VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van de Richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG en 2006/12/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006
16.10.2008 - (COM(2008)0018 – C6‑0040/2008 – 2008/0015(COD)) - ***I
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Chris Davies
Rapporteur voor advies(*):
Françoise Grossetête, Commissie industrie, onderzoek en energie
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies - Artikel 47 van het Reglement
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van de Richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG en 2006/12/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006
(COM(2008)0018 – C6‑0040/2008 – 2008/0015(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0018),
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0040/2008),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6‑0414/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(3) In de mededeling van de Commissie van 10 januari 2007 "De wereldwijde klimaatverandering beperken tot 2 graden Celsius - Het beleid tot 2020 en daarna" wordt beklemtoond dat in de context van een geplande wereldwijde vermindering van de broeikasgasemissies met 50% tegen 2050 een vermindering met 30% in de ontwikkelde wereld tegen 2020 vereist is, wat moet oplopen tot 60-80% in 2050, dat deze vermindering in technologisch opzicht haalbaar is en dat de baten veel groter zijn dan de kosten, maar dat, om dit te bereiken, alle matigingsopties open moeten blijven. |
Schrappen | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Daar de klimaatsituatie ernstiger is dan werd aangenomen, en we de gevolgen moeten aanvaarden van dit nieuwe wetenschappelijke inzicht en onze doelen voor het afremmen van de klimaatverandering hoger moeten stellen, zij in dit verband verwezen naar de door de heer Wijkman voorgestelde wijziging in 3 bis (nieuw). Tot voor kort was de wetenschap het erover eens dat de veiligheidszone om de ernstigste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen lag bij 450 ppm, terwijl thans uit nieuwe bevindingen blijkt dat het kritieke peil reeds begint vanaf 350 ppm. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(3 bis) Uit recente wetenschappelijke bevindingen blijkt dat de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer moet worden teruggebracht tot minder dan 350 deeltjes per miljoen. Uiteindelijk moet de EU ernaar streven de uitworp van broeikasgassen uit fossiele brandstoffen in de Europese Unie tegen uiterlijk 1 januari 2050 geleidelijk te elimineren, hetgeen inhoudt dat de uitworp tegen 2035 met 60% en tegen 2050 met 80 à 90% moet worden verlaagd. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Daar de klimaatsituatie ernstiger is dan werd aangenomen, is op het onlangs in Tällberg (Zweden) gehouden forum waaraan werd deelgenomen door wetenschappers van de NASA en het Milieu-instituut van Stockholm voorgesteld het CO2-gehalte in de atmosfeer terug te dringen tot minder dan 350 ppm (deeltjes per miljoen), ten einde rampzalige gevolgen te voorkomen. Tot voor kort was de wetenschap het erover eens dat de veilige zone om de ernstigste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen lag bij 450 ppm, terwijl thans uit nieuwe bevindingen blijkt dat het kritieke peil reeds begint vanaf 350 ppm. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(4) Koolstofafvang en -opslag (Carbon Capture and Storage - CCS) is één van de middelen om de klimaatverandering te matigen. De techniek bestaat erin dat de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2) wordt opgevangen, wordt getransporteerd naar een opslaglocatie en daar ten slotte wordt geïnjecteerd in een geschikte geologische formatie met het oog op opslag voor onbeperkte duur. |
(4) Koolstofafvang en -opslag (Carbon Capture and Storage - CCS) is één van de middelen om de klimaatverandering te matigen. De techniek bestaat erin dat de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2) wordt opgevangen, wordt getransporteerd naar een opslaglocatie en daar ten slotte wordt geïnjecteerd in een geschikte ondergrondse geologische formatie met het oog op opslag voor onbeperkte duur. Om te voorkomen dat de verwachte voordelen van de CCS-technologie in de vorm van minder uitstoot van CO2 weer teniet worden gedaan, moet er speciaal op worden gelet dat deze technologie niet wordt gebruikt als aanmoediging voor uitbreiding van het aantal energiecentrales die op conventionele brandstoffen werken. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Koolstofafvang en -opslag (Carbon Capture and Storage - CCS) is niet het enige middel om de klimaatverandering te temperen. | ||||||||||||||||||||||||||||
In artikel 3 van het document wordt erop gewezen dat de geologische opslag van koolstofdioxide een proces is dat plaatsvindt in ondergrondse rotsformaties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(4 bis) Uit de prognoses die in het kader van de effectbeoordeling met betrekking tot de voorgestelde richtlijn zijn gemaakt, blijkt dat, mits CCS wordt ondersteund door de EU-regeling voor de handel in emissierechten, en uitgaande van een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 20% in 2020, er in 2020 wellicht zeven miljoen ton CO2 kan worden opgeslagen, wat kan oplopen tot 160 miljoen ton in 2030. De op die manier vermeden CO2-emissies zullen al in 2030 goed zijn voor ongeveer 15% van de in Europa vereiste uitstootvermindering. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 5 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(5 bis) Afvangen en vastlegging van koolstofdioxide is slechts één van maatregelen die worden ontwikkeld ter bestrijding van de klimaatverandering, naast toepassing van duurzame vormen van energie en meer energiebesparing en een doelmatiger energiegebruik. De lidstaten moeten het treffen van financierings- en andere steunmaatregelen met betrekking tot energiebesparingsbeleid en milieuvriendelijke duurzame vormen van energie dan ook niet beperken. In dit verband mag de ontwikkeling van het afvangen en vastleggen van kooldioxide onder geen enkel beding tot gevolg hebben dat deze acties op het gebied van onderzoek en in financieel opzicht worden beperkt. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Op 10 januari 2008 heeft de Commissie het Parlement ervan op de hoogte gesteld dat op 23 januari 2008 voorstellen voor richtlijnen zouden worden goedgekeurd inzake maatregelen ter bestrijding van de klimaatverandering, met inbegrip van het afvangen en vastleggen van kooldioxide . Bij deze gelegenheid heeft de Commissie erop gewezen dat alle maatregelen voor energiebesparing en doelmatig energiegebruik moesten worden uitgevoerd die een duurzame ontwikkeling van de EU-economie steunen, met name door te investeren in duurzame energiebronnen en terugdringing van de CO2-uitstoot. Afvangen en vastleggen van kooldioxide is een van deze instrumenten, maar niet het enige. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(7) Ook op de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 werden de lidstaten en de Commissie ertoe aangespoord om te werken aan een versterking van onderzoek en ontwikkeling op dit gebied en aan de uitwerking van het vereiste technische, economische en regelgevingskader teneinde de bestaande wettelijke belemmeringen voor CCS weg te werken en een milieuvriendelijke CCS wordt ingezet in nieuwe elektriciteitscentrales op basis van fossiele brandstoffen, zo mogelijk vanaf 2020. |
(7) Ook op de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 werden de lidstaten en de Commissie ertoe aangespoord om te werken aan een versterking van onderzoek en ontwikkeling op dit gebied en aan de uitwerking van het vereiste technische, economische en regelgevingskader teneinde de bestaande wettelijke belemmeringen voor CCS weg te werken en de ontwikkeling van infrastructuurfaciliteiten te bevorderen, zodat een milieuvriendelijke CCS wordt ingezet in nieuwe elektriciteitscentrales op basis van fossiele brandstoffen, zo mogelijk vanaf 2020. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
In de oorspronkelijke tekst werd de nadruk gelegd op het opzetten van een regelgevingskader om bestaande juridische belemmeringen weg te nemen. Het heeft geen zin een technisch en economisch kader op te zetten zonder infrastructuurfaciliteiten te ontwikkelen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 7 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(7 bis) Voor iedere component – zowel voor de afvang als voor het vervoer en de opslag van CO2 – zijn demonstratieprojecten uitgevoerd op een kleinere schaal dan vereist is voor de industriële toepassing ervan. Deze moeten echter nog worden geïntegreerd in het complete CCS-proces, en de technologische kosten daarvan moeten worden teruggedrongen. De grootste CO2-opslagprojecten waarbij EU- ondernemingen zijn betrokken, zijn het Sleipner-project in de Noordzee (Statoil) en het In Salah-project in Algerije (Statoil, BP en Sonatrach). De grootschalige proefprojecten die momenteel lopen zijn het Schwarze Pumpe-project in Duitsland (Vattenfall), het CCS-project in het Lacq-bekken in Frankrijk (Total), en het El Bierzo-project in Spanje (CIUDEN). | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 7 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(7 ter) Er moet zo snel mogelijk werk worden gemaakt van de EU-initiatieven inzake CCS-demonstratie binnen een geïntegreerd beleidskader, met inbegrip van doelgerichte inspanningen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O) door middel van proefprojecten en bewustmakings- en sensibiliseringsmaatregelen ten behoeve van het publiek. Indien de Europese Unie erin slaagt haar mondiale voortrekkersrol bij de ontwikkeling van CCS-technologieën te behouden, zullen EU-ondernemingen, mede gezien de snelle marktontwikkeling van deze technologieën, kunnen profiteren van nieuwe afzetmogelijkheden in derde landen zoals China of India. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 13 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(13 bis) Naast een rechtskader voor opslaglocaties is er, om de toepassing van CCS-technologieën zo snel mogelijk tot een succes te laten uitgroeien, behoefte aan prikkels voor de verdere ontwikkeling van de technologie, aan steun voor de bouw van demonstratiefabrieken, en aan een door de lidstaten te creëren juridisch kader voor de benodigde transportfaciliteiten. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Ter verduidelijking van de behoefte aan aanvullende rechtsbesluiten voor de verlening van financiële steun voor CCS-technologieën en demonstratieprojecten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 14 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(14) Deze richtlijn moet gelden voor de geologische opslag van CO2 binnen het grondgebied van de lidstaten, hun exclusieve economische zones en hun continentaal plat. De richtlijn mag niet gelden voor onderzoeksprojecten. Zij moet echter van toepassing zijn op demonstratieprojecten met een totale geplande opslagcapaciteit van 100 kiloton of meer. Deze drempel lijkt ook passend voor andere relevante communautaire wetgeving. De opslag van CO2 in geologische formaties die vallen buiten het territoriale bereik van deze richtlijn en de opslag van CO2 in de waterkolom mogen niet toegestaan zijn. |
(14) Deze richtlijn moet gelden voor de geologische opslag van CO2 binnen het grondgebied van de lidstaten, hun exclusieve economische zones en hun continentaal plat. De richtlijn mag niet gelden voor onderzoeksprojecten. Zij moet echter van toepassing zijn op demonstratieprojecten. De opslag van CO2 in geologische formaties die vallen buiten het territoriale bereik van deze richtlijn en de opslag van CO2 in de waterkolom mogen niet toegestaan zijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De drempel voor demonstratieprojecten buiten de richtlijn om is veel te laag en zou tal van demonstratieprojecten onmogelijk maken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 14 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(14 bis) Verbeterde koolwaterstofwinning (herwinning van meer koolwaterstof dan op natuurlijke wijze door vloeistofinjectie of andere manieren wordt geproduceerd) dient van de werkingssfeer van de richtlijn te worden uitgesloten. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Verbeterde herwinning van koolwaterstoffen vindt reeds plaats en vormt een economisch rendabele activiteit. Bovendien levert verbeterde herwinning van koolwaterstoffen geen netto vermindering van de uitstoot op. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 15 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(15) De lidstaten moeten het recht behouden om de gebieden op hun grondgebied te bepalen waarbinnen opslaglocaties mogen worden geselecteerd. De selectie van geschikte opslaglocaties is cruciaal om te waarborgen dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte tijd ingesloten blijft. Een site mag daarom uitsluitend als opslaglocatie worden geselecteerd als er geen belangrijk lekkagerisico bestaat en, in ieder geval, als er naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke risico's optreden voor het milieu en de volksgezondheid. Potentiële opslagcomplexen moeten daarom worden gekarakteriseerd en geëvalueerd overeenkomstig specifieke eisen. |
(15) Als wordt besloten of een geologische formatie moet worden gebruikt als opslaglocatie, wordt niet alleen rekening gehouden met de milieu- en veiligheidsnormen overeenkomstig deze richtlijn, maar eveneens met andere wezenlijke belangen van de lidstaten, met name economische en financiële belangen in verband met de bescherming van koolwaterstofreserves, het belang van een lidstaat bij een hoge mate van zelfvoorziening met koolwaterstoffen en de belangen van een lidstaat als eigenaar van koolwaterstofreserves. Deze wezenlijke belangen vallen buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn. De lidstaten moeten het recht behouden om de gebieden op hun grondgebied te bepalen waarbinnen opslaglocaties mogen worden geselecteerd. Dit omvat het recht van lidstaten geen opslag toe te staan op hun grondgebied of delen daarvan. De selectie van geschikte opslaglocaties is cruciaal om te waarborgen dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte tijd ingesloten blijft. De lidstaten moeten derhalve in staat worden gesteld om bij de selectie van opslaglocaties op een zo objectief en doelmatig mogelijke wijze rekening te houden met de geologische eigenschappen daarvan, zoals bijvoorbeeld aardbevingsgevoeligheid. Een site mag uitsluitend als opslaglocatie worden geselecteerd als er onder de voorgestelde exploitatievoorwaarden geen lekkagerisico wordt verwacht dat negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de volksgezondheid of het milieu. Potentiële opslagcomplexen moeten daarom worden gekarakteriseerd en geëvalueerd overeenkomstig specifieke eisen. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
In het voorstel wordt uitsluitend in verband met de keuze van opslaglocaties verwezen naar gevaren voor milieu en gezondheid. In de lidstaten is er waarschijnlijk eveneens sprake van andere (met name economische en financiële) wezenlijke belangen in verband met de keuze van koolwaterstofreserves. Duidelijk moet worden gesteld dat deze belangen niet onder de richtlijn vallen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Deze zin moet in de tekst worden opgenomen om de rechten van de lidstaten te verduidelijken. Het gebruik van het woord "belangrijk" kan twijfel doen rijzen. Het zou volstrekt onaanvaardbaar zijn indien er een commerciële opslagvergunning wordt verleend terwijl ervan wordt uitgegaan dat er een lek kan optreden (of dat die kans bestaat), met alle mogelijke gevolgen van dien voor de volksgezondheid of het milieu. | ||||||||||||||||||||||||||||
De lidstaten moeten opslaglocaties mogen kiezen omdat zij het best op de hoogte zijn van specifieke lokale geologische kenmerken en op basis van deze kennis het best in staat zijn te beslissen of de noodzakelijke investeringen kunnen worden gedaan. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 15 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(15 bis) De lidstaten moeten een realistische beoordeling opstellen van de opslagcapaciteit die op hun grondgebeid beschikbaar is en deze beoordelingen vóór 2012 aan de Commissie doen toekomen. Deze gegevens moeten openbaar worden gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Tot dusverre weten we niet werkelijk hoeveel opslagcapaciteit er in Europa beschikbaar is. Er bestaan verschillende ramingen, maar die zijn niet echt nauwkeurig. Het is echter van belang duidelijk te bepalen hoeveel CO2 we werkelijk kunnen opslaan. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 16 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(16) De lidstaten moeten bepalen in welke gevallen er exploratie vereist is om de gegevens die nodig zijn voor de locatieselectie te verzamelen. Een dergelijke exploratie moet aan een vergunningverplichting onderworpen zijn. De lidstaten moeten erover waken dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte criteria. Teneinde exploratie-investeringen aan te moedigen en te beschermen, moeten exploratievergunningen worden uitgereikt voor een gebied met beperkt volume en voor een beperkte tijd, tijd waarbinnen de houder van de vergunning over het exclusieve recht beschikt om het potentiële CO2-opslagcomplex te exploreren. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat gedurende deze periode geen conflicterend gebruik van het complex is toegestaan. |
(16) De lidstaten moeten bepalen in welke gevallen er exploratie vereist is om de gegevens die nodig zijn voor de locatieselectie te verzamelen. Een dergelijke exploratie moet aan een vergunningverplichting onderworpen zijn. De lidstaten moeten erover waken dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve, bekendgemaakte en niet -discriminerende criteria. Teneinde exploratie-investeringen aan te moedigen en te beschermen, moeten exploratievergunningen worden uitgereikt voor een gebied met beperkt volume en voor een periode van maximaal drie jaar, die – voor zover zulks noodzakelijk is om de activiteiten waarvoor de exploratievergunning is verleend te kunnen voortzetten – met verdere periodes van maximaal drie jaar kan worden verlengd, gedurende welke tijd de houder van de vergunning over het exclusieve recht beschikt om het potentiële CO2-opslagcomplex te exploreren. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat gedurende deze periode geen conflicterend gebruik van het complex is toegestaan. Worden er geen werkzaamheden verricht, dan dienen de lidstaten erop toe te zien dat de exploratievergunning wordt ingetrokken en aan andere entiteiten kan worden verleend. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 17 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(17) Opslaglocaties mogen niet worden geëxploiteerd zonder een opslagvergunning. De opslagvergunning moet het belangrijkste instrument zijn om te waarborgen dat aan de wezenlijke eisen van deze richtlijn wordt voldaan en dat de geologische opslag derhalve op een voor het milieu veilige wijze plaatsvindt. |
(17) Opslaglocaties mogen niet worden geëxploiteerd zonder een opslagvergunning. De opslagvergunning moet het belangrijkste instrument zijn om te waarborgen dat aan de wezenlijke eisen van deze richtlijn wordt voldaan en dat de geologische opslag derhalve op een voor het milieu veilige wijze plaatsvindt. De exploitant die in het algemeen aanzienlijke investeringen heeft gedaan, dient bij de verlening van de opslagvergunning voorrang te genieten boven mededingers. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zorgt voor prikkels voor de uitvoering van exploratiewerkzaamheden. | ||||||||||||||||||||||||||||
Biedt meer duidelijkheid en maakt het onmogelijk dat een opslaglocatie in bedrijf is zonder opslagvergunning. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Overweging 18 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(18) Alle ontwerpopslagvergunningen moeten worden ingediend bij de Commissie zodat die binnen een tijdsbestek van zes maanden advies kan uitbrengen over die ontwerp-vergunningen. Bij hun besluitvorming over het al dan niet verlenen van een vergunning moeten de nationale autoriteiten rekening houden met het Commissieadvies en wanneer zij daarvan afwijken moeten zij hun besluit motiveren. Evaluatie op communautair niveau moet bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap en moet zo het vertrouwen van het publiek in CCS versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. |
(18) De lidstaten moeten ontwerpopslagvergunningen indienen bij de Commissie, die daarover binnen een tijdsbestek van drie maanden een raadgevend advies moet uitbrengen. Bij hun besluitvorming over het al dan niet verlenen van een vergunning moeten de nationale autoriteiten rekening houden met het Commissieadvies en wanneer zij daarvan afwijken moeten zij hun besluit motiveren. Evaluatie op communautair niveau moet bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap en moet zo het vertrouwen van het publiek in CCS versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Overweging 19 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(19) De bevoegde autoriteit moet de opslagvergunning opnieuw evalueren en waar nodig bij de tijd brengen of intrekken wanneer zij in kennis wordt gesteld van belangrijke onregelmatigheden of lekkages, wanneer uit de door de exploitant ingediende verslagen of de uitgevoerde milieu-inspecties blijkt dat de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd of wanneer zij op de hoogte wordt gebracht van andere inbreuken van de exploitant op de vergunningsvoorwaarden. Na intrekking van een vergunning moet de bevoegde autoriteit hetzij een nieuwe vergunning uitreiken, hetzij de opslaglocatie afsluiten. Ondertussen moet de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie overnemen, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Voor zover mogelijk recupereert de bevoegde autoriteit alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. |
(19) De bevoegde autoriteit moet de opslagvergunning opnieuw evalueren en waar nodig bij de tijd brengen of intrekken wanneer zij in kennis wordt gesteld van onregelmatigheden of lekkages die ongunstige gevolgen zouden kunnen hebben voor de volksgezondheid of het milieu, wanneer uit de door de exploitant ingediende verslagen of de uitgevoerde milieu-inspecties blijkt dat de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd of wanneer zij op de hoogte wordt gebracht van andere inbreuken van de exploitant op de vergunningsvoorwaarden. Na intrekking van een vergunning moet de bevoegde autoriteit hetzij een nieuwe vergunning uitreiken, hetzij de opslaglocatie afsluiten. Ondertussen moet de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie overnemen, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. De bevoegde autoriteit recupereert alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het gebruik van het woord "belangrijk" kan twijfel doen rijzen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Voor zover mogelijk recupereert de bevoegde autoriteit alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. De voorwaarden voor deze terugvordering worden uiteraard bepaald aan de hand van het nationale recht. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 21 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(21) Monitoring is essentieel om na te gaan of geïnjecteerd CO2 zich gedraagt zoals verwacht, of er geen migratie of lekkage optreedt en of een bepaald waargenomen lekkage-incident eventueel schadelijk kan zijn voor het milieu en de volksgezondheid. De lidstaten moeten er derhalve over waken dat de exploitant tijdens de exploitatiefase het opslagcomplex en de injectiefaciliteiten monitort op basis van een monitoringplan dat is uitgewerkt overeenkomstig specifieke monitoringeisen. Dit plan moet worden ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. |
(21) Monitoring is essentieel om na te gaan of geïnjecteerd CO2 zich gedraagt zoals verwacht, of er geen migratie of lekkage optreedt en of een bepaald waargenomen lekkage-incident eventueel schadelijk kan zijn voor het milieu en enigerlei vorm van leven. De lidstaten moeten er door middel van controle en validering derhalve over waken dat de exploitant tijdens de exploitatiefase het opslagcomplex en de injectiefaciliteiten monitort op basis van een monitoringplan dat is uitgewerkt overeenkomstig specifieke monitoringeisen. Dit plan moet worden ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. Bij geologische opslag onder de zeebodem dient het toezicht in het bijzonder te zijn aangepast aan de onzekerheid en de operationele moeilijkheden die aan de beheersing van de technologie voor het afvangen en vastleggen van kooldioxide in het mariene milieu verbonden zijn. De specifieke eisen van het monitoringplan moeten in overeenstemming zijn met de eisen in Richtlijn 2003/87/EG. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De lidstaten moeten de kwaliteit van de door de exploitant uitgevoerde controle sturen. Voorts moeten alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de opslag van CO2 schade toebrengt aan het mariene milieu. | ||||||||||||||||||||||||||||
Om te voorkomen dat eventuele lekkages mogelijk gevolgen hebben voor de gezondheid, niet alleen van mensen maar eveneens voor een verscheidenheid van elementen van ecosystemen, dient de controle de gevolgen voor alle vormen van leven te omvatten. Het is bij voorbeeld belangrijk eveneens de gevolgen voor plaatselijke mariene systemen in het oog te houden, daar negatieve gevolgen rechtstreekse gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van deze ecosystemen en niet-rechtstreekse gevolgen voor mensen. Het is daarom van wezenlijk belang alle vormen van leven te bezien. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Overweging 26 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(26) De verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen, moet worden overgedragen aan de bevoegde autoriteit indien en wanneer alle beschikbare informatie aantoont dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte duur zal ingesloten blijven. In dat verband moet de exploitant een verslag opstellen waarin wordt gedocumenteerd dat aan dit criterium is voldaan, dat hij bij de bevoegde autoriteit ter goedkeuring van de overdracht indient. Alle ontwerp-besluiten ter goedkeuring van een overdracht moeten bij de Commissie worden ingediend zodat die binnen een tijdsbestek van zes maanden advies kan uitbrengen over bedoelde ontwerp-goedkeuringsbesluiten. Bij hun besluitvorming over het toestaan van een overdracht moeten de nationale autoriteiten rekening houden met het Commissieadvies en wanneer zij daarvan afwijken moeten zij hun besluit motiveren. Zoals bij de evaluatie van de ontwerp-opslagvergunningen op communautair niveau, moet de communautaire evaluatie van ontwerp-goedkeuringsbesluiten bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap teneinde zo het vertrouwen van het publiek in CCS te versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. |
(26) De verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen, moet worden overgedragen aan de bevoegde autoriteit indien en wanneer alle beschikbare informatie aantoont dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte duur zal ingesloten blijven en dat aan alle in de opslagvergunning opgenomen eisen is voldaan. In dat verband moet de exploitant een verslag opstellen waarin wordt gedocumenteerd dat aan dit criterium is voldaan, dat hij bij de bevoegde autoriteit ter goedkeuring van de overdracht indient. Alle ontwerp-besluiten ter goedkeuring van een overdracht moeten worden ingediend bij de Commissie, die binnen een tijdsbestek van drie maanden nadat zij deze heeft ontvangen, een raadgevend advies over de desbetreffende ontwerpbesluiten dient uit te brengen. Bij hun besluitvorming over het toestaan van een overdracht moeten de nationale autoriteiten rekening houden met dit Commissieadvies en wanneer zij daarvan afwijken moeten zij hun besluit motiveren. Zoals bij de evaluatie van de ontwerp-opslagvergunningen op communautair niveau, moet de communautaire evaluatie van ontwerp-goedkeuringsbesluiten bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap teneinde zo het vertrouwen van het publiek in CCS te versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Overweging 27 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(27) Na de overdracht van de verantwoordelijkheid mag er een einde komen aan de monitoring, maar die moet opnieuw worden opgestart wanneer er lekken of belangrijke onregelmatigheden worden waargenomen. Na de overdracht van de verantwoordelijkheid worden eventuele door de bevoegde autoriteit gemaakte kosten niet langer verhaald op de voormalige exploitant. |
(27) Na de overdracht van de verantwoordelijkheid mag er een einde komen aan de regelmatige inspecties en kan de monitoring worden beperkt tot een minimumniveau dat noodzakelijk is voor de opsporing van lekkages of belangrijke onregelmatigheden. Wanneer er lekkages of belangrijke onregelmatigheden worden vastgesteld, neemt de bevoegde autoriteit de nodige corrigerende maatregelen. Na de overdracht van de verantwoordelijkheid worden eventuele door de bevoegde autoriteit gemaakte kosten niet langer verhaald op de voormalige exploitant. Wanneer de afsluiting van de opslaglocatie en/of de overdracht van de verantwoordelijkheid berustte op onjuiste of foutieve informatie van de zijde van de exploitant, blijft de exploitant aansprakelijk voor de kosten van corrigerende maatregelen en eventuele schade aan de volksgezondheid of het milieu. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Overweging 28 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(28) Er moet worden voorzien in financiële regelingen teneinde het vertrouwen te vergroten dat kan worden voldaan aan de verplichtingen bij afsluiting en in de periode na afsluiting, de verplichtingen krachtens Richtlijn 2003/87/EG en de verplichtingen in het kader van deze richtlijn om corrigerende maatregelen te treffen in het geval van belangrijke onregelmatigheden of lekkage. De lidstaten moeten erop toezien dat de aanvrager van een vergunning een financiële regeling, in de vorm van een financiële zekerheid of een gelijkwaardig instrument, heeft getroffen alvorens hij de vergunningsaanvraag indient. |
(28) Er moet worden voorzien in financiële regelingen teneinde het vertrouwen te vergroten dat kan worden voldaan aan de verplichtingen bij afsluiting en in de periode na afsluiting, de verplichtingen krachtens Richtlijn 2003/87/EG en de verplichtingen in het kader van deze richtlijn om corrigerende maatregelen te treffen in het geval van belangrijke onregelmatigheden of lekkage. De lidstaten moeten erop toezien dat de aanvrager van een vergunning een financiële regeling, in de vorm van een financiële zekerheid of een gelijkwaardig instrument, heeft getroffen alvorens er een vergunning wordt verstrekt. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 29 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(29) Toegang tot de CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties kan een voorwaarde worden voor toegang tot of concurrerende functionering binnen de interne elektriciteits- en warmtemarkt, afhankelijk van de relatieve prijs van steenkool en CCS. Het is daarom passend om regelingen voor potentiële gebruikers te treffen om dergelijke toegang te verkrijgen. Dit moet gebeuren op een door elke lidstaat te bepalen manier, waarbij aan de doelstellingen van billijke en open toegang wordt voldaan en waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de transport- en opslagcapaciteit die beschikbaar is of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld, alsmede met het aandeel van CO2-afvang en geologische opslag in de CO2-reductieverplichtingen overeenkomstig internationale wettelijke instrumenten en de communautaire wetgeving. De lidstaten moeten ook geschillenbeslechtingsmechanismen vaststellen om geschillen met betrekking tot de toegang tot CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties op een snelle manier te kunnen regelen. |
(29) Transparante en niet-discriminerende toegang tot de CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties moet, ongeacht de geografische positie van mogelijke gebruikers binnen de Europese Unie een voorwaarde zijn voor toegang tot of concurrerende functionering binnen de interne elektriciteits- en warmtemarkt, afhankelijk van de relatieve prijs van koolstof en CCS. Het is daarom passend om op niet-discriminatoire grondslag regelingen voor potentiële gebruikers te treffen om dergelijke toegang te verkrijgen. Dit moet gebeuren op een door elke lidstaat in overleg met de Commissie te bepalen manier, waarbij aan de doelstellingen van billijke en open toegang wordt voldaan en waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de transport- en opslagcapaciteit die beschikbaar is of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld, en met de vraag naar grensoverschrijdende stromen van CO2-vervoer. De gereguleerde toegang tot de transportinfrastructuur moet worden opgevat als een goede optie voor de operatoren tijdens de eerste jaren van de commerciële ontwikkeling van CCS. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het is van belang ervoor te zorgen dat exploitanten in lidstaten zoals Griekenland geen buitensporig nadeel ondervinden van hun geografische positie of hun mogelijke beperkingen met betrekking tot de ontwikkeling van opslaglocaties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Objectieve en bekendgemaakte normen zijn niet voldoende om niet-discriminatie te waarborgen, hoewel dit op de interne markt als belangrijk criterium gewaarborgd dient te zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 30 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(30) Er zijn bepalingen vereist om te waarborgen dat in het geval van grensoverschrijdend CO2-transport, grensoverschrijdende opslaglocaties of grensoverschrijdende opslagcomplexen, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten gezamenlijk voldoen aan de eisen van deze richtlijn en van de overige communautaire wetgeving. |
(30) Er zijn bepalingen vereist om te waarborgen dat in het geval van grensoverschrijdend CO2-transport, grensoverschrijdende opslaglocaties of grensoverschrijdende opslagcomplexen, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten gezamenlijk voldoen aan de eisen van deze richtlijn en van de overige communautaire wetgeving, alsook van alle internationale overeenkomsten waarbij de lidstaten en/of de Gemeenschap partij zijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Bij grensoverschrijdende transporten en opslaglocaties dienen alle lidstaten en het nationale publiek daadwerkelijk bij de besluitvorming te worden betrokken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Overweging 31 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(31) De bevoegde autoriteit moet een register aanleggen en bij de tijd houden van alle afgesloten opslaglocaties en de omliggende opslagcomplexen, inclusief kaarten van hun ruimtelijke omvang, waarmee door de bevoegde nationale autoriteiten rekening moet worden gehouden bij hun relevante plannings- en vergunningsprocedures. Dit register moet ook ter kennis worden gebracht van de Commissie. |
(31) De bevoegde autoriteit moet een register aanleggen en bij de tijd houden van alle nog in gebruik zijnde en afgesloten opslaglocaties en de omliggende opslagcomplexen, inclusief kaarten van hun ruimtelijke omvang, waarmee door de bevoegde nationale autoriteiten rekening moet worden gehouden bij hun relevante plannings- en vergunningsprocedures. Dit register moet ook ter kennis worden gebracht van de Commissie. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Opslaglocaties kunnen voor zeer lange tijd in gebruik blijven. De aan te leggen registers, die ook voor veel andere doeleinden als referentiebron zullen worden gebruikt, moeten compleet zijn en zowel nog in gebruik zijnde als reeds afgesloten opslaglocaties omvatten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 35 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(35) Richtlijn 85/337/EEG moet worden gewijzigd om daaronder ook het afvangen en het transport met het oog op geologische opslag van CO2-stromen, alsook opslaglocaties overeenkomstig deze richtlijn, te doen vallen. Richtlijn 96/61/EG moet worden gewijzigd om daaronder het afvangen met het oog op geologische opslag van CO2-stromen van onder deze richtlijn vallende installaties te doen vallen. Richtlijn 2004/35/EG moet worden gewijzigd om daaronder ook de exploitatie van opslaglocaties overeenkomstig deze richtlijn te doen vallen. |
(35) Richtlijn 85/337/EEG moet worden gewijzigd om daaronder ook het afvangen en het transport met het oog op geologische opslag van CO2-stromen, alsook opslaglocaties overeenkomstig deze richtlijn, te doen vallen. Richtlijn 96/61/EG moet worden gewijzigd om daaronder het afvangen met het oog op geologische opslag van CO2-stromen van onder deze richtlijn vallende installaties te doen vallen. Richtlijn 2004/35/EG moet worden gewijzigd om daaronder ook het transport van CO2 met het oog op geologische opslag en de exploitatie van opslaglocaties overeenkomstig deze richtlijn te doen vallen. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het vervoer van CO2 dient eveneens onder Richtlijn 2004/35/EG inzake milieuaansprakelijkheid te vallen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 37 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(37) De overgang naar elektriciteitsproductie met een laag koolstofgehalte vergt dat bij nieuwe investeringen in elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen maatregelen worden getroffen om een aanzienlijke emissiereductie te vergemakkelijken. Te dien einde moet Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties worden gewijzigd om de eis in te voeren dat alle stookinstallaties, waarvan de oorspronkelijke bouwvergunning of de oorspronkelijke exploitatievergunning wordt verleend na de inwerkingtreding van deze richtlijn, op hun locatie over voldoende ruimte voor het afvangen en comprimeren van CO2 beschikken en dat de beschikbaarheid van geschikte opslaglocaties en transportnetwerken, alsmede de technische haalbaarheid van modernisering van de installatie met het oog op het afvangen van CO2, zijn geëvalueerd. |
(37) De overgang naar elektriciteitsproductie met een laag koolstofgehalte vergt dat bij nieuwe investeringen in - eerst en vooral - alternatieve energievormen zoals hernieuwbare energie en - pas in de tweede plaats - elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen maatregelen worden getroffen om een aanzienlijke emissiereductie te vergemakkelijken. Te dien einde moet Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties worden gewijzigd om de eis in te voeren dat alle stookinstallaties, waarvan de oorspronkelijke bouwvergunning of de oorspronkelijke exploitatievergunning wordt verleend na de inwerkingtreding van deze richtlijn, op hun locatie over voldoende ruimte voor het afvangen en comprimeren van CO2 beschikken en dat de beschikbaarheid van geschikte opslaglocaties en transportnetwerken, alsmede de technische haalbaarheid van modernisering van de installatie met het oog op het afvangen van CO2, zijn geëvalueerd. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 1 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. Bij deze richtlijn wordt een wettelijk kader vastgesteld voor de geologische opslag van kooldioxide (hierna "CO2"). |
1. Bij deze richtlijn wordt een wettelijk kader vastgesteld voor het vervoer en de milieuveilige geologische opslag van kooldioxide (hierna "CO2"), om een bijdrage te leveren in de strijd tegen de klimaatverandering. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. Het doel van geologische opslag is de permanente insluiting van CO2 op een dergelijke manier dat negatieve effecten op het milieu en resulterende risico's voor de volksgezondheid zoveel mogelijk worden voorkomen of verminderd. |
2. Het doel van geologische opslag bestaat erin een alternatief te verschaffen voor het vrijkomen van CO2 in de atmosfeer door het permanent en op een veilige manier ondergronds op te slaan op een zodanige wijze dat negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu worden voorkomen of – waar dat niet doenlijk is – zoveel mogelijk worden tegengegaan. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 - lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. Deze richtlijn is van toepassing op geologische opslag van CO2 op het grondgebied van de lidstaten, hun exclusieve economische zones en hun continentaal plat in de zin van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS). |
1. Deze richtlijn is uitsluitend van toepassing op geologische opslag van CO2 op het grondgebied van de lidstaten, hun exclusieve economische zones en hun continentaal plat in de zin van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS). Verbeterde koolwaterstofherwinning is van de werkingssfeer van de richtlijn uitgesloten. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Verbeterde herwinning van koolwaterstoffen vindt reeds plaats en vormt een economisch rendabele activiteit. Bovendien levert verbeterde herwinning van koolwaterstoffen niet noodzakelijkerwijs een netto vermindering van de uitstoot op. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 - lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. Deze richtlijn is niet van toepassing op de geologische opslag van CO2 voor onderzoeks- of ontwikkelingsdoeleinden of het beproeven van nieuwe producten en procedés. |
2. Deze richtlijn is niet van toepassing op de geologische opslag van CO2 voor onderzoeks- of ontwikkelingsdoeleinden of het beproeven van nieuwe producten en procedés en ook niet op de geologische opslag van CO2 of gasmengsels die CO2 bevatten en die worden geïnjecteerd met het oog op dan wel als maatregel ter vermeerdering van de exploitatie van koolwaterstoffen op de opslaglocatie. Zij dient echter wel van toepassing te zijn op demonstratie- en commerciële projecten met een totale geplande opslagcapaciteit van 100 kiloton of meer. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er bestaat geen volstrekte helderheid over of het injecteren van CO2 ter uitbreiding van de exploitatie van koolwaterstoffen (verbeterde herwinning van olie of gas) al dan niet is vrijgesteld van de toepassing van de richtlijn of dat de richtlijn dit in laatste instantie overlaat aan de uitleg die de lidstaten eraan geven. Verduidelijking is dan ook hoogst wenselijk. | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is derhalve bedoeld om duidelijk te maken dat commerciële projecten voor de opslag van CO2 niet van de toepassing van de richtlijn zijn uitgesloten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 - lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. Het is niet toegestaan CO2 op te slaan in geologische formaties die gelegen zijn buiten het in lid 1 bedoelde gebied. |
3. Het is niet toegestaan CO2 op te slaan in een opslaglocatie waarvan het opslagcomplex het in lid 1 bedoelde gebied overschrijdt. Dit is niet van toepassing als voor het gehele opslagcomplex een beschermingsniveau gewaarborgd is dat vergelijkbaar is met deze richtlijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Geologische formaties kunnen zich duizenden kilometers ver uitstrekken. Daarom zou een verbod van opslag in een geologische formatie die de grenzen van de EU overschrijdt niet zinvol zijn. Ingeval van opslag in een opslaglocatie waarvan het opslagcomplex de grenzen van de EU overschrijdt, moet er daarentegen op worden toegezien dat de opgeslagen CO2 niet aan de andere kant van de grens kan ontsnappen zonder dat daar sanctiemaatregelen op volgen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
4. Het is niet toegestaan CO2 op te slaan in de waterkolom. |
4. Het is niet toegestaan CO2 op te slaan in de waterkolom of op de zeebodem. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(1) "geologische opslag van CO2", injectie in en opslag van CO2-stromen in ondergrondse geologische formaties; |
(1) "geologische opslag van CO2", injectie in en milieuveilige opslag van CO2-stromen in ondergrondse geologische formaties; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 1, lid 1. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(1 bis) "verbeterde koolwaterstofherwinning", herwinning van meer koolwaterstof dan op natuurlijke wijze door vloeistofinjectie of op andere manieren wordt geproduceerd; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Definitie van verbeterde koolwaterstofherwinning. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(3) "opslaglocatie", een specifieke geologische formatie die gebruikt wordt voor de geologische opslag van CO2; |
(3) "opslaglocatie", een afgebakend gebied binnen een geologische formatie die gebruikt wordt voor de geologische opslag van CO2; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 5 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(5) "lekkage", het weglekken van CO2 uit het opslagcomplex; |
(5) "lekkage", het meetbaar weglekken van CO2 uit het opslagcomplex; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 - punt 6 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(6 bis) "hydraulische eenheid", een hydraulisch verbonden poriënruimte waar de drukdoorgave in de met technische middelen meetbare sector kan worden waargenomen, en die is afgebakend door driftbegrenzingen (storingen, zoutkoepels, lithologische grenzen), wigvormige uitloop of te voorschijn tredende aardlagen van de formatie; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
In een "hydraulische eenheid" genoemde structuur kan een aantal opslaglocaties liggen. Ruimtelijk gezien is een hydraulische eenheid groter dan een "opslagcomplex" volgens de definitie in artikel 3, punt 6. In dit soort structuur kunnen parallel opererende injectieondernemingen elkaar sterk beïnvloeden. Daarom mogen opslagvergunningen op deze plaatsen slechts aan één exploitant per keer worden verleend. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 7 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(7) "exploratie", de beoordeling van potentiële opslagcomplexen aan de hand van een specifieke procedure, inclusief activiteiten zoals het maken van geologische dwarsdoorsneden met behulp van fysische en chemische methoden en boorwerkzaamheden om geologische informatie te verkrijgen over geologische lagen in het potentiële opslagcomplex; |
(7) "exploratie", de beoordeling van potentiële opslagcomplexen aan de hand van een specifieke procedure, inclusief activiteiten zoals het maken van geologische dwarsdoorsneden met behulp van fysische en chemische methoden en boorwerkzaamheden om geologische informatie te verkrijgen over geologische lagen in het potentiële opslagcomplex, alsook injectietests om de karakterisering van de opslaglocatie te bepalen; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – punt 8 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(8) "exploratievergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit waarbij toestemming voor de exploratie wordt verleend, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; |
(8) "exploratievergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit waarbij toestemming wordt verleend voor de exploratie in een geologische formatie die daarvoor volgens de in artikel 4 genoemde voorwaarden geschikt is bevonden, door de bevoegde autoriteit van een lidstaat uitgereikt overeenkomstig de eisen van de nationale wetgeving en van deze richtlijn; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Nauwkeuriger definitie van de autoriteit die een exploitatievergunning afgeeft. | ||||||||||||||||||||||||||||
Er dienen geen vergunningen te worden afgegeven voor de exploratie van locaties, tenzij de locatie volstrekt veilig is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 9 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(9 bis) "transporteur", de natuurlijke persoon of publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon die het transport van CO2 naar de opslaglocatie uitvoert of stuurt, of aan wie uit hoofde van de nationale wetgeving een beslissende economische macht over de technische werking van het transportnet is gedelegeerd; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De transporteur is aldus gedefinieerd en moet volledig ontkoppeld zijn van de exploitant van de opslaglocatie en de energieproducent. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 10 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(10) "opslagvergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit tot toestemming van de geologische opslag van CO2 in een opslaglocatie, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; |
(10) "opslagvergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit tot toestemming van de geologische opslag van CO2 in een opslaglocatie, die alle in artikel 9 voorgeschreven elementen bevat, en waarin de voorwaarden worden gespecificeerd waaronder deze opslag mag plaatsvinden, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Een opslagvergunning moet alle in artikel 9 opgesomde elementen bevatten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 11 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(11) "belangrijke wijziging", een wijziging die aanzienlijke effecten op het milieu tot gevolg kan hebben; |
(11) "belangrijke wijziging", een wijziging die in strijd is met de opslagvergunning of die kan resulteren in een groter lekkagerisico dan wel aanzienlijke effecten kan hebben voor het milieu of voor de volksgezondheid; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 16 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(16) "belangrijke onregelmatigheid", een onregelmatigheid bij de injectie- of opslagwerkzaamheden of in de toestand van de locatie zelf, die het risico van lekkage doet ontstaan; |
(16) "belangrijke onregelmatigheid", een onregelmatigheid bij de injectie- of opslagwerkzaamheden of in het functioneren van het opslagcomplex waardoor het risico van lekkage of de risico's voor het milieu en de volksgezondheid wezenlijk worden vergroot; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Hoofddoel is ervoor te zorgen dat de opslag van CO2 veilig is voor het milieu en de menselijke gezondheid. | ||||||||||||||||||||||||||||
De definitie van het begrip "belangrijke onregelmatigheid" moet specifiek slaan op de mogelijkheid dat er zich onder het bodemoppervlak wellicht iets heeft voorgedaan dat wijst op een reële behoefte aan corrigerende maatregelen om eventuele toekomstige lekkagerisico's te voorkomen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 17 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(17) "corrigerende maatregelen", maatregelen om belangrijke onregelmatigheden te corrigeren of lekkages te dichten teneinde het weglekken van CO2 uit het opslagcomplex te voorkomen of te minimaliseren; |
(17) "corrigerende maatregelen", maatregelen om belangrijke onregelmatigheden te corrigeren of lekkages te dichten teneinde het weglekken van CO2 uit het opslagcomplex te voorkomen of te stoppen; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 - punt 18 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(18) "afsluiting" van een CO2-opslaglocatie: de definitieve stopzetting van de injectie van CO2 in die opslaglocatie; |
(18) "afsluiting" van een CO2-opslaglocatie: de definitieve stopzetting van de injectie van CO2 in die opslaglocatie met inbegrip van de ontmanteling en sloop van de injectie-installatie en de verzegeling van de opslaglocatie; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het begrip "afsluiting" heeft in de mijnbouw eveneens betrekking op de ontmanteling en moet hier dus ook in die zin worden gebruikt. In de navolgende tekst wordt het begrip niet steeds in dezelfde zin gebruikt: soms betekent het niet meer dan "stopzetting van de injectie van CO2" zoals bij voorbeeld in punt 18 van de definities, terwijl in andere gevallen ook de ontmanteling bedoeld wordt. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 20 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(20 bis) "afvangklare installatie": een verbrandingsinstallatie [met een (thermisch) vermogen van 300 megawatt of meer] die op de locatie van de installatie beschikt over een geschikte ruimte voor de apparatuur die nodig is om CO2 af te vangen en samen te persen, terwijl de aanwezigheid van geschikte opslaglocaties en vervoersfaciliteiten naar behoren is geëvalueerd. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De definitie is waarschijnlijk noodzakelijk voor het Poolse voorstel tot wijziging van de formulering van artikel 35 bis en schrapping van artikel 32. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 20 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(20 ter) "monitoring", de verzameling van uiteenlopende gegevens en rapporteringsverplichtingen van diverse aard die beschreven staan in Bijlage I, om te waarborgen dat het CO2 in drie fasen milieuveilig wordt opgeslagen: | |||||||||||||||||||||||||||
|
(a) pre-injectie- of achtergrondgegevens, | |||||||||||||||||||||||||||
|
(b) tijdens de injectie, of als de opslaglocatie in bedrijf is, en | |||||||||||||||||||||||||||
|
(c) controleverplichtingen tijdens en na de sluiting of permanent. | |||||||||||||||||||||||||||
|
In alle monitoringstadia moeten, overeenkomstig de eisen van onderhavige richtlijn, adequate en afzonderlijke verificatie- en validatieprocedures worden toegepast; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Via het monitoringproces wordt nagegaan of: | ||||||||||||||||||||||||||||
a. een vooraf vastgestelde termijn is aangehouden, | ||||||||||||||||||||||||||||
b. deze monitoringactiviteit wordt geregistreerd, en | ||||||||||||||||||||||||||||
c. er verslag wordt gedaan van de resultaten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 20 quater (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(20 quater) "verificatie", het proces waardoor wordt gewaarborgd dat - voor zover wetenschappelijk bekend - de juiste monitoringprocedures worden toegepast; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Monitoring moet vergezeld gaan van verificatie en validering om te waarborgen dat de locatie veilig is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – lid 20 quinquies (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(20 quinquies) "demonstratieprojecten", projecten die bedoeld zijn om uiterlijk tegen 2015 aan te tonen dat de geologische opslag van CO2 overeenkomstig de eisen van deze richtlijn op milieuveilige wijze langdurig is toegepast. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De in de conclusies van de voorjaarszittingen van de Raad van 2007 en 2008 vermelde demonstratieprojecten verschaffen wellicht de nodige praktische ervaring voor de ontwikkeling van CCS-technologie op bedrijfsmatige schaal. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 4 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten hebben het recht de zones te bepalen waarbinnen opslaglocaties kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de eisen van deze richtlijn. |
1. De lidstaten hebben het recht de zones te bepalen en te monitoren waarbinnen opslaglocaties kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de eisen van deze richtlijn en op basis van een volledige geologische inspectie. Dit omvat ook het recht van de lidstaten om geen opslag toe te staan op hun grondgebied of op delen daarvan. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement voegt een belangrijk element toe, namelijk volledige geologische inspectie. | ||||||||||||||||||||||||||||
Deze zin moet in de tekst worden opgenomen om de rechten van de lidstaten te verduidelijken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
1 bis. De lidstaten moeten een realistische evaluatie maken van de opslagcapaciteit op hun grondgebied. De lidstaten moeten deze evaluaties vóór 2012 doen toekomen aan de Commissie. Deze informatie wordt openbaar gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Op dit moment is niet bekend hoeveel opslagcapaciteit er in Europa voorhanden is. Er bestaan diverse schattingen, maar deze zijn niet erg precies. Het is belangrijk om te weten hoeveel CO2 we daadwerkelijk kunnen opslaan. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 4 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. Een geologische formatie wordt uitsluitend als opslaglocatie geselecteerd indien er onder de voorgestelde exploitatievoorwaarden geen belangrijk risico van lekkage bestaat en er zich naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke negatieve milieu- of volksgezondheidseffecten zullen voordoen. |
2. Een geologische formatie wordt uitsluitend als opslaglocatie geselecteerd indien bij toepassing van de in bijlage I gespecificeerde criteria blijkt dat er onder de voorgestelde exploitatievoorwaarden geen lekkagerisico is geconstateerd. De gekozen opslaglocatie mag andere energie-opties zoals hernieuwbare energie of de continuïteit van de energievoorziening van de EU niet in gevaar brengen. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 4 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. De geschiktheid van een geologische formatie voor gebruik als opslaglocatie wordt bepaald door een karakterisering en evaluatie van het potentiële opslagcomplex en het omgevende gebied overeenkomstig de in bijlage I gespecificeerde criteria. |
3. De geschiktheid van een geologische formatie voor gebruik als opslaglocatie wordt bepaald door een karakterisering en evaluatie van het potentiële opslagcomplex en het omgevende gebied overeenkomstig de in bijlage I gespecificeerde criteria en door toepassing van optimale praktijken en van de door de Commissie te ontwikkelen richtsnoeren. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De bijlagen vormen het essentiële referentiekader dat noodzakelijk is voor de beoordeling van de geschiktheid van een potentiële opslaglocatie, maar het implementatieproces en het publieke vertrouwen zullen er wel bij varen indien de verplichting wordt ingevoerd tot toepassing van optimale praktijken en vaststelling van richtsnoeren om de bevoegde instanties in de lidstaten te ondersteunen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 4 – lid 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
3 bis. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de essentiële economische belangen van de lidstaten met betrekking tot koolwaterstofreserves. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Deze bepaling moet in de richtlijn worden opgenomen om de rechten van de lidstaten te verduidelijken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte criteria. |
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte niet-discriminerende criteria. | |||||||||||||||||||||||||||
|
De bewuste procedures moeten recht doen aan het feit dat de houders van exploratievergunningen eigenaar zijn van de gegevens die tijdens de exploratie worden verkregen en prioriteit dienen te krijgen wanneer zij vóór het verstrijken van de exploratievergunning een opslagvergunning aanvragen. De lidstaten kunnen voorschriften invoeren voor de latere verkoop of overdracht van gegevens die tijdens de looptijd van een exploratievergunning zijn verkregen ter vereenvoudiging van de selectieprocedure die eventueel voor de toekenning van een opslagvergunning moet worden gevolgd indien de houder van de exploratievergunning geen opslagvergunning wenst aan te vragen of niet aan andere voorwaarden voldoet. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er moet een oplossing worden gevonden voor de potentiële contradicties in de door de Commissie voorgestelde procedures. Enerzijds mag er niet worden gediscrimineerd, noch bij de toekenning van exploratievergunningen, noch bij de toewijzing van in een later stadium te verlenen opslagvergunningen, maar anderzijds wordt het uitvoeren van exploratiewerkzaamheden op commerciële basis niet gestimuleerd, tenzij degenen die dat soort werk doen de reële mogelijkheid wordt geboden ook CO2-opslag voor hun rekening te nemen of voor hun investering te worden beloond. Derhalve moet bij de procedure voor de toekenning van exploratievergunningen recht worden gedaan aan het feit dat deze rechtstreeks is gekoppeld aan de procedure voor het in een later stadium toekennen van opslagvergunningen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. Exploratievergunningen worden verleend voor een gebied met beperkt volume en voor een maximumtermijn van twee jaar, éénmaal vernieuwbaar met een periode van maximaal twee jaar. |
3. Exploratievergunningen worden verleend voor een gebied met beperkt volume en voor een maximumtermijn van drie jaar, voor het verrichten van de activiteiten waarvoor de exploratievergunning is verleend.
| |||||||||||||||||||||||||||
|
De geldigheidsduur van een exploratievergunning mag niet langer zijn dan de periode die naar wordt verwacht nodig is voor de uitvoering van de activiteit waarvoor zij is verleend. De bevoegde instantie mag de exploratievergunning verlengen indien de geldigheidsduur ervan ontoereikend is om de bewuste activiteit uit te voeren en indien de activiteit conform de exploratievergunning is uitgevoerd. In dat geval mag de verlenging zich tot maximaal drie jaar uitstrekken. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
4. De houder van een exploratievergunning beschikt over het exclusieve recht exploratiewerkzaamheden met betrekking tot het potentiële CO2-opslagcomplex uit te voeren. De lidstaten zien erop toe dat gedurende de geldigheidsperiode van de vergunning geen conflicterend gebruik van het complex wordt toegestaan. |
4. De houder van een exploratievergunning beschikt over het exclusieve recht exploratiewerkzaamheden met betrekking tot het potentiële CO2-opslagcomplex uit te voeren. De lidstaten zien erop toe dat gedurende de geldigheidsperiode van de vergunning geen conflicterend gebruik van het complex wordt toegestaan en dat de belangen en eigendomsrechten van derden die over reeds bestaande koolwaterstof-, steenkool- of andere minerale productievergunningen beschikken, bij de toekenning van vergunningen voor de exploratie van CO2-opslaglocaties zullen worden gerespecteerd en gehandhaafd. Wanneer de houder van de exploratievergunning na succesvolle voltooiing van de exploratie een opslagvergunning aanvraagt, dan wordt deze aanvraag met voorrang behandeld. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is bedoeld om nadrukkelijk te wijzen op de rechten van andere ondernemingen die in hetzelfde geografische gebied opereren. | ||||||||||||||||||||||||||||
Exploratiebedrijven investeren aanzienlijke bedragen in ondergrondexploratie en lopen het risico dat het onderzoek geen resultaat oplevert. Het amendement heeft ten doel bedrijven te stimuleren om de ondergrond te exploreren om na te gaan of deze geschikt is voor de opslag van CO2. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
4 bis. Een exploratievergunning is niet meer geldig vanaf de dag waarop zij verstrijkt, tenzij de houder ervan vóór die datum voor hetzelfde gebied overeenkomstig artikel 6 een opslagvergunning aanvraagt. | |||||||||||||||||||||||||||
|
De houder van een exploratievergunning heeft het exclusieve recht om overeenkomstig de artikelen 6 en 7 vóór de vervaldatum daarvan een opslagvergunning aan te vragen. | |||||||||||||||||||||||||||
|
Monitoring vóór het injecteren moet worden voorgesteld en opgenomen in de exploratievergunning. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er moet een oplossing worden gevonden voor de potentiële contradicties in de door de Commissie voorgestelde procedures. Enerzijds mag er niet worden gediscrimineerd, noch bij de toekenning van exploratievergunningen, noch bij de toewijzing van in een later stadium te verlenen opslagvergunningen, maar anderzijds wordt het uitvoeren van exploratiewerkzaamheden op commerciële basis niet gestimuleerd, tenzij degenen die dat soort werk doen de reële mogelijkheid wordt geboden ook CO2-opslag voor hun rekening te nemen of voor hun investering te worden beloond. Tevens moet ervan worden uitgegaan dat houders van exploratievergunningen de intellectuele en commerciële rechten op de door hen vergaarde gegevens zullen kunnen behouden, en dat anderen een opslaglocatie niet mogen exploiteren tenzij zij de rechten op die gegevens verwerven. De houders van een exploratievergunning dienen derhalve voorrang te krijgen wanneer de procedure voor de toekenning van een opslagvergunning ingaat. | ||||||||||||||||||||||||||||
Monitoring vóór het injecteren is uiterst belangrijk om te zorgen dat er relevante gegevens beschikbaar zijn, zodat later een adequate monitoring mogelijk is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 6 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten waken erover dat geen opslaglocatie wordt geëxploiteerd zonder opslagvergunning. |
1. De lidstaten waken erover dat geen opslaglocatie wordt geëxploiteerd zonder opslagvergunning, dat er slechts één exploitant is voor elke opslaglocatie, en dat er gedurende de geldigheidsperiode van de vergunning geen conflicterend gebruik van het opslagcomplex wordt toegestaan. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Om te zorgen dat er absolute duidelijkheid heerst omtrent de verantwoordelijkheden en verplichtingen mag er per opslaglocatie slechts één exploitant zijn; een en ander moet duidelijk worden onderstreept, met name om potentiële conflicten met houders van aardolierechten te voorkomen in geval van offshore-opslag. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 6 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van opslagvergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte criteria. |
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van opslagvergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve, bekendgemaakte en niet-discriminerende criteria. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Objectieve en bekendgemaakt criteria waarborgen nog niet dat er niet wordt gediscrimineerd, wat toch een belangrijk criterium is op de interne markt. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
2 bis. De lidstaten behouden het recht om wegens ernstige redenen een opslagvergunning te weigeren. Zulke weigeringen worden naar behoren onderbouwd. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De autoriteiten van de lidstaten moeten de mogelijkheid hebben opslagvergunningen te weigeren indien daar zwaarwegende redenen voor zijn (zoals niet-naleving van de noodzakelijke voorwaarden door de aanvrager, of niet-naleving van de gepubliceerde objectieve criteria). | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
Bij de bevoegde autoriteit ingediende aanvragen voor opslagvergunningen bevatten de volgende informatie: |
Bij de bevoegde autoriteit ingediende aanvragen voor opslagvergunningen bevatten minstens de volgende informatie: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De toevoeging is gebaseerd op de tekst van de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen en is bedoeld om aan te geven dat de richtlijn alleen minimumvoorwaarden vaststelt voor het aanvragen van een vergunning en dat de lidstaten indien nodig ook andere informatie kunnen eisen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(3 bis) een raming van de kosten van het afvangen en veilig opslaan van CO2. Hierbij wordt rekening gehouden met alternatieve wijzen om in de vereiste energie te voorzien door maatregelen als verbetering van de energie-efficiëntie aan de vraagzijde en hernieuwbare energie; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Bij alle nieuwe installaties moet een kostenraming voor het afvangen en opslaan van CO2 worden opgemaakt om investeerders duidelijk te maken wat de werkelijke kosten zijn van stroom uit fossielebrandstofcentrales. Hierbij moet een vergelijking worden gemaakt met andere wijzen om in de energiebehoefte te voorzien door verbetering van de energie-efficiëntie aan de vraagzijde en/of hernieuwbare energie. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(4) de totale hoeveelheid CO2 die zal worden geïnjecteerd en opgeslagen, alsmede de toekomstige bronnen, de samenstelling van de CO2-stromen en de injectiesnelheden; |
(4) de totale hoeveelheid CO2 die afhankelijk van de kenmerken van de opslaglocatie kan worden geïnjecteerd en opgeslagen, alsmede de toekomstige bronnen, de samenstelling van de CO2-stromen, de injectiesnelheden en de injectiedruk, de locatie van de injectiefaciliteiten en de gebruikte vervoermethoden; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Deze informatie is van essentieel belang om de situatie goed te kunnen beoordelen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(4 bis) beschrijving van maatregelen om belangrijke onregelmatigheden te voorkomen; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De informatie die bij de aanvraag verstrekt moet worden omvat nog geen beschrijving van maatregelen om belangrijke onregelmatigheden te voorkomen. Deze informatie moet worden verstrekt om uniforme Europese normen vast te stellen en de formulering gelijk te trekken met de richtlijn storten van afvalstoffen, en daarom moet artikel 7 in die zin worden aangevuld. Door "belangrijke onregelmatigheden" aldus te definiëren hebben deze zowel betrekking op lekkage als op andere risico's voor het milieu en de volksgezondheid. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 4 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(4 ter) de beschikbaarheid van transport dat de locatie met de beoogde afvangpunten verbindt en de economische levensvatbaarheid ervan, de afstand van de opslagplaats tot die punten in aanmerking genomen; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De bevoegde instanties moeten weten waar de feitelijke opslag plaatsvindt. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 6 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(6) het voorgestelde plan met corrigerende maatregelen overeenkomstig artikel 16, lid 2; |
(6) het voorgestelde plan met corrigerende maatregelen overeenkomstig artikel 16, lid 2, waaronder ook evacuatiemaatregelen in noodgevallen; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er moet een goed plan voor evacuatie in noodgevallen zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 9 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(9) bewijs van de financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening als vereist uit hoofde van artikel 19. |
(9) bewijs van afdoende financiële draagkracht van de aanvrager en van diens vermogen om vóór het begin van het CO2-injectieproces voldoende zekerheid of een gelijkwaardige voorziening als vereist uit hoofde van artikel 19 te kunnen bieden; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Voor de toepassing van deze richtlijn dient het voldoende te zijn dat de onderneming of haar moedermaatschappij op het moment van indiening van de aanvraag kan aantonen over voldoende financiële draagkracht te beschikken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Financiële zekerheid is een belangrijk instrument om ervoor te zorgen dat exploitanten zich aan hun verplichtingen uit hoofde van de richtlijn houden, en dient derhalve op een adequaat niveau te worden vastgesteld. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 9 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(9 bis) een plan om het publiek overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG te informeren en te raadplegen met als doel ervoor te zorgen dat het bij de eerste indiening van de aanvraag en bij eventuele latere herzieningen daarvan maximale toegang krijgt tot technische en andere voor de besluitvorming belangrijke informatie, en dat het formeel in de gelegenheid wordt gesteld om daarop bij de bevoegde autoriteit commentaar te leveren. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement beoogt de bestaande wettelijke voorschriften met betrekking tot het verschaffen van milieugegevens aan te scherpen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(1) de bevoegde autoriteit heeft zich ervan vergewist dat: |
(1) de bevoegde autoriteit heeft zich er op basis van de aanvraag die uit hoofde van artikel 7 is ingediend van vergewist dat: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De behandeling van ontwerpvergunningen voor opslag zou tot vertraging leiden en het aanvraagproces gecompliceerd maken. Wij stellen voor via nationale regelgeving voor te schrijven dat de Commissie in kennis wordt gesteld van de afgifte van nieuwe vergunningen. Tegelijk moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben een tweede niet-bindend advies over een ontwerpvergunning van de Commissie te krijgen ter algehele ondersteuning bij de uitvoering van de richtlijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 71 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 1 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) aan alle relevante eisen van deze richtlijn is voldaan; |
(a) aan alle relevante eisen van deze richtlijn en de communautaire wetgeving ter zake is voldaan; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er dient op gewezen te worden dat de communautaire wetgeving hier van toepassing is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 8 is niet erg concreet over de vraag of er wel voor wordt gezorgd dat een opslagvergunning verplicht geweigerd moet worden als niet aan bepaalde eisen is voldaan. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 72 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 1 – letter b | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(b) het beheer van de opslaglocatie in handen komt van een natuurlijke persoon die technisch bekwaam en betrouwbaar is om de locatie te beheren; er is gezorgd voor professionele en technische ontwikkeling en training van die persoon en van alle personeel; |
(b) het beheer van de opslaglocatie in handen komt van een financieel gezonde en technisch bekwame onderneming; er wordt gezorgd voor de opleiding en de professionele en technische ontwikkeling en training van alle personeelsleden; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 73 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 1 – letter b bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(b bis) wanneer er meer dan één exploitant CO2 injecteert in hetzelfde hydrostatisch aaneengesloten systeem, moeten de potentiële drukinteracties zodanig zijn dat de beide locaties tegelijkertijd aan de eisen van deze richtlijn kunnen voldoen; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De bevoegde autoriteit moet erop toezien dat zij geen vergunning toekent aan twee exploitanten die eventueel van hetzelfde hydrostatisch aaneengesloten opslagcomplex gebruik zouden kunnen maken, te meer omdat, wanneer er naast elkaar meerdere injecties tegelijk plaatsvinden, moeilijk met absolute zekerheid zal kunnen worden bepaald wie precies waarvoor aansprakelijk is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 74 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
De vergunning bevat de volgende elementen: |
De vergunning bevat minstens de volgende elementen: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dient om analoog aan de richtlijn inzake het storten van afvalstoffen aan te geven dat de richtlijn alleen minimumvoorwaarden vaststelt voor de inhoud van de vergunning en dat de lidstaten indien nodig ook andere voorwaarden kunnen vaststellen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 75 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – punt 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(2) nauwkeurige ligging en begrenzing van de opslaglocatie en het opslagcomplex; |
(2) nauwkeurige ligging en begrenzing van de opslaglocatie, het opslagcomplex en de hydraulische eenheid; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Aanpassing die correspondeert met de amendementen tot inlassing van een nieuw artikel 3, lid 6 bis en van een nieuw artikel 8, lid 1. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 76 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – punt 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(3) de totale hoeveelheid CO2 die overeenkomstig de vergunning in de geologische formatie mag worden opgeslagen en maximuminjectiesnelheden; |
(3) voorschriften voor de inbedrijfstelling en het gebruik van de opslaglocatie, de totale hoeveelheid CO2 die overeenkomstig de vergunning in de geologische formatie mag worden opgeslagen en de maximuminjectiesnelheden en maximuminjectiedruk; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
D e eerste toevoeging dient ter aanpassing van de tekst aan de vereisten van artikel 9 van de richtlijn inzake het storten van afvalstoffen; de toevoeging met betrekking tot de injectiedruk vloeit voort uit de aanvulling bij artikel 7, lid 4. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 77 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – punt 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(4) eisen voor de samenstelling van de CO2-stroom en de CO2-aanvaardingsprocedure overeenkomstig artikel 12, en, wanneer nodig, verdere eisen voor injectie en opslag; |
(4) eisen voor de samenstelling van de CO2-stroom en de CO2-aanvaardingsprocedure overeenkomstig artikel 12, en, wanneer nodig, verdere eisen voor injectie en opslag, met name ter voorkoming van belangrijke onregelmatigheden; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Deze wijziging vloeit voort uit het amendement op artikel 7, lid 4. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 78 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – punt 5 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(5) het goedgekeurde monitoringplan, de verplichting om dit plan ten uitvoer te leggen en eisen voor de actualisering ervan overeenkomstig artikel 13, alsmede de rapporteringsverplichtingen overeenkomstig artikel 14; |
(5) de goedgekeurde monitoring- en noodplannen, de verplichting om deze plannen ten uitvoer te leggen en eisen voor de actualisering ervan overeenkomstig artikel 13, alsmede de rapporteringsverplichtingen overeenkomstig artikel 14; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dient om het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van CCS te vergroten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 79 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 10 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
Evaluatie van ontwerp-opslagvergunningen door de Commissie |
Evaluatie van ontwerp-opslagvergunningen door de Commissie | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle ontwerp-opslagvergunningen, aanvragen voor vergunningen en al het andere materiaal waarop de bevoegde autoriteit zich heeft gebaseerd om een ontwerp-vergunningsbesluit vast te stellen. Binnen zes maanden na bedoelde indiening, kan de Commissie advies uitbrengen over ontwerpvergunningen. |
De lidstaten voeren de volgende procedure in: | |||||||||||||||||||||||||||
|
(a) Aanvragers van opslagvergunningen verstrekken de bevoegde autoriteit alle vereiste documentatie in tweevoud. | |||||||||||||||||||||||||||
|
(b) De bevoegde autoriteit verstrekt de Commissie, na ontvangst van de documentatie van de aanvrager, nadere gegevens omtrent elke vergunningsaanvraag en alle andere informatie waarmee door de bevoegde autoriteit rekening moet worden gehouden bij het nemen van een beslissing over de toekenning van een opslagvergunning. | |||||||||||||||||||||||||||
|
(c) De Commissie laat de bevoegde autoriteit bij ontvangst van de vereiste documentatie weten dat zij deze heeft ontvangen. | |||||||||||||||||||||||||||
|
(d) De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van eventuele besluiten tot verlening van een ontwerp-opslagvergunning. De Commissie brengt binnen drie kalendermaanden na de datum van indiening van een aanvraag een raadgevend advies uit omtrent de bewuste ontwerpvergunning. | |||||||||||||||||||||||||||
|
(e) Door een lidstaat genomen besluiten tot toekenning van een opslagvergunning worden openbaar gemaakt, evenals door de Commissie uitgebrachte raadgevende adviezen. | |||||||||||||||||||||||||||
2. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van haar definitief besluit betreffende een vergunningsaanvraag, waarbij zij een eventuele afwijking van het Commissie-advies met redenen omkleedt. |
2. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van haar definitief besluit betreffende een vergunningsaanvraag, waarbij zij een eventuele afwijking van het Commissie-advies met redenen omkleedt. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 80 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 11 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De lidstaten waken erover dat geen belangrijke wijzigingen ten uitvoer worden gelegd zonder dat een nieuwe opslagvergunning wordt verleend overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn. |
2. De lidstaten waken erover dat geen belangrijke wijzigingen ten uitvoer worden gelegd zonder dat een nieuwe opslagvergunning wordt verleend overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn. De bepalingen van Richtlijn 85/337/EEG zijn in dit geval eveneens van toepassing. | |||||||||||||||||||||||||||
|
De Commissie stelt specifieke kwalitatieve en kwantitatieve ecologische indicatoren op, samen met de prijzen, bij overschrijding waarvan sprake is van een wezenlijke verandering. Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren worden opgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bedoeld in artikel 28, lid 2. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Bij grensoverschrijdend vervoer en/of opslag van CO2 moeten alle bepalingen van de milieueffectbeoordelingsrichtlijn gelden. | ||||||||||||||||||||||||||||
De term "wezenlijke verandering" is vrij vaag en daarom moet de Commissie kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren introduceren. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 81 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 11 – lid 3 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. De bevoegde autoriteit evalueert en waar nodig actualiseert de opslagvergunning, of zij trekt deze in: |
3. De bevoegde autoriteit evalueert de opslagvergunning en actualiseert of trekt deze zonder vergoeding van kosten in, dan wel verlangt van de vergunninghouder dat hij corrigerende maatregelen treft: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De woorden "zonder vergoeding van kosten" moeten worden toegevoegd om te vermijden dat de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de bepalingen van de richtlijn en de daaruit voortvloeiende nationale uitvoeringsbepalingen ter bescherming van het milieu en de volksgezondheid de kosten moeten vergoeden die exploitanten gemaakt hebben in verband met noodzakelijke wijzigingen van de desbetreffende vergunningen die zij bezitten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 11, lid 2. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 82 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 – lid 3 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) wanneer zij overeenkomstig artikel 16, lid 1 in kennis is gesteld van belangrijke onregelmatigheden of lekkages; |
(a) wanneer zij overeenkomstig artikel 16, lid 1 in kennis is gesteld van belangrijke onregelmatigheden of eventuele lekkages of daarop attent is gemaakt; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 83 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
4. Nadat een vergunning is ingetrokken overeenkomstig lid 3 verleent de bevoegde autoriteit een nieuwe opslagvergunning of sluit zij de opslaglocatie af overeenkomstig punt c) van artikel 17, lid 1. Totdat een nieuwe opslagvergunning is verleend, neemt de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie over, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Voor zover mogelijk recupereert de bevoegde autoriteit alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. |
4. Nadat de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 3 een opslagvergunning heeft herzien, geactualiseerd of ingetrokken en indien er CO2-opslag heeft plaatsgevonden, blijft de exploitant verantwoordelijk voor de opslaglocatie, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Wanneer de exploitant niet voldoet aan zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 17, lid 1 en totdat er een nieuwe opslagvergunning is verleend, neemt de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie over, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. De bevoegde autoriteit recupereert alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt gebruik gemaakt van de overeenkomstig artikel 19, lid 2 te stellen financiële zekerheid. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 84 Voorstel voor een richtlijn Artikel 12 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. Een CO2-stroom moet voor het overgrote gedeelte bestaan uit kooldioxide. Om dat te waarborgen, mag geen afval of ander materiaal worden toegevoegd met het doel dat afval of ander materiaal te verwijderen. Een CO2-stroom kan evenwel sporen van bepaalde uit het bron-, afvang- of injectieproces voortkomende stoffen bevatten. De concentraties van dergelijke stoffen mogen geen niveaus overschrijden die de integriteit van de opslaglocatie en van de relevante transportinfrastructuur in het gedrang kunnen brengen en een bedreiging kunnen vormen voor het milieu, dan wel een inbreuk kunnen inhouden op de eisen van de toepasselijke communautaire wetgeving. |
1. Een CO2-stroom moet voor minimaal 95% bestaan uit kooldioxide en mag geen corrosieve stoffen zoals H2S of SO2 bevatten. Deze concentratie kan conform de herzieningsprocedure van artikel 36 bis worden aangepast in het licht van toekomstige wetenschappelijke bevindingen. Er mag geen afval of ander materiaal aan worden toegevoegd met het doel dat afval of ander materiaal te verwijderen. Een CO2-stroom kan evenwel sporen van bepaalde uit het bron-, afvang- of injectieproces voortkomende stoffen bevatten, en er kunnen spoorelementen aan worden toegevoegd ter ondersteuning van de monitoring en verificatie van CO2-migratie. De concentraties van dergelijke stoffen mogen geen niveaus overschrijden die de integriteit van de opslaglocatie en van de relevante transportinfrastructuur in het gedrang kunnen brengen en een bedreiging kunnen vormen voor het milieu, dan wel een inbreuk kunnen inhouden op de eisen van de toepasselijke communautaire wetgeving. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 85 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten zien erop toe dat de exploitant zorgt voor monitoring van de injectiefaciliteiten, het opslagcomplex (inclusief waar mogelijk de CO2-pluim) en, wanneer passend, het omliggende milieu met als doel: |
1. De lidstaten zien erop toe dat de exploitant zorgt voor monitoring van de injectiefaciliteiten, het opslagcomplex (inclusief de CO2-pluim) en, wanneer passend, het omliggende milieu met als doel: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het belangrijkste bestanddeel van ieder monitoringplan bestaat erin vast te stellen of er significante veranderingen zijn opgetreden in de CO2-opslagpatronen (inzonderheid of er migratie is opgetreden die in lekkage zou kunnen resulteren), en of er maatregelen nodig zijn om deze te corrigeren. | ||||||||||||||||||||||||||||
Monitoring van de CO2-pluim is essentieel om potentiële lekkages voor te zijn, en dus moeten de woorden "waar mogelijk" worden geschrapt. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 86 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) het vergelijken van feitelijk en gemodelleerd CO2-gedrag in de opslaglocatie; |
(a) het vergelijken van feitelijk en gemodelleerd gedrag van CO2 en formatiewater in de opslaglocatie; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De monitoring moet niet alleen betrekking hebben op het gedrag van het CO2 maar ook op veranderingen in het formatiewater van de opslaglocatie, onder meer om eventuele verdringingseffecten te kunnen vaststellen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 87 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter a bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(a bis) het controleren van de hoeveelheid opgeslagen CO2; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 13, lid 1, inleidende zin. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 88 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter c | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(c) het detecteren van CO2-lekkage; |
(c) het detecteren van CO2-lekkage overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG en de stoffen die daardoor vrijkomen; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Detectie van de bij CO2-lekkage vrijkomende stoffen in de bodem behoort tot de monitoring- en bewakingsplichten krachtens bijlage 4 van het Protocol bij het Verdrag ter voorkoming van verontreiniging van de zee door het storten van afval en andere stoffen (Protocol van Londen). Daar de richtlijn ook onder de werkingssfeer van het Protocol van Londen moet vallen, is uitbreiding van de monitoringeisen tot dergelijke stoffen alleen al noodzakelijk uit hoofde van het internationale recht. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 89 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter d | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(d) het detecteren van belangrijke negatieve effecten voor het omliggende milieu, de omwonende bevolking en de gebruikers van de biosfeer in de omgeving; |
(d) het detecteren van negatieve effecten voor de omgeving, het water dat deelneemt aan de waterkringloop, de omwonende bevolking en de gebruikers van de biosfeer in de omgeving; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De formulering van letter d) is te algemeen. In de nieuwe formulering wordt ook gelet op het water dat deelneemt aan de waterkringloop. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 90 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter f | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(f) het verifiëren of het opgeslagen CO2 gedurende onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft. |
(f) de geactualiseerde verificatie van de veiligheid en integriteit van de opslaglocatie op korte en lange termijn, inclusief de beoordeling van de vraag of het opgeslagen CO2 gedurende onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 13, lid 1, inleidende zin. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 91 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
1 bis. In geval van geologische opslag onder de zeebodem moeten de in lid 1 genoemde monitoringvereisten worden aangepast aan de onzekerheid en de operationele moeilijkheden die aan de beheersing van CCS-technologie in het mariene milieu verbonden zijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Alle noodzakelijke maatregelen moeten worden genomen om te vermijden dat de CO2-opslag schade berokkent aan het mariene milieu. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 92 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De monitoring gebeurt op basis van een monitoringplan dat door de exploitant is uitgewerkt overeenkomstig de eisen van bijlage II en vervolgens is ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 7, lid 5, respectievelijk artikel 9, lid 5. Dit plan wordt geactualiseerd overeenkomstig het bepaalde in bijlage II en, teneinde rekening te houden met de technologische ontwikkeling, in ieder geval om de vijf jaar. Geactualiseerde plannen worden opnieuw ter goedkeuring bij de bevoegde autoriteit ingediend. |
2. De monitoring gebeurt op basis van een monitoringplan dat door de exploitant is uitgewerkt overeenkomstig de eisen van bijlage II, inclusief de monitoringspecificaties als bedoeld in de richtsnoeren welke zijn vastgesteld overeenkomstig de artikelen 14 en 23, lid 2 van Richtlijn 2003/87/EG, en vervolgens is ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 7, lid 5 respectievelijk artikel 9, lid 5. Dit plan wordt geactualiseerd overeenkomstig het bepaalde in bijlage II en in ieder geval om de vijf jaar, teneinde rekening te houden met veranderingen in het geconstateerde lekkagerisico, met nieuwe wetenschappelijke kennis en met verbeteringen in de beste beschikbare technologie. Geactualiseerde plannen worden opnieuw ter goedkeuring bij de bevoegde autoriteit ingediend. Het monitoringplan en eventueel geactualiseerde plannen worden voor het publiek ter inzage beschikbaar gesteld. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De monitoring- en rapportagevoorschriften moeten worden afgestemd op die van de ETS-richtlijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
Het regelgevingsproces moet worden aangepast om rekening te houden met de opgedane ervaringskennis en nieuwe technologische knowhow. | ||||||||||||||||||||||||||||
Ook moeten de monitoringplannen - om het vertrouwen niet te schaden - worden bekendgemaakt aan het publiek. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 93 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 14 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
Met een door de bevoegde autoriteit te bepalen frequentie en in ieder geval om het jaar dient de exploitant bij de bevoegde autoriteit de volgende elementen in: |
Met een door de bevoegde autoriteit te bepalen frequentie en in ieder geval om het jaar dient de exploitant in een geharmoniseerd rapporteringsformaat dat zorgt voor consistentie en transparantie van de verstrekte informatie bij de bevoegde autoriteit de volgende elementen in: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Een gemeenschappelijk rapporteringsformaat is nodig om te zorgen voor consistentie en transparantie. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 94 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 14 – punt 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(3) het bewijs van het aanhouden van de financiële zekerheid overeenkomstig artikel 19 en artikel 9, lid 9; |
(3) het bewijs van het instellen en aanhouden van de financiële zekerheid overeenkomstig artikel 19 en artikel 9, lid 9; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement is bedoeld om bij het verschaffen van financiële zekerheid enige flexibiliteit te kunnen bieden, ten einde op zijn minst ook rekening te kunnen houden met de financiële draagkracht van de moedermaatschappij – zo die er is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 95 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 15 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. Routine-inspecties worden ten minste jaarlijks uitgevoerd. Daarbij worden de relevante injectie- en monitoringfaciliteiten geëvalueerd, alsmede alle relevante milieueffecten van het opslagcomplex. |
3. Routine-inspecties worden gedurende de eerste vijf jaar nadat met de injectie is begonnen jaarlijks uitgevoerd en daarna zo vaak als de bevoegde autoriteit het nodig acht. Daarbij worden de relevante injectie- en monitoringfaciliteiten geëvalueerd, alsmede alle relevante milieueffecten van het opslagcomplex. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Als er zich een probleem voordoet, komt dat naar alle waarschijnlijkheid spoedig nadat met het injectieproces is begonnen aan het licht, en regelmatige inspecties zijn derhalve wenselijk. Dat neemt echter niet weg dat elke opslaglocatie in geologisch opzicht verschillend is en daarom moet het aan de bevoegde autoriteiten worden overgelaten om te bepalen welk inspectiesysteem onder de gegeven omstandigheden het meest geschikt is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 96 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 16 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten waken erover dat de exploitant bij belangrijke onregelmatigheden of lekkage onmiddellijk de bevoegde autoriteit in kennis stelt en de nodige corrigerende maatregelen treft. |
1. De lidstaten waken erover dat de exploitant bij belangrijke onregelmatigheden of lekkage die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid of het milieu, als gedefinieerd volgens de criteria die moeten worden vastgesteld in de richtsnoeren van artikel 4, lid 3, onmiddellijk de bevoegde autoriteit in kennis stelt en de nodige corrigerende maatregelen treft. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er zijn concreet meetbare criteria en referentierichtsnoeren nodig. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 97 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 16 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De in lid 1 bedoelde corrigerende maatregelen worden getroffen op basis van het plan met corrigerende maatregelen dat overeenkomstig artikel 7, lid 6 en artikel 9, lid 6 bij de bevoegde autoriteit is ingediend, respectievelijk door die autoriteit is goedgekeurd. |
2. De in lid 1 bedoelde corrigerende maatregelen worden getroffen op basis van het plan met corrigerende maatregelen dat overeenkomstig artikel 7, lid 6 en artikel 9, lid 6 bij de bevoegde autoriteit en de Commissie is ingediend, respectievelijk door die autoriteit en de Commissie is goedgekeurd. Deze maatregelen worden openbaar gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Verplicht toezicht op communautair niveau is nodig om te zorgen voor een consistente tenuitvoerlegging van de eisen. De burgers moeten volledig toegang hebben tot deze informatie. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 98 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 16 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. De bevoegde autoriteit kan de exploitant op om het even welk moment verzoeken aanvullende of andere corrigerende maatregelen te treffen dan die welke in het plan met corrigerende maatregelen zijn opgenomen. Zij kan ook altijd zelf corrigerende maatregelen treffen en verhaalt in dat geval de relevante kosten op de exploitant. |
3. De bevoegde autoriteit kan van de exploitant op om het even welk moment eisen aanvullende of andere corrigerende maatregelen te treffen dan die welke in het plan met corrigerende maatregelen zijn opgenomen, met name betreffende de tenuitvoerlegging van noodevacuatieplannen in geval van een belangrijk risico van lekkage. Zij kan ook altijd zelf corrigerende maatregelen treffen en verhaalt in dat geval de relevante kosten op de exploitant. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er is een groot verschil tussen verzoeken en eisen. De bevoegde autoriteit staat sterker als ze dit kan eisen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 99 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 17 – lid 1 – letter b | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(b) op verzoek van de exploitant, na instemming van de bevoegde autoriteit; |
(b) op verzoek van de exploitant, na instemming van de bevoegde autoriteit; of | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 100 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 17 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. Nadat een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van lid 1 blijft de exploitant verantwoordelijk voor het onderhoud, de monitoring, het toezicht, de rapportering en de corrigerende maatregelen overeenkomstig de eisen van deze richtlijn, alsook voor de daaruit voortvloeiende verplichtingen overeenkomstig de relevante communautaire wetgeving, totdat de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie is overgedragen aan de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 18, lid 1 tot en met 4. De exploitant is ook verantwoordelijk voor de afsluiting van de opslaglocatie en de verwijdering van de injectiefaciliteiten. |
2. Nadat een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van lid 1 blijft de exploitant verantwoordelijk voor het onderhoud, de monitoring, het toezicht, de rapportering en de corrigerende maatregelen overeenkomstig de eisen van deze richtlijn, alsook voor de daaruit voortvloeiende verplichtingen overeenkomstig de relevante communautaire wetgeving, totdat de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie is overgedragen aan de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 18, lid 1 tot en met 4. De afsluiting van de opslaglocatie is pas na afdichting ervan en de verwijdering van de injectiefaciliteiten door de exploitant voltooid. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Deze wijziging is noodzakelijk, ten eerste om artikel 18, lid 1 te kunnen toepassen en ten tweede om te voorkomen dat de verantwoordelijkheid voor de afgesloten opslaglocatie krachtens artikel 18, lid 1 wordt overgedragen aan de bevoegde autoriteit zonder volledige afdichting en verwijdering van de injectiefaciliteiten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 101 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 17 – lid 3 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. Aan de in lid 2 genoemde verplichtingen wordt voldaan op basis van een door de exploitant uitgewerkt plan voor de periode na afsluiting, gebaseerd op de beste praktijken en in overeenstemming met de in bijlage II, onder 2, bedoelde eisen. Een voorlopig plan voor de periode na afsluiting wordt ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 7, lid 7 respectievelijk artikel 9, lid 7. Voordat een opslaglocatie wordt afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van lid 1 wordt het voorlopige plan voor de periode na afsluiting: |
3. Aan de in lid 2 genoemde verplichtingen wordt voldaan op basis van een door de exploitant uitgewerkt plan voor de periode na afsluiting, gebaseerd op de beste praktijken en door de Commissie uit te werken richtsnoeren in overeenstemming met de in bijlage II, onder 2 bedoelde eisen. Een voorlopig plan voor de periode na afsluiting wordt ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 7, lid 7 respectievelijk artikel 9, lid 7. Voordat een opslaglocatie wordt afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van lid 1 wordt het voorlopige plan voor de periode na afsluiting: | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 102 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 17 – lid 3 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) naar gelang nodig geactualiseerd, met name met het oog op gebruikmaking van de beste praktijken; |
(a) naar gelang nodig geactualiseerd op basis van de uit te voeren risicoanalyse, van de beste praktijken en technologische verbeteringen, maar zonder onredelijke nieuwe eisen op te leggen; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 103 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 17 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
4. Nadat een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig punt c) van lid 1 blijft de bevoegde autoriteit verantwoordelijk voor het onderhoud, de monitoring, het toezicht, de rapportering en de corrigerende maatregelen overeenkomstig de eisen van deze richtlijn, alsook voor de daaruit voortvloeiende verplichtingen overeenkomstig de relevante communautaire wetgeving. Aan bij deze richtlijn vastgestelde eisen voor de periode na afsluiting wordt voldaan op basis van het voorlopige en eventueel geactualiseerde plan voor de periode na afsluiting als ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 7, lid 7 respectievelijk artikel 9, lid 7. |
4. Nadat een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig punt c) van lid 1 blijft de bevoegde autoriteit van de lidstaat verantwoordelijk voor het onderhoud, de monitoring, het toezicht, de rapportering en de corrigerende maatregelen overeenkomstig de eisen van deze richtlijn, alsook voor de daaruit voortvloeiende verplichtingen overeenkomstig de relevante communautaire wetgeving. Aan bij deze richtlijn vastgestelde eisen voor de periode na afsluiting wordt voldaan op basis van het voorlopige en eventueel geactualiseerde plan voor de periode na afsluiting als ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de lidstaat overeenkomstig artikel 7, lid 7 respectievelijk artikel 9, lid 7. Indien de bevoegde autoriteit deze maatregelen zelf treft, recupereert zij de kosten van de exploitant. Indien dit niet mogelijk is, wordt de in artikel 19, lid 2 genoemde financiële zekerheid hiervoor aangesproken. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 104 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 18 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. Wanneer een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van artikel 17, lid 1 wordt de verantwoordelijkheid voor de afgesloten locatie, met inbegrip van de uit de situatie voortvloeiende wettelijke verplichtingen, op eigen initiatief of op verzoek van de exploitant overgedragen aan de bevoegde autoriteit, wanneer en op voorwaarde dat uit alle beschikbare gegevens blijkt dat het opgeslagen CO2 voor onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft. De exploitant maakt in dat verband een verslag op waarin wordt aangetoond dat aan dit criterium is voldaan en dient dit bij de bevoegde autoriteit in opdat deze laatste de overdracht van verantwoordelijkheid kan goedkeuren. |
1. Wanneer een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van artikel 17, lid 1, blijft de verantwoordelijkheid voor de afgesloten locatie, met inbegrip van de uit de situatie voortvloeiende wettelijke verplichtingen, gedurende een interim-periode van ten minste 50 jaar bij de exploitant berusten. De overdracht aan de bevoegde autoriteit vindt pas plaats aan het einde van deze periode, wanneer en op voorwaarde dat uit alle beschikbare gegevens blijkt dat het opgeslagen CO2 voor onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft en aan de in de opslagvergunning vastgestelde criteria voor de overdracht van verantwoordelijkheid is voldaan. De exploitant maakt in dat verband een verslag op waarin wordt aangetoond dat aan deze criteria is voldaan en dient dit bij de bevoegde autoriteit in opdat deze laatste de overdracht van verantwoordelijkheid kan goedkeuren. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 105 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 18 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle door de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 opgestelde ontwerp-besluiten ter goedkeuring van de overdracht, inclusief de door de exploitant ingediende verslagen en al het overige materiaal dat door de bevoegde autoriteit voor de vaststelling van haar besluit relevant wordt geacht. Binnen een periode van zes maanden na hun indiening bij de Commissie kan de Commissie advies uitbrengen over dergelijke ontwerp-besluiten. |
2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle door de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 opgestelde ontwerp-besluiten ter goedkeuring van de overdracht, inclusief de door de exploitant ingediende verslagen en al het overige materiaal dat door de bevoegde autoriteit voor de vaststelling van haar besluit relevant wordt geacht. Binnen een periode van drie maanden na hun indiening bij de Commissie brengt de Commissie een raadgevend advies uit over dergelijke ontwerp-besluiten. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 106 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 18 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
4. Samen met het in lid 3 bedoelde besluit ter goedkeuring van de overdracht kan de bevoegde autoriteit geactualiseerde eisen voor de afsluiting van de opslaglocatie en de verwijdering van de injectiefaciliteiten overeenkomstig artikel 17, lid 2 en 3, mededelen aan de exploitant. De overdracht van verantwoordelijkheid vindt plaats nadat de locatie met zorg is afgesloten en de injectiefaciliteiten zijn verwijderd. |
4. Samen met het in lid 3 bedoelde besluit ter goedkeuring van de overdracht kan de bevoegde autoriteit geactualiseerde en redelijke eisen voor de afsluiting van de opslaglocatie en de verwijdering van de injectiefaciliteiten overeenkomstig artikel 17, lid 2 en 3, mededelen aan de exploitant. De overdracht van verantwoordelijkheid vindt plaats nadat de locatie met zorg is afgesloten en de injectiefaciliteiten zijn verwijderd. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Van een exploitant mag niet worden verlangd dat hij het risico loopt in onzekerheid te moeten verkeren omtrent de juridische redelijkheid van de eisen die hem kunnen worden opgelegd door een bevoegde autoriteit die wellicht de voor de richtlijn essentiële verantwoordelijkheid op lange termijn voor een bepaalde locatie wil ontlopen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 107 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 18 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
5. Na de overdracht van de verantwoordelijkheid overeenkomstig bovenstaande leden 1 tot en met 4 kan een einde worden gemaakt aan de monitoring. Wanneer echter lekkages of belangrijke onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt de monitoring opnieuw opgestart teneinde vast te stellen wat de omvang is van het probleem en hoe doeltreffend de corrigerende maatregelen zijn. |
5. Na de overdracht van de verantwoordelijkheid overeenkomstig bovenstaande leden 1 tot en met 4 kan de monitoring worden teruggebracht tot een minimumniveau dat noodzakelijk is om lekkages of belangrijke onregelmatigheden vast te stellen. Wanneer er echter als gevolg van monitoring- en andere procedures of als gevolg van voor andere doeleinden verkregen informatie lekkages of belangrijke onregelmatigheden worden vastgesteld, dient de monitoring volgens de voorschriften te worden uitgevoerd teneinde vast te stellen wat de omvang is van het probleem en hoe doeltreffend de corrigerende maatregelen zijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 108 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 18 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
6. Na overdracht van de verantwoordelijkheid aan de bevoegde autoriteit overeenkomstig bovenstaande leden 1 tot en met 4 worden geen kosten meer verhaald op de voormalige exploitant. |
6. Na overdracht van de verantwoordelijkheid aan de bevoegde autoriteit overeenkomstig bovenstaande leden 1 tot en met 4 worden geen kosten meer verhaald op de voormalige exploitant. Dit geldt echter niet in de gevallen waarin wordt vastgesteld dat de met het oog op de toepassing van lid 1 verstrekte informatie door de schuld of nalatigheid van de exploitant dan wel als gevolg van een daad van opzettelijke en moedwillige vervalsing op onjuiste informatie was gebaseerd. In dat geval blijft de exploitant aansprakelijk voor de kosten van corrigerende maatregelen om eventuele schade aan de volksgezondheid of het milieu te herstellen. | |||||||||||||||||||||||||||
|
In alle andere gevallen kunnen de kosten worden betaald uit het overeenkomstig artikel 19 bis opgerichte fonds, dat wordt gefinancierd uit bijdragen van de exploitanten en door de bevoegde autoriteit wordt beheerd. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 109 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 19 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten zorgen ervoor dat voordat een aanvraag voor een opslagvergunning wordt ingediend, afdoende maatregelen zijn genomen, via een financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening, op basis van door de lidstaten vast te stellen uitvoeringsbepalingen, om te waarborgen dat aan alle verplichtingen uit hoofde van een overeenkomstig deze richtlijn verleende vergunning kan worden voldaan, inclusief de afsluitingsprocedures en de bepalingen voor de periode na afsluiting, alsmede aan alle verplichtingen ten gevolge van opname in de werkingssfeer van Richtlijn 2003/87/EG. |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat voordat er een vergunning wordt verstrekt afdoende maatregelen zijn genomen, via een financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening, op basis van door de lidstaten vast te stellen uitvoeringsbepalingen, om te waarborgen dat aan alle verplichtingen uit hoofde van een overeenkomstig deze richtlijn verleende vergunning kan worden voldaan, inclusief de afsluitingsprocedures en de bepalingen voor de periode na afsluiting, alsmede aan alle verplichtingen ten gevolge van opname in de werkingssfeer van Richtlijn 2003/87/EG. | |||||||||||||||||||||||||||
|
De Commissie stelt richtsnoeren op aan de hand waarvan de lidstaten besluiten kunnen nemen omtrent het bedrag van de vereiste financiële zekerheid. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 110 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 19 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 19 bis
Financieel mechanisme
In de lidstaten die opslag op hun grondgebied toestaan, wordt een financieel instrument gecreëerd en bekostigd door middel van jaarlijkse bijdragen die door de exploitanten van de opslaglocaties worden betaald van zodra met de injectie van CO2 wordt begonnen en totdat de locatie wordt gesloten. Dit fonds wordt beheerd en bestuurd door de bevoegde autoriteit.
De bijdragen van de exploitanten worden berekend in verhouding tot de capaciteit van de opslaglocatie gemeten in CO2- volume-eenheden en het risicoprofiel van de locatie volgens de in bijlage I genoemde parameters. De bijdragen nemen een einde na overdracht van de verantwoordelijkheid aan de bevoegde autoriteit.
Het fonds dient ter dekking van de kosten van monitoring, toezicht en sanering die door de bevoegde autoriteit moeten worden gemaakt nadat de verantwoordelijkheid aan haar is overgedragen. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De instelling van een financieel mechanisme verschaft de lidstaten extra financiële zekerheid ter dekking van de kosten van monitoring, toezicht en sanering zodra de verantwoordelijkheid voor opslaglocaties door de exploitanten is overgedragen. Ook zorgt het fonds voor extra inkomsten voor de lidstaten in geval van insolventie van de zijde van exploitanten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 111 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 20 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat potentiële gebruikers overeenkomstig het bepaalde in lid 2 tot en met 4 toegang krijgen tot de CO2-transportnetwerken en tot opslaglocaties met het oog op de geologische opslag van geproduceerd en afgevangen CO2. |
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat potentiële gebruikers overeenkomstig het bepaalde in lid 2 tot en met 4 toegang krijgen tot de CO2-transportnetwerken en tot opslaglocaties met het oog op de geologische opslag van geproduceerd en afgevangen CO2. De gebruikers dragen evenwel de volledige kosten van de toegang tot die netwerken en opslaglocaties. Te dien einde worden alle pijpleidingen waarvoor een nieuwe vergunning is vereist over het algemeen zo ontworpen dat zij geschikt zijn voor het vervoer van elke CO2-stroom van een bepaalde minimumkwaliteit, die wordt vastgesteld volgens de comitéprocedure. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Beperking van de toegang en discriminatie op grond van vermeende technische non-compatibiliteit kunnen zo worden voorkomen. Bovendien kan eenieder die in Europa een installatie bouwt, er zeker van zijn dat zijn CO2 – mits op een bepaald kwaliteitsniveau gebracht – niet wegens technische incompatibiliteit van het transportnetwerk kan worden geweerd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Energieproducenten moeten de kosten voor het vervoer (en eventueel de opslag) van hun CO2-emissies betalen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 112 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 20 – lid 2 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De in lid 1 bedoelde toegang wordt verleend onder door de lidstaten vastgestelde voorwaarden. De lidstaten nemen de doelstellingen van eerlijke en open toegang in acht, rekening houdend met: |
2. De in lid 1 bedoelde toegang wordt op een door de lidstaten te bepalen transparante en niet-discriminerende manier verleend. De lidstaten staan garant voor de doelstellingen van eerlijke en open toegang, rekening houdend met: | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 113 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 20 – lid 2 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) de opslagcapaciteit die beschikbaar is of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld binnen de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde zones, alsmede de transportcapaciteit die beschikbaar is of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld; |
(a) de opslagcapaciteit die beschikbaar is binnen de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde zones, alsmede de transportcapaciteit die beschikbaar is; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De schrapping van de woorden “of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld” wordt voorgesteld omdat deze een verplichting tot verlenging lijken in te houden. Ter wille van de economische levensvatbaarheid, die in verhouding dient te staan tot de hoge investeringskosten, moet het mogelijk zijn langlopende contracten te sluiten met klanten in verband met de toegang tot vervoer of opslaglocaties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 114 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 20 – punt 2 – letter e bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(e bis) de noodzaak te zorgen voor passende voorschriften met het oog op de vaststelling van de voorwaarden voor grensoverschrijdend vervoer van CO2-stromen en CO2-stromen in doorvoer, op een wijze die concurrentievervalsing als gevolg van de geografische ligging van potentiële gebruikers binnen de Europese Unie voorkomt; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het is van belang dat exploitanten in lidstaten zoals Griekenland niet benadeeld worden door hun geografische ligging of door mogelijke beperkingen ten aanzien van de ontwikkeling van opslaglocaties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 115 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 21 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten stellen geschillenbeslechtingsprocedures vast, met inbegrip van een onafhankelijk van de partijen staande autoriteit met toegang tot alle relevante informatie, teneinde geschillen met betrekking tot de toegang tot CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties op een doeltreffende wijze te beslechten, rekening houdend met de in artikel 20, lid 2 bedoelde criteria en het aantal partijen dat bij onderhandelingen over dergelijke toegang betrokken is. |
1. De lidstaten stellen geschillenbeslechtingsprocedures vast, met inbegrip van een onafhankelijk van de partijen staande autoriteit met toegang tot alle relevante informatie. De bewuste autoriteit moet trachten: (a) geschillen met betrekking tot de ontwikkeling van CO2-infrastructuur en tot de toegang tot CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties op een doeltreffende wijze te beslechten, rekening houdend met de in artikel 20, lid 2 bedoelde criteria en het aantal partijen dat bij onderhandelingen over dergelijke toegang betrokken is; | |||||||||||||||||||||||||||
|
(b) tussen de bevoegde autoriteit en de houders van exploratie- of opslagvergunningen te bemiddelen bij geschillen die anders tot een rechtsgeding kunnen leiden. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Een geschillenbeslechtingsprocedure die voorziet in bemiddeling om kostbare en langdurige juridische procedures te voorkomen is in dit geval nuttig en mag niet uitsluitend worden gebruikt voor aangelegenheden betreffende het transportnetwerk. Er moet ook gebruik van kunnen worden gemaakt om te bemiddelen in geschillen tussen de bevoegde autoriteit en exploitanten of aanvragers van vergunningen. Derhalve moet er via een nieuw artikel 23 bis in hoofdstuk 6 (algemene bepalingen) een herziene versie van de geschillenbeslechtingsregeling worden geïntroduceerd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 116 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 21 – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
2 bis. De beslechting van grensoverschrijdende geschillen inzake de betrekkingen tussen lidstaten en derde landen vindt plaats overeenkomstig het internationaal recht. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het deel van de geosfeer dat het opslagcomplex omvat kan groter blijken te zijn dan aanvankelijk werd gedacht op basis van geologisch onderzoek en kan zich uitstrekken tot het grondgebied van derde landen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 117 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 22 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
De lidstaten richten een bevoegde autoriteit op of wijzen deze aan die belast wordt met de bij deze richtlijn vastgestelde taken. Wanneer meer dan één bevoegde autoriteit is aangewezen, worden de uit hoofde van deze richtlijn verrichte werkzaamheden van deze autoriteiten gecoördineerd. |
De lidstaten richten een bevoegde autoriteit op of wijzen deze aan die belast wordt met de bij deze richtlijn vastgestelde taken. Wanneer meer dan één bevoegde autoriteit is aangewezen, stellen de lidstaten maatregelen vast ter coördinatie van de uit hoofde van deze richtlijn verrichte werkzaamheden. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 118 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 22 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 22 bis | |||||||||||||||||||||||||||
|
Technische onderzoekscommissie | |||||||||||||||||||||||||||
|
De Commissie stelt een technische onderzoekscommissie in om haar te assisteren bij de voorbereiding van optimale praktijkrichtsnoeren ten behoeve van de bevoegde autoriteiten en exploitanten. De onderzoekscommissie gaat op een open en transparante manier te werk. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 119 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 24 – titel | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
Register van afgesloten opslaglocaties |
Register van opslaglocaties | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Opslaglocaties kunnen gedurende zeer lange tijd in gebruik blijven. De desbetreffende registers, die voor tal van andere doeleinden als referentiebron zullen worden gebruikt, moeten compleet zijn en dienen zowel nog in gebruik zijnde als afgesloten opslaglocaties te omvatten. Om onnodige bureaucratische rompslomp te voorkomen, zou het niet nodig moeten zijn om Brussel meer dan eenmaal in de drie jaar over iedere doorgevoerde verandering van uitvoerige details te voorzien. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 120 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 24 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De bevoegde autoriteit legt een register van alle afgesloten opslaglocaties en de omringende opslagcomplexen aan, inclusief kaarten van hun ruimtelijke omvang, en houdt dit register bij de tijd. |
1. De bevoegde autoriteit legt onverwijld een register van alle nog in gebruik zijnde en afgesloten opslaglocaties en de omringende opslagcomplexen aan, inclusief kaarten van hun ruimtelijke omvang en andere relevante informatie om te kunnen vaststellen dat het opgeslagen CO2 duurzaam en volledig ingesloten blijft, en houdt dit register vervolgens bij de tijd. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 24, titel. | ||||||||||||||||||||||||||||
Het register moet alle informatie bevatten die nodig is om de gevaren die van het locatiecomplex uitgaan of activiteiten die gevaar kunnen opleveren voor de locatie, te kunnen beoordelen. Kaarten alleen zijn daartoe niet voldoende. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 121 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 24 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
2. De nationale bevoegde autoriteiten houden bij hun relevante planningsprocedures en bij het vergunnen van activiteiten die de geologische opslag van CO2 in de afgesloten opslaglocaties kunnen beïnvloeden of daardoor kunnen worden beïnvloed, rekening met dit register. |
2. De nationale bevoegde autoriteiten houden bij hun relevante planningsprocedures en bij het vergunnen van activiteiten die de geologische opslag van CO2 in nog in gebruik zijnde en afgesloten opslaglocaties kunnen beïnvloeden of daardoor kunnen worden beïnvloed, rekening met dit register. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 24, titel. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 122 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 24 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
3. Na de opstelling van het register en bij elke actualisering ervan, wordt het ter kennis gebracht van de Commissie. |
3. Bij de opstelling van het register wordt het ter kennis gebracht van de Commissie. Om de drie jaar worden samen met de in artikel 25, lid 1 bedoelde verslagen geactualiseerde rapporten uitgebracht. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij artikel 24, titel. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 123 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 27 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
De Commissie kan de bijlagen wijzigen. Deze maatregelen, die tot doel hebben niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2 bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
De Commissie kan wijzigingen in de bijlagen voorstellen. Deze maatregelen, die tot doel hebben niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2 bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 124 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 30 – punt -1 (nieuw) Richtlijn 96/61/EG Artikel 9 - lid 3 – alinea's 3 t/m 6 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
(-1) In artikel 9, lid 3 van Richtlijn 96/61/EG worden de derde, vierde, vijfde en zesde alinea geschrapt. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Bij de ETS-richtlijn van 2003 werd het gebruik van de IPPC-richtlijn voor de regeling van CO2-emissies van grote industriële installaties afgeschaft, behalve in bepaalde specifieke omstandigheden. Gezien de toenemende urgentie om broeikasgasemissies te verminderen en dus naast de ETS nog andere instrumenten in te zetten, zoals op output gebaseerde emissienormen, is deze afschaffing niet langer wenselijk en moet dus uit de richtlijn worden geschrapt. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 125 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 31 Richtlijn 2000/60/EG Artikel 11 – lid 3 – letter j – streepje 3 bis | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Ter wille van het "voorzorgsbeginsel" moet artikel 31 van het ontwerp worden gewijzigd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 126 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Artikel 32 Richtlijn 2001/80/EG Artikel 9 bis | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De bovenstaande tekst strekt tot algehele vervanging van het door de Commissie in artikel 32 geformuleerde voorstel en van de desbetreffende amendementen 73 t/m 75, 240, 399 t/m 408 en ITRE-amendement 58. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 127 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 33 Richtlijn 2004/35/EG Bijlage III - punt 14 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het transport van CO2 moet ook worden opgenomen in de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn (Richtlijn 2004/35/EG). | ||||||||||||||||||||||||||||
De huidige formulering, die is beperkt tot de exploitatie van opslaglocaties, kan ertoe leiden dat milieuschade na sluiting niet meer gedekt is door de huidige aansprakelijkheidsregeling in het kader van de richtlijn betreffende milieuaansprakelijkheid. Het voorgestelde amendement stelt duidelijk dat de exploitant verantwoordelijk is voor het opheffen van de milieuschade, totdat de verantwoordelijkheid wordt overgedragen aan de bevoegde autoriteit. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 128 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 35 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 35 bis | |||||||||||||||||||||||||||
|
Verslag van de Commissie | |||||||||||||||||||||||||||
|
1. Op basis van de ervaring die is opgedaan met de afvang, de geologische opslag en het transport van CO2 en in het licht van de veranderingen in de internationale situatie publiceert de Commissie uiterlijk op 31 december 2012 een verslag over de vooruitgang op het gebied van de ontwikkeling en invoering van technologieën die het mogelijk maken de CO2 die geproduceerd wordt bij elektriciteitsproductie met behulp van fossiele brandstoffen, af te vangen en op te slaan. | |||||||||||||||||||||||||||
|
2. In dit verslag zal onder meer worden ingegaan op de volgende punten: | |||||||||||||||||||||||||||
|
– de vorderingen die geboekt zijn bij de invoering van de technologie in de lidstaten via demonstratieprojecten op commerciële schaal; | |||||||||||||||||||||||||||
|
– de vorderingen die geboekt zijn bij de ontwikkeling van de technologie, met inbegrip van de energie-efficiëntie van het afvangproces (“energieverlies”) en het te verwachten tijdschema voor beschikbaarheid van de technologie in de handel; | |||||||||||||||||||||||||||
|
– de meest recente ramingen van de kosten in verband met de bouw en exploitatie van een met die technologie uitgeruste stookinstallatie; en | |||||||||||||||||||||||||||
|
– de meest recente ramingen van de beschikbaarheid en de capaciteit van passende infrastructuur voor het transport en de geologische opslag van CO2 in de lidstaten. | |||||||||||||||||||||||||||
|
3. Op basis van dit verslag dient de Commissie zo nodig een wetgevingsvoorstel in tot wijziging van de richtlijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement verplicht de Commissie ertoe de richtlijn te herzien en tegen uiterlijk 31 december 2012 met een herzien voorstel te komen. Dit is noodzakelijk om de lidstaten enige tijd te gunnen voor het op gang brengen van aanvullende demonstratieprojecten, terwijl de Commissie aldus ook al in een vroeg stadium in de gelegenheid wordt gesteld zich opnieuw te beraden over de belangrijke vraag of het gebruik van CCS-technologie in nieuwe met fossiele brandstoffen gestookte centrales al dan niet verplicht moet worden gesteld. Dit is niet alleen belangrijk om ervoor te zorgen dat alle mogelijke voorzieningen worden getroffen om de doelstellingen voor 2020 te halen, maar ook om het industriële concurrentievermogen van de EU op het gebied van de ontwikkeling en implementatie van nieuwe technologieën op mondiale schaal te kunnen handhaven. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 129 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 36 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 36 bis | |||||||||||||||||||||||||||
|
Herziening en verdere ontwikkelingen | |||||||||||||||||||||||||||
|
1. Op basis van de ervaringen met de toepassing van deze richtlijn, met inbegrip van de in artikel 25 bedoelde verslagen, en met name gezien de ervaringen met CCS-demonstratiecentrales, en afgaande op de technische vooruitgang en de recentste wetenschappelijke inzichten, stelt de Commissie uiterlijk tegen 2016 een verslag op over de toepassing van deze richtlijn, onder meer rekening houdend met: | |||||||||||||||||||||||||||
|
(a) de vraag of de permanente afvangst van CO2 op deze wijze eventuele negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk voorkomt of vermindert en elk daaruit voortvloeiend risico voor de menselijke gezondheid uitsluit; | |||||||||||||||||||||||||||
|
(b) de bepalingen die van toepassing zijn op elektriciteitsproducerende stookinstallaties die zijn gebouwd voor een nominale productiecapaciteit van 300 megawatt of meer, gelet op artikel 32; | |||||||||||||||||||||||||||
|
(c) de bepalingen over de toegang van derden in de artikelen 20 en 21. | |||||||||||||||||||||||||||
|
2. De Commissie legt haar verslag, waar nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen, voor aan het Europees Parlement en de Raad. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De Commissie dient de richtlijn te herzien in het licht van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 130 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 36 - lid 1 - alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [1 jaar na publicatie] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [2 jaar na publicatie] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Er is momenteel te weinig kennis voorhanden over de geologische opslag van CO2 om deze verplichting nu al in te voeren. Wij stellen voor het “afvangklaar” ontwikkelen verplicht te stellen, maar niet voordat de richtlijn overeenkomstig artikel 35 bis wordt herzien. De energiesector moet niet het risico lopen de kosten in verband met CCS te moeten dragen voordat de technologie volledig getest is in het kader van demonstratieprojecten. Alleen O&O-kosten (onderzoek en ontwikkeling) op het gebied van afvang, transport en geologische opslag van CO2 lijken gerechtvaardigd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 131 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Bijlage I – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
De in artikel 4 bedoelde karakterisering en evaluatie van opslaglocaties wordt uitgevoerd in vier fasen met gebruikmaking van de volgende criteria. Het is mogelijk af te wijken van één of meer van die criteria op voorwaarde dat niet wordt geraakt aan het vermogen om via karakterisering en evaluatie geschikte opslaglocaties te selecteren overeenkomstig artikel 4. |
De in artikel 4 bedoelde karakterisering en evaluatie van opslaglocaties wordt uitgevoerd in vier fasen met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken en van de volgende criteria. Van één of meer van die criteria kan door de bevoegde autoriteit eventueel worden afgeweken op voorwaarde dat niet wordt geraakt aan het vermogen om via karakterisering en evaluatie geschikte opslaglocaties te selecteren overeenkomstig artikel 4. De Commissie verzoekt de technische onderzoekscommissie om assistentie bij de uitwerking van de in artikel 4, lid 3 beoogde, voor de bevoegde autoriteiten bedoelde richtsnoeren omtrent het effectieve gebruik van deze criteria conform de beste beschikbare technieken. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het is aan de bevoegde autoriteit om te bepalen welke informatie per geval nodig is om adequaat te kunnen beoordelen op welke manier lekkagerisico's het beste kunnen worden geanalyseerd. Sommige van deze criteria zijn onduidelijk en het respectieve belang ervan verschilt aanzienlijk, zodat het van essentieel belang is dat er richtsnoeren worden vastgesteld met betrekking tot de beste beschikbare technieken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 132 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
Er moeten voldoende gegevens worden verzameld om een volumetrisch en dynamisch driedimensionaal (3-D) model voor de opslaglocatie en het opslagcomplex uit te werken, met inbegrip van de afsluitende laag (caprock) en het omliggende gebied, inclusief de hydraulisch verbonden gebieden. Deze gegevens omvatten minimaal de volgende complexe intrinsieke kenmerken: |
Om het lekkagerisico te kunnen bepalen moet er voldoende informatie worden verzameld om een volumetrisch en dynamisch driedimensionaal (3-D) model voor de opslaglocatie en het opslagcomplex uit te werken, met inbegrip van de afsluitende laag (caprock) en het omliggende gebied, inclusief de hydraulisch verbonden gebieden. Deze gegevens omvatten minimaal de volgende intrinsieke kenmerken met betrekking tot het opslagcomplex: | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 133 Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 1 – letter g | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(g) aanwezigheid van natuurlijke en door de mens veroorzaakte lekroutes die kunnen leiden tot lekkage, en toestand van deze routes. |
(g) aanwezigheid van natuurlijke en door de mens veroorzaakte lekroutes, met inbegrip van bronnen en boorgaten die kunnen leiden tot lekkage, en de toestand van deze routes. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 134 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 1 – letter k | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(k) mogelijke interactie met andere activiteiten (bv. exploratie, productie en opslag van koolwaterstoffen, geothermisch gebruik van waterhoudende grondlagen); |
(k) mogelijke interactie met andere activiteiten (bv. exploratie, productie en opslag van koolwaterstoffen), met name concurrentie met hernieuwbare energiebronnen (bv. geothermisch gebruik van waterhoudende grondlagen) en ondergrondse waterreserves; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Bij de beoordeling van opslaglocaties moet speciaal aandacht worden besteed aan de concurrentie tussen CO2-opslag en hernieuwbare energiebronnen, zoals het geothermisch gebruik van waterhoudende grondlagen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 135 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 1 – letter l | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(l) nabijheid van de voor opslag in overweging genomen potentiële CO2-bronnen (inclusief raming van de totale potentiële massa van CO2 die economisch beschikbaar is voor opslag). |
(l) nabijheid van de voor opslag in overweging genomen potentiële CO2-bronnen (inclusief raming van de totale potentiële massa van CO2 die economisch beschikbaar is voor opslag, omdat transport over lange afstanden prohibitief duur kan worden), evenals de beschikbaarheid van een veilig en adequaat transportnetwerk. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Transport van CO2 over lange afstanden kan erg duur worden, en daarom moeten de bevoegde autoriteiten weten of er binnen een bepaald gebied voldoende opslagcapaciteit beschikbaar is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 136 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 3 – punt 3.1 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) mogelijke injectiesnelheden en CO2-kenmerken; |
(a) mogelijke injectiesnelheden, CO2-kenmerken en de veranderingen daarvan onder invloed van temperatuur en druk; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Veranderingen in de fysische en chemische samenstelling van CO2 naar gelang van temperatuur en druk kunnen gevolgen hebben voor de vaststelling van de veiligheidskenmerken en voor de resultaten van simulaties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 137 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 3 – punt 3.1 – letter e | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(e) korte- en langetermijnsimulaties (om het CO2-gedrag te bestuderen in een tijdsbestek van decennia, dan wel millennia, inclusief de oplossnelheid van CO2 in water). |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 138 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 3 – punt 3.1 – letter f | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(f) het druk-volume- vs. tijdsgedrag van de opslagformatie; |
(f) het druk- en volumegedrag vs. het tijdsgedrag van de opslagformatie; | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 139 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 3 – punt 3.1 – letter o | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(o) het migratietempo (in niet-begrensde reservoirs); |
(o) het migratietempo (in reservoirs); | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Niet-begrensde reservoirs moeten niet worden toegelaten omdat zij gevaar opleveren voor volksgezondheid en milieu. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 140 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 3 – punt 3.3 – letter c | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(c) kritische parameters die het lekkagepotentieel beïnvloeden (bv. maximale reservoirdruk, maximale injectiesnelheid, gevoeligheid aan de verschillende aannamen in het statische geologische model, enz.); |
(c) kritische parameters die het lekkagepotentieel beïnvloeden (bv. maximale reservoirdruk, maximale injectiesnelheid, temperatuur, gevoeligheid aan de verschillende aannamen in het statische geologische model, enz.); | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Technische verduidelijking. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 141 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 4 – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(a) evaluatie van de blootstelling – gebaseerd op de kenmerken van het milieu en de spreiding van de menselijke bevolking boven het opslagcomplex, en het potentiële en toekomstige gedrag van CO2-lekken via de in de derde fase geïdentificeerde potentiële lekroutes; |
(a) evaluatie van de blootstelling – gebaseerd op de kenmerken van het milieu en de spreiding en activiteiten van de menselijke bevolking boven het opslagcomplex, en het potentiële en toekomstige gedrag van CO2-lekken via de in de derde fase geïdentificeerde potentiële lekroutes; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De evaluatie moet niet alleen gebaseerd zijn op het milieu en de bevolking, maar ook op de activiteiten rond het gebied. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 142 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I – fase 4 – letter b | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(b) evaluatie van de effecten – gebaseerd op de gevoeligheid van bepaalde soorten, gemeenschappen of habitats voor potentiële lekkage-incidenten als geïdentificeerd in de derde fase. Wanneer relevant worden ook de effecten van blootstelling aan verhoogde CO2-concentraties in de biosfeer in rekening gebracht (inclusief bodems, mariene sedimenten en water bij de zeebodem (asfyxiatie, hypercapnia, enz.) en verlaagde pH in dergelijke omgevingen ten gevolge van weglekkend CO2). Dit omvat ook een beoordeling van de effecten van andere stoffen die aanwezig kunnen zijn in de ontsnappende CO2-stromen (hetzij de in de oorspronkelijke injectiestroom aanwezige onzuiverheden, hetzij nieuwe verbindingen die bij de opslag van CO2 zijn ontstaan). Deze effecten worden nader bekeken op diverse schalen van ruimte en tijd en er wordt gekeken naar de onderscheiden grootteordes van lekkage-incidenten; |
(b) evaluatie van de effecten – gebaseerd op de gevoeligheid van bepaalde soorten, gemeenschappen of habitats voor potentiële lekkage-incidenten als geïdentificeerd in de derde fase. Wanneer relevant worden ook de effecten van blootstelling aan verhoogde CO2-concentraties in de biosfeer in rekening gebracht (inclusief bodems, mariene sedimenten en water bij de zeebodem (asfyxiatie, hypercapnia, enz.) en verminderde pH in dergelijke omgevingen ten gevolge van weglekkend CO2). Dit omvat ook een beoordeling van de effecten van andere stoffen die aanwezig kunnen zijn in de ontsnappende CO2-stromen (hetzij de in de oorspronkelijke injectiestroom aanwezige onzuiverheden, hetzij nieuwe verbindingen die bij de opslag van CO2 zijn ontstaan). Deze effecten worden nader bekeken op diverse schalen van ruimte en tijd en er wordt gekeken naar de onderscheiden grootteordes van lekkage-incidenten; | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Technische verduidelijking. In de vakliteratuur betekent“verlaagd” iets anders (een chemische reactie waarbij een chemische soort elektronen opneemt). | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 143 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage II – paragraaf 1 – punt 1.1 – alinea 3 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
De keuze van de monitoringtechnologie wordt gebaseerd op de beste praktijken die op het tijdstip van ontwerp beschikbaar zijn. De volgende opties worden nader bekeken en naar gelang van de behoeften gebruikt: |
De keuze van de monitoringtechnologie wordt gebaseerd op de beste praktijken die op het tijdstip van ontwerp beschikbaar zijn en wordt bijgesteld op grond van de ontwikkeling van de beste praktijken. De volgende opties worden nader bekeken en naar gelang van de behoeften gebruikt: | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De technologische ontwikkeling gaat snel en het is van belang gebruik te maken van de beste praktijken die er beschikbaar zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 144 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage II – paragraaf 1 – punt 1.1 – letter k | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(k) technologieën die informatie kunnen opleveren over het druk-volumegedrag en de distributie van saturatie in horizontale en verticale richting van de CO2-pluim, meer bepaald door toepassing van numerieke 3-D-simulatie op de 3-D-geologische modellen van de opslagformatie als uitgewerkt overeenkomstig artikel 4 en bijlage I; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
|
TOELICHTING
De mensheid zal nog decennialang voor een belangrijk deel van haar elektriciteitsproductie aangewezen blijven op het gebruik van steenkool. Zonder gebruikmaking van technologie voor CO2-afvang en -opslag ter preventie van het vrijkomen van CO2 in de atmosfeer zal het onmogelijk blijken op mondiale schaal de emissiebeperkingen te realiseren die noodzakelijk zijn om de zeer ernstige gevolgen van de klimaatverandering in te dammen.
Deze richtlijn stelt het kader en de voorwaarden voor het gebruik van CCS-technologie in Europa vast. Zij introduceert voorschriften voor de separatie en afvang van CO2 en het transport daarvan per pijpleiding. Voorts verschaft zij nadere uitleg omtrent de procedure voor de opsporing en het veilige gebruik van opslaglocaties in diepe ondergrondse gesteenten. De voorgestelde wetgeving bepaalt dat particuliere exploitanten de verantwoordelijkheid voor opslag van CO2 op zeer lange termijn aan een lidstaat kunnen overdragen, mits er nagenoeg volstrekte zekerheid over bestaat dat het lekkagerisico praktisch tot nul is gereduceerd.
Tevens stelt de Commissie voor alle nieuwe energiecentrales te bouwen volgens het "klaar voor CO2-vangst"-principe, m.a.w. dat zij tijdens de periode dat zij in bedrijf zijn kunnen worden uitgerust met CCS-apparatuur.
CCS valt niet bij alle milieudeskundigen in goede aarde; CO2-opslag is immers niet echt als een ideale "groene" oplossing te beschouwen. Het kan echter wel degelijk dienst doen als overbruggingstechnologie, die onze industriële samenleving helpt tijd te winnen om alternatieven te ontwikkelen op een schaal die nodig is om massale overschakeling van fossiele brandstoffen op CO2-vrije energieproductiemiddelen mogelijk te maken. Ook kan de technologie worden toegepast op gasgestookte energiecentrales en kan zij de emissies van grote industriecomplexen helpen terugdringen. In combinatie met het gebruik van biomassa in energiecentrales kan het gebruik van deze technologie een negatief emissiesaldo helpen opleveren en aldus als aanvulling dienen op het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. De nadruk moet echter blijven liggen op het gebruik van deze technologie om de problemen met kolengestookte centrales te lijf te gaan.
Steenkool is verantwoordelijk voor 24% van de Europese CO2-emissies, maar deze vallen in het niet vergeleken bij de hoeveelheden die elders in de wereld worden geproduceerd. In de VS wordt 50% van de elektriciteitsproductie op basis van steenkool gegenereerd, en voor India en China liggen deze percentages op respectievelijk 70% en 80%. Alleen al in deze drie landen wordt de bouw of vervanging van 850 kolengestookte centrales gepland. De vraag neemt inmiddels snel toe en het Internationaal Energieagentschap gaat ervan uit dat het wereldwijde gebruik van steenkool tegen 2030 met 70% zal stijgen, nog afgezien van alle inspanningen die worden geleverd om de opwekking van elektriciteit met behulp van hernieuwbare energiebronnen te stimuleren en het energieverbruik te beperken.
Het belang van de ontwikkeling van CCS-toepassingen in Europa mag niet worden onderschat. Wanneer het potentieel van deze technologie ten volle zou worden benut, zou daarmee tegen 2050 een beperking met 50% van onze CO2-emissies kunnen worden bewerkstelligd. Het als gevolg van de emissiehandelsregeling aan de energiesector opgelegde plafond zal in zeer belangrijke mate tot het beperken van de CO2-uitstoot bijdragen, en de prijs die voor emissievergunningen moet worden betaald heeft een remmend effect op de bouw van kolengestookte centrales die niet met CCS-technologie zijn uitgerust, maar waar het om gaat is vooral de mondiale situatie.
CCS-technieken vergen niet alleen een uitgebreide infrastructuur, maar beperken bovendien de totale elektriciteitsopwekkingscapaciteit met niet minder dan 25%. Zij resulteren onvermijdelijk in een verhoging van de prijs van met kolen opgewekte elektriciteit, terwijl daar op korte termijn geen economisch voordeel tegenoverstaat. Hun enige doel bestaat erin het vrijkomen van CO2-emissies in de atmosfeer te voorkomen om aldus te helpen bijdragen aan de strijd tegen de klimaatverandering. Indien de Europese Unie niet het goede voorbeeld geeft door de snelle ontwikkeling van deze technologie te bevorderen, is er weinig hoop dat India en China ertoe kunnen worden gebracht op deze technieken over te schakelen of dat deze landen ervan kunnen worden overtuigd dat het gebruik van deze technologie voorwaarde is voor het bereiken van een toekomstig internationaal akkoord ter bestrijding van klimaatverandering. De enorme CO2-productie die het gevolg is van het groeiende aantal kolengestookte centrales zal van jaar tot jaar blijven toenemen, en het gas zal nog vele decennia lang in de atmosfeer blijven hangen.
De legitieme bezorgdheid bij het publiek over het gebruik van CCS-technologie moet serieus worden genomen, maar moet ook in de juiste context worden geplaatst. De vrees bestaat kennelijk dat het transport en de opslag van inert CO2 een risico inhoudt, maar dat gevaar is nauwelijks te vergelijken met dat van het transport en de opslag van aardgas, dat in heel Europa als een doodgewone zaak wordt beschouwd. Dit giftige, ontvlambare en explosieve broeikasgas wordt niet alleen opgeslagen in tal van ondergrondse locaties, maar wordt zelfs via een buizenstelsel naar miljoenen huishoudens getransporteerd, waar het wordt verbrand!
De technologie voor het afvangen van CO2 is nog relatief onontwikkeld. Er moeten nieuwe technieken worden ontwikkeld en de bestaande moeten worden opgewaardeerd om te kunnen voorzien in de behoeften van grootschalige verbrandingsinstallaties. Verwacht wordt echter dat deze obstakels spoedig zullen kunnen worden overwonnen, en het is dan ook bemoedigend om vast te stellen dat Alstom in mei 2008 als eerste grote fabrikant heeft aangegeven dat er vanaf 2015 met CCS-technologie geoutilleerde centrales op commerciële schaal beschikbaar zullen zijn, op voorwaarde dat spoedig een begin kan worden gemaakt met de voorgenomen demonstratieprojecten, waardoor wij in staat zullen worden gesteld om al doende te leren, de technologieën uit te testen en de kosten te reduceren.
Ook heerst er bezorgdheid over de vraag of CO2 wel op een veilige manier in de diepe ondergrond kan worden opgeslagen en dat het naar de atmosfeer zou kunnen uitlekken en gezondheidsrisico's zou opleveren, waardoor het doel waarvoor het in eerste instantie was opgeslagen alsnog te niet zou worden gedaan. Kooldioxide is echter een natuurlijk bestanddeel van de lucht die wij inademen en zou alleen in zeer hoge concentraties op een bepaalde locatie enig risico kunnen opleveren. Het IPCC gaat uit van een lekkagerisico van niet meer dan 1% per 1000 jaar, een periode die viermaal zo lang is als de gehele geschiedenis van de industriële revolutie. Niettemin stelt de rapporteur zich op het standpunt dat elke lekkage waarvan een negatief effect op de volksgezondheid of het milieu zou kunnen uitgaan, voor hem onaanvaardbaar is.
Onze ervaring met CO2 is nog altijd beperkt, en het is van zeer groot belang dat opslaglocaties met zorg worden uitgekozen en alleen na intensief onderzoek in aanmerking worden genomen, maar het grootste lekkagerisico doet zich voor op het moment dat injectie plaatsvindt en onmiddellijk daarna. Wij kunnen dit probleem niet onopgelost naar de toekomstige generaties doorschuiven. De Noorse regering rapporteert in dat verband dat er zich in de 10 jaar dat er CO2 wordt geïnjecteerd in het Sleipner-veld onder de Noordzee nog niet één lekkage heeft voorgedaan, en dat er bovendien zelfs geen migratie buiten de voorspelde limieten heeft plaatsgevonden. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt opgeslagen CO2 stabieler en worden lekkages zelfs nog onwaarschijnlijker.
De rapporteur waardeert de adviezen en aanbevelingen die hij bij de opstelling van dit verslag van een groot aantal bedrijven en organisaties heeft ontvangen. Hij wil met name de Commissie bedanken voor haar hulp bij de voorbereiding van de amendementen tot herziening en verbetering van de voorgestelde wetgeving. Er blijven echter verschillen in benadering bestaan en de rapporteur aanvaardt de uitsluitende verantwoordelijkheid voor zijn conclusies en aanbevelingen.
Rekening houdend met de besparingen die zij de EU in termen van ETS-emissierechten opleveren, zullen de langetermijnkosten voor het gebruik van CCS-systemen naar verwachting te vergelijken zijn met die van andere stroomopwekkingstechnologieën, maar degenen die daarin een voortrekkersrol vervullen, zullen een hoge prijs moeten betalen en daarvoor is een zekere mate van publieke steun onontbeerlijk.
In maart 2007 heeft de Europese Raad zijn steun toegezegd voor de bouw van maximaal 12 grootschalige CCS-demonstratiecentrales tegen 2015. Het valt te hopen dat de extra middelen die nodig zijn om deze plannen te kunnen verwezenlijken nog voor de inwerkingtreding van deze richtlijn zullen kunnen worden gefinancierd.
ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (15.9.2008)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van de Richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG en 2006/12/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006
(COM(2008)0018 – C6‑0040/2008 – 2008/0015(COD))
Rapporteur voor advies (*): Françoise Grossetête
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies - Artikel 47 van het Reglement
BEKNOPTE MOTIVERING
In de mededeling van de Commissie in verband met het behalen van de doelstelling van de Gemeenschap om de klimaatverandering tot 2°C te beperken, wordt verduidelijkt dat in een context van wereldwijde vermindering van de CO2-uitstoot met 50% in 2050 een vermindering van de uitstoot in de geïndustrialiseerde wereld met 30% tegen 2020 vereist is, wat moet oplopen tot een vermindering met 60-80% tegen 2050. Om deze doelstellingen te bereiken, moeten alle uitstootverminderingsopties worden ingeschakeld, zoals prikkels om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, het vervangen van fossiele brandstoffen door andere alternatieve energiebronnen of het afvangen en opslaan van CO2 (Carbon Capture and Storage - CCS).
De opslag van CO2 is een techniek om de CO2-uitstoot in de atmosfeer te beperken door het gas van bij de productiebron op te vangen en vervolgens onder de grond op te slaan, waar het geen invloed meer heeft op de wereldwijde klimaatverandering. Het voordeel van deze oplossing is dat ze een antwoord biedt op het probleem van de uitstoot van broeikasgassen van bij de bron. Deze technologie moet echter voldoen aan de toegenomen eisen op het gebied van een adequate selectie en beheer van de opslaglocaties om het lekkagerisico tot een minimum te beperken.
Koolstofvastlegging zal in de eerste plaats van nut zijn voor grote industriële installaties, zoals elektriciteitscentrales die met vloeibare (aardolie), vaste (steenkool) of gasvormige (aardgas) fossiele brandstoffen worden gestookt, alsook voor gasraffinaderijen, meststofproducerende fabrieken en andere bedrijven waar grote hoeveelheden CO2 worden geproduceerd. Er moet bovendien op gewezen worden dat kolengestookte elektriciteitscentrales verantwoordelijk zijn voor een kwart van de totale CO2-uitstoot in Europa en voor een groot gedeelte van de stijgende CO2-uitstoot in Azië. Aangezien het aantal kolengestookte centrales in Europa en in de hele wereld blijft toenemen, is er een belangrijke rol weggelegd voor de ontwikkeling van technologie voor de afvang en geologische opslag van CO2.
De prijs van deze technologie moet nog dalen. De kosten van CCS zijn deels de kapitaalinvesteringen voor apparatuur om het CO2 af te vangen, te transporteren en op te slaan en deels de kosten voor de exploitatie van deze apparatuur teneinde de CO2 op te slaan. Er is immers een bepaalde hoeveelheid energie vereist voor de afvang, het transport en de injectie van CO2. Tegen de huidige prijzen van de desbetreffende technologie liggen de initiële investeringskosten ongeveer 30 tot 70% hoger dan bij standaardinstallaties. Daarenboven zijn de exploitatiekosten aanzienlijk hoger dan voor kolengestookte installaties die niet met CCS zijn uitgerust. CCS zal bijgevolg alleen worden gebruikt wanneer de kosten per ton vermeden CO2 lager liggen dan de koolstofprijs.
De EU-regeling voor de handel in emissierechten zal de voornaamste stimulans zijn voor de invoering van CCS. Binnen het emissiehandelssysteem zal afgevangen en in overeenstemming met het door de EU vastgestelde juridisch kader veilig opgeslagen CO2 als niet-uitgestoten worden beschouwd. Uit de prognoses die in het kader van de effectbeoordeling met betrekking tot de voorgestelde richtlijn zijn gemaakt, blijkt dat wanneer CCS wordt ingebed in de EU-regeling voor de handel in emissierechten en uitgaande van een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 20% in 2020, er in 2020 wellicht 7 miljoen ton CO2 kan worden opgeslagen, wat kan oplopen tot ongeveer 160 miljoen ton in 2030. Het op die manier vermeden CO2 zal in 2030 goed zijn voor ongeveer 15% van de in Europa vereiste uitstootvermindering.
Het is van wezenlijk belang dat er extra financiële middelen worden vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat het CCS-initiatief tot een gemeenschappelijke actie kan uitgroeien, die verder gaat dan de coördinerende structuur van een "projectnetwerk". Totdat de technologie commercieel levensvatbaar wordt, zullen de Europese en nationale overheden de bedrijven moeten helpen om de initiële investeringskosten voor CCS te dekken. Deze financiële inspanningen zijn absoluut noodzakelijk in de overgangsperiode van de huidige fossiele brandstoffen, die ook in de komende decennia nog een dominante rol zullen spelen, naar alternatieve energiebronnen die deze fossiele brandstoffen geleidelijk zullen vervangen.
Om deze overgang succesvol te laten verlopen, moet er in Europa nieuwe infrastructuur worden gebouwd. De inspanningen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O) moeten uiteraard worden voortgezet, maar de technologie moet nu getest worden om de betrouwbaarheid ervan aan te tonen. Daarnaast moeten er in de Europese Unie proef- en demonstratieprojecten worden georganiseerd. Zo moet onderzocht worden welke maatregelen genomen kunnen worden om in het kader van een duurzame ontwikkeling de demonstratie te garanderen van technologieën voor het gebruik van fossiele brandstoffen en met name van koolstof. Op basis hiervan zal de Commissie de meest geschikte manier moeten bepalen om het ontwerp, de bouw en de exploitatie te ondersteunen van ten hoogste 12 grootschalige installaties voor de demonstratie van deze technologieën.
CCS kan alleen commercieel levensvatbaar worden als de industrie en de overheid tijdig de nodige krachtige initiatieven nemen en sterke marktstimuli invoeren. Deze technologie moet de Europese Unie in staat stellen om wereldwijd een voortrekkersrol te spelen in de toepassing van een breed scala van schone, efficiënte en koolstofarme energietechnologieën.
Het Commissievoorstel vormt een goed uitgangspunt voor een debat over dit onderwerp, aangezien het in een duidelijker en zinvol juridisch kader voorziet voor de opslag van CO2. Het voorstel vormt tevens een strikt kader voor het vergunnings- en controleproces: planning, aard van de technische gegevens die in elke fase moeten worden verstrekt, overleg, monitoring, preventie, corrigerende maatregelen wanneer er zich problemen voordoen, financiële zekerheden, inspecties, controle, toegang van derden, enz. Deze tekst zal allicht geen onoverkomelijke problemen opleveren, mits er een aantal aanpassingen en verduidelijkingen in worden aangebracht.
De zin van CCS kan opnieuw in twijfel worden getrokken aangezien de lidstaten de mogelijkheid zouden hebben om zich te verzetten tegen de opslag van CO2 en zelfs tegen het zoeken naar opslaglocaties voor CO2 op hun gehele grondgebied of op een gedeelte daarvan. De technologie voor de opvang en het opslaan van kooldioxide wordt in de verschillende lidstaten op uiteenlopende wijze benaderd en niet overal even enthousiast onthaald. Sommige lidstaten beschikken overigens niet over nauwkeurige studies aangaande de opslagcapaciteit of -locaties op hun grondgebied.
Begin 2007 stelde de Commissie voor dat een groot aantal van de fabrieken die de meeste CO2 uitstoten hun installaties tegen 2020 compatibel zouden maken met CCS. Het idee werd later opnieuw van tafel geveegd onder het voorwendsel dat de technologie tegen die tijd financieel niet aantrekkelijk zou zijn. In de toekomstige richtlijn zou een rendez-vousclausule opgenomen kunnen worden inzake de herziening van de toekomstige richtlijn. Deze herziening zou het gebruik van CCS op een bepaald tijdstip verplicht kunnen stellen voor alle nieuwe verbrandingsinstallaties van meer dan 300 megawatt. De verplichting voor elke nieuwe verbrandingsinstallatie om in de toekomst uitgerust te zijn met CCS (notie "gereed om af te vangen") blijft relatief beperkt wanneer er geen duidelijke doelstellingen worden vastgelegd.
Er kunnen ook vraagtekens worden gezet bij de zeer korte termijn die wordt voorzien voor de exploratiefase, waarin met name injectietests met kleine hoeveelheden CO2 worden uitgevoerd. De resultaten van deze proeven worden meegenomen in de studies die aan de aanvraag van een opslagvergunning voorafgaan. Eerdere ervaringen met het zoeken naar opslaglocaties voor aardgas lijken erop te wijzen dat deze exploratiefase vaak aanzienlijk langer duurt, in een specifieke geologische context.
Er moet meer onderzoek worden gedaan naar de mogelijke impact op het milieu van CO2-opslag en lekkage in de bodem en in het mariene milieu. De meest heikele kwesties zullen naar verwachting verband houden met de eigendomsrechten en aansprakelijkheid in geval van lekkage.
CCS is geen even populaire oplossing als windenergie, getijdenenergie of zonne-energie. Er blijven nieuwe ontwikkelingen nodig, voornamelijk wat betreft de opslag. Bovendien zullen nog tal van hindernissen uit de weg moeten worden geruimd vooraleer CCS kan uitgroeien tot een volwaardige techniek om de uitstoot van CO2 te beperken.
AMENDEMENTEN
De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 4 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(4) Koolstofafvang en -opslag (Carbon Capture and Storage - CCS) is één van de middelen om de klimaatverandering te matigen. De techniek bestaat erin dat de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2) wordt opgevangen, wordt getransporteerd naar een opslaglocatie en daar ten slotte wordt geïnjecteerd in een geschikte geologische formatie met het oog op opslag voor onbeperkte duur. |
(4) Koolstofafvang en -opslag (Carbon Capture and Storage - CCS) is één van de middelen om de klimaatverandering te matigen. De techniek bestaat erin dat de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2) wordt opgevangen, wordt getransporteerd naar een opslaglocatie en daar ten slotte wordt geïnjecteerd in een geschikte geologische formatie met het oog op opslag voor onbeperkte duur. Om te voorkomen dat de verwachte voordelen van de CCS-technologie in de vorm van minder uitstoot van CO2 weer teniet worden gedaan, moet er speciaal op worden gelet dat deze technologie niet wordt gebruikt als aanmoediging voor uitbreiding van het aantal energiecentrales die op conventionele brandstoffen werken. | |||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(4 bis) Uit de prognoses die in het kader van de effectbeoordeling met betrekking tot de voorgestelde richtlijn zijn gemaakt, blijkt dat, mits CCS wordt ondersteund door de EU-regeling voor de handel in emissierechten, en uitgaande van een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 20% in 2020, er in 2020 wellicht zeven miljoen ton CO2 kan worden opgeslagen, wat kan oplopen tot 160 miljoen ton in 2030. De op die manier vermeden CO2-emissies zullen al in 2030 goed zijn voor ongeveer 15% van de in Europa vereiste uitstootvermindering. | |||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 7 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(7 bis) Voor iedere component – zowel voor het afvangen als voor het vervoer en de opslag van CO2 – zijn afzonderlijke proefprojecten uitgevoerd, maar zij moeten alsnog worden geïntegreerd in het complete CCS-proces, en de technologische kosten daarvan moeten nog verder worden teruggedrongen. De grootste CO2-opslagprojecten waarbij EU-ondernemingen zijn betrokken, zijn het Sleipner-project in de Noordzee (Statoil) en het In Salah-project in Algerije (Statoil, BP en Sonatrach). Andere nog lopende proefprojecten zijn het Vattenfall-project in Schwarze Pumpe in Duitsland (deelstaat Brandenburg) en het CCS-project van Total in het Lacq-gebied in Frankrijk. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Verduidelijking ten opzichte van het amendement in het ontwerpadvies dat de tot nu toe uitgevoerde projecten geen demonstratie-, maar proefprojecten waren. | ||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 7 ter (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(7 ter) Er moet zo snel mogelijk werk worden gemaakt van de EU-initiatieven inzake CCS-demonstratie binnen een geïntegreerd beleidskader, met inbegrip van doelgerichte inspanningen op het gebied van O&O door middel van proefprojecten en bewustmakings- en sensibiliseringsmaatregelen ten behoeve van het publiek. Indien de Europese Unie erin slaagt haar mondiale voortrekkersrol bij de ontwikkeling van CCS-technologieën te behouden, zullen EU-ondernemingen, mede gezien de snelle marktontwikkeling van deze technologieën, kunnen profiteren van nieuwe afzetmogelijkheden in derde landen zoals China of India. | |||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 13 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(13 bis) Naast een wetgevingskader voor de opslaglocatie, moet er zo snel mogelijk gezorgd worden voor stimuleringsmaatregelen voor de verdere ontwikkeling van de technologie, steun voor de bouw van demonstratie-installaties en voor een door de lidstaten te creëren wetgevingskader voor het transport van CO2 , teneinde het gebruik van CCS- technologie op ruimere schaal te verbreiden. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Om te verduidelijken dat er méér wettelijke besluiten betreffende en financiële steun voor CCS-technologieën en -demonstratie-installaties nodig zijn. | ||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 14 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(14) Deze richtlijn moet gelden voor de geologische opslag van CO2 binnen het grondgebied van de lidstaten, hun exclusieve economische zones en hun continentaal plat. De richtlijn mag niet gelden voor onderzoeksprojecten. Zij moet echter van toepassing zijn op demonstratieprojecten met een totale geplande opslagcapaciteit van 100 kiloton of meer. Deze drempel lijkt ook passend voor andere relevante communautaire wetgeving. De opslag van CO2 in geologische formaties die vallen buiten het territoriale bereik van deze richtlijn en de opslag van CO2 in de waterkolom mogen niet toegestaan zijn. |
(14) Deze richtlijn moet gelden voor de geologische opslag van CO2 binnen het grondgebied van de lidstaten, hun exclusieve economische zones en hun continentaal plat. De richtlijn mag niet gelden voor onderzoeksprojecten. Zij moet echter van toepassing zijn op demonstratieprojecten met een totale geplande opslagcapaciteit van 150 kiloton of meer. Deze drempel moet het mogelijk maken bestaande of voorgenomen O&O-proefprojecten in de lidstaten buiten de werkingssfeer van deze richtlijn te laten vallen en lijkt ook passend voor andere relevante communautaire wetgeving. De opslag van CO2 in geologische formaties die vallen buiten het territoriale bereik van deze richtlijn en de opslag van CO2 in de waterkolom mogen niet toegestaan zijn. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Enkele van de omvangrijkste O&O-proefprojecten die in een aantal lidstaten zijn opgezet, hebben een vermogen van ongeveer 30 MW voor een totale injectie van ongeveer 120 tot 140 kt. De door de EU-Commissie voorgestelde drempel voor uitsluiting van O&O-proefprojecten is niet hoog genoeg om zulke O&O-proefprojecten van de werkingssfeer van de richtlijn uit te sluiten, met als gevolg dat de richtlijn de door de nationale instanties verkregen vergunning voor die projecten dreigt te doorkruisen. Om die reden moet de voorgestelde drempel van 100 kt worden verhoogd tot 150 kt. | ||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 15 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(15) De lidstaten moeten het recht behouden om de gebieden op hun grondgebied te bepalen waarbinnen opslaglocaties mogen worden geselecteerd. De selectie van geschikte opslaglocaties is cruciaal om te waarborgen dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte tijd ingesloten blijft. Een site mag daarom uitsluitend als opslaglocatie worden geselecteerd als er geen belangrijk lekkagerisico bestaat en, in ieder geval, als er naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke risico's optreden voor het milieu en de volksgezondheid. Potentiële opslagcomplexen moeten daarom worden gekarakteriseerd en geëvalueerd overeenkomstig specifieke eisen. |
(15) De lidstaten moeten het recht behouden om de gebieden op hun grondgebied te bepalen waarbinnen opslaglocaties mogen worden geselecteerd. De selectie van geschikte opslaglocaties is cruciaal om te waarborgen dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte tijd ingesloten blijft. De lidstaten moeten derhalve in staat worden gesteld om bij de selectie van opslaglocaties op een zo objectief en doelmatig mogelijke wijze rekening te houden met de geologische eigenschappen daarvan, zoals bijvoorbeeld aardbevingsgevoeligheid. Een site mag uitsluitend als opslaglocatie worden geselecteerd als er geen belangrijk lekkagerisico bestaat en, in ieder geval, als er naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke risico's optreden voor het milieu en de volksgezondheid. Potentiële opslagcomplexen moeten daarom worden gekarakteriseerd en geëvalueerd overeenkomstig specifieke eisen. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
De lidstaten moeten opslaglocaties mogen kiezen omdat zij het best op de hoogte zijn van specifieke geologische kenmerken en op basis van deze kennis het best in staat zijn te beslissen of de noodzakelijke investeringen kunnen worden gedaan. | ||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 16 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(16) De lidstaten moeten bepalen in welke gevallen er exploratie vereist is om de gegevens die nodig zijn voor de locatieselectie te verzamelen. Een dergelijke exploratie moet aan een vergunningverplichting onderworpen zijn. De lidstaten moeten erover waken dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte criteria. Teneinde exploratie-investeringen aan te moedigen en te beschermen, moeten exploratievergunningen worden uitgereikt voor een gebied met beperkt volume en voor een beperkte tijd, tijd waarbinnen de houder van de vergunning over het exclusieve recht beschikt om het potentiële CO2-opslagcomplex te exploreren. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat gedurende deze periode geen conflicterend gebruik van het complex is toegestaan. |
(16) De lidstaten moeten bepalen in welke gevallen er exploratie vereist is om de gegevens die nodig zijn voor de locatieselectie te verzamelen. Een dergelijke exploratie moet aan een vergunningverplichting onderworpen zijn. De lidstaten moeten erover waken dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve, bekendgemaakte en niet -discriminerende criteria. Teneinde exploratie-investeringen aan te moedigen en te beschermen, moeten exploratievergunningen worden uitgereikt voor een gebied met beperkt volume en voor een periode van drie jaar, die – voor zover zulks noodzakelijk is om de activiteiten waarvoor de exploratievergunning is verleend te kunnen voortzetten – met verdere periodes van drie jaar kan worden verlengd, gedurende welke tijd de houder van de vergunning over het exclusieve recht beschikt om het potentiële CO2-opslagcomplex te exploreren. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat gedurende deze periode geen conflicterend gebruik van het complex is toegestaan. Worden er geen werkzaamheden verricht, dan dienen de lidstaten erop toe te zien dat de exploratievergunning wordt ingetrokken en aan andere entiteiten kan worden verleend. | |||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 17 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(17) Opslaglocaties mogen niet worden geëxploiteerd zonder een opslagvergunning. De opslagvergunning moet het belangrijkste instrument zijn om te waarborgen dat aan de wezenlijke eisen van deze richtlijn wordt voldaan en dat de geologische opslag derhalve op een voor het milieu veilige wijze plaatsvindt. |
(17) Opslaglocaties mogen niet worden geëxploiteerd zonder een opslagvergunning. De opslagvergunning moet het belangrijkste instrument zijn om te waarborgen dat aan de wezenlijke eisen van deze richtlijn wordt voldaan en dat de geologische opslag derhalve op een voor het milieu veilige wijze plaatsvindt. Zijn er exploraties verricht en ten gevolg daarvan benodigde investeringen gedaan, dan rechtvaardigen deze bij de houder van de exploratievergunning de verwachting dat hij ook de opslagvergunning zal krijgen. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Bedoeld bij wijze van stimulans voor het verrichten van exploratieactiviteiten. | ||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 18 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(18) Alle ontwerp-opslagvergunningen moeten worden ingediend bij de Commissie zodat die binnen een tijdsbestek van zes maanden advies kan uitbrengen over die ontwerp-vergunningen. Bij hun besluitvorming over het al dan niet verlenen van een vergunning moeten de nationale autoriteiten rekening houden met het Commissieadvies en wanneer zij daarvan afwijken moeten zij hun besluit motiveren. |
(18) De lidstaten dienen in de gelegenheid te worden gesteld hun ontwerp-opslagvergunning aan de Commissie voor te leggen, die uiterlijk drie maanden na de datum van voorlegging een raadgevend advies kan uitbrengen. | |||||||||||||||
Evaluatie op communautair niveau moet bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap en moet zo het vertrouwen van het publiek in CCS versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. |
Evaluatie op communautair niveau moet bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap en moet zo het vertrouwen van het publiek in CCS versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. | |||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 19 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(19) De bevoegde autoriteit moet de opslagvergunning opnieuw evalueren en waar nodig bij de tijd brengen of intrekken wanneer zij in kennis wordt gesteld van belangrijke onregelmatigheden of lekkages, wanneer uit de door de exploitant ingediende verslagen of de uitgevoerde milieu-inspecties blijkt dat de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd of wanneer zij op de hoogte wordt gebracht van andere inbreuken van de exploitant op de vergunningsvoorwaarden. Na intrekking van een vergunning moet de bevoegde autoriteit hetzij een nieuwe vergunning uitreiken, hetzij de opslaglocatie afsluiten. Ondertussen moet de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie overnemen, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Voor zover mogelijk recupereert de bevoegde autoriteit alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. |
(19) De bevoegde autoriteit moet de opslagvergunning opnieuw evalueren en waar nodig bij de tijd brengen of intrekken wanneer zij in kennis wordt gesteld van belangrijke onregelmatigheden of lekkages, wanneer uit de door de exploitant ingediende verslagen of de uitgevoerde milieu-inspecties blijkt dat de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd of wanneer zij op de hoogte wordt gebracht van andere inbreuken van de exploitant op de vergunningsvoorwaarden. Na intrekking van een vergunning moet de bevoegde autoriteit hetzij een nieuwe vergunning uitreiken, hetzij de opslaglocatie afsluiten. Ondertussen moet de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie overnemen, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. De bevoegde autoriteit recupereert alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Wanneer de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor een locatie overneemt wegens onregelmatigheden, lekkages, of verzuimen van de zijde van de exploitant, moeten de kosten nog steeds voor rekening komen van de exploitant. | ||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 21 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(21) Monitoring is essentieel om na te gaan of geïnjecteerd CO2 zich gedraagt zoals verwacht, of er geen migratie of lekkage optreedt en of een bepaald waargenomen lekkage-incident eventueel schadelijk kan zijn voor het milieu en de volksgezondheid. De lidstaten moeten er derhalve over waken dat de exploitant tijdens de exploitatiefase het opslagcomplex en de injectiefaciliteiten monitort op basis van een monitoringplan dat is uitgewerkt overeenkomstig specifieke monitoringeisen. Dit plan moet worden ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. |
(21) Monitoring is essentieel om na te gaan of geïnjecteerd CO2 zich gedraagt zoals verwacht, of er geen migratie of lekkage optreedt en of een bepaald waargenomen lekkage-incident eventueel schadelijk kan zijn voor het milieu en de volksgezondheid. De lidstaten moeten er derhalve over waken dat de exploitant tijdens de exploitatiefase het opslagcomplex en de injectiefaciliteiten monitort op basis van een monitoringplan dat is uitgewerkt overeenkomstig specifieke monitoringeisen. Dit plan moet worden ingediend bij en goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. De specifieke eisen van het monitoringplan moeten in overeenstemming zijn met de eisen in Richtlijn 2003/87/EG. | |||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 26 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(26) De verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen, moet worden overgedragen aan de bevoegde autoriteit indien en wanneer alle beschikbare informatie aantoont dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte duur zal ingesloten blijven. In dat verband moet de exploitant een verslag opstellen waarin wordt gedocumenteerd dat aan dit criterium is voldaan, dat hij bij de bevoegde autoriteit ter goedkeuring van de overdracht indient. Alle ontwerp-besluiten ter goedkeuring van een overdracht moeten bij de Commissie worden ingediend zodat die binnen een tijdsbestek van zes maanden advies kan uitbrengen over bedoelde ontwerp-goedkeuringsbesluiten. Bij hun besluitvorming over het toestaan van een overdracht moeten de nationale autoriteiten rekening houden met het Commissieadvies en wanneer zij daarvan afwijken moeten zij hun besluit motiveren. Zoals bij de evaluatie van de ontwerp-opslagvergunningen op communautair niveau, moet de communautaire evaluatie van ontwerp-goedkeuringsbesluiten bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap teneinde zo het vertrouwen van het publiek in CCS te versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. |
(26) De verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen, moet worden overgedragen aan de bevoegde autoriteit indien en wanneer alle beschikbare informatie aantoont dat het opgeslagen CO2 volledig en voor onbeperkte duur zal ingesloten blijven en dat aan alle in de opslagvergunning opgenomen eisen is voldaan. In dat verband moet de exploitant een verslag opstellen waarin wordt gedocumenteerd dat aan dit criterium is voldaan, dat hij bij de bevoegde autoriteit ter goedkeuring van de overdracht indient. Uiterlijk drie maanden na de datum van voorlegging kan de Commissie een raadgevend advies uitbrengen over de ontwerp-besluiten ter goedkeuring. Zoals bij de evaluatie van de ontwerp-opslagvergunningen op communautair niveau, moet de communautaire evaluatie van ontwerp-goedkeuringsbesluiten bijdragen tot de samenhang van de tenuitvoerlegging van de eisen van deze richtlijn in het geheel van de Gemeenschap teneinde zo het vertrouwen van het publiek in CCS te versterken, met name in de eerste periode van tenuitvoerlegging van de richtlijn. | |||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 28 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(28) Er moet worden voorzien in financiële regelingen teneinde het vertrouwen te vergroten dat kan worden voldaan aan de verplichtingen bij afsluiting en in de periode na afsluiting, de verplichtingen krachtens Richtlijn 2003/87/EG en de verplichtingen in het kader van deze richtlijn om corrigerende maatregelen te treffen in het geval van belangrijke onregelmatigheden of lekkage. De lidstaten moeten erop toezien dat de aanvrager van een vergunning een financiële regeling, in de vorm van een financiële zekerheid of een gelijkwaardig instrument, heeft getroffen alvorens hij de vergunningsaanvraag indient. |
(28) Er moet worden voorzien in financiële regelingen teneinde het vertrouwen te vergroten dat kan worden voldaan aan de verplichtingen bij afsluiting en in de periode na afsluiting, de verplichtingen krachtens Richtlijn 2003/87/EG en de verplichtingen in het kader van deze richtlijn om corrigerende maatregelen te treffen in het geval van belangrijke onregelmatigheden of lekkage. De lidstaten moeten erop toezien dat de aanvrager van een vergunning een financiële regeling, in de vorm van een financiële zekerheid of een gelijkwaardig instrument, heeft getroffen alvorens hij de opslaglocatie gebruikt. | |||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 29 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(29) Toegang tot de CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties kan een voorwaarde worden voor toegang tot of concurrerende functionering binnen de interne elektriciteits- en warmtemarkt, afhankelijk van de relatieve prijs van steenkool en CCS. Het is daarom passend om regelingen voor potentiële gebruikers te treffen om dergelijke toegang te verkrijgen. Dit moet gebeuren op een door elke lidstaat te bepalen manier, waarbij aan de doelstellingen van billijke en open toegang wordt voldaan en waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de transport- en opslagcapaciteit die beschikbaar is of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld, alsmede met het aandeel van CO2-afvang en geologische opslag in de CO2-reductieverplichtingen overeenkomstig internationale wettelijke instrumenten en de communautaire wetgeving. De lidstaten moeten ook geschillenbeslechtingsmechanismen vaststellen om geschillen met betrekking tot de toegang tot CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties op een snelle manier te kunnen regelen. |
(29) Toegang tot de CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties kan een voorwaarde worden voor toegang tot of concurrerende functionering binnen de interne elektriciteits- en warmtemarkt, afhankelijk van de relatieve prijs van steenkool en CCS. Het is daarom passend om regelingen voor potentiële gebruikers te treffen om dergelijke toegang te verkrijgen onder voorwaarden die geen aanleiding geven tot discriminatie. Dit moet gebeuren op een door elke lidstaat te bepalen manier, waarbij aan de doelstellingen van billijke en open toegang wordt voldaan en waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de transport- en opslagcapaciteit die beschikbaar is of redelijkerwijs beschikbaar kan worden gesteld, alsmede met het aandeel van CO2-afvang en geologische opslag in de CO2-reductieverplichtingen overeenkomstig internationale wettelijke instrumenten en de communautaire wetgeving. De gereguleerde toegang tot de transportinfrastructuur moet worden opgevat als een goede optie voor de operatoren tijdens de eerste jaren van de commerciële ontwikkeling van CCS. De lidstaten moeten ook geschillenbeslechtingsmechanismen vaststellen om geschillen met betrekking tot de toegang tot CO2-transportnetwerken en -opslaglocaties op een snelle manier te kunnen regelen. | |||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 30 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(30) Er zijn bepalingen vereist om te waarborgen dat in het geval van grensoverschrijdend CO2-transport, grensoverschrijdende opslaglocaties of grensoverschrijdende opslagcomplexen, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten gezamenlijk voldoen aan de eisen van deze richtlijn en van de overige communautaire wetgeving. |
(30) Er zijn bepalingen vereist om te waarborgen dat in het geval van grensoverschrijdend CO2-transport, grensoverschrijdende opslaglocaties of grensoverschrijdende opslagcomplexen, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten gezamenlijk voldoen aan de eisen van deze richtlijn en van de overige communautaire wetgeving, alsook van alle internationale overeenkomsten waarbij de lidstaten en/of de Gemeenschap partij zijn. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Bij grensoverschrijdende transporten en opslaglocaties dienen alle lidstaten en het nationale publiek daadwerkelijk bij de besluitvorming te worden betrokken. | ||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 31 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(31) De bevoegde autoriteit moet een register aanleggen en bij de tijd houden van alle afgesloten opslaglocaties en de omliggende opslagcomplexen, inclusief kaarten van hun ruimtelijke omvang, waarmee door de bevoegde nationale autoriteiten rekening moet worden gehouden bij hun relevante plannings- en vergunningsprocedures. Dit register moet ook ter kennis worden gebracht van de Commissie. |
(31) De bevoegde autoriteit moet een register aanleggen en bij de tijd houden van alle operationele en afgesloten opslaglocaties en de omliggende opslagcomplexen, inclusief kaarten van hun ruimtelijke omvang, waarmee door de bevoegde nationale autoriteiten rekening moet worden gehouden bij hun relevante plannings- en vergunningsprocedures. Dit register moet ook ter kennis worden gebracht van de Commissie. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Aangezien opslaglocaties soms heel lang operationeel zijn, moeten ook deze in een lijst worden opgenomen, met het oog op zowel veiligheid als transparantie. | ||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 37 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(37) De overgang naar elektriciteitsproductie met een laag koolstofgehalte vergt dat bij nieuwe investeringen in elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen maatregelen worden getroffen om een aanzienlijke emissiereductie te vergemakkelijken. Te dien einde moet Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties worden gewijzigd om de eis in te voeren dat alle stookinstallaties, waarvan de oorspronkelijke bouwvergunning of de oorspronkelijke exploitatievergunning wordt verleend na de inwerkingtreding van deze richtlijn, op hun locatie over voldoende ruimte voor het afvangen en comprimeren van CO2 beschikken en dat de beschikbaarheid van geschikte opslaglocaties en transportnetwerken, alsmede de technische haalbaarheid van modernisering van de installatie met het oog op het afvangen van CO2, zijn geëvalueerd. |
(37) De overgang naar elektriciteitsproductie met een laag koolstofgehalte vergt dat bij nieuwe investeringen in - eerst en vooral - alternatieve energievormen zoals hernieuwbare energie en - pas in de tweede plaats - elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen maatregelen worden getroffen om een aanzienlijke emissiereductie te vergemakkelijken. Te dien einde moet Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties worden gewijzigd om de eis in te voeren dat alle stookinstallaties, waarvan de oorspronkelijke bouwvergunning of de oorspronkelijke exploitatievergunning wordt verleend na de inwerkingtreding van deze richtlijn, op hun locatie over voldoende ruimte voor het afvangen en comprimeren van CO2 beschikken en dat de beschikbaarheid van geschikte opslaglocaties en transportnetwerken, alsmede de technische haalbaarheid van modernisering van de installatie met het oog op het afvangen van CO2, zijn geëvalueerd. | |||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – lid 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
2. Het doel van geologische opslag is de permanente insluiting van CO2 op een dergelijke manier dat negatieve effecten op het milieu en resulterende risico's voor de volksgezondheid zoveel mogelijk worden voorkomen of verminderd. |
2. Het doel van geologische opslag is de permanente en veilige insluiting van CO2 op een dergelijke manier dat negatieve effecten op het milieu en de volksgezondheid zoveel mogelijk worden voorkomen. | |||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 – lid 4 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
4. Het is niet toegestaan CO2 op te slaan in de waterkolom. |
4. Het is niet toegestaan CO2 op te slaan in de waterkolom of op de zeebodem. | |||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 3 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(3) "opslaglocatie", een specifieke geologische formatie die gebruikt wordt voor de geologische opslag van CO2; |
(3) "opslaglocatie", een specifiek deel van een geologische formatie die geschikt is voor de geologische opslag van CO2; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Nadere precisering. | ||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 5 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(5) "lekkage", het weglekken van CO2 uit het opslagcomplex; |
(5) "lekkage", het in beduidende mate weglekken van CO2 uit het opslagcomplex; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Precisering en aanpassing aan de beschrijving van de Commissie met betrekking tot het bijzondere IPCC-verslag over CCS. | ||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 7 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(7) "exploratie", de beoordeling van potentiële opslagcomplexen aan de hand van een specifieke procedure, inclusief activiteiten zoals het maken van geologische dwarsdoorsneden met behulp van fysische en chemische methoden en boorwerkzaamheden om geologische informatie te verkrijgen over geologische lagen in het potentiële opslagcomplex; |
(7) "exploratie", de beoordeling van potentiële opslagcomplexen aan de hand van een specifieke procedure, inclusief activiteiten zoals het maken van geologische dwarsdoorsneden met behulp van fysische en chemische methoden en boorwerkzaamheden om geologische informatie te verkrijgen over geologische lagen in het potentiële opslagcomplex, alsook injectietests om de karakterisering van de opslaglocatie te bepalen; | |||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 8 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(8) "exploratievergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit waarbij toestemming voor de exploratie wordt verleend, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; |
(8) "exploratievergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit waarbij toestemming wordt verleend voor de exploratie in een geologische formatie die daarvoor volgens de in artikel 4 genoemde voorwaarden geschikt is bevonden, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Er moet uitdrukkelijk worden gestipuleerd dat exploratievergunningen alleen mogen worden verleend wanneer aan de criteria voor selectie van de locatie is voldaan. | ||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 10 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(10) "opslagvergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit tot toestemming van de geologische opslag van CO2 in een opslaglocatie, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; |
(10) "opslagvergunning", een schriftelijk en met redenen omkleed besluit tot toestemming van de geologische opslag van CO2 in een opslaglocatie, die alle in artikel 9 voorgeschreven elementen bevat, door de bevoegde autoriteit uitgereikt overeenkomstig de eisen van deze richtlijn; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Ter wille van de samenhang en volledigheid moet de inhoud van de opslagvergunning deel uitmaken van de desbetreffende definitie. | ||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 11 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(11) "belangrijke wijziging", een wijziging die aanzienlijke effecten op het milieu tot gevolg kan hebben; |
(11) "belangrijke wijziging", een wijziging die onverenigbaar is met de opslagvergunning en aanzienlijke effecten op het lucht-, bodem- en watermilieu en op de volksgezondheid en de veiligheid tot gevolg kan hebben; | |||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 17 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(17) "corrigerende maatregelen", maatregelen om belangrijke onregelmatigheden te corrigeren of lekkages te dichten teneinde het weglekken van CO2 uit het opslagcomplex te voorkomen of te minimaliseren; |
(17) "corrigerende maatregelen", maatregelen om belangrijke onregelmatigheden te corrigeren of lekkages te dichten teneinde het weglekken van CO2 uit het opslagcomplex te voorkomen of te stoppen; | |||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 – punt 20 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(20 bis) "hydraulische eenheid", een hydraulisch verbonden poriënruimte waar de drukdoorgave met technische middelen kan worden gemeten. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Wanneer er binnen één hydraulische eenheid meerdere opslagfaciliteiten zijn, hebben die ongetwijfeld invloed op elkaar. Binnen één hydraulische eenheid mogen slechts aan één exploitant tegelijk opslagvergunningen worden verleend. | ||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 4 – lid 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
2. Een geologische formatie wordt uitsluitend als opslaglocatie geselecteerd indien er onder de voorgestelde exploitatievoorwaarden geen belangrijk risico van lekkage bestaat en er zich naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke negatieve milieu- of volksgezondheidseffecten zullen voordoen. |
2. Een geologische formatie wordt uitsluitend als opslaglocatie geselecteerd indien er onder de voorgestelde exploitatievoorwaarden geen belangrijk risico van lekkage bestaat en er zich naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke negatieve effecten op het lucht-, bodem- en watermilieu of op de volksgezondheid en de veiligheid zullen voordoen. De gekozen opslaglocatie mag andere energie-opties zoals hernieuwbare energie of de continuïteit van de energievoorziening van de EU niet in gevaar brengen. | |||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte criteria. |
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van exploratievergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte niet-discriminerende criteria. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Dit amendement beoogt verstoring van de concurrentie op de interne markt voor de opslag van CO2 te voorkomen. | ||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 3 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
3. Exploratievergunningen worden verleend voor een gebied met beperkt volume en voor een maximumtermijn van twee jaar, éénmaal vernieuwbaar met een periode van maximaal twee jaar. |
3. Exploratievergunningen worden verleend voor een gebied met beperkt volume en voor een maximumtermijn van drie jaar, voor het verrichten van de activiteiten waarvoor de exploratievergunning wordt verleend.
| |||||||||||||||
|
De geldigheidsduur van de exploratievergunning kan voor opeenvolgende perioden van drie jaar worden verlengd voor zolang als nodig is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor de exploratievergunning is verleend, in het bijzonder indien bekend is dat de houder van de vergunning voortdurend exploratie-inspanningen heeft verricht.
| |||||||||||||||
|
Alvorens exploratievergunningen te waarborgen treffen de lidstaten maatregelen om ervoor te zorgen dat de vergunningen niet illegaal worden gebruikt om investeringen te voorkomen. | |||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 4 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
4. De houder van een exploratievergunning beschikt over het exclusieve recht exploratiewerkzaamheden met betrekking tot het potentiële CO2-opslagcomplex uit te voeren. De lidstaten zien erop toe dat gedurende de geldigheidsperiode van de vergunning geen conflicterend gebruik van het complex wordt toegestaan. |
4. De houder van een exploratievergunning beschikt over het exclusieve recht exploratiewerkzaamheden met betrekking tot het potentiële CO2-opslagcomplex uit te voeren. De lidstaten zien erop toe dat gedurende de geldigheidsperiode van de vergunning geen conflicterend gebruik van het complex wordt toegestaan. Na deze periode wordt de exploratievergunning voor CO2 -opslag in een opslagvergunning omgezet dan wel komt zij voor het gehele bestreken gebied te vervallen. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Exploratie is duur. Om investeringen aan te zwengelen, moet succesvolle exploratie gekoppeld worden aan een opslagvergunning voor CO2. | ||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 6 – lid 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van opslagvergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve en bekendgemaakte criteria. |
2. De lidstaten waarborgen dat de procedures voor het verlenen van opslagvergunningen open staan voor alle entiteiten die over de nodige capaciteiten beschikken en dat de vergunningen worden verleend op basis van objectieve, bekendgemaakte en niet-discriminerende criteria. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Dit amendement beoogt discriminatie uit te sluiten en verstoring van concurrentie op de markt voor opslag van CO2 te voorkomen. | ||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
2 bis. De lidstaten behouden het recht om wegens ernstige redenen een opslagvergunning te weigeren. Zulke weigeringen worden naar behoren onderbouwd. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
De autoriteiten van de lidstaten moeten de mogelijkheid hebben opslagvergunningen te weigeren indien daar zwaarwegende redenen voor zijn (zoals niet-naleving van de noodzakelijke voorwaarden door de aanvrager of niet-naleving van de gepubliceerde objectieve criteria). | ||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
2 bis. De houder van een opslagvergunning heeft het exclusieve recht om CO2 in de opslaglocatie op te slaan. De lidstaten zien erop toe dat gedurende de geldigheidsperiode van de opslagvergunning geen gebruik van de opslaglocatie wordt toegestaan dat hiertegen indruist. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Noodzaak van classificatie van bevoegdheden en van de verantwoordelijkheid voor risico's. | ||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 4 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(4) de totale hoeveelheid CO2 die zal worden geïnjecteerd en opgeslagen, alsmede de toekomstige bronnen, de samenstelling van de CO2-stromen en de injectiesnelheden; |
(4) de totale hoeveelheid CO2 die afhankelijk van de kenmerken van de opslaglocatie kan worden geïnjecteerd en opgeslagen, alsmede de toekomstige bronnen, de samenstelling van de CO2-stromen en de injectiesnelheden; | |||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 6 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(6) het voorgestelde plan met corrigerende maatregelen overeenkomstig artikel 16, lid 2; |
(6) het voorgestelde plan met corrigerende maatregelen overeenkomstig artikel 16, lid 2, waaronder ook evacuatiemaatregelen in noodgevallen; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Dit amendement beoogt te waarborgen dat de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen om mensenlevens te beschermen in het geval van een ongeluk. | ||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 7 – punt 9 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(9) bewijs van de financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening als vereist uit hoofde van artikel 19. |
(9) bewijs van afdoende financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening als vereist uit hoofde van artikel 19. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Financiële zekerheid is een belangrijk instrument om ervoor te zorgen dat exploitanten zich aan hun verplichtingen uit hoofde van de richtlijn houden, en dient derhalve op een adequaat niveau te worden vastgesteld. | ||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 1 – letter b | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(b) het beheer van de opslaglocatie in handen komt van een natuurlijke persoon die technisch bekwaam en betrouwbaar is om de locatie te beheren; er is gezorgd voor professionele en technische ontwikkeling en training van die persoon en van alle personeel; |
(b) het beheer van de opslaglocatie in handen komt van een rechtspersoon die financieel, technisch en op milieugebied bekwaam en betrouwbaar is om de locatie te beheren; er is gezorgd voor professionele en technische ontwikkeling en training van die persoon en van alle personeel; | |||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 1 – letter b bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(b bis) er geen andere opslagvergunningen zijn afgegeven binnen de hydraulische eenheid; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Wanneer er binnen één hydraulische eenheid meerdere opslagfaciliteiten zijn, hebben die ongetwijfeld invloed op elkaar. Binnen één hydraulische eenheid mogen slechts aan één exploitant tegelijk opslagvergunningen worden verleend. | ||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(2) de Commissie heeft over de ontwerp-vergunning advies uitgebracht overeenkomstig artikel 10, lid 1; |
(2) de Commissie kan, op verzoek van de lidstaat, over de ontwerp-vergunning advies uitbrengen overeenkomstig artikel 10, lid 1; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Ontbureaucratisering en subsidiariteit . | ||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 8 – punt 3 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(3) de bevoegde autoriteit heeft rekening gehouden met dit advies overeenkomstig artikel 10, lid 2. |
Schrappen | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Een verplicht advies van de Commissie vergroot de bureaucratie. | ||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – punt 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(2) nauwkeurige ligging en begrenzing van de opslaglocatie en het opslagcomplex; |
(2) nauwkeurige ligging en begrenzing van de opslaglocatie, het opslagcomplex en de hydraulische eenheid; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Wanneer er binnen één hydraulische eenheid meerdere opslagfaciliteiten zijn, hebben die ongetwijfeld invloed op elkaar. Binnen één hydraulische eenheid mogen slechts aan één exploitant tegelijk opslagvergunningen worden verleend. | ||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 9 – punt 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(4 bis) de eis om binnen een termijn van twee jaar na het verkrijgen van de opslagvergunning met de opslagactiviteiten te beginnen; | |||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 10 – lid 1 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
Evaluatie van ontwerp-opslagvergunningen door de Commissie |
Overdracht van ontwerp-opslagvergunningen en afgewezen aanvragen | |||||||||||||||
1. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle ontwerp-opslagvergunningen, aanvragen voor vergunningen en al het andere materiaal waarop de bevoegde autoriteit zich heeft gebaseerd om een ontwerp-vergunningsbesluit vast te stellen. Binnen zes maanden na bedoelde indiening, kan de Commissie advies uitbrengen over ontwerp-vergunningen. |
1. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle ontwerp-opslagvergunningen, aanvragen voor vergunningen en al het andere materiaal waarop de bevoegde autoriteit zich heeft gebaseerd om een ontwerp-vergunningsbesluit vast te stellen. Binnen drie maanden na bedoelde indiening, kan de Commissie een raadgevend advies uitbrengen over ontwerp-vergunningen.
| |||||||||||||||
2. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van haar definitief besluit betreffende een vergunningsaanvraag, waarbij zij een eventuele afwijking van het Commissie-advies met redenen omkleedt. |
2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van toegekende en afgewezen aanvragen voor vergunningen voor opslag van CO2. | |||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 11 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
De Commissie stelt specifieke kwalitatieve en kwantitatieve ecologische indicatoren op, samen met de prijzen, bij overschrijding waarvan sprake is van een wezenlijke verandering. Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren worden opgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bedoeld in artikel 28, lid 2. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
De term "wezenlijke verandering" is vrij vaag en daarom moet de Commissie kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren introduceren. | ||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 11 – lid 4 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
4. Nadat een vergunning is ingetrokken overeenkomstig lid 3 verleent de bevoegde autoriteit een nieuwe opslagvergunning of sluit zij de opslaglocatie af overeenkomstig punt c) van artikel 17, lid 1. Totdat een nieuwe opslagvergunning is verleend, neemt de bevoegde autoriteit de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie over, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Voor zover mogelijk recupereert de bevoegde autoriteit alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. |
4. Nadat een vergunning is ingetrokken overeenkomstig lid 3 verleent de bevoegde autoriteit een nieuwe opslagvergunning of sluit zij de opslaglocatie af overeenkomstig punt c) van artikel 17, lid 1. Totdat de locatie wordt afgesloten of totdat een nieuwe opslagvergunning is verleend, blijft de vorige exploitant verantwoordelijk voor de opslaglocatie, inclusief alle daaruit voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Indien de vorige exploitant in gebreke blijft, voert de bevoegde autoriteit zelf de werkzaamheden uit en recupereert ze alle kosten die de vorige exploitant heeft gemaakt. | |||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 12 – lid 1 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
1. Een CO2-stroom moet voor het overgrote gedeelte bestaan uit kooldioxide. Om dat te waarborgen, mag geen afval of ander materiaal worden toegevoegd met het doel dat afval of ander materiaal te verwijderen. Een CO2-stroom kan evenwel sporen van bepaalde uit het bron-, afvang- of injectieproces voortkomende stoffen bevatten. De concentraties van dergelijke stoffen mogen geen niveaus overschrijden die de integriteit van de opslaglocatie en van de relevante transportinfrastructuur in het gedrang kunnen brengen en een bedreiging kunnen vormen voor het milieu, dan wel een inbreuk kunnen inhouden op de eisen van de toepasselijke communautaire wetgeving. |
1. Een CO2-stroom moet voor het overgrote gedeelte bestaan uit kooldioxide. Om dat te waarborgen, mag geen afval of ander materiaal worden toegevoegd met het doel dat afval of ander materiaal te verwijderen. Een CO2-stroom kan evenwel sporen van bepaalde uit het bron-, afvang- of injectieproces voortkomende stoffen bevatten en stoffen die om veiligheidsredenen nodig zijn voor het transport. De concentraties van dergelijke stoffen worden vastgesteld volgens specifieke kwalitatieve en kwantitatieve specificaties en mogen geen niveaus overschrijden die de integriteit van de opslaglocatie en van de relevante transportinfrastructuur in het gedrang kunnen brengen en een bedreiging kunnen vormen voor het milieu, dan wel een inbreuk kunnen inhouden op de eisen van de toepasselijke communautaire wetgeving De Commissie stelt de specifieke kwalitatieve en kwantitatieve specificaties vast volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bedoeld in artikel 28, lid 2. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Gezien het onduidelijke karakter van de criteria en procedures moet de Commissie om veiligheidsredenen bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve specificaties vaststellen. | ||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter c | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(c) het detecteren van CO2-lekkage; |
(c) het detecteren van CO2-lekkage overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG; | |||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 – letter f | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(f) het verifiëren of het opgeslagen CO2 gedurende onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft. |
(f) het verifiëren of het opgeslagen CO2 gedurende onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft door de evaluatie van de veiligheid en integriteit van de locatie op korte en lange termijn te actualiseren. | |||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 13 – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
1 bis. In het geval van geologische opslag onder de zeebodem moeten de in lid 1 genoemde monitoringvereisten zodanig worden aangepast aan de onzekerheid en de operationele moeilijkheden die aan de beheersing van CCS-technologie in het mariene milieu verbonden zijn. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Opslag onder de zeebodem dient nauwkeuriger in de gaten te worden gehouden, gezien de moeilijkheden daarvan, niet in de laatste plaats op het punt van lekkagedetectie, en de bijzondere kwetsbaarheid van mariene ecosystemen. | ||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 16 – lid 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
2. De in lid 1 bedoelde corrigerende maatregelen worden getroffen op basis van het plan met corrigerende maatregelen dat overeenkomstig artikel 7, lid 6, en artikel 9, lid 6, bij de bevoegde autoriteit is ingediend, respectievelijk door die autoriteit is goedgekeurd. |
2. De in lid 1 bedoelde corrigerende maatregelen worden getroffen op basis van het plan met corrigerende maatregelen dat overeenkomstig artikel 7, lid 6, en artikel 9, lid 6, bij de bevoegde autoriteit is ingediend, respectievelijk door die autoriteit is goedgekeurd. Die maatregelen worden ter kennis van de Commissie gebracht en worden gepubliceerd. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Met het oog op transparantie moeten de Commissie en het publiek van de corrigerende maatregelen op de hoogte worden gesteld. | ||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 16 – lid 3 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
3. De bevoegde autoriteit kan de exploitant op om het even welk moment verzoeken aanvullende of andere corrigerende maatregelen te treffen dan die welke in het plan met corrigerende maatregelen zijn opgenomen. Zij kan ook altijd zelf corrigerende maatregelen treffen en verhaalt in dat geval de relevante kosten op de exploitant. |
3. De bevoegde autoriteit kan de exploitant op om het even welk moment verzoeken aanvullende of andere corrigerende maatregelen te treffen dan die welke in het plan met corrigerende maatregelen zijn opgenomen, met name betreffende de tenuitvoerlegging van noodevacuatieplannen in geval van een belangrijk risico van lekkage. Zij kan ook altijd zelf corrigerende maatregelen treffen en verhaalt in dat geval de relevante kosten op de exploitant. | |||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 18 – leden 1 tot en met 5 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
1. Wanneer een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van artikel 17, lid 1, wordt de verantwoordelijkheid voor de afgesloten locatie, met inbegrip van de uit de situatie voortvloeiende wettelijke verplichtingen, op eigen initiatief of op verzoek van de exploitant overgedragen aan de bevoegde autoriteit, wanneer en op voorwaarde dat uit alle beschikbare gegevens blijkt dat het opgeslagen CO2 voor onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft. De exploitant maakt in dat verband een verslag op waarin wordt aangetoond dat aan dit criterium is voldaan en dient dit bij de bevoegde autoriteit in opdat deze laatste de overdracht van verantwoordelijkheid kan goedkeuren. |
1. Wanneer een opslaglocatie is afgesloten overeenkomstig de punten a) of b) van artikel 17, lid 1, wordt de verantwoordelijkheid voor de afgesloten locatie, met inbegrip van de uit de situatie voortvloeiende wettelijke verplichtingen, op eigen initiatief of op verzoek van de exploitant overgedragen aan de bevoegde autoriteit, wanneer en op voorwaarde dat uit alle beschikbare gegevens blijkt dat het opgeslagen CO2 voor onbeperkte tijd volledig ingesloten blijft en dat aan alle in de opslagvergunning opgenomen eisen is voldaan. De exploitant maakt in dat verband een verslag op waarin wordt aangetoond dat aan dit criterium is voldaan en dient dit bij de bevoegde autoriteit in opdat deze laatste de overdracht van verantwoordelijkheid kan goedkeuren.
| |||||||||||||||
2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle door de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 opgestelde ontwerp-besluiten ter goedkeuring van de overdracht, inclusief de door de exploitant ingediende verslagen en al het overige materiaal dat door de bevoegde autoriteit voor de vaststelling van haar besluit relevant wordt geacht. Binnen een periode van zes maanden na hun indiening bij de Commissie kan de Commissie advies uitbrengen over dergelijke ontwerp-besluiten. |
2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle door de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 opgestelde ontwerp-besluiten ter goedkeuring van de overdracht, inclusief de door de exploitant ingediende verslagen en al het overige materiaal dat door de bevoegde autoriteit voor de vaststelling van haar besluit relevant wordt geacht. Binnen een periode van drie maanden na hun indiening bij de Commissie kan de Commissie een raadgevend advies uitbrengen over dergelijke ontwerp-besluiten.
| |||||||||||||||
3. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van haar definitief besluit betreffende een vergunningsaanvraag, waarbij zij een eventuele afwijking van het Commissie-advies met redenen omkleedt.
|
3. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van haar definitief besluit. | |||||||||||||||
4. Samen met het in lid 3 bedoelde besluit ter goedkeuring van de overdracht kan de bevoegde autoriteit geactualiseerde eisen voor de afsluiting van de opslaglocatie en de verwijdering van de injectiefaciliteiten overeenkomstig artikel 17, lid 2 en 3, mededelen aan de exploitant. De overdracht van verantwoordelijkheid vindt plaats nadat de locatie met zorg is afgesloten en de injectiefaciliteiten zijn verwijderd.
|
4. Samen met het in lid 3 bedoelde besluit ter goedkeuring van de overdracht kan de bevoegde autoriteit geactualiseerde eisen voor de afsluiting van de opslaglocatie en de verwijdering van de injectiefaciliteiten overeenkomstig artikel 17, lid 2 en 3, mededelen aan de exploitant. De overdracht van verantwoordelijkheid vindt plaats nadat de locatie met zorg is afgesloten en de injectiefaciliteiten zijn verwijderd. | |||||||||||||||
5. Na de overdracht van de verantwoordelijkheid overeenkomstig bovenstaande leden 1 tot en met 4 kan een einde worden gemaakt aan de monitoring. Wanneer echter lekkages of belangrijke onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt de monitoring opnieuw opgestart teneinde vast te stellen wat de omvang is van het probleem en hoe doeltreffend de corrigerende maatregelen zijn. |
5. Na de overdracht van de verantwoordelijkheid overeenkomstig bovenstaande leden 1 tot en met 4 kan een einde worden gemaakt aan de monitoring of kan deze worden beperkt. Wanneer echter lekkages of belangrijke onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt de monitoring opnieuw opgestart teneinde vast te stellen wat de omvang is van het probleem en hoe doeltreffend de corrigerende maatregelen zijn. | |||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 19 – lid 1 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
1. De lidstaten zorgen ervoor dat voordat een aanvraag voor een opslagvergunning wordt ingediend, afdoende maatregelen zijn genomen, via een financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening, op basis van door de lidstaten vast te stellen uitvoeringsbepalingen, om te waarborgen dat aan alle verplichtingen uit hoofde van een overeenkomstig deze richtlijn verleende vergunning kan worden voldaan, inclusief de afsluitingsprocedures en de bepalingen voor de periode na afsluiting, alsmede aan alle verplichtingen ten gevolge van opname in de werkingssfeer van Richtlijn 2003/87/EG. |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat na de verlening van een opslagvergunning, afdoende maatregelen worden genomen, via een financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening, op basis van door de lidstaten vast te stellen uitvoeringsbepalingen, om te waarborgen dat aan alle verplichtingen uit hoofde van een overeenkomstig deze richtlijn verleende vergunning kan worden voldaan, inclusief de afsluitingsprocedures en de bepalingen voor de periode na afsluiting, alsmede aan alle verplichtingen ten gevolge van opname in de werkingssfeer van Richtlijn 2003/87/EG. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Preventie van onnodige kosten. | ||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 23 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
In het geval van grensoverschrijdend transport van CO2, grensoverschrijdende opslaglocaties of grensoverschrijdende opslagcomplexen, voldoen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten gezamenlijk aan de eisen van deze richtlijn en de overige relevante communautaire wetgeving. |
In het geval van grensoverschrijdend transport van CO2, grensoverschrijdende opslaglocaties of grensoverschrijdende opslagcomplexen, voldoen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten gezamenlijk aan de eisen van deze richtlijn en de overige relevante communautaire wetgeving. In geval van grensoverschrijdende opslaglocaties is de bevoegde autoriteit tot verlening van de vergunningen de autoriteit van de lidstaat waar het grootste deel van de opslaglocatie wordt geacht te zijn gelegen. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Verduidelijking van de bevoegdheden. | ||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 27 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
De Commissie kan de bijlagen wijzigen. Deze maatregelen, die tot doel hebben niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
De Commissie kan wijzigingen in de bijlagen voorstellen. Deze maatregelen, die tot doel hebben niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. | |||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 32 Richtlijn 2001/80/EG Artikel 9 bis – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 32 Richtlijn 2001/80/EG Artikel 9 bis – lid 1 ter (nieuw) | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 36 - lid 1 - alinea 1 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [1 jaar na publicatie] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [2 jaar na publicatie] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. | |||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage – alinea 1 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
De in artikel 4 bedoelde karakterisering en evaluatie van opslaglocaties wordt uitgevoerd in vier fasen met gebruikmaking van de volgende criteria. Het is mogelijk af te wijken van één of meer van die criteria op voorwaarde dat niet wordt geraakt aan het vermogen om via karakterisering en evaluatie geschikte opslaglocaties te selecteren overeenkomstig artikel 4. |
De in artikel 4 bedoelde karakterisering en evaluatie van opslaglocaties wordt uitgevoerd in vier fasen met gebruikmaking van de volgende criteria en op basis van de beste techniek die beschikbaar is. Het is mogelijk af te wijken van één of meer van die criteria op voorwaarde dat niet wordt geraakt aan het vermogen om via karakterisering en evaluatie geschikte opslaglocaties te selecteren overeenkomstig artikel 4. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Vervollediging. | ||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I - fase 1 - letter h | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(h) domeinen die het opslagcomplex omringen waarvoor de opslag van CO2 in de opslaglocatie gevolgen kan hebben; |
(h) domeinen die het opslagcomplex omringen waarvoor de opslag van CO2 in de opslaglocatie gevolgen kan hebben, alsmede de afbakening van de hydraulische eenheid; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Wanneer er binnen één hydraulische eenheid meerdere opslagfaciliteiten zijn, hebben die ongetwijfeld invloed op elkaar. Binnen één hydraulische eenheid mogen slechts aan één exploitant tegelijk opslagvergunningen worden verleend. | ||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Bijlage I - fase 1 - letter k | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(k) mogelijke interactie met andere activiteiten (bv. exploratie, productie en opslag van koolwaterstoffen, geothermisch gebruik van waterhoudende grondlagen); |
(k) mogelijke interactie met andere activiteiten (bv. exploratie, productie en opslag van koolwaterstoffen), en met name rivaliteit met hernieuwbare energiebronnen (bijvoorbeeld geothermisch gebruik van waterhoudende grondlagen); | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Bij het gebruik van een locatie voor de opslag van CO2 mag geen sprake zijn van rivaliteit met hernieuwbare energiebronnen – waarvoor de Gemeenschap een bindende doelstelling kent – noch met andere opties die van essentieel belang zijn voor de continuïteit van de voorziening. |
PROCEDURE
Titel |
Geologische opslag van kooldioxide |
||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2008)0018 – C6‑0040/2008 – 2004/0015(COD) |
||||||
Commissie ten principale |
ENVI |
||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
ITRE 19.2.2008 |
||||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
10.4.2008 |
||||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Françoise Grossetête 27.3.2008 |
||||||
Behandeling in de commissie |
5.6.2008 |
16.7.2008 |
|
|
|
||
Datum goedkeuring |
11.9.2008 |
||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
31 2 1 |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Březina, Jerzy Buzek, Dragoş Florin David, Pilar del Castillo Vera, Den Dover, Nicole Fontaine, András Gyürk, David Hammerstein, Mary Honeyball, Romana Jordan Cizelj, Anne Laperrouze, Eluned Morgan, Reino Paasilinna, Aldo Patriciello, Francisca Pleguezuelos Aguilar, Anni Podimata, Vladimír Remek, Teresa Riera Madurell, Mechtild Rothe, Paul Rübig, Britta Thomsen, Catherine Trautmann, Claude Turmes, Nikolaos Vakalis, Alejo Vidal-Quadras |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Dorette Corbey, Avril Doyle, Christian Ehler, Juan Fraile Cantón, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Vittorio Prodi, Dirk Sterckx |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Johannes Lebech |
||||||
PROCEDURE
Titel |
Geologische opslag van kooldioxide |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2008)0018 – C6-0040/2008 – 2008/0015(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
23.1.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 19.2.2008 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ITRE 19.2.2008 |
|
|
|
||||
Medeverantwoordelijke commissie(s) Datum bekendmaking |
ITRE 10.4.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Chris Davies 21.2.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
26.2.2008 |
5.5.2008 |
5.5.2008 |
23.6.2008 |
||||
|
9.9.2008 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
7.10.2008 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
54 1 6 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Adamos Adamou, Georgs Andrejevs, Margrete Auken, Liam Aylward, Pilar Ayuso, Irena Belohorská, Johannes Blokland, John Bowis, Frieda Brepoels, Hiltrud Breyer, Martin Callanan, Dorette Corbey, Magor Imre Csibi, Chris Davies, Avril Doyle, Mojca Drčar Murko, Jill Evans, Anne Ferreira, Karl-Heinz Florenz, Elisabetta Gardini, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Gyula Hegyi, Jens Holm, Caroline Jackson, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Marie-Noëlle Lienemann, Peter Liese, Jules Maaten, Marios Matsakis, Linda McAvan, Roberto Musacchio, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Guido Sacconi, Daciana Octavia Sârbu, Amalia Sartori, Richard Seeber, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Evangelia Tzampazi, Thomas Ulmer, Anja Weisgerber, Åsa Westlund, Anders Wijkman, Glenis Willmott |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Kathalijne Maria Buitenweg, Bairbre de Brún, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Caroline Lucas, Andres Tarand |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Dieter-Lebrecht Koch |
|||||||
Datum indiening |
16.10.2008 |
|||||||