VERSLAG over de wijziging van het Reglement van het Europees Parlement in verband met de voorstellen van de Werkgroep parlementaire hervorming inzake de werkzaamheden van de plenaire vergadering en initiatiefverslagen

29.5.2008 - (2007/2272(REG))

Commissie constitutionele zaken
Rapporteur: Richard Corbett

Procedure : 2007/2272(REG)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0197/2008
Ingediende teksten :
A6-0197/2008
Aangenomen teksten :

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over wijziging van het Reglement van het Europees Parlement in verband met de voorstellen van de Werkgroep parlementaire hervorming inzake de werkzaamheden van de plenaire vergadering en initiatiefverslagen

(2007/2272(REG))

Het Europees Parlement,

–   gezien de besluiten van de Conferentie van voorzitters van 25 oktober en 12 december 2007,

–   gezien het schrijven van zijn Voorzitter van 15 november 2007 en 31 januari 2008,

–   gezien het eerste tussentijdse verslag van de Werkgroep parlementaire hervorming over 'De plenaire vergadering en het rooster van de werkzaamheden', dat op 6 september 2007 is voorgelegd aan de Conferentie van voorzitters (PE 392.600/CPG) en de conclusies in dit verslag over de initiatiefverslagen

–   gelet op artikel 199 van het EG-Verdrag,

–   gelet op de artikelen 201 en 202 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A6‑0000/2008),

1.  besluit onderstaande wijzigingen in zijn Reglement op te nemen;

2.  wijst erop dat deze wijzigingen op de eerste dag van de eerstvolgende vergaderperiode in werking treden, met uitzondering van punten 2 en 3 van de nieuwe bijlage IIbis, die in werking treden op de eerste dag van de zittingsperiode die in juli 2009 van start gaat; wijst erop dat artikel 45, lid 1 bis eveneens gelden voor verslagen die zijn toegestaan vóór de inwerkingtreding van deze bepaling;

3.  besluit dat amendement 5 betreffende artikel 39, lid 2 in het besluit van 13 november 2007[1] over de wijziging van het Reglement in verband met het Statuut van de leden in werking treedt op de eerste dag van de volgende vergaderperiode;

4.  besluit overeenkomstig artikel 204, c) het besluit van de Conferentie van voorzitters over de regels en praktische modaliteiten betreffende initiatiefverslagen als gewijzigd bij zijn besluiten van 12 december 2007 en 14 februari 2008 te publiceren als bijlage bij het Reglement; gelast zijn Secretaris-generaal deze bijlage overeenkomstig toekomstige besluiten van de Conferentie van voorzitters in dezen, aan te passen;

5.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie

Amendement  1

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 38 bis (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

 

Artikel 38 bis

Recht van initiatief dat het Parlement krachtens de Verdragen is toegekend

 

In de gevallen waarin het Parlement krachtens de Verdragen het recht van initiatief is toegekend, kan de bevoegde commissie besluiten een initiatiefverslag op te stellen.

 

Het verslag omvat:

 

a) een ontwerpresolutie

 

b) in voorkomend geval, een ontwerpbesluit of ontwerpvoorstel;

 

c) een toelichting, in voorkomend geval vergezeld van een financieel memorandum.

 

Indien voor de aanneming van een besluit door het Parlement de goedkeuring of instemming van de Raad en het standpunt of instemming van de Commissie is vereist, kan het Parlement na de stemming over het voorgestelde besluit, en op voorstel van de rapporteur, besluiten de stemming over de ontwerpresolutie uit te stellen totdat de Raad of de Commissie hun standpunt kenbaar hebben gemaakt.

Amendement  2

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 45 – lid 1 bis (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

1 bis. Het Parlement behandelt initiatiefverslagen volgens de korte- presentatieprocedure als uiteengezet in artikel 131 bis. Amendementen op deze teksten zijn niet ontvankelijk voor behandeling ter plenaire vergadering, tenzij zij door de rapporteur worden ingediend om rekening te houden met nieuwe feiten. Overeenkomstig artikel 151, lid 4 kunnen evenwel alternatieve ontwerpresoluties worden ingediend. Dit lid is niet van toepassing, wanneer het onderwerp van het verslag in het kader van een debat van prioritair belang ter plenaire vergadering wordt behandeld, wanneer het verslag overeenkomstig het initiatiefrecht uit hoofde van artikel 38 bis of 39 wordt opgesteld, of wanneer het verslag kan worden aangemerkt als een beleidsverslag overeenkomstig de door de Conferentie van voorzitters vastgestelde criteria1.

__________

1 Zie desbetreffend besluit van de Conferentie van voorzitters, als opgenomen in bijlage ... bij het Reglement.

Amendement  3

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 45 – lid 2 – alinea 1

Bestaande tekst

Amendement

2. Het bepaalde in dit artikel is mutatis mutandis van toepassing in de gevallen waarin de Verdragen het Parlement het recht van initiatief toekennen

2. Indien het onderwerp van het verslag onder het in artikel 38bis bedoelde initiatiefrecht valt, kan toestemming uitsluitend worden geweigerd op grond van het feit dat niet aan de voorwaarden in de Verdragen wordt voldaan.

Amendement  4

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 45 – lid 2 – alinea 2

Bestaande tekst

Amendement

In dergelijke gevallen neemt de Conferentie van voorzitters binnen twee maanden een besluit.

2 bis. In beide gevallen neemt de Conferentie van voorzitters binnen twee maanden een besluit.

Amendement  5

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 110 – lid 1

Bestaande tekst

Amendement

1. Ieder lid kan de Raad of de Commissie vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord. Voor de inhoud van de vragen zijn uitsluitend de vraagstellers verantwoordelijk.

1. Ieder lid kan in overeenstemming met de richtsnoeren1de Raad of de Commissie vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord. Voor de inhoud van de vragen zijn uitsluitend de vraagstellers verantwoordelijk.

 

__________

1 Zie bijlage II bis.

Amendement  6

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 110 – lid 2

Bestaande tekst

Amendement

2. De vragen worden schriftelijk ingediend bij de Voorzitter, die ze aan de betrokken instelling doet toekomen.

 

2. De vragen worden schriftelijk ingediend bij de Voorzitter, die ze aan de betrokken instelling doet toekomen. In geval van twijfel neemt de Voorzitter een besluit over de ontvankelijkheid van een vraag. De vraagsteller wordt van dit besluit in kennis gesteld.

Amendement  7

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 111 – lid 1

Bestaande tekst

Amendement

1. Ieder lid kan de Europese Centrale Bank vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord.

1. Ieder lid kan in overeenstemming met de richtsnoeren1de Europese Centrale Bank vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord.

____________

1 Zie bijlage II bis.

Amendement  8

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 131 bis (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

Artikel 131 bis

Korte presentatie

Op verzoek van de rapporteur of op voorstel van de Conferentie van voorzitters, kan het Parlement ook besluiten dat een punt, waarvoor geen echt debat nodig is, ter plenaire vergadering middels een korte presentatie door de rapporteur wordt behandeld. In dat geval krijgt de Commissie de gelegenheid het woord te voeren en hebben de leden het recht om via de indiening van een aanvullende schriftelijke verklaring overeenkomstig artikel 142, lid 7, te reageren.

Amendement  9

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 142 – lid 5

Bestaande tekst

Amendement

5. De Commissie en de Raad worden tijdens het debat over een verslag in de regel onmiddellijk gehoord na de inleiding door de rapporteur. Bij de behandeling van een voorstel van de Commissie verzoekt de Voorzitter de Commissie echter eerst het woord te voeren voor een korte toelichting van het voorstel, en bij de behandeling van een tekst van de Raad, desgewenst eerst de Raad, in beide gevallen onmiddellijk gevolgd door de rapporteur. Aan de Commissie en de Raad kan opnieuw het woord worden verleend, met name om te reageren op opmerkingen van de leden.

5. De Commissie en de Raad worden tijdens het debat over een verslag in de regel onmiddellijk gehoord na de inleiding door de rapporteur. Aan de Commissie, de Raad en de rapporteur kan opnieuw het woord worden verleend, met name om te reageren op opmerkingen van de leden.

Amendement  10

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 151 - lid 4

Bestaande tekst

Amendement

4. Een fractie kan een alternatieve ontwerpresolutie indienen ter vervanging van een in een commissieverslag voorgestelde niet-wetgevingsontwerpresolutie.

4. Een fractie of ten minste veertig leden kunnen een alternatieve ontwerpresolutie indienen ter vervanging van een in een commissieverslag voorgestelde niet-wetgevingsontwerpresolutie.

In dat geval mag de fractie geen amendementen indienen op de ontwerpresolutie van de bevoegde commissie. De ontwerpresolutie van de fractie mag niet langer zijn dan de ontwerpresolutie van de commissie. Deze wordt in één stemming zonder amendementen ter plenaire vergadering in stemming gebracht.

In dat geval mogen de fractie of de betreffende leden geen amendementen indienen op de ontwerpresolutie van de bevoegde commissie. De alternatieve ontwerpresolutie van de fractie mag niet langer zijn dan de ontwerpresolutie van de commissie. Deze wordt in één stemming zonder amendementen ter plenaire vergadering in stemming gebracht.

 

Artikel 103, lid 4 is mutatis mutandis van toepassing.

Amendement  11

Reglement van het Europees Parlement

Bijlage II bis (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

 

BIJLAGE II bis

Richtsnoeren voor vragen met verzoek om schriftelijk antwoord overeenkomstig de artikelen 110 en 111

 

1. Vragen met verzoek om schriftelijk antwoord

 

– moeten onder de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de betrokken instelling vallen en van algemeen belang zijn;

 

– moeten beknopt zijn en een begrijpelijke vraag inhouden;

 

– mogen geen beledigende uitlatingen bevatten;

 

– mogen geen louter persoonlijke aangelegenheden betreffen.

 

2. Wanneer een vraag niet in overeenstemming is met deze richtsnoeren, dient het secretariaat de vraagsteller van advies inzake de wijze waarop de vraag kan worden geformuleerd om ontvankelijk te zijn.

 

3. Wanneer in de voorgaande zes maanden een identieke of soortgelijke vraag is gesteld en beantwoord, doet het secretariaat de vraagsteller een kopie van de vorige vraag en van het antwoord toekomen. De nieuwe vraag wordt niet voorgelegd, tenzij de vraagsteller nieuwe ontwikkelingen van betekenis aanvoert of nadere informatie wenst te krijgen.

4.Wanneer in een vraag om zakelijke of statistische informatie wordt verzocht die reeds in de bibliotheek van het Parlement beschikbaar is, brengt die dienst dit ter kennis van het lid, dat de vraag kan intrekken.

 

5. Vragen die onderling samenhangende onderwerpen betreffen, kunnen gezamenlijk worden beantwoord.

TOELICHTING

I. Achtergrond van de hervorming

De interne hervormingsagenda van het Parlement is van extra belang geworden na het akkoord dat bereikt is over het Hervormingsverdrag, waarin de rol van het Europees Parlement als een van de belangrijkste spelers in het wetgevingsproces aanzienlijk is versterkt. De voornaamste doelstelling van het hervormingsproces dat nu van start gaat is de verbetering van de werkprocedures, om deze transparanter te maken en onze instelling meer te laten beantwoorden aan de verwachtingen die de burger tegenwoordig van het Europees Parlement heeft. De voorgestelde veranderingen zijn het product van een diepgaand bezinningsproces. De resultaten hiervan zijn geconcretiseerd in opeenvolgende stappen.

De Conferentie van voorzitters van het Europees Parlement heeft op haar vergadering van 15 februari 2007 besloten een Werkgroep parlementaire hervorming op te richten, onder voorzitterschap van Dagmar Roth-Behrendt. In overeenstemming met het verleende mandaat heeft mevrouw Roth-Berendt op 6 september 2006 het eerste tussentijdse verslag over de plenaire vergadering en het rooster van de werkzaamheden ingediend.

De Conferentie van voorzitters heeft op haar vergadering van 25 oktober 2007 haar voldoening met het verslag uitgesproken en bijna alle hervormingsvoorstellen van het verslag overgenomen. Vele van deze wijzigingen kunnen worden doorgevoerd onder het gezag van de Conferentie zelf, maat voor een aantal is een wijziging van het Reglement nodig.

Daarom heeft de Conferentie bij die gelegenheid besloten de volgende punten door te verwijzen naar de Commissie constitutionele zaken:

- Het opstellen van richtsnoeren voor de procedure voor vragen met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Commissie en de Raad.

- De invoering van een procedure volgens welke verslagen die vallen onder artikel 131, lid 2, in de plenaire vergadering kunnen worden gepresenteerd door de rapporteur, waarna de Commissie kan reageren en de overige leden facultatief een schriftelijke bijdrage kunnen indienen.

- De mogelijkheid voor inleiding en afsluiting van debatten in plenaire vergadering over wetgevingsteksten door de rapporteur.

Naar aanleiding van latere discussies van de Werkgroep parlementaire hervorming heeft de Conferentie van voorzitters op 12 december 2007 besloten een aantal aanvullende punten te verwijzen naar de Commissie constitutionele zaken, betreffende een vereenvoudigde procedure voor niet-wetgevingsverslagen en de herziening van het Reglement, met het oog op een aanpassing aan het opstellen van initiatiefverslagen op wetgevingsgebied.

Conform dit besluit en in overeenstemming met artikel 202 van het Reglement heeft de Commissie constitutionele zaken de voorgestelde wijzigingen behandeld.

II. Inhoud van en toelichting bij de aangenomen hervormingsmaatregelen

In de volgende paragrafen worden nader uitgelegd wat de redenen zijn achter de hervormingsmaatregelen die de rapporteur voorstelt. Hierbij wordt tevens systematisch verwezen naar concrete suggesties van de Werkgroep parlementaire hervorming. De amendementen op het Reglement in het besluit van het Parlement zijn gegroepeerd en toegelicht in vier secties die aansluiten bij de verschillende punten die de Conferentie van voorzitters aan de orde heeft gesteld.

1.        De hervorming van de procedures voor vragen met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Raad en de Commissie krachtens artikel 110 (amendementen 5, 6, 7 en 11)

           De Werkgroep parlementaire hervorming heeft in zijn conclusies gesteld dat de huidige praktijk inzake schriftelijke vragen aan de Raad en de Commissie krachtens artikel 100 duidelijk onbevredigend is. De Commissie heeft luidkeels geklaagd over het aantal van deze vragen en de administratieve werklast die de beantwoording ervan voor haar diensten veroorzaakt.

           In het kader van de pogingen om een duidelijker structuur en een nieuwe strategische programmering voor de vergaderperiodes in te voeren heeft de werkgroep in het eerste tussentijdse verslag de suggestie gedaan om ontvankelijkheidscriteria op te stellen, alsmede richtsnoeren voor deze vragen zoals die welke reeds bestaan voor mondelinge vragen krachtens artikel 109. Zoals gezegd, heeft de Conferentie van voorzitters dit voorstel overgenomen.

           Na overweging van de wijze van uitvoering van dit voorstel heeft de rapporteur besloten dat de meest geëigende oplossing gelegen is in een gedeeltelijke wijziging van artikel 110, samen met de invoering van een nieuwe bijlage IIbis in het Reglement. Lid 1 van dit artikel is gewijzigd om een verwijzing naar de bijlage op te nemen, die is opgenomen in amendement 11. Hierin staan de richtsnoeren voor de ontvankelijkheid van schriftelijke vragen uiteengezet.

           De wijziging van artikel 110, lid 2 houdt in dat de Voorzitter een besluit neemt inzake de ontvankelijkheid van schriftelijke vragen. Er zij op gewezen dat de Voorzitter, om te voorkomen dat deze in haar/zijn werkzaamheden worden gehinderd door een buitensporige werklast, krachtens artikel 20, lid 3 altijd de uitoefening van bevoegdheden krachtens artikel 110, lid 2 kan delegeren aan een ondervoorzitter.

           De criteria zijn dusdanig geformuleerd dat volledig rekening is gehouden met het recht van de leden om schriftelijke vragen te richten aan de Commissie en binnen redelijke tijd een antwoord te verwachten. Anderzijds zijn er duidelijke bepalingen opgesteld om misbruik van dit recht te voorkomen, met name door invoering van het nieuwe maximum van drie vragen zonder voorrang (wijziging van artikel 110, lid 4), de regel dat identieke of soortgelijke vragen niet worden ingediend (punt 2 van de nieuwe bijlage), alsook de niet-ontvankelijkheid van vragen die beledigingen bevatten (punt 1 van de nieuwe bijlage). Met name dit punt moet mogelijke schendingen van de fundamentele waarden van de Europese Unie voorkomen.

           Het secretariaat van het Voorzitterschap wordt belast met het geven van adequate suggesties aan die leden wier vragen niet voldoen aan de richtsnoeren van bijlage IIbis. Om het secretariaat de tijd te geven zich aan te passen aan deze taken treden punten 2 en 3 van Bijlage IIbis pas in een later stadium in werking.

2.        Invoering van nieuw artikel 131bis inzake een korte presentatie van een verslag waarvoor geen volledig debat nodig is (amendement 8)

           De Werkgroep parlementaire hervorming merkt op dat met het oog op een betere programmering van de agenda voor de vergaderperiodes rapporteurs en schaduwrapporteurs gestimuleerd moeten worden om eerder artikel 131 inzake de procedure in plenaire vergadering zonder amendementen en debat toe te passen. In het eerste tussentijdse verslag wordt voorgesteld een mogelijkheid in te voeren die rapporteurs stimuleert om af te zien van een volledig debat door bepaalde tijdblokken te reserveren waarin rapporteurs hun verslag in het plenum kunnen toelichten, zonder verder debat.

           Op basis van deze suggestie heeft de rapporteur gekozen voor introductie van een nieuw artikel 131bis, ter verbetering van de huidige praktijk. Op verzoek van de rapporteur en op voorstel van de Conferentie van voorzitters kan het Parlement in de toekomst besluiten dat een verslag dat geen volledig debat in plenum behoeft tijdens een specifiek tijdsblok kan worden gepresenteerd door de rapporteur. De presentatie van de rapporteur wordt alleen gevolgd door een reactie van de Commissie; verdere reacties van de leden zijn niet mogelijk. Deze kunnen echter een schriftelijke verklaring overeenkomstig de bepalingen van artikel 142, lid 7 indienen.

           Voorts voorziet dit nieuwe artikel, in overeenstemming met de aanbevelingen van Hoofdstuk 4 van het eerste tussentijdse verslag en de besluiten van de Conferentie van voorzitters van 12 december 2007, in een algemene procedure voor behandeling in de plenaire vergadering van initiatiefverslagen, behoudens enkele uitzonderingen (zie onderstaand punt 4).

3.        Betere zichtbaarheid van het Parlement in de debatten door wijziging van artikel 142 inzake de toekenning van spreektijd (amendement 9)

           Met betrekking tot de prioriteiten voor de organisatie van de jaarlijkse debatten, heeft de Werkgroep parlementaire hervorming opgemerkt dat de zichtbaarheid van het Parlement vergroot moet worden en de discussies levendiger moeten worden gemaakt.

           Om dit te bereiken wordt in het eerste tussentijdse verslag aanbevolen een aantal maatregel door te voeren met betrekking tot de organisatie van de debatten. Een daarvan behelst met name dat in de regel debatten over wetgevingsteksten worden ingeleid en besloten door de rapporteur.

           Die aanbeveling krijgt haar beslag via een eenvoudige wijziging van artikel 142, lid 5. Door een allereerste presentatie van het parlementaire verslag door de rapporteur zal het standpunt van het Europees Parlement over het betreffende onderwerp dat in het kader van het wetgevingsproces wordt besproken beter voor het voetlicht worden gebracht.

           Ook al zou dit de algemene regel worden voor het normale verloop van een debat, dit weerhoudt de Voorzitter van het Parlement er niet van onder specifieke omstandigheden te besluiten de vertegenwoordiger van de Commissie of de Raad eerst het woord te verlenen.

           Ten slotte waarborgt de door de rapporteur voorgestelde formulering dat na de verklaring van de Raad en/of de Commissie en de woordvoerders die formeel zijn aangewezen door hun fracties, het tweede deel van het debat gereserveerd kan worden voor interventies en vragen van die leden die de vergadering bijwonen. De procedure is zo ontworpen dat de mogelijkheid wordt geschapen om een algemeen debat over de Commissievoorstellen en teksten van de Raad te hebben.

4.        Wijziging van de regels inzake initiatiefverslagen (amendementen 1, 2, 3, 4 en 10)

           Op 12 december 2007 heeft de Conferentie van voorzitters haar goedkeuring gehecht aan verdere hervormingsmaatregelen die een onderscheid moeten aanbrengen tussen de verschillende types initiatiefverslagen, op basis van de voorstellen van de Werkgroep parlementaire hervorming. Er komen vijf categorieën initiatiefverslagen, elk met een verschillende procedure voor toestemming en behandeling ter plenaire vergadering: wetgevingsinitiatiefverslagen, beleidsverslagen (waarin gereageerd wordt op beleids- en prioritaire initiatieven in het jaarlijks wetgevings- en werkprogramma van de Commissie; niet-wetgevingsinitiatiefverslagen, jaarlijkse activiteits- en begeleidingsverslagen; uitvoeringsverslagen.

           Met het oog op deze differentiatie besloot de Conferentie van voorzitters tevens nieuwe punten waarvoor een wijziging van het Reglement vereist is naar de Commissie constitutionele zaken te verwijzen. Deze werd gevraagd een coherente technische consolidering van het Reglement met betrekking tot niet-wetgevinsgverslagen in het algemeen en initiatiefverslagen in het bijzonder uit te voeren. In overeenstemming met dit verzoek stelt de rapporteur een coherente serie amendementen voor.

           Om meer duidelijkheid te brengen in het Reglement met betrekking tot verslagen op basis van het initiatiefrecht dat door de Verdragen aan het Parlement wordt toegekend, leek het gewenst een nieuw artikel 39 bis (amendement 1) op te nemen. De commissie ten principale heeft het recht een dergelijk verslag op te stellen na toestemming van de Conferentie van voorzitters overeenkomstig artikel 45. Artikel 39 bis is ontworpen naar voorbeeld van het bestaande artikel 39 over wetgevingsinitiatieven. Vanwege verschillende procedurele aspecten verdient het de voorkeur een nieuw artikel voor te stellen dat een aantal richtsnoeren geeft voor het opstellen van deze verslagen. Tevens introduceert het nieuwe artikel de mogelijkheid om, net als in de procedure van artikel 53, de eindstemming over deze verslagen in de plenaire vergadering uit te stellen om indien vereist tot overeenstemming met de Raad en de Commissie te komen. Een dergelijke opschorting maakt het zo nodig ook mogelijk dat de Commissie een standpunt goedkeurt zonder dat er een tweede verslag in de plenaire vergadering hoeft te worden ingediend. De voorgestelde nieuwe formulering van artikel 45, lid 2 suggereert dat toestemming voor initiatiefverslagen van artikel 39bis alleen kan worden geweigerd in gevallen waarin niet voldaan wordt aan de voorwaarden als uiteengezet in de Verdragen (amendement 3) en dat een besluit over toestemming binnen twee maanden wordt genomen. (amendement 4), zoals momenteel geldt voor initiatiefverslagen overeenkomstig artikel 192 van het EG-Verdrag (artikel 39 Reglement).

           Anderzijds is artikel 45 verder gewijzigd en voert een vereenvoudigde procedure in voor de andere categorieën van initiatiefverslagen, met uitzondering van initiatiefverslagen die door de Conferentie van voorzitters zijn gekwalificeerd als beleidsverslagen (amendement 2). Het voorgestelde nieuwe lid 1bis van artikel 45 bepaalt dat deze verslagen in de plenaire vergadering worden gepresenteerd door de rapporteur, met een reactie van de Commissie overeenkomstig artikel 131bis (zie amendement 8).

           Bovendien stelt de Werkgroep voor dat in geval van initiatiefverslagen die niet zijn gebaseerd op een Commissietekst en niet als voorbereiding op een wetgevingsverslag beschouwd kunnen worden, fracties de mogelijkheid krijgen een alternatieve resolutie of wellicht compromisresoluties in te dienen. Daarom bepaalt het nieuwe lid 1bis van artikel 45 dat amendementen op deze verslagen niet ontvankelijk zijn tenzij ingediend overeenkomstig artikel 151, lid 4.

           Om afzonderlijke leden niet de mogelijkheid te ontzeggen een voorgestelde tekst te amenderen, is artikel 151, lid 4 gewijzigd om het recht om een alternatieve resolutie in te dienen uit te breiden tot een groep van veertig leden (amendement 10). De rapporteur meent dat deze procedure leden in de gelegenheid stelt op coherente, zichtbare en transparante wijze blijk geven van hun politieke wil. Ook kan hiermee voorkomen worden dat er tegenstrijdige bepalingen in eenzelfde tekst komen te staan, wat ten goede zou komen aan de kwaliteit van de betreffende tekst. Indien er verschillende alternatieve ontwerpresoluties zijn ingediend, is het wenselijk om een compromis in de vorm van een gezamenlijke ontwerpresolutie, naar het voorbeeld van artikel 103, lid 4, in te dienen.

           Het doel van de voorgestelde amendementen is ook om de toepassing van de nieuwe regels te nodige flexibiliteit te geven, In specifieke gevallen (bijvoorbeeld verslagen die zijn aangemerkt voor sleuteldebatten) geeft artikel 45, lid 1bis de Conferentie van voorzitters de gelegenheid om op grond van gemotiveerde redenen te besluiten dat een verslag bij wijze van uitzondering wordt behandeld volgens de algemene procedureregels.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.5.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

8

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jim Allister, Richard Corbett, Brian Crowley, Hanne Dahl, Andrew Duff, Ingo Friedrich, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Jo Leinen, Íñigo Méndez de Vigo, Ashley Mote, Borut Pahor, Rihards Pīks, József Szájer, Johannes Voggenhuber

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Graham Booth, Costas Botopoulos, Klaus Hänsch, György Schöpflin, Mauro Zani

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Philip Claeys, Ingeborg Gräßle, Sepp Kusstatscher, Michael Henry Nattrass, Renate Weber, Jan Marinus Wiersma