AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad, Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96 en Richtlijn 2000/13/EG

13.5.2008 - (16677/3/2007 – C6‑0139/2008 – 2006/0147(COD)) - ***II

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Mojca Drčar Murko

Procedure : 2006/0147(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0177/2008
Ingediende teksten :
A6-0177/2008
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad, Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96 en Richtlijn 2000/13/EG

(16677/3/2007 – C6‑0139/2008 – 2006/0147(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (16677/3/2007 – C6‑0139/2008),

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0427),

–   gelet op artikel 251, lid 2, van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 62 van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6‑0177/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Amendement  1

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Overweging 6

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(6) Onbewerkte levensmiddelen en niet-samengestelde levensmiddelen zoals specerijen, kruiden, theeën en aftreksels (bv. fruit- of kruidenthee), alsmede mengsels van specerijen en/of kruiden, theemengsels en mengsels voor aftreksels voor zover ze als zodanig worden geconsumeerd en/of niet worden toegevoegd aan levensmiddelen, vallen niet onder deze verordening.

(6) Onbewerkte levensmiddelen en niet-samengestelde levensmiddelen zoals specerijen, kruiden, theeën en aftreksels (bv. fruit- of kruidenthee), alsmede mengsels van specerijen en/of kruiden, theemengsels en mengsels voor aftreksels vallen niet onder deze verordening.

Motivering

Bewezen is dat kruiden niet dezelfde toxicologische effecten hebben als afzonderlijke bestanddelen ervan. Vaststelling van maximumgehalten voor deze bestanddelen kan leiden tot een groter gebruik van kruidenextracten en de vraag blijft of dit zal bijdragen tot betere consumentenbescherming.

Amendement  2

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Overweging 7

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(7) Aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen mogen slechts worden gebruikt wanneer zij voldoen aan de criteria van deze verordening. Het gebruik ervan moet veilig zijn, en daarom moeten bepaalde aroma's een risicobeoordeling ondergaan voordat zij in levensmiddelen kunnen worden toegelaten. Het gebruik ervan mag de consument niet misleiden en daarom moet op het etiket de aanwezigheid ervan altijd adequaat worden vermeld. Misleiding van de consument omvat, maar is niet beperkt tot, aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product. Bij het goedkeuren van aroma's moeten ook andere ter zake doende factoren in aanmerking worden genomen, zoals maatschappelijke, economische, met tradities samenhangende, ethische en milieufactoren, alsmede de uitvoerbaarheid van controles.

(7) Aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen mogen slechts worden gebruikt wanneer zij voldoen aan de criteria van deze verordening. Het gebruik ervan moet veilig zijn, en daarom moeten bepaalde aroma's een risicobeoordeling ondergaan voordat zij in levensmiddelen kunnen worden toegelaten. Waar mogelijk, moet aandacht worden gegeven aan mogelijke negatieve effecten voor kwetsbare groepen, waarbij ook gelet wordt op de ontwikkeling van smaakvoorkeuren bij kinderen. Het gebruik ervan mag de consument niet misleiden en daarom moet op het etiket de aanwezigheid ervan altijd adequaat worden vermeld. Misleiding van de consument omvat, maar is niet beperkt tot, aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product. Bij het goedkeuren van aroma's moeten ook andere ter zake doende factoren in aanmerking worden genomen, zoals maatschappelijke, economische, met tradities samenhangende, ethische en milieufactoren, alsmede de uitvoerbaarheid van controles.

Motivering

Eerste deel van het door het Parlement in eerste lezing aangenomen amendement 1, dat door de Raad werd geschrapt. Het opnemen van de ontwikkeling van smaakvoorkeuren bij kinderen wijst op de gematigde aanpak van het Parlement voor wat betreft het gebruik van aroma's in levensmiddelen.

Amendement  3

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Overweging 10

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(10) De maximumgehalten aan bepaalde van nature voorkomende ongewenste stoffen moeten gericht zijn op de levensmiddelen of levensmiddelencategorieën die het meest bijdragen tot de inname ervan via de voeding. Dit zou de lidstaten in staat stellen controles op risicobasis te verrichten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn. Levensmiddelenproducenten dienen echter met de aanwezigheid van deze stoffen rekening te houden wanneer zij voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen en/of aroma's gebruiken bij de bereiding van alle levensmiddelen om ervoor te zorgen dat levensmiddelen die niet veilig zijn, niet in de handel worden gebracht.

(10) Indien bepaalde van nature voorkomende ongewenste stoffen in samengestelde levensmiddelen een gevaar opleveren voor de gezondheid van de consument en indien maximumgehalten worden vastgesteld op basis van het advies van de Autoriteit, moeten de lidstaten controles op risicobasis verrichten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn. Levensmiddelenproducenten dienen echter met de aanwezigheid van deze stoffen rekening te houden wanneer zij voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen en/of aroma's gebruiken bij de bereiding van alle levensmiddelen om ervoor te zorgen dat levensmiddelen die niet veilig zijn, niet in de handel worden gebracht.

Motivering

Dit is een nieuwe overweging. De rapporteur stelt dit amendement voor ten einde de overweging in overeenstemming te brengen met het standpunt van het Parlement inzake bepaalde van nature voorkomende ongewenste stoffen in samengestelde levensmiddelen (in het bijzonder met amendement 13 op artikel 5, lid 2 en amendement 23 op deel B van bijlage III).

Amendement  4

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Overweging 13

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(13) Met het oog op harmonisering dienen de risicobeoordeling en de goedkeuring van aroma's en uitgangsmaterialen die een evaluatie moeten ondergaan, plaats te vinden volgens de procedure van Verordening (EG) nr. .../... van ... tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's.

(13) Met het oog op harmonisering dienen de risicobeoordeling en de goedkeuring van aroma's en uitgangsmaterialen die een evaluatie moeten ondergaan, plaats te vinden volgens het voorzorgsbeginsel en de procedure van Verordening (EG) nr. .../... van ... tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's.

Motivering

In eerste lezing aangenomen amendement 2 ten einde het voorzorgsbeginsel in het middelpunt van de risicobeoordeling voor aroma's te plaatsen.

Amendement  5

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Overweging 23

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(23) Een aroma of een uitgangsmateriaal dat valt binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders moet voor de veiligheidsbeoordeling van de genetische modificatie aan de goedkeuringsprocedure van die verordening onderworpen zijn, terwijl de definitieve goedkeuring voor dat aroma of uitgangsmateriaal bij de onderhavige verordening moet worden verleend.

(23) Een aroma of een uitgangsmateriaal dat valt binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders moet overeenkomstig die verordening worden toegelaten, alsmede op grond van deze verordening.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement. Dubbele toelatingsprocedures moeten worden vermeden. De rapporteur is van oordeel dat de drie verordeningen die betrekking hebben op aroma's, additieven en enzymen consistent moeten zijn.

Amendement  6

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – alinea 1

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

Deze verordening stelt voorschriften vast voor aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen om de doeltreffende werking van de interne markt en een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en de bescherming van de consument te waarborgen, inclusief eerlijke praktijken in de levensmiddelenhandel, rekening houdend, indien van toepassing, met de bescherming van het milieu.

Deze verordening stelt voorschriften vast voor aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en van bescherming van de consument en de doeltreffende werking van de interne markt te waarborgen, inclusief eerlijke praktijken in de levensmiddelenhandel, rekening houdend, indien van toepassing, met de bescherming van het milieu.

Motivering

Het in eerste lezing aangenomen amendement 7 (in geval van twijfel beslissen in het voordeel van de consument) wordt beschouwd als richtsnoer voor de interpretatie van mogelijk dubbelzinnige bepalingen in de verordening.

Amendement  7

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – lid 2 – letter c

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(c) niet-samengestelde levensmiddelen en mengsels van specerijen en/of kruiden, theemengsel en mengsels voor aftreksels als dusdanig voor zover ze niet als voedselingrediënten worden gebruikt.

(c) niet-samengestelde levensmiddelen en mengsels, zoals - maar niet uitsluitend - verse, gedroogde of ingevroren specerijen en/of kruiden, theemengsel en mengsels voor aftreksels als dusdanig.

Motivering

Komt overeen met het standpunt van het Parlement in eerste lezing.

Amendement  8

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

2 bis. In voorkomend geval kan volgens de in artikel 21, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing worden bepaald of een bepaalde stof of een bepaald mengsel van stoffen, een bepaald uitgangsmateriaal of soort levensmiddelen al dan niet binnen het toepassingsgebied van deze verordening valt.

Motivering

Dit amendement (11) is nodig om de tekst aan te passen aan de bepalingen van de nieuwe comitologieprocedure.

Amendement  9

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 3 – lid 2 – letter k

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(k) "geschikt fysisch procédé": een fysisch procédé waarbij de chemische eigenschappen van de bestanddelen van het aroma niet opzettelijk worden veranderd en waarbij onder meer geen singletzuurstof, ozon, anorganische katalysatoren, metaalkatalysatoren, organometaalreagentia en/of UV-straling worden gebruikt.

(k) "geschikt fysisch procédé": een fysisch procédé waarbij de chemische eigenschappen van de bestanddelen van het aroma niet opzettelijk worden veranderd, onverminderd de lijst van traditionele levensmiddelenbereidingswijzen van bijlage II, en waarbij onder meer geen singletzuurstof, ozon, anorganische katalysatoren, metaalkatalysatoren, organometaalreagentia en/of UV-straling worden gebruikt.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement 15 ten einde rekening te houden met traditionele levensmiddelenbereidingswijzen; de Raad heeft het echter niet overgenomen.

Amendement  10

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 4 – letter a

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(a) zij leveren volgens de beschikbare wetenschappelijke gegevens geen gevaar voor de gezondheid van de consument op; en

(a) zij leveren volgens de beschikbare wetenschappelijke gegevens en het voorzorgsbeginsel geen gevaar voor de gezondheid van de consument op; en

Motivering

In eerste lezing aangenomen amendement 17. Evenals in de huidige regelgeving inzake levensmiddelenadditieven moet een duidelijk voordeel voor de consument centraal staan in de toelatingsprocedure voor aroma's.

Amendement  11

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 4 – letter b bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

(b bis) het gebruik ervan heeft voordelen voor de consument, en

Motivering

Dit in eerste lezing aangenomen amendement (am. 19) heeft tot doel de voor- en nadelen van de toevoeging van aroma's aan levensmiddelen af te wegen.

Amendement  12

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 4 – letter b ter (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

(b ter) het gebruik is om technologische redenen noodzakelijk.

Motivering

Door het Parlement in eerste lezing aangenomen amendement 20 dat het standpunt van het Parlement met betrekking tot de toelatingsprocedure voor aroma's weergeeft. Beide amendementen (11 en 12) zijn bedoeld om een gematigd gebruik van aroma's in levensmiddelen aan te moedigen.

Amendement  13

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 6 – lid 2

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

2. Onverminderd Verordening (EG) nr. 1576/89, mogen de maximumgehalten aan bepaalde stoffen die van nature aanwezig zijn in aroma's en/of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen in de in deel B van bijlage III vermelde samengestelde levensmiddelen niet worden overschreden als gevolg van het gebruik van aroma's en/of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen in die levensmiddelen. Tenzij anders is vermeld, zijn de maximumgehalten van de stoffen in bijlage III van toepassing op de levensmiddelen zoals die op de markt worden gebracht. Bij gedroogde en/of geconcentreerde levensmiddelen die gereconstitueerd moeten worden, gelden de maximumgehalten, in afwijking van dit beginsel, voor het volgens de aanwijzingen op het etiket gereconstitueerde levensmiddel, rekening houdend met de minimale verdunningsfactor.

2. Indien er een wetenschappelijk gegronde reden tot zorg is dat bepaalde stoffen die van nature aanwezig zijn in aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen in samengestelde levensmiddelen een veiligheidsrisico kunnen inhouden voor de gezondheid van de consument, kan de Commissie op eigen initiatief of op grond van informatie van lidstaten en overeenkomstig het advies van de Autoriteit maximumgehalten vaststellen, die worden opgenomen in deel B van bijlage III.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement 21. De uitbreiding van het toepassingsgebied van de verordening tot levensmiddeleningrediënten met aromatiserende eigenschappen is bedoeld om bij te dragen aan de controle over bepaalde stoffen die van nature aanwezig zijn in aroma's en levensmiddeleningrediënten met aromatiserende eigenschappen. De maximumgehalten moeten worden opgenomen in deel B van bijlage III na het advies van de Autoriteit, indien er een wetenschappelijk gegronde reden tot zorg is dat deze stoffen in samengestelde voedingsmiddelen een veiligheidsrisico kunnen inhouden voor de gezondheid van de consument.

Amendement  14

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

2 bis. In afwijking van lid 2 zijn de maximumgehalten niet van toepassing, wanneer een samengesteld levensmiddel geen toegevoegde aroma's bevat en de enige toegevoegde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen verse, gedroogde of ingevroren kruiden en specerijen betreffen.

Motivering

In eerste lezing aangenomen door het Parlement aangenomen amendement 46. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat kruiden dezelfde toxicologische effecten hebben als afzonderlijke bestanddelen ervan. Vaststelling van maximumgehalten voor deze bestanddelen kan leiden tot een groter gebruik van kruidenextracten en het Parlement twijfelt eraan of een en ander zal leiden tot betere consumentenbescherming.

Amendement  15

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 12

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

Een aroma of uitgangsmateriaal dat binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, mag overeenkomstig onderhavige verordening alleen op de communautaire lijst worden geplaatst indien daarvoor een goedkeuring overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 is verleend.

Een aroma of uitgangsmateriaal dat binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt en nog niet op de communautaire lijst van Bijlage I bij deze verordening is geplaatst, mag slechts overeenkomstig deze verordening op die lijst worden geplaatst, indien het wordt gedekt door een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement. Dubbele toelatingsprocedures moeten worden vermeden. De rapporteur is van oordeel dat de drie verordeningen die betrekking hebben op aroma's, additieven en enzymen consistent moeten zijn.

Amendement  16

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 15 – lid 1 – letter f

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(f) de naam of de firmanaam en het adres van de fabrikant, van de verpakker of van de verkoper;

(f) de naam of de firmanaam en het adres van de fabrikant, van de verpakker of van de verkoper, die gevestigd is in de Gemeenschap;

Motivering

Het in eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement 26 is bedoeld om de traceerbaarheid te waarborgen, en moet worden toegepast op de bepalingen inzake etikettering van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de eindgebruiker. Daarom moet het bedrijf in de EU gevestigd zijn.

Amendement  17

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 15 – lid 2

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

2. In afwijking van lid 1 behoeft de in lid 1, onder e) en g), genoemde informatie alleen in de vóór of bij levering te verstrekken documenten betreffende de partij te worden vermeld, mits de aanduiding "niet voor de verkoop in de detailhandel" op een goed zichtbare plaats van de verpakking of de recipiënt van het betrokken product voorkomt.

2. In afwijking van lid 1 behoeft de in lid 1, onder e), g), en j), genoemde informatie alleen in de vóór of bij levering te verstrekken documenten betreffende de partij te worden vermeld, mits de aanduiding "niet voor de verkoop in de detailhandel" op een goed zichtbare plaats van de verpakking of de recipiënt van het betrokken product voorkomt.

Motivering

In tegenstelling tot het gewijzigd voorstel van de Commissie van 24/10/2007 voorziet het gemeenschappelijk standpunt niet in de mogelijkheid om informatie over aroma's af andere stoffen waarnaar in dit artikel wordt verwezen en die zijn opgenomen in Bijlage III van Richtlijn 2000/13/EG (etikettering van allergene stoffen), op te nemen in de begeleidende documenten. De rapporteur stelt voor de mogelijkheid uit te breiden om bepaalde informatie te geven in de bij levering te verstrekken begeleidende documenten bij recipiënten voor niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde aroma's.

Amendement  18

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 16 – lid 4 – alinea 1

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

4. De term "natuurlijk" mag alleen worden gebruikt in combinatie met een verwijzing naar een levensmiddel, levensmiddelencategorie of een plantaardige of dierlijke aromagrondstof indien de aromatiserende component uitsluitend of ten minste voor 95 gewichtsprocent uit het desbetreffende uitgangsmateriaal is verkregen. De maximaal 5 gewichtsprocent van de aromatiserende component die van een ander uitgangsmateriaal afkomstig is, mag de smaak en/of de geur van het uitgangsmateriaal niet reproduceren.

4. De term "natuurlijk" mag alleen worden gebruikt in combinatie met een verwijzing naar een levensmiddel, levensmiddelencategorie of een plantaardige of dierlijke aromagrondstof indien de aromatiserende component uitsluitend of ten minste voor 95 gewichtsprocent uit het desbetreffende uitgangsmateriaal is verkregen.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement. De rapporteur is van oordeel dat er geen bovengrens van 5% moet worden vastgesteld voor de aromatiserende component die van een ander uitgangsmateriaal afkomstig is, wanneer de andere uitgangsmaterialen eveneens natuurlijk zijn. Bijgevolg is 100% afkomstig van natuurlijke bronnen.

Amendement  19

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 16 – lid 6

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

6. De term "natuurlijk aroma" mag alleen worden gebruikt indien de aromatiserende component afkomstig is van verschillende uitgangsmaterialen en wanneer een vermelding van de uitgangsmaterialen de geur of smaak ervan niet adequaat zou weergeven.

6. De term "natuurlijk aroma" mag alleen worden gebruikt indien de aromatiserende component afkomstig is van verschillende uitgangsmaterialen en wanneer een vermelding van de uitgangsmaterialen de geur of smaak ervan niet adequaat zou weergeven, en in omstandigheden als omschreven in leden 4 en 5.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement. De rapporteur stelt voor het opnieuw in te dienen.

Amendement  20

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 19 – lid 1

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

1. Op verzoek van de Commissie delen de producenten of gebruikers van een aromastof of de vertegenwoordigers van deze producenten of gebruikers aan de Commissie mee welke hoeveelheden van deze stof in een periode van twaalf maanden in de Gemeenschap aan levensmiddelen is toegevoegd en de gebruikte hoeveelheden voor iedere afzonderlijke levensmiddelencategorie in de Gemeenschap. Die informatie wordt door de Commissie beschikbaar gesteld aan de lidstaten.

1. Op verzoek van de Commissie delen de producenten of gebruikers van een aromastof of de vertegenwoordigers van deze producenten of gebruikers aan de Commissie mee welke hoeveelheden van deze stof in een periode van twaalf maanden in de Gemeenschap aan levensmiddelen is toegevoegd. De in dit kader verstrekte informatie wordt als vertrouwelijk behandeld. Informatie over de gebruikte hoeveelheden voor afzonderlijke categorieën in de Gemeenschap wordt door de Commissie beschikbaar gesteld aan de lidstaten.

Motivering

De rapporteur dient een deel van aangenomen amendement 31 geherformuleerd opnieuw in, aangezien het niet door de Raad is overgenomen.

Amendement  21

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 19 – lid 3

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

3. Producenten en gebruikers van een aroma en/of een uitgangsmateriaal stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van alle nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die van invloed zou kunnen zijn op de beoordeling van de veiligheid van het aroma en/of het uitgangsmateriaal.

3. Producenten en gebruikers van een aroma en/of een uitgangsmateriaal stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van alle nieuwe, hen bekende en voor hen beschikbare wetenschappelijke of technische informatie die van invloed zou kunnen zijn op de beoordeling van de veiligheid van het aroma en/of het uitgangsmateriaal.

Motivering

Deel van het in eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement 31.

Amendement  22

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 20 – lid 2

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

2. Binnen ... wordt, na raadpleging van de Autoriteit, een gemeenschappelijke methodologie voor de verzameling van informatie door de lidstaten over de consumptie en het gebruik van in de communautaire lijst opgenomen aroma's en van de in bijlage III vermelde stoffen overeenkomstig de regelgevingsprocedure van artikel 21, lid 2, vastgesteld.

2. Binnen ... wordt, na raadpleging van de Autoriteit, een gemeenschappelijke methodologie voor de verzameling van informatie door de lidstaten over de consumptie en het gebruik van in de communautaire lijst opgenomen aroma's en van de in bijlage III vermelde stoffen overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 21, lid 3, vastgesteld.

Motivering

Dit door het Parlement in eerste lezing aangenomen amendement (am. 32) is nodig om de tekst aan de bepalingen van de nieuwe comitologieprocedure aan te passen.

Amendement    23

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 26

Verordening (EEG) nr. 1576/89

 

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

Wijziging in Verordening (EEG) nr. 1576/89

Wijziging van Verordening (EG) nr. 110/2008

Verordening (EEG) nr. 1576/89 wordt als volgt gewijzigd:

Verordening (EG) nr. 110/2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Artikel 5, lid 2, onder c), wordt vervangen door:

 

"(c) mogen alle aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. …/…* en aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening bevatten;"

 

2. Artikel 5, lid 3, onder c), wordt vervangen door:

 

"(c) een of meer aroma’s als omschreven in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. …/…* bevatten;"

1. artikel 1, lid 4, onder m), wordt als volgt gewijzigd:

3. In bijlage I wordt punt 9 vervangen door:

(a) punt 1, onder a), tweede alinea, wordt vervangen door:

 

"9. Aromatisering

Onder "aromatisering" wordt verstaan dat bij de bereiding van een gedistilleerde drank een of meer aroma’s als omschreven in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. …/…* worden gebruikt.

 

4. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

 

(a) punt 19, onder c), wordt vervangen door:

"Daarnaast mogen als aanvulling worden gebruikt andere aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad van ... inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen1 en/of planten of plantendelen met aromatische eigenschappen, maar de organoleptische eigenschappen van de jeneverbes moeten, ook al is het in mindere mate, waarneembaar zijn.

"(c) Als aanvulling mogen andere aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. …/…* van het Europees Parlement en de Raad van ... inzake aroma’s en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening en/of planten of plantendelen met aromatische eigenschappen worden gebruikt, maar de organoleptische kenmerken van de jeneverbes moeten, ook al is het in mindere mate, waarneembaar zijn."

(b) punt 2, onder a), wordt vervangen door:

(b) punt 20, onder c), wordt vervangen door:

"de drank mag gin worden genoemd indien het product wordt verkregen door aromatisering van organoleptisch geschikte ethylalcohol uit landbouwproducten met aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../...∗∗ en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening, op zodanige wijze dat de smaak van jeneverbessen overheerst;"

"(c) Bij de bereiding van gin mogen uitsluitend aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b) van Verordening (EG) nr. …/…* en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening worden gebruikt, op zodanige wijze dat de smaak van jeneverbessen overheerst;"

(c) punt 2, onder b), eerste alinea, wordt vervangen door:

(c) punt 21, onder a), ii), wordt vervangen door:

"de drank mag "gedistilleerde gin" worden genoemd indien het product uitsluitend wordt verkregen door herdistillatie van organoleptisch geschikte ethylalcohol van geschikte kwaliteit uit landbouwproducten met een aanvankelijk alcoholgehalte van ten minste 96% vol in vanouds voor gin gebruikte distilleerkolven in aanwezigheid van jeneverbessen en andere natuurlijke plantaardige producten, op voorwaarde dat de smaak van jeneverbessen overheerst. De benaming "gedistilleerde gin" mag ook worden gebruikt voor een mengsel van het product van een dergelijke distillatie en ethylalcohol uit landbouwproducten met dezelfde samenstelling, dezelfde zuiverheid en hetzelfde alcoholgehalte. Voor de aromatisering van gedistilleerde gin mogen daarnaast worden gebruikt, aromastoffen en/of aromatiserende preparaten zoals die beiden onder a) nader zijn omschreven. London Gin is een type gedistilleerde gin.";

"(ii) een mengsel van het product van een dergelijke distillatie en ethylalcohol uit landbouwproducten met dezelfde samenstelling, dezelfde zuiverheid en hetzelfde alcoholgehalte; voor de aromatisering van gedistilleerde gin mogen daarnaast worden gebruikt, aromastoffen en/of aromatiserende preparaten zoals omschreven in categorie 20, onder c)."

2. in artikel 1, lid 4, onder n), punt 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

(d) punt 23, onder c), wordt vervangen door:

"Daarnaast mogen als aanvulling worden gebruikt, andere aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../... *en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening, maar de smaak van karwij moet overheersen.";

"(c) Daarnaast mogen als aanvulling worden gebruikt, andere aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../...* en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening, maar de smaak van karwij moet overheersen."

3. in artikel 1, lid 4, onder p), wordt de eerste alinea vervangen door:

(e) punt 24, onder c), wordt vervangen door:

"gedistilleerde drank met een overheersend bittere smaak die wordt verkregen door aromatisering van ethylalcohol uit landbouwproducten met aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../... en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening.";

"(c) Daarnaast mogen als aanvulling worden gebruikt, andere natuurlijke aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. .../...* en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening, maar het aroma van deze drank moet grotendeels afkomstig zijn van distillaten van zaad van karwij (Carum carvi L.) en/of van dillezaad (Anethum graveolens L.), waarbij het gebruik van etherische oliën is verboden."

4. in artikel 1, lid 4, onder u), wordt de eerste alinea vervangen door:

(f) punt 30, onder a), wordt vervangen door:

"een gedistilleerde drank die wordt verkregen door aromatisering van ethylalcohol uit landbouwproducten met aroma's van kruidnagels en/of kaneel volgens een van onderstaande procédés: aftrekking en/of distillatie, herdistillatie van alcohol over delen van bovengenoemde planten, toevoeging van aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../... van kruidnagels of kaneel of een combinatie van deze methoden.";

"Gedistilleerde drank met bittere smaak of bitter is een gedistilleerde drank met een overheersend bittere smaak die wordt verkregen door aromatisering van ethylalcohol uit landbouwproducten met aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../...* en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening."

5. in artikel 4, lid 5, worden de eerste en tweede alinea, met uitzondering van de lijsten in de punten a), en b), vervangen door:

(g) in punt 32, onder c), worden de eerste alinea en de inleidende zin van de tweede alinea vervangen door:

"Voor de bereiding van gedistilleerde dranken als gedefinieerd in artikel 1, lid 4, mogen alleen natuurlijke aromastoffen en aromatiserende preparaten zoals omschreven in artikel 3, lid 2, onder c), respectievelijk d), van Verordening (EG) nr. .../... worden gebruikt, met uitzondering van de in artikel 1, lid 4, onder m), n) en p), gedefinieerde gedistilleerde dranken. Voor likeuren, met uitzondering van likeuren die worden vermeld op onderstaande lijst, mogen evenwel aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../... worden gebruikt:".

"(c) Voor de bereiding van likeuren mogen aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../...* en aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening worden gebruikt. Voor de bereiding van de volgende likeuren mogen evenwel alleen natuurlijke aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. .../...* en aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening worden gebruikt:"

 

(h) punt 41, onder c), wordt vervangen door:

 

"(c) Voor de bereiding van eierlikeur of advocaat of avocat of advokat mogen alleen aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. .../...* en aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder d), van die verordening worden gebruikt."

 

(i) punt 44, onder a), wordt vervangen door:

 

"(a) Väkevä glögi of spritglögg is een gedistilleerde drank die wordt verkregen door aromatisering van ethylalcohol uit landbouwproducten met natuurlijke aroma's van kruidnagels en/of kaneel volgens een van de navolgende procedés: aftrekking en/of distillatie, herdistillatie van alcohol over delen van bovengenoemde planten, toevoeging van aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. .../... van kruidnagels of kaneel of een combinatie van deze methoden."

 

(j) punt 44, onder c), wordt vervangen door:

 

"(c) Ook andere aroma's, aromastoffen en/of aromatiserende preparaten als omschreven in artikel 3, lid 2, onder a), b), en d) van Verordening (EG) nr. .../...* mogen worden gebruikt, maar het aroma van bovengenoemde specerijen moet overheersen."

 

(k) (niet van toepassing op de Nederlandstalige versie.)

Motivering

Met dit amendement wordt de nieuwe verordening inzake gedistilleerde dranken (nr. 110/2008) aangepast. De tekst van het gemeenschappelijk standpunt, waarmee Verordening (EG) nr. 1576/89 werd aangepast, wordt hierdoor vervangen. De schrapping van de categorie "natuuridentiek" moet het de producenten van de traditionele gedistilleerde dranken aquavit en väkevä glögi mogelijk maken alleen natuurlijke aromastoffen te gebruiken, in het belang van hun reputatie voor wat betreft de kwaliteit. Aromastoffen en aromatiserende preparaten moeten dan ook worden toegestaan.

Amendement  24

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 28

Verordening (EG) nr. 2232/96

Artikel 5 – lid 1

 

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

1. De in artikel 2, lid 2, bedoelde lijst van aromastoffen wordt uiterlijk 31 december 2008 overeenkomstig de procedure van artikel 7 vastgesteld.".

1. De in artikel 2, lid 2, bedoelde lijst van aromastoffen wordt uiterlijk 31 december 2010 overeenkomstig de procedure van artikel 7 vastgesteld.".

Motivering

De communautaire lijst met aroma's ("de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2232/96 genoemde lijst van aromastoffen") dient pas na de voltooiing van het evaluatieprogramma te worden aangepast. Aangezien de evaluatie nog niet is voltooid en het onwaarschijnlijk is dat het programma eind 2008 of zelfs eind 2009 zal zijn afgerond, lijkt uitstel van de publicatie en van de vaststelling van de communautaire lijst met ten minste 2 jaar gerechtvaardigd.

Amendement  25

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 29

Richtlijn 2000/13/EG

Bijlage III – lid 1 – streepje 2

 

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

- "rookaroma('s) indien de aromatiserende component aroma's bevat als omschreven in artikel 3, lid 2, onder f, van Verordening (EG) nr. …/... en het levensmiddel een rooksmaak verleent.

- "rookaroma('s)", of een meer specifieke aanduiding of een beschrijving van het rookaroma, indien de aromatiserende component aroma's bevat als omschreven in artikel 3, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. …/... en intern wordt gebruikt of vermengd om het levensmiddel een rooksmaak te verlenen. Een aanduiding in de lijst met ingrediënten is niet vereist, wanneer het goedgekeurde rookproduct in het rookprocédé op het oppervlak van het levensmiddel wordt gebruikt om een rookkleur, -textuur of -aroma te verkrijgen.

Motivering

Met dit door het Parlement in eerste lezing aangenomen amendement (37) wordt voorzien in de mogelijkheid specifieke rookaroma's te vermelden, zodat de consument naar behoren wordt geïnformeerd over zalmaroma, spekaroma, barbecuearoma enz.

Het tweede deel van dit amendement werd niet in eerste lezing ingediend. Het heeft betrekking op een procédé waarbij rookcondensaten worden gebruikt in een alternatief rookprocédé die niet alleen het aroma, maar ook de kleur, de consistentie en de houdbaarheid van levensmiddelen beïnvloeden. De rapporteur is van mening dat het in tweede lezing moet worden ingediend, aangezien uit de bevindingen van de EFSA (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) (bekendgemaakt op 29 juni 2007) is gebleken dat het gebruik van rookaroma's generaliter minder gevaar voor de gezondheid oplevert dan het traditionele rookprocédé.

Amendement  26

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 30 – alinea 2 bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

Artikel 10 is van toepassing vanaf 18 maanden na de datum van toepassing van de communautaire lijst.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement 44.

Amendement  27

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Artikel 30 - alinea 3

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

De artikelen 10, 26 en 27 zijn van toepassing vanaf de datum van toepassing van de communautaire lijst.

De artikelen 26 en 27 zijn van toepassing vanaf de datum van toepassing van de communautaire lijst.

Motivering

In eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement 44.

Amendement  28

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad – wijzigingsbesluit

Bijlage III - deel B

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Deel B: Maximumgehalten aan bepaalde stoffen, die van nature aanwezig zijn in aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen, in bepaalde samengestelde levensmiddelen zoals deze worden geconsumeerd en waaraan aroma's en/of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen zijn toegevoegd

Deze maximumgehalten gelden niet voor samengestelde levensmiddelen die op dezelfde locatie worden vervaardigd en geconsumeerd, geen toegevoegde aroma's bevatten en alleen kruiden en specerijen als voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen bevatten.

Naam van de stof

Samengestelde levensmiddelen waarin een beperking aan de aanwezigheid van de stof is gesteld

Maximumgehalte mg/kg

Bèta-asaron

Alcoholhoudende dranken

1,0

1-Allyl-4-methoxybenzeen,

estragol

Zuivelproducten

Verwerkt(e) fruit, groenten (m.i.v. paddenstoelen, zwammen, wortels, knollen, peulvruchten en leguminosen), noten en zaden

Visproducten

Niet-alcoholhoudende dranken

50

50

 

 

50

10

Waterstofcyanide

Noga, marsepein of vervangingsmiddelen ervan of soortgelijke producten

Ingeblikte steenvruchten

Alcoholhoudende dranken

50

 

5

35

Menthofuran

Snoepwaren met munt/pepermunt, met uitzondering van zeer kleine snoepjes (ademverfrissers)

Zeer kleine snoepjes (ademverfrissers)

Kauwgom

Alcoholhoudende dranken met munt/pepermunt

500

 

3000

1000

200

4-Allyl-1,2-dimethoxybenzeen,

methyleugenol

Zuivelproducten

Vleesbereidingen en vleesproducten, m.i.v. pluimvee en wild

Visbereidingen en visproducten

Soepen en sauzen

Kant-en-klare hapjes

Niet-alcoholhoudende dranken

20

15

 

10

60

20

1

Pulegon

Snoepwaren met munt/pepermunt, met uitzondering van zeer kleine snoepjes (ademverfrissers)

Zeer kleine snoepjes (ademverfrissers)

Kauwgom

Niet-alcoholhoudende dranken met munt/pepermunt

Alcoholhoudende dranken met munt/pepermunt

250

 

2000

350

20

 

100

Quassine

Niet-alcoholhoudende dranken

Bakkerijproducten

Alcoholhoudende dranken

0,5

1

1.5

1-Allyl-3,4-methyleendioxy-benzeen, safrol

Vleesbereidingen en vleesproducten, m.i.v. pluimvee en wild

Visbereidingen en visproducten

Soepen en sauzen

Niet-alcoholhoudende dranken

15

 

15

25

1

Teucrin A

Gedistilleerde drank met bittere smaak of bitter1

Likeurwijnen2 met een bittere smaak

Andere alcoholhoudende dranken

5

5

2

 

Thujon (alfa- en bèta-)

Alcoholhoudende dranken, met uitzondering van dranken die van Artemisia-soorten zijn geproduceerd

Alcoholhoudende dranken die van Artemisia-soorten zijn geproduceerd

Niet-alcoholhoudende dranken die van Artemisia-soorten zijn geproduceerd

10

 

350,5

 

Cumarine

Traditionele en/of seizoengebonden bakkerijproducten, met een vermelding van kaneel in de etikettering

Ontbijtgraanproducten met inbegrip van muesli

Fijne bakkerijproducten met uitzondering van traditionele en/of seizoengebonden bakkerijproducten met een vermelding van kaneel in de etikettering

Nagerechten

50

20

 

15

 

 

 

5

1 Overeenkomstig de omschrijving van artikel 1, lid 4, onder p), van Verordening nr. 1576/89.

2.Overeenkomstig de omschrijving van artikel 1, lid 4, onder r), van Verordening nr. 1576/89.

Amendement van het Parlement

Deel B: Maximumgehalten aan bepaalde stoffen, die van nature aanwezig zijn in aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen, in bepaalde samengestelde levensmiddelen zoals deze worden geconsumeerd en waaraan aroma's en/of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen zijn toegevoegd

Naam van de stof

Samengestelde levensmiddelen waarin een beperking aan de aanwezigheid van de stof is gesteld

Maximumgehalte

mg/kg

 

 

Motivering

Het in eerste lezing door het Parlement aangenomen amendement hangt samen met het amendement op artikel 5, lid 2, waarin wordt bepaald dat de lijst blanco blijft tenzij de potentiële schadelijkheid van bepaalde van nature voorkomende ongewenste stoffen door de Autoriteit is aangetoond. Een soortgelijke oplossing is geregeld in artikel 8 en bijlage III van Verordening (EG) nr. 1925/2006 over de toevoeging van vitamines en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen.

TOELICHTING

In vergelijking met het oorspronkelijke voorstel heeft de Raad in het gemeenschappelijk standpunt de artikelen en de titels van de hoofdstukken in de verordening herschikt en onduidelijkheden verduidelijkt. Aldus heeft de Raad rekening gehouden met een deel van de amendementen van het Parlement, maar helaas zijn een aantal door het Parlement in eerste lezing essentieel geachte amendementen niet overgenomen.

Het Parlement is bijgevolg voornemens de amendementen uit de eerste lezing die zijns inziens de basis vormen voor een evenwichtige en uitvoerbare verordening te verdedigen, met inachtneming van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang in de aroma-industrie.

Naast voedselveiligheid en de versterking van de interne markt door te zorgen voor een gelijk speelveld voor alle producenten, moet eveneens rekening worden gehouden met de belangen van de consument, die met name wil dat voedingsmiddelen zo natuurlijk mogelijk zijn.

Het is niet noodzakelijk zo dat alle aroma's die vanuit toxicologisch standpunt veilig zijn, ook ten goede komen van de consument. Het Parlement wenst met name het recht van de consument om te kiezen te benadrukken. In de goedkeuringsprocedure voor aroma's hangt "om technologische redenen noodzakelijk" samen met andere EU-strategieën, zoals de bestrijding van zwaarlijvigheid, aangezien de toevoeging van overmatig sterke aroma's de slechte kwaliteit van bereid voedsel kan maskeren.

De Raad en het Parlement verschillen van mening voor wat betreft het gebruik in en op voedsel van bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen, en op het vlak van het in Bijlage III opgenomen maximumgehalte van deze ingrediënten.

Het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (SCF) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) hebben geconstateerd dat de kruidenbestanddelen safrol, estragol en methyleugenol van de chemische klasse alkenylbenzeen genotoxisch en kankerverwekkend zijn. Het feit dat deze stoffen kankerverwekkend zijn werd aangetoond bij dierexperimenten, waarbij relatief hoge doses van de verschillende stoffen werden gebruikt. De consument wordt aan veel lagere doses van deze stoffen blootgesteld dan die welke bij de dierproeven werden toegepast. Er zijn geen gegevens beschikbaar omtrent de interactie tussen deze van nature aanwezige ongewenste stoffen en andere stoffen in kruiden en specerijen.

Het Parlement heeft kennis genomen van het argument van de Raad dat de maximumgehalten in bijlage III reeds zijn opgenomen in Richtlijn 88/388/EG, maar is van mening dat dit op zich aantoont dat de rechtvaardiging voor de beperking van het gebruik van kruiden en specerijen in bereid voedsel (nog steeds) ontoereikend is. In de afgelopen twintig jaar hebben de lidstaten geen methodologie ontwikkeld om toe te zien op de daadwerkelijke gevolgen van de maximumgehalten voor de gezondheid van de consument en is geen onderzoek op dit gebied verricht.

Het Parlement is bijgevolg van oordeel dat het niet bewezen is dat bereid voedsel dat van nature bepaalde ingrediënten uit bijlage III bevat hetzelfde toxicologische potentieel heeft als bepaalde natuurlijke ingrediënten die geïsoleerd worden getest. Dit standpunt is gebaseerd op recente toxicologische onderzoeken waarin rekening wordt gehouden met het feit dat mensen worden blootgesteld aan alkenylbenzeen in complexe voedselmatrices. De matrixeffecten van levensmiddelen of een combinatie van levensmiddelen op bepaalde natuurlijke ingrediënten zijn onbekend. Ze worden veroorzaakt door chemische verbindingen met andere delen van het voedsel of door de reactie met andere ingrediënten die de effecten vergroten of verkleinen. Verondersteld wordt dat deze effecten verschillen van geval tot geval en bijgevolg van geval tot geval moeten worden onderzocht.

Het Parlement is in dit geval voorstander van omkering van de bewijslast. Het beginsel dat producenten van kruiden en specerijen een wettelijk vermoeden van schadelijkheid voor elk afzonderlijk product moeten weerleggen, is aanvechtbaar. Het zou logischer zijn de procedure om te keren. Indien er een wetenschappelijk onderbouwd vermoeden bestaat dat bepaalde stoffen in voor menselijke voeding bestemde levensmiddelen een gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid, kunnen de toegestane maximumgehalten in bijlage III worden opgenomen op basis van een advies van de Autoriteit.

Het Parlement heeft eveneens rekening gehouden met het feit dat de actieve bestanddelen in kruidenmengsels veranderen naar gelang van het seizoen. Seizoengebonden veranderingen vereisen kostbare tests, waarvan de kosten waarschijnlijk hoger zouden zijn dan de marktwaarde van de kruiden- en specerijenmengsels, hetgeen producenten van bereid voedsel op voorhand zouden kunnen doen beslissen om kruiden te vervangen door aroma's. Dit is niet wat de Europese consument wil. Door dit standpunt in te nemen houdt het Parlement eveneens rekening met het feit dat in de verordening het gebruik van kruiden en specerijen op zich niet begrensd is en dat de Raad in het gemeenschappelijk standpunt heeft afgezien van maximumgehalten voor in Bijlage III opgenomen stoffen die worden toegevoegd aan voedsel dat op dezelfde locatie wordt bereid. Het Parlement is van oordeel dat de rechtvaardiging hiervan - de veronderstelde lage hoeveelheid schadelijke stoffen in aldus bereid voedsel - kan worden uitgebreid tot levensmiddelen in het algemeen.

PROCEDURE

Titel

Aroma's en ingrediënten voor levensmiddelen met aromatiserende eigenschappen

Document- en procedurenummers

16677/3/2007 – C6-0139/2008 – 2006/0147(COD)

Datum eerste lezing EP – P-nummer

10.7.2007                     T6-0323/2007

Voorstel van de Commissie

COM(2006)0427 - C6-0259/2006

Gewijzigd voorstel van de Commissie

COM(2007)0671

Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt

13.3.2008

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

13.3.2008

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Mojca Drčar Murko

14.9.2006

 

 

Datum goedkeuring

6.5.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

54

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Georgs Andrejevs, Pilar Ayuso, Irena Belohorská, Johannes Blokland, John Bowis, Frieda Brepoels, Hiltrud Breyer, Dorette Corbey, Magor Imre Csibi, Chris Davies, Avril Doyle, Mojca Drčar Murko, Jill Evans, Anne Ferreira, Karl-Heinz Florenz, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Jens Holm, Caroline Jackson, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Aldis Kušķis, Marie-Noëlle Lienemann, Jules Maaten, Linda McAvan, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Kathy Sinnott, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Thomas Ulmer, Åsa Westlund, Anders Wijkman, Glenis Willmott

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Inés Ayala Sender, Anne Laperrouze, Kartika Tamara Liotard, Alojz Peterle, Bart Staes, Lambert van Nistelrooij

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Armando França, Raül Romeva i Rueda

Datum indiening

13.5.2008