VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap

15.10.2008 - (COM(2007)0765 – C6‑0468/2007 – 2007/0279(COD)) - ***I

Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Heide Rühle

Procedure : 2007/0279(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0410/2008
Ingediende teksten :
A6-0410/2008
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap

(COM(2007)0765 – C6‑0468/2007– 2007/0279(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0765),

–   gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0468/2007),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0410/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in lidstaten inzake de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap vertonen verschillen die het vrije verkeer van de defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap kunnen belemmeren en de mededinging binnen de interne markt kunnen verstoren.

(3) De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in lidstaten inzake de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap vertonen verschillen die het vrije verkeer van de defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap kunnen belemmeren en de mededinging binnen de interne markt kunnen verstoren, hetgeen een belemmering vormt voor innovatie, industriële samenwerking en het concurrentievermogen van de defensiemarkt in de Europese Unie.

Motivering

Het is belangrijk de nadruk te leggen op de economische nadelen van de huidige situatie.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Deze wetten en verordeningen van lidstaten moeten daarom zodanig worden geharmoniseerd dat zij de intracommunautaire overdracht van defensiegerelateerde producten vereenvoudigen om een behoorlijke werking van de interne markt te waarborgen.

(6) Deze wetten en verordeningen van lidstaten moeten daarom zodanig worden geharmoniseerd dat zij de intracommunautaire overdracht van defensiegerelateerde producten vereenvoudigen om een behoorlijke werking van de interne markt te waarborgen, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid zoals neergelegd in de verdragen, waartoe behoren verdediging en bescherming van de rechten van de mens, vrede, veiligheid en stabiliteit.

Motivering

Het is belangrijk erop te wijzen dat bij de oprichting van een Europese markt voor defensiegerelateerde producten terdege rekening moet worden gehouden met andere belangrijke factoren zoals de doelstellingen van het GBVB zoals neergelegd in de verdragen, onder meer de verdediging en bescherming van de mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De harmonisatie van die wetten en regelingen van lidstaten doet geen afbreuk aan de verplichtingen van lidstaten op grond van de toepasselijke internationale non-proliferatieregelingen, aan uitvoercontroleregelingen, aan verdragen en aan de beoordelingsbevoegdheid van de lidstaten inzake het uitvoerbeleid.

(7) De harmonisatie van die wetten en regelingen van lidstaten doet geen afbreuk aan de internationale verplichtingen en verbintenissen van lidstaten, noch aan hun beoordelingsbevoegdheid inzake het uitvoerbeleid van defensiegerelateerde producten.

Motivering

"Internationale verplichtingen en verbintenissen" is ruimer dan de oorspronkelijke tekst, en omvat "toepasselijke internationale non-proliferatieregelingen, uitvoercontroleregelingen en verdragen". Op grond van de voorgestelde tekst zouden alle lidstaten een beroep kunnen doen op individuele vergunningen om al hun internationale verplichtingen en verbintenissen, met inbegrip van bilaterale, na te komen, en niet alleen die welke uitdrukkelijk in de originele tekst zijn vermeld.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Deze richtlijn moet alle defensiegerelateerde producten dekken die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, met inbegrip van subsystemen, onderdelen, reserveonderdelen, technologieoverdracht, onderhoud en reparaties.

(9) Deze richtlijn moet alle defensiegerelateerde producten dekken die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, met inbegrip van subsystemen, onderdelen, reserveonderdelen, technologieoverdracht, onderhoud en reparaties. Antipersoneelmijnen en splintermunitie, ook afgeleide systemen, onderdelen, vervangstukken, overdracht van technologie, onderhoud en herstelling zijn van de toepassing van deze richtlijn uitgesloten. Gebruik, ontwikkeling, vervaardiging, aanleg van voorraden, opslag, aankoop, bezit en overdracht van antipersoneelmijnen en splintermunitie, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks, moeten verboden worden.

Motivering

Krachtens het Verdrag van Ottawa zijn gebruik, ontwikkeling, opslag, aankoop, aanleg van voorraden, bezit en overdracht van antipersoneelmijnen verboden. Krachtens het Verdrag van Oslo, dat op 3 december 2008 wordt ondertekend, geldt hetzelfde voor splintermunitie.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Voor het verminderen van soortgelijke risico's die zijn verbonden met de overdracht van defensiegerelateerde producten die niet in de bijlage bij deze richtlijn zijn opgenomen, moeten de lidstaten deze richtlijn op die defensiegerelateerde producten kunnen toepassen en op die manier de overdracht van die producten aan dezelfde voorschriften onderwerpen.

(10) Voor het verminderen van soortgelijke risico's die zijn verbonden met de overdracht van defensiegerelateerde producten die niet in de bijlage bij deze richtlijn zijn opgenomen, moeten de lidstaten deze richtlijn op die defensiegerelateerde producten kunnen toepassen en op die manier de overdracht van die producten aan dezelfde voorschriften onderwerpen. Indien zij van deze mogelijkheid gebruik maken, dienen zij de Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis te stellen.

Motivering

Aanpassing aan de overeenkomstige tekst van artikel 2, lid 3.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Een overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Europese Gemeenschap is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming in de vorm van een algemene, globale of individuele overdrachtvergunning die wordt verleend of gepubliceerd door de lidstaat waar de leverancier is gevestigd. In overeenstemming met de beginselen van de interne markt is de toestemming geldig in de hele Gemeenschap en is geen andere toestemming voor de doorvoer door andere lidstaten of voor de invoer in andere lidstaten noodzakelijk.

(14) Een overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Europese Gemeenschap is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming in de vorm van een algemene, globale of individuele overdrachtvergunning die wordt verleend of gepubliceerd door de lidstaat waar de leverancier is gevestigd. In overeenstemming met de beginselen van de interne markt is de toestemming geldig in de hele Gemeenschap en in principe is er geen andere voorafgaande toestemming voor de doorvoer door andere lidstaten of voor de invoer in andere lidstaten noodzakelijk.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Wat de subsystemen en onderdelen betreft, moeten lidstaten zoveel mogelijk afzien van uitvoerbeperkingen en een verklaring over het gebruik van de afnemer te aanvaarden, rekening houdend met de mate waarin deze subsystemen en onderdelen in de eigen producten van de afnemer zijn geïntegreerd.

Schrappen

Motivering

Deze overweging is in strijd met artikel 4, lid 6, en moet worden geschrapt.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Om de overdracht van defensiegerelateerde producten te vergemakkelijken, moeten de algemene vergunningen worden bekendgemaakt in de vorm van rechtsbesluiten van de lidstaten, waarmee aan elke onderneming die aan voorwaarden van een algemene vergunning voldoet, de overdracht van defensiegerelateerde producten wordt toegestaan.

(17) Om de overdracht van defensiegerelateerde producten te vergemakkelijken, moeten de algemene vergunningen worden bekendgemaakt in de vorm van rechtsbesluiten van de lidstaten, waarmee aan elke onderneming die aan voorwaarden van een algemene vergunning voldoet, de overdracht van defensiegerelateerde producten wordt toegestaan. De lidstaten kunnen besluiten om sommige ondernemingen (tijdelijk) dergelijke vergunningen te ontzeggen in gevallen van ernstige twijfel aan de bereidheid of mogelijkheden van de betreffende onderneming om aan de bepalingen en voorwaarden van deze vergunningen te voldoen, zoals vastgelegd door de lidstaat die de vergunning afgeeft.

Motivering

In uitzonderlijke gevallen moeten lidstaten die vergunningen afgeven de mogelijkheid hebben de nodige maatregelen te nemen met het oog op hun nationale veiligheid, wanneer zij redenen hebben om aan te nemen dat de afnemer van defensiegerelateerde producten zich niet aan de bepalingen en voorwaarden van de overdrachtsvergunning zal houden.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) De lidstaten moeten ook andere algemene vergunningen kunnen publiceren voor de gevallen waarin de risico's voor het behoud van de mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit gering zijn, gezien de aard van de producten en de afnemers.

(21) De lidstaten moeten ook algemene vergunningen kunnen publiceren voor de gevallen waarin het risico voor het behoud van de mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit gering is, gezien de aard van de producten en de afnemers.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) Voor de toepassing van deze richtlijn moeten de lidstaten het recht behouden om de bestaande intergouvernementele samenwerking, zoals die onder andere in het kader van de intentieverklaring plaatsvindt, voort te zetten en verder te ontwikkelen.

(25) Voor de toepassing van deze richtlijn moeten de lidstaten het recht behouden om intergouvernementele samenwerking voort te zetten en verder uit te bouwen, in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn.

Motivering

Wetgeving is slechts één voorbeeld van intergouvernementele samenwerking. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan bestaande of toekomstige vormen van intergouvernementele samenwerking.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Ter compensatie van de stapsgewijze vervanging van individuele controle vooraf door algemene controle achteraf in de lidstaat van oorsprong van de defensiegerelateerde producten, moeten er voorwaarden voor wederzijds vertrouwen worden geschapen in de vorm van garanties dat er geen defensiegerelateerde producten in strijd met uitvoerbeperkingen naar derde landen worden uitgevoerd.

(26) Ter compensatie van de stapsgewijze vervanging van individuele controle vooraf door algemene controle achteraf in de lidstaat van oorsprong van de defensiegerelateerde producten, moeten er voorwaarden voor wederzijds vertrouwen worden geschapen in de vorm van garanties dat er geen defensiegerelateerde producten in strijd met uitvoerbeperkingen naar derde landen worden uitgevoerd. Dit beginsel moet ook in acht genomen worden in gevallen dat defensiegerelateerde producten meerdere malen tussen verschillende lidstaten overgedragen worden voordat ze naar een derde land worden uitgevoerd.

Motivering

Indien een defensiegerelateerd product meerdere malen tussen verschillende lidstaten overgedragen wordt, dient erop te worden toegezien dat de uitvoerbeperkingen van alle lidstaten worden nageleefd, alvorens het product buiten de Gemeenschap wordt uitgevoerd.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) De lidstaten werken samen in het kader van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, aangenomen door de Raad op 8 juni 1998, door middel van vrijwillige toepassing van gemeenschappelijke criteria, de melding van weigeringen en overlegmechanismen, om de toepassing van hun uitvoerbeleid voor defensiegerelateerde producten naar derde landen op elkaar af te stemmen.

(27) De lidstaten werken samen in het kader van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, aangenomen door de Raad op 8 juni 1998, door middel van vrijwillige toepassing van gemeenschappelijke criteria, de melding van weigeringen en overlegmechanismen, om de toepassing van hun uitvoerbeleid voor defensiegerelateerde producten naar derde landen op elkaar af te stemmen. De lidstaten behouden zich het recht voor om bepaalde leveranciers of afnemers overdrachtsvergunningen te ontzeggen, ze in te trekken of er de werking van op te schorten, wanneer zij dit voor de samenwerking in het kader van de Gedragscode van de Europese Unie inzake de wapenuitvoer nodig achten.

Motivering

In 1998 the Member States adopted the voluntary European Code of Conduct of Arms Exports. In the Code of Conduct Members States agreed upon eight criteria to be taken into account with regard to the transfer of conventional arms. COREPER agreed on a draft common position on the Code in 2005. Unfortunately though Member States as of yet have failed to reach final agreement on the text. In order though for the Code of Conduct and the Common Position on the control of arms brokering to be useful instruments in foreign policy, Member States should retain the right to refuse, withdraw or suspend transfer licenses if that is necessary to abide by these codes of conduct and other international commitments related to exports control.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28) De leveranciers moeten de afnemers op de hoogte brengen van eventuele aan een vergunning verbonden beperkingen om wederzijds vertrouwen te scheppen in het vermogen van de afnemers om deze beperkingen na de overdracht na te komen, met name bij een aanvraag voor uitvoer naar derde landen.

(28) De leveranciers moeten zowel de afnemers als de bevoegde overheden van de lidstaat waar de afnemer gevestigd is, op de hoogte brengen van eventuele aan een vergunning verbonden beperkingen om wederzijds vertrouwen te scheppen in het vermogen van de afnemers om deze beperkingen na de overdracht na te komen, met name bij een aanvraag voor uitvoer naar derde landen.

Motivering

Een van de belangrijkste problemen bij de handel in defensiegerelateerde producten is dat het voor regeringen, parlementen en NGO's moeilijk is bij te houden wat naar waar wordt uitgevoerd. Met het oog op een grotere transparantie en om het risico dat wapens op de verkeerde plaats terechtkomen in te dammen, moeten lidstaten over aan overdrachtsvergunningen verbonden beperkingen worden geïnformeerd.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(35) Voor een geleidelijke opbouw van wederzijds vertrouwen moeten de lidstaten doeltreffende maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn nemen, en met name van de bepalingen dat ondernemingen de gemeenschappelijke certificeringscriteria en beperkingen van verder gebruik van overgedragen defensiegerelateerde producten na een overdracht moeten nakomen.

(35) Voor een geleidelijke opbouw van wederzijds vertrouwen moeten de lidstaten doeltreffende maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn nemen, met inbegrip van sancties, en met name van de bepalingen dat ondernemingen de gemeenschappelijke certificeringscriteria en beperkingen van verder gebruik van overgedragen defensiegerelateerde producten na een overdracht moeten nakomen.

Motivering

Gewaarborgd moet worden dat ondernemingen de uitvoercontrole in hun eigen land niet kunnen "omzeilen" door hun producten via verschillende lidstaten over te dragen alvorens ze naar een plaats buiten de Europese Unie te exporteren, en daarom moeten alle lidstaten doeltreffende sancties invoeren tegen bedrijven die zich niet houden aan de bepalingen van deze richtlijn.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 36

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(36) Indien de lidstaat van oorsprong gegronde twijfel heeft of een gecertificeerde afnemer zich aan alle voorwaarden in verband met zijn algemene overdrachtsvergunning zal houden, moet hij hierover niet alleen de andere lidstaten en de Commissie informeren, maar ook – gezien zijn verantwoordelijkheid voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit – de werking van de overdrachtsvergunningen van deze onderneming tijdelijk kunnen schorsen.

(36) Indien de lidstaat van oorsprong er niet van overtuigd is dat een gecertificeerde afnemer zich aan alle voorwaarden in verband met zijn algemene overdrachtsvergunning zal houden, moet hij hierover niet alleen de andere lidstaten en de Commissie informeren, maar ook – gezien zijn verantwoordelijkheid voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit – de werking van de overdrachtsvergunningen van deze onderneming tijdelijk kunnen schorsen.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze richtlijn laat het exportbeleid van de lidstaten onverlet.

2. Deze richtlijn laat de vrije besluitneming van de lidstaten in het exportbeleid voor defensiegerelateerde producten onverlet.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De uitvoering van de richtlijn doet geen afbreuk aan de artikelen 30 en 296 van het Verdrag.

Motivering

Met het oog op "beter wetgeven" moet in dit artikel duidelijker worden omschreven waarop de tekst wel of niet betrekking heeft.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter. De richtlijn doet geen afbreuk aan de mogelijkheid dat de lidstaten met inachtneming van haar beginselen vormen van samenwerking nastreven en verder uitbouwen.

Motivering

Met het oog op "beter wetgeven" moet in dit artikel duidelijker worden omschreven waarop de tekst wel of niet betrekking heeft.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze richtlijn is van toepassing op defensiegerelateerde producten.

1. Deze richtlijn is van toepassing op de defensiegerelateerde producten die in de bijlage genoemd worden.

Motivering

Het voorstel omvat een lijst van defensiegerelateerde producten, waarnaar dan ook moet worden verwezen.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten mogen de bepalingen van deze richtlijn mutatis mutandis toepassen op defensiegerelateerde producten die niet in de bijlage zijn opgenomen, maar waarvan de overdracht binnen de Gemeenschap soortgelijke risico's oplevert voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit.

Schrappen

Motivering

Het voorstel omvat de lijst van defensiegerelateerde producten.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een lidstaat die van de in lid 2 geboden mogelijkheid gebruikmaakt, publiceert een lijst met deze producten en stelt de Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis.

Schrappen

Motivering

Het voorstel omvat de lijst van defensiegerelateerde producten.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) "defensiegerelateerd product": elk product dat specifiek voor militair gebruik is ontworpen en in de bijlage is opgenomen;

(1) "defensiegerelateerd product": elk product dat in de bijlage is opgenomen;

Motivering

Het voorstel omvat de lijst van defensiegerelateerde producten.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – punt 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) "overdracht": het overbrengen van een defensiegerelateerd product naar een afnemer in een andere lidstaat in het kader van een commerciële transactie;

(2) "overdracht": elke verplaatsing of overbrenging van een defensiegerelateerd product door ook maar enig middel naar een afnemer in een andere lidstaat ;

Motivering

Deze definitie is vollediger.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – punt 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) "uitvoervergunning" een vergunning om defensiegerelateerde producten te leveren aan een afnemer in een derde land.

(6) "uitvoervergunning" een vergunning om defensiegerelateerde producten te leveren aan een rechtspersoon of natuurlijke persoon in een derde land.

Motivering

"Afnemer" is gedefinieerd als een in de Gemeenschap gevestigde rechtspersoon of natuurlijke persoon.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De overdracht van defensiegerelateerde producten tussen lidstaten is slechts toegestaan na een voorafgaande vergunning. Er mag geen andere vergunning voor de doorvoer door lidstaten of voor de invoer in andere lidstaten van defensiegerelateerde producten worden vereist, onverminderd de toepassing van bepalingen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de openbare orde, zoals veilig vervoer.

1. De overdracht van defensiegerelateerde producten tussen lidstaten is slechts toegestaan na een voorafgaande vergunning, behalve als de overeenkomstige nationale wet bepaalt dat er geen vergunning voor nodig is. Er mag geen andere vergunning voor de doorvoer door lidstaten of voor de invoer in andere lidstaten van defensiegerelateerde producten worden vereist, onverminderd de toepassing van bepalingen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de openbare orde, zoals veilig vervoer.

Motivering

Sommige lidstaten vereisen in bepaalde gevallen, bv. bij overdracht door de regering, geen vergunning. Voor de volledigheid moeten alle uitzonderingen worden vermeld, met inbegrip van uitzonderingen om redenen van openbaar beleid of openbare veiligheid als uiteengezet in artikel 30. Dit omvat situaties waarin de Commissietekst niet voorziet, zoals bv. transit, waar de aard van de producten en hun uiteindelijke bestemming problematisch kan zijn, of de invoer van vuurwapens.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten verlenen de op hun grondgebied gevestigde leveranciers algemene, globale of individuele overdrachtvergunningen.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat leveranciers die van op hun grondgebied defensiegerelateerde producten willen overdragen, globale of individuele vergunningen kunnen aanvragen, mits zij aan de hieraan verbonden voorwaarden voldoen. Zij maken ook de algemene vergunningen die ze afgeven bekend.

Motivering

De lidstaten moeten de exclusieve bevoegdheid hebben om te beslissen of vergunningsaanvragen worden goedgekeurd of geweigerd. Algemene vergunningen worden bekendgemaakt, niet verleend.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten kiezen het meest geschikte type vergunning voor de betrokken defensiegerelateerde producten of categorieën van defensiegerelateerde producten overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en de artikelen 5, 6 en 7.

3. Het staat de lidstaten vrij om het meest geschikte type vergunning voor de betrokken defensiegerelateerde producten of categorieën van defensiegerelateerde producten te kiezen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en de artikelen 5, 6 en 7. Meer in het bijzonder kunnen zij het ontzeggen van een algemene of globale vergunning of beperking van de draagwijdte van een dergelijke vergunning in ieder afzonderlijk geval op grond van artikel 7 verantwoorden.

Motivering

Voor een duidelijke afbakening van de bevoegdheden van de lidstaat, wordt expliciet gesteld dat lidstaten ook in gevallen waar overeenkomstig artikel 7 een individuele vergunning kan worden verleend, het recht hebben een algemene of globale vergunning te weigeren.

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De lidstaten stellen de voorwaarden van de overdrachtsvergunningen vast, en met name eventuele beperkingen van de uitvoer van defensiegerelateerde producten aan afnemers in derde landen, gezien de risico's die de overdracht met zich meebrengt voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit. De lidstaten kunnen streven naar intergouvernementele samenwerking en deze uitbreiden om de doelstellingen van de richtlijn te verwezenlijken.

4. De lidstaten stellen alle voorwaarden van de overdrachtsvergunningen vast, met inbegrip van eventuele beperkingen van de uitvoer van defensiegerelateerde producten aan afnemers in derde landen, rekening houdend met de risico's die de overdracht met zich meebrengt voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit, en onverminderd de nationale wetgeving inzake de controle op certificaten van eindgebruikers. Bij het vastleggen van dergelijke beperkingen nemen zij vooral de gedragscode van de Europese unie inzake wapenuitvoer en gemeenschappelijk standpunt 2003/468/GBVB van de Raad over het toezicht op de tussenhandel in wapens in acht[1]. De lidstaten kunnen vormen van intergouvernementele samenwerking nastreven en verder uitbouwen om de doelstellingen van de richtlijn te verwezenlijken.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De lidstaten leggen geen uitvoerbeperkingen van dergelijke subsystemen of onderdelen op indien de afnemer door middel van een verklaring over het gebruik verklaart dat de in de overdrachtsverklaring bedoelde subsystemen of onderdelen worden geïntegreerd in zijn eigen product en daarom niet als zodanig kunnen worden overgedragen of uitgevoerd in een later stadium, tenzij de betrokken lidstaten de overdracht van die subsystemen of onderdelen als gevoelig aanmerken

6. De lidstaten leggen geen uitvoerbeperkingen van dergelijke subsystemen of onderdelen op indien de afnemer door middel van een verklaring over het gebruik verklaart dat de in de overdrachtsverklaring bedoelde subsystemen of onderdelen worden geïntegreerd in zijn eigen product op zodanige wijze dat zij niet als zodanig in een later stadium kunnen worden overgedragen of uitgevoerd, tenzij de betrokken lidstaten de overdracht van die subsystemen of onderdelen als gevoelig aanmerken.

Motivering

De afnemer moet verklaren dat de in de overdrachtsverklaring bedoelde subsystemen of onderdelen op zodanige wijze in zijn eigen producten worden geïntegreerd dat zij niet in een later stadium als zodanig overgedragen of zelfs uitgevoerd kunnen worden..

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis. In gevallen waarbij een afnemer een defensiegerelateerd product voor herstel of onderhoud of wegens defecten aan het product wil terugsturen naar de leverancier, wordt de overdracht naar de leverancier toegestaan op grond van de overdrachtsvergunning die is afgegeven voor de eerste overdracht van het product van de leverancier naar de afnemer, en in overeenstemming met de voorwaarden daarvan. De afnemer stelt echter tijdig vóór de overdracht plaatsvindt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van waaruit het product zal worden overgebracht in kennis van zijn voornemen om het product over te dragen. Deze kennisgeving vermeldt de reden voor de overdracht en gaat vergezeld van alle desbetreffende bewijsstukken.

 

 

Eens het product is hersteld, het onderhoud is uitgevoerd of het defect verholpen, wordt de daaropvolgende overdracht van de leverancier naar de afnemer toegestaan op grond van de overdrachtsvergunning die is afgegeven voor de oorspronkelijke overdracht van de leverancier naar de afnemer.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de afnemer maakt deel uit van de krijgsmacht van een lidstaat;

a) de afnemer maakt deel uit van de krijgsmacht of een ander overheidslichaam van een lidstaat;

Motivering

Het zou mogelijk moeten zijn om op grond van algemene vergunningen indien nodig defensiegerelateerde producten te leveren aan overheidslichamen die geen deel uitmaken van de krijgsmacht.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) de overdracht brengt met zich mee dat het bewuste defensiegerelateerd product of bepaalde gegevens over het product binnen een vooraf bepaalde termijn naar het land van oorsprong teruggebracht worden om geen andere reden als productonderzoek en demonstratie of expositie van het defensiegerelateerde product.

Motivering

Het moet mogelijk zijn om defensiegerelateerde producten die alleen voor demonstratie bedoeld zijn naar andere lidstaten en vervolgens terug naar de lidstaat van oorsprong over te brengen, voor een beperkte periode.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De lidstaten kunnen, onverminderd de overige bepalingen van deze richtlijn, de registratievoorwaarden vóór eerste gebruikmaking van een algemene vergunning vastleggen.

Motivering

Algemene vergunningen worden ex ante gepubliceerd. Leveranciers moeten de lidstaten derhalve niet om een vergunning verzoeken voor de overdracht van een product dat op de lijst van algemene vergunningen is opgenomen. In die omstandigheden is het wenselijk dat de lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid van een registratie bij de bevoegde autoriteit vóór het eerste gebruik van een algemene vergunning.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten verlenen individuele leveranciers op hun verzoek globale overdrachtsvergunningen voor een of meer overdrachten van een of meer defensiegerelateerde producten aan een of meer afnemers in een andere lidstaat.

1. De lidstaten verlenen individuele leveranciers, mits wordt voldaan aan de bepalingen en voorwaarden ervan en op verzoek van de leverancier, globale overdrachtsvergunningen voor een of meer overdrachten van een of meer defensiegerelateerde producten aan een of meer afnemers in een andere lidstaat.

Motivering

Juridische verduidelijking. Het is van belang met nadruk te wijzen op de autonomie van de lidstaten met betrekking tot de vaststelling van bepalingen en voorwaarden voor vergunningen waaraan door de ondernemingen moet worden voldaan.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een globale overdrachtsvergunning is ten minste drie jaar geldig.

Een globale overdrachtsvergunning is ten minste drie jaar geldig, onverminderd de bepalingen van artikel 4, lid 7 en artikel 15 van deze richtlijn.

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten verlenen individuele leveranciers op hun verzoek slechts een individuele overdrachtsvergunning voor één overdracht van defensiegerelateerde producten aan één afnemer in een van de volgende gevallen:

De lidstaten verlenen individuele leveranciers, mits wordt voldaan aan de bepalingen en voorwaarden ervan en op verzoek van de leverancier, een individuele overdrachtsvergunning voor één overdracht van defensiegerelateerde producten aan één afnemer in een van de volgende gevallen:

Motivering

Juridische verduidelijking. Het is van belang met nadruk te wijzen op de autonomie van de lidstaten met betrekking tot de vaststelling van bepalingen en voorwaarden voor vergunningen waaraan door de ondernemingen moet worden voldaan.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) wanneer deze noodzakelijk is om te voldoen aan verplichtingen en verbintenissen van de lidstaten als partij bij de internationale regelingen of verdragen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole.

c) wanneer deze noodzakelijk is om te voldoen aan internationale verplichtingen en verbintenissen van de lidstaten.

Motivering

"Internationale verplichtingen en verbintenissen" is ruimer dan de oorspronkelijke tekst, en omvat "toepasselijke internationale non-proliferatieregelingen, uitvoercontroleregelingen en verdragen". Op grond van de voorgestelde tekst zouden alle lidstaten een beroep kunnen doen op individuele vergunningen om al hun internationale verplichtingen en verbintenissen (met inbegrip van bilaterale) na te komen, en niet alleen die welke uitdrukkelijk in de originele tekst zijn vermeld.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers van defensiegerelateerde producten de afnemers in kennis stellen van de voorwaarden van de overdrachtsvergunning betreffende de uitvoer van defensiegerelateerde producten.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers van defensiegerelateerde producten de afnemers in kennis stellen van de voorwaarden van de overdrachtsvergunning, met inbegrip van de beperkingen, betreffende het eindgebruik, de heroverdracht of de uitvoer van defensiegerelateerde producten. Ten aanzien van beperkingen op de (verdere) overdracht van defensiegerelateerde producten, brengt de lidstaat die de vergunning afgeeft, de lidstaat waar de begunstigde partij gevestigd is op de hoogte van alle bepalingen en voorwaarden van de overdrachtsvergunning.

Motivering

Een van de belangrijkste problemen bij de handel in defensiegerelateerde producten is dat het voor regeringen, parlementen en NGO's moeilijk is bij te houden wat naar waar wordt uitgevoerd. Met het oog op een grotere transparantie en om het risico dat wapens op de verkeerde plaats terechtkomen in te dammen, moeten lidstaten over aan overdrachtsvergunningen verbonden beperkingen worden geïnformeerd.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers de bevoegde autoriteiten in kennis stellen van hun voornemen om voor het eerst gebruik te maken van een algemene overdrachtsvergunning.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers de bevoegde autoriteiten binnen een redelijke termijn in kennis stellen van hun voornemen om voor het eerst gebruik te maken van een algemene overdrachtsvergunning.

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers volgens de in de betrokken lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden. Deze overzichten omvatten handelsbescheiden met de volgende informatie:

3. De lidstaten zorgen ervoor dat en controleren op gezette tijden of de leveranciers volgens de in de betrokken lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd en volledig overzicht van hun overdrachten bijhouden. Deze overzichten omvatten handelsbescheiden met de volgende informatie:

a) de beschrijving van het defensiegerelateerde product;

a) de beschrijving van het defensiegerelateerde product en de desbetreffende referentie in de CML;

b) de hoeveelheid van het defensiegerelateerde product en de data van de overdracht;

b) de hoeveelheid en waarde van het defensiegerelateerde product en de data van de overdracht;

c) naam en adres van de leverancier en van de afnemer;

c) naam en adres van de leverancier en van de afnemer, en het bewijs van hun certificering volgens art. 9;

 

c bis) naam en adres van de onderneming die voor de overdracht van het goed verantwoordelijk is, voor zover verschillend van de leverancier of afnemer;

d) indien bekend, het eindgebruik en de eindgebruiker van het defensiegerelateerde product;

d) indien bekend, het eindgebruik en de eindgebruiker van het defensiegerelateerde product;

e) bewijs dat de informatie over een aan een overdrachtsvergunning verbonden uitvoerbeperking is meegedeeld aan een afnemer van defensiegerelateerde producten.

e) bewijs dat de informatie over een aan een overdrachtsvergunning verbonden uitvoerbeperking is meegedeeld aan de afnemer van defensiegerelateerde producten.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 3 bedoelde overzichten worden bewaard gedurende ten minste drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer heeft plaatsgehad. Zij worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de leverancier gevestigd is, aan hen voorgelegd.

4. De in lid 3 bedoelde overzichten worden bewaard gedurende ten minste vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer heeft plaatsgehad. De in lid 3 bedoelde overzichten worden elk jaar voorgelegd aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de leverancier, respectievelijk de afnemer gevestigd is.

Motivering

Een van de belangrijkste problemen bij de handel in defensiegerelateerde producten is dat het voor regeringen, parlementen en NGO's moeilijk is bij te houden wat naar waar wordt uitgevoerd. Met het oog op een grotere transparantie en om het risico dat wapens op de verkeerde plaats terechtkomen in te dammen, moeten leveranciers de in lid 3 bedoelde informatie voorleggen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de leverancier gevestigd is.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat de afnemers volgens de in elke lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd en volledig overzicht van hun afname van defensiegerelateerde producten bijhouden, dat de gegevens van lid 3 bevat.

Motivering

Een van de belangrijkste problemen bij de handel in defensiegerelateerde producten is dat het voor regeringen, parlementen en NGO's moeilijk is bij te houden wat naar waar wordt uitgevoerd. Met het oog op een grotere transparantie en om het risico dat wapens op de verkeerde plaats terechtkomen in te dammen, moeten afnemers de in lid 3 bedoelde informatie voorleggen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de afnemer gevestigd is.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) ervaring en reputatie in defensieactiviteiten, die met name blijken uit toestemming om defensiegerelateerde producten te vervaardigen en in de handel te brengen en uit de aanwezigheid van ervaren leidinggevend personeel;

a) ervaring en reputatie in defensieactiviteiten, die met name blijken uit toestemming om defensiegerelateerde producten te vervaardigen en/of in de handel te brengen en uit de aanwezigheid van ervaren leidinggevend personeel;

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze alle noodzakelijke maatregelen neemt om te voldoen aan alle specifieke voorwaarden in verband met het eindgebruik en de uitvoer van elk specifiek ontvangen onderdeel of product;

d) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze alle noodzakelijke maatregelen neemt om te voldoen aan alle specifieke voorwaarden in verband met het eindgebruik, de heroverdracht en de uitvoer van elk specifiek ontvangen onderdeel of product, en rekening houdt met de samenwerking in het kader van de Gedragscode van de Europese Unie inzake de wapenuitvoer;

Motivering

Verzekerd moet worden dat exportbeperkingen niet alleen worden nageleefd en gehandhaafd in de eerste ontvangende lidstaat, maar dat dit in alle lidstaten het geval is, wanneer producten via verschillende lidstaten worden overgedragen. Informatie moet daarom worden doorgegeven en nageleefd.

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze de bevoegde autoriteiten bij verzoeken en onderzoeken met de benodigde zorgvuldigheid gedetailleerde informatie zal geven over de eindgebruikers of het eindgebruik van alle producten die deze onderneming in het kader van een overdrachtvergunning van een andere lidstaat heeft uitgevoerd, overgedragen of ontvangen;

e) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze de bevoegde autoriteiten bij verzoeken en onderzoeken met de benodigde zorgvuldigheid gedetailleerde informatie zal geven over de eindgebruikers of het eindgebruik van alle producten die deze onderneming in het kader van een algemene overdrachtvergunning van een andere lidstaat heeft uitgevoerd, overgedragen of ontvangen;

Motivering

Juridische verduidelijking. Certificering is alleen van belang in het geval van een algemene overdrachtvergunning.

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De onder d) bedoelde geldigheidsperiode van het certificaat mag in geen geval meer dan vijf jaar bedragen.

De onder d) bedoelde geldigheidsperiode van het certificaat mag in geen geval meer dan drie jaar bedragen.

Motivering

Een geldigheidsperiode van drie jaar zorgt voor een betere verantwoording van het certificeringsproces.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De bevoegde autoriteiten controleren regelmatig of de afnemer voldoet aan de in lid 2 bedoelde criteria en aan de eventuele aan de certificaten verbonden voorwaarden als bedoeld in lid 4.

5. De bevoegde autoriteiten controleren minstens om de drie jaar of de afnemer voldoet aan de in lid 2 bedoelde criteria en aan de eventuele aan de certificaten verbonden voorwaarden als bedoeld in lid 4.

Motivering

Dit voorstel is gebaseerd op het principe dat leveranciers en lidstaten waarin leveranciers gevestigd zijn erop kunnen vertrouwen dat gecertificeerde afnemers voldoen aan alle in de richtlijn vastgestelde criteria en voorwaarden. Het welslagen van een Europese markt voor defensiegerelateerde producten is dus grotendeels afhankelijk van een regelmatig toezicht op deze afnemers door de betrokken lidstaat.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 8 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. De lidstaten publiceren een lijst van gecertificeerde afnemers, werken deze regelmatig bij en stellen de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis.

8. De lidstaten publiceren een lijst van gecertificeerde afnemers, werken deze regelmatig bij en stellen de Commissie, het Europees Parlement en de andere lidstaten daarvan in kennis.

Amendement 49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 8 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie maakt deze informatie op haar website bekend.

De Commissie maakt een centraal register van door de lidstaten gecertificeerde afnemers bekend op haar website, waarbij zij rekening houdt met de gevoeligheid van de informatie en zich houdt aan de toepasselijke wetgeving betreffende de beveiliging van informatie.

Motivering

Als de Commissie informatie bekend maakt op haar website, dan moet zij bedenken dat informatie over gecertificeerde afnemers gevoelig kan zijn.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat afnemers van defensiegerelateerde producten bij het aanvragen van een uitvoervergunning, indien deze producten die in het kader van een overdrachtsvergunning uit een andere lidstaat zijn ontvangen aan uitvoerbeperkingen zijn verbonden, ten overstaan van de bevoegde autoriteiten verklaren dat zij aan de voorwaarden van deze beperkingen hebben voldaan.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat afnemers van defensiegerelateerde producten bij het aanvragen van een uitvoervergunning, indien deze producten die in het kader van een overdrachtsvergunning uit een andere lidstaat zijn ontvangen aan uitvoerbeperkingen zijn verbonden, ten overstaan van de bevoegde autoriteiten op afdoende wijze aantonen dat zij aan de voorwaarden van deze beperkingen hebben voldaan. De lidstaten moeten over de nodige middelen beschikken en in staat zijn om de naleving van de uitvoerbeperkingen te controleren. De lidstaten zorgen er tevens voor dat de afnemers van defensiegerelateerde producten na afloop van de overdracht ten overstaan van de bevoegde autoriteiten verklaren dat de uitvoerbeperkingen zijn geëerbiedigd, en dit op afdoende wijze aantonen.

Motivering

Om rechtsonzekerheid en mogelijke inbreukprocedures te voorkomen.

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer is vereist maar niet is verkregen, raadplegen de lidstaten de lidstaat van oorsprong.

2. Indien toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer door één of meerdere afnemers is aangevraagd maar nog niet is verleend, kunnen de lidstaten op aanvraag van de afnemers de lidstaat van oorsprong raadplegen. Als een lidstaat na die raadpleging de gevraagde toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer niet verkrijgt, dan vindt de uitvoer niet plaats. De Commissie en de andere lidstaten worden van dergelijke gevallen in kennis gesteld.

Motivering

Om rechtsonzekerheid en mogelijke inbreukprocedures te voorkomen.

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 10 bis

Administratieve samenwerking

 

De lidstaten zorgen ervoor dat passende controlemaatregelen worden toegepast om na te gaan of zowel door de leverancier als door de afnemer aan de voorwaarden van de overdrachtsvergunningen is voldaan. Indien de overdracht van een defensiegerelateerd product in strijd is met de door een lidstaat gestelde voorwaarden, stellen de bevoegde autoriteiten van die lidstaat de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaat of lidstaten hiervan onverwijld in kennis, onverminderd de toepassing van de in artikel 15 bis bedoelde sancties en andere maatregelen.

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 ter (nieuw) – vóór hoofdstuk IV

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 ter

 

Transparantie

 

De lidstaten kunnen relevante, niet-vertrouwelijke informatie als bepaald in dit hoofdstuk publiceren.

Motivering

Transparantie is op dit terrein een zeer belangrijk element. Intracommunautaire overdrachten en heroverdrachten zouden het moeilijker maken om bij te houden waar bepaalde defensiegerelateerde producten uiteindelijk terechtkomen. Daarom zou het aanbeveling verdienen wanneer de lidstaten de transparantie zouden vergroten door (niet-vertrouwelijke) informatie die van leveranciers wordt ontvangen alsmede informatie over het certificeringsproces en over exportbeperkingen te publiceren. Hierdoor zouden de mogelijkheden voor controle door het parlement en publiek worden vergroot.

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Samenwerking op douanegebied

Douaneprocedures

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) bij de afgifte van de uitvoervergunning geen rekening is gehouden met bepaalde relevante informatie over beperkingen van de uitvoer naar derde landen van de defensiegerelateerde producten die in de overdrachtsvergunning zijn opgenomen;

a) bij de vergunningverlening geen rekening is gehouden met relevante gegevens;

Motivering

Stemt overeen met de formulering van de verordening betreffende goederen voor tweeërlei gebruik.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 15 bis

Sancties

 

1. De lidstaten nemen alle maatregelen die nodig zijn om de goede werking van de bepalingen van deze richtlijn te verzekeren.

 

2. De lidstaten stellen de sancties vast die van toepassing zijn op schendingen van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen, met name indien valse of onvolledige informatie over de uitvoerbeperkingen van een overdrachtvergunning is verstrekt. De lidstaten treffen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze sancties worden toegepast. De voorziene sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

 

 

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verslaglegging

Herziening en verslaglegging

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie dient, te beginnen uiterlijk [5 jaar na de inwerkingtredingsdatum van deze richtlijn] op gezette tijden bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de omzetting van de richtlijn en de invloed ervan op de ontwikkeling van de Europese markt voor defensie-uitrusting en de Europese industriële en technologische defensiebasis, in voorkomend geval gecombineerd met een wetsvoorstel.

2. De Commissie evalueert de doeltreffendheid van deze richtlijn en brengt er tegen [5 jaar na de omzettingsdatum] bij het Europees Parlement en de Raad verslag over uit. Ze gaat vooral na of en in hoever de doelstellingen van de richtlijn verwezenlijkt zijn. In haar verslag evalueert de Commissie de toepassing van de artikelen 9 t/m 12 en artikel 15 van deze richtlijn, en onderzoekt de invloed van de richtlijn op de ontwikkeling van een Europese markt voor defensie-uitrusting en een Europese industriële en technologische defensiebasis, onder meer rekening houdend met de situatie van het midden- en kleinbedrijf. Indien nodig wordt bij het verslag een wetgevingsvoorstel gevoegd.

  • [1]  PB L 156 van 25.6.2003, blz. 79.

TOELICHTING

De rapporteur verwelkomt het voorstel voor een richtlijn betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap, dat samen met een voorstel voor een richtlijn inzake overheidsopdrachten op defensiegebied en een mededeling over het concurrentievermogen van de Europese defensie‑industrie deel uitmaakt van het "defensiepakket" van de Commissie.

Momenteel zijn er 27 slecht gecoördineerde nationale markten voor defensie-uitrusting, die gekenmerkt worden door doublures en inefficiënt gebruik van middelen. Niet alleen de meeste overheidsopdrachten op defensiegebied, maar ook de overdracht, transit en invoer van militaire uitrusting in de EU zijn op nationaal niveau georganiseerd. De voorgestelde vereenvoudiging van de nationale vergunningsregelingen voor de overdracht van defensie‑uitrusting binnen de interne markt is een noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling van een Europese markt voor defensie-uitrusting en een internationaal concurrerende Europese defensie-industrie. De vereenvoudiging van de intracommunautaire overdracht van defensie-uitrusting zal de aanvoerzekerheid voor de lidstaten verbeteren en tegelijkertijd de administratieve lasten verminderen, door de invoering van voorwaarden die het mogelijk maken meer nadruk te leggen op belangrijkere gevallen van overdracht.

Hoewel de rapporteur verheugd is over het voorstel is zij van mening dat er ruimte is voor verdere verbeteringen. Bijgevolg stelt zij op basis van onderstaande overwegingen een aantal amendementen voor.

Handhaving en controle

Er moet in het algemeen strikt op worden toegezien dat wapens en wapengerelateerde producten niet terechtkomen in conflictgebieden. De rapporteur benadrukt dat heruitvoer naar een derde land niet mag plaatsvinden als de lidstaat van oorsprong hiervoor geen toestemming geeft. Door de lidstaat van oorsprong vastgestelde uitvoerbeperkingen mogen door de afnemer van de overdracht in geen geval worden genegeerd.

De rapporteur meent dat de sancties die in geval van schending van de vergunningsvoorwaarden worden opgelegd, nader moeten worden gepreciseerd. Lidstaten moeten met name de opzettelijke schending van beperkingen op de uitvoer van defensiegerelateerde producten kwalificeren als een misdrijf. Dit zou de lidstaten de zekerheid geven dat, ingeval de beperkingen op de heruitvoer van aan overdrachtsvergunningen onderworpen producten niet worden geëerbiedigd, een doeltreffend rechtsmiddel voorhanden is, hetgeen het vertrouwen van de lidstaten in de regeling zou vergroten. Daarnaast worden de lidstaten verplicht na te gaan of de leveranciers een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden.

De rapporteur wijst erop dat dit voorstel een eerste stap is in de richting van een versterking van de internemarktregels op een gebied dat tot dusver onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten viel. Het moet worden beschouwd als een proefproject, dat verder kan worden aangepast en gewijzigd indien de doelstellingen van de richtlijn met de voorgestelde maatregelen niet worden gerealiseerd. De rapporteur stelt dan ook voor dat de Commissie 5 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn een uitgebreide evaluatie van de tenuitvoerlegging ervan verricht. Indien nodig zal deze evaluatie vergezeld gaan van voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad om de richtlijn te wijzigen.

De rapporteur is van mening dat de ontwikkeling van de Europese markt voor defensie‑uitrusting grotendeels afhankelijk zal zijn van de mate waarin de tenuitvoerlegging van dit voorstel tot groter wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten zal leiden. De evaluatie moet daarom met name aandacht besteden aan de impact van de richtlijn op het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten.

Belangen van het midden- en kleinbedrijf (MKB)

De certificering, die het centrale element in de voorgestelde vergunningsregeling is, sluit veeleer aan bij de behoeften van grotere ondernemingen, en kan leiden tot een concurrentienadeel voor het MKB. Terwijl grotere ondernemingen kunnen kiezen voor certificering om algemene vergunningen te verkrijgen, is deze procedure voor kleinere ondernemingen te duur en te omslachtig.

Alle ondernemingen zullen profiteren van de bepaling dat in de regel geen vergunning nodig is voor de overdracht van subsystemen of onderdelen die worden geïntegreerd in wapensystemen die in een later stadium niet kunnen worden overgedragen of uitgevoerd. Het is mogelijk dat bij de producenten van subsystemen en onderdelen die van deze bepaling profiteren talrijke kleine of middelgrote ondernemingen zijn. Deze bepaling is op zich echter geen compensatie voor het feit dat de vergunningsregeling gunstiger lijkt voor grotere ondernemingen. Om ervoor te zorgen dat de concurrentiepositie van het MKB in vergelijking met grotere ondernemingen niet in het gedrang komt, stelt de rapporteur voor dat de evaluatie die de Commissie 5 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn uitvoert, ook een evaluatie van de impact van de richtlijn op het MKB omvat.

Rechtszekerheid

De rapporteur wijst erop dat verschillende onderdelen van het voorstel moeten worden verduidelijkt om een grotere rechtszekerheid te waarborgen. Zij stelt voor dat de internationale verplichtingen van de lidstaten die het gebruik van individuele vergunningen rechtvaardigen niet in een exhaustieve lijst worden vermeld, maar via een algemene verwijzing naar "de internationale verplichtingen en verbintenissen van lidstaten". Haar aanbevelingen omvatten ook een aantal verduidelijkingen ten aanzien van de verplichtingen van leveranciers van defensie-uitrusting.

ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (12.9.2008)

aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap
(COM(2007)0765 – C6‑0468/2007 – 2007/0279(COD))

Rapporteur voor advies: Angelika Beer

BEKNOPTE MOTIVERING

1)  In dit advies wordt meer in het algemeen krachtige steun uitgesproken voor de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap, die de Commissie in haar voorstel voor een richtlijn bepleit.

a)  De verwezenlijking hiervan zal de autoriteiten van de lidstaten bevrijden van onnodige administratieve lasten en maakt het mogelijk meer nadruk te leggen op belangrijkere gevallen van overdracht in plaats van toestemming te geven op basis van routine.

b)  Van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en van de richtlijn betreffende overheidsopdrachten op defensiegebied zijn positieve ontwikkelingen te verwachten voor de Europese markt voor defensiematerieel en de Europese technologische en industriële defensiebasis.

c)  De opneming van uitvoerbeperkingen en vrijwaringsmaatregelen in het voorstel van de Commissie is hoogst welkom, vooral met het oog op de risico's voor het behoud van de mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit die mogelijke uitvoer naar een derde land met zich meebrengt.

2)  De Commissie buitenlandse zaken pleit echter met nadruk voor de volgende punten:

a)  Zoals in diverse eerdere resoluties van het Europees Parlement, wordt sterk aanbevolen dat de vereenvoudiging van de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap gepaard gaat met de omzetting van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer in een wettelijk bindend instrument. Daarom wordt er met klem bij de Raad op aangedrongen deze gedragscode vast te leggen in een gemeenschappelijk standpunt van de EU nog voordat deze richtlijn in werking treedt.

b)  Er moet meer in het algemeen strikt op worden toegezien dat wapens en wapengerelateerde producten niet terechtkomen in conflictgebieden.

c)  Het is onaanvaardbaar dat er een risico is dat EVDB-missies geconfronteerd worden met en gevaar lopen door wapens uit de Europese Unie (bijvoorbeeld in Tsjaad).

3)  De volgende concrete veranderingen worden voorgesteld om de richtlijn te verbeteren:

a)  In het advies wordt benadrukt dat heruitvoer naar een derde land niet mag plaatsvinden als de lidstaat van oorsprong hiervoor geen toestemming geeft. Een dergelijk verbod op heruitvoer van de lidstaat van oorsprong mag in geen geval worden genegeerd door de afnemer van de overdracht (amendementen op artikel 10).

b)  De Commissie moet niet alleen in kennis worden gesteld, maar zij moet ook nagaan of de toepassing door een lidstaat mutatis mutandis van artikel 2, lid 2 (met betrekking tot andere defensiegerelateerde producten dan die welke worden opgesomd in de bijlage van de richtlijn) strookt met de toepasselijke communautaire wetgeving (amendementen op artikel 2).

c)  De richtlijn moet op geharmoniseerde wijze worden uitgevoerd om te zorgen dat de in de artikelen 5-7 van het voorstel voor een richtlijn voorgestelde maatregelen transparant zijn (amendementen op artikel 4, lid 2).

d)  De integratie van onderdelen in een product betekent niet automatisch dat zo'n onderdeel niet als zodanig overgedragen kan worden in een later stadium. Daarom moeten de lidstaten zich alleen onthouden van het opleggen van uitvoerbeperkingen als de afnemer van de overdracht verklaart dat de subsystemen of onderdelen waarvoor een overdrachtvergunning vereist is, op zodanige wijze in zijn eigen producten worden geïntegreerd dat ze niet in een later stadium als zodanig kunnen worden overgedragen of zelfs uitgevoerd naar een derde land (amendementen op artikel 4, lid 6).

e)  De lidstaten moeten er niet alleen voor zorgen dat de leveranciers op hun grondgebied een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden, maar dit ook op gezette tijden controleren (amendementen op artikel 8, lid 3).

f)  Het is zeer wenselijk dat leveranciers hun verantwoordelijkheid voor het verstrekken van informatie aan de betrokken lidstaat over het bekende eindgebruik niet ontlopen. Er moet duidelijk worden vermeld welke autoriteit zal controleren of het eindgebruik en de eindgebruiker bekend zijn (amendementen op artikel 8, lid 3, letter d)).

g)  De geldigheidsperiode van het afnemerscertificaat mag in geen geval meer dan 3 jaar bedragen, in plaats van 5 jaar. Dit zal zorgen voor een betere verantwoording van certificeringsprocessen (amendementen op artikel 9, lid 3).

h)  De veiligheid van gevoelige informatie is essentieel voor een goed werkende Europese markt voor defensiematerieel, die in dienst staat van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid. De Commissie moet zich bij het publiceren van een lijst van gecertificeerde afnemers op een website dan ook houden aan de toepasselijke communautaire wetgeving op dit gebied (amendementen op artikel 9, lid 8).

i)  Voorgesteld wordt dat de Commissie elk jaar op gezette tijden aan het EP en de Raad verslag uitbrengt over de uitvoering van deze richtlijn. Dit zal zorgen voor een betere verantwoording van de uitvoering en voor synchronisatie met het jaarverslag van de Raad over de uitvoering van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer (amendementen op artikel 16, lid 2).

j)  Meer in het algemeen pleit het advies voor een open en transparant mechanisme voor de overdracht van wapens binnen de Europese Unie.

AMENDEMENTEN

De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een lidstaat die van de in lid 2 geboden mogelijkheid gebruikmaakt, publiceert een lijst met deze producten en stelt de Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis.

3. Een lidstaat die van de in lid 2 geboden mogelijkheid gebruikmaakt, publiceert een lijst met deze producten en stelt de Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis. De Commissie gaat na of het gebruik door een lidstaat van de in lid 2 genoemde mogelijkheid strookt met de toepasselijke communautaire wetgeving.

Motivering

De Commissie moet niet alleen in kennis worden gesteld, maar zij moet ook controleren of de toepassing door een lidstaat van deze richtlijn (lid 2) mutatis mutandis op defensiegerelateerde producten die niet worden opgesomd in de bijlage, strookt met de toepasselijke communautaire wetgeving.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De lidstaten stellen de voorwaarden van de overdrachtsvergunningen vast, en met name eventuele beperkingen van de uitvoer van defensiegerelateerde producten aan afnemers in derde landen, gezien de risico's die de overdracht met zich meebrengt voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit. De lidstaten kunnen streven naar intergouvernementele samenwerking en deze uitbreiden om de doelstellingen van de richtlijn te verwezenlijken.

4. De lidstaten stellen de voorwaarden van de overdrachtsvergunningen vast, en met name eventuele beperkingen van de uitvoer van defensiegerelateerde producten aan afnemers in derde landen, gezien de risico's die de overdracht met zich meebrengt voor het behoud van mensenrechten, vrede, veiligheid en stabiliteit. De lidstaten kunnen gebruik maken van de mogelijkheid eindgebruikercertificaten aan te vragen. De lidstaten kunnen streven naar intergouvernementele samenwerking en deze uitbreiden om de doelstellingen van de richtlijn te verwezenlijken.

Motivering

Het gebruik van eindgebruikercertificaten heeft ten doel garanties te bieden dat afnemers van defensiegerelateerde producten terdege op de hoogte zijn van toepasselijke beperkingen voor het eindgebruik, de heroverdracht of de uitvoer van overgedragen producten en dat een dergelijke overdracht alleen kan plaatsvinden met toestemming van de lidstaat die het certificaat heeft afgegeven. Lidstaten die dat wensen moeten gebruik kunnen maken van dergelijke certificaten.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De lidstaten leggen geen uitvoerbeperkingen van dergelijke subsystemen of onderdelen op indien de afnemer door middel van een verklaring over het gebruik verklaart dat de in de overdrachtsverklaring bedoelde subsystemen of onderdelen worden geïntegreerd in zijn eigen product en daarom niet als zodanig kunnen worden overgedragen of uitgevoerd in een later stadium, tenzij de betrokken lidstaten de overdracht van die subsystemen of onderdelen als gevoelig aanmerken.

6. De lidstaten leggen geen uitvoerbeperkingen van dergelijke subsystemen of onderdelen op indien de afnemer door middel van een verklaring over het gebruik verklaart dat de in de overdrachtsverklaring bedoelde subsystemen of onderdelen worden geïntegreerd in zijn eigen product op zodanige wijze dat zij niet als zodanig in een later stadium kunnen worden overgedragen of uitgevoerd, tenzij de betrokken lidstaten de overdracht van die subsystemen of onderdelen als gevoelig aanmerken.

Motivering

De afnemer moet verklaren dat de in de overdrachtsverklaring bedoelde subsystemen of onderdelen op zodanige wijze in zijn eigen producten worden geïntegreerd dat zij niet in een later stadium als zodanig overgedragen of zelfs uitgevoerd kunnen worden..

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten verlenen individuele leveranciers op hun verzoek globale overdrachtsvergunningen voor een of meer overdrachten van een of meer defensiegerelateerde producten aan een of meer afnemers in een andere lidstaat.

1. De lidstaten kunnen individuele leveranciers op hun verzoek globale overdrachtsvergunningen verlenen voor een of meer overdrachten van een of meer defensiegerelateerde producten aan een of meer afnemers in een andere lidstaat.

Motivering

Lidstaten moeten het recht hebben om een verzoek om een overdrachtvergunning af te wijzen.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten verlenen individuele leveranciers op hun verzoek slechts een individuele overdrachtsvergunning voor één overdracht van defensiegerelateerde producten aan één afnemer in een van de volgende gevallen:

De lidstaten kunnen individuele leveranciers op hun verzoek slechts een individuele overdrachtsvergunning verlenen voor één overdracht van defensiegerelateerde producten aan één afnemer in een van de volgende gevallen:

Motivering

Lidstaten moeten het recht hebben om een verzoek om een overdrachtsvergunning af te wijzen.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers van defensiegerelateerde producten de afnemers in kennis stellen van de voorwaarden van de overdrachtsvergunning betreffende de uitvoer van defensiegerelateerde producten.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers van defensiegerelateerde producten de afnemers in kennis stellen van de voorwaarden van de overdrachtsvergunning, met inbegrip van de beperkingen, betreffende het eindgebruik, de heroverdracht of de uitvoer van defensiegerelateerde producten.

Motivering

De afnemers van defensiegerelateerde producten worden in kennis gesteld van alle toepasselijke voorwaarden van de overdrachtsvergunning, met inbegrip van die welke betrekking hebben op het eindgebruik en de heroverdracht van de overgedragen producten.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers volgens de in de betrokken lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden. Deze overzichten omvatten handelsbescheiden met de volgende informatie:

3. De lidstaten zorgen ervoor dat en controleren op gezette tijden of de leveranciers volgens de in de betrokken lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden. Deze overzichten omvatten handelsbescheiden met de volgende informatie:

Motivering

De lidstaten moeten er niet alleen voor zorgen dat de leveranciers in de lidstaten een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden, maar moeten dat ook regelmatig controleren.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) bewijs dat de informatie over een aan een overdrachtsvergunning verbonden uitvoerbeperking is meegedeeld aan een afnemer van defensiegerelateerde producten.

(e) bewijs dat de informatie over een aan een overdrachtsvergunning verbonden uitvoerbeperking is meegedeeld aan de afnemer van defensiegerelateerde producten.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 3 bedoelde overzichten worden bewaard gedurende ten minste drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer heeft plaatsgehad. Zij worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de leverancier gevestigd is, aan hen voorgelegd.

4. De in lid 3 bedoelde overzichten worden bewaard gedurende ten minste vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer heeft plaatsgehad. Zij worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de leverancier gevestigd is, aan hen voorgelegd.

Motivering

De toegang van de autoriteiten van lidstaten tot de overzichten van leveranciers moet worden verlengd van drie tot vijf jaar. Dit zorgt voor meer transparantie en bovendien is er zo meer tijd om te onderzoeken of inbreuk wordt gemaakt op de omgezette nationale wet- of regelgeving.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De onder d) bedoelde geldigheidsperiode van het certificaat mag in geen geval meer dan vijf jaar bedragen.

De onder d) bedoelde geldigheidsperiode van het certificaat mag in geen geval meer dan drie jaar bedragen.

Motivering

Een geldigheidsperiode van drie jaar zorgt voor een betere verantwoording van het certificeringsproces.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 8 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie maakt deze informatie op haar website bekend.

De Commissie maakt deze informatie op haar website bekend, waarbij zij rekening houdt met de gevoeligheid van de informatie en zich houdt aan de toepasselijke wetgeving betreffende de beveiliging van informatie.

Motivering

Als de Commissie informatie bekend maakt op haar website, dan moet zij bedenken dat informatie over gecertificeerde afnemers gevoelig kan zijn.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat afnemers van defensiegerelateerde producten bij het aanvragen van een uitvoervergunning, indien deze producten die in het kader van een overdrachtsvergunning uit een andere lidstaat zijn ontvangen aan uitvoerbeperkingen zijn verbonden, ten overstaan van de bevoegde autoriteiten verklaren dat zij aan de voorwaarden van deze beperkingen hebben voldaan.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat afnemers van defensiegerelateerde producten bij het aanvragen van een uitvoervergunning, indien deze producten die in het kader van een overdrachtsvergunning uit een andere lidstaat zijn ontvangen aan uitvoerbeperkingen zijn verbonden, ten overstaan van de bevoegde autoriteiten verklaren dat zij aan de voorwaarden van deze beperkingen hebben voldaan. De lidstaten zorgen er tevens voor dat de bevoegde autoriteiten nagaan of aan de voorwaarden is voldaan.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer is vereist maar niet is verkregen, raadplegen de lidstaten de lidstaat van oorsprong.

2. Indien toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer is vereist maar niet is verkregen, raadplegen de lidstaten de lidstaat van oorsprong. De Commissie en de andere lidstaten worden van dergelijke raadplegingen in kennis gesteld.

Motivering

De Commissie en de lidstaten moeten in kennis worden gesteld van de beoogde uitvoer waarvoor toestemming is vereist van de lidstaat van oorsprong, de inhoud ervan en de uitkomst van de raadplegingen erover, zodat de gang van zaken transparanter is.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Indien volgens een vergunningverlenende lidstaat een aanzienlijk risico bestaat dat een gecertificeerde onderneming in een andere ontvangende lidstaat niet zal voldoen aan een aan de algemene overdrachtsvergunning verbonden voorwaarde, stelt hij de andere lidstaat hiervan in kennis en verzoekt hij die lidstaat om een beoordeling van de situatie.

1. Indien volgens een vergunningverlenende lidstaat een aanzienlijk risico bestaat dat een gecertificeerde onderneming in een andere ontvangende lidstaat niet zal voldoen aan een aan de algemene overdrachtsvergunning verbonden voorwaarde, stelt hij de andere lidstaat hiervan in kennis en verzoekt hij die lidstaat om een beoordeling van de situatie. Indien een lidstaat die niet de vergunningverlenende lidstaat is van mening is dat niet aan de voorwaarden is voldaan, dan deelt hij dit mee aan de vergunningverlenende lidstaat en de Commissie.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie dient, te beginnen uiterlijk [5 jaar na de inwerkingtredingsdatum van deze richtlijn] op gezette tijden bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de omzetting van de richtlijn en de invloed ervan op de ontwikkeling van de Europese markt voor defensie-uitrusting en de Europese industriële en technologische defensiebasis, in voorkomend geval gecombineerd met een wetsvoorstel.

2. De Commissie dient, te beginnen uiterlijk [48 maanden na de inwerkingtredingsdatum van deze richtlijn] jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de omzetting van de richtlijn en de invloed ervan op de ontwikkeling van de Europese markt voor defensie-uitrusting en de Europese industriële en technologische defensiebasis, met inbegrip van de uitvoering van artikel 10, in voorkomend geval gecombineerd met een wetsvoorstel.

Motivering

Het jaarlijks uitbrengen van verslag aan het EP en de Raad zorgt voor een betere verantwoording van het uitvoeringsproces. Ook wordt zo gezorgd voor synchronisatie met het jaarverslag van de Raad over de uitvoering van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer.

PROCEDURE

Titel

Overdracht van defensiegerelateerde producten

Document- en procedurenummers

COM(2007)0765 – C6-0468/2007 – 2007/0279(COD)

Commissie ten principale

IMCO

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

AFET

15.1.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Angelika Beer

29.1.2008

 

 

Behandeling in de commissie

9.6.2008

16.7.2008

9.9.2008

 

Datum goedkeuring

10.9.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

56

4

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Vittorio Agnoletto, Sir Robert Atkins, Christopher Beazley, Bastiaan Belder, Colm Burke, Marco Cappato, Philip Claeys, Véronique De Keyser, Giorgos Dimitrakopoulos, Michael Gahler, Jas Gawronski, Maciej Marian Giertych, Ana Maria Gomes, Alfred Gomolka, Klaus Hänsch, Jana Hybášková, Anna Ibrisagic, Ioannis Kasoulides, Metin Kazak, Helmut Kuhne, Vytautas Landsbergis, Johannes Lebech, Willy Meyer Pleite, Francisco José Millán Mon, Philippe Morillon, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Baroness Nicholson of Winterbourne, Cem Özdemir, Ioan Mircea Paşcu, Béatrice Patrie, Alojz Peterle, Tobias Pflüger, João de Deus Pinheiro, Samuli Pohjamo, Bernd Posselt, Raül Romeva i Rueda, Libor Rouček, Christian Rovsing, Flaviu Călin Rus, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Jacek Saryusz-Wolski, Marek Siwiec, István Szent-Iványi, Inese Vaidere, Geoffrey Van Orden, Marcello Vernola, Kristian Vigenin, Luis Yañez-Barnuevo García, Josef Zieleniec

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Laima Liucija Andrikienė, Glyn Ford, Kinga Gál, Milan Horáček, Tunne Kelam, Alexander Graf Lambsdorff, Mario Mauro, Nickolay Mladenov, Rihards Pīks, Aloyzas Sakalas, Inger Segelström, Karl von Wogau

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Costas Botopoulos, Antonio Masip Hidalgo, Pierre Pribetich

ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (15.9.2008)

aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap
(COM(2007)0765 – C6‑0468/2007 – 2007/0279(COD))

Rapporteur voor advies: Hannes Swoboda

BEKNOPTE MOTIVERING

De Europese markt van defensieproducten is met een omzet van ongeveer € 70 miljard en ongeveer 770.000 werknemers en een grote verscheidenheid aan producten, een belangrijke industriesector. Maar de huidige versnippering van het regelgevingsklimaat vormt een belangrijke belemmering voor het concurrentievermogen van de defensiegerelateerde industrieën en levert een belangrijk risico op voor de veiligheid van de voorziening met Europese defensieproducten.

Deze marktversnippering is het resultaat van het bestaan van 27 nationale vergunningenstelsels die hun oorsprong hebben in lidstaten die proberen de defensiegerelateerde export onder controle te houden. De nationale systemen vertonen onderling sterke verschillen wat procedure, reikwijdte, bevoegde autoriteiten en voorgeschreven termijnen betreft. Dit levert een grote administratieve last op voor de bedrijven (de totale kosten worden geschat op meer dan € 3 miljard per jaar). Bovendien vormen de lange levertijden en de onzekerheid die samenhangt met de noodzaak individuele vergunningen aan te vragen, een belemmering voor de industriële samenwerking in de defensiesector. Dit is vooral schadelijk voor KMO's die vaak niet als onderaannemers kunnen deelnemen aan grote industriële projecten. Tenslotte heeft de economische efficiëntie te lijden onder het ontbreken van een echte interne markt in deze sector, wat een nadelige uitwerking heeft op het concurrentievermogen van Europese ondernemingen.

Om iets aan deze marktversnippering te doen, de bureaucratie terug te dringen en innovatie en concurrentievermogen te bevorderen, zonder te tornen aan de controle van de lidstaten over hun wezenlijke defensie- en veiligheidsbelangen, heeft de Commissie in december 2007 een totaalpakket van initiatieven voorgelegd ter verbetering van de werking van de defensiemarkt. Deze ontwerprichtlijn maakt deel uit van dit pakket en heeft tot doel een oplossing te vinden voor de bestaande belemmeringen voor de intracommunautaire handel in defensiegerelateerde producten ten einde de industriële samenwerking uit te breiden, de aanvoerketens te optimaliseren en schaalvoordelen te bewerkstelligen. Concreet zou het voorstel ertoe leiden dat de huidige nationale vergunningenvereisten en -stelsels zouden worden vervangen door een gestroomlijnd, geharmoniseerd systeem van algemene of globale vergunningen waarbij individuele vergunningen de uitzondering zouden worden. Het model dat daarbij de voorkeur verdient is dat van algemene vergunningen, waarbij de veiligheidsbedenkingen (met name wat betreft het voorkomen van ongewenste heruitvoer) beperkt blijven, omdat het hierbij gaat om overdrachten naar hetzij EU-regeringen hetzij gecertificeerde ondernemingen. In het laatste geval zou een geharmoniseerde certificeringsprocedure de lidstaten waarborgen moeten bieden betreffende de vraag of erop kan worden vertrouwd dat ondernemingen in een andere lidstaat hun exportbeperkingen respecteren.

De rapporteur verwelkomt dit initiatief. Door toepassing van de beginselen van de interne markt voor defensieproducten zal het concurrentievermogen en de technologische basis van de Europese defensie worden versterkt. Een en ander heeft ook een geopolitieke component: een krachtige en dynamische industriële defensiebasis in Europa is van fundamenteel belang om de autonomie van de Europese Unie te waarborgen. Het terugdringen van onnodige bureaucratie (ter illustratie: in 2006 werden ongeveer 11.500 vergunningen afgegeven, terwijl maar in 10 gevallen verzoeken werden afgewezen) en vereenvoudiging van de voorwaarden en procedures zullen leiden tot een terugdringing van de administratieve lasten en versterking van de gehele sector.

Het is echter van belang om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de defensiemarkt en de noodzaak om het nationale veiligheids- en defensiebeleid te beschermen. Met name de navolgende punten verdienen meer aandacht:

In de eerste plaats is het van belang dat de lidstaten beleidsautonomie behouden met betrekking tot de export van defensieproducten. De rapporteur zou het toejuichen, wanneer de Raad verdere stappen zou zetten in de richting van meer samenwerking tussen de lidstaten, bijvoorbeeld door de gedragscode betreffende wapenuitvoer een meer bindend karakter te geven, zoals onlangs nog eens werd bepleit in een resolutie van het Parlement.[1] Dit is echter nog niet het geval. Lidstaten die een strenger exportbeleid hebben dan andere lidstaten kunnen alleen akkoord gaan met intracommunautaire overdrachten, wanneer hun exportbeperkingen door de exporterende lidstaat worden gerespecteerd. In het voorstel zijn verschillende bepalingen opgenomen die de autonomie van de lidstaten waarborgen: het staat hen vrij vast te stellen welke producten onder de verschillende soorten vergunningen kunnen vallen, en het staat hen vrij de specifieke bepalingen en voorwaarden voor dergelijke vergunningen vast te stellen (met inbegrip van exportbeperkingen).

In de tweede plaats kan het voorgestelde systeem alleen doeltreffend werken, wanneer de controles aan de buitengrenzen van de Gemeenschap worden versterkt. Ondernemingen zouden anders in de verleiding kunnen komen om exportcontroles in hun eigen land te omzeilen door hun producten via verschillende lidstaten over te dragen naar plaatsen waar de controle minder streng is. Voor dit probleem is in het voorstel een oplossing gevonden door extra tijd geven voor het opbouwen van expertise. Bovendien zijn verschillende maatregelen opgenomen om het wederzijdse vertrouwen te versterken, zoals de mogelijkheid om individuele vergunningen af te geven in geval van dubieuze transacties of de overdracht van gevoelige producten, alsmede een "vrijwaringsclausule" voor uitzonderlijke omstandigheden met betrekking tot ernstige risico's voor de nationale veiligheid. Het is echter van belang dat alle lidstaten een doeltreffend handhavingsbeleid invoeren, met inbegrip van sancties.

Ten slotte is de rapporteur van oordeel dat transparantie op dit terrein een zeer belangrijk element is. Intracommunautaire overdrachten en heroverdrachten zouden het moeilijker maken om te controleren waar bepaalde defensiegerelateerde producten uiteindelijk terechtkomen. Het zou derhalve aanbevelenswaardig zijn indien de lidstaten de transparantie vergroten door exportlijsten en/of -vergunningen te publiceren.

AMENDEMENTEN

De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in lidstaten inzake de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap vertonen verschillen die het vrije verkeer van de defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap kunnen belemmeren en de mededinging binnen de interne markt kunnen verstoren.

(3) De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in lidstaten inzake de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap vertonen verschillen die het vrije verkeer van de defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap kunnen belemmeren en de mededinging binnen de interne markt kunnen verstoren, hetgeen een belemmering vormt voor innovatie, industriële samenwerking en het concurrentievermogen van de defensiemarkt in de Europese Unie..

Motivering

Het is belangrijk de nadruk te leggen op de economische nadelen van de huidige situatie.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Ter compensatie van de stapsgewijze vervanging van individuele controle vooraf door algemene controle achteraf in de lidstaat van oorsprong van de defensiegerelateerde producten, moeten er voorwaarden voor wederzijds vertrouwen worden geschapen in de vorm van garanties dat er geen defensiegerelateerde producten in strijd met uitvoerbeperkingen naar derde landen worden uitgevoerd.

(26) Ter compensatie van de stapsgewijze vervanging van individuele controle vooraf door algemene controle achteraf in de lidstaat van oorsprong van de defensiegerelateerde producten, moeten er voorwaarden voor wederzijds vertrouwen worden geschapen in de vorm van garanties dat er geen defensiegerelateerde producten in strijd met uitvoerbeperkingen naar derde landen worden uitgevoerd. Dat beginsel moet ook worden toegepast in gevallen waarin defensiegerelateerde producten via verschillende lidstaten worden overgedragen alvorens naar een derde land te worden geëxporteerd.

Motivering

Gewaarborgd moet worden dat ondernemingen de exportcontrole in hun eigen land niet kunnen "omzeilen" door hun producten via verschillende lidstaten over te dragen alvorens ze naar een plaats buiten de Europese Unie te exporteren.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 34

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(34) De lijst van defensiegerelateerde producten in de bijlage moet worden bijgewerkt overeenkomstig de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

(34) Het is van belang dat de lijst van defensiegerelateerde producten op een flexibele en geharmoniseerde manier wordt aangepast aan ontwikkelingen van producten en markten. De lijst van defensiegerelateerde producten in de bijlage moet te dien einde worden bijgewerkt overeenkomstig de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(35) Voor een geleidelijke opbouw van wederzijds vertrouwen moeten de lidstaten doeltreffende maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn nemen, en met name van de bepalingen dat ondernemingen de gemeenschappelijke certificeringscriteria en beperkingen van verder gebruik van overgedragen defensiegerelateerde producten na een overdracht moeten nakomen.

(35) Voor een geleidelijke opbouw van wederzijds vertrouwen moeten de lidstaten doeltreffende maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn nemen, met inbegrip van sancties, en met name van de bepalingen dat ondernemingen de gemeenschappelijke certificeringscriteria en beperkingen van verder gebruik van overgedragen defensiegerelateerde producten na een overdracht moeten nakomen.

Motivering

Gewaarborgd moet worden dat ondernemingen de exportcontrole in hun eigen land niet kunnen "omzeilen" door hun producten via verschillende lidstaten over te brengen alvorens het naar een plaats buiten de Europese Unie te exporteren, en daarom moeten alle lidstaten doeltreffende sancties invoeren tegen bedrijven die zich niet houden aan de bepalingen van deze richtlijn.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 37 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(37 bis) Het is van belang dat de lidstaten maatregelen invoeren ter waarborging van transparantie met betrekking tot intracommunautaire overdrachten en exporten naar derde landen van defensiegerelateerde producten.

Motivering

Transparantie is op dit terrein een zeer belangrijk element. Intracommunautaire overdrachten en heroverdrachten zouden het moeilijker maken om bij te houden waar bepaalde defensiegerelateerde producten uiteindelijk terechtkomen. Het zou daarom aanbeveling verdienen wanneer de lidstaten de transparantie zouden vergroten door exportlijsten en/of -vergunningen te publiceren.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten verlenen de op hun grondgebied gevestigde leveranciers algemene, globale of individuele overdrachtvergunningen.

2. De lidstaten verlenen de op hun grondgebied gevestigde leveranciers algemene, globale of individuele overdrachtvergunningen, mits wordt voldaan aan de bepalingen en voorwaarden daarvan.

Motivering

Juridische verduidelijking. Het is van belang met nadruk te wijzen op de autonomie van de lidstaten met betrekking tot de vaststelling van bepalingen en voorwaarden voor vergunningen waaraan door de ondernemingen moet worden voldaan.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten verlenen individuele leveranciers op hun verzoek globale overdrachtsvergunningen voor een of meer overdrachten van een of meer defensiegerelateerde producten aan een of meer afnemers in een andere lidstaat.

1. De lidstaten verlenen individuele leveranciers, mits wordt voldaan aan de bepalingen en voorwaarden ervan en op verzoek van de leverancier, globale overdrachtsvergunningen voor een of meer overdrachten van een of meer defensiegerelateerde producten aan een of meer afnemers in een andere lidstaat.

Motivering

Juridische verduidelijking. Het is van belang met nadruk te wijzen op de autonomie van de lidstaten met betrekking tot de vaststelling van bepalingen en voorwaarden voor vergunningen waaraan door de ondernemingen moet worden voldaan.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een globale overdrachtsvergunning is ten minste drie jaar geldig.

Een globale overdrachtsvergunning is ten minste vijf jaar geldig.

Motivering

Om bureaucratie tegen te gaan.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten verlenen individuele leveranciers op hun verzoek slechts een individuele overdrachtsvergunning voor één overdracht van defensiegerelateerde producten aan één afnemer in een van de volgende gevallen:

De lidstaten verlenen individuele leveranciers, mits wordt voldaan aan de bepalingen en voorwaarden ervan en op verzoek van de leverancier, een individuele overdrachtsvergunning voor één overdracht van defensiegerelateerde producten aan één afnemer in slechts een van de volgende gevallen:

Motivering

Juridische verduidelijking. Het is van belang met nadruk te wijzen op de autonomie van de lidstaten met betrekking tot de vaststelling van bepalingen en voorwaarden voor vergunningen waaraan door de ondernemingen moet worden voldaan.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers van defensiegerelateerde producten de afnemers in kennis stellen van de voorwaarden van de overdrachtsvergunning betreffende de uitvoer van defensiegerelateerde producten.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers van defensiegerelateerde producten de afnemers in kennis stellen van de voorwaarden van de overdrachtsvergunning betreffende het eindgebruik, de heroverdracht of de uitvoer van defensiegerelateerde producten.

Motivering

Verzekerd moet worden dat informatie met betrekking tot exportbeperkingen niet alleen naar de eerste afnemer gaat, maar dat deze informatie ook wordt doorgegeven, wanneer producten via verschillende lidstaten worden overgedragen.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers de bevoegde autoriteiten in kennis stellen van hun voornemen om voor het eerst gebruik te maken van een algemene overdrachtsvergunning.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers de bevoegde autoriteiten binnen een redelijke termijn in kennis stellen van hun voornemen om voor het eerst gebruik te maken van een algemene overdrachtsvergunning.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de leveranciers volgens de in de betrokken lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden. Deze overzichten omvatten handelsbescheiden met de volgende informatie:

3. De lidstaten zorgen ervoor dat en controleren op gezette tijden of de leveranciers volgens de in de betrokken lidstaat gebruikelijke methode een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden. Deze overzichten omvatten handelsbescheiden met de volgende informatie:

Motivering

De lidstaten moeten er niet alleen voor zorgen dat de leveranciers in de lidstaten een gedetailleerd overzicht van hun overdrachten bijhouden, maar moeten dat ook regelmatig controleren.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de beschrijving van het defensiegerelateerde product;

(a) de hoeveelheid van het defensiegerelateerde product en de desbetreffende referentie in de CML;

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de hoeveelheid van het defensiegerelateerde product en de data van de overdracht;

(b) de hoeveelheid en de waarde van het defensiegerelateerde product en de data van de overdracht;

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in lid 3 bedoelde overzichten worden bewaard gedurende ten minste drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer heeft plaatsgehad. Zij worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de leverancier gevestigd is, aan hen voorgelegd.

4. De in lid 3 bedoelde overzichten worden bewaard gedurende ten minste zeven jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer heeft plaatsgehad. Zij worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de leverancier gevestigd is, aan hen voorgelegd.

Motivering

De toegang van de autoriteiten van lidstaten tot de overzichten van leveranciers moet worden verlengd van drie tot zeven jaar. Dit zorgt voor meer transparantie en bovendien is er zo meer tijd om te onderzoeken of inbreuk wordt gemaakt op de omgezette nationale wet- of regelgeving.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze alle noodzakelijke maatregelen neemt om te voldoen aan alle specifieke voorwaarden in verband met het eindgebruik en de uitvoer van elk specifiek ontvangen onderdeel of product;

(d) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze alle noodzakelijke maatregelen neemt om te voldoen aan alle specifieke voorwaarden in verband met het eindgebruik, de heroverdracht en de uitvoer van elk specifiek ontvangen onderdeel of product;

Motivering

Verzekerd moet worden dat exportbeperkingen niet alleen worden nageleefd en gehandhaafd in de eerste ontvangende lidstaat, maar dat dit in alle lidstaten het geval is, wanneer producten via verschillende lidstaten worden overgedragen. Informatie moet daarom worden doorgegeven en nageleefd.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze de bevoegde autoriteiten bij verzoeken en onderzoeken met de benodigde zorgvuldigheid gedetailleerde informatie zal geven over de eindgebruikers of het eindgebruik van alle producten die deze onderneming in het kader van een overdrachtvergunning van een andere lidstaat heeft uitgevoerd, overgedragen of ontvangen;

(e) een door het in onder c) bedoelde directielid ondertekende schriftelijke verklaring van de onderneming dat deze de bevoegde autoriteiten bij verzoeken en onderzoeken met de benodigde zorgvuldigheid gedetailleerde informatie zal geven over de eindgebruikers of het eindgebruik van alle producten die deze onderneming in het kader van een algemene overdrachtvergunning van een andere lidstaat heeft uitgevoerd, overgedragen of ontvangen;

Motivering

Juridische verduidelijking. Certificering is alleen van belang in het geval van een algemene overdrachtvergunning.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De onder d) bedoelde geldigheidsperiode van het certificaat mag in geen geval meer dan vijf jaar bedragen.

De onder d) bedoelde geldigheidsperiode van het certificaat mag in geen geval meer dan zeven jaar bedragen.

Motivering

Om bureaucratie tegen te gaan.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer is vereist maar niet is verkregen, raadplegen de lidstaten de lidstaat van oorsprong.

2. Indien toestemming van de lidstaat van oorsprong voor de beoogde uitvoer is vereist maar niet is verkregen, raadplegen de lidstaten de lidstaat van oorsprong. Als een lidstaat na die raadpleging de vereiste toestemming voor de beoogde uitvoer niet verkrijgt van de lidstaat van oorsprong, dan vindt de uitvoer niet plaats en worden de Commissie en de andere lidstaten daarvan op de hoogte gesteld.

Motivering

Heruitvoer naar een derde land mag niet plaatsvinden als de lidstaat van oorsprong hiervoor geen toestemming geeft.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 bis (nieuw) – voor Hoofdstuk IV

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 bis

 

Transparantie

 

De lidstaten kunnen relevante, niet-vertrouwelijke informatie als bepaald in dit hoofdstuk publiceren.

Motivering

Transparantie is op dit terrein een zeer belangrijk element. Intracommunautaire overdrachten en heroverdrachten zouden het moeilijker maken om bij te houden waar bepaalde defensiegerelateerde producten uiteindelijk terechtkomen. Daarom zou het aanbeveling verdienen wanneer de lidstaten de transparantie zouden vergroten door (niet-vertrouwelijke) informatie die van leveranciers wordt ontvangen alsmede informatie over het certificeringsproces en over exportbeperkingen te publiceren. Hierdoor zouden de mogelijkheden voor controle door het parlement en publiek worden vergroot.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De Commissie kan voorstellen indienen tot wijziging van de bijlage ten einde bepaalde producten daarin op te nemen of daaruit te verwijderen.

Motivering

De bijlage moet niet alleen worden aangepast aan productontwikkelingen, maar ook moet een zekere mate van flexibiliteit worden ingebouwd om de lijst van producten zonodig te wijzigen, bijvoorbeeld om daaraan immateriële producten toe te voegen die nauw samenhangen met bepaalde defensieproducten, zoals data of software.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 15 bis

 

Tenuitvoerlegging

 

1. De lidstaten stellen sancties vast voor inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn.

 

2. Die maatregelen zijn doeltreffend en evenredig en hebben een ontmoedigende werking.

 

3. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van die maatregelen.

Motivering

Gewaarborgd moet worden dat ondernemingen de exportcontrole in hun eigen land niet kunnen "omzeilen" door hun producten via verschillende lidstaten over te dragen alvorens ze naar een plaats buiten de Europese Unie te exporteren, en daarom moeten alle lidstaten doeltreffende sancties invoeren tegen bedrijven die zich niet houden aan de bepalingen van deze richtlijn.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie dient, te beginnen uiterlijk [vijf jaar na de inwerkingtredingsdatum van deze richtlijn] op gezette tijden bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de omzetting van de richtlijn en de invloed ervan op de ontwikkeling van de Europese markt voor defensie-uitrusting en de Europese industriële en technologische defensiebasis, in voorkomend geval gecombineerd met een wetsvoorstel.

2. De Commissie dient, te beginnen uiterlijk [drie jaar na de inwerkingtredingsdatum van deze richtlijn] op gezette tijden bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de omzetting van de richtlijn en de invloed ervan op de ontwikkeling van de Europese markt voor defensie-uitrusting en de Europese industriële en technologische defensiebasis, in voorkomend geval gecombineerd met een wetsvoorstel.

Motivering

Snellere toetsing van de wetgeving.

PROCEDURE

Titel

Overdracht van defensiegerelateerde producten

Document- en procedurenummers

COM(2007)0765 – C6-0468/2007 – 2007/0279(COD)

Commissie ten principale

IMCO

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

ITRE

15.1.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Hannes Swoboda

27.2.2008

 

 

Behandeling in de commissie

28.5.2008

 

 

 

Datum goedkeuring

11.9.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Březina, Jerzy Buzek, Dragoş Florin David, Pilar del Castillo Vera, Den Dover, Nicole Fontaine, András Gyürk, Romana Jordan Cizelj, Anne Laperrouze, Eluned Morgan, Reino Paasilinna, Francisca Pleguezuelos Aguilar, Vladimír Remek, Teresa Riera Madurell, Mechtild Rothe, Paul Rübig, Catherine Trautmann, Claude Turmes, Alejo Vidal-Quadras

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Christian Ehler, Juan Fraile Cantón, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Vittorio Prodi

  • [1]  Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2008 over de Gedragscode van de EU betreffende wapenuitvoer - het uitblijven van een gemeenschappelijk standpunt van de Raad om de gedragscode te veranderen in een juridisch bindend instrument .

PROCEDURE

Titel

Overdracht van defensiegerelateerde producten

Document- en procedurenummers

COM(2007)0765 – C6-0468/2007 – 2007/0279(COD)

Datum indiening bij EP

5.12.2007

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

IMCO

15.1.2008

Medeadviserende commissie(s)

Datum bekendmaking

AFET

15.1.2008

ITRE

15.1.2008

 

 

Rapporteur(s)

Datum benoeming

Heide Rühle

2.4.2008

 

 

Behandeling in de commissie

6.5.2008

28.5.2008

2.6.2008

7.7.2008

 

9.9.2008

6.10.2008

 

 

Datum goedkeuring

7.10.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

37

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Cristian Silviu Buşoi, Charlotte Cederschiöld, Gabriela Creţu, Mia De Vits, Janelly Fourtou, Evelyne Gebhardt, Martí Grau i Segú, Małgorzata Handzlik, Christopher Heaton-Harris, Anna Hedh, Iliana Malinova Iotova, Pierre Jonckheer, Alexander Graf Lambsdorff, Kurt Lechner, Toine Manders, Catiuscia Marini, Arlene McCarthy, Nickolay Mladenov, Catherine Neris, Zita Pleštinská, Karin Riis-Jørgensen, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Leopold Józef Rutowicz, Salvador Domingo Sanz Palacio, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Marianne Thyssen, Jacques Toubon, Barbara Weiler, Marian Zlotea

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Emmanouil Angelakas, Wolfgang Bulfon, Colm Burke, Giovanna Corda, Jan Cremers, Manuel Medina Ortega, José Ribeiro e Castro, Gary Titley, Diana Wallis, Stefano Zappalà