VERSLAG over de wijziging van artikel 29 van het Reglement van het Europees Parlement - oprichting van fracties
2.6.2008 - (2006/2201(REG))
Commissie constitutionele zaken
Rapporteur: Richard Corbett
ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
tot wijziging van artikel 29 van het Reglement van het Europees Parlement - Oprichting van fracties
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel tot wijziging van zijn Reglement (B6-0420/2006),
– gelet op de artikelen 201 en 202 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A6‑0206/2008),
1. besluit onderstaande wijziging in zijn Reglement op te nemen;
2. besluit dat deze wijziging op de eerste dag van de eerste vergaderperiode na de Europese verkiezingen in het jaar 2009 in werking zal treden;
3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie
Bestaande tekst | Amendementen |
Amendement 1 Reglement van het Europees Parlement Artikel 29 – lid 2 bis (nieuw) | |
Bestaande tekst |
Amendement |
|
2 bis. Indien een fractie niet meer het vereiste minimumaantal telt, kan de Voorzitter met instemming van de Conferentie van voorzitters toestaan dat zij blijft voortbestaan tot de volgende constituerende vergadering van het Parlement, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: |
|
- de leden vertegenwoordigen nog steeds ten minste een vijfde van de lidstaten; |
|
- de fractie bestaat reeds sinds meer dan een jaar. |
|
De Voorzitter past deze afwijking niet toe wanneer er voldoende redenen zijn om te vermoeden dat men er misbruik van wil maken. |
TOELICHTING
In onze discussies tot nu toe over een eventuele wijziging van artikel 29 (oprichting van fracties) zijn drie kwesties naar voren gekomen, die alle drie betrekking hebben op een mogelijke herziening van lid 2 betreffende het minimale aantal leden van een fractie.
(1) Aantal lidstaten
Volgens de huidige regel bestaat een fractie uit "gekozen leden uit ten minste een vijfde van de lidstaten". In het statuut van de Europese politieke partijen is het toepasselijke criterium "een vierde" van de lidstaten. Er werd voorgesteld onze interne parlementaire regels af te stemmen op de wetgeving die werd aangenomen voor Europese politieke partijen. Indien wij in het Reglement van het Parlement de drempel op een vierde brengen, dan zijn EP-leden uit zeven in plaats van uit zes lidstaten noodzakelijk om een fractie te vormen. Deze cijfers zouden in geval van toetreding van Kroatië ongewijzigd blijven.
(2) Aantal leden
Voor de oprichting van een fractie is momenteel het minimumaantal van twintig EP-leden vereist, i.e. 2,55% van het totale aantal leden van het Europees Parlement. Uit de bij dit werkdocument gevoegde tabel blijkt dat in 21 van de 25 nationale parlementen waar regels bestaan voor de vorming van fracties een hogere drempel vereist is in op zijn minst één parlementaire kamer, tot 8,5% (Luxemburg), 8,1% (Oostenrijkse Bundesrat) of 7% (Poolse Senaat), maar over het algemeen boven de 4% (15 lidstaten).
De vraag rijst dan ook of de drempel bij het Europees Parlement niet moet worden verhoogd tot een percentage dat dichter bij het gemiddelde van de nationale parlementen ligt. Indien het aantal leden in het volgende parlement op 30 (van het totale aantal van 750) leden wordt gebracht, zal het percentage stijgen naar 4%, wat nog steeds lager is dan het gemiddelde voor de nationale parlementen.
De rapporteur heeft een amendement ingediend dat erop gericht was het voor de oprichting van een fractie vereiste minimumaantal leden te verhogen, maar de commissie heeft het met een uiterst nipte meerderheid verworpen.
(3) Handhaving van een fractie waarvan het aantal leden na haar oprichting tot onder de drempel zakt
De heer Bonde en anderen hebben de aandacht gevestigd op de moeilijke situatie die kan ontstaan wanneer een fractie wordt opgericht met net genoeg leden om de minimumdrempel te halen. Zij wordt dan uiterst kwetsbaar voor politieke druk van een kleine groep leden, en zelfs van één enkel lid, die ermee kunnen dreigen de fractie te verlaten en ze daardoor te gronde te richten, indien hij/zij zijn/haar zin niet krijgt wat een bepaald onderwerp betreft.
Er dient dan ook te worden overwogen toe te staan dat een fractie mag blijven bestaan, op zijn minst gedurende zekere tijd, indien zij na haar oprichting tot onder de vereiste drempel krimpt. Indien bijvoorbeeld 30 leden vereist zijn voor de oprichting van een fractie, zou een dergelijke fractie nog een jaar mogen voortbestaan, op voorwaarde dat zij nog op zijn minst 25 leden telt. De invoering van een dergelijke regel zou evenwel gepaard moeten gaan met maatregelen om te garanderen dat leden niet achtereenvolgens kunnen worden "uitgeleend" aan verschillende fracties om te helpen bij de oprichting ervan, en vervolgens steeds opnieuw andere fracties oprichten.
BIJLAGE 1
Fracties in de nationale parlementen
Land |
Totaal aantal leden in Parlement/Kamer |
Minimumaantal leden voor een fractie |
% van het totaal |
|
België |
|
|
|
|
Kamer |
150 |
5 |
3,3 % |
|
Senaat |
71 |
2 |
2,8 % |
|
Bulgarije |
239 |
10 |
4,2 % |
|
Cyprus |
volgens de grondwet 80 (waarvan 56 Grieks-Cyprioten; de Turks-Cyprioten hebben in 1963 het Parlement verlaten); momenteel de facto 56 |
7 (van 56) |
12 % |
|
Denemarken |
179 |
4[1] |
2,2 % |
|
Duitsland |
598 (plus potentiële "Überhangmandate") 16de Duitse Bondsdag: 614 |
30 plus x 16de Duitse Bondsdag: 31 |
5 % |
|
Estland |
101 |
5 |
5 % |
|
Finland |
200 |
n/r |
n/r |
|
Frankrijk Assemblée nationale |
577 |
20 |
3,5 % |
|
Senaat |
331 |
15 |
4,5 % |
|
Griekenland |
300 |
10 |
3,3 % |
|
Hongarije |
386 |
15 |
3,9 % |
|
Ierland |
166 |
7 |
4,2 % |
|
Italië |
|
|
|
|
Kamer van Afgevaardigden |
630 |
20 |
3,2 % |
|
Senaat |
315[2] |
10 |
3,2 % |
|
Letland |
100 |
5 |
5 % |
|
Litouwen |
141 |
7 |
5 % |
|
Luxemburg |
60 |
5 |
8,3 % |
|
Malta |
|
n/r |
n/r |
|
Nederland |
|
|
|
|
Tweede Kamer |
150 |
1 |
0,7 % |
|
Eerste Kamer |
75 |
1 |
1,3 % |
|
Oostenrijk |
|
|
|
|
Nationalrat |
183 |
5 |
2,7 % |
|
Bundesrat |
62 |
5 |
8,1 % |
|
Senaat |
100 |
7 |
7 % |
|
Polen |
|
|
|
|
Sejm |
460 |
15[3] |
3,3% |
|
Senaat |
100 |
7 |
7 % |
|
Portugal |
230 |
2 |
0,9 % |
|
Roemenië |
|
|
|
|
Kamer van Afgevaardigden |
332 |
10 |
3 % |
|
Senaat |
137 |
7 |
5,1 % |
|
Slovenië |
90 |
3 |
3,3 % |
|
Slowakije |
150 |
8 |
5,3 % |
|
Spanje |
|
|
|
|
Congres |
350 |
15[4] |
4,3 % |
|
Senaat |
259 |
10 |
3,9 % |
|
Tsjechië |
|
|
|
|
Kamer van Afgevaardigden |
200 |
10[5] |
5 % |
|
Senaat |
81 |
5 |
6,2 % |
|
Verenigd Koninkrijk |
646 |
n/r |
n/r |
|
Zweden |
349 |
14[6] |
4 % |
|
n/r = niet relevant
- [1] Er is geen drempel bepaald in het Reglement, maar fracties van minder dan 4 leden krijgen minder financiële steun. Aangezien geen enkele partij die minder dan 2% van de stemmen heeft behaald zetels krijgt in de Folketing, geldt in de meeste gevallen in de praktijk een limiet van 4 leden.
- [2] De Italiaanse Senaat is samengesteld uit 315 gekozen senatoren, maar de President van de Republiek kan senatoren voor het leven benoemen. Er zijn in totaal dan ook meer dan 315 senatoren, en hun aantal varieert.
- [3] In de Poolse kamers wordt een onderscheid gemaakt tussen "clubs" en "fracties". Voor de oprichting van een fractie is een minimumaantal van 3 leden vereist (i.e. 0,65% in de Sejm en 3% in de Senaat).
- [4] Er geldt een lagere drempel van 5 leden (1,42%) voor partijen die hetzij 15% van de stemmen hebben behaald in de regio/kiesdistricten waar zij kandidaten hebben voorgedragen, hetzij 5% van de caucus/partijcoalitie waarvan zij deel uitmaakten.
- [5] Dit cijfer heeft betrekking op de oprichting van een nieuwe fractie tijdens de parlementaire zittingsperiode. Na verkiezingen is een lagere drempel van 3 leden van toepassing (1,5%).
- [6] Theoretisch 1, indien een partij meer dan 12 % van de stemmen in een kiesdistrict behaalt, wat nog nooit gebeurd is bij verkiezingen in Zweden. De drempel is 4 % van de stemmen in het hele land, i.e. rond de 14 zetels.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
27.5.2008 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
15 13 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jim Allister, Richard Corbett, Brian Crowley, Hanne Dahl, Andrew Duff, Ingo Friedrich, Anneli Jäätteenmäki, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Jo Leinen, Íñigo Méndez de Vigo, Ashley Mote, Borut Pahor, Rihards Pīks, Adrian Severin, József Szájer, Johannes Voggenhuber, Dushana Zdravkova |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Graham Booth, Costas Botopoulos, Klaus Hänsch, György Schöpflin, Mauro Zani |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
Philip Claeys, Ingeborg Gräßle, Sepp Kusstatscher, Michael Henry Nattrass, Renate Weber |
|||||