AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (herschikking)
8.9.2008 - (5726/2/2008 – C6‑0223/2008 – 2005/0237B(COD)) - ***II
Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Luis de Grandes Pascual
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (herschikking)
(5726/2/2008 – C6‑0223/2008 – 2005/0237B(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5726/2/2008 - C6-0223/2008),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0587),
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme (A6‑0033/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 3 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(3) Deze verordening moet worden begrepen en uitgelegd in overeenstemming met de internationale verplichtingen van de Gemeenschap, daaronder begrepen het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 2 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 5 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(5) Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van maatregelen die op adequate wijze aansluiten bij de werkzaamheden van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en daarvan zo nodig een uitbreiding of aanvulling vormen. Voorts moeten de lidstaten en de Commissie de ontwikkeling van een internationale code voor erkende organisaties door de IMO bevorderen. |
(5) Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van maatregelen die op adequate wijze aansluiten bij de werkzaamheden en maatregelen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), en daarvan zo nodig een uitbreiding of aanvulling vormen. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 6 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 3 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 8 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(8) Erkenning moet enkel worden verleend op basis van de kwaliteits- en veiligheidsprestatie van de organisatie. Er moet worden verzekerd dat de graad van erkenning te allen tijde in overeenstemming is met de werkelijke capaciteit van de betrokken organisatie. Bij de erkenning moet verder rekening worden gehouden met het verschil in rechtspositie en bedrijfsstructuur van erkende organisaties en moet de uniforme toepassing van de bij deze verordening vastgestelde minimumcriteria en de effectiviteit van de communautaire controles verder worden gewaarborgd. De te erkennen organisatie zou, ongeacht de ondernemingsstructuur, wereldwijd diensten moeten verrichten en wereldwijd hoofdelijk aansprakelijk moeten zijn. |
(8) Erkenning moet enkel worden verleend op basis van de kwaliteits- en veiligheidsprestatie van de betroffen organisatie. Er moet worden verzekerd dat de graad van die erkenning te allen tijde in overeenstemming is met de werkelijke capaciteit van de betrokken organisatie. Bij de erkenning moet verder rekening worden gehouden met het verschil in rechtspositie en bedrijfsstructuur van erkende organisaties en moet de uniforme toepassing van de bovenbedoelde minimumcriteria en de effectiviteit van de communautaire controles verder worden gewaarborgd. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 4 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 15 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(15) Het vermogen van erkende organisaties om snel zwakke punten in hun regels, werkwijzen en interne controles vast te stellen en te corrigeren is beslissend voor de veiligheid van de schepen die zij inspecteren en certificeren. Dat vermogen moet worden versterkt door middel van een systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering, dat niet gebonden is door zakelijke of politieke belangen, teneinde gemeenschappelijke maatregelen voor de voortdurende verbetering van alle erkende organisaties voor te stellen, en vruchtbare samenwerking met de Commissie te waarborgen. |
(15) Het vermogen van erkende organisaties om snel zwakke punten in hun regels, werkwijzen en interne controles vast te stellen en te corrigeren is beslissend voor de veiligheid van de schepen die zij inspecteren en certificeren. Dat vermogen moet worden versterkt door middel van een beoordelingscomité dat zelfstandig optreedt teneinde maatregelen voor de voortdurende verbetering van alle erkende organisaties voor te stellen, en productieve interactie met de Commissie te waarborgen. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 16 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 5 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 17 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(17) De harmonisatie van de voorschriften van erkende organisaties voor het ontwerp, de bouw en de periodieke controle van koopvaardijschepen is een continu proces. De verplichting om over een aantal eigen regels te beschikken of aangetoond te hebben daarover te kunnen beschikken, moet derhalve in de context van dit proces van harmonisatie worden gezien en mag geen belemmering vormen voor het werk van erkende organisaties of potentiële kandidaten voor erkenning. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 6 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 19 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(19) Erkende organisaties moeten in beginsel uitsluitend en exclusief voor de door hen gecertificeerde bestanddelen verantwoordelijk worden gehouden, terwijl de aansprakelijkheid van erkende organisaties en producenten per geval in de overeengekomen voorwaarden of, in voorkomend geval, in het toepasselijk recht wordt geregeld. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 7 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 21 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(21) Ten einde te verhinderen dat schepen van klasse veranderen om zo niet de nodige reparaties te hoeven uitvoeren, moeten erkende organisaties onderling alle dienstige informatie uitwisselen over de toestand van van klasse veranderende schepen en, wanneer nodig, de vlaggenstaat daarbij betrekken. |
(21) Teneinde te verhinderen dat schepen van klasse veranderen om zo de reparaties te omzeilen die hun erkende organisatie bij een bepaalde inspectie heeft verlangd, moet vooraf worden geregeld dat de erkende organisaties onderling alle dienstige informatie uitwisselen over de toestand van schepen waarvoor een verandering van klasse wordt gevraagd en, wanneer nodig, de vlaggenstaat daarbij betrekken. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 19 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 8 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Overweging 22 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(22) De bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten van scheepswerven, leveranciers van scheepsuitrusting en rederijen mag geen belemmering vormen voor gewone zakelijke transacties en contractueel overeengekomen diensten tussen deze partijen . |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 9 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 2 – letter i | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(i) "klassecertificaat": een door een erkende organisatie afgegeven document waarin wordt bevestigd dat een schip, overeenkomstig de door de erkende organisatie vastgestelde en gepubliceerde regels en procedures, geschikt is voor een bepaald gebruik of een bepaalde dienst; |
(i) "klassecertificaat": een door een erkende organisatie afgegeven document waarin wordt bevestigd dat een schip, overeenkomstig de door de erkende organisatie vastgestelde en gepubliceerde regels en voorschriften, geschikt is voor een bepaald gebruik of een bepaalde dienst; |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 10 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 2 – letter j | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
(j) "vestigingsplaats": de plaats van de zetel, de centrale administratie of de hoofdvestiging van een organisatie. |
(j) "land van vestiging": de staat waar de zetel, de centrale administratie of de hoofdvestiging van een erkende organisatie is gevestigd. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 23 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 11 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 4 – lid 2 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
2. De erkenning wordt uitsluitend verleend aan organisaties die aan de eisen van artikel 3 voldoen. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 12 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 6 – lid 4 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
4. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft volledige rechtsmacht ter zake van beroep tegen beschikkingen van de Commissie waarin een geldboete of een dwangsom wordt vastgesteld. Het kan de opgelegde geldboete of dwangsom intrekken, verlagen of verhogen. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 13 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 7 – lid 1 – letter e | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
e) die pogen financiële dekking of terugbetaling te verkrijgen van hun overeenkomstig artikel 6 opgelegde geldboeten. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 14 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 9 – lid 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
1. Erkende organisaties zorgen ervoor dat de Commissie toegang krijgt tot de informatie die nodig is voor de in artikel 8, lid 1, bedoelde beoordeling. Contractuele bepalingen om deze toegang te beperken, mogen niet worden ingeroepen. |
1. Op bepalingen in een contract van een erkende organisatie met een derde of in een machtigingsovereenkomst met een vlaggenstaat kan geen beroep worden gedaan om de toegang van de Commissie tot de informatie die nodig is voor de in artikel 8, lid 1, bedoelde beoordeling te beperken. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 15 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 9 – lid 2 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
2. Erkende organisaties waarborgen in hun contracten met reders of exploitanten inzake de afgifte van wettelijk voorgeschreven certificaten of klassecertificaten voor een schip dat een dergelijke afgifte afhankelijk wordt gesteld van het feit dat de partijen zich niet verzetten tegen de toegang van inspecteurs van de Commissie tot dat schip voor de toepassing van artikel 8, lid 1. |
2. Erkende organisaties waarborgen in hun contracten met derden inzake de afgifte van wettelijk voorgeschreven certificaten of klassecertificaten voor een schip dat een dergelijk afgifte afhankelijk wordt gesteld van het feit dat de bedoelde derden zich niet verzetten tegen de toegang van communautaire inspecteurs tot dat schip voor de toepassing van artikel 8, lid 1. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 16 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 10 – lid 1 – alinea 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
De erkende organisaties plegen onderling periodiek overleg met het oog op het in stand houden van de gelijkwaardigheid en het streven naar harmonisatie van hun voorschriften en procedures en van de uitvoering daarvan. Zij werken samen om te komen tot een consistente interpretatie van de internationale verdragen, onverminderd de bevoegdheden van de vlaggenstaten. Erkende organisaties komen in voorkomend geval de technische en procedurele voorwaarden overeen waaronder zij op basis van gelijkwaardige normen hun certificaten voor materialen, uitrusting en onderdelen wederzijds erkennen, rekening houdend met de meest stringente en rigoureuze normen als referentie. |
De erkende organisaties plegen onderling periodiek overleg met het oog op het in stand houden van de gelijkwaardigheid en het zorgen voor harmonisatie van hun regels en voorschriften en van de toepassing daarvan. Zij werken samen om te komen tot een consistente interpretatie van de internationale verdragen, onverminderd de bevoegdheden van de vlaggenstaten. Erkende organisaties komen, in de voorkomende gevallen, de technische en procedurele voorwaarden overeen waaronder zij op basis van gelijkwaardige normen - met dien verstande dat de meest stringente en rigoureuze modellen daarbij als referentie dienen - hun respectieve klassecertificaten wederzijds erkennen, met name rekening houdend met de scheepsuitrusting waarop het merk in de vorm van een wiel is aangebracht in overeenstemming met Richtlijn 96/98/EG van de Raad van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen1. |
|
1 PB L 46 van 17.2.1997, blz. 25. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 17 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 10 – lid 1 – alinea's 2 en 3 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
Indien op grond van zwaarwegende veiligheidsredenen geen wederzijdse erkenning kan worden overeengekomen, geven de erkende organisaties duidelijk aan welke redenen hieraan ten grondslag liggen. |
Schrappen |
Indien een erkende organisatie bij een inspectie of op andere wijze vaststelt dat materialen, uitrustingsstukken of onderdelen niet conform zijn met het bijbehorende certificaat, kan zij weigeren machtiging te verlenen voor het aan boord brengen van die materialen, uitrustingsstukken of componenten. De organisatie stelt de andere erkende organisaties onmiddellijk daarvan in kennis, onder opgaaf van de redenen van haar weigering. |
|
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 18 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 10 – lid 2 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
2. Uiterlijk …legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad op basis van een onafhankelijke studie een verslag voor over het niveau dat is bereikt bij de harmonisatie van de regels en procedures en bij de wederzijdse erkenning van certificaten voor materialen, uitrusting en onderdelen. |
2. De Commissie legt uiterlijk ... het Europees Parlement en de Raad op basis van een onafhankelijke studie een verslag voor over het niveau dat is bereikt bij de harmonisatie van de regels en voorschriften en bij het proces van wederzijdse erkenning. In geval van niet-nakoming door erkende organisaties van de bepalingen van lid 10 stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad de maatregelen voor die moeten worden getroffen. |
|
* Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 53 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 19 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 10 – lid 6 – alinea 3 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
Alvorens tot afgifte van de certificaten over te gaan moet de overnemende organisatie de overdragende organisatie op de hoogte stellen van de datum van afgifte van de certificaten, en een bevestiging geven van de datum, de plaats en de maatregelen die zijn genomen om achterstallig onderzoek te verrichten en aan nog niet opgevolgde aanbevelingen en exploitatievoorwaarden te voldoen. |
Alvorens tot invulling van de nieuwe certificaten over te gaan moet de overnemende erkende organisatie de overdragende erkende organisatie op de hoogte stellen van de datum van afgifte daarvan, en moet zij voor elk achterstallig onderzoek en voor alle nog niet opgevolgde aanbevelingen en klassevoorwaarden een bevestiging geven van de genomen maatregelen, alsmede van plaats en data van het begin en de bevredigende afsluiting daarvan. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 57 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 20 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11 – lid 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
1. De erkende organisaties richten uiterlijk ...* overeenkomstig de toepasselijke internationale kwaliteitsnormen een onafhankelijk systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering op en houden dit in stand. Daaraan kan met adviesbevoegdheid worden deelgenomen door belanghebbende beroepsorganisaties die betrokken zijn bij de scheepvaartindustrie. |
1. De lidstaten richten samen met de erkende organisaties uiterlijk ...* een beoordelingscomité op overeenkomstig de EN 45012-kwaliteitsnormen. Daaraan kan met adviesbevoegdheid worden deelgenomen door belanghebbende beroepsorganisaties die betrokken zijn bij de scheepvaartindustrie. |
* 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening |
* 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 58 van de eerste lezing van het Parlement. Het beoordelingsorgaan heet voortaan "beoordelingscomité". Dit comité wordt niet alleen door de erkende organisaties opgericht, ook de lidstaten worden bij de oprichting ervan betrokken. | |
Amendement 21 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11 – lid 2 – inleidende zin | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
Het systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering voert de volgende taken uit: |
Het beoordelingscomité voert de volgende taken uit: |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 22 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 2 – letter a | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
a) periodieke beoordeling van de kwaliteitsbeheerssystemen van erkende organisaties, overeenkomstig de criteria van de kwaliteitsnorm ISO 9001; |
a) regulering en continue beoordeling van de kwaliteitsbeheerssystemen van erkende organisaties, overeenkomstig de criteria van de kwaliteitsnormen ISO 9001; |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 23 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 2 – letter b | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
b) certificering van de kwaliteitsbeheerssystemen van erkende organisaties, daaronder begrepen organisaties waarvoor de erkenning is aangevraagd overeenkomstig artikel 3; |
b) certificering van het door de erkende organisaties gehanteerde kwaliteitssysteem; |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 60 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 24 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 2 – letter c | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
c) publicatie van interpretaties van de internationaal erkende kwaliteitsbeheersnormen, met name om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de aard en verplichtingen van erkende organisaties, en |
c) publicatie van bindende interpretaties van de internationaal erkende kwaliteitsbeheersnormen, met name om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de aard en verplichtingen van erkende organisaties, en |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 25 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 2 – letter d | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
d) opstellen van individuele en collectieve aanbevelingen voor de verbetering van de processen en interne controlemechanismen van erkende organisaties. |
d) vaststelling van individuele en collectieve aanbevelingen voor de verbetering van de regels, processen en interne controlemechanismen van erkende organisaties. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 26 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 3 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
3. Het systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering beschikt over de nodige governance en bevoegdheden om onafhankelijk op te treden ten aanzien van de erkende organisaties en is uitgerust met de nodige middelen om zijn taken effectief uit te voeren volgens de strengste normen van het vak. Het systeem voor kwaliteitbeoordeling en certificering stelt zijn werkmethoden en reglement van orde vast. |
3. Het beoordelingscomité is onafhankelijk, krijgt de beschikking over de bevoegdheden om ten aanzien van de erkende organisaties autonoom op te treden en beschikt over de nodige middelen om zijn taken uit te voeren volgens de strengste regels van het vak. Het comité stelt zijn eigen werkmethodes en procedureregels vast. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 62 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 27 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11 – lid 4 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
4. Het systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering stelt een jaarwerkplan vast. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 63 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 28 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 5 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
5. Het systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering kan andere externe kwaliteitsbeoordelingsorganen om bijstand verzoeken. |
Schrappen |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 29 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11 – lid 6 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
6. Het systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering verstrekt de betrokken partijen, waaronder de vlaggenstaten en de Commissie, volledige informatie over haar jaarwerkplan almede over haar bevindingen en aanbevelingen, met name betreffende situaties waar de veiligheid in het gedrang mocht zijn gekomen. |
6. Het beoordelingscomité verstrekt de betrokken partijen, waaronder ook de Commissie, volledige informatie over zijn jaarwerkplan almede over zijn bevindingen en aanbevelingen, met name betreffende situaties waar de veiligheid in het gedrang mocht zijn gekomen. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 65 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 30 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 11– lid 7 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
7. Het systeem voor kwaliteitsbeoordeling en certificering wordt periodiek beoordeeld door de Commissie. |
7. Het beoordelingscomité wordt periodiek gecontroleerd door de Commissie, die handelend volgens de in artikel 12, lid 3 bedoelde regelgevingsprocedure het beoordelingscomité kan verzoeken de maatregelen te nemen die de Commissie nodig acht om lid 1 volledig in acht te nemen. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 31 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Artikel 13– lid 1 – alinea 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
Deze verordening kan, zonder dat het toepassingsgebied wordt uitgebreid, worden gewijzigd met het oog op het actualiseren van de minimumcriteria in bijlage I, met inachtneming, in het bijzonder, van de relevante IMO-besluiten. |
Deze verordening kan, zonder dat het toepassingsgebied wordt uitgebreid, volgens de in artikel 12, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing worden gewijzigd met het oog op het actualiseren van de minimumcriteria in bijlage I, met inachtneming, in het bijzonder, van de relevante IMO-besluiten. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 32 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Bijlage I – deel A – lid 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
1. Een erkende organisatie moet rechtspersoonlijkheid bezitten in de staat waarin zij is gevestigd. Haar boekhouding wordt door onafhankelijke accountants gecertificeerd. |
1. Om de communautaire erkenning te kunnen verkrijgen of behouden moet een erkende organisatie rechtspersoonlijkheid bezitten in de staat waarin zij is gevestigd. Haar boekhouding wordt door onafhankelijke accountants gecertificeerd. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 67 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 33 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Bijlage I – deel B – lid 1 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
1. De erkende organisatie moet werkzaam zijn in alle delen van de wereld via haar fulltime deskundigen of, in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen, via de fulltime deskundigen van andere erkende organisaties. |
1. De erkende organisaties zijn werkzaam in alle delen van de wereld via hun fulltime technisch personeel of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, via het fulltimepersoneel van andere organisaties. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. | |
Amendement 34 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Bijlage I – deel B – lid 8 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
8. De organisatie moet beschikken over en gebruik maken van een doeltreffend intern kwaliteitssysteem, dat steunt op de desbetreffende gedeelten van de internationaal erkende kwaliteitsnormen en in overeenstemming is met de normen EN ISO/IEC 17020:2004 (inspectieorganen) en EN ISO 9001:2000 (kwaliteitsbeheerssystemen, eisen), zoals geïnterpreteerd en gecertificeerd door het in artikel 11, lid 1, bedoelde systeem voor kwaliteitbeoordeling en certificering, en dit systeem handhaven. |
8. De organisaties beschikken over, maken gebruik van en handhaven een doeltreffend intern kwaliteitssysteem, dat steunt op de desbetreffende gedeelten van de internationaal erkende kwaliteitsnormen en in overeenstemming is met de normen EN ISO/IEC 17020:2004 (inspectieorganen) en EN ISO 9001:2000, zoals geïnterpreteerd en gecertificeerd door het in artikel 11, lid 1 bedoelde beoordelingscomité. |
|
Het beoordelingscomité treedt zelfstandig op en moet derhalve kunnen beschikken over alle middelen die nodig zijn om naar behoren te kunnen functioneren en zijn werk grondig en continu te kunnen verrichten. Het dient over zeer gespecialiseerde en hooggekwalificeerde technische kennis te beschikken, alsmede over een gedragscode die waarborgt dat de controleurs hun taken onafhankelijk kunnen uitvoeren. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. Het betreft amendement 71 van de eerste lezing van het Parlement. | |
Amendement 35 Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Bijlage I – deel B – lid 9 | |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad |
Amendement |
9. De regels en procedures van de erkende organisatie moeten op zodanige wijze uitgevoerd worden dat de organisatie in staat blijft om aan haar eigen, directe kennis en oordeel een betrouwbare en objectieve verklaring betreffende de veiligheid van de betrokken schepen te ontlenen door middel van klassecertificaten op basis waarvan wettelijk voorgeschreven certificaten kunnen worden afgegeven. |
9. De regels en voorschriften van de organisaties worden op zodanige wijze uitgevoerd dat de organisaties in staat blijven om aan hun eigen, directe kennis en oordeel een betrouwbare en objectieve verklaring betreffende de veiligheid van de betrokken schepen te ontlenen door middel van klassecertificaten op basis waarvan wettelijk voorgeschreven certificaten kunnen worden afgegeven. |
Motivering | |
Dit amendement heeft ten doel het standpunt van het Parlement uit eerste lezing te herstellen. |
- [1] PB C 74E van 20.3.2008, blz. 632
TOELICHTING
Motivering en doel van het voorstel
Deze vierde herziening van de richtlijn heeft uitsluitend ten doel de rol van door de EU erkende classificatiebureaus - die voortaan "erkende organisaties" zullen heten - uit te breiden en nader te preciseren, omdat is gebleken dat er sprake is van ernstige tekortkomingen bij de inspectie en certificering van de veiligheid van de wereldvloot.
Ook in eerdere richtlijnen, met name in Richtlijn 2001/105/EG, een van de voorstellen in het kader van de ERIKA I-wetgevingspakket, is reeds gewezen op de urgente noodzaak tot hervorming van het bestaande systeem voor de erkenning van classificatiebureaus door de Gemeenschap, dat is ingesteld bij Richtlijn 94/57/EG, die een aantal belangrijke verbeteringen inluidde, welke vervolgens door de Raad werden bekrachtigd in zijn conclusies van 13 december 2002, alsmede door de resoluties van het Europees Parlement inzake de verbetering van de veiligheid op zee (2003/2235 (INI)) en over de ramp met de Prestige (2003/2066 (INI)).
Dit dossier moet thans eens te meer aan de orde worden gesteld omdat de rol van deze organisaties opnieuw verder moet worden uitgebreid en verbeterd en eventueel - op de punten waar zij nog niet actief zijn - moet worden ingevuld, zoals ook expliciet wordt aangegeven door de diverse partijen die in de maritieme sector opereren, aangezien zij een essentiële functie vervullen bij de instandhouding van de veiligheid op zee.
Niettemin blijken er, zoals reeds eerder is geconstateerd, nog steeds belangrijke manco's te bestaan bij de inspectie en certificering van erkende organisaties, hetgeen een ernstige en onaanvaardbare bedreiging vormt voor de veiligheid en het milieu. De erkende organisaties vormen een belangrijke machtsfactor in het systeem van beveiliging van het zeevervoer, waarop de bevoegde instanties nauw toezicht moeten houden. Deze autoriteiten moeten garanderen dat de organisaties die toezicht moeten houden op de naleving van de internationale normen inzake veiligheid en preventie van verontreiniging door de schepen die onze zeeën bevaren onafhankelijk en zorgvuldig optreden.
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad
Ons inziens terecht stelt de Raad in zijn gemeenschappelijk standpunt voor om de oorspronkelijke richtlijn te herschikken in twee verschillende instrumenten van Gemeenschapsrecht, zijnde een richtlijn en een verordening.
Dat de Raad in zijn gemeenschappelijk standpunt op een aantal punten afwijkt van de standpunten van het Parlement betekent nog niet dat het Parlement, de Commissie en de Raad niet uiteindelijk toch tot overeenstemming kunnen komen. Ons oordeel over het gemeenschappelijk standpunt is integendeel eerder positief omdat de Raad de amendementen die het Parlement in eerste lezing heeft ingediend grotendeels overneemt. In ieder geval denken wij dat de basis aanwezig is om uiteindelijk tot overeenstemming te komen.
Het is onze vaste overtuiging dat het pakket van zeven voorstellen dat het zogenaamde "Erika III-pakket" vormt (in werkelijkheid zijn het acht voorstellen omdat de richtlijn inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties wordt gesplitst in twee rechtsinstrumenten, te weten een richtlijn inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties en een verordening inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties) één geheel vormt dat samenhang vertoont en niet gescheiden kan worden zonder dat inconsistenties optreden. Dit neemt niet weg dat elk voorstel ook op zichzelf staat.
PROCEDURE
Titel |
Verordening betreffende de organisaties voor de inspectie en controle van schepen (Herschikking) |
|||||||
Document- en procedurenummers |
05726/2/2008 – C6-0223/2008 – 2005/0237B(COD) |
|||||||
Datum eerste lezing EP – P-nummer |
25.4.2007 T6-0150/2007 |
|||||||
Voorstel van de Commissie |
COM(2005)0587 - C6-0038/2006 |
|||||||
Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt |
19.6.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
TRAN 19.6.2008 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Luis de Grandes Pascual 23.6.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
14.7.2008 |
25.8.2008 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
4.9.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
42 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Gabriele Albertini, Etelka Barsi-Pataky, Paolo Costa, Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Arūnas Degutis, Petr Duchoň, Saïd El Khadraoui, Robert Evans, Emanuel Jardim Fernandes, Francesco Ferrari, Brigitte Fouré, Mathieu Grosch, Georg Jarzembowski, Stanisław Jałowiecki, Timothy Kirkhope, Dieter-Lebrecht Koch, Jaromír Kohlíček, Sepp Kusstatscher, Jörg Leichtfried, Bogusław Liberadzki, Marian-Jean Marinescu, Erik Meijer, Seán Ó Neachtain, Reinhard Rack, Gilles Savary, Brian Simpson, Renate Sommer, Dirk Sterckx, Ulrich Stockmann, Silvia-Adriana Ţicău, Yannick Vaugrenard, Roberts Zīle |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Johannes Blokland, Luigi Cocilovo, Zita Gurmai, Lily Jacobs, Anne E. Jensen, Rosa Miguélez Ramos, Vladimír Remek, Dominique Vlasto, Corien Wortmann-Kool |
|||||||