Verslag - A6-0077/2009Verslag
A6-0077/2009

VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (herschikking)

19.2.2009 - (COM(2008)0229 – C6‑0184/2008 – 2008/0090(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Michael Cashman
Rapporteur (*): Anneli Jäätteenmäki, Commissie constitutionele zaken
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 47 van het Reglement
(Herschikking - Artikel 80 bis van het Reglement)


Procedure : 2008/0090(COD)
Stadium plenaire behandeling

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (herschikking)

(COM(2008)0229 – C6‑0184/2008 – 2008/0090(COD))

(Medebeslissingsprocedure - herschikking)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0229),

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 255, lid 2, van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0184/2008),

–   gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[1],

–   gelet op de artikelen 80 bis en 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie constitutionele zaken, de Commissie juridische zaken, de Commissie internationale handel en de Commissie verzoekschriften (A6-0077/2009),

A. overwegende dat het betreffende voorstel volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de ongewijzigd gebleven bepalingen van de bestaande teksten kan worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie hiervan behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen,

B.  overwegende dat de Commissie volgens de ter zake bevoegde parlementaire commissie tot de herschikkingsprocedure heeft besloten zonder de andere instellingen daarvan op de hoogte te stellen en met voorbijgaan aan de letter en geest van de resolutie van het Parlement van 4 april 2006 houdende aanbeveling aan de Commissie inzake de toegang tot de documenten van de instelling overeenkomstig artikel 192 van het EG-Verdrag[2], die ten doel had verordening 1049/01 wezenlijk te wijzigen, terwijl bovendien wordt onderstreept dat de Commissie zich in haar voorstel zelfs niet heeft willen bezighouden met vraagstukken zoals die nadrukkelijk aan de orde werden gesteld in het historische arrest van het Hof van Justitie in de zaak-"Turco"[3],

1.  gaat akkoord met het voorstel van de Commissie zoals dit is aangepast aan de aanbevelingen van de adviesgroep van de Juridische Diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, met de technische aanpassingen die door de Commissie juridische zaken zijn goedgekeurd, en zoals dit hieronder is geamendeerd;

2.  verzoekt zijn Voorzitter standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Transparantie moet ook een versterking betekenen van de beginselen van een behoorlijk bestuur bij de instellingen van de Europese Unie als omschreven in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 1 ("het Handvest"). De interne voorschriften moeten dienovereenkomstig worden opgesteld en er dienen adequate financiële middelen en personeel beschikbaar te worden gesteld om het beginsel van openheid in de praktijk te brengen.

_________

1 PB C 302 van 14.12.2007, blz. 1.

Motivering

Er moet rekening worden gehouden met de opmerking in dit verband van de Europese Ombudsman.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De algemene beginselen en de beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen die gelden voor het recht van het publiek op toegang tot documenten, zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001, die op 3 december 2001 van toepassing is geworden.

Schrappen

Motivering

De inhoud van deze overweging is in overweging 6 opgenomen.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) De toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 werd voor het eerst beoordeeld in een verslag van 30 januari 2004. Op 9 november 2005 besloot de Commissie te beginnen met het proces dat moest uitmonden in de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001. In een resolutie van 4 april 2006 verzocht het Europees Parlement de Commissie te komen met een voorstel tot wijziging van de Verordening. Op 18 april 2007 heeft de Commissie met een groenboek over de evaluatie van de verordening het startsein gegeven voor een openbare raadpleging.

Schrappen

Motivering

De inhoud van deze overweging is in overweging 6 opgenomen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Deze verordening heeft tot doel het recht van toegang van het publiek tot documenten maximaal zijn beslag te geven en de voorwaarden en beperkingen van dat recht vast te leggen in overeenstemming met artikel 255, lid 2, van het EG-Verdrag.

(6) Deze verordening heeft tot doel het recht van toegang van het publiek tot documenten maximaal zijn beslag te geven en de voorwaarden en de beperkingen van dat recht op grond van openbare of particuliere belangen die bepalend zijn voor een dergelijke toegang in overeenstemming met artikel 255, lid 2, van het EG-Verdrag vast te leggen en rekening te houden met de ervaringen van de aanvankelijke uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 en de resolutie van het Europees Parlement van 4 april 2006 met aanbevelingen aan de Commissie over de toegang tot de documenten van de instellingen overeenkomstig artikel 192 van het EG-Verdrag*. Deze verordening laat bestaande rechten inzake toegang tot documenten voor lidstaten, gerechtelijke autoriteiten of onderzoeksinstanties onverlet.

 

_________

* PB C 293 van 2.12.2006, blz. 151.

Motivering

De overwegingen 4-5-6 en 22 zijn in één overweging opgenomen die de algemene beginselen geeft voor het recht van toegang tot EU-documenten. Ook wordt er duidelijk verwezen naar de bepaling van het EG-Verdrag (artikel 192) die de rechtsgrondslag vormt voor het verzoek van het Europees Parlement aan de Commissie om voorlegging van een voorstel tot wijziging van Verordening 1049/2001.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Overeenkomstig artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie geldt het recht van toegang eveneens ten aanzien van documenten met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en tot de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Elke instelling dient haar eigen veiligheidsregels in acht te nemen.

(8) Overeenkomstig artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie geldt het recht van toegang eveneens ten aanzien van documenten met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en tot de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

Motivering

Overweging 15 richt zich specifiek op de veiligheidsregels die iedere instelling moet opstellen.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis) De Raad en de Commissie handelen in hun hoedanigheid van wetgever wanneer zij met inschakeling van het Europees Parlement, zelfs op grond van gedelegeerde bevoegdheden, door middel van verordeningen, richtlijnen, kaderbesluiten of besluiten op basis van de desbetreffende bepalingen van de Verdragen regelingen van algemene aard vaststellen die in of voor de lidstaten wettelijk bindend zijn.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Wat de openbaarmaking van persoonsgegevens betreft dient een duidelijk verband te worden gelegd tussen deze verordening en Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

(10) De communautaire instellingen en organen moeten op billijke en doorzichtige wijze omgaan met persoonsgegevens met volledige inachtneming van de rechten van personen over wie gegevens worden verzameld zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ("het Hof van Justitie"). De instellingen moeten een omschrijving geven van hun interne procedures, waarbij zij naar behoren rekening dienen te houden met de aanbevelingen van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming.

Sedert de aanneming van Verordening (EG) nr. 1049/2001 hebben de jurisprudentie van het Hof van Justitie alsook de besluiten en standpunten van de Europese Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming duidelijkheid gebracht in het verband tussen deze verordening en Verordening (EG) nr. 45/2001, en wel in die zin dat verzoeken om documenten die persoonsgegevens bevatten onder verordening (EG) nr. 1049/2001 vallen, en dat ter bescherming van persoonsgegevens alleen uitzonderingen op de voorschriften inzake toegang tot documenten en informatie mogen worden toegepast, als er sprake is van een noodzaak de persoonlijke levenssfeer en integriteit van het individu te beschermen.

Motivering

Bij de wetgeving op het gebied van de toegang tot documenten moet goed rekening worden gehouden met de rechten in verband met de bescherming van persoonsgegevens die bestaan op grond van verordening 45/2001 en de aanbevelingen die in dit verband door de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming zijn gedaan.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Ruimere toegang tot documenten dient te worden verleend in gevallen waarin de instellingen optreden in hun hoedanigheid van wetgever, inbegrepen in het geval van gedelegeerde bevoegdheden, waarbij tegelijkertijd de doeltreffendheid van het besluitvormingsproces van de instelling behouden moet blijven. Dergelijke documenten dienen zo veel mogelijk rechtstreeks toegankelijk te worden gemaakt.

(12) Overeenkomstig de democratische beginselen zoals omschreven in artikel 6, lid 1, van het EU-Verdrag en in de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 dient een ruimere toegang tot documenten te worden verleend in gevallen waarin de instellingen optreden in hun hoedanigheid van wetgever, inbegrepen in het geval van gedelegeerde bevoegdheden. Wetsteksten moeten op duidelijke en begrijpelijk wijze1 worden opgesteld en worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie; voorbereidende documenten en alle bijbehorende informatie, waaronder rechtsadviezen en de interinstitutionele procedure, moeten op het internet tijdig en makkelijk toegankelijk voor de burgers openbaar worden gemaakt.

 

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moeten het overeenkomstig deze verordening eens worden over betere wetgevingspraktijken, redactiemodellen en –technieken alsmede over technische oplossingen voor het volgen van de levenscyclus van voorbereidende documenten en voor de uitwisseling daarvan met de instellingen en organen die bij de procedure betrokken zijn, en deze dienen in het Publicatieblad van de Europese Unie openbaar te worden gemaakt.

 

__________

Interinstitutioneel Akkoord van 22 december 1998 betreffende de gemeenschappelijke richtsnoeren voor de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving (PB C 73, 17.3. 1999, blz. 1).

Motivering

Hier moet duidelijk worden gemaakt voor welke verschillende soorten documenten en informatie het beginsel van toegang tot documenten geldt, zodat het publiek zich op de hoogte kan stellen en over de mogelijkheid beschikt elke gewenste wetgevingsprocedure te volgen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Documenten die verband houden met niet-wetgevingsprocedures, zoals bindende maatregelen zonder algemene strekking of maatregelen in verband met de interne organisatie, administratieve of begrotingstechnische besluiten, dan wel niet-bindende besluiten van politieke aard (zoals conclusies, aanbevelingen of resoluties) moeten makkelijk toegankelijk zijn overeenkomstig het beginsel van behoorlijk bestuur als omschreven in artikel 41 van het Handvest, terwijl tevens de doeltreffendheid van het besluitvormingsproces van de instelling behouden moet blijven. Voor iedere categorie documenten maken de verantwoordelijke instelling en, indien van toepassing, de andere betrokken instellingen voor de burger duidelijk: de workflow van de te volgen interne procedures, welke organisatie-eenheden verantwoordelijk kunnen zijn, hun werkterrein, de vastgestelde termijnen en het bureau waarmee contact moet worden opgenomen. Tijdens de procedure zijn speciale regelingen met de belanghebbenden mogelijk, zelfs wanneer er geen toegang tot de documenten aan het publiek kon worden verleend; De instellingen dienen terdege rekening te houden met de aanbevelingen van de Europese ombudsman.

Motivering

Op enkele algemene beginselen bij de toegang van het publiek tot niet-wetgevingsprocedures moet ook worden toegezien.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 ter) De instellingen moeten tot overeenstemming komen over gemeenschappelijke richtsnoeren voor de wijze waarop zij hun interne documenten overeenkomstig de in deze verordening omschreven beginselen registreren, rubriceren en ze met het oog op hun historische belang archiveren. Verordening van de Raad (EEG, Euratom) nr. 354/83 van 1 februari 1983 betreffend de openstelling voor het publiek van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie*moet dan worden ingetrokken.

 

_________

*PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1.

Motivering

De huidige verordening moet ook het rechtskader vormen voor de registratie, rubricering en archivering van documenten.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Een interinstitutioneel register van lobbyisten en andere belanghebbenden is een voor de hand liggend instrument voor de bevordering van openheid en transparantie in het wetgevingsproces.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Teneinde de volledige toepassing van deze verordening op alle activiteiten van de Unie te verzekeren, dienen alle door de instellingen ingestelde agentschappen de in deze verordening vervatte beginselen toe te passen.

(14) Teneinde de volledige toepassing van deze verordening op alle activiteiten van de Unie te verzekeren, dienen alle door de instellingen ingestelde agentschappen de in deze verordening vervatte beginselen toe te passen. Alle andere EU-instellingen worden ertoe uitgenodigd vergelijkbare maatregelen overeenkomstig artikel 1 van het EU-Verdrag te nemen.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Bepaalde documenten vereisen vanwege hun zeer gevoelige inhoud een bijzondere behandeling. Er dienen dan ook regelingen te worden getroffen, door middel van een interinstitutioneel akkoord, over het inlichten van het Europees Parlement over de inhoud van dergelijke documenten.

(15) Om de activiteiten van de instellingen te ontwikkelen op gebieden die een bepaalde mate van vertrouwelijkheid vereisen, is het passend een veelomvattend veiligheidssysteem vast te stellen dat betrekking heeft op de behandeling van EU gerubriceerde informatie. Met de term "EU gerubriceerd" wordt informatie en materiaal aangeduid waarvan bekendmaking de belangen van de EU of van een of meer lidstaten in verschillende mate zou kunnen schaden, of dergelijke informatie van binnen de EU afkomstig is dan wel ontvangen is van lidstaten, derde landen of internationale organisaties. Overeenkomstig de in artikel 6, lid 1, van het EU-Verdrag omschreven democratische beginselen dient het Europees Parlement toegang te hebben tot EU gerubriceerde informatie, met name wanneer een dergelijke toegang noodzakelijk is voor de uitoefening van de wetgevende of niet- wetgevende taken die het Parlement op grond van de Verdragen zijn toegekend.

Motivering

Voor de behandeling van vertrouwelijke informatie moeten duidelijke voorschriften voor gerubriceerd informatie worden vastgesteld die voor alle instellingen gelden.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Teneinde de openheid van de werkzaamheden van de instellingen te verbeteren, dienen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie toegang te verlenen niet alleen tot documenten die zij zelf hebben opgesteld, maar ook tot documenten die zij ontvangen hebben. In dit verband zij eraan herinnerd dat volgens Verklaring nr. 35 bij de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam, een lidstaat de Commissie of de Raad erom kan verzoeken, een uit die lidstaat afkomstig document zonder diens voorafgaande instemming niet aan derden door te geven.

(16) Teneinde de openheid van de werkzaamheden van de instellingen te verbeteren, dienen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie toegang te verlenen niet alleen tot documenten die zij zelf hebben opgesteld, maar ook tot documenten die zij ontvangen hebben. Een lidstaat kan het Europees Parlement, de Commissie of de Raad erom verzoeken een uit die lidstaat afkomstig document zonder diens voorafgaande instemming niet aan derden buiten de instellingen zelf door te geven. Als een dergelijk verzoek niet wordt ingewilligd dient de instelling die het verzoek ontving de redenen voor de weigering te geven. Volgens artikel 296 van het EG-Verdrag is " geen enkele lidstaat (…) gehouden inlichtingen te verstrekken waarvan de verbreiding naar zijn mening strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van zijn veiligheid".

Motivering

Om het publiek toegang tot documenten in de EU te geven, moeten er ook specifieke regels komen voor documenten die de EU-instellingen van derden krijgen.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) In beginsel dienen alle documenten van de instellingen voor het publiek toegankelijk te zijn. Dit neemt niet weg dat de bescherming van bepaalde openbare en particuliere belangen door een uitzonderingenregeling dient te worden gewaarborgd. De instellingen dienen het recht te hebben om hun interne raadplegingen en beraadslagingen te beschermen, wanneer dat voor het behoud van hun vermogen om hun taken uit te voeren, noodzakelijk is. Bij het beoordelen van de uitzonderingen dienen de instellingen rekening te houden met de beginselen van de communautaire wetgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens, op alle terreinen van de activiteiten van de Unie.

(17) In beginsel dienen alle door de instellingen opgestelde en ontvangen documenten die betrekking hebben op hun activiteiten te worden geregistreerd en voor het publiek toegankelijk te zijn. Dit neemt niet weg dat, onverminderd het toezicht van het Europees Parlement, de toegang tot het gehele document of een deel daarvan kan worden uitgesteld.

Motivering

Het is van belang te vermelden dat alle documenten die de EU-instellingen produceren of behandelen in beginsel voor het publiek toegankelijk zijn.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Alle regels inzake toegang tot de documenten van de instellingen dienen in overeenstemming te zijn met deze verordening.

(18) Overeenkomstig artikel 255, lid 2 van het EG-Verdrag wordt in deze verordening een nauwkeurige omschrijving gegeven van de algemene beginselen en de beperkingen vanwege publieke of particuliere belangen die van toepassing zijn op het recht van toegang tot documenten waaraan alle andere EU-voorschriften dienen te voldoen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18 bis) De instellingen moeten ervoor zorgen dat de ontwikkeling van de informatietechnologie de uitoefening van het recht op toegang tot documenten makkelijker maakt en geen vermindering van de hoeveelheid voor het publiek toegankelijke informatie tot gevolg heeft.

Motivering

De vooruitgang van de informatietechnologie kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben op de toegang van het publiek tot documenten. De instellingen moeten trachten de positieve gevolgen te bevorderen en de negatieve zoveel mogelijk te beperken. Er wordt voorzien in de toegang tot informatie in elektronische gegevensbanken door de definitie van documenten in artikel 3 te wijzigen en een algemene verplichting om goede informatie te verschaffen wordt voorgesteld als amendement op artikel 15. Door deze amendementen wordt eveneens rekening gehouden met het recht op behoorlijk bestuur als vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Om ervoor te zorgen dat het recht van toegang ten volle wordt geëerbiedigd, dient een administratieve procedure in twee fasen te worden gevolgd, met de aanvullende mogelijkheid van beroep op de rechter of een klacht bij de ombudsman.

(19) Om ervoor te zorgen dat het recht van toegang van de burgers ten volle wordt geërbiedigd en het gemakkelijk wordt gemaakt dit recht uit te oefenen, wordt het volgende bepaald:

 

- de teksten en informatie in verband met wetgevingsprocedures moeten ook via elektronische weg toegankelijk zijn in het Publicatieblad, terwijl voorbereidende documenten toegankelijk moeten zijn via een interinstitutioneel dagelijks geactualiseerd register dat bij elke procedure de bijbehorende informatie/documenten verschaft;

 

- de overige documenten of althans de relevante verwijzingen moeten via een register van de instelling bereikbaar zijn. Een administratieve procedure in twee fasen moet gevolgd worden voor de toegang tot documenten die niet direct toegankelijk zijn, of zij wel of niet gerubriceerd zijn.

 

Tegen de weigering van een instelling om inzage te geven kan via de rechter of een klacht bij de Europese Ombudsman beroep worden aangetekend.

 

De instellingen streven naar de gecoördineerde uitvoering van een beleid voor het hergebruik in de overheidssector van informatie die betrekking heeft op de EU-instellingen, zoals ook de lidstaten dat doen overeenkomstig Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidinformatie1.

 

_________

PB L 345 van 31.12.2003, blz90.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Iedere instelling dient de nodige maatregelen te nemen om het publiek van de geldende bepalingen in kennis te stellen en om haar personeel op te leiden zodat het de burgers die zich op hun rechten uit deze verordening beroepen, kan bijstaan. Om het de burgers gemakkelijker te maken hun rechten uit te oefenen, dient iedere instelling een documentenregister open te stellen.

(20) De instellingen moeten op consequente en gecoördineerde wijze het publiek op de hoogte brengen van de maatregelen die genomen zijn om deze verordening uit te voeren en zij moeten hun personeel opleiden zodat het de burgers die zich op hun rechten uit deze verordening beroepen, kan bijstaan.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) Deze verordening heeft weliswaar noch tot doel noch tot gevolg de nationale wetgevingen ter zake van toegang tot documenten te wijzigen, maar het spreekt vanzelf dat de lidstaten, gelet op het beginsel van loyale samenwerking dat hun betrekkingen met de instellingen regelt, erop zullen toezien dat aan de goede toepassing van deze verordening geen afbreuk wordt gedaan en dat de veiligheidsregels van de instellingen worden geëerbiedigd.

(21) Deze verordening heeft weliswaar noch tot doel noch tot gevolg de nationale wetgevingen ter zake van toegang tot documenten te wijzigen, maar het spreekt vanzelf dat de lidstaten, gelet op het beginsel van loyale samenwerking dat hun betrekkingen met de instellingen regelt, hun burgers op nationaal niveau tenminste dezelfde doorzichtigheid moeten bieden als op EU-niveau wordt betracht bij de uitvoering van de EU-voorschriften.

 

Ook zullen de lidstaten er, onverminderd het nationale parlementaire toezicht, op toezien dat geen afbreuk wordt gedaan aan de verwerking van EU gerubriceerde documenten.

Motivering

De EU-wetgeving en het EU-beleid worden voornamelijk door de autoriteiten van de lidstaten ten uitvoer gelegd. Door de uitwisseling van informatie over optimale praktijken op nationaal niveau betreffende de toegang tot met de EU verband houdende documenten en informatie kan worden bevorderd dat de burgers beter gaan begrijpen en controleren hoe de Unie functioneert.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Deze verordening laat bestaande rechten inzake toegang tot documenten voor lidstaten, gerechtelijke autoriteiten of onderzoeksinstanties onverlet.

Schrappen

Motivering

Deze overweging is opgenomen in overweging 6.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Overweging 22 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(22 bis) De Commissie stelt als aanvulling bij deze verordening een door het Europees Parlement en de Commissie aan te nemen instrument voor over gemeenschappelijke voorschriften voor het hergebruik van informatie en documenten die bij de instellingen berusten waarmee, mutatis mutandis, uitvoering wordt gegeven aan de beginselen zoals beschreven in richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Ingevolge artikel 255, lid 3, van het EG-Verdrag neemt elke instelling in haar eigen reglement van orde specifieke bepalingen betreffende de toegang tot haar documenten op,

(23) Ingevolge artikel 255, lid 3, van het EG-Verdrag en de beginselen en voorschriften zoals omschreven in deze verordening neemt elke instelling in haar eigen reglement van orde specifieke bepalingen betreffende de toegang tot haar documenten op.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de bepaling van de beginselen, voorwaarden en beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende het in artikel 255 van het EG-Verdrag neergelegde recht van toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (hierna "de instellingen"), en wel zodanig, dat het publiek een zo ruim mogelijke toegang tot deze documenten wordt geboden ;

(a) de bepaling, overeenkomstig artikel 255 van het EG-Verdrag, van de beginselen, voorwaarden en beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende het recht van toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (hierna "de instellingen") en van alle door deze instellingen opgerichte agentschappen en organen, en wel zodanig, dat het publiek een zo ruim mogelijke toegang tot deze documenten wordt geboden;

Motivering

Deze verordening is het rechtskader voor de uitvoering van artikel 255 van het EG-Verdrag, dat derhalve genoemd moet worden, en zij moet tevens de rechtsgrondslag bieden voor de manier waarop in de praktijk toegang tot documenten wordt gegeven, niet alleen bij het Europees Parlement, de Commissie en de Raad, maar ook bij de andere bureaus en organen.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de bevordering van goede administratieve praktijken met betrekking tot de toegang tot documenten.

c) de bevordering van transparante en goede administratieve praktijken in de instellingen ter verbetering van de toegang tot hun documenten.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) de instelling van het Publicatieblad van de Europese Unie door middel van een gezamenlijk besluit van het Europees Parlement en de Raad op voorstel van het Beheerscomité van het Publicatiebureau van de EU[4]. Op interinstitutionele basis worden andere instrumenten als openbare registers en specifieke administratieve procedures ter waarborging van een zo spoedig mogelijke uitoefening van dit recht ingesteld.

 

_________

¹Zie artikel 7 van SEC(2008)2109.

Motivering

De instrumenten voor gebruikmaking van het recht op toegang tot documenten van de instellingen moeten gespecificeerd worden.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Toegangsgerechtigden en toepassingsgebied

Toegangsgerechtigden

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft een recht van toegang tot documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in deze verordening worden bepaald.

1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon of iedere vereniging van natuurlijke of rechtspersonen heeft een recht van toegang tot documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in deze verordening worden bepaald.

Motivering

Met "vereniging" worden bijvoorbeeld burgerinitiatiefgroepen bedoeld.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze verordening is van toepassing op alle bij een instelling berustende documenten, namelijk documenten die door de instelling zijn opgesteld of ontvangen en zich in haar bezit bevinden, en die betrekking hebben op een materie die verband houdt met beleidsmaatregelen, acties en besluiten die tot de bevoegdheid van de instelling behoren, op alle werkterreinen van de Europese Unie

Schrappen

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Onverminderd de artikelen 4 en 9 worden documenten voor het publiek toegankelijk gemaakt hetzij na een schriftelijk verzoek, hetzij direct in elektronische vorm, hetzij via een register. In het bijzonder worden documenten die in het kader van een wetgevingsprocedure zijn opgesteld of ontvangen direct toegankelijk gemaakt overeenkomstig artikel 12.

Schrappen

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Voor gevoelige documenten in de zin van artikel 9, lid 1, geldt overeenkomstig dat artikel een bijzondere behandeling.

Schrappen

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Deze verordening is niet van toepassing op documenten die aan de rechter worden voorgelegd door andere partijen dan de instellingen.

Schrappen

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Onverminderd specifieke toegangsrechten voor belanghebbenden op grond van het Gemeenschapsrecht, zijn documenten die deel uitmaken van een dossier over een onderzoek of over een procedure betreffende een besluit van individuele strekking niet toegankelijk voor het publiek tot het onderzoek is afgesloten of het besluit definitief is geworden. Documenten met informatie die in het kader van een dergelijk onderzoek door een instelling is verkregen van natuurlijke of rechtspersonen zijn niet toegankelijk voor het publiek.

Schrappen

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. Deze verordening doet niet af aan een eventueel recht van toegang van het publiek tot documenten die bij de instellingen berusten, dat voortvloeit uit instrumenten van internationaal recht of besluiten van de instellingen ter uitvoering daarvan.

Schrappen

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 bis

Toepassingsgebied

 

1. Deze verordening is van toepassing op alle bij een instelling berustende documenten, dit wil zeggen documenten die door de instelling zijn opgesteld of ontvangen en zich in haar bezit bevinden, op alle werkterreinen van de Europese Unie.

 

2. De documenten worden voor het publiek toegankelijk gemaakt in elektronische vorm, in het Publicatieblad van de Europese Unie, in een officieel register van een instelling, dan wel naar aanleiding van een schriftelijk verzoek.

 

Documenten die in het kader van een wetgevingsprocedure zijn opgesteld of ontvangen worden direct toegankelijk gemaakt overeenkomstig artikel 5 bis.

 

3. Deze verordening doet niet af aan een eventueel recht van toegang van het publiek van een hogere orde tot documenten die bij de instellingen berusten, dat voortvloeit uit instrumenten van internationaal recht of besluiten van de instellingen ter uitvoering daarvan, dan wel uit de wetgeving van de lidstaten.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) "document": iedere inhoud, ongeacht de drager ervan (op papier, in elektronische vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), die is opgesteld door een instelling en formeel aan een of meer ontvangers is doorgegeven of anderszins is geregistreerd, of is ontvangen door een instelling; gegevens in elektronische opslag-, verwerkings- en opvraagsystemen zijn documenten indien zij met behulp van de instrumenten die beschikbaar zijn voor het gebruik van het systeem, daaraan kunnen worden onttrokken in de vorm van een afdruk of in elektronisch formaat  ;

a) "document": alle gegevens of iedere inhoud, ongeacht de drager ervan (op papier, in elektronische vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), betreffende een materie die verband houdt met beleidsmaatregelen, acties en besluiten welke tot de bevoegdheid van de instelling behoren; informatie in elektronische opslag-, verwerkings- en opvraagsystemen (met inbegrip van externe systemen die worden gebruikt voor het werk van de instelling) wordt beschouwd als een document of documenten.

Een instelling die voornemens is een nieuw elektronisch opslagsysteem in te stellen of een bestaand systeem aanzienlijk te wijzigen moet de waarschijnlijke gevolgen daarvan voor het uit deze verordening voortvloeiende recht van toegang evalueren en zodanig handelen dat de doelstelling van transparantie wordt bevorderd.

 

De functies voor het ophalen van informatie die door de instellingen is opgeslagen in elektronische opslagsystemen worden aangepast om tegemoet te komen aan herhaalde verzoeken van het publiek waaraan niet kan worden voldaan met gebruikmaking van de instrumenten die thans voor de exploitatie van het systeem beschikbaar zijn;

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) "gerubriceerde documenten": documenten waarvan de openbaarmaking de bescherming van de essentiële belangen van de Europese Unie of van een of meer lidstaten zou kunnen schaden, vooral op de gebieden openbare veiligheid, defensie en militaire zaken, welke gedeeltelijk of in hun geheel geclassificeerd kunnen worden.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter)“wetgevingsdocumenten”: documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures voor de aanneming van wettelijk bindende besluiten van algemene strekking , waaronder bij delegatie van bevoegdheden, die wettelijk bindend zijn in of voor de lidstaten en voor de aanneming waarvan het Verdrag al dan niet op basis van vrijwilligheid voorziet in tussenkomst of inschakeling van het Europees Parlement;

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quater) "niet-wetgevingsdocumenten": documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures voor de aanneming van niet-bindende besluiten, zoals conclusies, aanbevelingen of resoluties dan wel besluiten die wettelijk bindend zijn in of voor de lidstaten, maar geen algemene strekking hebben zoals de hierboven onder letter a ter genoemde documenten;

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quinquies) "administratieve documenten": documenten betreffende het besluitvormingsproces van de instellingen of maatregelen betreffende organisatorische, administratieve of begrotingstechnische zaken voor gebruik binnen de betrokken instelling;

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a sexies) "archieven": het hulpmiddel van een instelling voor het gestructureerd beheer van de registratie van alle documenten van de instelling die betrekken hebben op een lopende of recentelijk afgesloten procedure;

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a septies) "historische archieven": het gedeelte van de archieven van de instellingen dat op grond van de in artikel 3, lid 1 bis, beschreven voorwaarden voor permanent behoud is geselecteerd;

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Een gedetailleerde lijst van alle categorieën besluiten die vallen onder de definities in de punten a) bis tot en met a) bis quinquies wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de internetsites van de instellingen. De instellingen komen ook tot een akkoord over hun gemeenschappelijke criteria ten aanzien van het archiveren van documenten en maken deze openbaar.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 3 bis

Gerubriceerde documenten

 

1. Indien hiervoor op grond van artikel 4, lid 1, maatschappelijke redenen bestaan en onverlet het parlementaire toezicht op EU- en nationaal niveau, rubriceert een instelling een document wanneer de openbaarmaking daarvan een ondermijning zou betekenen van de bescherming van de essentiële belangen van de Europese Unie of van één of meer lidstaten.

 

Informatie wordt als volgt gerubriceerd:

 

a) "EU TOPGEHEIM": Deze rubricering geldt uitsluitend voor informatie en materiaal waarvan ongeoorloofde openbaarmaking uitzonderlijke schade zou kunnen toebrengen aan de essentiële belangen van de Europese Unie of van één of meer lidstaten;

 

b) "EU GEHEIM": Deze rubricering geldt uitsluitend voor informatie en materiaal waarvan ongeoorloofde openbaarmaking ernstige schade zou kunnen toebrengen aan de essentiële belangen van de Europese Unie of van één of meer van de lidstaten;

 

c) "EU VERTROUWELIJK": Deze rubricering geldt voor informatie en materiaal waarvan ongeoorloofde openbaarmaking schade zou kunnen toebrengen aan de essentiële belangen van de Europese Unie of van één of meer lidstaten;

 

d) "EU BEPERKTE VERSPREIDING": Deze rubricering geldt voor informatie en materiaal waarvan ongeoorloofde openbaarmaking nadelig zou kunnen zijn voor de essentiële belangen van de Europese Unie of van één of meer lidstaten;

 

2. Informatie wordt uitsluitend gerubriceerd wanneer dit noodzakelijk is.

 

Zo mogelijk geven de oorspronkelijke verstrekkers op gerubriceerde documenten een datum of periode aan waarna de inhoud in een lagere categorie kan worden gerubriceerd of kan worden vrijgegeven.

 

Anders bekijken zij de documenten tenminste om de vijf jaar om na te gaan of de oorspronkelijke rubricering noodzakelijk blijft.

 

De rubricering wordt duidelijk en correct aangegeven en wordt uitsluitend gehandhaafd zolang de informatie bescherming vereist.

 

De verantwoordelijkheid voor het rubriceren van informatie en voor eventuele daaropvolgende rubricering in een lagere categorie, dan wel voor het vrijgeven berust uitsluitend bij de instelling die de informatie oorspronkelijk verstrekt of die welke het gerubriceerde document van een derde of van een andere instelling heeft ontvangen.

 

3. Onverminderd het recht van toegang door andere EU- instellingen worden gerubriceerde documenten alleen met toestemming van de oorspronkelijke verstrekker aan derden ter beschikking gesteld.

 

De instelling die echter een dergelijke toegang weigert moet haar besluit zodanig motiveren dat de belangen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, worden beschermd niet worden geschaad.

 

Indien meer dan één instelling is betrokken bij de verwerking van een gerubriceerd document wordt dezelfde reden voor de rubricering gehanteerd en wordt er tot bemiddeling overgegaan als de instellingen van mening verschillen over de mate van bescherming die moet worden geboden.

 

Documenten die betrekking hebben op wetgevingsprocedures worden niet gerubriceerd; uitvoeringsmaatregelen kunnen vóór aanneming worden gerubriceerd indien de rubricering noodzakelijk is en ten doel heeft schadelijke gevolgen voor de maatregel zelf af te wenden. Internationale overeenkomsten met betrekking tot de uitwisseling van vertrouwelijke informatie worden namens de Europese Unie of de Gemeenschap gesloten en hieraan kunnen door een derde land of een internationale organisatie geen rechten worden ontleend teneinde te voorkomen dat het Europees Parlement toegang krijgt tot vertrouwelijke informatie.

 

4. Verzoeken om toegang tot gevoelige documenten volgens de procedures van de artikelen 7 en 8 worden uitsluitend behandeld door personen die het recht hebben zelf van deze documenten kennis te nemen. Deze personen beoordelen eveneens welke verwijzingen naar gerubriceerde documenten in het openbaar register kunnen worden opgenomen.

 

5. Gerubriceerde documenten worden uitsluitend na instemming van de oorspronkelijke verstrekker in het register van een instelling vermeld of vrijgegeven.

 

6. Het besluit van een instelling om de toegang tot een gerubriceerd document te weigeren wordt zodanig met redenen omkleed, dat de belangen die door de in artikel 4, lid 1, vastgestelde uitzonderingen worden beschermd, een niet worden geschaad.

 

7. Onverminderd het parlementaire toezicht door de nationale parlementen nemen de lidstaten de nodige maatregelen om te waarborgen dat de in deze verordening beschreven beginselen bij de behandeling van verzoeken om toegang tot EU gerubriceerde documenten worden geëerbiedigd.

 

8. De veiligheidsregels van de instellingen betreffende gerubriceerde documenten worden openbaar gemaakt.

 

9. Het Europees Parlement krijgt toegang tot gerubriceerde documenten via een speciaal comité van toezicht dat is samengesteld uit leden die benoemd worden door

 

zijn Conferentie van voorzitters. Deze leden moeten zich onderwerpen aan een specifieke goedkeuringsprocedure en die onder ede moeten beloven de inhoud van de informatie waartoe zij toegang hebben op generlei wijze openbaar te maken.

 

Het Europees Parlement stelt in zijn interne voorschriften en overeenkomstig zijn verplichtingen uit hoofde van de Verdragen veiligheidsnormen en sancties vast die vergelijkbaar zijn met die uit de interne veiligheidsvoorschriften van de Raad en de Commissie.

Motivering

Er moet een definitie worden gegeven van gerubriceerde documenten en bij de behandeling van deze documenten wordt rekening gehouden met de afzonderlijke bepalingen en de uitzonderingsregelingen. (NB: zie de aanpak van de vaststelling van terroristenlijsten).

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uitzonderingen

Algemene uitzonderingen op het recht op toegang

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De instellingen weigeren de toegang tot een document wanneer de openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang, wat betreft:

1. Onverminderd de gevallen die in artikel 3 bis worden behandeld weigeren de instellingen de toegang tot een document wanneer de openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang, wat betreft:

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de openbare veiligheid, met inbegrip van de veiligheid van natuurlijke of rechtspersonen;

a) de interne openbare veiligheid van de Europese Unie of van een of meer lidstaten;

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – inleidende deel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De instellingen weigeren de toegang tot een document wanneer de openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van:

2. De instellingen weigeren de toegang tot een document wanneer de openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van overheidsbelangen of de belangen van particulieren in verband met:

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van de individu overeenkomstig de desbetreffende voorschriften voor de bescherming van persoonsgegevens welke van toepassing zijn op de instellingen als bedoeld in artikel 286 van het EG-Verdrag en overeenkomstig het beginsel van een transparant en behoorlijk bestuur als bedoeld in artikel 1, letter c);

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) juridisch advies en gerechtelijke , arbitrage- en geschillenbeslechtingsprocedures;

c) juridisch advies en gerechtelijke procedures, tenzij het gaat om juridisch advies in samenhang met procedures die tot een wetgevingsbesluit of een niet-wetgevingsbesluit van algemene strekking leiden;

Motivering

Het Hof van Justitie overwoog in zijn arrest in de zaak Turco dat openbaarmaking van het juridisch advies inzake wetgevingsinitiatieven de transparantie en openheid van het wetgevingsproces verhoogt en het democratisch recht van de Europese burgers versterkt.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) de objectiviteit en de onpartijdigheid van selectieprocedures.

e) de objectiviteit en de onpartijdigheid van openbare aanbestedingsprocedures totdat een besluit is genomen door de aanbestedende instelling, of van een selectiecomité in een procedure voor de werving van personeel totdat een besluit is genomen door het tot aanstelling bevoegde gezag.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De toegang tot de volgende documenten wordt geweigerd indien de openbaarmaking ervan het besluitvormingsproces van de instellingen ernstig zou ondermijnen:

Schrappen

(a) documenten over aangelegenheden waarover nog geen besluit is genomen;

 

(b) documenten met standpunten voor intern gebruik in het kader van beraadslagingen en voorafgaand overleg binnen de betrokken instellingen, ook nadat het besluit genomen is.

 

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De onder 2) en 3) genoemde uitzonderingen gelden tenzij een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt. Met betrekking tot lid 2, onder a), wordt een hoger openbaar belang geacht openbaarmaking te gebieden indien de gevraagde informatie betrekking heeft op uitstoot in het milieu.

4. De onder 2) en 3) genoemde uitzonderingen gelden tenzij een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt. Van een sterk openbaar belang dat openbaarmaking gebiedt is sprake als de aangevraagde documenten zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures voor de aanneming van wetgevingsbesluiten van de EU of van niet-wetgevingsbesluiten met een algemene strekking. Bij de beoordeling hoe groot het openbaar belang is dat tot openbaarmaking moet worden overgegaan, wordt – in voorkomend geval - speciaal gewicht toegekend aan het feit dat de gevraagde documenten verband houden met de bescherming van fundamentele rechten of het recht in een gezond milieu te wonen.

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De uitzonderingen die in dit artikel worden genoemd zijn slechts van toepassing gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het document gerechtvaardigd is. De uitzonderingen gelden voor ten hoogste 30 jaar. In geval van documenten die vallen onder de uitzonderingen op grond van de bescherming van persoonsgegevens of van commerciële belangen en in geval van gevoelige documenten, kunnen de uitzonderingen zo nodig na afloop van deze periode van toepassing blijven.

4 bis. Documenten waarvan openbaarmaking een risico zou inhouden voor milieubeschermingswaarden, zoals broedplaatsen van zeldzame soorten, worden uitsluitend openbaar gemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen1.

 

______________________________

1 PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.

Motivering

Artikel 4 bis (nieuw) is gecreëerd om volledig rekening te houden met het Verdrag van Aarhus en de beginselen die in het arrest-Turco (C-39/05 P en C-52/05) zijn verwoord.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De uitzonderingen die in dit artikel worden genoemd zijn slechts van toepassing gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het document gerechtvaardigd is. De uitzonderingen gelden voor ten hoogste 30 jaar. In geval van documenten die vallen onder de uitzonderingen op grond van de bescherming van persoonsgegevens of van commerciële belangen en in geval van gevoelige documenten, kunnen de uitzonderingen zo nodig na afloop van deze periode van toepassing blijven.

7. De uitzonderingen die in dit artikel worden genoemd zijn niet van toepassing op documenten die worden doorgezonden in verband met procedures die tot een wetgevingsbesluit of een niet-wetgevingsbesluit van algemene strekking leiden. De uitzonderingen zijn slechts van toepassing gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het document gerechtvaardigd is. De uitzonderingen gelden voor ten hoogste 30 jaar. In geval van documenten die vallen onder de uitzondering op grond van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van de persoon, kan de uitzondering zo nodig na afloop van deze periode van toepassing blijven.

Motivering

Het Hof van Justitie overwoog in zijn arrest in de zaak Turco dat openbaarmaking van het juridisch advies inzake wetgevingsinitiatieven de transparantie en openheid van het wetgevingsproces verhoogt en het democratisch recht van de Europese burgers versterkt.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis. De in dit artikel bedoelde uitzonderingen dienen niet te worden opgevat als een verwijzing naar informatie van algemeen belang betreffende de begunstigden van de fondsen van de Europese Unie die beschikbaar is in het kader van het stelsel inzake financiële transparantie.

Motivering

Dergelijke informatie zou kunnen worden geïnterpreteerd als commercieel van aard in het geval dat de begunstigden commerciële bedrijven zijn.

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Raadpleging

Raadpleging van derden

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer het gaat om documenten van derden, wordt de derde door de instelling geraadpleegd om te kunnen beoordelen of een in artikel 4 genoemde uitzondering van toepassing is, tenzij het duidelijk is dat het document wel of niet openbaar moet worden gemaakt

1. Documenten van derden worden door de instelling zonder raadpleging van de oorspronkelijke verstrekker openbaar gemaakt als duidelijk is dat geen van de in deze verordening beschreven uitzonderingsgevallen van toepassing is. Een derde wordt geraadpleegd als deze bij de beschikbaarstelling van het document gevraagd heeft om een speciale behandeling daarvan om te kunnen beoordelen of een van de uitzonderingen waarin deze verordening voorziet, van toepassing is. Documenten die aan de instellingen worden verstrekt om het politieke besluitvormingsproces te beïnvloeden, moeten openbaar worden gemaakt.

Motivering

Ter waarborging van de transparantie in het politieke besluitvormingsproces, moeten documenten die door derden worden verstrekt en bedoeld zijn om politieke besluiten te beïnvloeden, openbaar worden gemaakt.

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer het gaat om een document van een lidstaat,

2. Wanneer het gaat om een document van een lidstaat,

 

- dat niet door die lidstaat is doorgegeven in zijn hoedanigheid van lid van de Raad, of

anders dan documenten die zijn ingediend in het kader van procedures die uitmonden in een wetgevingshandeling of een niet-wetgevingshandeling van algemene strekking, worden de autoriteiten van die lidstaat geraadpleegd. De instelling waar het document zich bevindt maakt het document openbaar, tenzij de betrokken lidstaat redenen aanvoert om dat niet te doen en zich daarbij baseert op de in artikel 4 genoemde uitzonderingen of op bepalingen in de nationale wetgeving die openbaarmaking van het betrokken document verhinderen. De instelling beoordeelt de gegrondheid van de redenen die de betrokken lidstaat aanvoert voor zover deze zijn gebaseerd op de uitzonderingen die in deze verordening zijn vastgelegd.

- dat geen informatie betreft die aan de Commissie in verband met de uitvoering van de EG-wetgeving is voorgelegd, worden de autoriteiten van die lidstaat geraadpleegd. De instelling waar het document zich bevindt maakt het document openbaar, tenzij de betrokken lidstaat redenen aanvoert om dat niet te doen en zich daarbij baseert op de in artikel 4 of in soortgelijke bepalingen van de nationale wetgeving genoemde uitzonderingen, dan wel bezwaar maakt op grond van artikel 296, lid 1, letter a), van het EG-Verdrag omdat de openbaarmaking strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van zijn veiligheid.

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wordt van een lidstaat een document gevraagd dat hij in zijn bezit heeft en dat van een instelling afkomstig is, dan raadpleegt hij de betrokken instelling, om een besluit te kunnen nemen waardoor het doel van deze verordening niet in gevaar komt - tenzij het duidelijk is dat het document wel of niet wordt vrijgegeven. De lidstaat kan het verzoek ook doorgeleiden aan de betrokken instelling.

3. Wordt van een lidstaat een document gevraagd dat hij in zijn bezit heeft en dat van een instelling afkomstig is, dan raadpleegt hij de betrokken instelling, om een besluit te kunnen nemen waardoor het doel van deze verordening niet in gevaar komt - tenzij het duidelijk is dat het document wel of niet wordt vrijgegeven. Deze bepaling laat het toezicht door het nationale parlement onverlet. De lidstaat kan het verzoek ook doorgeleiden aan de betrokken instelling.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 bis

Transparantie op wetgevingsgebied

 

1. Overeenkomstig de democratische beginselen zoals omschreven in artikel 6, lid 1, van het EU-Verdrag en in de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 dienen de instellingen die in hun hoedanigheid van wetgever optreden de ruimst mogelijke toegang tot hun activiteiten te verlenen.

 

2. Documenten in verband met hun wetgevingssprogramma’s, voorbereidende raadplegingen van het maatschappelijk midden, effectbeoordelingen en alle andere voorbereidende documenten in verband met een wetgevingsprocedure moeten toegankelijk zijn via een gebruikersvriendelijke interinstitutionele website en moeten in een speciale serie van het Publicatieblad van de Europese Unie worden gepubliceerd.

 

3. Ten behoeve van de uitvoering van deze verordening moeten wetsvoorstellen alsmede andere EU wetgevingsteksten op duidelijke en begrijpelijke wijze worden opgesteld en dienen de instellingen tot overeenstemming te komen over gemeenschappelijke redactierichtsnoeren en –modellen ter verbetering van de rechtszekerheid overeenkomstig de desbetreffende jurisprudentie van het Hof van Justitie.

 

4. Tijdens de wetgevingsprocedure publiceert elke instelling of elk orgaan dat bij de besluitvormingsprocedure betrokken is haar/zijn voorbereidende documenten en alle bijbehorende informatie, waaronder rechtsadviezen, in een speciale serie van het Publicatieblad van de Europese Unie en op een gemeenschappelijke internetsite waarop het verloop van de betrokken procedure te zien is.

 

5. Na aanneming worden wetgevingsbesluiten, zoals omschreven in artikel 13, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

6. Op grond van het beginsel van loyale samenwerking, dat bepalend is voor de betrekkingen tussen de instellingen en de lidstaten verlenen de lidstaten hun burgers op nationaal niveau tenminste dezelfde mate van transparantie als op EU-niveau wordt verschaft door middel van tijdige en duidelijke openbaarmaking in hun respectieve officiële publicatiebladen van de teksten of verwijzingen naar de nationale maatregelen ter uitvoering van de besluiten van de instellingen van de Europese Unie.

 

7. Alle van betrokken partijen afkomstige initiatieven of documenten die ten doel hebben het besluitvormingsproces op enigerlei wijze te beïnvloeden, moeten openbaar worden gemaakt.

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Is een verzoek niet nauwkeurig genoeg, of kan niet worden vastgesteld om welk document het gaat, dan vraagt de instelling de verzoeker om nadere precisering en is zij hem hierbij behulpzaam, bijvoorbeeld door informatie te verstrekken over het gebruik van de openbare documentenregisters. De in de artikelen 7 en 8 genoemde termijnen beginnen te lopen wanneer de instelling de gevraagde precisering heeft ontvangen.

2. Is een verzoek niet nauwkeurig genoeg, dan vraagt de instelling de verzoeker binnen vijftien werkdagen om nadere precisering en is zij hem hierbij behulpzaam, bijvoorbeeld door informatie te verstrekken over het gebruik van de openbare documentenregisters.

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een verzoek om toegang tot een document wordt onmiddellijk behandeld. De verzoeker ontvangt een ontvangstbevestiging. Binnen vijftien werkdagen na registratie van het verzoek verleent de instelling de verzoeker toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, ofwel deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op zijn recht om overeenkomstig lid 4 een confirmatief verzoek in te dienen.

1. Een verzoek om toegang tot een document wordt onmiddellijk behandeld. De verzoeker ontvangt een ontvangstbevestiging. Binnen ten hoogste vijftien werkdagen na registratie van het verzoek verleent de instelling de verzoeker toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, ofwel deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op zijn recht om overeenkomstig lid 4 een confirmatief verzoek in te dienen.

Motivering

De diverse termijnen dienen als maximale termijnen te worden opgevat.

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een verzoek om een zeer omvangrijk document of om een zeer groot aantal documenten, kan de in lid 1 genoemde termijn met vijftien werkdagen worden verlengd, mits de verzoeker daarvan tevoren in kennis wordt gesteld met nauwkeurige vermelding van de redenen daarvoor.

2. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een verzoek om een zeer omvangrijk document of om een zeer groot aantal documenten, kan de in lid 1 genoemde termijn met ten hoogste vijftien werkdagen worden verlengd, mits de verzoeker daarvan tevoren in kennis wordt gesteld met nauwkeurige vermelding van de redenen daarvoor.

Motivering

De diverse termijnen dienen als maximale termijnen te worden opgevat.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In geval van volledige of gedeeltelijke afwijzing kan de verzoeker binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het antwoord van de instelling een confirmatief verzoek indienen, welk verzoek ertoe strekt de instelling haar standpunt te doen herzien.

3. In geval van volledige of gedeeltelijke afwijzing, indien de verzoeker betwist dat met openbaarmaking werkelijk de relevante belangen worden geschaad en/of aanvoert dat een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt, kan de verzoeker de Europese ombudsman vragen om diens onafhankelijke en objectieve visie op de vraag of er belangen zouden worden geschonden en/dan wel of er sprake is van hoger openbaar belang. Indien de betrokken instelling, nadat de ombudsman advies heeft uitgebracht, vasthoudt aan haar volledige of gedeeltelijke afwijzing, kan de verzoeker binnen ten hoogste vijftien werkdagen na ontvangst van het antwoord van de instelling een confirmatief verzoek indienen, welk verzoek ertoe strekt de instelling haar standpunt te doen herzien.

Motivering

De diverse termijnen dienen als maximale termijnen te worden opgevat.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een confirmatief verzoek wordt onmiddellijk behandeld. Binnen dertig werkdagen te rekenen na registratie van het confirmatief verzoek verleent de instelling toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, of deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op de beroepsmogelijkheden die hem openstaan.

1. Een confirmatief verzoek wordt onmiddellijk behandeld. Binnen vijftien werkdagen te rekenen na registratie van het confirmatief verzoek verleent de instelling toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, of deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op de beroepsmogelijkheden die hem openstaan.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een verzoek om een zeer omvangrijk document of een zeer groot aantal documenten, kan de in lid 1 genoemde termijn met vijftien werkdagen worden verlengd, mits de verzoeker daarvan tevoren in kennis wordt gesteld met uitvoerige vermelding van de redenen daarvoor.

2. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een verzoek om een zeer omvangrijk document of om een zeer groot aantal documenten, kan de in lid 1 genoemde termijn met ten hoogste vijftien werkdagen worden verlengd, mits de verzoeker daarvan tevoren in kennis wordt gesteld met nauwkeurige vermelding van de redenen daarvoor.

Motivering

De diverse termijnen dienen als maximale termijnen te worden opgevat.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 9

Schrappen

Behandeling van gevoelige documenten

 

1. Gevoelige documenten zijn documenten die afkomstig zijn van de instellingen of van de agentschappen hiervan, van lidstaten, van derde landen of van internationale organisaties, en die op grond van de regels van de betrokken instelling ter bescherming van wezenlijke belangen van de Europese Unie, of van één of meer van haar lidstaten, op de gebieden van artikel 4, lid 1, onder a) - in het bijzonder openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden, als "TRÈS SECRET/TOP SECRET", "SECRET" of "CONFIDENTIEL" zijn gerubriceerd.

 

2. Verzoeken om toegang tot gevoelige documenten volgens de procedures van de artikelen 7 en 8 worden uitsluitend behandeld door personen die het recht hebben zelf van deze documenten kennis te nemen. Deze personen beoordelen eveneens, onverminderd artikel 11, lid 2, welke verwijzingen naar gevoelige documenten in het openbaar register kunnen worden opgenomen.

 

3. Gevoelige documenten worden uitsluitend na instemming van de oorspronkelijke verstrekker in het register vermeld of vrijgegeven.

 

4. Het besluit van een instelling om de toegang tot een gevoelig document te weigeren wordt zodanig met redenen omkleed, dat de door artikel 4 beschermde belangen niet worden geschaad.

 

5. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat de beginselen van dit artikel en van artikel 4 bij de behandeling van verzoeken om toegang tot gevoelige documenten worden geëerbiedigd.

 

6. De regels van de instellingen betreffende gevoelige documenten worden openbaar gemaakt.

 

7. De Commissie en de Raad informeren het Europees Parlement over gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen regelingen.

 

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De kosten van vervaardiging en verzending van kopieën kunnen ten laste van de aanvrager worden gebracht. Deze kosten mogen de werkelijke kosten van het vervaardigen en verzenden van de kopieën niet overschrijden. Inzage ter plekke, kopieën van minder dan twintig bladzijden A4 en rechtstreekse toegang in elektronische vorm of via het register, zijn kosteloos.

4. De kosten van vervaardiging en verzending van kopieën kunnen ten laste van de aanvrager worden gebracht. Deze kosten mogen de werkelijke kosten van het vervaardigen en verzenden van de kopieën niet overschrijden. Inzage ter plekke, kopieën van minder dan twintig bladzijden A4 en rechtstreekse toegang in elektronische vorm of via het register, zijn kosteloos. In het geval van afdrukken of documenten in elektronische vorm, gebaseerd op informatie in elektronische opslag-, verwerkings- en opvraagsystemen kunnen de werkelijke kosten van het zoeken en opvragen van het document of de documenten ook aan de aanvrager in rekening worden gebracht. Er worden geen extra kosten berekend als de instelling het betrokken document of de betrokken documenten al geproduceerd heeft. De aanvrager wordt vooraf geïnformeerd over de hoogte en de berekeningsmethode van de eventuele kosten.

Amendement  70

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De instellingen nemen onverwijld de nodige maatregelen om een register op te zetten dat uiterlijk op 3 juni 2002 operationeel is.

3. Onverminderd de interne voorschriften van de instellingen bevat het register of het systeem van registers (in geval van meervoudige registers voor dezelfde instelling) van elke instelling in het bijzonder verwijzingen naar:

 

- inkomende en uitgaande documenten, evenals de officiële post van de instelling indien dergelijke post onder de definitie van artikel 3, letter a), valt,

 

- agenda’s en korte samenvattingen van vergaderingen en documenten die vóór vergaderingen ter circulatie worden voorbereid, evenals andere documenten die tijdens vergaderingen circuleren.

 

Iedere instelling:

 

- stelt vóór…interne voorschriften voor de registratie van documenten vast en publiceert deze,

 

- zorgt er vóór … voor dat haar register volledig operationeel is.

 

___________

* Zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

** Een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Motivering

Het is overbodig en onpraktisch alles te registreren wat onder de ruime definitie van “document” van artikel 3 valt. In de nieuwe tekst wordt duidelijk gemaakt van welke beginselen moet worden uitgegaan om te bepalen welke documenten geregistreerd moeten worden en wordt iedere instelling gevraagd om vaststelling en publicatie van meer specifieke interne voorschriften ter uitvoering van die beginselen.

Amendement  71

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1. Voorzover mogelijk maken de instellingen hun documenten rechtstreeks toegankelijk voor het publiek, in elektronische vorm of via een register, overeenkomstig de regels van de betrokken instelling.

Motivering

De huidige norm mag niet worden verlaagd waar het gaat om niet-wetgevingsdocumenten.

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van EU-wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking, worden,  met inachtneming van de artikelen 4 en 9, rechtstreeks toegankelijk gemaakt voor het publiek.

1. De instellingen maken alle documenten direct beschikbaar voor het publiek, in elektronische vorm of middels een register, in het bijzonder die welke zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van EU-wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking.

Amendement  73

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Elke instelling bepaalt in haar reglement van orde welke andere categorieën documenten rechtstreeks toegankelijk zijn voor het publiek.

4. De instellingen ontwikkelen een gemeenschappelijke interface voor hun documentenregisters, en stellen met name een centraal toegangspunt in voor rechtstreekse toegang tot documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van rechtshandelingen of handelingen van niet-wetgevende aard met een algemene strekking.

Motivering

Lid 4 van artikel 12 wordt geamendeerd ten einde rekening te houden met aanbeveling 5 van de resolutie Cashman met het oog op verbetering van de bestaande regelgeving.

Amendement  74

Voorstel voor een verordening

Artikel 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1. Overeenkomstig de in deze verordening neergelegd beginselen bereiken de instellingen overeenstemming over de structuur en presentatie van het Publicatieblad van de Europese Unie door rekening te houden met het reeds bestaande Interinstitutioneel Akkoord.

1. Naast de besluiten van artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag en van artikel 163 van het Euratom-Verdrag worden de volgende documenten, met inachtneming van de artikelen 4 en 9 van deze verordening, in het Publicatieblad bekendgemaakt:

Naast de besluiten van artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag en van artikel 163 van het Euratom-Verdrag worden de volgende documenten, met inachtneming van de artikelen 4 en 9 van deze verordening, in het Publicatieblad bekendgemaakt:

a) Commissievoorstellen;

 

b) gemeenschappelijke standpunten van de Raad overeenkomstig de artikelen 251 en 252 van het EG-Verdrag, tezamen met de motivering, almede de standpunten van het Europees Parlement in deze procedures;

a) gemeenschappelijke standpunten van de Raad overeenkomstig de artikelen 251 en 252 van het EG-Verdrag, tezamen met de motivering, almede de standpunten van het Europees Parlement in deze procedures;

c) kaderbesluiten en besluiten in de zin van artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

b) richtlijnen die niet vallen onder artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag, en besluiten, aanbevelingen en adviezen die niet vallen onder artikel 254, lid 1, van het EG-Verdrag.

d) overeenkomsten vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

 

e) overeenkomsten tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 293 van het EG-Verdrag;

c) overeenkomsten tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 293 van het EG-Verdrag;

f) internationale overeenkomsten gesloten door de Gemeenschap of overeenkomstig artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

d) internationale overeenkomsten gesloten door de Gemeenschap of overeenkomstig artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

2. Voorzover mogelijk worden de volgende documenten in het Publicatieblad bekendgemaakt:

 

a) initiatieven door een lidstaat aan de Raad voorgelegd overeenkomstig artikel 67, lid 1, van het EG-Verdrag of artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

 

b) gemeenschappelijke standpunten in de zin van artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

e) gemeenschappelijke standpunten in de zin van artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

c) richtlijnen die niet vallen onder artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag, en besluiten, aanbevelingen en adviezen die niet vallen onder artikel 254, lid 1, van het EG-Verdrag.

f) kaderbesluiten en besluiten in de zin van artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

 

g) overeenkomsten vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

3. Elke instelling kan in haar reglement van orde bepalen welke andere documenten in het Publicatieblad worden gepubliceerd.

2. Elke instelling komt tot overeenstemming over de wijze waarop de andere instellingen en organen andere dan de hierboven genoemde documenten publiceren.

Amendement  75

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 14 bis

 

Informatiefunctionaris

 

1. Elk directoraat-generaal van elke instelling benoemt een informatiefunctionaris die verantwoordelijk is voor de naleving van de bepalingen van deze verordening en voor goede bestuurlijke praktijken binnen dat directoraat-generaal.

 

2. De informatiefunctionaris bepaalt welke informatie ter beschikking van het publiek kan worden gesteld over:

 

a) de uitvoering van deze verordening;

 

b) goede praktijken

 

en zorgt voor de verspreiding van deze informatie in een geschikte vorm en op geschikte wijze.

 

3. De informatiefunctionaris beoordeelt of de diensten in zijn of haar directoraat-generaal goede praktijken toepassen.

 

4. De informatiefunctionaris kan degene die informatie aanvraagt naar een ander directoraat verwijzen als de betrokken informatie buiten het bevoegdheidsterrein van het eigen directoraat valt, maar wel binnen het terrein van een ander directoraat binnen dezelfde instelling, mits hij of zij in het bezit van dergelijke informatie is.

 

5. Zo nodig kan de informatiefunctionaris overleg plegen met de Europese Ombudsman over een juiste en verstandige uitvoering van deze verordening.

Amendement  76

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 14 ter

Sancties

 

Indien een ambtenaar of ander personeelslid van de instellingen opzettelijk of wegens nalatigheid van zijn of haar kant de verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet nakomt, kunnen tegen hem of haar tuchtmaatregelen worden genomen overeenkomstig de regelingen en procedures van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de arbeidsvoorwaarden van de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, alsmede van de interne voorschriften van de instellingen.

Amendement  77

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Administratieve praktijken in de instellingen

Administratieve transparantiepraktijken in de instellingen

Amendement  78

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De instellingen werken goede administratieve praktijken uit, om de uitoefening van het door deze verordening gewaarborgde recht van toegang te vergemakkelijken.

1. De instellingen werken goede administratieve praktijken uit, om de uitoefening van het door deze verordening gewaarborgde recht van toegang te vergemakkelijken. Ook organiseren en beheren zij de informatie die ze in hun bezit hebben zodanig dat het publiek er zonder bijkomende moeite toegang toe kan hebben.

Motivering

Het amendement op artikel 15, lid 1, is gebaseerd op het recht op behoorlijk bestuur als vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten, en is in overeenstemming met de regelgeving (van bijvoorbeeld Finland). Dit amendement betekent eveneens een stap in de richting van een daadwerkelijke EU-wetgeving inzake vrijheid van informatie, terwijl tegelijkertijd de doelstelling uit overweging 18 erdoor wordt nagestreefd, namelijk dat de ontwikkeling van de informatietechnologie de uitoefening van het recht op toegang tot informatie makkelijker moet maken en de hoeveelheid informatie die opengesteld is voor het publiek er niet door mag worden verminderd.

Amendement  79

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Om te waarborgen dat de beginselen transparantie en behoorlijk bestuur doeltreffend worden toegepast moeten de betrokken instellingen het eens worden over gemeenschappelijke uitvoeringsvoorschriften en –procedures voor de presentatie, de rubricering, het vrijgeven, de registratie en verspreiding van documenten.

 

Ter vergemakkelijking van een werkelijk debat onder degenen die bij de besluitvormingsprocedures zijn betrokken en onverminderd het transparantiebeginsel maken de instellingen tegenover de burgers duidelijk indien en wanneer geen rechtstreekse toegang tot documenten gedurende de specifieke fasen van het besluitvormingsproces kan worden verleend. Deze beperkingen zijn niet meer van toepassing nadat dit besluit is genomen.

Amendement  80

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De instellingen informeren burgers op eerlijke en transparante wijze over hun organigram door vermelding van hun interne eenheden, de interne workflow en de indicatieve termijnen voor de binnen hun bevoegdheidsterrein vallende procedures en de diensten waartoe de burgers zich kunnen wenden voor steun, informatie of correcties in administratieve kwesties.

Amendement  81

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De instellingen richten een interinstitutioneel comité op dat nagaat welke de beste praktijk is, eventuele geschillen behandelt en toekomstige ontwikkelingen van de toegang van het publiek tot documenten bespreekt.

2. De instellingen richten een interinstitutioneel "artikel 255"-comité op dat nagaat welke de beste praktijk is en zorgdraagt voor de uitwisseling daarvan, toegangs- en gebruiksbelemmeringen alsmede ongepubliceerde gegevensbronnen in kaart brengt, eventuele geschillen behandelt, de interoperabiliteit, het gebruik en het samenvoegen van registers bevordert, de documentcodering standaardiseert via een Europese organisatie voor standaardisering, één enkel EU-portaal creëert om de toegang tot alle EU-documenten te garanderen, en toekomstige ontwikkelingen van de toegang van het publiek tot documenten bespreekt.

Amendement  82

Voorstel voor een verordening

Artikel 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening doet niet af aan bestaande regelingen inzake copyright die een beperking kunnen inhouden voor derden om kopieën van documenten te krijgen of  vrijgegeven documenten te reproduceren of te gebruiken.

Deze verordening doet niet af aan bestaande regelingen inzake copyright die een beperking kunnen inhouden voor derden om vrijgegeven documenten te reproduceren of te gebruiken.

Motivering

De huidige tekst van artikel 16 is beter dan de door de Commissie gedane tekstsuggestie.

Amendement  83

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 - lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Uiterlijk op ... publiceert de Commissie een verslag over de toepassing van deze verordening en doet zij aanbevelingen die, indien noodzakelijk, ook voorstellen bevatten voor de herziening van deze verordening en voor een actieprogramma van door de instellingen te treffen maatregelen.

Motivering

Net als in de huidige verordening moet worden bepaald dat de Commissie een verslag opstelt over de tenuitvoerlegging van de herziene verordening waarin zij aanbevelingen opneemt en zo nodig ook voorstellen voor verbetering. Uitsluiting van een bepaling betekent de facto amendering van de verordening.

  • [1]  PB C 77 van 28.3.2002,blz.1.
  • [2]  PB C 293 E van 2.12.2006, blz. 151.
  • [3]  Arrest van het Hof (Grote Kamer) van 1 juli 2008 in de gevoegde zaken C-39/05 P en C-52/05 P.
  • [4] 

TOELICHTING

Als rapporteur voor het voorstel tot herziening van verordening 1049/2001 heb ik enkele cruciale veranderingen voorgelegd op het door de Europese Commissie op 30 april 2008 ingediende voorstel. Toen de huidige verordening in 2001 van kracht werd, was ik ook de rapporteur die met dit dossier belast was.

In 2006 was ik de auteur van de unaniem door de parlementsleden goedgekeurde resolutie van het Europees Parlement die een lijst aanbevelingen bevatte ter verbetering van de huidige verordening.

Tegen deze achtergrond waren mijn verwachtingen op het moment waarop de Commissie haar wijzigingsvoorstel in 2008 voorlegde zeer hoog gespannen, omdat ik mij afvroeg hoe zij de normen voor de toegang van het publiek tot de documenten van de EU nog verder zou hebben verbeterd.

Afgezien van enkele positief te beoordelen wijzigingen in het voorstel die absoluut te rechtvaardigen zijn, zoals de uitbreiding van de kring van degenen die een beroep op deze verordening kunnen doen en de conformiteit met het Verdrag van Aarhus, betekenen andere wijzigingen volgens mij een stap terug als het om transparantie gaat, vooral als we bedenken dat met de meeste van de verzoeken van het Europees Parlement uit 2006 geen rekening is gehouden.

Volgens mij moeten wij als wetgevers deze gelegenheid van de herziening van verordening 1049/2001 aangrijpen om van deze verordening het werkelijke en enige rechtskader te maken voor de toegang van het publiek tot alle documenten en informatie waarmee bij de EU-instellingen en organen wordt omgegaan, waarbij steeds bedacht moet worden dat de uiteindelijke gebruikers de burgers zijn. Het is onze plicht deze toegang zo gemakkelijk en gebruikersvriendelijk mogelijk te maken.

Verder moet deze gelegenheid worden aangegrepen om de verschillende bepalingen een consequentere en meer voor de hand liggende volgorde te geven, zodat de instellingen eindelijk kunnen samenwerken om gemeenschappelijke regels en richtsnoeren voor de behandeling van verschillende soorten documenten op te stellen. Wij behoeven hier niet bij nul te beginnen omdat er zonder harde rechtsgrondslag al een groot aantal initiatieven is genomen waarmee hetzelfde wordt nagestreefd. Instrumenten zoals het Publicatieblad, het Celex-systeem of de verschillende in de interinstitutionele overeenkomsten over codificering en het opstellen van wetsteksten mikken op het zelfde doel, namelijk het Europese besluitvormingsproces beter begrijpelijk te maken.

Ik ben van oordeel dat, wanneer ik naar het Europese besluitvormingsproces verwijs, hieronder ook de nationale uitvoeringsregels moeten worden verstaan, omdat dit de echte teksten zijn die voor de Europese burgers van belang zijn.

Mijn benadering is veel ambitieuzer dan die van het Commissievoorstel en gaat waarschijnlijk verder dan de Raad bereid is te gaan. Uit mijn verslag blijkt dat ik meer wil voortbouwen op onze gemeenschappelijke ervaring door vanuit een interinstitutioneel perspectief onze taken en werkterreinen op grond van de Verdragen zoveel mogelijk te delen.

Vanuit dit perspectief probeer ik het gebrek aan gemeenschappelijke voorschriften over "gevoelige informatie" (de zogenoemde gevoelige documenten waarvan in de huidige verordening 1049/2001 sprake is) aan te vullen door opneming in de verordening van een aantal goede beginselen uit de interne veiligheidsvoorschriften van de Raad en de Commissie, voor zover deze beginselen ook op een parlementair orgaan kunnen worden toegepast.

Een tweede belangrijk punt was het maken van het verschil tussen transparantie in wetgevingszaken en administratieve kwesties door nu de gelegenheid te benutten voor een nauwkeurige omschrijving van enkele beginselen van een transparant en goed bestuur, zoals vermeld in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de EU.

Om dezelfde reden moeten we onafhankelijke organen, zoals de Europese ombudsman en de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, de bevoegdheid geven de instellingen te helpen bij de voltooiing van de hervorming van hun interne procedures. Aangezien de instellingen al beschikken over functionarissen voor de gegevensbescherming ligt het in de lijn van de verordening om in iedere organisatorische eenheid, bijvoorbeeld directoraten-generaal, een informatiefunctionaris aan te stellen die als gesprekspartner kan optreden voor de burger en ook voor de andere administratieve eenheden die met de documenten van de instellingen te maken hebben. Doorzichtigheid is niet alleen maar een attribuut, maar een beginsel waarmee bij de opzet van alle procedures van de instellingen rekening moet worden gehouden.

Bij de herziening van deze verordening moeten de gevolgen die zij zal hebben voor de verplichtingen van ambtenaren bij het opstellen, registreren, uiteindelijk vaststellen, rubriceren en archiveren van EU-documenten worden afgezet tegen de gelijktijdige bescherming van een doeltreffend en transparant functioneren van de instellingen van de EU.

Wij moeten tegen de achtergrond van de langverwachte ratificering van het Verdrag van Lissabon ze snel mogelijk reageren op de steeds toenemende vragen van de Europese burgers, maar ook van de nationale instellingen en regionale autoriteiten, in de eerste plaats de nationale parlementen.

Een redelijk tijdschema voor het Parlement zou kunnen zijn de eerste lezing aan het begin van maart af te sluiten, daarbij de Commissie te vragen haar voorstel te wijzigen en onder het Zweedse voorzitterschap met de Raad te onderhandelen over een eventueel gemeenschappelijk standpunt. Mocht het in de tussentijd duidelijk worden dat het Verdrag van Lissabon in werking treedt, dan zal het tamelijk eenvoudig zijn om op het reeds gedane werk voort worden te bouwen en een nieuwe te tekst te actualiseren die onmiddellijk na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zelf zou kunnen worden afgerond (zoals ook het geval was bij de Olaf-verordening onmiddellijk na inwerkingtreding van het verdrag van Maastricht).

Ik heb besloten een aantal amendementen in te dienen met betrekking tot de volgende punten:

· Het aanbrengen van een scheiding in de tekst tussen de toepassingsgerechtigden en het toepassingsgebied van de verordening.

· In het artikel betreffende definities besloot ik tot heropneming van de oude definitie van "document" uit de huidige verordening omdat deze veelomvattender lijkt, en ook wijzigde ik ter verduidelijking de definitie van "gegevensbank" door een verwijzing op te nemen naar in deze gegevensbanken opgenomen informatie waartoe het publiek desgewenst ook toegang moet hebben. De instellingen dienen specifieke instrumenten beschikbaar te stellen om deze informatie bereikbaar te maken.

· Er zijn ook nieuwe definities opgenomen van de begrippen "gerubriceerde documenten", "wetgevingsdocumenten", "archief" en "historische archieven".

· Het artikel betreffende uitzonderingen werd gewijzigd om een onderscheid te maken tussen de bescherming van overheidsbelangen en belangen van particulieren.

· Getracht werd een beschrijving te geven van de regeling die gehanteerd moet worden voor documenten van derden, die in de praktijk bij veel instellingen voor problemen hebben gezorgd.

· Wijziging van het artikel betreffende documenten die in het Publicatieblad van de EU moeten worden gepubliceerd.

· De rol en verantwoordelijkheid van de hierboven genoemde informatiefunctionarissen komt aan de orde doordat de Europese Ombudsman nadrukkelijke optreedt als referentiepunt voor de informatiefunctionarissen bij de instellingen, omdat hij bij twijfel kan worden geraadpleegd.

· Tenslotte bevat een amendement sanctiebepalingen als de verordening niet wordt nageleefd.

Het doel van uw rapporteur was uiteraard deze verordening te wijzigen om de transparantie te verhogen, maar daarbij te vermijden dat dit instrument te specifiek en te moeilijk uitvoerbaar zou uitvallen. Daarom hebben vooral de algemene beginselen voor de wetgevingswerkzaamheden en administratieve activiteiten van de instellingen die nog aan de huidige verordening ontbraken de aandacht gekregen. Daarbij hoop ik dat dit instrument gebruikt zal worden ter verbetering van de gang van zaken bij de instellingen doordat lering wordt getrokken uit de ervaring uit het verleden, die mijn voornaamste inspiratiebron bij het opstellen van mijn amendementen is geweest.

BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

 

 

 

GROUPE CONSULTATIF

DES SERVICES JURIDIQUES

 

                     Brussel, 6.11.2008

ADVIES

TER ATTENTIE VAN         HET EUROPEES PARLEMENT

                                            DE RAAD

                                            DE COMMISSIE

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

COM(2008)0229 van 30.4.2008 - 2008/0090(COD)

In verband met het interinstitutioneel akkoord van 28 november over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, in het bijzonder punt 9, is de adviesgroep bestaande uit de juridische diensten van respectievelijk het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op 20 mei en 4 juni bijeengekomen om bovengenoemd, door de Commissie aangedragen voorstel te bestuderen.

Tijdens deze bijeenkomsten[1] leidde bestudering van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van 30 mei 2001 betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie ertoe dat de adviesgroep in onderlinge overeenstemming het volgende bepaalde.

1) In artikel 7, lid 1, dient de verwijzing naar "lid 4 van dit artikel" gewijzigd te worden in "lid 3 van dit artikel".

2) In artikel 9, lid 1, dient de verwijzing naar "artikel 4, lid 1a" gewijzigd te worden in "artikel 4, lid 1".

3) In artikel 12, lid 1, had de toevoeging van het zinsgedeelte " EU- wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking moeten" met de grijze arcering aangegeven moeten zijn die in het algemeen gebruikt wordt voor het aangeven van inhoudelijke wijzigingen.

4) In artikel 12, lid 2, had de toevoeging van de laatste woorden "in elektronische vorm" met de grijze arcering aangegeven moeten zijn die in het algemeen gebruikt wordt voor het aangeven van inhoudelijke wijzigingen.

Door bestudering van het voorstel heeft de adviesgroep derhalve tot de eensgezinde conclusie kunnen komen dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan de wijzigingen die als zodanig zijn aangegeven in het voorstel of het onderhavige advies. De adviesgroep is met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere wetgeving met de genoemde inhoudelijke wijzigingen ook tot de conclusie gekomen dat het voorstel een loutere codificatie bevat van de bestaande teksten, zonder enige inhoudelijke wijziging.

C. PENNERA                                  J.-C. PIRIS                           C.-F.DURAND

Juridisch adviseur                               Juridisch adviseur                    wnd. Directeur-Generaal

  • [1]  De adviesgroep had de Engelse, Franse en Duitse taalversies van het voorstel tot zijn beschikking en er werd aan de hand van de Engelse versie gewerkt, omdat die versie de moederkopie was van de besproken tekst.

ADVIES van de Commissie constitutionele zaken(*) (26.1.2009)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (herschikking)
(COM(2008)0229 – C6‑0184/2008 – 2008/0090(COD))

Rapporteur voor advies (*): Anneli Jäätteenmäki

(*) Medeverantwoordelijke commissies – Artikel 47 van het Reglement

BEKNOPTE MOTIVERING

Transparantie is een grondbeginsel van de Europese Unie. Dit staat duidelijk in artikel 255 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag):

"Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft recht op toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie".

Daarnaast bepaalt het verdrag van Lissabon:

"De besluitvorming vindt plaats op een zo open mogelijke wijze, en zo dicht bij de burgers als mogelijk is" (Artikel 10, lid 3, VEU).

Voorts geldt:

"Om goed bestuur te bevorderen en de deelneming van het maatschappelijk middenveld te waarborgen, werken de instellingen, organen en instanties van de Unie in een zo groot mogelijke openheid" (Artikel 15, lid 1, VWEU).

Met de onderhavige verordening nr. 1049/2001 werd een belangrijke stap gezet naar meer openheid. In de zes jaar dat de verordening nu wordt toegepast, heeft zij mede gezorgd voor een meer transparante bestuurscultuur bij de Europese instellingen.

De rechtspraak van het Hof van Justitie op verordening nr. 1049/2001 heeft een belangrijke rol gespeeld in dit proces. Laatstelijk heeft het Hof het zeer belangrijke arrest gewezen in de zaak Turco (T-84/03 Turco/Raad). Het Hof besliste dat de Raad ook inzage moet geven in een juridisch advies van zijn juridische dienst wanneer dat advies betrekking heeft op een wetgevingshandeling. Het Hof oordeelt dat de beginselen van transparantie en openheid in het besluitvormingsproces een "hoger openbaar belang" vormen dat openbaarmaking van het juridisch advies rechtvaardigt. Het Hof concludeert dat "het juist de transparantie op dit punt is die (...) ertoe bijdraagt om aan de instellingen een grotere legitimiteit te verlenen in de ogen van de Europese burgers en hun vertrouwen te vergroten".

Het voorstel van de Commissie

De Commissie kwam op 30 april 2008 met haar voorstel tot wijziging van verordening nr. 1049/2001. Het Europees Parlement had in zijn resolutie van 4 april 2006 op herziening van de verordening aangedrongen. In de toelichting bij het voorstel probeert de Commissie de indruk te wekken dat zij hiermee de wijzigingen aanbrengt die het Parlement had verlangd.

Helaas is dat geenszins het geval. Terwijl het Parlement op meer openheid had aangedrongen strekken veel van de amendementen die de Commissie voorstelt juist tot verlaging van de huidige norm.

Het sterkst geldt dit voor het amendement dat de Commissie voorstelt voor artikel 3, dat de definitie van 'document' aanzienlijk zou inperken. Als deze wijziging wordt doorgevoerd, zou dat betekenen dat slechts een deel van de thans voor het publiek toegankelijke documenten dat ook in de toekomst nog zullen blijven. Naar de mening van de rapporteur voor advies dient de definitie ongewijzigd blijven omdat deze alle relevante documenten bestrijkt - niet alleen geregistreerde documenten.

Een ander amendement waartegen de rapporteur voor advies bezwaar heeft, geldt het recht van de lidstaten in artikel 5, om toegang tot documenten te weigeren. In de door de Commissie voorgestelde formulering zouden de lidstaten zich zonder beperking op eigen wetgeving kunnen beroepen. De instellingen daarentegen zouden zich alleen op in de verordening genoemde gronden kunnen beroepen. Hierdoor zou het transparantiebeginsel verwateren en volledig aan de vrije beoordeling van de lidstaten worden overgelaten. Ook hier dienen de uitzonderingsgronden in artikel 4 van de verordening te volstaan. En mocht dat niet het geval zijn, dan is dat een reden om artikel 4 te wijzigen, niet om de lidstaten onbeperkte rechten te geven.

De Commissie heeft de voorstellen die het Parlement in zijn resolutie van 4 april 2006 naar voren bracht, omtrent de mogelijkheden die het moet hebben om zijn democratische controle uit te oefenen, volkomen genegeerd. Het Parlement moet toegang kunnen krijgen tot gevoelige documenten om zich naar behoren van zijn taak te kwijten - voor de behandeling van zulke documenten kunnen tussen de instellingen afspraken worden gemaakt.

Onder de amendementen van de Commissie zijn er ook enkele die op bijval van het Parlement kunnen rekenen. Daarbij gaat het vooral om de uitbreiding van het inzagerecht tot iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet meer alleen voor EU-burgers zoals in de huidige verordening, de milieubepalingen die voortvloeien uit het Verdrag van Aarhus, en verbeterde rechtstreekse toegang tot wetgevingsdocumenten.

Helaas vallen deze positief te waarderen amendementen in het niet bij de amendementen die het Parlement negatief beoordeelt. Gezien die negatieve amendementen meent de rapporteur voor advies dat het beter bij de oude verordening kan worden gelaten dan dat er wijzigingen worden doorgevoerd die de verordening slechts doen verwateren.

AMENDEMENTEN

De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18 bis) De instellingen moeten ervoor zorgen dat de ontwikkeling van de informatietechnologie de uitoefening van het recht op toegang tot documenten makkelijker maakt en geen vermindering van de hoeveelheid voor het publiek toegankelijke informatie tot gevolg heeft.

Motivering

De vooruitgang van de informatietechnologie kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben op de toegang van het publiek tot documenten. De instellingen moeten trachten de positieve gevolgen te bevorderen en de negatieve zoveel mogelijk te beperken. Er wordt voorzien in de toegang tot informatie in elektronische gegevensbanken door de definitie van documenten in artikel 3 te wijzigen en een algemene verplichting om goede informatie te verschaffen wordt voorgesteld als amendement op artikel 15. Door deze amendementen wordt eveneens rekening gehouden met het recht op behoorlijk bestuur als vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) "document": iedere inhoud, ongeacht de drager ervan (op papier, in elektronische vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), die is opgesteld door een instelling en formeel aan een of meer ontvangers is doorgegeven of anderszins is geregistreerd, of is ontvangen door een instelling; gegevens in elektronische opslag-, verwerkings- en opvraagsystemen zijn documenten indien zij met behulp van de instrumenten die beschikbaar zijn voor het gebruik van het systeem, daaraan kunnen worden onttrokken in de vorm van een afdruk of in elektronisch formaat ;

(a) "document": iedere inhoud, ongeacht de drager ervan (op papier, in elektronische vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), betreffende een aangelegenheid die verband houdt met beleid, werkzaamheden en besluiten die tot het takenveld van de instelling behoren; informatie in elektronische opslag-, verwerkings- en opvraagsystemen (met inbegrip van externe systemen die worden gebruikt voor het werk van de instelling) wordt beschouwd als een document of documenten indien ze met behulp van de instrumenten die redelijkerwijs beschikbaar zijn voor het gebruik van het systeem, daaraan kunnen worden onttrokken in de vorm van één of meerdere afdrukken of in elektronisch formaat;

Motivering

Dit amendement herstelt de huidige formulering van de basisdefinitie van een document, aangezien het voorstel van de Commissie willekeurige beperkingen van het recht op toegang toelaat. De bijkomende frasering zorgt ervoor dat de doelstelling uit overweging 18 bis (nieuw) op het vlak van de toegang tot informatie in elektronische gegevensbanken kan worden bereikt.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) juridisch advies en gerechtelijke , arbitrage- en geschillenbeslechtingsprocedures ;

(c) juridisch advies en gerechtelijke, arbitrage- en geschilbeslechtingsprocedures, tenzij het gaat om juridisch advies in samenhang met procedures die tot een wetgevingshandeling of een niet-wetgevingshandeling van algemene strekking leiden;

Motivering

Het Hof van Justitie overwoog in zijn arrest in de zaak Turco dat openbaarmaking van het juridisch advies inzake wetgevingsinitiatieven de transparantie en openheid van het wetgevingsproces verhoogt en het democratisch recht van de Europese burgers versterkt.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Namen, titels en functies van ambtsdragers, ambtenaren en belangenvertegenwoordigers die verband houden met hun beroepsactiviteiten worden openbaar gemaakt tenzij openbaarmaking in de specifieke omstandigheden nadelig zou zijn voor de betrokkenen. Andere persoonsgegevens worden openbaar gemaakt overeenkomstig de voorwaarden die het Gemeenschapsrecht inzake de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens stelt aan de rechtmatige verwerking van dergelijke gegevens.

5. Persoonsgegevens worden niet openbaar gemaakt indien zulke openbaarmaking de persoonlijke levenssfeer of de integriteit van de betrokkene zou schaden. Zulke schade doet zich niet voor :

 

indien de gegevens uitsluitend betrekking hebben op de beroepsactiviteiten van de betrokkene tenzij, gegeven de specifieke omstandigheden, er reden is om aan te nemen dat de betrokkenen nadeel zou ondervinden van openbaarmaking;

 

indien de gegevens uitsluitend betrekking hebben op een publieke persoonlijkheid tenzij, gegeven de specifieke omstandigheden, er reden is om aan te nemen dat die persoon of anderen die met hem of haar verbonden zijn, nadeel zouden ondervinden van openbaarmaking;

 

indien de gegevens reeds met toestemming van de betrokkene openbaar zijn gemaakt.

 

Persoonsgegevens worden niettemin openbaar gemaakt indien een hoger openbaar belang dat gebiedt. In die gevallen moet de instelling of het orgaan aangeven wat dat openbaar belang is. De instellingen of het orgaan geeft aan waarom het openbaar belang in dit specifieke geval zwaarder weegt dan de belangen van de betrokkene.

 

Wanneer een instelling of orgaan op grond van lid 1 toegang tot een document weigert, moet die instelling of dat orgaan overwegen of gedeeltelijke toegang tot dit document mogelijk is.

Motivering

Het voorstel van de Commissie gaat voorbij aan het noodzakelijke evenwicht tussen de fundamentele rechten die in het geding zijn en evenmin aan het arrest van het Gerecht van eerste aanleg in de zaak Bavaria bier.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De uitzonderingen die in dit artikel worden genoemd zijn slechts van toepassing gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het document gerechtvaardigd is. De uitzonderingen gelden voor ten hoogste 30 jaar. In geval van documenten die vallen onder de uitzonderingen op grond van de bescherming van persoonsgegevens of van commerciële belangen en in geval van gevoelige documenten, kunnen de uitzonderingen zo nodig na afloop van deze periode van toepassing blijven.

7. De uitzonderingen die in dit artikel worden genoemd zijn niet van toepassing op documenten die worden doorgezonden in verband met procedures die tot een wetgevingshandeling of een niet-wetgevingshandeling van algemene strekking leiden. De uitzonderingen zijn slechts van toepassing gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het document gerechtvaardigd is. De uitzonderingen gelden voor ten hoogste 30 jaar. In geval van documenten die vallen onder de uitzonderingen op grond van de bescherming van persoonsgegevens of van commerciële belangen en in geval van gevoelige documenten, kunnen de uitzonderingen zo nodig na afloop van deze periode van toepassing blijven.

Motivering

Het Hof van Justitie overwoog in zijn arrest in de zaak Turco dat openbaarmaking van het juridisch advies inzake wetgevingsinitiatieven de transparantie en openheid van het wetgevingsproces verhoogt en het democratisch recht van de Europese burgers versterkt.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer het gaat om een document van een lidstaat, anders dan documenten die zijn ingediend in het kader van procedures die uitmonden in een wetgevingshandeling of een niet-wetgevingshandeling van algemene strekking, worden de autoriteiten van die lidstaat geraadpleegd. De instelling waar het document zich bevindt maakt het document openbaar, tenzij de betrokken lidstaat redenen aanvoert om dat niet te doen en zich daarbij baseert op de in artikel 4 genoemde uitzonderingen of op bepalingen in de nationale wetgeving die openbaarmaking van het betrokken document verhinderen. De instelling beoordeelt de gegrondheid van de redenen die de betrokken lidstaat aanvoert voor zover deze zijn gebaseerd op de uitzonderingen die in deze verordening zijn vastgelegd.

2. Wanneer het gaat om een document van een lidstaat, anders dan documenten die zijn ingediend in het kader van procedures die uitmonden in een wetgevingshandeling of een niet-wetgevingshandeling van algemene strekking, worden de autoriteiten van die lidstaat geraadpleegd. De instelling waar het document zich bevindt maakt het document openbaar, tenzij de betrokken lidstaat redenen aanvoert om dat niet te doen en zich daarbij baseert op de in artikel 4 genoemde uitzonderingen. De instelling beoordeelt de gegrondheid van de redenen die de betrokken lidstaat aanvoert.

Motivering

De lidstaten mogen niet het absolute recht krijgen zich op hun eigen wetgeving te beroepen. De uitzonderingen van artikel 4 moeten volstaan om toegang te kunnen weigeren.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een confirmatief verzoek wordt onmiddellijk behandeld. Binnen vijftien dertig werkdagen te rekenen na registratie van het confirmatief verzoek verleent de instelling toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, of deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op de beroepsmogelijkheden die hem openstaan

1. Een confirmatief verzoek wordt onmiddellijk behandeld. Binnen vijftien werkdagen te rekenen na registratie van het confirmatief verzoek verleent de instelling toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, of deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op de beroepsmogelijkheden die hem openstaan

Motivering

Verlenging van de termijn van 30 dagen zoals door de Commissie voorgesteld, betekent een achteruitgang. Met dertig (!) werkdagen zoals de Commissie voorstelt, wordt een slecht voorbeeld gegeven in vergelijking met alle nationale wetgeving in de EU over het inzagerecht.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De Commissie en de Raad informeren het Europees Parlement over gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen regelingen.

7. De Commissie en de Raad dragen zorg voor afdoende toezichtsmogelijkheden voor het Europees Parlement met betrekking tot gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen en openbaar gemaakte regelingen.

Motivering

Het Parlement dient toegang te hebben tot gevoelige documenten om zijn taak van democratisch toezicht ten volle te kunnen uitoefenen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1. Voorzover mogelijk maken de instellingen hun documenten rechtstreeks toegankelijk voor het publiek, in elektronische vorm of via een register, overeenkomstig de regels van de betrokken instelling.

Motivering

De huidige norm mag niet worden verlaagd waar het gaat om niet-wetgevingsdocumenten.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van EU-wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking, worden, met inachtneming van de artikelen 4 en 9, rechtstreeks toegankelijk gemaakt voor het publiek .

1. Met name documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van EU-wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking, worden, met inachtneming van artikel 9, rechtstreeks toegankelijk gemaakt voor het publiek.

Motivering

Volgt logisch uit het voorgaande amendement.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Elke instelling bepaalt in haar reglement van orde welke andere categorieën documenten rechtstreeks toegankelijk zijn voor het publiek.

4. De instellingen dienen een gemeenschappelijke interface voor hun documentenregisters te ontwikkelen, en met name een centraal toegangspunt in te stellen voor rechtstreekse toegang tot documenten die worden opgesteld of ontvangen in het kader van procedures voor de vaststelling van EU- wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking.

Motivering

Er dient voor het publiek een enkel toegangspunt te komen.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De instellingen werken goede administratieve praktijken uit, om de uitoefening van het door deze verordening gewaarborgde recht van toegang te vergemakkelijken.

1. De instellingen werken goede administratieve praktijken uit, om de uitoefening van het door deze verordening gewaarborgde recht van toegang te vergemakkelijken. Ook organiseren en beheren zij de informatie die ze in hun bezit hebben op zo'n manier dat het publiek er zonder bijkomende moeite toegang toe kan hebben.

Motivering

Het amendement op artikel 15, lid 1, is gebaseerd op het recht op behoorlijk bestuur als vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten, en is in overeenstemming met de regelgeving (van bijvoorbeeld Finland). Dit amendement betekent eveneens een stap in de richting van een daadwerkelijke EU-wetgeving inzake vrijheid van informatie, terwijl tegelijkertijd de doelstelling uit overweging 18 erdoor wordt nagestreefd, namelijk dat de ontwikkeling van de informatietechnologie de uitoefening van het recht op toegang tot informatie makkelijker moet maken en de hoeveelheid informatie die opengesteld is voor het publiek er niet door mag worden verminderd.

PROCEDURE

Titel

Toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

Document- en procedurenummers

COM(2008)0229 – C6-0184/2008 – 2008/0090(COD)

Commissie ten principale

LIBE

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

AFCO

22.5.2008

 

 

 

Medeverantwoordelijke commissie(s) - datum bekendmaking

20.11.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Anneli Jäätteenmäki

24.6.2008

 

 

Behandeling in de commissie

10.9.2008

4.11.2008

 

 

Datum goedkeuring

22.1.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Enrique Barón Crespo, Richard Corbett, Jean-Luc Dehaene, Andrew Duff, Anneli Jäätteenmäki, Aurelio Juri, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Jo Leinen, Íñigo Méndez de Vigo, Ashley Mote, Adrian Severin, József Szájer, Riccardo Ventre, Johannes Voggenhuber, Andrzej Wielowieyski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Costas Botopoulos, Klaus-Heiner Lehne, Gérard Onesta, Sirpa Pietikäinen, Mauro Zani

ADVIES van de Commissie internationale handel (8.12.2008)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (herschikking)
(COM(2008)0229 – C6‑0184/2008 – 2008/0090(COD))

Rapporteur voor advies: Rovana Plumb

BEKNOPTE MOTIVERING

De Commissie internationale handel (commissie INTA) is ingenomen met het voorstel van de Commissie ter versoepeling van de regels en ter vereenvoudiging van de procedures voor de toegang van het publiek tot documenten van de Europese instellingen.

De herziening betreft vrijwel uitsluitend burgerlijke vrijheden en is vooral juridisch en constitutioneel van aard (aspecten die niet onder de bevoegdheid van INTA vallen).

Ofschoon het voorstel van de Commissie ook betrekking heeft op als "gevoelig" aangemerkte documenten op het gebied van handel en nijverheid in verband met handelsgeschillen en -besprekingen, is de rapporteur voor advies van oordeel dat dit soort documenten een afzonderlijke analyse verdienen.

De onderstaande amendementen zijn gericht op een betere koppeling tussen de bedoelingen en oogmerken van de herziening en de inhoud van het nieuwe voorstel. Een dergelijke voorkeursbehandeling lijkt nuttig en nodig zolang de belangen van de industrie niet zodanig veronachtzaamd worden dat de rechten en belangen van de consument geschaad worden, waaraan voorbij kan worden gegaan met een beroep op een "hoger openbaar belang".

De rapporteur voor advies is van mening dat deze mogelijkheid om aan het industrieel belang voorbij te gaan duidelijker onder woorden moet worden gebracht omdat de herziening van de verordening in de eerste plaats ten doel heeft de burger van dienst te zijn.

Met het verordeningsvoorstel wordt onder meer beoogd duidelijker aan te geven welke procedures gevolgd worden voor de uitzonderingen waarvoor de regels inzake transparantie en openbaarheid niet gelden. Een van de uitzonderingen betreft de bescherming van commerciële belangen, zoals ook in de oude tekst het geval was. In het voorstel wordt echter met zoveel woorden ingegaan op de omstandigheden waarin het bedrijfsgeheim niet mag worden opgeheven, om te voorkomen dat bij elk geschil de rechter of de geschillenbeslechtingsregeling van de Wereldhandelsorganisatie (WTO Dispute Settlement Body) wordt ingeschakeld.

Aldus wordt de tekst door de voorgestelde wijziging duidelijker en wordt bepaald dat het bedrijfsgeheim bescherming geniet, met name wanneer het door de EU als argument wordt aangevoerd bij klachten die aan het WTO Dispute Settlement Body worden voorgelegd.

Daarnaast omvat het voorstel regels voor vertrouwelijke documenten die een rol spelen bij handelsbesprekingen. Deze documenten, die door comité 133, dat het handelsbeleid van de EU formuleert, aan andere overheidsinstellingen worden toegezonden, zijn gevoelige documenten. De commissie INTA is zich ervan bewust dat de vertrouwelijkheid van de stukken van comité 133 gehandhaafd moet blijven en behoudt zich het recht voor het handelsbeleid van Commissie en Raad te controleren. De regels inzake rubricering, inzage door andere instellingen en toegankelijkheid voor het publiek van dit soort gevoelige documenten zijn neergelegd in het besluit van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde (C(2001)3031).

De Commissie heeft de verordening betreffende toegang van het publiek tot documenten voor het laatst herzien in 2001, aansluitend op de herziening van de verordening inzake de rubricering van gevoelige documenten. Als de Commissie inderdaad een wezenlijke verbetering van de toegang van het publiek tot alle soorten documenten nastreeft, moet zij al haar interne regels herzien.

Anderzijds moet de commissie INTA zich houden aan de strikte regels voor doorgifte van vertrouwelijke informatie, ook onder haar leden, waarbij vermelding verdient dat de regels van 2001 dateren, toen de commissie nog niet bestond.

Daarom pleit de rapporteur voor advies voor een regelmatige herziening van de regels inzake rubricering en doorgifte van gevoelige documenten van de Commissie aan ander instellingen, met inbegrip van het Parlement.

Het herzieningsvoorstel inzake de toegang van het publiek mag niet tot een formaliteit beperkt blijven. Het gehele proces van toegang van elke natuurlijke of rechtspersoon tot alle soorten documenten moet grondig geanalyseerd worden, wil de herziening een succes worden. De rapporteur voor advies is dan ook van oordeel dat de burgers met het oog op hun inbreng in het Europese wetgevingsproces er recht op hebben op de juiste wijze geïnformeerd te worden en dat handelsdocumenten niet buiten deze hervorming mogen blijven.

Op grond van bovenstaande overwegingen stelt de rapporteur voor advies de volgende amendementen voor.

AMENDEMENTEN

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Gevoelige documenten zijn documenten die afkomstig zijn van de instellingen of van de agentschappen hiervan, van lidstaten, van derde landen of van internationale organisaties, en die op grond van de regels van de betrokken instelling ter bescherming van wezenlijke belangen van de Europese Unie, of van één of meer van haar lidstaten, op de gebieden van artikel 4, lid 1, onder a) - in het bijzonder openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden, als "TRÈS SECRET/TOP SECRET", "SECRET" of "CONFIDENTIEL" zijn gerubriceerd.

1. Gevoelige documenten zijn documenten die afkomstig zijn van de instellingen of van de agentschappen hiervan, van lidstaten, van derde landen of van internationale organisaties, en die op grond van de regels die de betrokken instelling heeft opgesteld en op gezette tijden herziet, ter bescherming van wezenlijke belangen van de Europese Unie, of van één of meer van haar lidstaten, op de gebieden van artikel 4, lid 1, onder a) - in het bijzonder openbare veiligheid, internationale betrekkingen, handelsbetrekkingen, defensie en militaire aangelegenheden, als "TRÈS SECRET/TOP SECRET", "SECRET" of "CONFIDENTIEL" gerubriceerd zijn.

Motivering

Elke instelling moet binnen een welomschreven termijn regels opstellen, en op gezette tijden herzien, om criteria vast te stellen om de documenten te rubriceren. Documenten, die door comité 133, dat het handelsbeleid van de EU formuleert, aan andere overheidsinstellingen worden toegezonden, gelden als gevoelige documenten. De commissie INTA is zich ervan bewust dat de vertrouwelijkheid van de stukken van comité 133 gehandhaafd moet blijven en behoudt zich het recht voor het handelsbeleid van Commissie en Raad ten behoeve van de burgers te controleren.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De toegang tot de documenten wordt gegeven, volgens de voorkeur van de verzoeker, door hetzij inzage ter plaatse, hetzij afgifte van een kopie, eventueel een elektronische kopie indien deze beschikbaar is.

1. De toegang tot de documenten wordt gegeven, volgens de voorkeur van de verzoeker, door hetzij inzage ter plaatse, hetzij afgifte van een kopie, eventueel een elektronische kopie indien deze beschikbaar is. De kosten van vervaardiging en verzending van kopieën komen voor rekening van de aanvrager. Deze kosten mogen de werkelijke kosten van het vervaardigen en verzenden van de kopieën niet overschrijden. De toegang tot documenten is kosteloos in geval van inzage ter plaatse, ingeval het aantal kopieën niet meer dan 20 A4-vellen bedraagt, en in geval van rechtstreekse elektronische toegang of toegang via het register.

Motivering

De Commissie wil tot eenvoudiger procedures voor de toegang van het publieke tot documenten komen en bovendien de bepaling schrappen dat zij documenten boven een bepaalde omvang alleen tegen betaling beschikbaar stelt. Deze bepaling moet behouden blijven en zelfs verbeterd worden, want het is de plicht van de burger om voor de gevraagde kopieën te betalen. Wel moet de burger hiervan op de hoogte worden gebracht, evenals van de wijze waarop de prijs van de kopieën berekend wordt. Ook moet duidelijk zijn dat inzage kosteloos is wanneer er geen papieren kopieën gemaakt hoeven worden.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De instellingen nemen onverwijld de nodige maatregelen om een register op te zetten dat uiterlijk op 3 juni 2002 operationeel is.

3. De instellingen nemen onverwijld de nodige maatregelen om een register op te zetten dat uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening operationeel is

Motivering

Omwille van de coherentie moet de datum afgestemd worden op de wijziging van de tekst en het nieuwe tijdschema. Deze nieuwe termijn moet ambitieuzer zijn dan de vorige. Het is zaak dat de onderhavige herziening onmiddellijk en reëel aan burgers en bedrijven (bij handel en onderhandelingen) ten goede komt. Daarom moeten de EU-instellingen snel een verbetering van de dienstverlening realiseren en de registers spoedig na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening voor de burgers openstellen.

PROCEDURE

Titel

Toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

Document- en procedurenummers

COM(2008)0229 – C6-0184/2008 – 2008/0090(COD)

Commissie ten principale

LIBE

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

INTA

23.9.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Rovana Plumb

15.7.2008

 

 

Behandeling in de commissie

9.9.2008

5.11.2008

 

 

Datum goedkeuring

2.12.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

16

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Daniel Caspary, Glyn Ford, Béla Glattfelder, Ignasi Guardans Cambó, Syed Kamall, Caroline Lucas, Helmuth Markov, Vural Öger, Georgios Papastamkos, Peter Šťastný, Gianluca Susta, Daniel Varela Suanzes-Carpegna, Iuliu Winkler, Corien Wortmann-Kool

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Bastiaan Belder, Rovana Plumb, Zbigniew Zaleski

ADVIES van de Commissie juridische zaken (21.1.2009)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (herschikking)
(COM(2008)0229 – C6‑0184/2008 – 2008/0090(COD))

Rapporteur voor advies: Monica Frassoni

BEKNOPTE MOTIVERING

Overeenkomstig artikel 1, tweede alinea van het Verdrag betreffende de Europese Unie moeten de communautaire instellingen en organen de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger nemen. Transparantie en het recht van de burger op informatie worden alom erkend als de meest kostenefficiënte methode om corruptie te voorkomen en tegen te gaan. Om de burgers in de gelegenheid te stellen daadwerkelijk aan het politieke proces deel te nemen en de overheid ter verantwoording te roepen, moeten zij een zo ruim mogelijke toegang hebben tot de documenten die in het bezit zijn van de Europese instellingen.

Het Europees Parlement heeft steeds op het belang van dit grondbeginsel van de democratie gewezen, onder meer in de resolutie Cashman. Uit de raadpleging over de herziening van de verordening is gebleken dat er sprake is van brede steun in het maatschappelijk middenveld voor de eis van het Europees Parlement om concrete voor het institutioneel kader van de Europese Unie geldende wetgeving, overeenkomstig het recht op behoorlijk bestuur dat in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten is vastgelegd, in te voeren.

Uw rapporteur voor advies betreurt dat de andere instellingen niet dezelfde voortvarende aanpak volgen. De wijzigingen die de Commissie in de verordening heeft aangebracht zijn inderdaad teleurstellend, aangezien haar voorstellen in een aantal gevallen zelfs een stap achteruit betekenen in de "actie om de transparantie te bevorderen". Voorts vindt uw rapporteur voor advies de keuze van de Commissie om voor de wijziging van de verordening gebruik te maken van de herschikkingsprocedure ongelukkig en niet in overeenstemming met de doelstellingen van het Interinstitutioneel Akkoord over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten. Het feit dat de herschikkingsprocedure niet geschikt is voor een complexe herziening, waarbij veranderingen op bepaalde punten wijzigingen in andere bepalingen impliceren, betekent in de praktijk dat het Parlement veelvuldig gebruik moet maken van de in het Interinstitutioneel Akkoord voorziene uitzonderingsregeling.

Uw rapporteur voor advies heeft in verschillende gevallen de bepalingen van de huidige verordening weer opgenomen, aangezien deze aanzienlijk betere voorwaarden voor toegang en transparantie bieden.

Uw rapporteur voor advies heeft eveneens het verband tussen de toegang tot documenten en gegegevensbescherming, een van de meest controversiële kwesties bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001, ter sprake gebracht. Zowel de Europese Ombudsman, als de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het Hof van eerste aanleg (in de zaak the Bavarian Lager Company Ltd.) delen het standpunt dat gegevensbescherming niet mag worden gebruikt om toegang tot informatie te verhinderen, in gevallen waarin het gevaar dat met deze toegang afbreuk wordt gedaan aan de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijke integriteit van het individu, praktisch nihil is; uw rapporteur voor advies heeft de Commissie op dit geconsolideerde standpunt gewezen.

In het licht van de wetgeving inzake informatievrijheid in Mexico en het feit dat in geval van weigering tot openbaarmaking van een document indiening van een klacht bij de Europese rechtbanken voor de burger niet bepaald een redelijk alternatief is, stelt uw rapporteur voor advies voor om de Europese Ombudsman de bevoegdheid te geven over verzoeken om toegang tot documenten besluiten te nemen die bindend zijn voor de betrokken instantie; de verzoekers behouden evenwel het recht om bij het Hof van eerste aanleg een klacht in te dienen wegens weigering tot openbaarmaking van documenten.

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moet op verscheidene punten ingrijpend worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid dient tot herschikking van deze verordening te worden overgegaan.

(1) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moet op verscheidene punten ingrijpend worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid dient tot herschikking van deze verordening te worden overgegaan. Bij herschikking gaat het om een wetgevingstechniek die overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten1 moet worden toegepast.

 

______________________________

1 PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.

Motivering

De keuze van de Commissie om voor de herziening van deze verordening gebruik te maken van de herschikkingsprocedure is misplaatst en niet in overeenstemming met de doelstellingen van het Interinstitutioneel Akkoord over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, volgens hetwelk deze procedure onder geheel andere omstandigheden moet worden toegepast. Het feit dat de herschikkingsprocedure niet geschikt is voor een complexe herziening, waarbij veranderingen op bepaalde punten wijzigingen in andere bepalingen impliceren, betekent in de praktijk dat het Parlement veelvuldig gebruik moet maken van de in het Interinstitutioneel Akkoord voorziene uitzonderingsregeling.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Deze openheid maakt een betere deelneming van de burgers aan het besluitvormingsproces mogelijk en waarborgt een grotere legitimiteit en meer doelmatigheid en verantwoordelijkheid van de administratie ten opzichte van de burgers binnen een democratisch systeem. Zij draagt bij aan de versterking van de beginselen van democratie en eerbiediging van de grondrechten, zoals vervat in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(3) Deze openheid maakt een betere deelneming van de burgers aan het besluitvormingsproces mogelijk en waarborgt een grotere legitimiteit en meer doelmatigheid en verantwoordelijkheid van de administratie ten opzichte van de burgers binnen een democratisch systeem. Zij draagt bij aan de versterking van de beginselen van democratie en eerbiediging van de grondrechten, zoals vervat in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts zal elke vorm van vooruitgang bij de openstelling van de bestuursorganen voor publieke controle een positief effect hebben op de inspanningen inzake corruptiebestrijding.

Motivering

Transparantie en het recht van de burger op informatie worden alom erkend als de meest kostenefficiënte methode om corruptie te voorkomen en tegen te gaan.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5 bis) Bij die raadpleging heeft het maatschappelijk middenveld massaal de eis van het Europees Parlement ondersteund om concrete voor het interinstitutioneel kader geldende wetgeving inzake informatievrijheid in overeenstemming met het recht op behoorlijk bestuur, dat in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten is vastgelegd, in te voeren.

Motivering

While the concept of freedom of information is broader than the concept of access to documents it must, first, be noted that, as the Court of Justice has stated (in e.g. Hautal v Council) the content of the right to access to documents is the right to the information contained in documents. The broader concept of freedom of information is also already reflected in Regulation 1367/2006 which implements the Aarhus Convention. Furthermore, citizens right to good administration must include, as a matter of principle, right to information. This is also clearly laid down in Article 22 of the Code of Good Administrative Behaviour, presented by the European Ombudsman and approved by Parliament.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Wat de openbaarmaking van persoonsgegevens betreft dient een duidelijk verband te worden gelegd tussen deze verordening en Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

(10) Wat de openbaarmaking van persoonsgegevens betreft dient een duidelijk verband te worden gelegd tussen deze verordening en Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

 

Sedert de aanneming van Verordening (EG) nr. 1049/2001 hebben de jurisprudentie van het Hof van Justitie alsook de besluiten en standpunten van de Europese Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming duidelijkheid gebracht in het verband tussen deze verordening en Verordening (EG) nr. 45/2001, en wel in die zin dat verzoeken om documenten die persoonsgegevens bevatten onder de verordening inzake de toegang van het publiek tot documenten vallen, en dat ter bescherming van persoonsgegevens alleen uitzonderingen op de voorschriften inzake toegang tot documenten en informatie mogen worden toegepast, als er sprake is van een noodzaak de persoonlijke levenssfeer en integriteit van het individu te beschermen.

Motivering

The question of the relationship between access to documents and data protection has been one of the most controversial issues relating to the application of Regulation (EC) 1049/2001. The cause of this has been, on the one hand, an unfortunate formulation of the exception for data protection which tends to lead to circular arguments concerning the relationship between the regulations mentioned. However, the shared position of the European Ombudsman, the European Data Protection Supervisor and the Court of First Instance (in the Bavarian Lager case) is that data protection may not be used to prevent access to information when such access would not risk harming the right to privacy and personal integrity of an individual. However, the Commission's proposal does not take this into account.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Er dienen duidelijke regels te worden vastgesteld voor de openbaarmaking van documenten van de lidstaten en van documenten van derden die deel uitmaken van gerechtelijke dossiers of die door de instellingen zijn verkregen krachtens specifieke onderzoeksbevoegdheden die zij aan het EG-recht ontlenen.

(11) Er dienen duidelijke regels te worden vastgesteld voor de openbaarmaking van documenten van de lidstaten en van documenten van derden die deel uitmaken van gerechtelijke dossiers of die door de instellingen zijn verkregen krachtens specifieke onderzoeksbevoegdheden die zij aan het EG-recht ontlenen.

 

Het Hof van Justitie heeft duidelijk gesteld dat de verplichting om de lidstaten ten aanzien van verzoeken om toegang tot van hen afkomstige documenten te raadplegen, de lidstaten niet het recht geeft toegang te weigeren of nationale voorschriften of bepalingen aan te voeren en dat de instantie, tot welke het verzoek is gericht, toegang uitsluitend op grond van de in Verordening (EG) nr. 1049/2001 voorziene uitzonderingen kan weigeren. Vooralsnog blijft evenwel de noodzaak bestaan duidelijkheid te scheppen in de status van van derden afkomstige documenten, ten einde ervoor te zorgen dat met name informatie die betrekking heeft op wetgevingsprocedures niet op grotere schaal wordt uitgewisseld met partijen, waaronder bestuursorganen van derde landen, dan met de Europese burgers, op wie die wetgeving van toepassing zal zijn.

Motivering

The European Commission, in particular, has interpreted the obligation to consult member states as granting these a right to veto access to documents coming from them. However, this interpretation has been struck down by the Court of Justice in the IFAV case. The Commissions proposal does not, unfortunately, genuinely reflect this jurisprudence and would, if accepted, mean a clear step back from the present legal state of affairs. However, there is still need for clarification of the status of third party documents, in particular, in order to avoid that information relating to legislative dossiers is not shared more broadly with, for instance, foreign administration than with the European citizens concerned and bound by the legislation.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft een recht van toegang tot documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in deze verordening worden bepaald.

1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon of iedere vereniging van natuurlijke of rechtspersonen heeft een recht van toegang tot documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in deze verordening worden bepaald.

Motivering

Met "vereniging" worden bijvoorbeeld burgerinitiatiefgroepen bedoeld.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) "derde": natuurlijke of rechtspersonen en entiteiten buiten de betrokken instelling, met inbegrip van de lidstaten, andere communautaire of niet-communautaire instellingen en organen, alsmede derde landen.

b) "derde": natuurlijke of rechtspersonen en entiteiten buiten de betrokken instelling, andere communautaire of niet-communautaire instellingen en organen, alsmede derde landen;

Motivering

De lidstaten moeten in hun betrekkingen met de instellingen of in hun mededelingen over aangelegenheden die onder de werkzaamheden van de Unie vallen, niet als derden worden gezien.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, met name overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens;

Motivering

Verwijzing naar EU-wetgeving inzake persoonsgegevens. Ook in dit verband dient artikel 80 bis, lid 3, derde alinea van het Reglement van toepassing te zijn.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer het gaat om documenten van derden, wordt de derde door de instelling geraadpleegd om te kunnen beoordelen of een in artikel 4 genoemde uitzondering van toepassing is, tenzij het duidelijk is dat het document wel of niet openbaar moet worden gemaakt.

1. Wanneer het gaat om documenten van derden, wordt de derde door de instelling geraadpleegd om te kunnen beoordelen of een in artikel 4 genoemde  uitzondering van toepassing is, tenzij het duidelijk is dat het document wel of niet openbaar moet worden gemaakt. Documenten die aan de instellingen worden verstrekt om het politieke besluitvormingsproces te beïnvloeden, moeten openbaar worden gemaakt.

Motivering

Ter waarborging van de transparantie in het politieke besluitvormingsproces, moeten documenten die door derden worden verstrekt en bedoeld zijn om politieke besluiten te beïnvloeden, openbaar worden gemaakt.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De Commissie en de Raad informeren het Europees Parlement over gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen regelingen.

7. De Commissie en de Raad dragen er zorg voor dat het Europees Parlement passend toezicht kan uitoefenen met betrekking tot gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen regelingen, welke openbaar worden gemaakt.

Motivering

De tussen de instellingen overeengekomen regelingen betreffende gevoelige documenten moeten openbaar worden gemaakt.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Elke instelling bepaalt in haar reglement van orde welke andere categorieën documenten rechtstreeks toegankelijk zijn voor het publiek.

4. De instellingen ontwikkelen een gemeenschappelijke interface voor hun documentenregisters, en stellen met name een centraal toegangspunt in voor rechtstreekse toegang tot documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van EU-rechtshandelingen of handelingen van niet-wetgevende aard met een algemene strekking.

Motivering

Lid 4 van artikel 12 wordt geamendeerd ten einde rekening te houden met aanbeveling 5 van de resolutie Cashman met het oog op verbetering van de bestaande regelgeving.

PROCEDURE

Titel

Toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

Document- en procedurenummers

COM(2008)0229 – C6-0184/2008 – 2008/0090(COD)

Commissie ten principale

LIBE

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

JURI

22.5.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Monica Frassoni

25.6.2008

 

 

Behandeling in de commissie

15.12.2008

 

 

 

Datum goedkeuring

20.1.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

15

2

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Carlo Casini, Bert Doorn, Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Neena Gill, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Antonio López-Istúriz White, Manuel Medina Ortega, Hartmut Nassauer, Aloyzas Sakalas, Eva-Riitta Siitonen, Francesco Enrico Speroni, Diana Wallis, Rainer Wieland, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Brian Crowley, Eva Lichtenberger, József Szájer, Jacques Toubon

ADVIES van de Commissie verzoekschriften (22.1.2009)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
(COM(2008)0229 – C6‑0184/2008 – 2008/0090(COD))

Rapporteur voor advies: David Hammerstein

BEKNOPTE MOTIVERING

Overeenkomstig artikel 1, lid 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (zoals gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam van 1997) moeten de communautaire instellingen er organen de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger nemen. Om de burgers en de gekozen organen in staat te stellen daadwerkelijk deel te nemen aan het beleidsproces en de overheid ter verantwoording te roepen, moeten zij in een zo ruim mogelijke mate toegang hebben tot bij de Europese instellingen berustende documenten.

Hoewel de Europese instellingen vorderingen hebben gemaakt op het stuk van openheid en transparantie, is de situatie nog verre van perfect, en de onderhavige herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese instellingen moet worden gezien als een nieuwe stap naar de verwezenlijking van een bestuurlijk milieu waarin beschikbaarheid en eenvoudige toegankelijkheid van documenten eerder de regel vormen dan de uitzondering.

De feitelijke wijzigingen die de Commissie thans in de verordening aanbrengt zijn echter teleurstellend: in een aantal gevallen betekenen haar voorstellen eerder een stap achteruit betekenen dan een forse stap vooruit in het streven naar meer transparantie. Uw rapporteur meent dat de effectieve integratie en consolidering in de verordening van de inmiddels uitgebreide jurisprudentie en andere relevante teksten, zoals het Verdrag van Aarhus, eigenlijk al tot een andere aanpak van de herziening had moeten leiden.

Verder vindt uw rapporteur de keuze van de Commissie om gebruik te maken van de herschikkingsprocedure ongelukkig en niet in overeenstemming met de doelstellingen van het interinstitutioneel akkoord over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, waarin voor aanwending van deze procedure heel andere omstandigheden worden bedoeld. Aangezien deze procedure de mogelijkheden van het Parlement tot amendering van het voorstel a priori beperkt tot de door de Commissie gewijzigde elementen, moet over het gebruik ervan zorgvuldig worden nagedacht. Het feit dat de herschikkingsprocedure niet geschikt is voor een complexe herziening, waarbij veranderingen op bepaalde punten wijzigingen in andere bepalingen impliceren, betekent in de praktijk dat het Parlement veelvuldig gebruik moet maken van de uitzonderingsclausule van het IA.

De meest opvallende stap achteruit in het Commissievoorstel is de herformulering van de definitie (artikel 3) van “document”, het kernconcept van de verordening. Uw rapporteur is van oordeel dat de definitie niet enger moet worden gemaakt, zoals de Commissie in feite voorstelt, maar juist breder moet worden en alle inhoud moet beslaan, ongeacht de gebruikte drager of de fase van het besluitvormingsproces, wanneer het gaat om zaken die binnen de verantwoordelijkheidssfeer van de instellingen vallen.

De Commissie verzoekschriften houdt de vinger aan de pols van de Unie met betrekking tot tekortkomingen en lacunes bij de toepassing van het recht, het beleid en de programma’s van de Gemeenschap, en zij merkt daarbij voortdurend dat de burgers zich zeer wel bewust zijn van die tekortkomingen, omdat die hen rechtstreeks raken en omdat zij er rechtsreeks belang bij hebben dat inbreuksituaties worden beëindigd en/of dat zij over beroepsmogelijkheden beschikken.

Voor de burgers is het van bijzonder belang dat bijvoorbeeld bij inbreukprocedures, die vaak het gevolg zijn van verzoekschriften van burgers, alle documenten in alle fasen van het onderzoek in de loop van dergelijke procedures volledig toegankelijk zijn. Dat geldt ook voor door lidstaten verstrekte documenten. Daarom wijst uw rapporteur erop dat het voorstel van de Commissie om lidstaten het recht te geven toegang tot documenten te weigeren (artikel 5) op grond van hun eigen wetgeving, in strijd is met de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en dus onaanvaardbaar is. Voor het recht van burgers op toegang tot documenten moeten geen andere uitzonderingen worden toegestaan dan die welke in artikel 4 (“Uitzonderingen”) zijn neergelegd. Met betrekking tot artikel 9 (“Behandeling van gevoelige documenten”) is het van belang dat de instellingen gemeenschappelijke regels invoeren voor de indeling van documenten in deze categorie, en dat die regels openbaar worden gemaakt.

Uw rapporteur is tevens van mening dat het de moeite waard zou zijn om in de verordening de suggestie van de Europese ombudsman op te nemen dat hij als objectieve bemiddelaar fungeert in gevallen waarin een instelling de toegang tot een bepaald document volledig of gedeeltelijk weigert en de verzoeker in twijfel trekt of met openbaarmaking werkelijk bepaalde belangen worden geschaad en/of aanvoert dat een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt; de ombudsman zou dan, zonder het betrokken document openbaar te maken, advies kunnen uitbrengen aan de betrokken instelling en de verzoeker. Indien ook na raadpleging van de ombudsman wordt vastgehouden aan de afwijzing, dan kan de verzoeker desgewenst een confirmatief verzoek indienen.

Deze procedure zou op generlei wijze afbreuk doen aan de rechten die de verzoeker krachtens de verordening geniet, maar zou een praktische hulp en leidraad vormen voor de instelling, die van mening kan zijn dat zij de toegang om wettelijke redenen moet weigeren, en tegelijkertijd zou zo het vertrouwen van de verzoeker worden versterkt dat de weigering van zijn verzoek werkelijk gebaseerd is op de waarschijnlijkheid dat openbaarmaking bepaalde belangen zou schaden en dat de hypothese van hoger openbaar belang serieus en objectief is overwogen. Een ander voordeel van deze procedure zou zijn dat aan de ombudsman voorgelegde afwijzingen afkomstig van verschillende instellingen op coherente en gelijke wijze zouden worden behandeld.

Uw rapporteur acht het moeilijk denkbaar dat het Europees Transparantie-initiatief enige kans van slagen heeft zolang verzoekers niet op eenvoudige wijze de gewenste informatie kunnen vinden en opvragen. In de context van deze verordening zouden de instellingen er dus voor moeten zorgen dat documenten worden verstrekt via een gemeenschappelijke interface voor hun documentenregisters en dat er een gemeenschappelijk toegangspunt komt.

Elektronische verstrekking van documenten moet geschieden in een openstandaardformaat. Het streven naar transparantie is tot mislukken gedoemd als de burgers zich gedwongen zien specifieke software te gebruiken die compatibel is met de IT-omgeving van de instellingen. Uw rapporteur heeft amendementen ingediend (artikelen 10 en 11) waarin onder meer een uiterste termijn wordt voorgesteld waarbinnen de instellingen ervoor moeten zorgen dat elektronische documenten aan een openstandaardformaat beantwoorden en dat hun IT-omgeving geen obstakel vormt voor openbare toegang tot documenten.

Met het oog op de parlementaire controle benadrukt uw rapporteur dat het Parlement passende controle moet kunnen uitoefenen met betrekking tot gevoelige documenten. Bilaterale overeenkomsten met derde landen of internationale organisaties mogen voor de Raad en de Commissie geen beletsel vormen om informatie te delen met het Parlement. In dit verband is het van belang dat er termijnen worden vastgesteld voor de aanpassing van de reglementen van orde van de instellingen en dat de Commissie controleert of deze in overeenstemming zijn met de herziene verordening. Ook moet de Commissie, net zoals dat in de bestaande verordening het geval was, worden verzocht een verslag op te stellen over de tenuitvoerlegging van de herziene verordening en waar nodig aanbevelingen te doen voor verbetering.

AMENDEMENTEN

De Commissie verzoekschriften verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) In artikel 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vindt het begrip "openheid" zijn verankering: het Verdrag markeert een nieuwe etappe in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.

(2) In artikel 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vindt het begrip "openheid" zijn verankering: het Verdrag markeert een nieuwe etappe in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. Dit wordt herbevestigd in artikel 42 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in Verklaring nr. 17 bij het Verdrag van Maastricht, alsook in de Verklaring van Laken, waarin het verband wordt gelegd tussen een transparanter besluitvormingsproces en betere toegang van het publiek tot informatie als bedoeld in artikel 255 van het EG-Verdrag, dat op zijn beurt de democratische natuur van de instellingen en het vertrouwen van het publiek in het bestuur bevestigt. Er dient in passende middelen te worden voorzien om het beginsel van openheid in praktijk te brengen en daarbij een grotere mate van legitimiteit, effectiviteit en verantwoordingsplicht ten opzichte van de burgers te verwezenlijken en de beginselen inzake democratie en eerbiediging van de grondrechten te versterken.

Motivering

Het beheren van informatie, documenten en van openbaretoegangsrechten en communiceren met de burgers zijn activiteiten die veel middelen vergen. Beschikbaarstelling van passende middelen hiervoor moet worden gezien als een noodzakelijke investering met het oog op de efficiëntie, de effectiviteit en de transparantie van de instellingen en organen van de Unie.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening heeft ten doel:

Deze verordening heeft ten doel:

(a) de bepaling van de beginselen, voorwaarden en beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende het in artikel 255 van het EG-Verdrag neergelegde recht van toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (hierna "de instellingen"), en wel zodanig, dat het publiek  een zo ruim mogelijke toegang tot deze  documenten wordt geboden;

(a) de bepaling van de beginselen, voorwaarden en beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende het in artikel 255 van het EG-Verdrag neergelegde recht van toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (hierna "de instellingen"), en wel zodanig, dat een zo ruim mogelijke toegang tot deze  documenten voor het publiek wordt gewaarborgd ;

(b) de vaststelling van regels die een zo gemakkelijk mogelijke uitoefening van dit recht verzekeren;

(b) de vaststelling van regels die een zo gemakkelijk mogelijke uitoefening van dit recht verzekeren;

(c) de bevordering van goede administratieve praktijken met betrekking tot de toegang tot documenten.

(c) de waarborging van goede administratieve praktijken met betrekking tot de toegang tot documenten.

Motivering

De instellingen hebben de plicht openheid en transparantie te waarborgen als een goede bestuurlijke praktijk.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Artikel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft een recht van toegang tot documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in deze verordening worden bepaald.

1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft een recht van toegang tot documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in deze verordening worden bepaald.

2. Deze verordening is van toepassing op alle bij een instelling berustende documenten, namelijk  documenten die door de instelling zijn opgesteld of ontvangen en zich in haar bezit bevinden, en die betrekking hebben op een materie die verband houdt met beleidsmaatregelen, acties en besluiten die tot de bevoegdheid van de instelling behoren  , op alle werkterreinen van de Europese Unie

2. Deze verordening is van toepassing op alle bij een instelling berustende documenten, namelijk documenten die door de instelling zijn opgesteld of ontvangen en zich in haar bezit bevinden, en die betrekking hebben op een materie die verband houdt met beleidsmaatregelen, acties, onderzoeken en besluiten die tot de directe en indirecte bevoegdheden en taken van de instelling behoren, op alle werkterreinen van de Europese Unie.

3. Onverminderd de artikelen 4 en 9 worden documenten voor het publiek toegankelijk gemaakt hetzij na een schriftelijk verzoek, hetzij direct in elektronische vorm, hetzij via een register. In het bijzonder worden documenten die in het kader van een wetgevingsprocedure zijn opgesteld of ontvangen direct toegankelijk gemaakt overeenkomstig artikel 12.

3. Onverminderd de artikelen 4 en 9 worden documenten voor het publiek toegankelijk gemaakt hetzij na een schriftelijk verzoek, hetzij direct in elektronische vorm, hetzij via een register. In het bijzonder worden documenten die in het kader van een wetgevingsprocedure zijn opgesteld of ontvangen direct toegankelijk gemaakt overeenkomstig artikel 12. De diverse aanvraagformulieren zijn identiek voor alle onder deze verordening vallende organen en worden naar behoren vertaald in alle officiële talen van de Europese Unie.

4. Voor gevoelige documenten in de zin van artikel 9, lid 1, geldt overeenkomstig dat artikel een bijzondere behandeling.

4. Voor gevoelige documenten in de zin van artikel 9, lid 1, geldt overeenkomstig dat artikel een bijzondere behandeling.

5. Deze verordening is niet van toepassing op documenten die aan de rechter worden voorgelegd door andere partijen dan de instellingen.

5. Deze verordening is niet van toepassing op documenten die aan de rechter worden voorgelegd door andere partijen dan de instellingen.

6. Onverminderd specifieke toegangsrechten voor belanghebbenden op grond van het Gemeenschapsrecht, zijn documenten die deel uitmaken van een dossier over een onderzoek of over een procedure betreffende een besluit van individuele strekking niet toegankelijk voor het publiek tot het onderzoek is afgesloten of het besluit definitief is geworden. Documenten met informatie die in het kader van een dergelijk onderzoek door een instelling is verkregen van natuurlijke of rechtspersonen zijn niet toegankelijk voor het publiek.

6. Onverminderd specifieke toegangsrechten voor belanghebbenden op grond van het Gemeenschapsrecht, zijn documenten die deel uitmaken van een dossier over een onderzoek of over een procedure betreffende een besluit van individuele strekking niet toegankelijk voor het publiek tot het onderzoek is afgesloten of het besluit definitief is geworden. Documenten met informatie die in het kader van een dergelijk onderzoek door een instelling is verkregen van natuurlijke of rechtspersonen zijn niet toegankelijk voor het publiek.

7. Deze verordening doet niet af aan een eventueel recht van toegang van het publiek tot documenten die bij de instellingen berusten, dat voortvloeit uit instrumenten van internationaal recht of besluiten van de instellingen ter uitvoering daarvan.

7. Deze verordening doet niet af aan een eventueel recht van ruimere toegang van het publiek tot documenten die bij de instellingen berusten, dat voortvloeit uit instrumenten van internationaal recht of besluiten van de instellingen ter uitvoering daarvan.

Motivering

Met betrekking tot de toegangsrechten welke voortvloeien uit het internationale recht, zoals het Verdrag van Aarhus en de wetbesluiten waarbij dat ten uitvoer wordt gelegd, is de toevoeging van het woord "ruimere" niet bedoeld om de tekst in wettelijk opzicht te veranderen, maar uitsluitend om de tekst te verduidelijken.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 – letter (e)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) het milieu, zoals broedplaatsen van zeldzame soorten.

Schrappen

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De toegang tot de volgende documenten  wordt geweigerd indien de openbaarmaking ervan het besluitvormingsproces van de instellingen ernstig zou ondermijnen:

3. De toegang tot de volgende documenten  wordt geweigerd indien de openbaarmaking ervan het besluitvormingsproces van de instellingen ernstig zou ondermijnen:

(a) documenten over aangelegenheden waarover nog geen besluit is genomen;

(a) documenten over aangelegenheden waarover nog geen besluit is genomen en ten aanzien waarvan de transparantieregels in acht zijn genomen;

(b)  documenten  met standpunten voor intern gebruik in het kader van beraadslagingen en voorafgaand overleg binnen de betrokken instellingen, ook nadat het besluit genomen is.

(b)  documenten  met standpunten voor intern gebruik in het kader van beraadslagingen en voorafgaand overleg binnen de betrokken instellingen, ook nadat het besluit genomen is en binnen een redelijke termijn.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Documenten waarvan openbaarmaking een risico zou inhouden voor milieubeschermingswaarden, zoals broedplaatsen van zeldzame soorten, worden uitsluitend openbaar gemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen1.

 

______________________________

1 PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.

Motivering

Artikel 4 bis (nieuw) is gecreëerd om volledig rekening te houden met het Verdrag van Aarhus en de beginselen die in het arrest-Turco (C-39/05 P en C-52/05) zijn verwoord.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De Commissie en de Raad informeren het Europees Parlement over gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen regelingen.

7. De Commissie en de Raad dragen zorg voor passende toezichtmogelijkheden voor het Europees Parlement met betrekking tot gevoelige documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen, welke openbaar worden gemaakt.

Motivering

In Aanbeveling 3 van de resolutie-Cashman wordt in verband met het parlementair toezicht gesteld dat de verordening moet zorgen voor passende controle van het Europees Parlement met betrekking tot gevoelige documenten.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De documenten worden geleverd in een bestaande versie en een bestaand formaat (inbegrepen in elektronische vorm of in een alternatieve vorm, zoals braille, grootgedrukt of op band), ten volle rekening houdend met de door de aanvrager te kennen gegeven voorkeur.

3. De documenten worden geleverd in een bestaande versie en een bestaand formaat (inbegrepen in elektronische vorm of in een alternatieve vorm, zoals braille, grootgedrukt of op band), ten volle rekening houdend met de door de aanvrager te kennen gegeven voorkeur en in een van de officiële talen van de Europese Unie. De toegang tot documenten mag niet worden belemmerd door in de computeromgeving van de instelling gebruikte software of besturingssystemen.

Motivering

De instellingen moeten de herziening van deze verordening aangrijpen om open standaards in te voeren. Uit de basisbeginselen en de rechtsgrondslag van de verordening volgt dat toegang tot documenten niet mag worden beperkt door in de instellingen gebruikte software of besturingssystemen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien mogelijk worden  andere documenten, met name documenten die verband houden met de ontwikkeling van beleid of strategie, rechtstreeks toegankelijk gemaakt in elektronische vorm .

2. Met name documenten die zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van EU-wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking, worden,  met inachtneming van de artikelen 4 en 9, rechtstreeks toegankelijk gemaakt voor het publiek.

Motivering

Zie motivering bij artikel 12, lid 4.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Elke instelling bepaalt in haar reglement van orde welke andere categorieën documenten rechtstreeks toegankelijk zijn voor het publiek.

4. De instellingen ontwikkelen een gemeenschappelijke interface voor hun documentenregisters, en zorgen met name voor een gemeenschappelijk toegangspunt dat rechtstreeks toegang verschaft tot documenten die worden opgesteld of ontvangen in het kader van procedures voor de vaststelling van EU- wetgevingshandelingen of niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking.

Motivering

De leden 2 en 4 van artikel 12 worden geamendeerd om rekening te houden met de aanbevelingen 2 en 5 van de Cashman-resolutie met het oog op de verbetering van de bestaande standaards.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 - lid 2 - letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) initiatieven door een lidstaat aan de Raad voorgelegd overeenkomstig artikel 67, lid 1, van het EG-Verdrag of artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

(a) initiatieven door een lidstaat aan de Raad voorgelegd overeenkomstig artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Motivering

Initiatieven van een lidstaat overeenkomstig artikel 67, lid 1 van het EG-Verdrag zijn niet langer mogelijk.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 - lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Uiterlijk op ... publiceert de Commissie een verslag over de toepassing van deze verordening en doet zij aanbevelingen die, indien noodzakelijk, ook voorstellen bevatten voor de herziening van deze verordening en voor een actieprogramma van door de instellingen te treffen maatregelen.

Motivering

Net als in de huidige verordening moet worden bepaald dat de Commissie een verslag opstelt over de tenuitvoerlegging van de herziene verordening waarin zij aanbevelingen opneemt en zo nodig ook voorstellen voor verbetering. Uitsluiting van een bepaling betekent de facto amendering van de verordening.

PROCEDURE

Titel

Toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

Document- en procedurenummers

COM(2008)0229 – C6-0184/2008 – 2008/0090(COD)

Commissie ten principale

LIBE

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

PETI

4.9.2008

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

David Hammerstein

15.7.2008

 

 

Datum goedkeuring

19.1.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Sir Robert Atkins, Margrete Auken, Inés Ayala Sender, Victor Boştinaru, Simon Busuttil, Alexandra Dobolyi, Glyn Ford, Cristina Gutiérrez-Cortines, David Hammerstein, Marian Harkin, Carlos José Iturgaiz Angulo, Marcin Libicki, Miguel Angel Martínez Martínez, Manolis Mavrommatis, Mairead McGuinness, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Nicolae Vlad Popa, Kathy Sinnott

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Carlos Carnero González, Marie-Hélène Descamps, Henrik Lax

PROCEDURE

Titel

Toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

Document- en procedurenummers

COM(2008)0229 – C6-0184/2008 – 2008/0090(COD)

Datum indiening bij EP

30.4.2008

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

22.5.2008

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

INTA

23.9.2008

JURI

22.5.2008

AFCO

22.5.2008

PETI

4.9.2008

Medeverantwoordelijke commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFCO

20.11.2008

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Michael Cashman

28.5.2008

 

 

Behandeling in de commissie

7.10.2008

5.11.2008

20.1.2009

29.1.2009

 

10.2.2009

17.2.2009

 

 

Datum goedkeuring

17.2.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

26

5

15

Bij de eindstemming aanwezige leden

Alexander Alvaro, Emine Bozkurt, Philip Bradbourn, Mihael Brejc, Kathalijne Maria Buitenweg, Michael Cashman, Carlos Coelho, Esther De Lange, Panayiotis Demetriou, Gérard Deprez, Armando França, Urszula Gacek, Roland Gewalt, Jeanine Hennis-Plasschaert, Magda Kósáné Kovács, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Stavros Lambrinidis, Roselyne Lefrançois, Baroness Sarah Ludford, Claude Moraes, Javier Moreno Sánchez, Maria Grazia Pagano, Martine Roure, Inger Segelström, Csaba Sógor, Ioannis Varvitsiotis, Manfred Weber, Tatjana Ždanoka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Edit Bauer, Simon Busuttil, Marco Cappato, Charlotte Cederschiöld, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Metin Kazak, Jean Lambert, Marian-Jean Marinescu, Antonio Masip Hidalgo, Bill Newton Dunn, Hubert Pirker, Nicolae Vlad Popa, Eva-Britt Svensson, Charles Tannock

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

Costas Botopoulos, Luis de Grandes Pascual, Anneli Jäätteenmäki, Jelko Kacin

Datum indiening

19.2.2009