AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (herschikking)

4.12.2008 - (11263/4/2008 – C6‑0422/2008 – 2007/0163(COD)) - ***II

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Bernard Lehideux

Procedure : 2007/0163(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0473/2008
Ingediende teksten :
A6-0473/2008
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (herschikking)

(11263/4/2008 – C6‑0422/2008 – 2007/0163(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (11263/4/2008 – C6‑0422/2008),

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0443),

–   gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2007)0707),

–   gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A6‑0473/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.  constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.  verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

TOELICHTING

Procedure

Op 14 mei 2008 bereikte het Europees Parlement een akkoord met de Raad over de tekst van de nieuwe verordening. Omdat op 22 mei 2008 in de plenaire vergadering amendementen werden aangenomen die in strijd zijn met dit akkoord, werd een tweede lezing noodzakelijk. Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad is op 20 november 2008 bekendgemaakt in de plenaire vergadering en blijkt, behoudens enkele taalkundige aanpassingen, identiek te zijn aan het in mei 2008 bereikte akkoord.

Ondertussen heeft een meerderheid van de in de EMPL-commissie vertegenwoordigde fracties bevestigd achter het in mei met de Raad bereikte akkoord te staan.

Het gemeenschappelijk standpunt kan daarom zonder wijzigingen goedgekeurd worden.

Inhoud

Het gemeenschappelijk standpunt bevat veel van de amendementen van de EMPL-commissie. De voornaamste afwijkingen van het Commissievoorstel betreffende het toepassingsgebied van de verordening, de taken van het agentschap, de algemene bepalingen, de raad van bestuur en de directeur van het agentschap.

De kwestie van het aanhalen van de betrekkingen tussen het EP en het agentschap en de vertegenwoordiging van het EP in de Raad van bestuur is opgelost. Artikel 7 voorziet in een raad van bestuur met "drie door het Europees Parlement aangewezen deskundigen zonder stemrecht". Het staat het Parlement vrij om zich te doen vertegenwoordigen door externe personen dan wel door EP-leden en het Parlement kiest zelf zijn gewenste niveau van vertegenwoordiging in de raad van bestuur. Bovendien wordt de directeur gevraagd een verklaring voor het (de) bevoegde comité(s) van het Europees Parlement af te leggen en vragen van de comitéleden te beantwoorden (artikel 10).

Verder volgt het akkoord grotendeels het voorstel van de Commissie om de thematische opdracht van de Europese Stichting voor opleiding uit te breiden tot de ontwikkeling van het menselijk kapitaal, in het bijzonder permanente educatie en training, en tot daarmee samenhangende arbeidsmarktkwesties.

Tot slot is het geografische toepassingsgebied van de stichting aangepast en herschreven in het licht van de nieuwe beleidsinstrumenten en -prioriteiten voor de externe betrekkingen van de Europese Unie. Volgens het verslag van de heer Lehideux is een flexibeler procedure mogelijk, zodat de stichting ook kan optreden buiten het gebied dat wordt genoemd in artikel 1 onder a) en b).

PROCEDURE

Titel

Europese stichting voor beroepsopleiding (herziening)

Document- en procedurenummers

11263/4/2008 – C6-0422/2008 – 2007/0163(COD)

Datum eerste lezing EP – P-nummer

22.5.2008                     T6-0227/2008

Voorstel van de Commissie

COM(2007)0443 - C6-0243/2007

Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt

20.11.2008

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

EMPL

20.11.2008

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Bernard Lehideux

9.9.2008

 

 

Behandeling in de commissie

2.12.2008

 

 

 

Datum goedkeuring

2.12.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

3

11

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Andersson, Edit Bauer, Iles Braghetto, Philip Bushill-Matthews, Alejandro Cercas, Ole Christensen, Derek Roland Clark, Luigi Cocilovo, Jean Louis Cottigny, Jan Cremers, Proinsias De Rossa, Harald Ettl, Carlo Fatuzzo, Ilda Figueiredo, Stephen Hughes, Ona Juknevičienė, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Jan Tadeusz Masiel, Maria Matsouka, Juan Andrés Naranjo Escobar, Csaba Őry, Siiri Oviir, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Bilyana Ilieva Raeva, José Albino Silva Peneda, Jean Spautz, Gabriele Stauner, Ewa Tomaszewska, Anne Van Lancker

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Petru Filip, Donata Gottardi, Marian Harkin, Sepp Kusstatscher, Jamila Madeira, Viktória Mohácsi, Anja Weisgerber

Datum indiening

4.12.2008