13) Het ontbreken van basiscompetenties en -kwalificaties die aansluiten bij de veranderende eisen van de arbeidsmarkt, vormt eveneens een belangrijke belemmering voor integratie in de samenleving. Er bestaat dus een steeds groter gevaar dat er een nieuwe kloof ontstaat in de maatschappij tussen degenen die toegang hebben tot een leven lang leren en zo hun arbeidskansen en aanpassingsvermogen verbeteren en hun persoonlijke ontwikkeling en actieve deelname aan de samenleving bevorderen enerzijds en degenen die hiervan uitgesloten blijven en te maken hebben met enigerlei discriminatie anderzijds. Daarom is het van het grootste belang dat alle laaggeschoolden, of zij nu werken of werkloos zijn, de kans krijgen hun vaardigheden te verbeteren. |
Motivering | |
Het amendement heeft betrekking op flexiezekerheid en de bestrijding van discriminatie op alle gronden, een integrerend bestanddeel van het Europees Jaar 2010. | |
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Een brede steun onder de bevolking voor het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een beslissende factor voor het welslagen ervan. Het Europees Jaar moet een katalyserende rol vervullen bij het bewustmakings- en activeringsproces. Het moet ertoe bijdragen dat de politieke aandacht gefocust is en dat alle betrokkenen worden gestimuleerd om vorderingen te maken met de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie. |
(15) Een brede steun onder de bevolking en in de politiek voor het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een beslissende factor voor het welslagen ervan. Het Europees Jaar moet een katalyserende rol vervullen bij het bewustmakings- en activeringsproces alsmede bij de uitwisseling van de optimale werkmethoden tussen de lidstaten, plaatselijke en regionale overheden en internationale organisaties die betrokken zijn bij de bestrijding van armoede. Het moet ertoe bijdragen dat de politieke aandacht op lange termijn gefocust is en dat alle betrokkenen worden gestimuleerd om vorderingen te maken met de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie en deze methode te versterken, alsook om verdere acties en initiatieven op Europees en nationaal niveau op dit gebied, samen met de mensen die het slachtoffer zijn van armoede en hun vertegenwoordigers, te bevorderen. In dit verband dient met name aandacht te worden besteed aan de uitvoering van de EU-wetgeving op nationaal vlak, in het bijzonder inzake gelijke kansen, non-discriminatie en gendergelijkheid. |
Motivering | |
De campagne tegen armoede en sociale uitsluiting moet worden gezien als een langetermijninitiatief en het effect van de gedurende het Jaar genomen maatregelen moet blijvend zijn. | |
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Het Europees Jaar moet bijdragen tot een betere coördinatie tussen bestaande programma's en initiatieven op EU-niveau voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting binnen de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie. |
Motivering | |
Het Europees Jaar moet ook worden aangegrepen voor een verbetering van de coördinatie tussen bestaande EU-programma's, teneinde deze programma's doeltreffender te maken. | |
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Overweging 15 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 ter) Het Europees Jaar dient ook aan te zetten tot reflectie op nationaal vlak over de noodzaak te zorgen voor behoorlijke leefomstandigheden voor iedereen als middel om armoede te voorkomen, en moet de uitwisseling van de optimale werkmethoden ter zake tussen de lidstaten bevorderen. |
Motivering | |
Het zorgen voor behoorlijke leefomstandigheden is een basisvereiste om armoede en sociale uitsluiting te voorkomen en te bestrijden; daarom dient dit punt hoog op de agenda te staan. | |
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) De Commissie dient echter toe te zien op de vaststelling van de beleidsprioriteiten op nationaal niveau, zodat de samenhang met de voor het Europees Jaar overeengekomen strategische doelstellingen en uiteindelijk met de voor de open coördinatie vastgelegde gemeenschappelijke doelstellingen gewaarborgd wordt. |
(17) De Commissie dient echter toe te zien op de vaststelling en vervolgens de uitvoering van de beleidsprioriteiten op nationaal niveau, zodat de samenhang met de voor het Europees Jaar overeengekomen strategische doelstellingen en uiteindelijk met de voor de open coördinatie vastgelegde gemeenschappelijke doelstellingen gewaarborgd wordt. |
Motivering | |
Onderstreept wordt dat het van belang is armoede op de politieke agenda te plaatsen, maar dat beleidsuitvoering even belangrijk is. | |
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Overweging 17 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(17 bis) Een goede coördinatie tussen alle deelnemende partners op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau is een basisvereiste om te bereiken dat het Europees Jaar effect sorteert. |
Motivering | |
De betrokkenheid tijdens en na het Europees Jaar van alle instellingen en partijen die op hun niveau een rol spelen bij de armoedebestrijding, is van belang. | |
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Overweging 19 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(19 bis) Tijdens het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting dienen de beste praktijken naar aanleiding van het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007) en het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) te worden voortgezet. |
Motivering | |
Het is logisch om in het Europees Jaar 2010 de optimale werkmethoden uit eerdere relevante Europese Jaren in aanmerking te nemen. | |
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Doelstellingen |
Doelstellingen en leidende beginselen |
Motivering | |
In artikel 2 gaat het niet alleen om doelstellingen, maar ook om waarden die in aanmerking moeten worden genomen. | |
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Hier volgen de doelstellingen van het Europees Jaar: |
Doelstellingen en leidende beginselen van het Europees Jaar: |
Motivering | |
Het gaat niet alleen om doelstellingen, maar ook om waarden die in aanmerking moeten worden genomen. | |
Amendement 24 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) Erkenning — De erkenning van het recht van mensen die zich in een situatie van armoede en sociale uitsluiting bevinden, op een waardig leven en volwaardige rol in de samenleving. Het Europees Jaar draagt bij tot de erkenning van de situatie van mensen die armoede lijden en tot de bevordering van hun effectieve toegang tot sociale, economische en culturele rechten alsook tot middelen en diensten en draagt tevens bij tot de bestrijding van stereotypen en stigmatisering; |
(a) Erkenning van Rechten — Tegen de achtergrond van eerbiediging van grondrechten, erkenning van het recht van mensen die zich in een situatie van armoede en sociale uitsluiting bevinden, op een waardig leven en volwaardige rol in de samenleving. Het Europees Jaar draagt bij tot bewustmaking van de publieke opinie door verbetering van de kennis van de situatie van mensen die armoede lijden, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen, en tot de bevordering van hun effectieve toegang tot sociale, economische en culturele rechten alsook tot voldoende middelen en hoogwaardige diensten en draagt tevens bij tot de bestrijding van stereotypen en stigmatisering; |
Motivering | |
Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de situatie van kwetsbare groepen. | |
Amendement 25 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) Verantwoordelijkheid — Een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid en acties op het gebied van de sociale integratie, met het accent op ieders verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en marginalisering. Het Europees Jaar stimuleert bewustmaking, participatie en betrokkenheid en biedt de gewone burgers nieuwe kansen om een bijdrage te leveren. |
(b) Gedeelde verantwoordelijkheid en partnerschap — Een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid en acties op het gebied van de sociale integratie, met het accent op zowel de collectieve als de individuele verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, en het belang van bevordering van en steun aan vrijwillige activiteiten. Het Europees Jaar stimuleert de betrokkenheid van alle openbare en particuliere actoren, o.a. door middel van proactieve partnerschappen. |
Motivering | |
Het is van belang dat iedereen, ook de mensen die in armoede leven, wordt betrokken bij de armoedebestrijding en dat daartoe partnerschappen worden opgezet tussen overheid en particuliere sector. | |
Amendement 26 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 – letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) Participatie — Het Europees Jaar zal de bewustmaking en het engagement bevorderen, waardoor er kansen ontstaan voor bijdragen van alle burgers, met name mensen met directe of indirecte ervaring met armoede. |
Motivering | |
Het is belangrijk erop te wijzen dat de participatie van mensen die armoede ervaren, een zelfstandige doelstelling moet zijn en niet alleen een horizontaal beginsel. | |
Amendement 27 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) Cohesie — Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door een betere publieke voorlichting over de voordelen die iedereen ten goede zouden komen als armoede is uitgebannen en niemand veroordeeld is om in de marge te leven. Het Europees Jaar bevordert een samenleving die voor allen, ongeacht hun achtergrond, levenskwaliteit, maatschappelijk welzijn en gelijke kansen ondersteunt en verbetert door duurzame ontwikkeling, solidariteit tussen en binnen de generaties en samenhang van het beleid met activiteiten van de EU op de gehele wereld te waarborgen; |
(c) Cohesie — Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door een betere publieke voorlichting over de voordelen die iedereen ten goede zouden komen als armoede is uitgebannen en niemand in de marge leeft. Het Europees Jaar bevordert een samenleving die voor allen levenskwaliteit, de kwaliteit van vaardigheden en banen, het welzijn van kinderen, maatschappelijk welzijn en gelijke kansen ondersteunt en verbetert door duurzame ontwikkeling, solidariteit tussen en binnen de generaties en samenhang van het beleid met activiteiten van de EU op de gehele wereld te waarborgen; |
Motivering | |
De kwaliteit van de werkgelegenheid is ook van belang voor de bestrijding van armoede onder de werkenden en het genderaspect moet uiteraard worden benadrukt omdat vrouwen meestal eerder door armoede worden getroffen dan mannen. | |
Amendement 28 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) Inzet — Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van deze inzet op alle bestuursniveaus. Door voort te bouwen op de resultaten en mogelijke tekortkomingen van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie geeft het Europees Jaar meer gewicht aan politieke inzet voor de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en geeft het een impuls aan de verdere ontwikkeling van het optreden van de Europese Unie op dit gebied. |
(d) Inzet en concreet optreden — Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU en de lidstaten voor de uitbanning van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van deze inzet en concreet optreden op alle bestuursniveaus. Door voort te bouwen op de resultaten en het potentieel van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie geeft het Europees Jaar door de nadruk te leggen op politieke aandacht en het in beweging brengen van alle belanghebbende partijen meer gewicht aan politieke inzet voor de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en geeft het een verdere impuls aan het optreden van de lidstaten en de Europese Unie op dit gebied. |
Motivering | |
De EU en de lidstaten moeten zich vastleggen op bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en zij moeten ambitieuze doelstellingen hebben die kunnen worden omgezet in nieuwe initiatieven op nationaal en op Europees niveau. | |
Amendement 29 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij de verwezenlijking van deze doelstellingen dienen de Gemeenschap en de lidstaten rekening te houden met de prioriteiten die vermeld zijn in deel IV van de bijlage . |
Motivering | |
Verduidelijkt dat de in dit artikel genoemde doelstellingen en waarden deel moeten uitmaken van de evenementen, projecten, bijeenkomsten enz. in het kader van het Europees Jaar. | |
Amendement 30 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De acties tot verwezenlijking van de in artikel 2 vermelde doelstellingen kunnen onder meer bestaan uit: |
1. De acties tot verwezenlijking van de in artikel 2 vermelde doelstellingen kunnen onder meer bestaan uit: |
(a) bijeenkomsten en evenementen; |
(a) bijeenkomsten en evenementen op communautair en nationaal niveau; |
(b) voorlichtings-, promotie- en educatieve campagnes; |
(b) voorlichtings-, promotie- en educatieve campagnes op communautair en nationaal niveau; |
(c) enquêtes en studies op communautair of nationaal niveau. |
(c) enquêtes en studies op basis van genderspecifieke gegevensverzameling op communautair of nationaal niveau alsmede de ontwikkeling van meerdimensionale vergelijkbare indicatoren. |
Motivering | |
Onderstreept de behoefte aan optreden op EU-vlak en op nationaal niveau alsmede de behoefte aan meerdimensionale vergelijkbare gegevens over de diverse aspecten van armoede. | |
Amendement 31 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bijlage bij dit besluit (hierna "de bijlage" genoemd) bevat de bijzonderheden van de in lid 1 vermelde acties. |
2. Bijzonderheden over de in lid 1 genoemde acties worden vermeld in de bijlage. |
Amendement 32 Voorstel voor een besluit Artikel 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij de uitvoering van het Europees Jaar wordt rekening gehouden met de verschillende wijze waarop vrouwen en mannen armoede en sociale uitsluiting ervaren. |
Bij de uitvoering van het Europees Jaar wordt rekening gehouden met de verschillende risico's en omvang van armoede en sociale uitsluiting die door vrouwen en mannen worden ervaren,in het bijzonder in eenoudergezinnen, die zwaarder te lijden hebben onder armoede. Er moet eveneens bijzondere aandacht worden besteed aan discriminatie op de arbeidsmarkt. Er wordt, in het kader van de tenuitvoerlegging en evaluatie van de activiteiten gedurende het Jaar, eveneens rekening gehouden met genderoverwegingen. |
Motivering | |
De genderverschillen moeten in alle activiteiten in het kader van het Europees Jaar worden meegenomen. | |
Amendement 33 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Zij houdt geregeld gedachtewisselingen met de betrokken partijen, met name op Europees niveau, over de opzet, de uitvoering, de follow-up en de beoordeling van het Europees Jaar. |
4. De Commissie houdt geregeld gedachtewisselingen met de betrokken partijen o.m. als deze werken met en voor mensen die in armoede leven, met name op Europees niveau, over de opzet, de uitvoering, de follow-up en de beoordeling van het Europees Jaar. Zij maakt alle desbetreffende informatie algemeen beschikbaar. |
Motivering | |
De betrokkenheid tijdens en na het Europees Jaar van vertegenwoordigers van de mensen die onder armoede lijden, is van belang. | |
Amendement 34 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat wijst een nationaal uitvoeringorgaan aan, dat belast is met de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar en met de coördinatie op nationaal niveau. Dit nationaal uitvoeringsorgaan is verantwoordelijk voor het vaststellen van het nationaal programma en de prioriteiten voor het Europees Jaar, alsook voor de selectie van individuele acties waarvoor communautaire financiering zal worden aangevraagd. De nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zullen overeenkomstig de in artikel 2 vermelde doelstellingen worden vastgesteld. |
1. Elke lidstaat wijst een nationaal uitvoeringorgaan aan, dat belast is met de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar en met de coördinatie op nationaal niveau. Dit nationaal uitvoeringsorgaan is verantwoordelijk voor het vaststellen van het nationaal programma en de prioriteiten voor het Europees Jaar, alsook voor de selectie van individuele acties waarvoor communautaire financiering zal worden aangevraagd. De nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zullen overeenkomstig de in artikel 2 vermelde doelstellingen en het in artikel 4 vastgelegde beginsel van gendermainstreaming worden vastgesteld. |
Amendement 35 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor de uitvoering van zijn taken pleegt het nationale uitvoeringsorgaan regelmatig overleg en werkt nauw samen met een nationale adviesgroep; in deze groep heeft een breed scala aan belanghebbende partijen zitting, zoals maatschappelijke organisaties en organisaties die de belangen van mensen die onder armoede en sociale uitsluiting gebukt gaan, verdedigen of vertegenwoordigen, vertegenwoordigers van het nationale parlement, van de sociale partners en de regionale en lokale autoriteiten. |
3. Voor de uitvoering van zijn taken pleegt het nationale uitvoeringsorgaan, telkens wanneer dit nodig is en met name in een zo vroeg mogelijk stadium van de voorbereidingen voor het Europees Jaar, regelmatig overleg en werkt nauw samen met een breed scala aan belanghebbende partijen zitting, zoals maatschappelijke organisaties en organisaties die de belangen van mensen die onder armoede en sociale uitsluiting gebukt gaan, verdedigen of vertegenwoordigen, vertegenwoordigers van het nationale parlement, van de sociale partners en de regionale en lokale autoriteiten, gestructureerd in een op dat doel afgestemde raadgevende instantie. |
Amendement 36 Voorstel voor een besluit Artikel 7 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat bestaat uit een vertegenwoordiger per land en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De vertegenwoordiger van elk land wordt aangewezen uit de leden van het in artikel 6 genoemde nationale uitvoeringsorgaan. |
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, hierna "het comité" te noemen. |
Amendement 37 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Lokale, regionale of nationale acties kunnen uit de algemene begroting van de Europese Unie worden medegefinancierd voor ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten van de overeenkomstig de procedure van deel II van de bijlage uitgevoerde acties. |
2. Lokale, regionale of nationale acties kunnen uit de algemene begroting van de Europese Unie worden medegefinancierd voor ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten van de overeenkomstig de procedure van deel II van de bijlage uitgevoerde acties. De nationale uitvoeringsorganen zorgen voor mogelijkheden voor voorfinanciering en medefinanciering om de participatie van vooral kleine en middelgrote niet-gouvernementele organisaties te vergemakkelijken. |
Motivering | |
In het kader van het Europees Sociaal Fonds en de voorgaande Europese Jaren is gebleken dat de mechanismen voor voorfinanciering en medefinanciering belangrijk zijn om de participatie van kleine en middelgrote niet-gouvernementele organisaties te vergemakkelijken. | |
Amendement 38 Voorstel voor een besluit Artikel 9 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie neemt besluiten betreffende de financiering van acties ingevolge artikel 8, leden 1 en 2, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure. |
1. De Commissie neemt besluiten betreffende de financiering van acties ingevolge artikel 8, lid 1, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure. |
Amendement 39 Voorstel voor een besluit Artikel 9 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Aanvragen om financiële steun voor maatregelen ingevolge artikel 8, lid 3, worden door de nationale uitvoeringsorganen bij de Commissie ingediend overeenkomstig de in deel II van de bijlage beschreven procedure. |
2. Aanvragen om financiële steun voor maatregelen ingevolge artikel 8, lid 2, worden door de nationale uitvoeringsorganen bij de Commissie ingediend overeenkomstig de in deel II van de bijlage beschreven procedure en met inachtneming van het beginsel van gender mainstreaming overeenkomstig artikel 4. |
Amendement 40 Voorstel voor een besluit Artikel 10 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie zorgt samen met de deelnemende landen voor samenhang tussen de in dit besluit vastgestelde maatregelen en andere communautaire, nationale en regionale acties en initiatieven. |
1. De Commissie zorgt samen met de deelnemende landen voor samenhang tussen de in dit besluit vastgestelde maatregelen en andere communautaire, nationale en regionale acties en initiatieven, bijvoorbeeld met betrekking tot eerdere Europese Jaren. |
Motivering | |
Om projectdoublures te vermijden en te kunnen leren van eerdere projecten, dienen voor het Europees Jaar de resultaten van relevante eerdere Europese Jaren in aanmerking te worden genomen. | |
Amendement 41 Voorstel voor een besluit Artikel 10 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Zij dragen zorg voor een volledige complementariteit tussen het Europees Jaar en andere bestaande communautaire, nationale en regionale initiatieven en middelen, voor zover deze tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar kunnen bijdragen. |
2. Zij dragen zorg voor een volledige complementariteit tussen het Europees Jaar en de bestaande communautaire, nationale en regionale initiatieven en middelen, voor zover deze tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar kunnen bijdragen. |
Motivering | |
De voorgestelde bewoording is veelomvattender. Hierdoor worden omstandigheden vermeden waarbij geen rekening wordt gehouden met bepaalde communautaire, nationale of regionale initiatieven of middelen. | |
Amendement 42 Voorstel voor een besluit Artikel 12 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het financiële kader voor de uitvoering van de in dit besluit genoemde activiteiten voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 bedraagt 17 miljoen euro, waarvan 6,5 miljoen euro bestemd is voor de periode tot en met 31 december 2009. |
1. Het budget voor de uitvoering van de in dit besluit genoemde activiteiten voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 bedraagt 17 miljoen euro, waarvan 6,5 miljoen euro bestemd is voor de periode tot en met 31 december 2009. |
Amendement 43 Voorstel voor een besluit Artikel 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie kan voor het Europees Jaar samenwerken met de daartoe in aanmerking komende internationale organisaties, met name de Raad van Europa, de Internationale Arbeidsorganisatie en de Verenigde Naties. |
De Commissie kan voor het Europees Jaar samenwerken met de daartoe in aanmerking komende internationale organisaties, met name de Raad van Europa, de Internationale Arbeidsorganisatie en de Verenigde Naties, alsook met andere EU-instellingen en agentschappen. |
Motivering | |
EU-agentschappen kunnen, rekening houdend met hun expertisegebied, bijdragen tot het succes van het Europees Jaar, en moeten er bijgevolg bij worden betrokken. | |
Amendement 44 Voorstel voor een besluit Artikel 15 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Dit verslag bevat eveneens informatie over de eerbiediging van het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen tijdens het Europees jaar en de tenuitvoerlegging ervan, alsmede een evaluatie van de wijze waarop kwetsbare groepen hebben kunnen profiteren van het Europees Jaar. |
Amendement 45 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De organisatie van bijeenkomsten en evenementen op communautair niveau, die bedoeld zijn om bekendheid te geven aan de thema's van het Europees Jaar en aan armoede en sociale uitsluiting en om een forum voor de uitwisseling van ideeën te bieden. Deze bijeenkomsten van de daartoe in aanmerking komende belanghebbende partijen zullen samen met mensen die in armoede leven en de hen vertegenwoordigende maatschappelijke organisaties worden gepland en een goede gelegenheid vormen om tekortkomingen van het beleid en alledaagse problemen te bespreken. |
De organisatie van bijeenkomsten en evenementen op communautair niveau, die bedoeld zijn om bekendheid te geven aan de thema's van het Europees Jaar en aan armoede en sociale uitsluiting en om een forum voor de uitwisseling van ideeën te bieden. Deze bijeenkomsten van de daartoe in aanmerking komende belanghebbende partijen zullen samen met mensen die in armoede leven en de hen vertegenwoordigende maatschappelijke organisaties worden gepland om bij te dragen tot de formulering van algemene maatregelen en benaderingen op het gebied van sociale zelfbeschikking en om tekortkomingen van het beleid te bespreken en een aantal instellingen bewuster te maken van de meerdimensionale facetten van armoede (met name onder vrouwen en kinderen), zoals vragen in verband met de toegang tot werk, huisvesting, sociale bescherming, gezinshulp, gezondheidszorg en sociale voorzieningen enz.. |
Motivering | |
De doelstelling van het Jaar is voorwaarden te scheppen die de toename van sociale ongelijkheden beperken, onder meer door de meerdimensionale aspecten van armoede en mogelijke lacunes in het beleid aan te pakken. | |
Amendement 46 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 2 - streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• De organisatie van diverse solidariteitsinitiatieven tot bestrijding van armoede en bevordering van sociale integratie die gewone burgers de kans bieden om rechtstreeks of via hun organisaties desnoods een bescheiden bijdrage te leveren in welke vorm dan ook; mediacampagnes kunnen fondsenwerving in het kader van het Europees Jaar ondersteunen; |
• De organisatie van diverse solidariteitsinitiatieven tot bestrijding van armoede en bevordering van sociale integratie die alle burgers de kans bieden om rechtstreeks of via hun organisaties desnoods een bescheiden bijdrage te leveren in welke vorm dan ook; mediacampagnes op nationaal en EU-niveau kunnen fondsenwerving in het kader van het Europees Jaar ondersteunen; |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 47 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 2 – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• Een voorlichtingscampagne op communautair niveau en de lokalisering van die campagne op nationaal niveau via zowel traditionele als nieuwe communicatiekanalen en nieuwe technologieën. |
• Een voorlichtingscampagne op communautair niveau en de lokalisering van die campagne op nationaal en plaatselijk niveau via zowel traditionele als nieuwe communicatiekanalen en nieuwe technologieën. |
Motivering | |
Het plaatselijk niveau is belangrijk aangezien plaatselijke en regionale autoriteiten een bijzondere rol te spelen hebben bij de erkenning en bevordering van doeltreffende toegang tot sociale, economische en culturele diensten voor mensen die in armoede of sociale uitsluiting leven. Ze dragen de hoofdverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid dat is toegespitst op het waarborgen van de integratie van mensen die worden uitgesloten. | |
Amendement 48 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 2 – streepje 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• Adequate maatregelen en initiatieven om bekendheid te geven aan de resultaten en een betere profilering van de communautaire programma's en acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar bijdragen; |
• Adequate maatregelen en initiatieven om informatie te verstrekken, bekendheid te geven aan de resultaten en te zorgen voor een betere zichtbaarheid van de communautaire programma's en acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar bijdragen; |
Motivering | |
De zichtbaarheid van communautaire programma's en initiatieven met betrekking tot het Europese Jaar moet worden verbeterd. | |
Amendement 49 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 2 – streepje 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• Geschikte initiatieven van onderwijsinstellingen tot verspreiding van informatie over het Europees Jaar; |
• Geschikte initiatieven van onderwijsinstellingen, niet-gouvernementele organisaties en liefdadigheidsorganisaties op nationaal en EU-niveau, tot verspreiding van informatie over het Europees Jaar en over maatregelen ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; |
Motivering | |
Om zeker te zijn van steun, moeten ook NGO's en liefdadigheidsorganisaties worden ingeschakeld. | |
Amendement 50 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 3 – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• de gehele Gemeenschap omvattende enquêtes en studies voor de beoordeling van en de rapportage over de voorbereiding, doeltreffendheid, reikwijdte en follow-up van het Europees Jaar op de lange termijn. Met het oog op het bereiken van een nieuwe consensus over politieke oplossingen zal een van deze enquêtes een reeks vragen bevatten om de publieke opinie te peilen ten aanzien van beleid tot preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, zoals bijvoorbeeld socialebeschermingsstelsels, alsook ten aanzien van de mogelijke rol van de Europese Unie bij de bestrijding van armoede en uitsluiting. Deze enquête zal in 2009 worden uitgevoerd, zodat de resultaten ervan tijdens de openingsconferentie van het Europees Jaar bekend kunnen worden gemaakt; |
• de gehele Gemeenschap omvattende enquêtes en studies op basis van genderspecifieke gegevensverzameling voor de beoordeling van en de rapportage over de voorbereiding, de doeltreffendheid en het onmiddellijke en langetermijneffect van het Europees Jaar. Met het oog op het vaststellen van innovatieve politieke oplossingen zal een van deze enquêtes de publieke opinie peilen ten aanzien van beleid tot preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, zo nodig met inbegrip van socialebeschermingsstelsels, alsook ten aanzien van de mogelijke rol van de Europese Unie bij de bestrijding van armoede en uitsluiting, zowel binnen de EU als mondiaal. Deze enquête zal in 2009 worden uitgevoerd, zodat de resultaten ervan tijdens de openingsconferentie van het Europees Jaar bekend kunnen worden gemaakt; |
Motivering | |
In de VN-millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling worden de strijd tegen armoede en daarmee het Europees Jaar 2010 gesteund. Bovendien hangt in het tijdperk van de mondialisering de uitbanning van armoede binnen de grenzen van de EU nauw samen met de armoedebestrijding in derde landen. | |
Amendement 51 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 3 – streepje 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
• bevordering van een studie over de schendingen van de grondrechten die het gevolg zijn van grote armoede; |
Motivering | |
Miljoenen Europese burgers hebben onvoldoende toegang tot de grondrechten door de extreme armoede en sociale uitsluiting waartoe zij veroordeeld zijn. Bijgevolg moet worden bevorderd dat er een onderzoek wordt uitgevoerd om over deze realiteit te berichten. | |
Amendement 52 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel II – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Acties op lokaal, regionaal of nationaal niveau kunnen in aanmerking komen voor financiering uit de Gemeenschapsbegroting ten bedrage van ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten per deelnemend land. De nationale medefinanciering moet even groot zijn als die van de EU en voor ten minste 50% uit publieke of particuliere middelen afkomstig zijn. Bij het selecteren van acties kunnen de nationale uitvoeringsorganen zelf beslissen of zij al dan niet – en zo ja, voor welk bedrag – medefinanciering van de voor de uitvoering van afzonderlijke acties verantwoordelijke organisatie aanvragen. |
1. De nationale medefinanciering moet even groot zijn als die van de EU en voor ten minste 50% uit publieke of particuliere middelen afkomstig zijn. Bij het selecteren van acties kunnen de nationale uitvoeringsorganen zelf beslissen of zij al dan niet – en zo ja, voor welk bedrag – medefinanciering van de voor de uitvoering van afzonderlijke acties verantwoordelijke organisatie aanvragen, met de mogelijkheid in overweging te nemen of activiteiten zelfs tot 100% van de projectkosten door het nationale uitvoeringsorgaan kunnen worden gefinancierd. |
Amendement 53 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel II – punt 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In aansluiting op het strategisch kaderdocument stelt ieder nationaal uitvoeringsorgaan in nauwe coördinatie en samenhang met de nationale strategieën voor sociale bescherming en sociale integratie een nationaal programma voor de uitvoering van het Europees Jaar op. |
3. In aansluiting op het strategisch kaderdocument stelt ieder nationaal uitvoeringsorgaan, na overleg met de maatschappelijke organisaties, in nauwe coördinatie en samenhang met de nationale strategieën voor sociale bescherming en sociale integratie een nationaal programma voor de uitvoering van het Europees Jaar op. |
Motivering | |
Een van de belangrijke aspecten van het Europees Jaar is de actieve rol van de mensen die in armoede leven en die met hun ervaring de kwaliteit van het nationale programma kunnen helpen verbeteren. | |
Amendement 54 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel II – punt 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Elk nationaal uitvoeringsorgaan dient één enkele aanvraag voor communautaire financiering in. Deze subsidieaanvraag bevat een beschrijving van het nationale programma en de nationale prioriteiten voor het Europees Jaar, de in het desbetreffende deelnemende land voor financiering voorgedragen acties en de voor de uitvoering van elk van de afzonderlijke acties verantwoordelijke organisaties. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een gedetailleerde begroting waarin de totale kosten van de voorgestelde activiteiten uiteengezet worden, alsmede het bedrag aan en de bronnen van medefinanciering. Ook de en door het nationale uitvoeringsorgaan gemaakte kosten voor personeel en administratie kunnen als subsidiabele kosten opgevoerd worden. |
4. Elk nationaal uitvoeringsorgaan dient één enkele aanvraag voor communautaire financiering in. Deze subsidieaanvraag bevat een beschrijving van het nationale programma en de nationale prioriteiten voor het Europees Jaar en de voor financiering voorgedragen acties. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een gedetailleerde begroting waarin de totale kosten van de voorgestelde activiteiten uiteengezet worden, alsmede het bedrag aan en de bronnen van medefinanciering. Ook de en door het nationale uitvoeringsorgaan gemaakte kosten voor personeel en administratie kunnen als subsidiabele kosten opgevoerd worden. |
Amendement 55 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel II – punt 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De Commissie beoordeelt de door de nationale uitvoeringsorganen ingediende aanvragen voor communautaire financiering en kan zo nodig wijzigingen ervan verlangen. |
6. De Commissie beoordeelt de naleving van de in artikel 2 bedoelde doelstellingen en kan zo nodig wijzigingen verlangen van de door de nationale uitvoeringsorganen ingediende aanvragen voor communautaire financiering. |
Motivering | |
De Commissie moet ervoor zorgen dat de aanvragen voor communautaire financiering in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het Jaar zoals bedoeld in artikel 2 van het voorstel. | |
Amendement 56 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
• bevordering van meerdimensionale geïntegreerde strategieën voor de preventie en uitbanning van armoede, met name ernstige armoede, en benaderingen die worden ingevoerd in alle onderdelen van het sociaal, economisch en cultuurbeleid; |
Motivering | |
Het Europees Jaar moet ertoe bijdragen dat de meerdimensionale aspecten van armoede worden meegenomen in alle onderdelen van het sociaal, economisch en cultuurbeleid. | |
Amendement 57 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• kinderarmoede en "overerving" van armoede van generatie op generatie; |
• bestrijding van kinderarmoede met inbegrip van "overerving" van armoede van generatie op generatie alsmede armoede binnen gezinnen, met bijzondere aandacht voor grote gezinnen, eenoudergezinnen, en gezinnen die een persoon ten laste verzorgen, alsook armoede waarmee kinderen in instellingen te maken hebben; |
Motivering | |
De situatie van kwetsbare gezinnen verdient specifieke aandacht. | |
Amendement 58 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• een op integratie gerichte arbeidsmarkt; |
• bevordering van op integratie gerichte arbeidsmarkten, met aandacht voor armoede onder werkenden en de noodzaak van lonend werk; |
Motivering | |
Veel mensen die een baan hebben, lopen toch gevaar in armoede te vervallen, o.a. als gevolg van minderwaardig werk en een laag loon. Dit probleem vereist speciale aandacht tijdens het Europees Jaar. | |
Amendement 59 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• achterstelling in onderwijs en scholing, ook bij de verwerving van digitale vaardigheden; |
• beëindiging van de achterstelling in onderwijs en scholing, ook bij de verwerving van digitale vaardigheden en bevordering van gelijke toegang voor iedereen tot ICT, met bijzondere nadruk op de behoeften van gehandicapten; |
Motivering | |
De mogelijkheid te krijgen om een leven lang bij te leren, is bijzonder belangrijk, omdat men, om kans te maken op behoorlijk werk, zijn vaardigheden aan de veranderingen op de arbeidsmarkt moet aanpassen . | |
Amendement 60 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• armoede en de genderdimensie; |
• aanpak van de gender- en leeftijdsdimensie van de armoede; |
Motivering | |
Armoede treft vrouwen en mannen of ouderen niet in dezelfde mate. Met deze verschillen moet rekening worden gehouden in beleidsmaatregelen en initiatieven tijdens en na het Europees Jaar. | |
Amendement 61 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• toegang tot basisvoorzieningen, zoals behoorlijke huisvesting; |
• garanderen van gelijke toegang tot adequate faciliteiten en diensten, zoals behoorlijke huisvesting, gezondheidszorg en sociale bescherming; |
Motivering | |
De toegankelijkheid van adequate voorzieningen en van de gezondheidszorg en sociale bescherming zijn heel belangrijk voor mensen die in armoede leven, en moeten tijdens het Europees Jaar voldoende aan bod komen. | |
Amendement 62 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
• vergemakkelijken van de toegang tot cultuur en mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding; |
Motivering | |
Mensen die onder armoede gebukt gaan, hebben vaak geen toegang tot cultuur en mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding. | |
Amendement 63 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• de bestrijding van discriminatie en de bevordering van de inburgering van immigranten en de integratie van etnische minderheden in de samenleving en op de arbeidsmarkt; |
• de bestrijding van discriminatie en de bevordering van de integratie van immigranten en etnische minderheden in de samenleving; |
Motivering | |
Maakt duidelijk dat de maatschappelijke integratie van immigranten en etnische minderheden van het grootste belang is. | |
Amendement 64 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – punt 2 – streepje 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
• de bevordering van een geïntegreerde aanpak van actieve integratie en het beheer van het privéleven; |
Motivering | |
Tijdens het Jaar moet worden getracht de actieve integratie te bevorderen alsook het zelfbeheer van het privéleven, en in het bijzonder een goed financieel beheer. | |
Amendement 65 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 6 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
• bevordering van gelijke kansen voor iedereen; |
Motivering | |
Gezien het doel van het Europees Jaar voor gelijke kansen is het logisch dat dit ook een thema wordt voor dit Europees Jaar. | |
Amendement 66 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – punt 2 – streepje 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
• inspelen op de behoeften van mensen met een handicap en andere kwetsbare groepen; |
• inspelen op de behoeften van mensen met een handicap en afhankelijke personen en hun families, en andere kwetsbare groepen alsook mensen in kwetsbare situaties, met name daklozen. |
Motivering | |
Afhankelijke personen en de families die voor hen zorgen, lopen een groter risico in armoede te vervallen, net als personen die te kampen hebben met een moeilijke persoonlijke situatie. |
TOELICHTING
Toen in maart 2000 het initiatief tot de Lissabon-strategie werd genomen, verzocht de Europese Raad de lidstaten en de Commissie om stappen van doorslaggevende betekenis voor uitbannen van de armoede in de periode tot 2010. Tijdens daaropvolgende bijeenkomsten van de Europese Raad werd deze doelstelling steeds bekrachtigd.
In 2006 leefde 16% (78 miljoen mensen) van de totale bevolking van de EU-25 onder de armoedegrens. In 2000 hadden ongeveer 40 miljoen mensen in de EU-25 (9% van de totale bevolking) te maken met aanhoudende armoede. In 2005 liep 19% (19 miljoen) van de kinderen in de EU-25 gevaar tot armoede te vervallen. Hoewel de kloof tussen de geslachten in de meeste lidstaten kleiner wordt, bedroeg deze kloof bij armoede en aanhoudende armoede in 2006 ongeveer 2 procentpunten
Achtergrondinformatie
De Europese Raad heeft in maart 2000 in Lissabon de open coördinatiemethode in het leven geroepen als kader voor politieke coördinatie zonder juridische verplichtingen. Deze methode moet de Unie helpen tegen 2010 haar strategische doelstellingen te realiseren: duurzame economische groei, meer en betere banen en een sterkere sociale samenhang. De lidstaten zullen hun meest doeltreffende beleidsmaatregelen op het gebied van sociale bescherming en sociale integratie zichtbaar maken en bevorderen, om van elkaars ervaringen te leren. Het gaat hierbij om een flexibele, gedecentraliseerde aanpak.
In het kader van deze aanpak komen de lidstaten gemeenschappelijke doelstellingen en indicatoren overeen, stellen zij nationale strategieverslagen op en presenteren zij hun evaluatie.
Sinds januari 2007 steunt de EU met haar geïntegreerde programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit de doelstellingen in de sociale agenda en levert zij een bijdrage aan haar bredere strategie ten behoeve van banen en groei.
De overkoepelende doelstelling van de open coördinatiemethode (OCM) voor sociale bescherming en sociale integratie is de bevordering van:
· een goede interactie tussen de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling en de doelstellingen van de Lissabon-strategie (duurzame economische groei, meer en betere banen en een sterkere sociale samenhang);
· beleid gericht op sociale integratie, gelijkheid tussen man en vrouw en gelijke kansen voor iedereen door middel van toegankelijke, financierbare en efficiënte socialezekerheidsstelsels;
· goed bestuur, transparantie en het betrekken van de belanghebbenden bij de voorbereiding en uitvoering van beleid en het toezicht daarop.
Binnen de overkoepelende doelstellingen dient de OCM het uitbannen van armoede en sociale uitsluiting een beslissende stap dichterbij te brengen.
Uitgaande van het mandaat van de Europese Raad in Lissabon hebben de lidstaten en de Commissie een gemeenschappelijke benadering trachten te ontwikkelen en naar compatibele indicatoren gezocht. In 2001 heeft het Comité sociale bescherming een verslag ingediend waarin een eerste reeks gezamenlijk overeengekomen indicatoren wordt aanbevolen. Dit verslag is in december 2001 door de Raad Werkgelegenheid en Sociale Zaken goedgekeurd en vervolgens voorgelegd aan de EU-Top in Laken. In juni 2006 heeft het Comité sociale bescherming een aangepaste reeks indicatoren goedgekeurd voor de sociale bescherming en de sociale integratie.
Voor de doelstelling "uitbanning van armoede en sociale uitsluiting" is een van de gemeenschappelijke indicatoren het armoederisico (aandeel van de bevolking met een gelijkgeschakeld beschikbaar inkomen van minder dan 60% van het nationale mediaan beschikbare inkomen).
Samenvatting van de mededeling van de Commissie over het Europees Jaar 2010
In haar sociale agenda voor 2005-2010 heeft de Commissie een voorstel aangekondigd om 2010 uit te roepen tot Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
Met een budget van 17 miljoen euro is voor dit Europees Jaar het grootste bedrag uitgetrokken dat ooit voor zo'n jaar beschikbaar is gesteld, waarmee het grote politieke belang ervan wordt onderstreept.
Met het Europees Jaar wil de Unie bekrachtigen dat zij zich inzet voor solidariteit, sociale gerechtigheid en een sterkere cohesie, en wil zij het draagvlak voor de overkoepelende doelstellingen van de Unie vergroten door de uitbanning van armoede een belangrijk stuk dichterbij te brengen.
Het Europees Jaar dient het publiek beter van armoede en sociale uitsluiting in Europa bewust te maken en duidelijk te maken dat armoede en uitsluiting een ontwrichtende uitwerking hebben op de maatschappelijke en economische ontwikkeling. Het moet opnieuw het belang van collectieve verantwoordelijkheid onderstrepen, niet alleen gedragen door de beleidsmakers, maar ook door de publieke en private actoren.
Behalve de algemene doelstellingen liggen er vier specifieke doelstellingen ten grondslag aan het voorstel voor een Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting:
· De erkenning van het recht van mensen die zich in een situatie van armoede en sociale uitsluiting bevinden, op een waardig leven en volwaardige rol in de samenleving.
· Een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid en activiteiten op het gebied van de sociale integratie, met het accent op ieders verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en marginalisering.
· Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door een betere publieke voorlichting over de voordelen voor iedereen van een samenleving zonder armoede waarin niemand veroordeeld is om in de marge te leven.
· Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van deze inzet op alle bestuursniveaus.
Het Europees Jaar zal de open coördinatiemethode (OCM) voor sociale bescherming en sociale integratie ondersteunen en het is de bedoeling dat het een duidelijke toegevoegde waarde qua beleidseffect en -effectiviteit oplevert. De onderwerpen van het Europees Jaar sluiten dus aan bij deze OCM.
De Europese Unie kan weliswaar een kader voor coördinatie op diverse niveaus bieden, maar tastbare vooruitgang kan slechts worden bereikt door een aanzienlijke inbreng van de deelnemende landen op nationaal niveau. De op Europees niveau vastgestelde activiteiten waarmee een samenhangende benadering bij het streven naar een op integratie gerichte samenleving wordt gegarandeerd, moeten daarom aan de specifieke kenmerken van elk deelnemend land worden aangepast.
Er zal een uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaand comité worden ingesteld om de Commissie bij de uitvoering van de activiteiten in het kader van het Europees Jaar terzijde te staan. Dit comité zal toezicht houden op de uitvoering van de activiteiten aan de hand van door de Commissie in het strategisch kaderdocument vastgelegde gemeenschappelijke richtsnoeren.
De uitvoering op nationaal niveau moet in overeenstemming zijn met de voor het Europees Jaar in het bovengenoemde strategisch kaderdocument vastgestelde beleidsdoelstellingen. Elke lidstaat dient bij de Commissie een nationaal programma voor de uitvoering van het Europees Jaar in. Ieder programma dient in nauwe samenwerking met en onder toezicht van de door de aan het Europees Jaar deelnemende landen aangewezen nationale uitvoeringsorganen (NUO's) gepland, goedgekeurd en uitgevoerd te worden.
Bij de vaststelling en uitvoering van hun nationale strategieën plegen de NUO's overleg en werken zij nauw samen met een nationale adviesgroep – NAG – waarin een breed scala aan belanghebbenden zitting hebben, zoals maatschappelijke organisaties die de belangen van mensen die in armoede leven vertegenwoordigen, vertegenwoordigers van het nationale parlement, van de sociale partners en de regionale en lokale autoriteiten.
Uit de ervaring met eerdere Europese Jaren op sociaal gebied is gebleken hoe belangrijk zij zijn bij de bewustmaking van het publiek, de bevordering van participatie, de verbetering van de politieke inzet op alle niveaus en de bijdrage aan beleidsveranderingen. Het voorstel beantwoordt daarom aan het subsidiariteitsbeginsel in artikel 5 van het Verdrag. In het voorstel voor het Europees Jaar wordt er tegelijkertijd de nadruk op gelegd hoe belangrijk het is de verschillende tradities en nationale situaties in de lidstaten te respecteren, zowel met het oog op een flexibele uitvoering als om conflicten met de in bepaalde lidstaten reeds bestaande goede werkwijzen te vermijden. Zodoende respecteert het voorstel eveneens het evenredigheidsbeginsel.
Essentie van de amendementen van het Europees Parlement
In zijn verslag over het opmaken van de balans van de sociale realiteit heeft het Europees Parlement de Commissie steun betuigd voor haar voorstel om 2010 uit te roepen tot Europees Jaar voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
In algemene zin is de rapporteur het eens met de inhoud van het Commissievoorstel en stemt het haar bijzonder tevreden dat de meerdimensionale facetten van armoede worden erkend en dat wordt ingezien dat het publiek sterker van de problematiek moet worden doordrongen, dat overheid en particulieren meer verantwoordelijkheid op zich moeten nemen en dat de armen en hun vertegenwoordigers sterker moeten worden betrokken bij de uitvoering van het Europees Jaar.
Met het verslag wordt in wezen beoogd preciseringen in de artikelen aan te brengen en een aantal belangrijke nieuwe elementen toe te voegen. De behandelde punten zijn:
1. Een mondiale kijk op armoede en sociale integratie door het Europees Jaar te verbinden met de millenniumdoelstellingen van de VN en met name de Internationale Dag voor de uitbanning van armoede (17 oktober).
2. Van meet af aan moet duidelijk zijn dat het Europees Jaar niet alleen gericht is op bestrijding van (diepe) armoede, maar ook op preventie van armoede en sociale uitsluiting.
3. Het verder uitwerken van het in het Commissievoorstel beschreven concept met betrekking tot de complexiteit en de meerdimensionale aspecten van armoede en sociale uitsluiting.
Daartoe worden de betrokken groepen breder gedefinieerd, bijvoorbeeld door opneming van vroegtijdige schoolverlaters en (langdurig) werklozen.
Ook worden de meerdimensionale beleidsmaatregelen verduidelijkt die op nationaal, regionaal en lokaal niveau moeten worden gecoördineerd en uitgevoerd om het doel van het Europees Jaar te bereiken. Deze maatregelen moeten zorgen voor gelijke toegangskansen tot onderwijs en een leven lang leren, waaronder toegang tot ICT, socialebeschermingsstelsels, de kwaliteit van sociale diensten en zorg alsmede huisvesting.
4. Een apart aandachtspunt is het zorgen voor gelijke behandeling en non-discriminatie, o.a. via een betere uitvoering van de relevante EU-wetgeving, aangezien vrouwen en kwetsbare groepen vaker dan anderen te maken krijgen met armoede en sociale uitsluiting.
5. De rapporteur wilde het accent ook sterker leggen op het bestuursaspect en de totstandbrenging van synergieën met bestaande programma's en initiatieven.
Duidelijk wordt gesteld dat het Europees Jaar op EU-niveau niet alleen moet worden gebruikt om eerdere toezeggingen te herhalen of de open coördinatiemethode te versterken, maar moet leiden tot extra inspanningen bij de uitwisseling van goede praktijken, het lanceren van nieuwe initiatieven enz. Met het oog op de samenhang tussen en de continuïteit van de acties moet in grotere mate worden teruggegrepen op de resultaten van eerdere Europese Jaren en moet een sterkere coördinatie plaatsvinden met bestaande Europese programma's en financiële middelen voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
Om van het Europees Jaar een succes te maken, moeten de nationale, regionale en lokale instanties samenwerken en moeten alle relevante actoren worden ingeschakeld wanneer in de lidstaten de discussie begint over de nationale inhoud van het Europees Jaar.
6. Uitgaande van het vorige punt vindt het Europees Parlement het van groot belang dat mensen die te maken hebben met armoede en sociale uitsluiting, werkelijk worden betrokken bij het overleg op EU- en nationaal niveau over de inhoud en de uitvoering van de plannen voor het Europees Jaar.
Dit alles heeft geleid tot specifieke aanpassingen in de overwegingen en artikelen; er is met name aandacht besteed aan artikel 2 (doelstellingen) en aan de bijlage, deel IV, tweede alinea (thema's van het Europees Jaar).
In artikel 2 heeft de wijziging betrekking op de betrokkenheid en de deelname van alle betrokken groepen. Dit artikel houdt ook verband met deel IV van de bijlage. De belangrijkste wijziging in de bijlage is de opneming van enkele extra thema's, waarmee het belang moet worden onderstreept van de bestrijding van kinderarmoede in een situatie van gezinsarmoede, de bevordering van gelijke behandeling en non-discriminatie, een actieve integratieaanpak alsmede toegang tot cultuur en vrijetijdsactiviteiten (het doel is om de thema's te koppelen aan de meerdimensionale aspecten van armoede en sociale uitsluiting).
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (3.4.2008)
aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010
(COM(2007)0797 – C6‑0469/2007 – 2007/0278(COD))
Rapporteur voor advies: Lidia Joanna Geringer de Oedenberg
AMENDEMENTEN
De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Verscheidene landen wijzen in hun nationale actieplannen voor sociale integratie op het grote risico van armoede en/of uitsluiting waarmee sommige groepen geconfronteerd worden, zoals kinderen, alleenstaande ouders, bejaarden, migranten en etnische minderheden, mensen met een handicap, thuislozen, gevangenen, vrouwen en kinderen die het slachtoffer van geweld zijn, en zware drugsgebruikers. |
(11) Verscheidene landen wijzen in hun nationale actieplannen voor sociale integratie op het grote risico van armoede en/of uitsluiting waarmee sommige groepen geconfronteerd worden, zoals kinderen, alleenstaande ouders, grote gezinnen, bejaarden, jongeren en met name jonge vrouwen, migranten en etnische minderheden, mensen met een handicap, thuislozen, gevangenen, vrouwen en kinderen die het slachtoffer van geweld zijn, en zware drugsgebruikers. |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Ook al maakt werk voor het individu de kans op armoede geringer, toch is werk niet altijd voldoende om mensen uit hun armoede te bevrijden. Ook werkenden staan nog steeds aan het risico van armoede bloot. Armoede onder werkenden houdt met laagbetaald, laaggeschoold, onzeker en dikwijls deeltijdwerk verband, maar ook met de kenmerken van het huishouden waarin de betrokken persoon woont, zoals het aantal afhankelijke personen en de arbeidsintensiteit van het huishouden. Kwalitatief hoogwaardig werk is daarom een essentiële voorwaarde om mensen uit armoede te bevrijden. |
(12) Ook al maakt werk voor het individu de kans op armoede geringer, toch is werk niet altijd voldoende om mensen uit hun armoede te bevrijden. Ook werkenden staan nog steeds aan het risico van armoede bloot. Armoede onder werkenden houdt verband met laagbetaald en laaggeschoold werk, met beperkte mogelijkheden om een beroepsopleiding te volgen en om werk en gezin te combineren, met onzekere arbeidsvoorwaarden (dikwijls deeltijdwerk), maar ook met het niveau van de sociale en economische ondersteuning ten opzichte van de kenmerken van het huishouden waarin de betrokken persoon woont, zoals het aantal afhankelijke personen en de arbeidsintensiteit van het huishouden. Kwalitatief hoogwaardig werk en sociale en economische ondersteuning zijn daarom essentiële voorwaarden om mensen uit armoede te bevrijden. |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Een brede steun onder de bevolking voor het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een beslissende factor voor het welslagen ervan. Het Europees Jaar moet een katalyserende rol vervullen bij het bewustmakings- en activeringsproces. Het moet ertoe bijdragen dat de politieke aandacht gefocust is en dat alle betrokkenen worden gestimuleerd om vorderingen te maken met de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie. |
(15) Een brede steun onder de bevolking voor het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een beslissende factor voor het welslagen ervan. Het Europees Jaar moet een katalyserende rol vervullen bij het bewustmakings- en activeringsproces. Het moet ertoe bijdragen dat de politieke aandacht gefocust is en dat alle betrokkenen worden gestimuleerd om vorderingen te maken met de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie en de methode te versterken, alsmede op Europees en nationaal niveau nieuwe acties en initiatieven te bevorderen in samenwerking met arme mensen en hun vertegenwoordigers. In dit kader zou bijzondere aandacht moeten worden besteed aan de effectieve tenuitvoerlegging, op nationaal niveau, van de communautaire wetgeving inzake gelijke kansen en gelijkheid van mannen en vrouwen. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) Cohesie — Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door een betere publieke voorlichting over de voordelen die iedereen ten goede zouden komen als armoede is uitgebannen en niemand veroordeeld is om in de marge te leven. Het Europees Jaar bevordert een samenleving die voor allen, ongeacht hun achtergrond, levenskwaliteit, maatschappelijk welzijn en gelijke kansen ondersteunt en verbetert door duurzame ontwikkeling, solidariteit tussen en binnen de generaties en samenhang van het beleid met activiteiten van de EU op de gehele wereld te waarborgen; |
(c) Cohesie — Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door wijziging van het sociaaleconomisch beleid dat de onderliggende oorzaak is van de sociale ongelijkheid en de armoede, met name onder vrouwen en kinderen en door een betere publieke voorlichting over de voordelen die iedereen ten goede zouden komen als armoede is uitgebannen en niemand veroordeeld is om in de marge te leven. Het Europees Jaar bevordert een samenleving die voor allen, ongeacht hun achtergrond en geslacht, levenskwaliteit, maatschappelijk welzijn en gelijke kansen ondersteunt en verbetert door duurzame ontwikkeling, solidariteit tussen en binnen de generaties en samenhang van het beleid met activiteiten van de EU op de gehele wereld te waarborgen; |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) Inzet — Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van deze inzet op alle bestuursniveaus. Door voort te bouwen op de resultaten en mogelijke tekortkomingen van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie geeft het Europees Jaar meer gewicht aan politieke inzet voor de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en geeft het een impuls aan de verdere ontwikkeling van het optreden van de Europese Unie op dit gebied. |
(d) Inzet — Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van deze inzet op alle bestuursniveaus, door wijziging van het beleid dat verantwoordelijk is voor deze fenomenen. Door voort te bouwen op de resultaten en mogelijke tekortkomingen van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie geeft het Europees Jaar meer gewicht aan politieke inzet voor de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en geeft het een impuls aan de verdere ontwikkeling van het optreden van de Europese Unie op dit gebied. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij de uitvoering van het Europees Jaar wordt rekening gehouden met de verschillende wijze waarop vrouwen en mannen armoede en sociale uitsluiting ervaren. |
Bij de uitvoering van het Europees Jaar wordt rekening gehouden met de verschillende wijze waarop vrouwen en mannen armoede en sociale uitsluiting ervaren, en bij de tenuitvoerlegging en evaluatie van de acties in het kader van dat jaar wordt de genderdimensie in acht genomen. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat wijst een nationaal uitvoeringorgaan aan, dat belast is met de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar en met de coördinatie op nationaal niveau. Dit nationaal uitvoeringsorgaan is verantwoordelijk voor het vaststellen van het nationaal programma en de prioriteiten voor het Europees Jaar, alsook voor de selectie van individuele acties waarvoor communautaire financiering zal worden aangevraagd. De nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zullen overeenkomstig de in artikel 2 vermelde doelstellingen worden vastgesteld. |
1. Elke lidstaat wijst een nationaal uitvoeringorgaan aan, dat belast is met de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar en met de coördinatie op nationaal niveau. Dit nationaal uitvoeringsorgaan is verantwoordelijk voor het vaststellen van het nationaal programma en de prioriteiten voor het Europees Jaar, alsook voor de selectie van individuele acties waarvoor communautaire financiering zal worden aangevraagd. De nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zullen overeenkomstig de in artikel 2 vermelde doelstellingen en het in artikel 4 vastgelegde beginsel van gendermainstreaming worden vastgesteld. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Artikel 9 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie neemt besluiten betreffende de financiering van acties ingevolge artikel 8, leden 1 en 2, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure. |
1. De Commissie neemt besluiten betreffende de financiering van acties ingevolge artikel 8, leden 1 en 2, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure, met inachtneming van het in artikel 4 vastgelegde beginsel van gendermainstreaming. |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Artikel 15 - alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Dit verslag bevat eveneens informatie over de eerbiediging van het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen tijdens het Europees jaar en de tenuitvoerlegging ervan, alsmede een evaluatie van de wijze waarop kwetsbare groepen hebben kunnen profiteren van het Europees Jaar. |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel I – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De organisatie van bijeenkomsten en evenementen op communautair niveau, die bedoeld zijn om bekendheid te geven aan de thema's van het Europees Jaar en aan armoede en sociale uitsluiting en om een forum voor de uitwisseling van ideeën te bieden. Deze bijeenkomsten van de daartoe in aanmerking komende belanghebbende partijen zullen samen met mensen die in armoede leven en de hen vertegenwoordigende maatschappelijke organisaties worden gepland en een goede gelegenheid vormen om tekortkomingen van het beleid en alledaagse problemen te bespreken. |
De organisatie van bijeenkomsten en evenementen op communautair niveau, die bedoeld zijn om bekendheid te geven aan de thema's van het Europees Jaar en aan armoede en sociale uitsluiting en om een forum voor de uitwisseling van ideeën te bieden. Deze bijeenkomsten van de daartoe in aanmerking komende belanghebbende partijen zullen samen met mensen die in armoede leven en de hen vertegenwoordigende maatschappelijke organisaties worden gepland en een goede gelegenheid vormen om tekortkomingen van het beleid en alledaagse problemen te bespreken en wordt ernaar gestreefd de verschillende instituties bewust te maken van de oorzaken van armoede en van de maatregelen die genomen moeten worden om armoede te bestrijden, met name onder vrouwen en kinderen. |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel II – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Acties op lokaal, regionaal of nationaal niveau kunnen in aanmerking komen voor financiering uit de Gemeenschapsbegroting ten bedrage van ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten per deelnemend land. De nationale medefinanciering moet even groot zijn als die van de EU en voor ten minste 50% uit publieke of particuliere middelen afkomstig zijn. Bij het selecteren van acties kunnen de nationale uitvoeringsorganen zelf beslissen of zij al dan niet – en zo ja, voor welk bedrag – medefinanciering van de voor de uitvoering van afzonderlijke acties verantwoordelijke organisatie aanvragen. |
1. Acties op lokaal, regionaal of nationaal niveau kunnen in aanmerking komen voor financiering uit de Gemeenschapsbegroting ten bedrage van ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten per deelnemend land. De nationale medefinanciering moet even groot zijn als die van de EU en voor ten minste 50% uit publieke of particuliere middelen afkomstig zijn. Bij het selecteren van acties kunnen de nationale uitvoeringsorganen zelf beslissen of zij al dan niet – en zo ja, voor welk bedrag – medefinanciering van de voor de uitvoering van afzonderlijke acties verantwoordelijke organisatie aanvragen, rekening houdend met de mogelijkheid om activiteiten tot 100% van de projectkosten te laten financieren door het nationale uitvoeringsorgaan. |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Bijlage – deel IV – alinea 2 – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– kinderarmoede en "overerving" van armoede van generatie op generatie; |
–bestrijding van kinderarmoede en "overerving" van armoede van generatie op generatie, met name door een betere ondersteuning van gezinnen en het ouderschap; |
PROCEDURE
Titel |
Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0797 – C6-0469/2007 – 2007/0278(COD) |
|||||||
Commissie ten principale |
EMPL |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
FEMM 31.1.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg 22.1.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
28.2.2008 |
3.4.2008 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
3.4.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
24 0 1 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Edit Bauer, Edite Estrela, Ilda Figueiredo, Věra Flasarová, Claire Gibault, Zita Gurmai, Lívia Járóka, Piia-Noora Kauppi, Urszula Krupa, Roselyne Lefrançois, Astrid Lulling, Zita Pleštinská, Anni Podimata, Christa Prets, Teresa Riera Madurell, Anne Van Lancker, Anna Záborská |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Gabriela Creţu, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Mary Honeyball, Christa Klaß, Marusya Ivanova Lyubcheva, Petya Stavreva, Feleknas Uca |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Manolis Mavrommatis |
|||||||
PROCEDURE
Titel |
Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0797 – C6-0469/2007 – 2007/0278(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
12.12.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
EMPL 31.1.2008 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
FEMM 31.1.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Marie Panayotopoulos-Cassiotou 23.1.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
2.4.2008 |
5.5.2008 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
6.5.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
41 1 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Andersson, Edit Bauer, Emine Bozkurt, Iles Braghetto, Philip Bushill-Matthews, Alejandro Cercas, Derek Roland Clark, Jean Louis Cottigny, Proinsias De Rossa, Harald Ettl, Richard Falbr, Carlo Fatuzzo, Joel Hasse Ferreira, Stephen Hughes, Karin Jöns, Ona Juknevičienė, Jan Jerzy Kułakowski, Jean Lambert, Raymond Langendries, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Jan Tadeusz Masiel, Jiří Maštálka, Maria Matsouka, Elisabeth Morin, Juan Andrés Naranjo Escobar, Csaba Őry, Siiri Oviir, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Jacek Protasiewicz, Bilyana Ilieva Raeva, Elisabeth Schroedter, José Albino Silva Peneda, Jean Spautz, Ewa Tomaszewska, Anne Van Lancker, Gabriele Zimmer |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Gabriela Creţu, Petru Filip, Jamila Madeira, Csaba Sógor, Kyriacos Triantaphyllides |
|||||||
Datum indiening |
8.5.2008 |
|||||||