VERSLAG inzake het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 552/97 en nr. 1933/2006 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 964/2007 en nr. 1100/2006 van de Commissie
29.5.2008 - (COM(2007)0857 – C6‑0051/2008 – 2007/0289(CNS)) - *
Commissie internationale handel
Rapporteur: Helmuth Markov
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
inzake het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 552/97 en nr. 1933/2006 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 964/2007 en nr. 1100/2006 van de Commissie
(COM(2007)0857 – C6‑0051/2008 – 2007/0289(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0857),
– gelet op artikel 133 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0051/2008),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0200/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1a) Sinds zijn oprichting is het Stelsel van Algemene Preferenties (SAP) een van de belangrijkste instrumenten van het handels- en ontwikkelingsbeleid van de EU om ontwikkelingslanden te helpen de armoede te bestrijden door inkomsten te genereren via internationale handel en om bij te dragen aan hun duurzame ontwikkeling door industriële ontwikkeling te bevorderen en hun economieën te diversifiëren. |
Motivering | |
De eerste en belangrijkste doelstelling van het stelsel is ontwikkelingslanden te helpen de armoede te bestrijden. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2a) Het hoofddoel van het EU-ontwikkelingsbeleid en bijgevolg ook van het SAP-schema bestaat erin bij te dragen - dankzij een grotere diversificatie van de economieën van de ontwikkelingslanden en een verhoogde deelname van deze landen aan de wereldhandel - tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD’s), de uitroeiing van armoede en de bevordering van duurzame ontwikkeling en goed bestuur in de ontwikkelingslanden. |
Motivering | |
Het SAP is niet ontwikkeld om de EU-handel te stimuleren maar om de ontwikkelingslanden en vooral de minst ontwikkelde landen te steunen door middel van de EBA-preferenties (Everything But Arms-preferenties). In het begin van de nieuwe verordening moet bijzondere nadruk worden gelegd op het feit dat het verwezenlijken van de MOD’s en het verminderen van armoede de hoofddoelen vormen van het EU-ontwikkelingsbeleid, en bijgevolg ook van de nieuwe SAP-verordening. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6a) Om het gebruik en de doeltreffendheid van het SAP te verhogen en ontwikkelingslanden in staat te stellen de voordelen te plukken van internationale handel en preferentiële regelingen, moet de Europese Unie trachten deze landen, en in het bijzonder de minst ontwikkelde landen (MOL's), passende technische bijstand te verlenen. |
Motivering | |
Om het gebruik en de doeltreffendheid van het SAP te verhogen, is het van belang deze landen passende technische bijstand te verlenen. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8a) De uitvoering van de overeenkomsten, waarnaar in de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur wordt verwezen, moet door technische hulp worden ondersteund. |
Motivering | |
Ontwikkelingslanden die bereid zijn de in de speciale regeling verlangde bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich te nemen, moeten daarin worden bijgestaan. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis. De ontwikkelingslanden die na 31 oktober 2008 voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur, dienen te kunnen genieten van de bijkomende tariefpreferenties zodra ze aan de vermelde criteria voldoen. De Commissie spreekt zich voor de nieuwe aanvragen eenmaal per jaar uit. |
Motivering | |
In het voorliggende voorstel voor een verordening werd geen enkel mechanisme opgenomen opdat een land dat na 31 oktober 2008 aan deze criteria voldoet, kan verzoeken om in aanmerking te komen voor het bijzondere stimuleringsstelsel. De huidige tekst bepaalt dat het in dat geval dient te wachten tot de inwerkingtreding van de volgende verordening, in 2012, om zijn verzoek in te dienen. Opdat het bijzondere stimuleringsstelsel zijn aanmoedigende karakter zou behouden, is het essentieel dat de mogelijkheid om nieuwe aanvragen in te dienen, open blijft. De voorgestelde frequentie is één keer per jaar. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Om erosie van de preferenties te voorkomen moet de Commissie overwegen producten die momenteel zijn ingedeeld als "gevoelig" in de volgende verordening in te delen als "niet-gevoelig". |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Ter wille van de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap mag een begunstigd land niet gebruikmaken van zowel het schema als een vrijhandelsovereenkomst, als die overeenkomst ten minste voorziet in alle preferenties waarvoor dit land krachtens het onderhavige schema in aanmerking komt. |
(19) Ter wille van de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap mag een begunstigd land niet gebruikmaken van zowel het schema als een vrijhandelsovereenkomst, als die overeenkomst ten minste voorziet in alle preferenties waarvoor dit land krachtens het onderhavige schema in aanmerking komt en deze ook daadwerkelijk implementeert en, zo nodig, consolideert. |
Motivering | |
Teneinde de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap te versterken, moet kunnen worden gegarandeerd dat, indien het sluiten van een vrijhandelsovereenkomst leidt tot de uitsluiting van een land van de lijst met begunstigden van deze regeling, deze overeenkomst niet alleen voorziet in de reeds toegekende preferenties onder voorliggend stelsel maar deze ook daadwerkelijk implementeert en consolideert. | |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 21 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
21 bis. De oorsprongsregels moeten worden herzien, rekening houdend met interregionale en algemene cumulatie en met de mogelijkheid voor een land om in aanmerking te komen voor een preferentiële behandeling in het kader van het SAP, SAP+ en EBA-initiatief, zelfs indien dit land niet het uiteindelijke land van uitvoer is, op voorwaarde dat de goederen in dit land een aanzienlijke toegevoegde waarde krijgen. In het kader van deze herziening dient tevens de vereiste voor dubbele transformatie van bepaalde producten te worden geschrapt. |
Motivering | |
De Commissie dient het systeem van oorsprongsregels te herzien en rekening te houden met de interregionale en algemene cumulatie en met de mogelijkheid voor een land om in aanmerking te komen voor een preferentiële behandeling in het kader van het SAP, SAP+ en EBA-initiatief, zelfs indien dit land niet het uiteindelijke land van uitvoer is. In het kader van deze herziening dient tevens de vereiste voor dubbele transformatie van bepaalde producten te worden geschrapt, teneinde de toepassingswijzen van deze oorsprongsregels voor ontwikkelingslanden te versoepelen. | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 21 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(21b) De Commissie moet zich binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) prioritair inzetten voor het bereiken van een overeenkomst ter harmonisering van de oorsprongsregels op basis waarvan een preferentiële behandeling wordt toegekend aan de ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen (MOL’s). |
Motivering | |
Doordat de oorsprongsregels erg complex zijn, worden ze maar weinig gebruikt. Nochtans vormen ze een essentieel hulpmiddel voor de bevordering van de regionale integratie. Een geharmoniseerd systeem van oorsprongsregels zou de ontwikkelingslanden en minst ontwikkelde landen (MOL’s) in staat stellen de mogelijkheden die het SAP biedt beter te benutten. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1a. Op basis van de meest recente vergelijkbare en aangepaste gegevens die ten tijde van de vaststelling van deze verordening beschikbaar zijn bepaalt de Commissie welke begunstigde landen aan de in lid 1 genoemde criteria voldoen. |
Motivering | |
In het amendement wordt de grondgedachte van artikel 3, lid 2, van de oorspronkelijke versie van COM(2004)699 opnieuw geïntroduceerd om de betrouwbaarheid van de gegevens te vergroten en omwille van de transparantie voor alle mogelijk deelnemende landen. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1b. De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie jaarlijks een lijst bekend van de begunstigde landen die aan de in lid 1 genoemde criteria voldoen. |
Motivering | |
Door deze maatregel wordt de regeling voorspelbaarder. | |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer een begunstigd land een preferentiële handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft die ten minste alle preferenties omvat waarin het schema voor dat land voorziet, wordt het geschrapt van de lijst van begunstigde landen. |
2. Wanneer een begunstigd land een preferentiële handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft, prevaleert de toepassing van de handelovereenkomst boven de toepassing van het schema, op voorwaarde dat deze overeenkomst daadwerkelijk ten minste alle preferenties waarop dat land uit hoofde van dit schema een beroep kan doen daadwerkelijk implementeert en, zo nodig, consolideert. Een handelsovereenkomst met de Gemeenschap laat onverlet dat het land in aanmerking kan blijven komen voor de bijzondere stimuleringsregeling, zoals vastgelegd in artikelen 7 tot 10. |
Motivering | |
Indien een handelsovereenkomst gunstiger is dan het huidige schema, moet het daarop prevaleren, op voorwaarde dat deze overeenkomst daadwerkelijk wordt geïmplementeerd en ook echt gunstiger is. Indien een land overigens bijkomende preferenties kan krijgen, mits het de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur naleeft, dient het in aanmerking te komen voor deze bijzondere regeling, zelfs indien het reeds door een handelsovereenkomst aan Gemeenschap gebonden is. | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie stelt een begunstigd land dat van de lijst van begunstigde landen wordt geschrapt, daarvan in kennis. |
3. Als een land van de lijst van begunstigde landen wordt geschrapt, stelt de Commissie het betrokken land en het Europees Parlement daarvan in kennis. |
Motivering | |
Het Europees Parlement dient ook op de hoogte te worden gesteld. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3a. Om de impact van de regeling te verbeteren, verleent de Commissie aan ontwikkelingslanden, en in het bijzonder aan de MOL's, passende technische bijstand om de institutionele en regelgevende capaciteit op te bouwen die nodig is om de voordelen te plukken van de internationale handel en het SAP. |
Motivering | |
Ontwikkelingslanden moeten adequate technische bijstand ontvangen om volledig deel te nemen aan het internationale handelssysteem en preferentiële stelsels. | |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 5 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, genoemde regelingen gelden de oorsprongsregels voor de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93. |
2. Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, genoemde regelingen gelden de oorsprongsregels voor de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93. De vorm, inhoud en procedures van het systeem van oorsprongsregels worden regelmatig herzien om de invloed van het systeem op de mate van gebruik van het SAP te beoordelen en om beter te kunnen bijdragen tot de bevordering van de economische ontwikkeling. |
Motivering | |
De oorsprongsregels zijn belangrijk voor de uitvoermogelijkheden van ontwikkelingslanden onder het SAP, SAP+ en EBA-schema. In verschillende gevallen zijn deze oorsprongsregels strenger dan nodig is en belemmeren ze het gebruik van de schema's. Een herziening van de oorsprongsregels gebeurt zonder raadpleging van het Parlement. Voor toekomstige herzieningen van de oorsprongsregels, die regelmatig zullen plaatsvinden, zal de Commissie rekening houden met interregionale en globale cumulatie en met het feit dat een land in aanmerking kan komen voor een preferentiële behandeling in het kader van het SAP, SAP+ en EBA zelfs als het niet het uiteindelijke uitvoerland is. Deze elementen zouden de ontwikkelingslanden beter toelaten de SAP-schema's te gebruiken en zouden bevorderlijk zijn voor hun economische ontwikkeling. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3a. De Commissie verleent in WTO-verband voorrang aan de harmonisering van de oorsprongsregels met het oog op preferentiële behandeling voor ontwikkelingslanden en MOL's. |
Motivering | |
In haar streven naar harmonisering van de oorsprongsregels in WTO-verband moet de Europese Unie duidelijk maken dat zij zich wil richten op het SAP. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3a. Aan ontwikkelingslanden wordt ook technische bijstand verleend om hen te helpen te voldoen aan de vereisten van ratificatie en effectieve tenuitvoerlegging van de nieuwe bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur. |
Motivering | |
Ontwikkelingslanden die bereid zijn de bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich te nemen om de internationale verdragen die door de bijzondere stimuleringsregeling verplicht worden gesteld te ratificeren en effectief ten uitvoer te leggen, moeten worden gesteund. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 8 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen blijven evalueren. Voordat de toepassing van deze verordening komt te vervallen en tijdig vóór de behandeling van de volgende verordening, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de stand van de ratificatie en tenuitvoerlegging van die verdragen, door ieder land dat gebruik maakt van de bijzondere stimuleringsregeling. |
3. De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen blijven evalueren. Voordat de toepassing van deze verordening komt te vervallen en tijdig vóór de behandeling van de volgende verordening, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de stand van de ratificatie en tenuitvoerlegging van die verdragen, door ieder land dat gebruik maakt van de bijzondere stimuleringsregeling. Indien nodig neemt de Commissie aanbevelingen van toezichthoudende instanties op wanneer er voor de effectieve tenuitvoerlegging van een verdrag aanvullende maatregelen getroffen moeten worden door een bepaald land. |
|
In haar verslag evalueert de Commissie ook de effectiviteit van de bijzondere stimuleringsregeling bij de verwezenlijking van de doelstelling, en beveelt zij, indien nodig, een herziening van Bijlage III aan. |
Motivering | |
Het is van belang dat de bijzondere regeling na verloop van tijd kan worden aangepast en herzien om de doelstelling te verwezenlijken. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 9 - lid 1 - punt a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) uiterlijk op 31 oktober 2008 is een daartoe strekkend verzoek ingediend door een in bijlage I vermeld land of gebied, en |
a) Het verzoek daartoe moet worden ingediend door een land of grondgebied, opgesomd in bijlage I op 31 oktober 2008, of, voor landen of grondgebieden die na deze datum voldoen aan de voorwaarden in Artikel 8, leden 1 en 2, éénmaal per jaar, en |
Motivering | |
In het voorliggende voorstel voor een verordening werd geen enkel mechanisme opgenomen opdat een land dat na 31 oktober 2008 aan deze criteria voldoet, kan verzoeken om in aanmerking te komen voor het bijzondere stimuleringsstelsel. De huidige tekst bepaalt dat het in dat geval dient te wachten tot de inwerkingtreding van de volgende verordening, in 2012, om zijn verzoek in te dienen. Opdat het bijzondere stimuleringsstelsel zijn aanmoedigende karakter zou behouden, is het essentieel dat de mogelijkheid om nieuwe aanvragen in te dienen, open blijft. De voorgestelde frequentie is één keer per jaar. | |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 10 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie onderzoekt het verzoek en de in artikel 9, lid 2, bedoelde begeleidende informatie. Hierbij houdt zij rekening met de bevindingen van de desbetreffende internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere ter zake kundige bronnen verifiëren. |
1. De Commissie onderzoekt het verzoek en de in artikel 9, lid 2, bedoelde begeleidende informatie. Hierbij houdt zij rekening met de bevindingen van de desbetreffende internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en verifieert de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere relevante bronnen, met inbegrip van het Europees Parlement en van vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, zoals de sociale partners. |
Motivering | |
Het Europees Parlement en andere ‚relevante bronnen’, zoals vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de sociale partners, dienen in aanmerking te worden genomen bij de verifiëring van de uitvoering van het merendeel van de overeenkomsten, opgenomen in bijlage III, zoals de overeenkomsten met betrekking tot de mensenrechten en de beroepsnormen. | |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 10 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie stelt een verzoekend land in kennis van het overeenkomstig lid 2 genomen besluit. Wanneer de bijzondere stimuleringsregeling aan een bepaald land wordt toegekend, wordt dit land in kennis gesteld van de datum waarop het desbetreffende besluit in werking treedt. De Commissie maakt uiterlijk op 15 december 2008 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend welke landen worden gesteund in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur. |
3. De Commissie stelt een verzoekend land in kennis van het overeenkomstig lid 2 genomen besluit. Wanneer de bijzondere stimuleringsregeling aan een bepaald land wordt toegekend, wordt dit land in kennis gesteld van de datum waarop het desbetreffende besluit in werking treedt. De Commissie maakt uiterlijk op 15 december 2008 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend welke landen worden gesteund in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur en actualisseert deze lijst éénmaal per jaar. |
Motivering | |
In het voorliggende voorstel voor een verordening werd geen enkel mechanisme opgenomen opdat een land dat na 31 oktober 2008 aan deze criteria voldoet, kan verzoeken om in aanmerking te komen voor het bijzondere stimuleringsstelsel. De huidige tekst bepaalt dat het in dat geval dient te wachten tot de inwerkingtreding van de volgende verordening, in 2012, om zijn verzoek in te dienen. Opdat het bijzondere stimuleringsstelsel zijn aanmoedigende karakter zou behouden, is het essentieel dat de mogelijkheid om nieuwe aanvragen in te dienen, open blijft. De voorgestelde frequentie is één keer per jaar. | |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 10 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie desgevraagd haar besluit. |
4. Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie haar besluit en stelt zij het verzoekende land en het Europees Parlement op de hoogte van de redenen. |
Motivering | |
Omwille van grotere transparantie, rechtszekerheid en democratische controle moeten zowel het Europees Parlement als de begunstigde staten te allen tijde op de hoogte worden gehouden van de tenuitvoerlegging, vooruitgang en resultaten van het SAP. | |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De Commissie moet regelmatig nagaan of de begunstigde landen hun verplichtingen naleven en of er zich geen van de in artikel 15, lid 1 en 2, en artikel 16, lid 1 en 2, genoemde redenen voor de tijdelijke intrekking van preferentiële regelingen voordoet. Ze moet jaarlijks een verslag opstellen over tijdelijke intrekkingen en dit verslag doen toekomen aan het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten. |
Motivering | |
De Commissie mag niet gewoon afwachten dat anderen haar inlichtingen verschaffen over eventuele schendingen van verplichtingen die een tijdelijke intrekking zouden kunnen rechtvaardigen. Ze moet ook zelf actief proberen na te gaan of deze verplichtingen worden nageleefd. Informatie over tijdelijke intrekkingen moet openbaar worden gemaakt en een jaarverslag zou een goed overzicht bieden van de werking van de SAP-regelingen. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 17 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de Commissie of een lidstaat informatie ontvangt die tijdelijke intrekking van een preferentiële regeling kan rechtvaardigen en de Commissie of een lidstaat van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt deze het comité daarvan in kennis en verzoekt deze het comité om overleg. Het overleg vindt plaats binnen een maand. |
1. Wanneer het Europees Parlement, de Commissie of een lidstaat informatie ontvangt die tijdelijke intrekking van een preferentiële regeling kan rechtvaardigen en het Europees Parlement, de Commissie of een lidstaat van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt deze het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis en verzoekt deze het comité om overleg. Het overleg vindt plaats binnen een maand. |
Motivering | |
Het Europees Parlement moet om overleg kunnen verzoeken. Het intrekken van preferenties vormt een belangrijke beslissing die een grote invloed heeft op de handelsmogelijkheden van het betrokken ontwikkelingsland. De rol van het Parlement in verband hiermee moet versterkt worden. | |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 17 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Na het overleg kan de Commissie, binnen de termijn van een maand en overeenkomstig de in artikel 27, lid 5 bedoelde procedure, besluiten een onderzoek te openen. |
2. Na het overleg kan de Commissie, binnen de termijn van een maand en overeenkomstig de in artikel 27, lid 5 bedoelde procedure, besluiten een onderzoek te openen. Wat de redenen betreft die worden vermeld in Artikel 15, lid 1, letter a), opent de Commissie automatisch een onderzoek in alle gevallen waarin de commissie voor de toepassing van de ILO-normen een ‘speciaal lid’ wijdt aan een begunstigd land dat de fundamentele arbeidsnormen niet naleeft. |
Motivering | |
De toepassing van de fundamentele arbeidsnormen is uiterst belangrijk om de legitimiteit van de bijzondere stimuleringsregeling van SAP+ te kunnen rechtvaardigen. Het is dan ook noodzakelijk dat er een onderzoek wordt geopend zodra de commissie voor de toepassing van de ILO-normen gewag maakt van gevallen van schending van de fundamentele arbeidsnormen. | |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 18 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht, daarbij inbegrepen de beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de betrokken toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties. Deze dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de regelingen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. De Commissie kan de ontvangen informatie bij de betrokken marktdeelnemers en het betrokken begunstigde land verifiëren. |
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht, daarbij inbegrepen de beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de andere Europese instellingen, de betrokken toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties. Deze dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de regelingen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. De Commissie kan de ontvangen informatie verifiëren bij de marktdeelnemers, de vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld ( met inbegrip van de sociale partners) en het betrokken begunstigde land. |
Motivering | |
De raadpleging van het maatschappelijke middenveld (met inbegrip van de sociale partners, zoals de vakbonden) en van de andere Europese instellingen (het Europees Parlement inbegrepen) is noodzakelijk om in het kader van een onderzoek dat kan leiden tot een tijdelijke intrekking van de krachtens de huidige verordening voorziene preferentiële regelingen een maximale hoeveelheid informatie te kunnen verzamelen. | |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 19 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het comité voor. |
1. De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het comité en aan het Europees Parlement voor. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie en democratisch toezicht moet het Europees Parlement betrokken worden bij alle etappes van de controle van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen. | |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 19 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de Commissie tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen twee maanden met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. In het in lid 3 bedoelde geval dient de Commissie haar voorstel in aan het einde van de in dat lid genoemde termijn. |
4. Wanneer de Commissie tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij, na het Europees Parlement hiervan in kennis te hebben gesteld, een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen twee maanden met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. In het in lid 3 bedoelde geval dient de Commissie haar voorstel in aan het einde van de in dat lid genoemde termijn. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie en democratisch toezicht moet het Europees Parlement betrokken worden bij alle etappes van de controle van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen. | |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 20 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het comité daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen. |
7. Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen. |
Motivering | |
Teneinde de transparantie, de juridische veiligheid en democratische controle te vergroten, moet het Europees Parlement ervan op de hoogte worden gebracht of de Commissie maatregelen tegen een begunstigd land neemt zonder tot een voorafgaand onderzoek over te gaan. | |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 21 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer de invoer van producten die zijn vermeld in bijlage I bij het Verdrag de markten van de Gemeenschap, met name in een of meer van de ultraperifere gebieden, of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren, kan de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat, nadat zij het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening heeft geraadpleegd, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen. |
Wanneer de invoer van producten die zijn vermeld in bijlage I bij het Verdrag de markten van de Gemeenschap, met name in een of meer van de ultraperifere gebieden, of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren, kan de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat of van het Europees Parlement, nadat zij het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening heeft geraadpleegd, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen. |
Motivering | |
Het Europees Parlement moet verstoringen kunnen signaleren. | |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 22 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land zo spoedig mogelijk in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook de Raad en de lidstaten van dit besluit in kennis. |
1. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land zo spoedig mogelijk in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten in kennis van dit besluit. |
Motivering | |
Het Europees Parlement dient ook op de hoogte te worden gesteld. | |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 22 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten kunnen een overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit binnen een maand naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen. |
2. De lidstaten, evenals het Europees Parlement, kunnen een overeenkomstig artikel 20 of artikel 21 genomen besluit binnen de termijn van een maand naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen. In voorkomend geval brengt de Raad het verzoekende land evenals het Europees Parlement op de hoogte van haar beslissing. |
Motivering | |
Indien de vrijwaringsclausules, opgenomen in Artikels 20 en 21, leiden tot de opheffing van het preferentiële stelsel voor een welbepaald land, moet het Europees Parlement, net als elke lidstaat, de mogelijkheid hebben om zich te wenden tot de Raad, opdat deze met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit neemt. | |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 25 – letter e) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) voor het opstellen, uiterlijk op 15 december 2008, van de definitieve lijst van begunstigde landen overeenkomstig artikel 10. |
e) voor het opstellen, uiterlijk op 15 december 2008, van de definitieve lijst van begunstigde landen overeenkomstig artikel 10, die éénmaal per jaar wordt geactualiseerd. |
Motivering | |
In het voorliggende voorstel voor een verordening werd geen enkel mechanisme opgenomen opdat een land dat na 31 oktober 2008 aan deze criteria voldoet, kan verzoeken om in aanmerking te komen voor het bijzondere stimuleringsstelsel. De huidige tekst bepaalt dat het in dat geval dient te wachten tot de inwerkingtreding van de volgende verordening, in 2012, om zijn verzoek in te dienen. Opdat het bijzondere stimuleringsstelsel zijn aanmoedigende karakter zou behouden, is het essentieel dat de mogelijkheid om nieuwe aanvragen in te dienen, open blijft. De voorgestelde frequentie is één keer per jaar. | |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 26 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 26 bis |
|
1. De Commissie stelt het Europees Parlement regelmatig op de hoogte van: |
|
a) statistische gegevens over de handel tussen de Europese Unie en SAP- begunstigde landen; |
|
(b) de stand van zaken met betrekking tot de ratificatie en tenuitvoerlegging van de verdragen die zijn opgenomen in Bijlage III door ieder land dat gebruik maakt van de bijzondere stimuleringsregeling; Indien nodig neemt de Commissie aanbevelingen op wanneer er voor de effectieve tenuitvoerlegging van een verdrag door een bepaald land aanvullende maatregelen moeten worden getroffen; |
|
(c) relevante informatie over geboekte vooruitgang bij de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD's), met name in de MOL's. |
|
2. De Commissie bereidt een effectbeoordelingsstudie voor over de effecten van het SAP in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009. De studie zal voor 1 maart 2010 worden toegezonden aan het comité, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité. |
|
3. De Commissie zal na raadpleging van het comité de inhoud bepalen van de in lid 2 bedoelde effectbeoordelingsstudie, die de standpunten van de begunstigde landen zal bevatten, alsmede ten minste de volgende elementen: |
|
- een diepgaande statistische analyse van de mate van gebruik van het SAP per land en sector, met inbegrip van een vergelijking met voorgaande jaren; |
|
- een evaluatie van de maatschappelijke en handelsgerelateerde effecten van graduatie op gegradueerde landen; |
|
- een voorlopige beoordeling van de gevolgen van toekomstige graduatie voor de landen die in het kader van de volgende verordening naar verwachting zullen worden gegradueerd; |
|
- een analyse van de mogelijke effecten van uitbreiding van het stelsel van preferenties door de preferentiële marge die wordt toegekend aan gevoelige producten te verhogen en/of door 'gevoelige' producten over te brengen naar de categorie 'niet-gevoelige' producten; |
|
- een evaluatie van de bijdrage van deze verordening tot de verwezenlijking van de MOD's, met name voor de MOL's. |
|
4. De Commissie legt bij de afsluiting van de ontwikkelingsagenda van Doha een speciaal verslag voor aan het Europees Parlement, waarin de impact wordt onderzocht van de onderhandelingen over het stelsel dat in deze verordening wordt vastgesteld en waarin wordt overwogen welke maatregelen er kunnen worden getroffen om de effectiviteit van het SAP te waarborgen. |
Motivering | |
De verordening moet regelmatig worden gecontroleerd en geëvalueerd en het Europees Parlement moet op de hoogte worden gehouden; in de verordening moet rekening worden gehouden met de impact die de WTO-onderhandelingen zullen hebben op de MOL's; en er moet rekening worden gehouden met een uitvoerige beoordeling van het stelsel, alsmede met de meningen van de begunstigde landen, alvorens stappen te ondernemen ter herziening van de huidige verordening. In een situatie die gekenmerkt wordt door erosie van de preferenties moet bijzondere aandacht worden besteed aan de mogelijke verbetering van het toepassingsgebied en de generositeit van het stelsel. | |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 27 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het comité onderzoekt de effecten van het schema aan de hand van een verslag van de Commissie over de periode vanaf 1 januari 2009. Deze studie bestrijkt alle in artikel 1, lid 2, bedoelde preferentiële regelingen en wordt tijdig voorgelegd met het oog op de behandeling van de volgende verordening. |
3. Het comité onderzoekt de effecten van het stelsel aan de hand van de in artikel 26bis, lid 2, bedoelde effectbeoordelingsstudie. Deze studie bestrijkt alle in artikel 1, lid 2, bedoelde preferentiële regelingen en wordt tijdig voorgelegd met het oog op de behandeling van de volgende verordening. |
Motivering | |
Om de verordening adequaat te herzien is een goede effectbeoordelingsstudie over het functioneren van het stelsel noodzakelijk. | |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 29 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2a. Het voorstel voor een herziene verordening voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 wordt door de Commissie voor 1 juni 2010 toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité. In het nieuwe voorstel zal voldoende rekening worden gehouden met de resultaten van de in artikel 26bis, lid 2, bedoelde effectbeoordelingsstudie. |
Motivering | |
Om te kunnen voldoen aan de eis van voorspelbaarheid (een jaar van tevoren) waar door de begunstigde landen en de economische actoren om is verzocht, moet de herziene verordening voor 1 januari 2011 worden goedgekeurd. Omwille van een zorgvuldige raadpleging van het Europees Parlement en de relevante betrokkenen, moet het voorstel ten minste een half jaar eerder (1 juni 2010) worden ingediend. Hierdoor kan de Commissie de bevindingen van de effectbeoordelingsstudie, die op 1 maart 2010 gepubliceerd wordt, verwerken in het voorstel. |
TOELICHTING
Handel en hulp zijn gewoonlijk de belangrijkste externe factoren waardoor een land zich kan ontwikkelen.
Het klassieke instrument om te zorgen voor toenemende handel is de tariefpreferentie, dat wil zeggen dat op goederen die we importeren uit ontwikkelingslanden geen normale invoerrechten worden geheven.
Niet-wederzijdse handelspreferenties worden al sinds lange tijd door ontwikkelde landen toegekend aan verschillende ontwikkelingslanden.
In 1968 heeft de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD) de oprichting van een 'Stelsel van Algemene Preferenties' (SAP) aanbevolen volgens welke geïndustrialiseerde landen aan alle ontwikkelingslanden handelspreferenties zouden toekennen op niet-wederzijdse basis, en niet alleen aan voormalige koloniën.
Sindsdien is door OESO-landen een overvloed aan niet-wederzijdse preferentiële stelsels ingesteld, in aanvulling op een alsmaar groeiend aantal wederzijdse bilaterale en regionale regelingen voor handelsliberalisering.
Onder niet-wederzijdse stelsels vallen nationale SAP-programma's, SAP+-programma's voor de minst ontwikkelde landen (MOL's) zoals het EU-initiatief ("alles behalve wapens") EBA en speciale regelingen voor kleinere groepen ontwikkelingslanden, zoals de US African Growth and Opportunity Act (AGOA), het Caribbean Basin Initiative, enz.
De Europese Gemeenschap voerde in 1971 als eerste een SAP-stelsel in. Het SAP van de EU is het meest gebruikte van deze stelsels van ontwikkelde landen. Aan begunstigde landen wordt belastingvrije toegang of een tariefverlaging toegekend voor hun producten, naar gelang van de SAP-regeling waar het land gebruik van maakt. Sinds de invoering in 1971 is het SAP een belangrijk handelsbeleidsinstrument dat ontwikkelingslanden helpt inkomsten te genereren via internationale handel met het doel armoede te helpen bestrijden en duurzame ontwikkeling te bevorderen.
Voor de periode 2006-2008 zijn er drie regelingen van kracht voor begunstigde landen:
1) alle begunstigde landen maken gebruik van de algemene regeling;
2) de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (het "SAP+") biedt extra voordelen voor landen die bepaalde internationale normen hanteren op het gebied van mensen- en arbeidsrechten, milieubescherming, drugsbestrijding en goed bestuur;
3) de speciale regeling voor de minst ontwikkelde landen (MOL's), ook bekend als het "alles behalve wapens" (EBA) initiatief, biedt de gunstigste behandeling van allemaal met het doel de MOL's "belastingvrije en quotavrije" toegang te geven tot de EU-markt.
De richtsnoeren van het huidige stelsel gelden voor de periode 2006-2015.
De eerste meerjarige uitvoeringsverordening is geldig van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008. De tweede zal gelden van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011.
Tijdschema
Het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toepassing van een stelsel van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 is verwezen naar de Commissie internationale handel in het kader van de raadplegingsprocedure.
Helaas, en in tegenstrijd met de wensen die het Parlement heeft geuit in zijn resolutie over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties[1], heeft de Commissie haar voorstel niet tijdig ingediend (voor 1 juni 2007) zodat het Europees Parlement niet zorgvuldig kan worden geraadpleegd binnen een redelijke termijn.
De SAP-uitvoeringsverordening moet namelijk tijdig genoeg worden gepubliceerd om economische actoren en begunstigde landen in staat te stellen zich aan te passen aan de wijzigingen. Uw rapporteur betreurt het daarom dat de Commissie haar voorstel pas op 21 december 2007 heeft ingediend. Op 31 januari heeft de Raad het Parlement verzocht zijn advies voor 10 april uit te brengen.
Uw rapporteur wenst te benadrukken dat het raadplegingsproces van het Europees Parlement overhaast was en bijzonder ongelukkig in het licht van het Verdrag van Lissabon. Als het Verdrag van Lissabon eenmaal geratificeerd is, zal het Parlement de rol krijgen van medewetgever in zaken die verband houden met de handel en zullen de SAP-uitvoeringsverordeningen worden goedgekeurd volgens de medebeslissingsprocedure (normale wetgevingsprocedure).
Toelichting van de amendementen
De amendementen van de rapporteur beogen het Commissievoorstel te verbeteren uitgaande van vier basisdoelstellingen: (1) een effectiever stelsel creëren waarin meer rekening wordt gehouden met de belangen van de begunstigde landen en de economische actoren; (2) regels opstellen die zullen zorgen voor een beter gereguleerd hervormingsproces waarin de betrokkenheid van de begunstigden wordt gewaarborgd; (3) ervoor zorgen dat in de verordening voldoende belang wordt gehecht aan de democratische controle die het Parlement moet uitoefenen; en (4) het SAP-stelsel van de Europese Unie in overeenstemming brengen met het multilaterale kader van de WTO en de Doha-ronde.
Grotere transparantie en rechtszekerheid moeten het keurmerk zijn van de EU. Veel amendementen zijn ingediend om van het SAP een duidelijker en transparanter stelsel te maken.
Oorsprongsregels
Oorsprongsregels en de ermee gepaard gaande administratieve procedures zijn de belangrijkste redenen voor het geringe gebruik van de handelspreferenties die worden toegekend door het SAP, met name door de minst ontwikkelde landen. Oorsprongsregels kunnen ertoe leiden dat een preferentie die op papier bestaat geen positieve impact heeft en het gevaar bestaat dat zij de handel belemmeren omdat er commercieel onhaalbare doelen worden gesteld, waardoor er slechts een gering of geen gebruik gemaakt wordt van de preferentie.
De hervorming van het SAP is onderdeel van een algemene hervorming van preferentiële oorsprongsregels die door de EU worden gehanteerd. Daarom moeten de nieuwe, herziene oorsprongsregels tegelijkertijd met het nieuwe SAP-stelsel in werking treden (op 1 januari 2009), zoals de Commissie in haar effectbeoordelingsstudie heeft voorgesteld. Het Parlement is niet geraadpleegd over de algemene hervorming van de preferentiële oorsprongsregels en het gevaar bestaat nu dat er een SAP-verordening wordt goedgekeurd zonder dat het Parlement weet wat de impact van de hervorming is.
Uw rapporteur is van mening dat het SAP zodanig zou moeten worden hervormd dat regionale cumulatie wordt toegestaan, alsmede horizontale cumulatie tussen regio's of mondiale cumulatie voor landen die gebruik maken van bijzondere SAP-regelingen. Op dezelfde wijze zou moeten worden overwogen gunstiger regels in te voeren betreffende de eisen voor erkenning van de oorsprong van een product. Voorgesteld wordt dat de Europese Unie uiting geeft aan haar wens om voorrang te verlenen aan het SAP in de context van de werkzaamheden in WTO-verband over de harmonisering van de oorsprongsregels.
Geografische dekking
De geografische dekking is bekritiseerd door zowel de begunstigde landen, NGO's als de onderzoekers. Vaak treffen we situaties aan waarin arme landen met gediversifieerde of grotere economieën onmiddellijk worden uitgesloten van de meest gunstige regelingen. De invoerdrempel zou kunnen worden vervangen door andere, duidelijkere criteria en met name criteria met een directer verband met het ontwikkelingsniveau (BBP is een goed voorbeeld van zo'n criterium). Landen die het meest zouden kunnen profiteren van tariefpreferenties doorstaan vaak niet de kwetsbaarheidstest om in aanmerking te komen voor SAP+. Uw rapporteur is van mening dat deze kwestie bij de volgende herziening van het stelsel zou moeten worden behandeld.
Effectbeoordelingsstudie en tenuitvoerlegging van de Doha-ronde
Volgens het effectbeoordelingsverslag is een toepassingsperiode van een jaar niet voldoende voor een gefundeerd oordeel. De Commissie stelt daarom voor de huidige bepalingen van het SAP-stelsel ongewijzigd te laten om de gebruikers van het stelsel in staat te stellen zich aan te passen.
Gezien de duidelijke boodschap in de resolutie van het Parlement[2] in 2005, betreurt uw rapporteur het ten zeerste dat in het effectbeoordelingsverslag slechts gekeken wordt naar 1 jaar van het functioneren van het stelsel en de impact ervan.
Om dit aperte gebrek aan kwantitatieve en kwalitatieve informatie over het functioneren van het SAP-stelsel in de toekomst te voorkomen, heeft uw rapporteur een nieuw artikel voorgesteld voor de beoordelingsprocedure, waarbij ook opmerkingen van de begunstigde landen worden opgenomen.
De rapporteur stelt ook een specifieke analyse voor van de mogelijke effecten van het SAP na de voltooiing van de WTO-onderhandelingen van de Doha-ronde. This study will help developing and LDCs to participate actively and without reservation in the negotiating process, with the certainty that the European Union will implement the measures necessary not only to avoid any ‘erosion of preferences’ but to maintain and strengthen the existing preferential treatment.
De rol van het Parlement
Totdat het Verdrag van Lissabon is geratificeerd en de SAP-uitvoeringsverordeningen worden goedgekeurd volgens de normale wetgevingsprocedure (medebeslissing), stelt uw rapporteur verschillende amendementen voor die ervoor moeten zorgen dat het Parlement zijn rol van democratisch controleur vervult.
Technische bijstand.
Uw rapporteur heeft amendementen ingediend om de impact van het huidige stelsel te vergroten en het gebruik van het SAP te verhogen door technische bijstand te verlenen die specifiek gericht is op het vergroten van de institutionele en regelgevende capaciteit die vereist is om de armste landen in staat te stellen maximaal te profiteren van de voordelen van internationale handel en het SAP.
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (6.5.2008)
aan de Commissie internationale handel
inzake het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 552/97 en nr. 1933/2006 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 964/2007 en nr. 1100/2006 van de Commissie (COM(2007)0857 – C6-0051/2008 – 2007/0289(CNS))
(COM(2007)0857 – C6‑0051/2008 – 2007/0289(CNS))
Rapporteur voor advies: Filip Kaczmarek
BEKNOPTE MOTIVERING
In 1971 introduceerde de Europese Gemeenschap een schema van algemene preferenties (SAP) voor ontwikkelingslanden. In juli 2004 gaf de Commissie haar goedkeuring aan een mededeling over ontwikkelingslanden, internationale handel en duurzame ontwikkeling: de rol van het schema van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap voor de periode 2006/2015 (COM(2004) 461). Op basis van deze mededeling stelde de Commissie een nieuwe SAP-verordening voor, die op 27 juni 2005[1], werd aangenomen. Deze verordening verving de zogenaamde drugsregeling, waarover de beroepsinstantie van de WTO oordeelde dat ze niet in overeenstemming was met de WTO-regels (met name de "machtigingsclausule", die bepaalt dat sommige ontwikkelingslanden onder bepaalde voorwaarden een gunstiger tariefbehandeling kunnen krijgen dan andere).
Verordening van de Raad nr. 980/2005, die op 31 december 2008 ophoudt van kracht te zijn, voorziet in drie verschillende types tariefpreferenties voor ontwikkelingslanden. Het huidige Commissievoorstel voor de periode van 2009 tot 2011 bevat dezelfde preferentieschema's:
a) algemene regeling (het 'normale' SAP)
(b) bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (het zogenaamde "SAP+")
(c) bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen (het zogenaamde "Everything But Arms"- of EBA-schema ).
De algemene regeling (SAP) is van toepassing op alle landen en gebieden die opgenomen zijn in bijlage I bij de verordening, nl. de ontwikkelingslanden. Landen worden van de lijst gehaald wanneer de Wereldbank ze gedurende drie opeenvolgende jaren als hoge-inkomenslanden bestempelt en wanneer hun invoer in de EU voldoende gediversifieerd is (wanneer de waarde van de invoer voor de vijf grootste afdelingen van hun onder het SAP vallende invoer in de EU minder dan 75% van hun totale onder het SAP vallende invoer in de EU vertegenwoordigt). Een land wordt eveneens van de lijst verwijderd wanneer het over een preferentiële handelsovereenkomst beschikt die ten minste dezelfde preferenties omvat als het SAP voor dat land.
Bijlage II bij de verordening bevat de lijst van de producten waarop de regeling betrekking heeft, ingedeeld in gevoelige en niet-gevoelige producten. De als niet-gevoelig geclassificeerde producten (behalve agrarische elementen) zijn vrijgesteld van douanerechten. Voor de als gevoelig aangemerkte producten gelden verlaagde douanerechten. Als een ontwikkelingsland echter een sterke positie verwerft in de EU-invoer voor een bepaalde groep producten, past de Commissie vrijwaringregels toe en worden de producten in kwestie uitgesloten. De preferentiële regelingen kunnen worden ingetrokken indien ernstige schendingen worden begaan tegen de mensenrechten of de beginselen van goed bestuur, of onder andere in geval van goederen geproduceerd door gevangenen, ontoereikende controles op de uitvoer van verdovende middelen en oneerlijke handelspraktijken.
Het SAP+ laat ook voor de gevoelige producten op de lijst in bijlage II rechtenvrije invoer in de EU toe. De specifieke rechten worden echter gedeeltelijk gehandhaafd.
Ontwikkelingslanden die van weinig belang zijn voor de EU-markt (landen "waarvan de onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap minder dan 1% van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap vertegenwoordigt", artikel 8, lid 2, letter b), komen in aanmerking voor het SAP+. Vereist is immers dat het land de in bijlage III van de verordening opgenomen verdragen heeft geratificeerd en ook daadwerkelijk uitgevoerd (16 VN/ILO-verdragen inzake mensen- en arbeidsrechten en 11 verdragen betreffende goed bestuur en milieu). De aanvraag van het land (of gebied) moet ingediend zijn vóór 31 oktober 2008.
Het EBA-schema is van toepassing op alle landen die voorkomen op de op de lijst van minst ontwikkelde landen van de VN. Alle douanerechten voor deze landen worden volledig geschorst. Uitzonderingen gelden echter voor wapens en munitie, en ook voor rijst en suiker.
Het SAP is een van de belangrijkste instrumenten waarover de EU beschikt om ontwikkelingslanden bij te staan in hun strijd tegen armoede, met name door ze te helpen bij het genereren van inkomsten uit internationale handel. In het in december 2007[2] door de Commissie voorgestelde effectbeoordelingsverslag staat dat het hoofddoel van het SAP - bijdragen tot de uitroeiing van armoede en tot de bevordering van duurzame ontwikkeling en goed bestuur in de ontwikkelingslanden - nog altijd geldt en ook voor de periode 2009-2011 van kracht blijft. Aangezien het SAP in zijn huidige vorm pas van kracht werd in 2006, wordt in het effectbeoordelingsverslag slechts één toepassingsjaar geëvalueerd. Volgens de Commissie is dit niet voldoende voor een verregaande evaluatie en herziening van de verordening. De Commissie is niettemin van mening dat de recent ingevoerde SAP-regelingen vruchten beginnen af te werpen op het vlak van ontwikkelingssteun en armoedebestrijding door middel van preferentiële handel voor de armste landen, wat hun hoofddoelstelling is. De wijzigingen in het voorstel van de Commissie hebben daarom enkel betrekking op bepaalde aspecten van de verordening van 2005 en vloeien voort uit de normale tenuitvoerlegging van het schema:
§ intrekking van tariefpreferenties voor een aantal producten voor bepaalde landen, op grond van het volume van de invoer van deze producten uit deze landen;
§ landen moeten uiterlijk tegen 31 oktober 2008 alle in bijlage III opgesomde verdragen hebben goedgekeurd en uitgevoerd (de verordening van 2005 voorzag in een overgangsperiode van drie jaar);
§ opschorting van het tariefverlagingsschema voor suiker in het kader van EBA;
§ indien de Commissie voorstelt de preferenties voor een land in te trekken, heeft de Raad nu twee maanden tijd in plaats van één om zich over dit voorstel uit te spreken.
AMENDEMENTEN
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(2a) Het hoofddoel van het EU-ontwikkelingsbeleid en bijgevolg ook van het SAP-schema bestaat erin bij te dragen - dankzij een grotere diversificatie van de economieën van de ontwikkelingslanden en een verhoogde deelname van deze landen aan de wereldhandel - tot de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen, de uitroeiing van armoede en de bevordering van duurzame ontwikkeling en goed bestuur in de ontwikkelingslanden. |
Motivering | |
Het SAP is niet ontwikkeld om de EU-handel te stimuleren maar om de ontwikkelingslanden en vooral de minst ontwikkelde landen te steunen door middel van de EBA-preferenties (Everything But Arms-preferenties). In het begin van de nieuwe verordening moet bijzondere nadruk worden gelegd op het feit dat het verwezenlijken van de millenniumdoelstellingen en het verminderen van armoede de hoofddoelen vormen van het EU-ontwikkelingsbeleid, en bijgevolg ook van de nieuwe SAP-verordening. | |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5a) Om het gebruik van het SAP te doen toenemen en ontwikkelingslanden in staat te stellen de voordelen te plukken van internationale handel en preferentiële regelingen, moet de EU trachten deze landen, en in het bijzonder de minst ontwikkelde landen, aangepaste technische bijstand te verlenen. |
Motivering | |
Het SAP wordt meer en meer gebruikt, maar de ontwikkelingslanden kunnen nog altijd niet ten volle profiteren van de mogelijkheden die het SAP biedt. Om het gebruik van het SAP te verhogen, hebben de ontwikkelingslanden technische bijstand nodig die is toegespitst op het gebruiken van de handelsmogelijkheden en het binnenkomen van de EU-markt met hun producten. | |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 21 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(21 bis) De oorsprongsregels moeten worden herzien, rekening houdend met interregionale en algemene cumulatie en met de mogelijkheid voor een land om in aanmerking te komen voor een preferentiële behandeling in het kader van het SAP, SAP+ en EBA-schema, zelfs indien dit land niet de uiteindelijke uitvoerbestemming vormt, op voorwaarde dat de goederen in dit land een aanzienlijke toegevoegde waarde krijgen. Bij deze herziening moet ook de vereiste van een dubbel verwerkingsproces voor bepaalde producten worden afgeschaft. |
Motivering | |
De Commissie moet het systeem van de oorsprongsregels herzien en daarbij rekening houden met interregionale en internationale cumulatie en met het feit dat een land in aanmerking kan komen voor een preferentiële behandeling in het kader van het SAP, SAP+ en EBA-schema, zelfs als het niet de uiteindelijke uitvoerbestemming is. In het kader van deze herziening moet de Commissie eveneens de vereiste van een dubbel verwerkingsproces voor bepaalde producten afschaffen, met het oog op een versoepeling van de voorwaarden voor het gebruik van de oorsprongsregels voor de ontwikkelingslanden. | |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 21 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(21 ter) De Commissie moet zich binnen de Wereldhandelsorganisatie prioritair inzetten voor het bereiken van een overeenkomst ter harmonisering van de oorsprongsregels op basis waarvan een preferentiële behandeling wordt toegekend aan de ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen. |
Motivering | |
Doordat de oorsprongsregels erg complex zijn, worden ze maar weinig gebruikt. Nochtans vormen ze een essentieel hulpmiddel voor de bevordering van de regionale integratie. Een geharmoniseerd systeem van oorsprongsregels zou de ontwikkelingslanden en minst ontwikkelde landen in staat stellen de mogelijkheden die het SAP biedt beter te benutten. | |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 5 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, genoemde regelingen gelden de oorsprongsregels voor de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93. |
2. Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, genoemde regelingen gelden de oorsprongsregels voor de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93. De vorm, inhoud en procedures van het systeem van oorsprongsregels worden regelmatig herzien om de invloed van het systeem op de mate van gebruik van het SAP te beoordelen en om beter te kunnen bijdragen tot de bevordering van de economische ontwikkeling. |
Motivering | |
De oorsprongsregels zijn belangrijk voor de uitvoermogelijkheden van ontwikkelingslanden onder het SAP, SAP+ en EBA-schema. In verschillende gevallen zijn deze oorsprongsregels strenger dan nodig is en belemmeren ze het gebruik van de schema's. Een herziening van de oorsprongsregels gebeurt zonder raadpleging van het Parlement. Voor toekomstige herzieningen van de oorsprongsregels, die regelmatig zullen plaatsvinden, zal de Commissie rekening houden met interregionale en globale cumulatie en met het feit dat een land in aanmerking kan komen voor een preferentiële behandeling in het kader van het SAP, SAP+ en EBA-schema zelfs als het niet het uiteindelijke uitvoerland is. Deze elementen zouden de ontwikkelingslanden beter toelaten de SAP-schema's te gebruiken en zouden bevorderlijk zijn voor hun economische ontwikkeling. | |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen blijven evalueren. Voordat de toepassing van deze verordening komt te vervallen en tijdig vóór de behandeling van de volgende verordening, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de stand van de ratificatie en tenuitvoerlegging van die verdragen, door ieder land dat gebruik maakt van de bijzondere stimuleringsregeling. |
3. De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen blijven evalueren. Voordat de toepassing van deze verordening komt te vervallen en tijdig vóór de behandeling van de volgende verordening, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de stand van de ratificatie en tenuitvoerlegging van die verdragen, door ieder land dat gebruik maakt van de bijzondere stimuleringsregeling. Eventueel laat de Commissie haar verslag vergezeld gaan van aanbevelingen met betrekking tot het nemen van aanvullende maatregelen door een bepaald land voor de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van een bepaald verdrag. |
Motivering | |
De Commissie moet elk land waaraan een bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is toegekend, op de hoogte brengen van haar beoordeling van de tenuitvoerlegging van de in bijlage III opgesomde verdragen, en moet aangepaste aanbevelingen doen opdat deze landen eventuele verzakingen aan hun verplichtingen kunnen verhelpen en hun verplichtingen op het vlak van duurzame ontwikkeling en goed bestuur optimaal kunnen vervullen. | |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 9 - lid 1 - punt a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) uiterlijk op 31 oktober 2008 is een daartoe strekkend verzoek ingediend door een in bijlage I vermeld land of gebied, en |
a) een in bijlage I vermeld land of gebied moet een verzoek daartoe hebben ingediend, en |
Motivering | |
De verordening mag de toepassing van het SAP+ niet beperken tot de deadline van 31 oktober 2008. Er is geen reden om landen anders te behandelen als zij pas later dan 31 oktober 2008, tijdens de periode van drie jaar tussen 2009 en 2011, voldoen aan de vereisten voor de toepassing van het SAP+. Het valt eveneens te betwijfelen of het opleggen van een deadline in overeenstemming is met de vereisten van de WTO, met name de machtigingsclausule, die ontwikkelde landen toelaat aan sommige ontwikkelingslanden onder bepaalde voorwaarden een gunstiger tariefbehandeling toe te kennen dan andere. Om die reden zouden ontwikkelingslanden die niet profiteren van het SAP+ de verordening kunnen bekritiseren[3]. | |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie onderzoekt het verzoek en de in artikel 9, lid 2, bedoelde begeleidende informatie. Hierbij houdt zij rekening met de bevindingen van de desbetreffende internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere ter zake kundige bronnen verifiëren. |
1. De Commissie onderzoekt het verzoek en de in artikel 9, lid 2, bedoelde begeleidende informatie. Hierbij houdt zij rekening met de bevindingen van de desbetreffende internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en verifieert de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere relevante bronnen, met inbegrip van het Europees Parlement en van vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, zoals de sociale partners. |
Motivering | |
Het Europees Parlement en andere 'relevante bronnen', zoals vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, de sociale partners inbegrepen, moeten betrokken worden bij de verificatie van de tenuitvoerlegging van de meeste in bijlage III opgesomde verdragen, zoals de verdragen betreffende de mensenrechten en de beroepsnormen. | |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie desgevraagd haar besluit. |
4. Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie haar besluit en stelt ze zowel het verzoekende land als het Europees Parlement hiervan in kennis. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie, juridische zekerheid en democratisch toezicht moeten zowel het Europees Parlement als de verzoekende landen systematisch op de hoogte gebracht worden van het feit dat een land de bijzondere stimuleringsregeling geweigerd wordt. | |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De Commissie moet regelmatig nagaan of de begunstigde landen hun verplichtingen naleven en of er zich geen van de in artikel 15, lid 1 en 2, en artikel 16, lid 1 en 2, genoemde redenen voor de tijdelijke intrekking van preferentiële regelingen voordoet. Ze moet jaarlijks een verslag opstellen over tijdelijke intrekkingen en dit verslag doen toekomen aan de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten. |
Motivering | |
De Commissie mag niet gewoon afwachten dat anderen haar inlichtingen verschaffen over eventuele schendingen van verplichtingen die een tijdelijke intrekking zouden kunnen rechtvaardigen. Ze moet ook zelf actief proberen na te gaan of deze verplichtingen worden nageleefd. Informatie over tijdelijke intrekkingen moet openbaar worden gemaakt en een jaarverslag zou een goed overzicht bieden van de werking van de SAP-regelingen. | |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 17 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de Commissie of een lidstaat informatie ontvangt die tijdelijke intrekking van een preferentiële regeling kan rechtvaardigen en de Commissie of een lidstaat van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt deze het comité daarvan in kennis en verzoekt deze het comité om overleg. Het overleg vindt plaats binnen een maand. |
1. Wanneer de Commissie, het Europees Parlement of een lidstaat informatie ontvangt die de tijdelijke intrekking van een preferentiële regeling kan rechtvaardigen en de Commissie of de lidstaat van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt deze het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis en verzoekt het comité om overleg. Het overleg vindt plaats binnen een maand. |
Motivering | |
Het intrekken van preferenties vormt een belangrijke beslissing die een grote invloed heeft op de handelsmogelijkheden van het betrokken ontwikkelingsland. De rol van het Parlement in verband hiermee moet versterkt worden. | |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 18 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht, daarbij inbegrepen de beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de betrokken toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties. Deze dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de regelingen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. De Commissie kan de ontvangen informatie bij de betrokken marktdeelnemers en het betrokken begunstigde land verifiëren. |
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht, daarbij inbegrepen de beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de andere Europese instellingen, de betrokken toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties. Deze dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de regelingen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. De Commissie kan de ontvangen informatie verifiëren bij de marktdeelnemers, de vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, met inbegrip van de sociale partners, en het betrokken begunstigde land. |
Motivering | |
De raadpleging van het maatschappelijke middenveld (met inbegrip van de sociale partners, zoals de vakbonden) en van de andere Europese instellingen (het Europees Parlement inbegrepen) is noodzakelijk om in het kader van een onderzoek dat kan leiden tot een tijdelijke intrekking van de krachtens de huidige verordening voorziene preferentiële regelingen een maximale hoeveelheid informatie te kunnen verzamelen. | |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 19 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het comité voor. |
1. De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het comité en aan het Europees Parlement voor. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie en democratisch toezicht moet het Europees Parlement betrokken worden bij alle etappes van de controle van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen. | |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 19 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de Commissie tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen twee maanden met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. In het in lid 3 bedoelde geval dient de Commissie haar voorstel in aan het einde van de in dat lid genoemde termijn. |
4. Wanneer de Commissie tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij, na het Europees Parlement hiervan in kennis te hebben gesteld, een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen twee maanden met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. In het in lid 3 bedoelde geval dient de Commissie haar voorstel in aan het einde van de in dat lid genoemde termijn. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie en democratisch toezicht moet het Europees Parlement betrokken worden bij alle etappes van de controle van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen. | |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 20 - lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het comité daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen. |
7. Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie en democratisch toezicht moet het Europees Parlement betrokken worden bij de controle van het gebruik van de vrijwaringsclausules krachtens de huidige verordening. | |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 22 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land zo spoedig mogelijk in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook de Raad en de lidstaten van dit besluit in kennis. |
1. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land zo spoedig mogelijk in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten van dit besluit in kennis. |
Motivering | |
Met het oog op meer transparantie en democratisch toezicht moet het Europees Parlement betrokken worden bij de controle van het gebruik van de vrijwaringsclausules krachtens de huidige verordening. | |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 27 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het comité onderzoekt de effecten van het schema aan de hand van een verslag van de Commissie over de periode vanaf 01.01.09. Deze studie bestrijkt alle in artikel 1, lid 2, bedoelde preferentiële regelingen en wordt tijdig voorgelegd met het oog op de behandeling van de volgende verordening. |
3. Het comité onderzoekt de effecten van het schema aan de hand van een verslag van de Commissie over de periode vanaf 1 januari 2006. Dit verslag bevat een effectbeoordelingsstudie die ten minste uit de volgende onderdelen bestaat: |
|
- een vergelijkende studie van de mate van gebruik van het SAP onder deze verordening en de voorgaande verordeningen, met als doel de positieve en negatieve tendensen bloot te leggen, |
|
- een beoordeling van de effecten van graduatie op basis van de armoede-indicatoren van de betrokken landen, |
|
- een vergelijkende studie van de preferentiële behandeling in het kader van het SAP en de economische partnerschapsovereenkomsten. |
|
Het verslag bestrijkt alle in artikel 1, lid 2, bedoelde preferentiële regelingen en wordt tijdig voorgelegd met het oog op de behandeling van de volgende verordening. |
Motivering | |
Om in 2010/2011, met het oog op de periode 2012-2014, een correcte beoordeling van de verordening te kunnen uitvoeren, is een aangepaste effectbeoordelingsstudie van de werking van het systeem nodig. De studie die in december 2007 voorgesteld werd, was onvoldoende gedetailleerd en behandelde slechts één toepassingsjaar van de in 2005 aangenomen verordening. |
PROCEDURE
Titel |
Algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0857 – C6-0051/2008 – 2007/0289(CNS) |
|||||||
Commissie ten principale |
INTA |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
DEVE 19.2.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Filip Kaczmarek 27.2.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
1.4.2008 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
6.5.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
25 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Margrete Auken, Thijs Berman, Josep Borrell Fontelles, Danutė Budreikaitė, Corina Creţu, Nirj Deva, Koenraad Dillen, Alexandra Dobolyi, Fernando Fernández Martín, Juan Fraile Cantón, Alain Hutchinson, Romana Jordan Cizelj, Filip Kaczmarek, Maria Martens, Gay Mitchell, José Javier Pomés Ruiz, Horst Posdorf, Toomas Savi, Pierre Schapira, Frithjof Schmidt, Anna Záborská |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Ana Maria Gomes, Miguel Angel Martínez Martínez, Manolis Mavrommatis, Renate Weber |
|||||||
- [1] Verordening van de Raad nr. 980/2005 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties, PB L 169, 30.06.2005, blz. 1.
- [2] Werkdocument van de diensten van de Commissie. Aanvullend document bij de verordening van de Raad betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor 2009-2011. Effectbeoordelingsverslag, SEC(2007) 1726 van 21.12.2007.
- [3] Cf. het verslag van de beroepsinstantie van de WTO, EC-Tariff Preferences, WT/DS246/AB/R, aangenomen op 20 april 2004.
PROCEDURE
Titel |
Algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0857 – C6-0051/2008 – 2007/0289(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging Parlement |
31.1.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
INTA 19.2.2008 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
DEVE 19.2.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Helmuth Markov 25.2.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
26.2.2008 |
6.5.2008 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
27.5.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Kader Arif, Françoise Castex, Christofer Fjellner, Glyn Ford, Béla Glattfelder, Ignasi Guardans Cambó, Jacky Hénin, Marusya Ivanova Lyubcheva, Erika Mann, Helmuth Markov, David Martin, Georgios Papastamkos, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Tokia Saïfi, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Daniel Varela Suanzes-Carpegna, Corien Wortmann-Kool |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Jean-Pierre Audy, Ole Christensen, Albert Deß, Eugenijus Maldeikis, Javier Moreno Sánchez, Salvador Domingo Sanz Palacio, Frithjof Schmidt, Zbigniew Zaleski |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Fernando Fernández Martín |
|||||||