AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97
13.5.2008 - (16676/1/2007 – C6‑0140/2008 – 2006/0144(COD)) - ***II
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Avril Doyle
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97
(16676/1/2007 – C6‑0140/2008 – 2006/0144(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (16676/1/2007 – C6‑0140/2008),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0425),
– gelet op artikel 251, lid 2, van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6‑0176/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Overweging 4 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
Deze verordening dient slechts te gelden voor enzymen die aan levensmiddelen worden toegevoegd om een technologische functie te vervullen bij de vervaardiging, verwerking, bereiding, behandeling, verpakking, het vervoer of de opslag daarvan, met inbegrip van als technische hulpstoffen gebruikte enzymen (hierna "voedingsenzymen" genoemd). Daarom moet deze verordening geen betrekking hebben op enzymen die niet aan levensmiddelen worden toegevoegd om een technologische functie vervullen, maar die bestemd zijn voor menselijke consumptie, zoals enzymen voor voedingsdoeleinden. Microbiële culturen die van oudsher bij de vervaardiging van levensmiddelen, zoals kaas en wijn, worden gebruikt en die incidenteel enzymen kunnen produceren, maar die niet specifiek worden gebruikt om deze te produceren, moeten niet als voedingsenzymen worden beschouwd. |
Deze verordening dient slechts te gelden voor enzymen die aan levensmiddelen worden toegevoegd om een technologische functie te vervullen bij de vervaardiging, verwerking, bereiding, behandeling, verpakking, het vervoer of de opslag daarvan, met inbegrip van als technische hulpstoffen gebruikte enzymen (hierna "voedingsenzymen" genoemd). Daarom moet deze verordening geen betrekking hebben op enzymen die niet aan levensmiddelen worden toegevoegd om een technologische functie vervullen, maar die bestemd zijn voor menselijke consumptie, zoals enzymen voor voedings- of spijsverteringsdoeleinden. Microbiële culturen die van oudsher bij de vervaardiging van levensmiddelen, zoals kaas en wijn, worden gebruikt en die incidenteel enzymen kunnen produceren, maar die niet specifiek worden gebruikt om deze te produceren, moeten niet als voedingsenzymen worden beschouwd. |
Motivering | |
Dit amendement is in eerste lezing door het Parlement aangenomen (amendement 3). Er moet uitdrukkelijk op worden gewezen dat deze verordening niet van toepassing is op enzymen die bestemd zijn voor menselijke consumptie, zoals enzymen die worden gebruikt voor voedings- of spijsverteringsdoeleinden. | |
Amendement 2 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Overweging 6 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(6) Voedingsenzymen mogen alleen worden goedgekeurd en gebruikt indien zij aan de criteria van deze verordening voldoen. Het gebruik van voedingsenzymen moet veilig zijn, moet om technologische redenen noodzakelijk zijn en mag de consument niet misleiden. Misleiding van de consument omvat, maar is niet beperkt tot, aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product. Bij het goedkeuren van voedingsenzymen moeten ook andere ter zake doende factoren in aanmerking worden genomen, zoals maatschappelijke, economische, traditiefactoren, ethische factoren en milieufactoren en de uitvoerbaarheid van controles. |
(6) Voedingsenzymen mogen alleen worden goedgekeurd en gebruikt indien zij aan de criteria van deze verordening voldoen. Het gebruik van voedingsenzymen moet veilig zijn, moet om technologische redenen noodzakelijk zijn, mag de consument niet misleiden en moet een voordeel hebben voor de consument. Misleiding van de consument omvat, maar is niet beperkt tot, aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product. Bij het goedkeuren van voedingsenzymen moeten ook andere ter zake doende factoren in aanmerking worden genomen, zoals maatschappelijke, economische, traditiefactoren, ethische factoren en milieufactoren, de uitvoerbaarheid van controles en indien nodig het voorzorgsbeginsel. |
Motivering | |
Gebaseerd op de in eerste lezing door het Parlement aangenomen amendementen 4 en 6. Het Parlement is van mening dat het voorzorgsbeginsel centraal moet staan bij de risicobeoordeling van voedingsenzymen. Net als in de huidige wetgeving inzake levensmiddelenadditieven moet een duidelijk voordeel voor de consument een centrale vereiste zijn in de toelatingsprocedure voor aroma's. | |
Amendement 3 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Overweging 9 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(9) Met het oog op harmonisering moeten de risicobeoordeling van voedingsenzymen en de opneming ervan in de communautaire lijst plaatsvinden in overeenstemming met de procedure van Verordening (EG) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's. |
(9) Met het oog op harmonisering moeten de risicobeoordeling van voedingsenzymen en de opneming ervan in de communautaire lijst plaatsvinden in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel en met de procedure van Verordening (EG) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's. |
Motivering | |
Dit amendement is in eerste lezing door het Parlement aangenomen (amendement 6). Bij de risicobeoordeling van voedingsenzymen moet het voorzorgbeginsel centraal staan. | |
Amendement 4 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Overweging 11 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(11) Een voedingsenzym dat valt binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders moet voor de veiligheidsbeoordeling van de genetische modificatie aan de goedkeuringsprocedure van die verordening onderworpen zijn, terwijl de definitieve goedkeuring bij de onderhavige verordening moet worden verleend. |
(11) Een voedingsenzym dat valt binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders moet overeenkomstig die verordening alsmede op grond van de onderhavige verordening worden toegelaten. |
Motivering | |
Herneemt deels amendement 7 uit de eerste lezing. Elk genetisch gemodificeerd product dat gebruikt wordt voor de productie van een voedingsenzym en in overeenstemming met deze verordening inzake voedingsenzymen reeds is toegelaten in de EU, moet ook worden toegelaten in overeenstemming met de bepalingen van Verordening 1829/2003. Dit amendement stemt de verordening inzake voedingsenzymen af op de andere voorstellen van het pakket. | |
Amendement 5 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Overweging 14 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(14) Om ervoor te zorgen dat de voorwaarden voor alle aanvragers billijk en gelijk zijn, dient de communautaire lijst in één keer te worden vastgesteld. Die lijst moet worden opgesteld na afronding van de risicobeoordeling van alle voedingsenzymen waarvoor gedurende de aanloopperiode van twee jaar voldoende informatie is verstrekt. |
(14) Om ervoor te zorgen dat de voorwaarden voor alle aanvragers billijk en gelijk zijn, dient de communautaire lijst in één keer te worden vastgesteld. Die lijst moet worden opgesteld na afronding van de risicobeoordeling van alle voedingsenzymen waarvoor gedurende de aanloopperiode van twee jaar voldoende informatie is verstrekt. De risicobeoordelingen van de Autoriteit voor individuele enzymen moeten echter gepubliceerd worden zodra ze afgerond zijn. |
Motivering | |
Dit amendement is in eerste lezing door het Parlement aangenomen (amendement 8). Verduidelijkt moet worden dat de publicatie van de risicobeoordeling voor individuele enzymen niet wordt vertraagd door de "eenstapsbenadering". | |
Amendement 6 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 2 – letter b ter) (nieuw) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
|
b ter) "quantum satis": wanneer voor een levensmiddelenadditief geen maximumhoeveelheid is vastgesteld. Additieven dienen echter te worden gebruikt volgens goede productiemethoden, in hoeveelheden die niet groter zijn dan voor het beoogde doel nodig is en op voorwaarde dat de consument niet wordt misleid. |
Motivering | |
Dit amendement is gebaseerd op een in eerste lezing door het Parlement ingediend amendement (amendement 14). Quantum satis: in dit artikel moet samen met de andere definities een definitie worden opgenomen van "quantum satis" zoals bedoeld in artikel 12, letter f) van het voorstel van de Commissie. | |
Amendement 7 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 6 – letter a) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
a) volgens de beschikbare wetenschappelijke gegevens levert het bij de voorgestelde hoeveelheden geen gevaar op voor de gezondheid van de consument en |
a) volgens de beschikbare wetenschappelijke gegevens en het voorzorgsbeginsel levert het bij de voorgestelde hoeveelheden geen gevaar op voor de gezondheid van de consument en |
|
|
|
|
Motivering | |
Dit amendement herneemt deels een in eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement (amendement 16). Het Parlement is van mening dat het voorzorgsbeginsel centraal moet staan bij de risicobeoordeling en bijgevolg moet worden opgenomen in een artikel. | |
Amendement 8 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 6 – letter c) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
c) het gebruik ervan brengt de consument niet in misleiding. |
c) het gebruik ervan brengt de consument niet in misleiding. Misleiding van de consument omvat, maar blijft niet beperkt tot onderwerpen die verband houden met het karakter, de versheid en kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, het natuurlijke karakter van het product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product. |
Motivering | |
Gebaseerd op het in eerste lezing aangenomen amendement 16. Er moet duidelijk worden toegelicht wat bedoeld wordt met de uitdrukking "misleiding van de consument". | |
Amendement 9 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 6 – letter c bis) (nieuw) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
|
c bis) het gebruik ervan levert duidelijk voordeel op voor de consument. |
Motivering | |
Dit amendement is in eerste lezing door het Parlement aangenomen (amendement 16). Evenals in de huidige wetgeving inzake levensmiddelenadditieven moet een duidelijk voordeel voor de consument een centrale vereiste zijn in de toelatingsprocedure voor aroma's. | |
Amendement 10 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 7 – lid 2 – letter c) en d) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
c) zo nodig de levensmiddelen waaraan het voedingsenzym mag worden toegevoegd; |
c) de levensmiddelen waaraan het voedingsenzym mag worden toegevoegd; |
d) zo nodig de voorwaarden waaronder het voedingsenzym mag worden gebruikt; In voorkomend geval wordt voor een voedingsenzym geen maximum vastgesteld. In dat geval wordt het voedingsenzym gebruikt overeenkomstig het "quantum-satis"-beginsel; |
d) de voorwaarden waaronder het voedingsenzym mag worden gebruikt; In voorkomend geval wordt voor een voedingsenzym geen maximum vastgesteld. In dat geval wordt het voedingsenzym gebruikt overeenkomstig het "quantum-satis"-beginsel; |
Motivering | |
Dit amendement is gebaseerd op een in eerste lezing aangenomen amendement (amendement 19). Het Parlement is van mening dat bij de toelating van een voedingsenzym meer in detail moet worden ingegaan op de gebruiksvoorwaarden en etiketteringsvoorschriften. | |
Amendement 11 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 7 – lid 2 – letter f) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
f) zo nodig specifieke voorschriften ten aanzien van de etikettering van de levensmiddelen waarin de voedingsenzymen zijn gebruikt, zodat de eindverbruiker op de hoogte wordt gebracht van de fysische toestand van het levensmiddel of de specifieke behandeling die het heeft ondergaan. |
f) specifieke voorschriften ten aanzien van de etikettering van de levensmiddelen waarin de voedingsenzymen zijn gebruikt, zodat de eindverbruiker op de hoogte wordt gebracht van de fysische toestand van het levensmiddel of de specifieke behandeling die het heeft ondergaan. |
Motivering | |
Dit amendement is in eerste lezing door het Parlement aangenomen. Bij de toelating van een voedingsenzym moeten alle voorwaarden voor gebruik en etiketteringsvereisten worden gespecificeerd. Daarom moet dit tekstonderdeel worden verduidelijkt. | |
Amendement 12 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 8 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
Een voedingsenzym dat binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, mag overeenkomstig deze verordening slechts op de communautaire lijst worden geplaatst indien daarvoor een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 is verleend. |
Een voedingsenzym dat binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt en nog niet op de communautaire lijst is geplaatst, mag overeenkomstig deze verordening slechts op die lijst worden geplaatst indien daarvoor een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 is verleend. |
Motivering | |
Herinvoering amendement 34 eerste lezing. Elk genetisch gemodificeerd product dat gebruikt wordt voor de productie van een voedingsenzym en in overeenstemming met deze verordening inzake voedingsenzymen reeds is toegelaten in de EU, moet ook worden toegelaten in overeenstemming met de bepalingen van Verordening 1829/2003. Dit amendement stemt de verordening inzake voedingsenzymen af op de andere voorstellen van het pakket. | |
Amendement 13 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 10 – lid 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
1. Niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde voedingsenzymen en voedingsenzympreparaten die afzonderlijk of gemengd met elkaar en/of met andere voedselingrediënten worden verkocht, zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2000/13/EG, mogen alleen in de handel worden gebracht met de etikettering overeenkomstig artikel 11 van deze verordening, die op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters is aangebracht. De in artikel 11 bedoelde informatie wordt in een voor de koper gemakkelijk te begrijpen taal gesteld. |
1. Niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde voedingsenzymen en voedingsenzympreparaten die afzonderlijk of gemengd met elkaar worden verkocht, mogen alleen in de handel worden gebracht met de etikettering overeenkomstig artikel 11 van deze verordening, die op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters is aangebracht. De in artikel 11 bedoelde informatie wordt in een voor de koper gemakkelijk te begrijpen taal gesteld. |
Motivering | |
Om verwarring te voorkomen tussen enzymen of enzympreparaten en ingrediënten waaraan enzymen of enzympreparaten zijn toegevoegd, moet deze laatste categorie apart behandeld worden. Daarom moet de tekst uit de eerste lezing van het Europees Parlement worden heringevoerd. | |
Amendement 14 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 11 – lid 1 – letter a) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
a) de bij deze verordening vastgestelde naam voor ieder voedingsenzym of een verkoopbenaming die de naam van ieder voedingsenzym bevat, of bij ontstentenis van een naam, een beschrijving van het voedingsenzym die voldoende nauwkeurig is om het te onderscheiden van andere producten waarmede het verward zou kunnen worden; |
a) de bij deze verordening vastgestelde naam van ieder voedingsenzym, of, bij ontstentenis van een dergelijke naam, de algemeen aanvaarde naam vastgelegd in de nomenclatuur van de Internationale Unie voor biochemie en moleculaire biologie (IUBMB); |
Motivering | |
Dit amendement is een compromis tussen het gemeenschappelijke standpunt en amendement 21 uit de eerste lezing van het Parlement. De formulering "een verkoopbenaming die de naam van ieder voedingsenzym bevat" is onduidelijk en moet vervangen worden door de namen van de enzymen zoals vastgelegd door de IUBMB. Deze namen worden internationaal erkend en moeten daarom gebruikt worden zolang de positieve lijst niet gepubliceerd is. (Het schrappen van "een beschrijving ... die voldoende nauwkeurig is", sluit aan bij het voorstel voor een verordening inzake levensmiddelenadditieven.) | |
Amendement 15 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 12 – lid 1 – letter a) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
a) de bij deze verordening vastgestelde naam voor ieder voedingsenzym of een verkoopbenaming die de naam van ieder voedingsenzym bevat, of bij ontstentenis van een naam, een beschrijving van het voedingsenzym die voldoende nauwkeurig is om het te onderscheiden van andere producten waarmede het verward zou kunnen worden; |
a) de bij deze verordening vastgestelde naam van ieder voedingsenzym, of, bij ontstentenis van een dergelijke naam, de algemeen aanvaarde naam vastgelegd in de nomenclatuur van de Internationale Unie voor biochemie en moleculaire biologie (IUBMB); |
Motivering | |
Zie amendement 20. | |
Amendement 16 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit Artikel 12 – lid 1 – letter b bis) (nieuw) | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
|
b bis) eventueel een vermelding dat het voedingsenzym genetisch gemodificeerde organismen bevat of met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerd is, zoals vereist krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders1, en overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders2. |
|
1 PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) 298/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 64). 2 PB L 268 van 18.10.2003, blz. 24. |
Motivering | |
Dit amendement is gebaseerd op een in eerste lezing aangenomen amendement (amendement 37). Het standpunt van de Raad inzake de etikettering van GGO's is niet bevredigend. Het Parlement zou graag hebben dat de etikettering duidelijker wordt gemaakt indien een voedingsenzym genetisch gemodificeerde organismen bevat of met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerd is. |
- [1] Aangenomen teksten van 10.7.2007, P6_TA(2007)0322.
TOELICHTING
Doelstelling van het voorstel:
Er bestaat momenteel geen veiligheidsbeoordeling van voedingsenzymen op Europees niveau en ook geen toelatingsprocedure, behalve voor die enzymen die als levensmiddelenadditieven worden beschouwd. De industrie vraagt met aandrang om een geharmoniseerde wetgeving met een communautaire procedure voor de toelating van voedingsenzymen, aangezien het ontbreken van EU-wetgeving op dit vlak tot oneerlijke handelspraktijken heeft geleid, een belemmering vormt voor de groei en aanleiding heeft gegeven tot 'omgekeerde discriminatie' ten opzichte van voedingsproducenten in landen waar restrictievere regels gelden.
De voorgestelde verordening heeft als doel de wetgeving voor de controle van het gebruik van enzymen bij voedselverwerking in de EU te harmoniseren, teneinde de menselijke gezondheid te beschermen en eerlijke handel en mededinging te bevorderen.
De mening van de rapporteur over het gemeenschappelijk standpunt:
Ik ben verheugd over overweging 13 van de tekst van de Raad, waarin wordt ingestemd met het voorstel van het Parlement om een bepaling in te lassen die de EFSA in staat stelt een versnelde toelatingsprocedure te volgen voor voedingsenzymen die op dit ogenblik op de markt zijn, aangezien heel wat enzymen reeds beoordeeld zijn in lidstaten waar goed ingeburgerde nationale toelatingsprocedures bestaan, zoals met name in Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ik ben eveneens ingenomen met de vereenvoudigde etiketteringsvoorschriften die de Raad heeft voorgesteld en die horizontaal van toepassing zullen zijn binnen het pakket aan verordeningen inzake voedingsadditieven, -aroma's en -enzymen (het zogenaamde pakket 'voedselverbeteraars').
In eerste lezing heeft het Parlement echter verscheidene belangrijke amendementen op de door de Commissie voorgestelde ontwerpverordening goedgekeurd die het graag behouden zou zien in de tekst. Ik herbevestig de mening van het Parlement dat het voorzorgsbeginsel centraal moet staan bij elke risicobeoordeling en daarom meer nadruk moet krijgen in dit voorstel. In eerste lezing versterkte het Parlement eveneens de bepalingen ter bescherming van de consument die moeten verhinderen dat een voedingsenzym consumenten een misleidend beeld geeft van de aard, kwaliteit en samenstelling van een product. Dit standpunt neemt het Parlement hier opnieuw in.
Voedingsenzymen zijn geen genetisch gemodificeerde micro-organismen en kunnen dat ook niet zijn. Het is echter waarschijnlijk dat een toenemend aantal voedingsenzymen in de toekomst afgeleid wordt van genetisch gemodificeerde organismen. Het is belangrijk dit onderscheid te benadrukken om misverstanden en onnodige ongerustheid te vermijden en transparantie te garanderen naar de consument toe. Daarom heb ik enkele op dit vlak relevante amendementen uit de eerste lezing geherintroduceerd.
Ik hoop dat dit voorstel zonder verder uitstel wordt goedgekeurd zodat een geharmoniseerde regelgeving kan worden ingevoerd en een hoog niveau van voedselveiligheid kan worden gegarandeerd.
PROCEDURE
Titel |
Enzymen voor gebruik in levensmiddelen |
|||||||
Document- en procedurenummers |
16676/1/2007 – C6-0140/2008 – 2006/0144(COD) |
|||||||
Datum eerste lezing EP – P-nummer |
10.7.2007 T6-0322/2007 |
|||||||
Voorstel van de Commissie |
COM(2006)0425 - C6-0257/2006 |
|||||||
Gewijzigd voorstel van de Commissie |
||||||||
Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt |
13.3.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 13.3.2008 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Avril Doyle 14.9.2006 |
|
|
|||||
Datum goedkeuring |
6.5.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
51 0 1 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Georgs Andrejevs, Pilar Ayuso, Johannes Blokland, John Bowis, Frieda Brepoels, Hiltrud Breyer, Dorette Corbey, Magor Imre Csibi, Chris Davies, Avril Doyle, Mojca Drčar Murko, Jill Evans, Anne Ferreira, Karl-Heinz Florenz, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Jens Holm, Caroline Jackson, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Aldis Kušķis, Marie-Noëlle Lienemann, Jules Maaten, Linda McAvan, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Kathy Sinnott, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Thomas Ulmer, Åsa Westlund, Anders Wijkman, Glenis Willmott |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Anne Laperrouze, Kartika Tamara Liotard, Miroslav Mikolášik, Alojz Peterle, Lambert van Nistelrooij |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Armando França, Raül Romeva i Rueda |
|||||||
Datum indiening |
13.5.2008 |
|||||||