VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft

5.12.2008 - (COM(2008)0213 – C6‑0181/2008 – 2008/0082(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Piia-Noora Kauppi

Procedure : 2008/0082(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0480/2008
Ingediende teksten :
A6-0480/2008
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft

(COM(2008)0213 – C6‑0181/2008 – 2008/0082(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0213),

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0181/2008),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6‑0480/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Overweging 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) Overweging 8 wordt geschrapt.

Motivering

De Finaliteitsrichtlijn van 1998 stond lidstaten toe om systemen te melden die zich bezig houden met van grondstoffen afgeleide instrumenten. Deze expliciete verwijzing was nodig omdat van grondstoffen afgeleide instrumenten niet onder de richtlijn betreffende beleggingsdiensten van 1993 vielen. Sindsdien is de richtlijn betreffende beleggingsdiensten vervangen door de MiFID-richtlijn, die volledig geldt voor van grondstoffen afgeleide instrumenten. Overweging 8 van de Finaliteitsrichtlijn geldt dus niet meer en wordt geschrapt.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt -1 bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Overweging 14 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1 bis) Nieuwe overweging invoegen:

 

"(14 bis) Overwegende dat in interoperabele systemen een gebrekkige coördinatie bij het bepalen van de regels die gelden op het tijdstip van invoering /onherroepbaarheid, de deelnemers aan een systeem of ook de systeemexploitant zelf kan blootstellen aan de overloopeffecten van wanbetaling in een ander systeem. Om systeemrisico's te beperken is het wenselijk ervoor te zorgen dat exploitanten van interoperabele systemen de regels inzake het tijdstip van invoering /onherroepbaarheid in de systemen die zij exploiteren moeten coördineren."

Motivering

Coördinatie van de tijdstippen van invoering/onherroepbaarheid is noodzakelijk om de systeemrisico's te beperken en juridische geschillen achteraf te vermijden.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt -1 ter (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Overweging 14 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(-1 ter) Nieuwe overweging invoegen:

 

"(14 ter) Overwegende dat de nationale toezichthouders, alvorens toestemming te geven voor de vorming van een interoperabel systeem, ervoor moeten zorgen dat de exploitanten van de systemen die het interoperabele systeem vormen, op het tijdstip van invoering in het interoperabele systeem zo veel mogelijk tot overeenstemming zijn gekomen over gemeenschappelijke regels. Nationale toezichthouders dienen er vooraf voor te zorgen dat de regels op het tijdstip van invoering in een interoperabel systeem, indien mogelijk en noodzakelijk, worden gecoördineerd om rechtsonzekerheid bij het in gebreke blijven van een deelnemend systeem te vermijden."

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter -a (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter a – streepje 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a) In punt a komt het derde streepje als volgt te luiden:

 

"– die door de lidstaat waarvan het recht toepasselijk is, onverminderd strengere algemeen toepasselijke voorwaarden die door de nationale wet worden voorgeschreven, als systeem is aangemerkt en bij de Commissie is aangemeld, nadat die lidstaat zich ervan heeft vergewist dat de regels van het systeem adequaat zijn. Een systeem dat op een rechtsbesluit van de Europese Centrale Bank (ECB) stoelt en onder het recht van een lidstaat valt, wordt door de ECB als systeem aangemerkt (en bij de Commissie aangemeld)."

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter -a bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter a - alinea 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a bis) Aan letter a) wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"Een tussen interoperabele systemen gesloten overeenkomst vormt geen systeem."

Motivering

Verduidelijking van de betekenis van de termen "systeem" en "interoperabel systeem" in de zin van deze richtlijn.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 - letter f) - alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) in punt f) wordt

b) in punt f) wordt de eerste alinea vervangen door:

""deelnemer": een instelling, een centrale tegenpartij, een clearing house of een afwikkelende instantie."

 

vervangen door:

 

""deelnemer": een instelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, een clearing house of een systeem.";

""deelnemer": een instelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, een clearing house of een systeemexploitant.";

Motivering

Het amendement maakt duidelijk dat niet het systeem als deelnemer wordt beschouwd, maar de systeemexploitant, een rechtspersoon.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter c)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(g) "indirecte deelnemer": een instelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie of een clearing house die, dan wel een systeem dat contractueel verbonden is met een instelling die deelneemt in een systeem voor de uitvoering van overboekingsopdrachten, waardoor de indirecte deelnemer overboekingsopdrachten via het systeem kan doorgeven;

(g) "indirecte deelnemer": een instelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie of een clearing house die, dan wel een systeemexploitant die contractueel verbonden is met een instelling die deelneemt in een systeem voor de uitvoering van overboekingsopdrachten, waardoor de indirecte deelnemer overboekingsopdrachten via het systeem kan doorgeven, mits de indirecte deelnemer bekend is bij de systeemexploitant;

Motivering

Het amendement maakt duidelijk dat niet het systeem als deelnemer wordt beschouwd, maar de systeemexploitant, een rechtspersoon. De laatste toevoeging verduidelijkt de positie van de systeemexploitant, die moet weten tegenover wie hij verantwoordelijk is.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter c bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter g – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) Aan letter g) wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"Wanneer een indirecte deelnemer op grond van het systeemrisico als deelnemer wordt beschouwd, doet dit niets af aan de verantwoordelijkheid van de deelnemer via welke de indirecte deelnemer overboekingsopdrachten aan het systeem doorgeeft."

Motivering

Verduidelijkt de verantwoordelijkheid van respectievelijk de directe en de indirecte deelnemer.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter e

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 - letter m)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(m) "zakelijke zekerheden": alle realiseerbare activa (met inbegrip van geld dat in het kader van een pandgeving is verstrekt), inclusief kredietvorderingen die beleenbaar zijn voor krediettransacties van centrale banken, die in het kader van een pandgeving, retrocessie- of soortgelijke overeenkomst of anderszins zijn verstrekt tot zekerheid in verband met de rechten en verplichtingen die in verband met een systeem kunnen ontstaan, dan wel ten behoeve van de centrale banken van de lidstaten of de Europese Centrale Bank;

(m) "zakelijke zekerheden": alle realiseerbare activa (met inbegrip van geld dat in het kader van een pandgeving is verstrekt), inclusief zonder enige beperkingen de als zekerheid verschafte financiële activa als bedoeld in artikel 1, lid 4, letter a), van Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten*, die in het kader van een pandgeving, retrocessie- of soortgelijke overeenkomst of anderszins zijn verstrekt tot zekerheid in verband met de rechten en verplichtingen die in verband met een systeem kunnen ontstaan, dan wel ten behoeve van de centrale banken van de lidstaten of de toekomstige Europese Centrale Bank.

* PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43

Motivering

Alle als zekerheid verschafte activa die als zodanig worden geaccepteerd in Richtlijn 2002/47/EG moeten ook in de onderhavige richtlijn zo worden behandeld, zodat de twee richtlijnen met elkaar stroken.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter e bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter m bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e bis) het volgende punt wordt toegevoegd:

 

"(m bis) 'werkdag' omvat afwikkeling overdag en 's nachts en behelst alle gebeurtenissen die tijdens de bedrijfsvoering van het systeem plaatsvinden."

Motivering

Toevoeging aan de definities om te zorgen dat de richtlijn ook betrekking heeft op nachtelijke afwikkeling, zoals de bedoeling is van het ontwerp van de Commissie.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 - letter f

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter n

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(n) "interoperabel systeem": systeem dat met een of meerdere systemen een overeenkomst aangaat die resulteert in de vastlegging van wederzijdse oplossingen en niet louter in een verbinding met het bestaande standaarddienstenaanbod;

(n) "interoperabel instrument": elk door twee of meer systeemexploitanten ingevoerd instrument dat resulteert in de vastlegging van wederzijdse oplossingen, die bestaan in de uitvoering van overboekingsopdrachten tussen systemen;

Motivering

In de definitie van "interoperabel systeem" moet het woord "systeem" vervangen worden door "instrument" dat door twee of meer systemen is ingevoerd, om te vermijden dat verwarring ontstaat tussen de interoperabiliteit en het systeem op zich en zo de indruk wordt gewekt dat er een nieuwe categorie systemen wordt gevormd. Ook de ECB heeft dit voorgesteld in haar advies van 7 augustus 2008.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter f

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter o

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(o) "systeemexploitant": entiteit belast met de dagelijkse werking van een systeem. Een systeemexploitant mag ook optreden als afwikkelende instantie, centrale tegenpartij of clearing house;

(o) "systeemexploitant": entiteit of entiteiten die wettelijk aansprakelijk is of zijn voor de werking van een systeem. Een systeemexploitant mag ook optreden als afwikkelende instantie, centrale tegenpartij of clearing house;

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 – letter a

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 3 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Overboekingsopdrachten en verrekening zijn juridisch afdwingbaar en kunnen, zelfs in geval van een insolventieprocedure tegen een deelnemer of een interoperabel systeem, aan derden worden tegengeworpen, mits de overboekingsopdrachten vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure als omschreven in artikel 6, lid 1, is geopend, in een systeem zijn ingevoerd.

1. Overboekingsopdrachten en verrekening zijn juridisch afdwingbaar en kunnen, zelfs in geval van een insolventieprocedure tegen een deelnemer, aan derden worden tegengeworpen, mits de overboekingsopdrachten vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure als omschreven in artikel 6, lid 1, is geopend, in een systeem zijn ingevoerd. Dit geldt zelfs in het geval van een insolventieprocedure tegen een deelnemer (in het betrokken systeem of in een interoperabel systeem) of tegen een systeemexploitant van een interoperabel systeem dat geen deelnemer is.

Indien bij wijze van uitzondering overboekingsopdrachten in het systeem worden ingevoerd nadat er een insolventieprocedure is geopend en worden uitgevoerd binnen de werkdag, als omschreven in de regels van het systeem, gedurende welke een dergelijke procedure wordt geopend, zijn deze uitsluitend juridisch afdwingbaar en kunnen deze slechts aan derden worden tegengeworpen als de systeemexploitant na het tijdstip van afwikkeling kan aantonen dat hij niet op de hoogte was of op de hoogte behoefde te zijn van de opening van een dergelijke procedure.

Indien overboekingsopdrachten in het systeem worden ingevoerd nadat er een insolventieprocedure is geopend en worden uitgevoerd binnen de werkdag, als omschreven in de regels van het systeem, zijn deze uitsluitend juridisch afdwingbaar en kunnen deze slechts aan derden worden tegengeworpen als de systeemexploitant kan aantonen dat hij op het tijdstip dat dergelijke overboekingsopdrachten onherroepbaar worden, niet op de hoogte was of op de hoogte behoefde te zijn van de opening van een dergelijke procedure.

Motivering

Dit amendement maakt de formulering duidelijker en past deze aan overeenkomstig de veranderingen in de definities van artikel 2, letters f), g) en n).

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 – letter b

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 3 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In geval van interoperabele systemen stelt elk systeem zijn eigen regels over het tijdstip van invoering in het systeem vast. De regels van de andere systemen waarmee het systeem interoperabel is, laten de regels over het tijdstip van invoering van het betrokken systeem onverlet.

4. In geval van interoperabele instrumenten stelt elk systeem in zijn eigen regels het tijdstip van invoering in het systeem vast om ervoor te zorgen dat de regels van alle systemen die deelnemen aan het interoperabele instrument in dit opzicht zo veel mogelijk worden gecoördineerd. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in de regels van alle betrokken interoperabele instrumenten laten de regels van de andere systemen waarmee het systeem interoperabel is, de regels over het tijdstip van invoering van het betrokken systeem onverlet.

Motivering

In de definitie van "interoperabel systeem" moet het woord "systeem" vervangen worden door "instrument" dat door twee of meer systemen is ingevoerd, om te vermijden dat verwarring ontstaat tussen de interoperabiliteit en het systeem op zich en zo de indruk wordt gewekt dat er een nieuwe categorie systemen wordt gevormd. Ook de ECB heeft dit voorgesteld in haar advies van 7 augustus 2008.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Artikel 4 wordt vervangen door:

 

"Artikel 4

 

De lidstaten kunnen bepalen dat een tegen een deelnemer of een systeemexploitant van een interoperabel systeem geopende insolventieprocedure niet belet dat middelen of effecten die op de afwikkelingsrekening van die deelnemer beschikbaar zijn, gebruikt worden om de verplichtingen van die deelnemer in het systeem na te komen op de werkdag, zoals gedefinieerd volgens de regels van het systeem, waarop de insolventieprocedure wordt geopend. Bovendien kunnen de lidstaten bepalen dat een met het systeem verbonden kredietfaciliteit die aan een dergelijke deelnemer werd verleend, tegen beschikbare zakelijke zekerheden gebruikt wordt om de verplichtingen van die deelnemer in het systeem of in het interoperabele systeem na te komen."

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 5 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"In geval van interoperabele systemen stelt elk systeem zijn eigen regels over het uiterste tijdstip van herroepbaarheid in het systeem vast. De regels van de andere systemen waarmee het systeem interoperabel is, laten de regels over het uiterste tijdstip van herroepbaarheid van het betrokken systeem onverlet.";

In het geval van interoperabele instrumenten stelt elk systeem in zijn eigen regels het uiterste tijdstip van onherroepbaarheid vast om ervoor te zorgen dat de regels van alle systemen die deelnemen aan het interoperabele instrument in dit opzicht zo veel mogelijk worden gecoördineerd. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in de regels van alle systemen die deelnemen aan het interoperabele instrument laten de regels van de andere systemen waarmee het systeem operabel is, de regels over het uiterste tijdstip van onherroepbaarheid van het betrokken systeem onverlet."

Motivering

In de definitie van "interoperabel systeem" moet het woord "systeem" vervangen worden door "instrument" dat door twee of meer systemen is ingevoerd, om te vermijden dat verwarring ontstaat tussen de interoperabiliteit en het systeem op zich en zo de indruk wordt gewekt dat er een nieuwe categorie systemen wordt gevormd. Ook de ECB heeft dit voorgesteld in haar advies van 7 augustus 2008.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Artikel 7 wordt vervangen door:

 

"Artikel 7

 

Een insolventieprocedure heeft ten aanzien van de rechten en verplichtingen die voor een deelnemer uit zijn deelname aan een systeem voortvloeien, geen terugwerkende kracht vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure als omschreven in artikel 6, lid 1, is geopend. Dit geldt zelfs ten aanzien van de rechten en plichten van een deelnemer in een interoperabel systeem of een systeemexploitant van een interoperabel systeem dat geen deelnemer is."

Motivering

Aanpassing van het artikel zodat het ook van toepassing is op interoperabele systemen.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 9 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De rechten van een systeem of van een deelnemer ten aanzien van zakelijke zekerheden die aan hem in verband met een systeem zijn gesteld, en de rechten van centrale banken van de lidstaten of van de Europese Centrale Bank ten aanzien van zakelijke zekerheden die hun gesteld zijn, worden niet aangetast door een insolventieprocedure tegen de deelnemer of de tegenpartij van centrale banken van de lidstaten of de Europese Centrale Bank, die de zakelijke zekerheden heeft gesteld. Ter voldoening van deze rechten mogen die zakelijke zekerheden worden uitgewonnen.

De rechten van een systeem of van een deelnemer ten aanzien van zakelijke zekerheden die aan hen in verband met een systeem of een interoperabel systeem zijn gesteld, en de rechten van centrale banken van de lidstaten of van de Europese Centrale Bank ten aanzien van zakelijke zekerheden die hun gesteld zijn, worden niet aangetast door een insolventieprocedure tegen:

a) de deelnemer (in het betrokken systeem of in een interoperabel systeem);

b) de systeemexploitant van een interoperabel systeem dat geen deelnemer is;

 

c) een tegenpartij van centrale banken van de lidstaten of de Europese Centrale Bank, of

 

d) een derde partij die de zakelijke zekerheden heeft gesteld.

 

Ter voldoening van deze rechten mogen die zakelijke zekerheden worden uitgewonnen.

Motivering

Het amendement preciseert het bereik van dit artikel door ook interoperabele systemen erin op te nemen.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5 bis (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 9 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 bis) Artikel 9, lid 2, wordt vervangen door:

 

"2. Wanneer deelnemers, systeemexploitanten en/of centrale banken van de lidstaten of de [] Europese Centrale Bank op de in lid 1 beschreven wijze zakelijke zekerheden in de vorm van effecten (of in de vorm van rechten ten aanzien van effecten) verkrijgen en wanneer hun recht (of dat van een namens hen optredende vertegenwoordiger, agent of derde) ten aanzien van de effecten wettelijk vastgelegd is in een register, rekening of gecentraliseerd effectendepot die zich in een lidstaat bevinden, wordt de bepaling van de rechten van die personen als houders van zakelijke zekerheden ten aanzien van deze effecten beheerst door het recht van die lidstaat."

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten bepalen welke systemen, en respectieve systeemexploitanten, onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, melden deze bij de Commissie aan en delen de Commissie mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen.

1. De lidstaten of de ECB, indien een systeem op een rechtsbesluit van de ECB stoelt, bepalen welke systemen, respectieve systeemexploitanten en deelnemers aan die systemen, onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, melden deze bij de Commissie aan en delen de Commissie mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen.

De systeemexploitant doet de lidstaat waarvan het recht van toepassing is mededeling van de deelnemers aan het systeem, eventuele indirecte deelneming daarbij inbegrepen, alsmede van iedere verandering in het deelnemersbestand.

De systeemexploitant doet de lidstaat waarvan het recht van toepassing is mededeling van de deelnemers aan het systeem, eventuele indirecte deelneming daarbij inbegrepen, alsmede van iedere verandering in het deelnemersbestand.

 

De lidstaten vermelden op welk deel van het systeem in een insolventieprocedure de bewijslast rust en nemen maatregelen om het systeemrisico te beperken bij het in gebreke blijven van een systeemexploitant die deelneemt aan een interoperabel systeem.

 

De lidstaten kunnen systemen die onder hun recht vallen, behalve aan de in de tweede alinea bedoelde meldplicht, ook aan toezichts- of goedkeuringsvereisten onderwerpen.

 

Ieder die een gerechtvaardigd belang heeft, kan van een instelling verlangen dat zij hem meedeelt aan welke systemen de instelling deelneemt, en informatie verstrekt over de belangrijkste regels die gelden voor de werking van die systemen.

 

2. Een systeem dat vóór de vankrachtwording van nationale bepalingen ter uitvoering van Richtlijn …/…/EG* is aangewezen, blijft ook voor de toepassing van deze richtlijn aangewezen.

 

Een overboekingsopdracht die in een systeem wordt ingevoerd vóór de vankrachtwording van nationale bepalingen ter uitvoering van Richtlijn …/…/EG*, maar daarna wordt afgewikkeld, wordt als overboekingsopdracht in de zin van deze richtlijn beschouwd.

* PB: nummer van de richtlijn invullen.

Motivering

Het amendement vergroot de transparantie van de systemen en geeft de nodige specificaties ter regeling van de overgangsvoorwaarden voor de inwerkingtreding van de richtlijn.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 10 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 bis. Lidstaten mogen eisen betreffende toezicht en machtiging stellen aan systemen die onder hun rechtsgebied vallen.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 10 – alinea 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 ter. Eenieder die een gerechtvaardigd belang heeft, kan van een instelling verlangen dat zij hem meedeelt aan welke systemen de instelling deelneemt, en informatie verstrekt over de belangrijkste regels die gelden voor de werking van die systemen.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Overweging 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(-1) Overweging 9 wordt vervangen door:

 

(9) Ter beperking van de administratieve lasten voor partijen die onder deze richtlijn vallende als zekerheid verschafte financiële activa gebruiken, kan de nationale wetgeving wat betreft de derdenwerking van als zekerheid verschafte financiële activa alleen voorschrijven dat deze moeten worden geleverd, overgedragen, gehouden, geregistreerd of anderszins gekwalificeerd teneinde in het bezit of onder de controle te komen van de zekerheidsnemer of een persoon die namens de zekerheidsnemer optreedt, zonder zekerheidstechnieken uit te sluiten waarbij de zekerheidsverschaffer activa mag vervangen of de overwaarde van activa gerestitueerd kan krijgen. Deze richtlijn mag de lidstaten niet verbieden te eisen dat een kredietvordering wordt verschaft door opneming ervan in een lijst van vorderingen.

Motivering

Het amendement maakt duidelijk dat de opname in een lijst tussen de partijen ook kan dienen als verschaffing van een kredietvordering. Krachtens de bepalingen van de richtlijn mogen geen strengere formaliteiten voor verschaffing worden geëist.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 1 – letter c

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 1 – lid 4 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) De als zekerheid verschafte financiële activa moeten bestaan uit contanten, financiële instrumenten of kredietvorderingen die beleenbaar zijn voor krediettransacties van centrale banken.

a) De als zekerheid verschafte financiële activa moeten bestaan uit contanten, financiële instrumenten of kredietvorderingen.

Motivering

Ook leningen tussen banken onderling moeten als zekerheid kunnen dienen.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 1 – letter c bis (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 1 – lid 4 – letter b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) aan lid 4 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"b bis) Lidstaten kunnen kredietvorderingen van de werkingssfeer van deze richtlijn uitsluiten als de debiteur een consument is als gedefinieerd in artikel 3, letter a) van Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten*of een kleine onderneming als gedefinieerd in artikel 1 en artikel 2, lid 2, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen**, tenzij de zekerheidsnemer of de zekerheidsverschaffer van dergelijke kredietvorderingen een van de instellingen is die worden genoemd in artikel 1, lid 2, letter b) van deze richtlijn."

______________

 

PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66.

PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

Motivering

Het is wenselijk consumentenkrediet en krediet aan kleine ondernemingen van de werkingssfeer van deze richtlijn uit te sluiten, omdat het bij hun kredietvorderingen om geringe bedragen gaat.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 1 – letter d

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 1 – lid 5 – alinea 2 – laatste zin

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wat kredietvorderingen betreft, volstaat de opname in een lijst van vorderingen welke schriftelijk of op juridisch gelijkwaardige wijze, zoals onder meer langs elektronische weg, bij de zekerheidsnemer wordt ingediend om de mobilisatie en de identificatie van de als zekerheid verschafte vordering te bewijzen.

Wat kredietvorderingen betreft, volstaat de opname in een lijst van vorderingen welke schriftelijk of op juridisch gelijkwaardige wijze, zoals onder meer langs elektronische weg, bij de zekerheidsnemer wordt ingediend om de mobilisatie en de identificatie van de als zekerheid tussen de partijen verschafte vordering te bewijzen.

Motivering

Het amendement maakt duidelijk dat opname in de lijst tussen de partijen volstaat voor de identificatie van de vordering als zekerheid. Het stellen van meer eisen zou de formulering alleen maar ingewikkelder maken zonder toegevoegde waarde te leveren en zou een belemmering vormen voor de harmonisatie van het gebruik van kredietvorderingen als zekerheid.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 1 – letter d bis (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 1 – lid 5 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) In lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"Onverminderd alinea 2 mogen de lidstaten bepalen dat de opname in een lijst van vorderingen ook volstaat om de kredietvordering te identificeren en om de verschaffing van de als financiële zekerheid verstrekte vordering tegenover de debiteur en/of derde partijen te bewijzen."

Motivering

Het amendement maakt duidelijk dat opname in de lijst tussen de partijen volstaat voor de identificatie van de vordering als zekerheid. Het stellen van meer eisen zou de formulering alleen maar ingewikkelder maken zonder toegevoegde waarde te leveren en zou een belemmering vormen voor de harmonisatie van het gebruik van kredietvorderingen als zekerheid.

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 2 – letter a - punt i

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 2 – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) "financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot overdracht": een overeenkomst, inclusief retrocessieovereenkomsten, op grond waarvan een zekerheidsverschaffer de volledige eigendom van of de volledige gerechtigdheid tot als zekerheid verschafte financiële activa overdraagt aan een zekerheidsnemer teneinde de nakoming van de betrokken financiële verplichtingen te waarborgen of anderszins af te dekken;

b) "financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot overdracht": een overeenkomst, inclusief retrocessieovereenkomsten, op grond waarvan een zekerheidsverschaffer de volledige eigendom van of de volledige gerechtigdheid tot kredietvorderingen, als zekerheid verschafte financiële activa overdraagt aan een zekerheidsnemer teneinde de nakoming van de betrokken financiële verplichtingen te waarborgen of anderszins af te dekken;

Motivering

De toevoeging maakt duidelijk dat in het geval van kredietvorderingen de volledige gerechtigdheid ertoe volstaat, want de eigendom als zodanig kan niet overgedragen worden.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 - punt 2 - letter a - punt i bis (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 2 – lid 1 – sub c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(i bis) Punt c) wordt vervangen door:

 

"(c) "financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot de vestiging van een zakelijk zekerheidsrecht": een overeenkomst op grond waarvan een zekerheidsverschaffer financiële activa als zekerheid verschaft tot vestiging van een zakelijk zekerheidsrecht ten gunste van of aan een zekerheidsnemer, en waarbij de zekerheidsverschaffer volledig of gekwalificeerd eigenaar blijft van/ten volle gerechtigd blijft tot de als zekerheid verschafte financiële activa wanneer het zakelijk zekerheidsrecht wordt gevestigd;"

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 3 – letter a

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) Aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

(a) Lid 1 wordt vervangen door:

"Wanneer kredietvorderingen als financiële zekerheid worden verschaft, vereisen de lidstaten niet dat het bestaan, de geldigheid of de toelaatbaarheid als bewijs van de verschaffing ervan als financiële zekerheid uit hoofde van een financiëlezekerheidsovereenkomst afhangt van het vervullen van enige formaliteit zoals registratie of kennisgeving aan de debiteur van de als zekerheid verschafte kredietvordering."

"1. Wanneer kredietvorderingen als financiële zekerheid worden verschaft, vereisen de lidstaten onverminderd artikel 1, lid 5, niet dat het bestaan, de vervolmaking, de geldigheid, de toelaatbaarheid als bewijs of de afdwingbaarheid ervan afhangt van het vervullen van enige formaliteit zoals registratie of kennisgeving aan de debiteur van de als zekerheid verschafte kredietvordering. De lidstaten mogen echter wel, om de vervolmaking, voorrangsgraad, afdwingbaarheid of toelaatbaarheid als bewijs jegens de debiteur of derde partijen te bevorderen, een formele handeling, zoals registratie of kennisgeving, handhaven."

Motivering

The exception to the rule in the first sentence of subparagraph 2 recognises that credit claims are different to other forms of financial collateral. There are circumstances where the enforceability of a credit claim against a debtor is subject to formal requirements (for example, for the protection of a debtor). The need for these provisions does not change because the credit claim is used as collateral. Though Member States should not be able to impose requirements on the provision of a credit claim as financial collateral (save as provided in the Directive), their ability to require formalities in relation for the purposes of the perfection, priority, enforceability needs to be retained, and should not be removed after a transitional period.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 3 – letter b

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 3 – leden 3 en 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) Het [de] volgende lid [leden] 3 [en 4] wordt [worden] toegevoegd:

(b) Het volgende lid wordt toegevoegd:

"3. De lidstaten zorgen ervoor dat een debiteur van een kredietvordering schriftelijk of op een juridisch gelijkwaardige wijze rechtsgeldig afstand mag doen van:

"3. Onverminderd Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten* en de nationale bepalingen betreffende oneerlijke bedingingen in overeenkomsten zorgen de lidstaten ervoor dat een debiteur van een kredietvordering schriftelijk of op een juridisch gelijkwaardige wijze rechtsgeldig afstand mag doen van:

(i) de rechten tot saldering die hij bezit jegens de crediteur van de kredietvordering en jegens personen aan wie de crediteur de kredietvordering heeft overgedragen, in pand heeft gegeven of anderszins als zekerheid heeft verschaft; en

(i) de rechten tot saldering die hij bezit jegens de crediteur van de kredietvordering en jegens personen aan wie de crediteur de kredietvordering heeft overgedragen, in pand heeft gegeven of anderszins als zekerheid heeft verschaft; en

(ii) zijn rechten die voortvloeien uit de regels inzake het bankgeheim die de crediteur van de kredietvordering anders zouden beletten of beperken in zijn mogelijkheid om informatie over de kredietvordering of de debiteur te verstrekken met het oog op het gebruik als zekerheid van de kredietvordering.

(ii) zijn rechten die voortvloeien uit de regels inzake het bankgeheim die de crediteur van de kredietvordering anders zouden beletten of beperken in zijn mogelijkheid om informatie over de kredietvordering of de debiteur te verstrekken met het oog op het gebruik als zekerheid van de kredietvordering.

[4. De leden 1, 2 en 3 laten Richtlijn …/xxx/EG inzake consumentenkrediet onverlet.]";

* PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29."

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 3 bis (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 4 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Aan artikel 4, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"(b bis) kredietvorderingen, door verkoop of toe-eigening en door hun waarde te verrekenen met of hun waarde in mindering te brengen op de betrokken financiële verplichtingen."

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 3 ter (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 4 – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) In artikel 4, lid 2, wordt punt b) vervangen door:

 

"(b) de partijen in de financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot een zakelijk zekerheidsrecht overeenstemming hebben bereikt over de waardering van de financiële instrumenten en de kredietvorderingen."

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 4 bis (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 5 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4 bis) Aan artikel 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"5 bis. Dit artikel is niet van toepassing op kredietvorderingen."

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – punt 4 ter (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Artikel 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter) Na artikel 9 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

"Artikel 9 bis

 

De bepalingen van deze richtlijn gelden onverminderd Richtlijn 2008/48/EG.

TOELICHTING

Doeleinden van het voorstel van de Commissie

Het voornaamste doel van dit voorstel is de richtlijn betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (hierna "de Finaliteitsrichtlijn" genoemd) en de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten te doen aansluiten bij de meest recente ontwikkelingen die op de markten en in het toezicht- en regelgevingskader hebben plaatsgevonden.

De eerste analyses over de uitvoering van de MiFID-richtlijn (Richtlijn 2004/39/EG) en de Europese Gedragscode voor clearing en afwikkeling wijzen op een toenemende onderlinge koppeling en interoperabiliteit, wat betekent dat de bescherming van de Finaliteitsrichtlijn uitgebreid moet worden tot nachtelijke afwikkeling en afwikkeling tussen gekoppelde systemen.

Overeenkomstig de gangbare praktijk in veel lidstaten heeft de Commissie de reikwijdte van de door beide genoemde richtlijnen geboden bescherming uitgebreid tot nieuwe categorieën activa (namelijk kredietvorderingen) teneinde het gebruik daarvan in de gehele Gemeenschap te vergemakkelijken.

Tenslotte wordt met dit voorstel beoogd een aantal vereenvoudigingen en verduidelijkingen in de Finaliteitsrichtlijn en de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten aan te brengen teneinde de toepassing van deze beide richtlijnen te faciliteren.

Ook het voortduren van de recente financiële crisis, die noopt tot het versterken van de instrumenten ter beheersing van de instabiliteit en beroering op de financiële markten, is een belangrijke reden om met dit voorstel te komen.

Bovendien is het garanderen van een goede werking van afwikkelingssystemen in snel veranderende markten onontbeerlijk om de stabiliteit van de financiële markten te waarborgen, zeker in tijden van marktonrust. Zo zou de totstandbrenging van een geharmoniseerd rechtskader voor het gebruik als zekerheid van kredietvorderingen bij grensoverschrijdende transacties de marktliquiditeit mede in de hand werken. Deze is de afgelopen maanden immers onder sterke druk komen te staan.

Algemene context

De afgelopen jaren zijn nieuwe categorieën activa, zoals bankleningen of "kredietvorderingen", uitgegroeid tot een belangrijk instrument voor de alsmaar toenemende zekerheidsstellingen op de financiële markten. In augustus 2004 heeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank besloten dat kredietvorderingen met ingang van 1 januari 2007 als beleenbare activa voor krediettransacties van het Eurosysteem kunnen fungeren. In sommige lidstaten, met name Frankrijk, Duitsland, Spanje, Oostenrijk en Nederland, werden kredietvorderingen echter al als zekerheid geaccepteerd, zij het op grond van verschillende wettelijke regelingen. Om een gelijk speelveld tussen centrale banken tot stand te brengen en het grensoverschrijdende gebruik van zekerheden te bevorderen, dient het desbetreffende rechtskader te worden geharmoniseerd.

Een andere belangrijke ontwikkeling op de financiële markten is het toenemende aantal koppelingen tussen systemen. Verwacht wordt dat deze trend zal aanhouden en mogelijk zelfs zal versnellen als gevolg van de invoering van de Gedragscode, die op 7 november 2006 door aanbieders van centrale marktinfrastructuurdiensten is aangenomen. Doel van de Gedragscode is de doeltreffendheid van de Europese clearing- en afwikkelingssystemen te vergroten door ervoor te zorgen dat de bij de artikelen 34 en 46 van de MiFID aan de gebruikers geboden keuzemogelijkheden een echte optie vormen in plaats van alleen een mogelijkheid. De algemene beginselen die in hoofdstuk IV van de Gedragscode zijn neergelegd en de gedetailleerde voorschriften die in de in juni 2007 door de aanbieders van infrastructuurdiensten gepresenteerde Access and Interoperability Guideline zijn vervat, stellen de gebruiker in staat zijn keuzerecht daadwerkelijk uit te oefenen door het voor systemen makkelijker te maken om koppelingen tot stand te brengen, d.w.z. toegang te verwerven tot en interoperabel te worden met systemen op buitenlandse markten. Teneinde te garanderen dat de doelstellingen van de Finaliteitsrichtlijn ook in deze nieuwe situatie worden verwezenlijkt, past het voorstel de Finaliteitsrichtlijn aan zodat deze aansluit bij deze nieuwe marktconstellatie, die door een toegenomen aantal koppelingen wordt gekenmerkt.

De Finaliteitsrichtlijn en de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten zijn de voornaamste communautaire rechtsinstrumenten op het gebied van financiële zekerheden, clearing en afwikkeling. De rapporteur is van mening dat de voorgestelde veranderingen stroken met de geest en de letter van de MiFID en met specifieke bepalingen over solvabiliteitsratio's in de richtlijnen betreffende kapitaalvereisten. Ook sommige bepalingen van Richtlijn 2001/24/EG betreffende de sanering en liquidatie van kredietinstellingen en Verordening (EG) nr. 1346/2000 betreffende insolventieprocedures zijn van invloed op financiëlezekerheidsovereenkomsten.

In het besef dat het feit dat er geen EU-breed kader bestaat voor de behandeling van rechten op effecten die bij een intermediair worden aangehouden, een mogelijk juridisch risico bij grensoverschrijdende transacties kan inhouden, heeft de Commissie in januari 2005 de Werkgroep Rechtszekerheid in het leven geroepen om advies uit te brengen over een passend rechtskader. Het eindverslag van de werkgroep wordt tegen eind 2008 verwacht en zal complementair zijn aan de Finaliteitsrichtlijn en de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten, alsook aan de in dit voorstel geformuleerde wijzigingen. Op internationaal niveau is UNIDROIT – het Internationaal Instituut voor de eenmaking van het privaatrecht – voornemens in september 2008 een diplomatieke conferentie bijeen te roepen met de bedoeling tot een verdrag inzake materiële regels betreffende bij een intermediair aangehouden effecten te komen. De bepalingen in het ontwerpverdrag zijn te dele opgesteld naar het model van de Finaliteitsrichtlijn en de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten en zouden geen aanleiding mogen geven tot onverenigbaarheidsproblemen.

Wat de bepalingen betreffende kredietvorderingen betreft, deze stroken met de nieuwe bepalingen van de richtlijn consumentenkrediet. Steun verdient ook het feit dat consumentenkrediet, als gedefinieerd in de richtlijn consumentenkrediet, en kredietverlening aan kleine ondernemingen buiten de werkingssfeer van het voorstel worden gehouden.

De rapporteur is tevens van mening dat het voorstel in beide richtlijnen een aantal nuttige vereenvoudigingen en verduidelijkingen aanbrengt. Zo wordt met het voorstel beoogd het gebruik als zekerheid voor kredietvorderingen te vergemakkelijken door een lichte regeling voor te stellen voor het aantonen van de verschaffing als zekerheid van kredietvorderingen in plaats van een langdurige (en dus dure) procedure waarbij de verschaffing als zekerheid voor elke afzonderlijke kredietvordering moet worden aangetoond. Het voorstel voorziet ook in de schrapping van de ongebruikte "opt-out"-bepaling in de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (artikel 4, lid 3) en verwijdert de achterhaalde verwijzingen in beide richtlijnen. Wat de Finaliteitsrichtlijn betreft, zal de verduidelijking van de erin vervatte bepalingen de toepassing ervan vereenvoudigen. Zo verduidelijkt het voorstel de personele werkingssfeer van de Finaliteitsrichtlijn door in artikel 2 uitdrukkelijk de instellingen voor elektronisch geld op te nemen.

Voornaamste veranderingen die in het verslag worden aangebracht

De rapporteur is van mening dat het Commissievoorstel voor een herschikking van de twee richtlijnen solide is en aansluit bij de bestaande EU-wetgeving.

Wel zou de rapporteur enkele substantiële alsook een aantal minder belangrijke verduidelijkingen willen aanbrengen. Ten aanzien van de Finaliteitsrichtlijn worden diverse amendementen op het voorstel van de Commissie ingediend om definities van interoperabele systemen te verduidelijken met het oog op een betere rechtszekerheid bij de toepassing van de richtlijn op dergelijke systemen.

Ten aanzien van de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten stelt de rapporteur drie belangrijke wijzigingen voor. Ten eerste worden consumentenkrediet en kredietverlening aan kleine ondernemingen buiten de werkingssfeer van de richtlijn gehouden. Er wordt een definitie van kleine onderneming ingelast om te vermijden dat een onnodig groot deel van de kredietverlening aan bedrijven buiten de richtlijn wordt gehouden. Ten tweede worden momenteel in enkele lidstaten eisen gesteld aan de formele kennisgeving of registratie van het gebruik van kredietvorderingen als zekerheid. Het bestaande compromis van de Raad stemt ermee in dat deze eisen blijven bestaan. Uit de ervaringen in lidstaten waar kredietvorderingen al op grote schaal als zekerheid worden gebruikt, blijkt echter niet dat dergelijke eisen een praktisch doel dienen. De rapporteur is van mening dat de eis van formele kennisgeving geleidelijk moet verdwijnen en stelt daarom een sunset-clausule voor lidstaten die kennisgeving of registratie eisen van vijf jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn voor. Tot slot wil de rapporteur bereiken dat deze richtlijn een zo breed mogelijke werkingssfeer heeft en hij stelt dan ook voor de werkingssfeer uit te breiden tot leningen tussen banken onderling als mogelijke zekerheid in plaats van leningen van centrale banken alleen, zoals de Commissie voorstelt. In enkele lidstaten is dit reeds het geval en de uitsluiting ervan is niet nodig gezien de voordelen van een zo groot mogelijk aantal zekerheden.

ADVIES van de Commissie juridische zaken (5.11.2008)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft
(COM(2008)0213 – C6‑0181/2008 – 2008/0082(COD))

Rapporteur voor advies: Aloyzas Sakalas

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2002/47/EG

Overweging 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) De volgende overweging 9 bis invoegen:

 

"(9 bis) Ter beperking van de administratieve lasten voor partijen die onder deze richtlijn vallende als zekerheid verschafte financiële activa gebruiken, kan de nationale wetgeving wat betreft de derdenwerking van als zekerheid verschafte financiële activa alleen voorschrijven dat deze moeten worden geleverd, overgedragen, gehouden, geregistreerd of anderszins gekwalificeerd teneinde in het bezit of onder de controle te komen van de zekerheidsnemer of een persoon die namens de zekerheidsnemer optreedt, zonder zekerheidstechnieken uit te sluiten waarbij de zekerheidsverschaffer activa mag vervangen of de overwaarde van activa gerestitueerd kan krijgen. Deze richtlijn mag de lidstaten niet verbieden te eisen dat een kredietvordering wordt verschaft door opneming ervan in een lijst van vorderingen."

Motivering

Het amendement maakt duidelijk dat de opname in een lijst tussen de partijen ook kan dienen als verschaffing van een kredietvordering. Krachtens de bepalingen van de richtlijn mogen geen strengere formaliteiten voor verschaffing worden geëist.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter -a (nieuw)

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 2 – letter a – streepje 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a) In punt a komt het derde streepje als volgt te luiden:

 

"– die door de lidstaat waarvan het recht toepasselijk is, onverminderd strengere algemeen toepasselijke voorwaarden die door de nationale wet worden voorgeschreven, als systeem is aangemerkt en bij de Commissie is aangemeld, nadat die lidstaat zich ervan heeft vergewist dat de regels van het systeem adequaat zijn. Een systeem dat op een rechtsbesluit van de ECB stoelt en onder het recht van een lidstaat valt, wordt door de ECB als systeem aangemerkt (en bij de Commissie aangemeld)."

Amendement 3

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 98/26/EG

Artikel 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten bepalen welke systemen, en respectieve systeemexploitanten, onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, melden deze bij de Commissie aan en delen de Commissie mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen.

De lidstaten of, indien een systeem op een rechtsbesluit van de ECB stoelt, de ECB bepalen welke systemen, en respectieve systeemexploitanten, onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, melden deze bij de Commissie aan en delen de Commissie mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen.

PROCEDURE

Titel

Effectentransacties en financiëlezekerheidsovereenkomsten

Document- en procedurenummers

COM(2008)0213 – C6-0181/2008 – 2008/0082(COD)

Commissie ten principale

ECON

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

JURI

8.5.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Aloyzas Sakalas

25.6.2008

 

 

Behandeling in de commissie

13.10.2008

 

 

 

Datum goedkeuring

4.11.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Carlo Casini, Titus Corlăţean, Bert Doorn, Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Neena Gill, Othmar Karas, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Hans-Peter Mayer, Manuel Medina Ortega, Aloyzas Sakalas, Francesco Enrico Speroni, Diana Wallis, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Sharon Bowles, Eva Lichtenberger, Rareş-Lucian Niculescu, Georgios Papastamkos, Gabriele Stauner, József Szájer, Jacques Toubon, Renate Weber

PROCEDURE

Titel

Effectentransacties en financiëlezekerheidsovereenkomsten

Document- en procedurenummers

COM(2008)0213 – C6-0181/2008 – 2008/0082(COD)

Datum indiening bij EP

23.4.2008

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

8.5.2008

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

JURI

8.5.2008

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Piia-Noora Kauppi

20.5.2008

 

 

Behandeling in de commissie

9.9.2008

5.11.2008

 

 

Datum goedkeuring

2.12.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Mariela Velichkova Baeva, Paolo Bartolozzi, Zsolt László Becsey, Sebastian Valentin Bodu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, David Casa, Christian Ehler, Jonathan Evans, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Donata Gottardi, Louis Grech, Gunnar Hökmark, Othmar Karas, Wolf Klinz, Andrea Losco, Astrid Lulling, Gay Mitchell, Sirpa Pietikäinen, John Purvis, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Cornelis Visser, Sahra Wagenknecht

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Harald Ettl, Alain Lipietz

Datum indiening

5.12.2008