VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer
17.3.2009 - (COM(2008)0602 – C6‑0339/2008 – 2008/0191(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Othmar Karas
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer
(COM(2008)0602 – C6‑0339/2008 – 2008/0191(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien de ontwerp-richtlijn van de Commissie tot wijziging van bepaalde bijlagen bij Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad wat een aantal technische voorschriften inzake risicobeheer betreft,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0602),
– gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 47, lid 2, van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0339/2008),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0139/2009),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Ingevolge artikel 3 van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen kunnen lidstaten voor kredietinstellingen die sinds 15 december 1977 blijvend bij een centrale instelling zijn aangesloten, een bijzondere prudentiële regeling treffen, mits de genoemde eisen uiterlijk 15 december 1979 in nationale wetgeving waren vastgelegd. Door deze termijnen kunnen lidstaten, en met name die welke sinds 1980 tot de Europese Unie zijn toegetreden, zo'n regeling niet invoeren voor soortgelijke aansluitingen van kredietinstellingen die later op hun grondgebied zijn opgericht. Om gelijke concurrentieverhoudingen tussen de kredietinstellingen in de lidstaten te scheppen, moeten de termijnen genoemd in artikel 3, dus worden geschrapt. Het Comité van Europese bankentoezichthouders moet niet-bindende richtsnoeren vaststellen om de convergentie van toezichtpraktijken ter zake te versterken. |
(1) Ingevolge artikel 3 van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen kunnen lidstaten voor kredietinstellingen die sinds 15 december 1977 blijvend bij een centrale instelling zijn aangesloten, een bijzondere prudentiële regeling treffen, mits de genoemde eisen uiterlijk 15 december 1979 in nationale wetgeving waren vastgelegd. Door deze termijnen kunnen lidstaten, en met name die welke sinds 1980 tot de Europese Unie zijn toegetreden, zo'n regeling niet invoeren voor soortgelijke aansluitingen van kredietinstellingen die later op hun grondgebied zijn opgericht. Om gelijke concurrentieverhoudingen tussen de kredietinstellingen in de lidstaten te scheppen, moeten de termijnen genoemd in artikel 3 van die Richtlijn, dus worden geschrapt. Het Comité van Europese bankentoezichthouders moet richtsnoeren opstellen om de convergentie van de desbetreffende toezichtpraktijken te versterken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) Het is dus van belang om criteria vast te leggen aan de hand waarvan kan worden bepaald welke kapitaalinstrumenten kunnen worden erkend als oorspronkelijk eigen vermogen van kredietinstellingen, en om Richtlijn 2006/48/EG met dit akkoord in overeenstemming te brengen. De wijzigingen in bijlage XII bij Richtlijn 2006/48/EG zijn een rechtstreeks gevolg van de vastlegging van deze criteria. De erkenningscriteria moeten betrekking hebben op de meest achtergestelde instrumenten van een kredietinstelling die volgens nationaal recht geen eigenaars of aandeelhouders heeft, zoals bepaalde ledencertificaten van coöperatieve banken, voor zover het kapitaal is gestort en achtergesteld is bij alle andere schuldvorderingen. |
(3) Het is dus van belang om criteria vast te leggen aan de hand waarvan kan worden bepaald welke kapitaalinstrumenten kunnen worden erkend als oorspronkelijk eigen vermogen van kredietinstellingen, en om Richtlijn 2006/48/EG met dit akkoord in overeenstemming te brengen, rekening houdend met het belang van een sterke basis van kernkapitaal om in staat te zijn verliezen op te vangen. De wijzigingen in bijlage XII bij Richtlijn 2006/48/EG zijn een rechtstreeks gevolg van de vastlegging van deze criteria. Het in punt a) van artikel 57 bedoelde oorspronkelijk eigen vermogen omvat alle instrumenten die volgens de nationale wetgeving tot het aandelenkapitaal worden gerekend, bij liquidatie een lagere rangorde hebben dan alle andere claims en verliezen in normale situaties volledig opvangen op gelijke wijze als gewone aandelen. Tot die instrumenten kunnen instrumenten behoren waaraan op niet-cumulatieve basis preferente rechten bij dividenduitkeringen zijn verbonden, mits zij onder artikel 22 van Richtlijn 86/635/EEG vallen, bij liquidatie een lagere rangorde hebben dan alle andere claims en in de normale bedrijfsvoering volledig voor de verliezen instaan, op gelijke voet met gewone aandelen. Het in punt a) van artikel 57 van Richtlijn 2006/48/EG bedoelde oorspronkelijk eigen vermogen kan overeenkomstig de voor kredietinstellingen geldende wettelijke bepalingen en rekening houdend met de specifieke samenstelling van kredietverenigingen, coöperatieve kredietinstellingen en soortgelijke instellingen ook andere, op grond van de kenmerken van hun kapitaal in grote lijnen met gewone aandelen vergelijkbare instrumenten omvatten. Instrumenten die bij liquidatie niet een lagere rangorde hebben dan alle andere claims en die in normale situaties verliezen niet op gelijke wijze als gewone aandelen opvangen, behoren tot de in punt c bis) van artikel 57 van Richtlijn 2006/48/EG bedoelde categorie van hybride kapitaalinstrumenten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Ter versterking van het communautaire kader voor crisisbeheer is het van essentieel belang dat de bevoegde autoriteiten hun maatregelen efficiënt coördineren met andere bevoegde autoriteiten en zo nodig met de centrale banken. Voor een efficiënter prudentieel toezicht op moederkredietinstellingen met vergunning in de Gemeenschap en om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen het toezicht op geconsolideerde basis op een bankgroep beter uit te oefenen, moeten de toezichtactiviteiten effectiever worden gecoördineerd. Daarom moeten colleges van toezichthouders worden opgericht. De oprichting van colleges mag geen afbreuk doen aan de rechten en plichten van de bevoegde autoriteiten in het kader van Richtlijn 2006/48/EG. De oprichting ervan moet een middel tot nauwere samenwerking worden waarbij de bevoegde autoriteiten tot overeenstemming komen over de voornaamste toezichthoudende taken. De colleges moeten het lopende toezicht en de aanpak van noodsituaties vergemakkelijken. De consoliderende toezichthouder kan samen met de andere leden van het college besluiten om bijeenkomsten of activiteiten te organiseren die niet van algemeen belang zijn, en daarmee de presentie waar nodig stroomlijnen. |
(5) Ter versterking van het communautaire kader voor crisisbeheer is het van essentieel belang dat de bevoegde autoriteiten hun maatregelen efficiënt coördineren met andere bevoegde autoriteiten en zo nodig met de centrale banken. Voor een efficiënter prudentieel toezicht op geconsolideerde basis op een bankgroep, moeten de toezichtactiviteiten effectiever worden gecoördineerd. Daarom moeten colleges van toezichthouders worden opgericht. De oprichting van colleges mag geen afbreuk doen aan de rechten en plichten van de bevoegde autoriteiten in het kader van Richtlijn 2006/48/EG. De oprichting ervan moet een middel tot nauwere samenwerking worden waarbij de bevoegde autoriteiten tot overeenstemming komen over de voornaamste toezichthoudende taken. De colleges moeten het lopende toezicht en de aanpak van noodsituaties vergemakkelijken. De consoliderende toezichthouder kan samen met de andere leden van het college besluiten om bijeenkomsten of activiteiten te organiseren die niet van algemeen belang zijn, en daarmee de presentie waar nodig stroomlijnen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) De bevoegde autoriteiten moeten kunnen deelnemen aan colleges die zijn opgericht voor het toezicht op kredietinstellingen waarvan de moederonderneming in een derde land is gelegen. Het Comité van Europese bankentoezichthouders moet zo nodig niet-bindende richtsnoeren en aanbevelingen vaststellen om de convergentie van toezichtpraktijken overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG te versterken. |
(7) De bevoegde autoriteiten moeten kunnen deelnemen aan colleges die zijn opgericht voor het toezicht op kredietinstellingen waarvan de moederonderneming in een derde land is gelegen. De bevoegde autoriteiten moeten kunnen deelnemen aan colleges die zijn opgericht voor het toezicht op kredietinstellingen waarvan de moederonderneming in een derde land is gelegen. Ter voorkoming van inconsistenties en toezichtsarbitrage die het gevolg kunnen zijn van verschillen in de methoden en regels die door de verschillende colleges worden gehanteerd, en uit de wijze waarop de lidstaten van hun beoordelingsvrijheid gebruik maken, zouden er door het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBS) richtsnoeren moeten worden opgesteld voor de toepassing van de regels inzake colleges. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 8 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(8 bis) Het huidige toezichtkader moet tijdelijk zijn. Colleges van toezichthouders zijn een aanzienlijke stap voorwaarts waar het gaat om stroomlijning van samenwerking en convergentie in het toezicht in de EU. Samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten in colleges die zich bezighouden met concerns en holdings en hun dochters en filialen, vormt een fase in de ontwikkeling naar verdere convergentie in de regulering en integratie in het toezicht. Vertrouwen tussen toezichthouders en respectering van hun respectieve verantwoordelijkheden is essentieel. In geval van conflicten tussen leden van het college die uit die verschillende verantwoordelijkheden voortvloeien, zijn neutrale en onafhankelijke advisering, mediatie en conflictoplossingsmechanismen op communautair niveau van essentieel belang. De crisis in de internationale financiële markten heeft aangetoond dat verder moet worden onderzocht of het regelgevings- en toezichtsmodel van de financiële sector in de EU moet worden hervormd. Met name heeft de Commissie in haar mededeling van 29 oktober 2008 getiteld "Van financiële crisis naar herstel: Een Europees actiekader" bekendgemaakt dat zij een groep deskundigen heeft opgericht, voorgezeten door Jacques de Larosière, die tot taak had de organisatie van Europese financiële instellingen te onderzoeken en daarbij te letten op prudentiële soliditeit, het ordelijk functioneren van de markten en nauwere Europese samenwerking bij het toezicht op financiële stabiliteit, mechanismen voor vroegtijdige waarschuwing en crisisbeheer, onder meer voor het beheer van grens- en sectoroverschrijdende risico's. Ook moest de groep kijken naar de samenwerking tussen de EU en andere belangrijke jurisdicties om de financiële stabiliteit op mondiaal niveau te helpen veilig te stellen. Om het vereiste niveau van convergentie en samenwerking van toezichthouders in de EU te bereiken en de stabiliteit van het financiële stelsel te steunen, moet verdere integratie van het toezicht worden nagestreefd. Een dergelijke integratie kan resulteren in een gedecentraliseerd Europees Stelsel van Bankentoezichthouders analoog aan het Europees Stelsel van Centrale Banken. De Commissie moet zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor 31 december 2009 verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad over haar bevindingen in dezen en een wetgevingsvoorstel indienen om de geconstateerde tekortkomingen in de bepalingen betreffende de samenwerking van het toezichtkader te verhelpen, rekening houdend met de aanbevelingen van de Groep-op-hoog-niveau inzake financieel toezicht, ervan uitgaande dat het toezichtsysteem op EU-niveau voor 31 december 2011 een sterkere rol moet spelen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14) Aangezien een verlies op een positie jegens een kredietinstelling of een beleggingsonderneming even ernstig kan zijn als elk ander verlies op een positie, moeten dergelijke posities worden behandeld en gemeld als elke andere positie. |
(14) Aangezien een verlies op een positie jegens een kredietinstelling of een beleggingsonderneming even ernstig kan zijn als elk ander verlies op een positie, moeten dergelijke posities worden behandeld en gemeld als elke andere positie. Daarnaast worden zeer kortstondige posities in verband met betaling, clearing, afwikkeling en bewaring van financiële instrumenten ten behoeve van cliënten uitgezonderd met het oog op een soepele werking van de financiële markten en de daaraan gerelateerde infrastructuur. Die diensten omvatten bijvoorbeeld de verevening en afwikkeling van onderlinge geldposities, de verwerking van corporate actions, alsmede lening van effecten en andere activiteiten die de afwikkeling versoepelen. De bedoelde posities omvatten onder meer saldo's op interbancaire rekeningen die al dan niet rechtstreeks resulteren uit betalingen van cliënten, met inbegrip van overgemaakte of afgeboekte honoraria en rente, en andere betalingen voor cliëntendiensten, alsmede gegeven of ontvangen zekerheden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 14 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 bis) De bepalingen betreffende de Externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's) uit hoofde van deze richtlijn dienen consistent te zijn met die in verordening (EG) nr. .../2009 inzake kredietratingbureaus. Met name dient het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBS) zijn richtsnoeren inzake de erkenning van EKBI's te herzien ter vermijding van doublures en ter verlichting van de erkenningsprocedure in de gevallen waarin een EKBI op communautair niveau als kredietratingbureau is geregistreerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 15 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15) Het is van belang om een slechte afstemming van belangen tussen ondernemingen die leningen in verhandelbare effecten en andere financiële instrumenten "herverpakken" (initiators), en ondernemingen die in deze effecten of instrumenten beleggen (beleggers), te voorkomen. Daarom moeten initiators op de leningen in kwestie een bepaald risico blijven lopen. Met name bij een overdracht van het kredietrisico door middel van securitisatie moeten beleggers hun beslissingen pas nemen na het nodige onderzoek te hebben verricht, waarvoor zij wel deugdelijke informatie over de securitisaties nodig hebben. |
(15) Het is van belang om een slechte afstemming van belangen tussen ondernemingen die leningen in verhandelbare effecten en andere financiële instrumenten "herverpakken" (initiators of sponsors), en ondernemingen die in deze effecten of instrumenten beleggen (beleggers), te voorkomen. Het is ook van belang een onderscheid te maken tussen securitisaties waarbij de belangen van de initiator of sponsor en de belangen van beleggers overeenkomen, omdat bijvoorbeeld de initiator of sponsor een belang houdt in de onderliggende activa, en securitisaties waarbij de belangen niet overeenkomen. Bovendien moeten de boetes voor het niet-nakomen van de verplichtingen inzake de nodige zorgvuldigheid proportioneel zijn. Daarom moeten initiators of sponsors op de leningen in kwestie een bepaald risico blijven lopen. Dit risicobehoud geldt bij overdrachten van kredietrisico, zoals verkoop van vorderingen, consortiumleningen en kredietverzuimswaps in zoverre dat zij economisch-inhoudelijk blijven beantwoorden aan de definitie van securitisatie in de zin van deze richtlijn. Met name bij een overdracht van het kredietrisico door middel van securitisatie moeten beleggers hun beslissingen pas nemen na het nodige onderzoek te hebben verricht, waarvoor zij wel deugdelijke informatie over de securitisaties nodig hebben. De maatregelen om de potentieel slechte afstemming van die structuren aan te pakken, moeten in alle regelgeving betreffende de financiële sector consistent en coherent worden ingepast. De Commissie moet passende wetgevingsvoorstellen indienen om deze consistentie en coherentie te waarborgen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 15 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(15 bis) Zorgvuldigheidsprocedures dragen meer bij aan vertrouwensopbouw en onderlinge controles wanneer zij op basis van transparantie worden uitgevoerd. Daarom moeten de door of namens de initiators of sponsors uitgevoerde zorgvuldigheidsmaatregelen, met inachtneming van de gegevensbescherming en de privacy, transparant zijn en niet vertrouwelijk. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 15 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(15 ter) De lidstaten en hun bevoegde autoriteiten zien erop toe dat de nationale regelgevers voldoende personeel en middelen hebben om hun toezichthoudende verplichtingen krachtens artikel 122 bis te vervullen en dat het personeel dat overeenkomstig artikel 122 bis bij het toezicht op kredietinstellingen wordt ingezet, voldoende kennis en ervaring hebben voor de hun opgedragen taken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 19 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19) Met name moet de Commissie worden gemachtigd om bijlage XIII bij Richtlijn 2006/48/EG in verband met ontwikkelingen op de financiële markten of op het gebied van standaarden voor of eisen aan jaarrekeningen die rekening houden met de Gemeenschapswetgeving, te wijzigen of om het percentage dat genoemd wordt in artikel 111, lid 1, van die richtlijn, in verband met ontwikkelingen op de financiële markten te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Richtlijn 2006/48/EG, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(19) Met name moet de Commissie worden gemachtigd om bijlage III bij Richtlijn 2006/48/EG te wijzigen in verband met ontwikkelingen op de financiële markten of op het gebied van standaarden voor of eisen aan jaarrekeningen die rekening houden met de Gemeenschapswetgeving of met betrekking tot de convergentie van de toezichtpraktijk. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Richtlijn 2006/48/EG, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 19 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(19 bis) De crisis heeft aangetoond dat er onderzoek moet worden verricht naar en gereageerd moet worden op macro-prudentiële problemen - problemen die ontstaan op het snijpunt van macro-economisch beleid en de regulering van het financiële stelsel. Derhalve moet onderzoek worden verricht naar: - beleid dat de opgaande en neergaande trends van de conjunctuurcyclus versterkt (met inbegrip, eventueel, van beleid dat financiële crises versterkt door oversolvabel vermogen in neergaande trends te vereisen en inadequaat vermogen in opgaande trends), en of banken gedurende de gehele conjunctuurcyclus krachtige kapitaalbuffers en reserves moeten vormen waarop bij een neergaande conjunctuurtrend kan worden teruggevallen, - aannames over correlaties die ten grondslag liggen aan de methodologie voor de berekening van het vereiste eigen vermogen, en - invoering van een aandeel vreemd vermogen voor banken. Tegen 31 januari 2009 moet de Commissie deze richtlijn in haar geheel herzien om deze punten te evalueren en een verslag aan het Europees Parlement en de Raad voorleggen en eventueel desbetreffende voorstellen indienen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 19 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(19 ter) Met het oog op financiële stabiliteit dient de Commissie maatregelen ter vergroting van de transparantie van de parallelmarkt te herzien en er verslag over uitbrengen, zoals door het verplicht te stellen dat kredietverzuimswaps (CDS) worden verwerkt via een centraal clearinghouse dat gevestigd en gereguleerd wordt en waarop toezicht wordt uitgeoefend in de Europese Unie om de risico's voor de wederpartij en meer algemeen de algehele risico's te verminderen, door effectief toezicht te waarborgen. De Commissie moet dat verslag aan het Europees Parlement en de Raad voorleggen en eventueel desbetreffende voorstellen indienen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 19 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(19 quater) Per 31 december 2009 brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit omtrent de wenselijkheid en het verwachte effect van het voorschrift aan de instellingen om een materieel netto economisch belang in hun securitisaties aan te houden, gezien de ontwikkelingen op de internationale markt en het beleid. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 19 quinquies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(19 quinquies) Bij de risicobeoordeling moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van microkredietinstellingen. Bovendien moet, gezien de prille ontwikkeling van microkrediet, de ontwikkeling van adequate ratingsystemen worden bevorderd. De ontwikkeling van microkrediet moet worden bevorderd. Prudentiële regelgeving en prudentieel toezicht moeten evenredig zijn met de microkredietactiviteiten. Het toezicht moet worden aangepast op standaard-ratingsystemen en de realiteit en risico's van microkredietactiviteiten.. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 41 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 4 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 42 bis – lid 1 – alinea 2 – letter b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 5 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 42 ter – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 5 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 42 ter – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 6 – letter a) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 49 – lid 1 – letter a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 6 – letter b) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 49 – lid 3 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 7 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 50 – lid 2 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 8 – letter b bis) (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 57 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 11 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 63 bis – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 11 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 63 bis – lid 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 13 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG TITEL V – hoofdstuk 2 – afdeling 2 – onderafdeling 2 – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 13 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 74 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 13 ter (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 81 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 14 – letter a) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 87 – lid 11 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 14 – letter a) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 87 – lid 11 – alinea 2 – letter b) – sub i) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 14 – letter a) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 87 – lid 11 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 15 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 97 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 16 – letter a) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 106 – lid 2 – letter a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 16 – letter a) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 106 – lid 2 – letter c) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 16 – letter b) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 106 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 18 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 110 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 21 – letter d) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 113 – lid 4 – letter c) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 21 – letter d) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 113 – lid 4 – letter f) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 21 – letter b) – sub d) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 113 – lid 3 – letter f bis) (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 21 – letter d) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 113 – lid 4 – letter f ter) (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 21 – letter d) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 113 – lid 4 – letter f quater) (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 23 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 115 – lid 1 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 2 – alinea 1 – letter a bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 4 – inleidende deel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis - lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 27 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 122 bis – lid 10 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter a - punt i Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 1 – letter b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 1 – letter a | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 1 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 28 – letter b Richtlijn 2006/48/EG Artikel 129 – lid 3 – alinea 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 29 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 130 – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 30 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 131 bis – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 30 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 131 bis – lid 2 – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 30 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 131 bis – lid 2 – alinea 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 32 – letter a – punt ii Richtlijn 2006/48/EG Artikel 150 – lid 1 – letter m | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 32 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 153 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 Richtlijn 2006/48/EG Artikel 154 – lid 9 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 156 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 156 – lid 2 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 quater (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 156 – alinea 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 71 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 156 – alinea 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 72 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 156 – alinea 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 73 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 33 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Artikel 156 – alinea 3 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 74 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 35 – letter -a (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Bijlage V – deel 6 – punt 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 75 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 35 bis (nieuw) Richtlijn 2006/48/EG Bijlage VI – deel 2 – 1.4. – punt 7 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 76 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 – punt 7 Richtlijn 2006/49/EG Artikel 45 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 77 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 – punt 7 bis (nieuw) Richtlijn 2006/49/EG Artikel 47 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 78 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 – punt 8 Richtlijn 2006/49/EG Artikel 48 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 79 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 2 bis (nieuw) Richtlijn 2007/64/EG Artikel 1 – lid 1 – letter a) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 80 Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Artikel 3 - lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 31 januari 2010 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 31 oktober 2010 aan deze richtlijn te voldoen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zij passen die bepalingen toe vanaf 31 maart 2010. |
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2011. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. |
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
TOELICHTING
1. Context van de RKa, redenen van de herziening en het standpunt van de rapporteur
De rapporteur juicht de werkzaamheden van de Commissie in het algemeen toe als een stap voorwaarts ter verbetering van de prudentiële regelgeving, om de stabiliteit van het financiële stelsel te vergroten en om het toezichtskader voor grensoverschrijdende bankgroepen te verbeteren.
Het voorstel wordt vaak beschouwd of gepresenteerd als een van de antwoorden op de financiële crisis. Veel amendementen zijn echter terug te voeren op de herzieningsclausule die is opgenomen in de RKa van juni 2006. Bovendien is een groot deel van de marktverstoring pas opgetreden nadat het RKa-voorstel was ingediend.
Hoewel de Commissie haar best heeft gedaan om in haar voorstel verschillende zwakke plekken aan te pakken die door de financiële crisis aan het licht zijn gekomen, zoals het beheer van het liquiditeitsrisico en securitisatie, zijn enkele belangrijke conclusies van de talrijke verslagen van regelgevende instanties en internationale organen niet terug te vinden in het Commissievoorstel. Hierbij gaat het o.a. om conclusies over procycliciteit en geografische en productconcentratie. Het spreekt voor zich dat de kwestie van de procycliciteit aan belang heeft gewonnen en er bestaat consensus over dat procycliciteit bij eigenvermogenvoorschriften en boekhoudkundige waarderingen moet worden aangepakt. De rapporteur is van mening dat de kwestie van de procycliciteit moet worden herzien en stelt in dat verband een herzieningsclausule voor.
De rapporteur wijst erop dat het Europees Parlement er reeds bij de Commissie op heeft aangedrongen actiever te zijn in de financiële sector met betrekking tot, bijvoorbeeld, het toezichtskader, de verordening inzake ratingbureaus (ook met betrekking tot de rol die wordt toegekend aan de ratingbureaus - EKBI's - overeenkomstig de RKa) en geharmoniseerde minimumnormen voor verschillende financiële producten. In dit verband, en met betrekking tot de regelgeving voor ratingbureaus, is het van groot belang om te wijzen op de noodzaak van een consistente en coherente aanpak bij de herziening van de RKa en het voorstel voor een verordening inzake ratingbureaus.
1.1. Toezichtkader
De voorgestelde colleges van toezichthouders zijn een tijdelijke stap voorwaarts naar een nieuwe toezichtstructuur De financiële crisis heeft zwakke plekken in het toezicht in de EU aangetoond en ook in het model van de geconsolideerde toezichthouder. Verdere integratie van het toezicht is noodzakelijk. De Commissie moet met een voorstel komen waarin rekening wordt gehouden met de lessen van de financiële crisis. Het voorstel moet betrekking hebben op de financiële stabiliteit van de EU en moet rekening houden met het resultaat van de parallelle discussies over een toezichtskader, inclusief het aanstaande verslag van de Groep-op-hoog-niveau onder leiding van J. de Larosière. Een dergelijk voorstel zou, analoog aan het model van het Europees Stelsel van Centrale Banken, gericht moeten zijn op de invoering van een gedecentraliseerd Europees Stelsel van Bankentoezichthouders.
De rapporteur is van mening dat de crisis de zwakke plekken van het huidige toezichtskader van de EU heeft aangetoond. Bovendien kunnen de bevoegde nationale autoriteiten een grensoverschrijdende financiële crisis niet voorzien en op een efficiënte en gecoördineerde manier bestrijden. De financiële crisis heeft ook de zwakke plekken in het model van de geconsolideerde toezichthouder aangetoond. Er moet, met het oog op de vergevorderde integratie van de bancaire sector in de EU en de zwakke plekken in het huidige toezichtskader, een evenwichtige oplossing worden gevonden voor een EU-toezichtskader. Hierdoor zou aan de ene kant de effectiviteit van het toezicht worden verbeterd, de financiële stabiliteit worden versterkt en het vertrouwen in banken en financiële diensten in het algemeen worden hersteld en, aan de andere kant transacties van grensoverschrijdende entiteiten worden gefaciliteerd.
De rapporteur stemt in met het voorstel om voor alle grensoverschrijdende banken "colleges" van toezichthouders op te richten waarin toezichthouders overleg moeten plegen en tot overeenstemming moeten komen over concrete zaken, en om daarbij een mechanisme van bemiddeling via het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBS) in te stellen. Ook stemt hij in met nauwere samenwerking en intensievere informatie-uitwisseling bij crisisbeheer.
Hij is echter van mening dat de colleges van toezichthouders een tijdelijke stap naar een nieuwe toezichtstructuur zijn. Met betrekking tot de rol van de consoliderende toezichthouder en de uitbreiding van zijn bevoegdheid (o.a. hem het laatste woord geven als er geen gezamenlijk besluit is genomen door een college), heeft de rapporteur begrip voor de zorgen van de lidstaten die zich in de positie van het gastland bevinden ten aanzien van de voorgestelde rol van de "Lead Supervisor".
Om het vereiste niveau van convergentie en samenwerking van toezichthouders in de EU te bereiken en de stabiliteit van het financiële stelsel te steunen, moet verdere integratie van het toezicht worden nagestreefd. De rapporteur is van mening dat een dergelijke integratie moet resulteren in een gedecentraliseerd Europees Stelsel van Bankentoezichthouders analoog aan het Europees Stelsel van Centrale Banken. Met het oog hierop moet de Commissie voor 31 januari 2010 passende voorstellen indienen. De Commissie moet tevens rekening houden met de resultaten van de discussies van deskundigengroepen over deze onderwerpen, met name die van de Groep-op-hoog-niveau over grensoverschrijdend financieel toezicht (groep-Larosière) en de lessen van de financiële crisis.
Omdat de verplichte colleges een rol zouden moeten spelen in iedere nieuwe toezichtstructuur in de EU, wordt de huidige tekst toegejuicht. De consistentie tussen de colleges en de coördinatie van de colleges zouden moeten worden gewaarborgd door de CEBS-richtsnoeren. Voorlopig moet de geconsolideerde toezichthouder het laatste woord hebben op het geconsolideerde niveau, terwijl op lokaal niveau de bevoegde autoriteiten die op dat niveau verantwoordelijk zijn voor het toezicht het laatste woord zouden moeten houden.
Uniforme Europese rapportage moet eind 2012 zijn ingevoerd, aangezien verschillende rapportagemethoden in verschillende colleges niet zou leiden tot verdere integratie van het toezicht.
1.2. Securitisatie
De rapporteur juicht strengere regels inzake securitisatie in het algemeen toe. Hij stemt ermee in dat initiators een bepaald percentage aanhouden van het risico dat voortvloeit uit de vorderingen die zij securitiseren en dat door de belegger de nodige zorgvuldigheid moet worden betracht. De beleggers, die een zorgvuldiger analyse moeten maken, moeten beschikken over gedetailleerde informatie.
De rapporteur is ook van mening dat het vertrouwen in de securitisatiemarkt moet worden hersteld en dat nieuwe regels het functioneren van de markt niet mogen belemmeren. Vandaar zijn voorgestelde amendementen op het Commissievoorstel om rekening te houden met de legitieme bezorgdheid van de industrie en de behoefte aan meer zekerheid voor de beleggers.
De rapporteur stelt voor een onderscheid te maken tussen securitisaties waarbij de initiator of sponsor een belang houdt in de onderliggende activa en die activa initieert, en securitisaties waarbij de initiator of sponsor niet betrokken is. In het eerste geval komen de belangen van de initiator of sponsor en de beleggers al overeen, waardoor de ratio van een groot deel van het Commissievoorstel wegvalt. In het laatste geval is de ratio wel van toepassing en het aan te houden percentage moet fors hoger liggen op 10% wil er een afschrikwekkend effect van uitgaan.
De door de Commissie voorgestelde boete voor niet-naleving van de verplichtingen inzake openbaarmaking en de nodige zorgvuldigheid moet worden afgestemd op de ernst van de overtreding en het oordeel van de betrokken toezichthouder weerspiegelen
1.3. Grote posities
De rapporteur stemt in met de voorstellen van de Commissie inzake de regeling voor grote posities. Aangezien interbancaire posities niet zonder risico zijn, wordt ingestemd met de aanpassingen en vereenvoudiging van de regeling. Ondanks de amendementen op de regeling inzake grote posities lijkt de liquiditeit van het bancaire stelsel te zijn gewaarborgd. Bovendien lijkt de regelgeving voor kleinere banken passend.
De rapporteur is van mening dat het Commissievoorstel om comitologiebevoegdheden toe te voegen om het percentage voor grote posities te wijzigen, verder gaat dan wat strikt noodzakelijk is (wat beperkt blijft tot het toevoegen van bijlage III aan de overige bijlagen die de Commissie reeds kan wijzigen via de comitologie).
1.4. Hybride kapitaalinstrumenten
De rapporteur is verheugd over duidelijke en geharmoniseerde EU-regelgeving inzake hybride kapitaalinstrumenten (effecten met de kenmerken van zowel eigen als vreemd vermogen). Dit moet de kwaliteit van kapitaal verbeteren, en de beleggers een groter aanbod bieden. De regels inzake hybride kapitaalinstrumenten zijn eerder overeengekomen in het Bazels Comité voor het bankentoezicht, maar waren nog niet opgenomen in EU-regelgeving. De financiële crisis toont echter aan hoe belangrijk een sterke buffer van kernkapitaal voor banken is in turbulente tijden. Om die reden stelt de rapporteur een amendement voor dat het belang van een sterke basis van kernkapitaal benadrukt om verliezen op te kunnen vangen. De rapporteur stelt ook enkele nadere preciseringen en verduidelijkingen in de door de Commissie voorgestelde overweging voor.
1.5. Beheer van het liquiditeitsrisico
De rapporteur is het ermee eens dat de huidige onrust op de markt duidelijk heeft gemaakt dat liquiditeit en beheer van het liquiditeitsrisico van doorslaggevend belang zijn voor een gezond bankwezen en voor de financiële stabiliteit. Hij juicht derhalve de voorgestelde wijzigingen toe, waarmee het werk van het CEBS en het Bazels Comité voor het bankentoezicht wordt geïmplementeerd.
1.6. Ratingbureaus
Het Parlement heeft er met betrekking tot het RKa-comitologievoorstel van de Commissie op gewezen dat regelgeving inzake kredietbeoordelingbureaus ("EKBI's in RKa-terminologie) consistent en coherent dient te zijn. In de praktijk betekent dit dat de regelgeving inzake EKBI's in de RKa moet worden afgestemd op de nieuwe verordening inzake ratingbureaus en dat het naar behoren herziene comitologievoorstel inzake EKBI's wordt toegevoegd aan een van beide medebeslissingsvoorstellen.
PROCEDURE
Titel |
Kapitaalvereistenrichtlijnen (2006/48/EG en 2006/49/EG) |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2008)0602 – C6-0339/2008 – 2008/0191(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
1.10.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 9.10.2008 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
JURI 9.10.2008 |
|
|
|
||||
Geen advies Datum besluit |
JURI 3.11.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Othmar Karas 22.4.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
20.10.2008 |
4.11.2008 |
11.12.2008 |
2.2.2009 |
||||
|
11.2.2009 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
9.3.2009 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
21 4 8 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Paolo Bartolozzi, Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Jonathan Evans, Elisa Ferreira, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Donata Gottardi, Benoît Hamon, Gunnar Hökmark, Sophia in ‘t Veld, Othmar Karas, Wolf Klinz, Kurt Joachim Lauk, Hans-Peter Martin, Gay Mitchell, Sirpa Pietikäinen, John Purvis, Bernhard Rapkay, Dariusz Rosati, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Cornelis Visser |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Harald Ettl, Margaritis Schinas, Eva-Riitta Siitonen |
|||||||
|
|
|||||||