VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek
15.9.2008 - (COM(2007)0625 – C6‑0346/2007 – 2007/0220(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Andreas Schwab
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek
(COM(2007)0625 – C6‑0346 – 2007/0220(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0625),
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285, lid 1, van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0346/2007),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0349/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Visum 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
gezien het advies van de Europese Centrale Bank, |
Motivering | |
In artikel 253 van het Verdrag wordt bepaald dat verordeningen die door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden aangenomen moeten verwijzen naar de adviezen welke krachtens dit Verdrag moeten worden gevraagd. Het advies van de ECB moet daarom vermeld worden in de visa. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(4 bis) rekening houdend met de financiële lastenverdeling tussen de begrotingen van de Europese Unie en de lidstaten met betrekking tot de uitvoering van het statistische programma, zou de Gemeenschap ook, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1, financiële bijdragen moeten leveren aan de nationale autoriteiten om de stijgende kosten te dekken die zij eventueel maken bij de uitvoering van de tijdelijke directe statistische acties waartoe is besloten door de Commissie. |
|
________ 1 PB L 248, 16.9.2002, blz. 1. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Om statistische concepten en methodes op elkaar af te stemmen, zou adequate vakgebiedoverschrijdende samenwerking met academische instellingen moeten worden ontwikkeld. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Ook moet de werking van het ESS worden herzien, aangezien flexibeler methoden voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken en een duidelijke prioritering noodzakelijk zijn om de responslast te verminderen en de beschikbaarheid en tijdigheid van Europese statistieken te verbeteren. Hiertoe is de Europese methode voor de statistiek opgesteld. |
(11) Ook moet de werking van het ESS worden herzien, aangezien flexibeler methoden voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken en een duidelijke prioritering noodzakelijk zijn om de responslast te verminderen en de leden van het ESS te ontlasten, alsmede de beschikbaarheid en tijdigheid van Europese statistieken te verbeteren. Hiertoe is de Europese methode voor de statistiek opgesteld. |
Motivering | |
Met het Commissievoorstel wordt ook beoogd de nationale bureaus voor de statistiek te ontlasten en dat zou daarom ook moeten worden vermeld. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) Daarbij moet er met name op worden gelet dat kenmerken die voorwerp van meerdere enquêtes zijn, op coherente wijze worden vervaardigd. Daartoe moeten vakgebiedoverschrijdende werkgroepen worden gevormd. |
Motivering | |
Een vakgebiedoverschrijdende statistische benaderingswijze is tegenwoordig nog onvoldoende ontwikkeld, zodat vaak meerdere statistische werkgroepen zich met hetzelfde onderwerp bezighouden en vaak slechts uit een iets ander perspectief. Een conceptuele afstemming en versterkte vakgebiedoverschrijdende samenwerking zouden derhalve wenselijk zijn. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Het voorgestelde betere regelgevingsklimaat voor de Europese statistiek moet met name beantwoorden aan de behoefte aan een zo gering mogelijke responslast voor ondernemingen en moet er in overeenstemming met de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 meer in het algemeen toe bijdragen dat de administratieve lasten ten gevolge van EU-wetgeving verminderen; in dit verband moet echter ook worden gewezen op de belangrijke rol van de nationale instanties bij de vermindering van de lasten voor Europese ondernemingen op nationaal niveau. |
(15) Het voorgestelde betere regelgevingsklimaat voor de Europese statistiek moet met name beantwoorden aan de behoefte aan een zo gering mogelijke responslast voor de geënquêteerden en moet er in overeenstemming met de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 meer in het algemeen toe bijdragen dat de administratieve lasten ten gevolge van EU-wetgeving verminderen; in dit verband moet echter ook worden gewezen op de belangrijke rol van de nationale instanties bij de vermindering van de lasten voor Europese ondernemingen op nationaal niveau. |
Motivering | |
Ook andere geënquêteerden dan ondernemingen moeten informatie verstrekken en ook zij moeten, evenals ondernemingen een zo gering mogelijke responslast hebben. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Ingevolge artikel 285, lid 2, van het Verdrag en gelet op de grondbeginselen van de officiële statistiek die de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties op 15 april 1992 en de Statistische Commissie van de Verenigde Naties op 14 april 1994 hebben goedgekeurd alsmede op de beginselen in de Praktijkcode Europese statistieken die de Commissie in haar aanbeveling over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties heeft bevestigd, moeten de statistische instanties blijk geven van professionele onafhankelijkheid en zorg dragen voor onpartijdigheid en een hoge kwaliteit bij de productie van Europese statistieken, teneinde het vertrouwen in Europese statistieken te vergroten. |
(16) Teneinde het vertrouwen in Europese statistieken te vergroten moeten de nationale statistische instanties in iedere lidstaat en de statistische autoriteit van de Gemeenschap in de Commissie blijk geven van professionele onafhankelijkheid en zorg dragen voor onpartijdigheid en een hoge kwaliteit bij de productie van Europese statistieken, overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 285, lid 2, van het Verdrag en de beginselen die nader zijn uitgewerkt in de Praktijkcode Europese statistieken die de Commissie op 25 mei 2005 heeft bevestigd in haar aanbeveling over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties. Met de grondbeginselen van de officiële statistiek die de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties op 15 april 1992 en de Statistische Commissie van de Verenigde Naties op 14 april 1994 hebben goedgekeurd dient ook rekening te worden gehouden. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Het gebruik van vertrouwelijke gegevens voor administratieve, gerechtelijke, fiscale of controledoeleinden tegen gegevenssubjecten moet streng worden verboden. |
(24) Het gebruik van vertrouwelijke gegevens voor doeleinden die niet uitsluitend van statistische aard zijn of voor controledoeleinden tegen statistische eenheden moet streng worden verboden. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en met de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire instanties zijn Europese statistieken relevant en nodig om de activiteiten van de Europese Gemeenschap te kunnen verrichten. Zij worden in overeenstemming met de statistische beginselen van artikel 285, lid 2, van het Verdrag en van artikel 2 van deze verordening en in het kader van het Europees statistisch programma ontwikkeld, geproduceerd en verspreid. |
In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en met de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire instanties zijn Europese statistieken relevant en nodig om de activiteiten van de Europese Gemeenschap te kunnen verrichten. De Europese statistieken worden in overeenstemming met het Europees Statistisch Programma en conform de statistische beginselen van artikel 285, lid 2, van het Verdrag ontwikkeld, geproduceerd en verspreid en toegepast volgens de bepalingen van deze verordening. |
Motivering | |
Europese statistieken moeten ook gentlemen agreements (vrijwillige afspraken tussen Eurostat en de lidstaten) omvatten die geen communautair recht vormen maar die worden geïmplementeerd in het kader van het vijfjarige Statistische Programma dat is goedgekeurd door het EP en de Raad. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) "professionele onafhankelijkheid": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op onafhankelijke wijze geschieden, zonder inmenging van politieke of andere belangengroepen, met name ten aanzien van de keuze van de te gebruiken technieken, definities, methoden en bronnen en het tijdstip en de inhoud van alle vormen van verspreiding; |
(a) "professionele onafhankelijkheid": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op onafhankelijke wijze geschieden, zonder inmenging van politieke of andere belangengroepen, overheidslichamen of communautaire instanties, onverminderd institutionele vereisten, zoals nationale, institutionele of budgettaire bepalingen of de definitie van statistische behoeften, met name ten aanzien van de keuze van de te gebruiken technieken, definities, methoden en bronnen en het tijdstip en de inhoud van alle vormen van verspreiding; |
Motivering | |
Precisering van het begrip "professionele onafhankelijkheid". | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) "onpartijdigheid": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op neutrale wijze geschieden en alle gebruikers moeten gelijk worden behandeld; |
(b) "onpartijdigheid": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op neutrale wijze geschieden en alle gebruikers moeten gelijk worden behandeld, inzonderheid met het oog op hun simultane toegang tot statistieken; |
Motivering | |
Simultane toegang van alle gebruikers tot statistische gegevens is een kernelement van het moderne statistiekrecht waarmee afscheid genomen wordt van het oudere beginsel van voorrang voor overheidsorganen bij de toegang tot statistische gegevens. Dit zou uitdrukkelijk moeten worden vermeld. | |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) "statistische geheimhouding": vertrouwelijke gegevens betreffende individuele gegevenssubjecten die direct voor statistische doeleinden of indirect uit administratieve of andere bronnen zijn verkregen, moeten worden beschermd; dat betekent dat het verboden is de verkregen gegevens voor niet-statistische doeleinden te gebruiken of ze op onrechtmatige wijze openbaar te maken; |
(e) "statistische geheimhouding": vertrouwelijke gegevens betreffende individuele statistische eenheden die direct voor statistische doeleinden of indirect uit administratieve of andere bronnen zijn verkregen, moeten worden beschermd; dat betekent dat het verboden is de verkregen gegevens voor niet-statistische doeleinden te gebruiken of ze op onrechtmatige wijze openbaar te maken; Daarbij is het met name van belang dat de gegevens niet op een zodanige wijze worden gepresenteerd dat statistische eenheden daardoor direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd. |
Motivering | |
Verduidelijking met betrekking tot de openbaarmaking van statistische resultaten. | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De in lid 1 bedoelde statistische beginselen worden verder uitgewerkt in de in artikel 6 bis bedoelde Praktijkcode voor Europese statistieken. |
Motivering | |
Met dit amendement wordt beoogd de bijzondere rol van de Europese praktijkcode te benadrukken met betrekking tot de definitie van de statistische beginselen. De verwijzing naar de praktijkcode in dit artikel houdt echter nog niet in dat de code een verbindend karakter heeft. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – punt 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. "vertrouwelijke gegevens": gegevens die door de nationale instanties en Eurostat voor statistische doeleinden worden gebruikt en die het mogelijk maken gegevenssubjecten direct of indirect te identificeren, waardoor individuele gegevens worden onthuld. Teneinde vast te stellen of een gegevenssubject kan worden geïdentificeerd, wordt rekening gehouden met alle middelen die redelijkerwijs door een derde kunnen worden gebruikt om het gegevenssubject te identificeren; |
8. "vertrouwelijke gegevens": gegevens die door de nationale instanties en Eurostat voor statistische doeleinden worden gebruikt en die het mogelijk maken statistische eenheden direct of indirect te identificeren, waardoor individuele gegevens worden onthuld. Teneinde vast te stellen of een gegevenssubject kan worden geïdentificeerd, wordt rekening gehouden met alle middelen die redelijkerwijs door een derde kunnen worden gebruikt om het gegevenssubject te identificeren; |
Motivering | |
Om de tekst van de richtlijn in overeenstemming te brengen met richtlijn 95/46/EG. Identieke verwijzingen in overweging 24, artikel 2, lid 1, letter e,) en artikel 19, lid 2, worden dienovereenkomstig gewijzigd. | |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoofden van de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten en de Commissie (Eurostat) vormen de ESS-partnerschapsgroep en komen als zodanig ten minste drie keer per jaar bijeen om het ESS van professioneel advies te dienen bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken overeenkomstig de statistische beginselen. |
Schrappen |
Motivering | |
Volgens de Juridische Dienst van het EP is de door de Commissie voorgestelde oprichting van twee instanties (ESS-comité en ESS-partnerschapsgroep) die zich bezighouden met comitologie- en niet-comitologieaangelegenheden juridisch niet dwingend. Eén instantie, het ESS-comité, moet zich daarom met alle relevante comitologie- en niet-comitologieaangelegenheden bezighouden. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De ESS-partnerschapsgroep behandelt de volgende vraagstukken: |
Schrappen |
(a) maatregelen voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, inclusief de Europese methode voor de statistiek, de rechtvaardiging van de maatregelen vanuit het oogpunt van de kosteneffectiviteit, de middelen en tijdschema's voor de uitvoering van de maatregelen en de responslast voor de geënquêteerden; |
|
(b) de hoofdlijnen van het Europees statistisch programma; |
|
(c) ontwikkelingen en prioriteiten van het Europees statistisch programma, met name op basis van het tussentijdse evaluatieverslag dat overeenkomstig artikel 11, lid 2, door de Commissie (Eurostat) wordt opgesteld; |
|
(d) vraagstukken betreffende de statistische geheimhouding; |
|
(e) andere vraagstukken, vooral op het gebied van de methoden, die bij de opstelling of uitvoering van statistische programma's naar voren komen. |
|
Motivering | |
Volgens de Juridische Dienst van het EP is de door de Commissie voorgestelde oprichting van twee instanties (ESS-comité en ESS-partnerschapsgroep) die zich bezighouden met comitologie- en niet-comitologieaangelegenheden juridisch niet dwingend. Eén instantie, het ESS-comité, moet zich daarom met alle relevante comitologie- en niet-comitologieaangelegenheden bezighouden. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De ESS-partnerschapsgroep stelt een Praktijkcode voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken op, die door de Commissie wordt gepubliceerd. De Praktijkcode heeft tot doel ervoor te zorgen dat het publiek vertrouwen heeft in de Europese statistiek en stelt daartoe vast hoe Europese statistieken in overeenstemming met de statistische beginselen en de beste internationale statistische praktijken moeten worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid. De Praktijkcode wordt zo nodig herzien en bijgewerkt. |
Schrappen |
Motivering | |
Met de aanbeveling COM(2005)0217 van de Commissie werd al een praktijkcode ingevoerd. Er hoeft niet een nieuwe praktijkcode te worden ingevoerd. De huidige praktijkcode moet overeenkomstig artikel 6 bis, lid 2, letter e) (nieuw) verder worden ontwikkeld. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het nationale bureau voor de statistiek van elke lidstaat is verantwoordelijk voor de coördinatie van alle activiteiten op nationaal niveau in verband met de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om toepassing van deze bepaling te waarborgen. |
1. De lidstaten wijzen een instantie aan die verantwoordelijk is voor de coördinatie van alle op nationaal niveau in verband met de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken verrichte activiteiten en die in statistische aangelegenheden fungeert als aanspreekpunt voor de Commissie (Eurostat). Deze instantie wordt in deze verordening het nationaal bureau voor de statistiek genoemd. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om toepassing van deze bepaling te waarborgen. |
Motivering | |
Het voornemen van de Commissie om een uniforme nationale gesprekspartner te hebben die bij technische aangelegenheden informatie kan verschaffen over alle te verrichten activiteiten, is uitdrukkelijk toe te juichen. De regeling van de binnenlandse coördinatiebevoegdheden en -procedures zou in de geest van het subsidiariteitsbeginsel moeten worden overgelaten aan de lidstaten. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. Binnen de Commissie wordt een instantie aangewezen die belast wordt met de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken overeenkomstig deze verordening en de vigerende regels en procedures van de Commissie. Deze instantie wordt in deze verordening de Commissie (Eurostat) genoemd. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 6 bis |
|
Comité voor het Europees statistisch systeem |
|
1. Het in artikel 27 bedoelde Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) dient het ESS van professioneel advies bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken overeenkomstig de statistische beginselen. |
|
2. Het ESS-comité is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de nationale bureaus voor de statistiek, die nationale deskundigen zijn op het gebied van de statistiek. Het wordt voorgezeten door de Commissie (Eurostat). 3. Het ESS-comité stelt zijn reglement van orde vast waarin zijn taken worden omschreven. |
|
4. De Commissie raadpleegt het ESS-comité over: (a) de maatregelen die de Commissie overweegt te nemen voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de rechtvaardiging ervan vanuit het oogpunt van de kosteneffectiviteit, de middelen en tijdschema's voor de uitvoering van de maatregelen en de responslast voor de geënquêteerden; |
|
(b) de voorgestelde ontwikkelingen en prioriteiten van het Europees Statistisch Programma; |
|
(c) initiatieven om de herprioritering in de praktijk te brengen alsmede de verlichting van de responslast; |
|
(d) vraagstukken betreffende de statistische geheimhouding; |
|
(e) de verdere ontwikkeling van de praktijkcode, die als bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 25 mei 2005 over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties is gevoegd; |
|
(f) andere vraagstukken, vooral op het gebied van de methodologie, die bij de opstelling of uitvoering van statistische programma's naar voren komen, die door de voorzitter aan de orde worden gesteld, hetzij op diens eigen initiatief hetzij op verzoek van een lidstaat. |
Motivering | |
Volgens de Juridische Dienst van het EP is de door de Commissie voorgestelde oprichting van twee instanties (ESS-comité en ESS-partnerschapsgroep) die zich bezighouden met comitologie- en niet-comitologieaangelegenheden juridisch niet dwingend. Eén instantie, het ESS-comité, moet zich daarom met alle relevante comitologie- en niet-comitologieaangelegenheden bezighouden. | |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Onverminderd het standpunt van afzonderlijke lidstaten coördineert de Commissie (Eurostat) het standpunt van het ESS op internationaal niveau met betrekking tot vraagstukken die voor Europese statistieken van bijzonder belang zijn alsmede de specifieke organisatie van de vertegenwoordiging in internationale statistische instellingen. |
Onverminderd het standpunt van afzonderlijke lidstaten wordt het standpunt van het ESS met betrekking tot vraagstukken die voor Europese statistieken op internationaal niveau van bijzonder belang zijn alsmede de specifieke organisatie van de vertegenwoordiging in internationale statistische instellingen door het ESS-comité voorbereid en door de Commissie (Eurostat) gecoördineerd. |
Motivering | |
Een coördinatie van de standpunten voor de vergaderingen van internationale organisaties (VN, OESO enz.) is weliswaar toe te juichen, maar de Commissie heeft niet de communautaire bevoegdheid om dit te doen. | |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 bis Praktijkcode voor de Europese statistiek |
|
1. Een Praktijkcode voor de Europese statistiek heeft ten doel ervoor te zorgen dat het publiek vertrouwen heeft in de Europese statistiek en stelt daartoe vast hoe Europese statistieken in overeenstemming met de statistische beginselen en de beste internationale statistische praktijken moeten worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid. |
|
2. De Praktijkcode voor de Europese statistiek is opgesteld en zal zo nodig worden herzien en bijgewerkt door het ESS-comité. De Commissie publiceert amendementen erop. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Europees statistisch programma legt het kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de voornaamste gebieden en de doelstellingen van de voorgenomen acties vast voor een periode van niet meer dan vijf jaar. Het wordt door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld. |
1. Het Europees Statistisch Programma legt het kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de voornaamste gebieden en de doelstellingen van de voorgenomen acties vast voor een periode van niet meer dan vijf jaar. Het effect en de kosteneffectiviteit van het Europees Statistisch Programma worden door een externe instantie beoordeeld en het wordt door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld. |
Motivering | |
De effectbeoordeling moet worden opgenomen in de evaluatie van het Europees Statistisch Programma om de effectiviteit te beoordelen. Een externe instantie moet ervoor zorgen dat de gepresenteerde resultaten zo transparant en onafhankelijk mogelijk zijn. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In het Europees Statistisch Programma moeten prioriteiten worden gesteld met betrekking tot de behoefte aan informatie voor de verrichting van de taken van de Gemeenschap. De behoeften moeten worden afgewogen tegen de middelen die op communautair en nationaal niveau noodzakelijk zijn om de vereiste statistieken op te stellen, alsmede tegen de responslast en de daarmee samenhangende kosten voor de geënquêteerden. |
Motivering | |
Om extra administratieve rompslomp door de verzameling van statistieken te vermijden zou ook in het Europees Statistisch Programma rekening gehouden moeten worden met de prioritering. | |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. De Commissie dient initiatieven in waarmee voor het Europees Statistisch Programma in zijn geheel of delen daarvan prioriteiten worden gesteld en de last voor de geënquêteerden wordt verminderd. |
Motivering | |
Opneming van instrumenten ter vermindering van de administratieve lasten in de verordening betreffende de Europese statistiek zou duurzame verankering van de verordening op communautair niveau garanderen. | |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie legt het ESS-comité het ontwerp-Europees Statistisch Programma vooraf ter goedkeuring voor. |
Motivering | |
Het ESS-comité moet het ontwerp-Statistisch Programma kunnen bestuderen met het oog op de prioritering. | |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) in uitzonderlijke gevallen, door de Commissie onder de voorwaarden van artikel 15; hetzij |
(b) in naar behoren gemotiveerde specifieke gevallen, met name om overeenkomstig het bepaalde in lid 1 bis in onverwachte behoeften te voorzien, door de Commissie; hetzij |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure tot een tijdelijke directe statistische actie besluiten, op voorwaarde dat: |
|
(a) de actie niet voorziet in het verzamelen van gegevens die zich uitstrekken tot meer dan twee referentiejaren; |
|
(b) de te verzamelen gegevens al bij de verantwoordelijke nationale instanties beschikbaar of toegankelijk zijn of direct kunnen worden verkregen en er steekproeven worden gebruikt die zich lenen voor het waarnemen van de statistische populatie op communautair niveau op basis van adequate coördinatie met de nationale instanties; De Gemeenschap levert, in overeenstemming met verordening (EG) nr. 1605/2002, financiële bijdragen om de stijgende kosten die worden gemaakt bij de uitvoering van dergelijke tijdelijke directe statistische acties volledig te dekken. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bij de uitvoering van een actie als bedoeld in lid 1, onder a) of onder b), stelt de Commissie de doelstellingen van de actie vast en maakt zij een analyse van de kosteneffectiviteit, inclusief een beoordeling van de responslast. |
2. Bij de uitvoering van een actie als bedoeld in lid 1, onder a) of onder b), verschaft de Commissie de volgende informatie: |
|
(a) redenen die aan de actie ten grondslag liggen, met name in het licht van de doelstellingen van het betrokken communautaire beleid; |
|
(b) de doelstellingen van de actie en de verwachte resultaten; |
|
(c) een kosten-batenanalyse met een evaluatie van de responslast en de productiekosten; |
|
(d) een beschrijving van de wijze waarop de actie wordt uitgevoerd, inclusief de looptijd van de actie en de rol van de Commissie en de nationale instanties bij de uitvoering ervan. |
Motivering | |
De definitie van tijdelijke statistische acties moet worden opgenomen in de bepaling betreffende de overige afzonderlijke statistische acties. Omdat de tijdelijke statistische acties beperkt blijven tot specifieke en naar behoren gemotiveerde gevallen, moeten ze met de nodige flexibiliteit worden uitgevoerd, met name om tijdig en op responsieve wijze te voorzien in onverwachte of snel toenemende politieke behoeften aan statistische gegevens op het niveau van de Europese Unie. | |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Europese methode voor de statistiek heeft tot doel: |
1. In naar behoren gemotiveerde specifieke gevallen en binnen het kader van het Europees Statistisch Programma stelt de Europese methode voor de statistiek zich tot doel: |
(a) de beschikbaarheid en tijdigheid van Europese aggregaten te optimaliseren wanneer de productie en verspreiding van Europese statistieken al dan niet geheel afhankelijk zijn van nationale gegevens die worden geproduceerd en verspreid door de nationale instanties van alle lidstaten; |
(a) de beschikbaarheid van statistische aggregaten op communautair niveau te optimaliseren en ervoor te zorgen dat de Europese statistieken meer up-to-date zijn; |
(b) de indiening van gegevens en de publicatie en herziening van statistieken te optimaliseren wanneer behoefte bestaat aan een gecoördineerd beleid en een gecoördineerde methode. |
(b) de responslast voor de geënquêteerden en de nationale instanties te verminderen op basis van een kosten-batenanalyse. |
Motivering | |
De Europese methode voor de statistiek wordt verduidelijkt. Zij kan alleen worden geïmplementeerd door middel van een van de afzonderlijke statistische acties die zijn opgenomen in artikel 12 en blijft beperkt tot specifieke en naar behoren gemotiveerde gevallen. Het doel, nl. de responslast voor de geënquêteerden en de nationale instanties te verminderen, moet duidelijk worden aangegeven. | |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Europese methode voor de statistiek is o.a. toepasselijk bij: |
|
(a) de productie van Europese statistieken onder gebruikmaking van: |
|
- niet-gepubliceerde nationale bijdragen of van een groep van lidstaten afkomstige nationale bijdragen; |
|
- specifiek voor dat doel ontwikkelde enquêtesystemen; en |
|
- door middel van modelleringstechnieken verkregen partiële gegevens; |
|
(b) de verspreiding van statistische aggregaten op communautair niveau onder gebruikmaking van specifieke technieken voor controle op de openbaarmaking van statistische gegevens. |
Motivering | |
De Europese methode voor de statistiek wordt verduidelijkt. Zij kan alleen worden geïmplementeerd door middel van een van de afzonderlijke statistische acties die zijn opgenomen in artikel 12 en blijft beperkt tot specifieke en naar behoren gemotiveerde gevallen. | |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De maatregelen worden vastgelegd in de in artikel 12, lid 1, bedoelde specifieke statistische acties voor de specifieke statistische sectoren of overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing. |
2. De maatregelen ter toepassing van de Europese methode worden uitgevoerd onder volledige betrokkenheid van de lidstaten. Deze maatregelen worden vastgelegd in de specifieke statistische acties als bedoeld in artikel 12, lid 1. |
Motivering | |
De Europese methode voor de statistiek wordt verduidelijkt. Zij kan alleen worden geïmplementeerd door middel van een van de afzonderlijke statistische acties die zijn opgenomen in artikel 12 en blijft beperkt tot specifieke en naar behoren gemotiveerde gevallen. | |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Zo nodig wordt er in samenwerking met de lidstaten een gecoördineerd publicatie- en herzieningsbeleid uitgewerkt. |
Motivering | |
De Europese methode voor de statistiek wordt verduidelijkt. Zij kan alleen worden geïmplementeerd door middel van een van de afzonderlijke statistische acties die zijn opgenomen in artikel 12 en blijft beperkt tot specifieke en naar behoren gemotiveerde gevallen. | |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 15 |
Schrappen |
Tijdelijke directe statistische acties van de Commissie (Eurostat) |
|
De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure tot een tijdelijke directe statistische actie besluiten, op voorwaarde dat: |
|
(a) de actie niet langer duurt dan het op dat ogenblik lopende Europees statistisch programma; |
|
(b) de te verzamelen gegevens al bij de verantwoordelijke nationale instanties beschikbaar of toegankelijk zijn of direct kunnen worden verkregen en er steekproeven worden gebruikt die geschikt zijn voor de waarneming van de statistische populatie op Europees niveau. |
|
Motivering | |
De definitie van tijdelijke statistische acties is verplaatst naar artikel 12 waarin alle afzonderlijke statistische acties worden vermeld. | |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 16 –alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Elk jaar legt de Commissie vóór eind mei haar werkprogramma voor het volgende jaar ter bestudering aan het ESS-comité voor. Dit werkprogramma bevat met name: |
Elk jaar legt de Commissie vóór eind mei haar interne werkprogramma voor het volgende jaar ter informatie aan het ESS-comité voor. |
|
De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met de opmerkingen van het ESS-comité. Het interne werkprogramma van de Commissie is gebaseerd op het Europese Statistische Programma en bevat met name: |
Motivering | |
Het werkprogramma valt onder de interne organisatie van de Commissie. Onder deze omstandigheden moet duidelijk worden gemaakt dat het ESS een zuiver adviserende functie heeft. | |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(a bis) Initiatieven inzake prioritering en beperking van de responslast; |
Motivering | |
Om de tekst beter af te stemmen op de huidige goede praktijk. | |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met de opmerkingen van het ESS-comité. |
Het ESS-comité kan bij de Commissie opmerkingen maken over het werkprogramma. |
Motivering | |
Het werkprogramma valt onder de interne organisatie van de Commissie. Onder deze omstandigheden moet duidelijk worden gemaakt dat het ESS een zuiver adviserende functie heeft. | |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bij de verspreiding van Europese statistieken worden de statistische beginselen volledig in acht genomen, met name wat de statistische geheimhouding en de waarborging van gelijke toegang op grond van het onpartijdigheidsbeginsel betreft. |
Bij de verspreiding van Europese statistieken worden de statistische beginselen, als bedoeld in artikel 2, volledig in acht genomen, met name wat de statistische geheimhouding en de waarborging van gelijke toegang op grond van het onpartijdigheidsbeginsel betreft. |
Motivering | |
Verduidelijking van de tekst. | |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Europese statistieken worden door de Commissie (Eurostat), de nationale bureaus voor de statistiek en de andere nationale instanties binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verspreid. |
2. De Commissie (Eurostat), de nationale bureaus voor de statistiek en de andere nationale instanties zijn binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verplicht de Europese statistieken, met inbegrip van de bijbehorende concepten, definities en toelichtingen onverwijld op passende wijze voor het publiek beschikbaar te stellen, tenzij in wetgeving van het Europees Parlement en de Raad anders is bepaald. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten en de Commissie bieden de nodige ondersteuning, teneinde te waarborgen dat alle gebruikers gelijke toegang tot Europese statistieken hebben. |
3. De lidstaten en de Commissie bieden binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden de nodige ondersteuning, teneinde te waarborgen dat alle gebruikers gelijke toegang tot Europese statistieken hebben. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De nationale instanties en de Commissie (Eurostat) zien erop toe dat vertrouwelijke gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt, tenzij de gegevenssubjecten er schriftelijk mee hebben ingestemd dat de gegevens voor een ander specifiek doel worden gebruikt. |
2. Vertrouwelijke gegevens die uitsluitend voor de productie van Europese statistieken zijn verkregen door de nationale instanties of de Commissie (Eurostat), worden uitsluitend voor statistische doeleinden gebruikt, tenzij de statistische eenheid er ondubbelzinnig mee heeft ingestemd dat de gegevens voor een ander doel worden gebruikt. |
Motivering | |
Dit amendement is gebaseerd op de formulering van artikel 15 van Verordening 322/97. | |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Statistische resultaten aan de hand waarvan een gegevenssubject kan worden geïdentificeerd, mogen in uitzonderlijke gevallen door de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden verspreid; de specifieke voorwaarden hiervoor worden in het Gemeenschapsrecht vastgelegd. |
3. Statistische resultaten aan de hand waarvan een statistische eenheid kan worden geïdentificeerd, mogen in de volgende uitzonderlijke gevallen door de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden verspreid: |
Deze resultaten worden, wanneer het gegevenssubject daarom verzoekt, dusdanig gewijzigd dat de verspreiding ervan geen afbreuk doet aan de statistische geheimhouding. |
(a) wanneer daarvoor bij besluit van het Europees Parlement en de Raad volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag specifieke voorwaarden en modaliteiten zijn vastgesteld. Statistische resultaten worden, wanneer de statistische eenheid daarom verzoekt, dusdanig gewijzigd dat de verspreiding ervan geen afbreuk doet aan de statistische geheimhouding; of |
|
(b) wanneer de statistische eenheid ondubbelzinnig met de openbaarmaking van de gegevens heeft ingestemd. |
Motivering | |
Dit amendement bevat de inhoud van het vroegere artikel 25 van dit voorstel voor een verordening aangezien in beide gevallen wordt verwezen naar de verspreiding van gegevens aan de hand waarvan een statistische eenheid kan worden geïdentificeerd. | |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De nationale instanties en de Commissie (Eurostat) treffen alle nodige wetgevende, administratieve, technische en organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de methoden, criteria en praktijken binnen het ESS op het punt van de fysieke en logische bescherming van vertrouwelijke gegevens zijn geharmoniseerd (controle op de openbaarmaking van statistische gegevens). |
4. De nationale instanties en de Commissie (Eurostat) treffen binnen het kader van hun respectieve bevoegdheidssferen alle nodige wetgevende, administratieve, technische en organisatorische maatregelen om te zorgen voor de fysieke en logische bescherming van vertrouwelijke gegevens (controle op de openbaarmaking van statistische gegevens). |
De Commissie stelt de voor de uitvoering van de eerste alinea noodzakelijke maatregelen vast volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 27, lid 2. |
De nationale instanties en de Commissie (Eurostat) treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de beginselen en richtsnoeren op het punt van de fysieke en logische bescherming van vertrouwelijke gegevens zijn geharmoniseerd. De Commissie stelt dergelijke maatregelen vast volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 27, lid 2. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Vertrouwelijke gegevens mogen tussen de nationale instanties onderling en tussen de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden doorgegeven, mits dat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken noodzakelijk is. Voor verdere doorgiften moet nadrukkelijk toestemming worden verleend door de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld. |
1. Vertrouwelijke gegevens mogen tussen een ESS-instantie als bedoeld in artikel 4 die de gegevens heeft verzameld aan een andere ESS-instantie worden doorgegeven, mits dat voor de efficiënte ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken of voor de verbetering van de kwaliteit ervan noodzakelijk is. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Vertrouwelijke gegevens mogen tussen de ESS-instantie die de gegevens heeft verzameld en een lid van het Europese Stelsel van centrale banken (ESCB) worden doorgegeven, mits die doorgifte noodzakelijk is voor de efficiënte ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken of voor de verbetering van de kwaliteit van Europese statistieken binnen de respectieve bevoegdheidssferen van het ESS en het ESCB. |
Motivering | |
Machtigingsclausules maken doorgifte van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB in principe mogelijk maar doorgifte is niet verplicht tenzij ertoe besloten is in een besluit van het Europees Parlement en de Raad. De instantie die vertrouwelijke gegevens heeft ontvangen mag deze gegevens op zijn beurt niet doorgeven zonder de uitdrukkelijke toestemming van de instantie die de gegevens heeft verzameld. De bescherming van de vertrouwelijkheid en het exclusieve gebruik voor statistische doeleinden worden gewaarborgd. | |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Voor elke verdere overdracht moet de instantie die de gegevens heeft verzameld, haar uitdrukkelijke toestemming verlenen. |
Motivering | |
Machtigingsclausules maken doorgifte van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB in principe mogelijk maar doorgifte is niet verplicht tenzij ertoe besloten is in een besluit van het Europees Parlement en de Raad. De instantie die vertrouwelijke gegevens heeft ontvangen mag deze gegevens op zijn beurt niet doorgeven zonder de uitdrukkelijke toestemming van de instantie die de gegevens heeft verzameld. De bescherming van de vertrouwelijkheid en het exclusieve gebruik voor statistische doeleinden worden gewaarborgd. | |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Er mag geen beroep worden gedaan op nationale regels betreffende de statistische geheimhouding om de doorgifte van vertrouwelijke gegevens te voorkomen wanneer communautaire wetgeving in de doorgifte van die gegevens voorziet. |
2. Er mag geen beroep worden gedaan op nationale regels betreffende de statistische geheimhouding om de doorgifte van vertrouwelijke gegevens in de zin van de leden 1 en 1 bis te voorkomen wanneer een door het Europees Parlement en de Raad volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag genomen besluit in de doorgifte van die gegevens voorziet |
Motivering | |
Machtigingsclausules maken doorgifte van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB in principe mogelijk maar doorgifte is niet verplicht tenzij ertoe besloten is in een besluit van het Europees Parlement en de Raad. De instantie die vertrouwelijke gegevens heeft ontvangen mag deze gegevens op zijn beurt niet doorgeven zonder de uitdrukkelijke toestemming van de instantie die de gegevens heeft verzameld. De bescherming van de vertrouwelijkheid en het exclusieve gebruik voor statistische doeleinden worden gewaarborgd. | |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Vertrouwelijke gegevens die volgens de bepalingen van dit artikel worden doorgegeven, mogen uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt en zijn alleen toegankelijk voor personeelsleden die zich binnen hun specifieke werkterrein met statistische activiteiten bezighouden. |
Motivering | |
Machtigingsclausules maken doorgifte van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB in principe mogelijk maar doorgifte is niet verplicht tenzij ertoe besloten is in een besluit van het Europees Parlement en de Raad. De instantie die vertrouwelijke gegevens heeft ontvangen mag deze gegevens op zijn beurt niet doorgeven zonder de uitdrukkelijke toestemming van de instantie die de gegevens heeft verzameld. De bescherming van de vertrouwelijkheid en het exclusieve gebruik voor statistische doeleinden worden gewaarborgd. | |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens voor statistische doeleinden tussen het ESS en het ESCB is toegestaan wanneer dat nodig wordt geacht voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese of ESCB-statistieken en indien de communautaire wetgeving uitdrukkelijk daarin voorziet. |
3. De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens voor statistische doeleinden tussen het ESS en het ESCB is toegestaan wanneer dat nodig wordt geacht voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese of ESCB-statistieken en indien daarin in wetgeving van het Europees Parlement en de Raad uitdrukkelijk is voorzien. |
Motivering | |
De term 'communautaire wetgeving' is te ruim. Doorgifte van dergelijke gevoelige gegevens moet hoe dan ook worden gereguleerd door de wetgever. | |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De in deze verordening vastgelegde beschermingsmaatregelen zijn van toepassing op alle vertrouwelijke gegevens die binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB worden doorgegeven. |
4. De in deze verordening vastgelegde bepalingen inzake statistische geheimhouding zijn van toepassing op alle vertrouwelijke gegevens die binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB worden doorgegeven. |
Motivering | |
De term 'beschermingsmaatregelen' is een technische term (zie artikel 17 van de richtlijn gegevensbescherming). Het is daarom beter en eenvoudiger om te verwijzen naar de bepalingen inzake statistische geheimhouding in de verordening. | |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Personen die toegang tot vertrouwelijke gegevens hebben, gebruiken deze alleen voor de in deze verordening vastgelegde doeleinden. Deze beperking geldt voor hen ook nadat zij hun functie hebben beëindigd. |
3. Personen die toegang tot vertrouwelijke gegevens hebben, gebruiken deze uitsluitend voor statistische doeleinden. Deze beperking geldt voor hen ook nadat zij hun functie hebben beëindigd. |
Motivering | |
De door de Commissie voorgestelde formulering van lid 3 vertoont geen samenhang met die van lid 1. Omdat er geen objectieve reden voor dit onderscheid is, lijkt het zinvol de formulering van lid 1 ("uitsluitend voor statistische doeleinden") ook in lid 3 te gebruiken. | |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gegevens uit bronnen waartoe het publiek op rechtmatige wijze toegang heeft, worden niet als vertrouwelijk beschouwd voor de verspreiding van statistische informatie die aan de hand van deze gegevens is verkregen. |
Gegevens uit bronnen waartoe het publiek op rechtmatige wijze toegang heeft en die overeenkomstig de nationale wetgeving bij de nationale instanties voor het publiek beschikbaar blijven, worden niet als vertrouwelijk beschouwd. |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De statistische geheimhouding belet niet dat de gegevens worden verspreid wanneer het gegevenssubject met openbaarmaking ervan heeft ingestemd. |
De statistische geheimhouding belet niet dat de gegevens worden verspreid wanneer het gegevenssubject ondubbelzinnig met openbaarmaking ervan heeft ingestemd. |
Motivering | |
In overeenstemming met artikel 15 van de huidige verordening betreffende de communautaire statistiek waarin wordt bepaald dat de respondent ondubbelzinnig moet instemmen met het gebruik ervan voor andere doeleinden. | |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor het Europees statistisch systeem, hierna het ESS-comité genoemd. |
1. De Commissie wordt bijgestaan door het ESS-comité overeenkomstig artikel 6 bis. |
Motivering | |
De wijziging houdt verband met de wijzigingen in artikel 6 bis (nieuw). |
TOELICHTING
De rapporteur is zeer ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende de Europese statistiek, dat de juridische ruggengraat vormt voor de verzameling van statistieken op Europees niveau en dat het bestaande juridische basiskader voor de opstelling van statistieken op Europees niveau herziet.
De rapporteur wijst erop dat het voorstel voor een verordening deel uitmaakt van een reeks voorstellen die de Commissie in de huidige wetgevingsperiode op het gebied van de opstelling en verspreiding van statistieken heeft ingediend en die door de ECON-commissie werden behandeld. Het voorstel draagt bij tot een betere regelgeving omdat het een aantal afzonderlijke bepalingen in één tekst consolideert.
Het belang van de statistiek in de EU
Het is de taak van de statistiek om objectieve en kwantificeerbare gegevens te leveren voor politieke meningsvormings- en besluitvormingsprocessen. Statistieken dienen voor de EU en de lidstaten als direct hulpmiddel voor politieke en administratieve besluiten. Bij de harmonisering van de statistische systemen in de EU moet daarom rekening worden gehouden met het belang van de statistiek.
Inhoud van het voorstel voor een verordening
Het voorstel voor een verordening heeft in vergelijking met de geldende verordening de volgende wijzigingen ondergaan:
- definitie en verankering van het Europees statistisch systeem (ESS), alsmede de activiteiten van het ESS in het communautaire recht;
- vastlegging van de taken van de nationale bureaus voor de statistiek in het ESS;
- vermelding van de praktijkcode Europese statistieken in het communautaire recht;
- uitbreiding van de uitzonderingen op het beginsel van statistische geheimhouding;
- oprichting van een ESS-partnerschapsgroep en een ESS-comité dat het huidige 'Comité Statistisch Programma' (CSP) vervangt;
- definitie van de kwaliteitscriteria van Europese statistieken.
Beginselen
De statistische beginselen moeten niet te omvangrijk zijn en afgestemd zijn op artikel 285 van het EG-Verdrag om klachten, rechtsonzekerheid en onnodige conflicten bij rechtstoepassing te vermijden.
Er moet gezorgd worden voor een wetenschappelijk-methodologische onafhankelijkheid van statistische enquêtes voor de EU. De regelingen moeten verder in overeenstemming zijn met het subsidiariteitsbeginsel.
Europees statistisch systeem
In artikel 4, lid 1 wordt het Europees statistisch systeem (ESS) gedefinieerd als "partnerschap" tussen de Commissie (Eurostat), en de nationale bureaus voor de statistiek en andere instanties (nationale instanties) die in elke lidstaat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken verantwoordelijk zijn.
De Commissie stelt voor het ESS-comité in twee instanties te splitsen:
In de eerste plaats de partnerschapsgroep van het Europees statistisch systeem (ESS-partnerschapsgroep), die bestaat uit de hoofden van de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat); zij zou professionele richtsnoeren opstellen voor de met de opstelling van statistieken in de Gemeenschap belaste instanties van de lidstaten en de Gemeenschap. De partnerschapsgroep zou de taak krijgen om verschillende vraagstukken met betrekking tot de coördinatie, methodiek, prioritering, enz. te behandelen. In de tweede plaats zou een (comitologie-) comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) worden opgericht, dat de Commissie bij de goedkeuring van de uitvoeringsbepalingen ondersteunt, die in het voorstel voor een verordening aan haar worden overgedragen.
Volgens de rapporteur is deze splitsing niet nodig en - zoals blijkt uit het advies van de Juridische Dienst van het Europees Parlement[1] - juridisch mogelijk maar niet dwingend. Het Comitologiebesluit[2] impliceert geen splitsing in twee instanties.
De rapporteur stelt omwille van juridische helderheid en vanuit een streven naar betere wetgeving voor, slechts één instantie (ESS-instantie) aan te wijzen die de taken van de ESS-partnerschapsgroep en het ESS-comité overeenkomstig het voorstel van de Commissie vervult. Juridische helderheid leidt tot betere politieke controle en transparantie.
Overeenkomstig het Comitologiebesluit bestaan comitologie-comités uit vertegenwoordigers van de lidstaten. De lidstaten kunnen zelf bepalen wie hen in het comité vertegenwoordigt. Het Europees Parlement en de Raad zijn juridisch niet bevoegd om namens de lidstaten over de vertegenwoordiging van de lidstaten in een comitologie-comité te besluiten. Om die reden is het juridisch niet mogelijk te bepalen dat de leden van de ESS-partnerschapsgroep verplicht de hoofden van de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) zijn.
De rapporteur stelt daarom een formulering voor waarin het de lidstaten vrij staat te besluiten wie hen in de instantie vertegenwoordigt. Tegelijkertijd is de rapporteur van mening dat gestreefd moet worden naar een hoge persoonlijke continuïteit.
De rapporteur steunt bovendien nadrukkelijk het idee (artikel 5) om een uniforme nationale gesprekspartner aan te wijzen die bij professionele aangelegenheden informatie kan verschaffen over alle te verrichten activiteiten.
Praktijkcode (Code of Practice)
De Praktijkcode voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, die overeenkomstig de aanbeveling van de Commissie (COM(2005)0217) werd opgesteld en gepubliceerd, moet ervoor zorgen dat het vertrouwen van het publiek in de Europese statistiek toeneemt en stelt daartoe vast hoe Europese statistieken in overeenstemming met de statistische beginselen en de beste internationale statistische praktijken moeten worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid. De code moet volgens de rapporteur zo nodig worden herzien en verder ontwikkeld. Volgens de rapporteur impliceert de vermelding van de praktijkcode in de verordening niet dat de code juridisch bindend is, wat enkele lidstaten afwijzen en wat ook volgens de rapporteur in strijd zou zijn met de zin en de bedoeling van een praktijkcode.
Eurostat/Commissie
De professionele onafhankelijkheid van Eurostat binnen de Commissie moet worden gewaarborgd om ervoor te zorgen dat de statistieken uitsluitend worden gebruikt voor statistische doeleinden. De rapporteur stelt derhalve wijzigingen voor die ervoor zorgen dat Eurostat wordt afgebakend van andere instanties van de Commissies en die de coördinerende functie van Eurostat versterken. De Europese Commissie is bevoegd voor de organisatie van Eurostat.
De rapporteur is ingenomen met de prominente adviserende functie van Eurostat[3] ten opzichte van andere instanties van de Commissie (artikel 6, lid 2).
Oogmerk van wetenschap en onderzoek
Volgens de rapporteur wordt er in het voorstel voor een verordening onvoldoende rekening gehouden met het oogmerk van wetenschap en onderzoek. De rapporteur wijst erop dat de bijdrage van wetenschap en onderzoek onontbeerlijk is voor de voorbereiding van de grondslagen voor politieke besluitvorming en dat de toegang van wetenschap en onderzoek tot statistische gegevens dienovereenkomstig moet worden geregeld.
Vermijding van extra administratieve rompslomp door statistiek
De definitie van het statistische beginsel van de kosteneffectiviteit in artikel 2 zou uitdrukkelijk ook een zo gering mogelijke responslast van de geënquêteerden moeten omvatten, zoals in de formulering van de huidige verordening het geval is. De rapporteur dient amendementen met die strekking in.
Om de belasting van de geënquêteerden en de kosten bij de bureaus voor de statistiek zo gering mogelijk te houden, zou het onderwerp "prioritering" meer nadruk moeten krijgen in het Europees statistisch programma. Alleen op die manier kan ervoor gezorgd worden dat de Commissie voortdurend rekening houdt met deze aspecten. De rapporteur stelt derhalve wijzigingen voor op artikel 11 om ervoor te zorgen dat de Commissie prioriteiten stelt en dat het ESS-comité het Europees statistisch programma in de ontwerpfase kan toetsen.
Een analyse van de kosteneffectiviteit (artikel 12) zou niet pas bij de uitvoering van specifieke statistische acties gemaakt moeten worden, maar analoog aan artikel 4 van de huidige verordening al bij een voorafgaande toetsing van het statistische programma. De rapporteur heeft amendementen met die strekking ingediend. Een stroomlijning van de te verzamelen gegevens voor de ambtelijke statistiek is met inachtneming van de huidige responslast[4] nog steeds noodzakelijk.
Tenslotte zou er gezorgd moeten worden voor een conceptuele afstemming en versterkte vakgebiedoverschrijdende samenwerking, om te voorkomen dat meerdere statistische werkgroepen zich bezighouden met hetzelfde onderwerp en vaak slechts uit een iets ander perspectief. Ook hierop dient de rapporteur een amendement met die strekking in.
De door de Europese Commissie voorgestelde Europese methode voor de statistiek (artikel 14) is onduidelijk opgezet en moet inhoudelijk nog verder worden verduidelijkt. De rapporteur behoudt zich het recht voor in de loop van de procedure amendementen in te dienen op dit punt.
Ook de regels betreffende statistische geheimhouding behoeven volgens de rapporteur nadere precisering. Zo zou de definitie van "vertrouwelijke gegevens" moeten worden afgestemd op de vraag of de-anoniemisering mogelijk is of niet. De in het Commissievoorstel geplande maatstaf voor de middelen die redelijkerwijs gebruikt zouden kunnen worden bevat een te sterke relativering. Ook voor de toegang tot vertrouwelijke gegevens voor onderzoeksdoeleinden moeten volgens de rapporteur bepaalde eisen worden geformuleerd, o.a. met betrekking tot de noodzaak van de toegang en de beperking tot "feitelijke anoniem gemaakte gegevens". De rapporteur behoudt zich het recht voor in de loop van de procedure ook op dit punt amendementen in te dienen.
- [1] Nr. SJ-0173/08 van 9 april 2008.
- [2] Besluit van de Raad van 17 juli 2006 tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).
- [3] Bij statistische activiteiten moeten instanties van de Commissie Eurostat raadplegen. Er moet rekening worden gehouden met de aanbevelingen.
- [4] Volgens schattingen van het Statistisches Bundesamt in Duitsland maken de EU-statistiekvereisten ca. 65% van de totale responslast van ondernemingen uit.
PROCEDURE
Titel |
Europese statistieken |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2007)0625 – C6-0346/2007 – 2007/0220(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
16.10.2007 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 13.11.2007 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Andreas Schwab 13.11.2007 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
26.2.2008 |
2.6.2008 |
16.7.2008 |
|
||||
Datum goedkeuring |
9.9.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
42 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Mariela Velichkova Baeva, Paolo Bartolozzi, Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Slavi Binev, Sebastian Valentin Bodu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Manuel António dos Santos, Christian Ehler, Elisa Ferreira, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Bruno Gollnisch, Gunnar Hökmark, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Othmar Karas, Christoph Konrad, Guntars Krasts, Kurt Joachim Lauk, Andrea Losco, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Gay Mitchell, Sirpa Pietikäinen, John Purvis, Alexander Radwan, Bernhard Rapkay, Heide Rühle, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Salvador Domingo Sanz Palacio, Olle Schmidt, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ieke van den Burg, Cornelis Visser, Sahra Wagenknecht, John Whittaker |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Harald Ettl, Ján Hudacký, Vladimír Maňka, Gianni Pittella, Bilyana Ilieva Raeva, Margaritis Schinas, Andreas Schwab |
|||||||