VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over ratingbureaus
1.4.2009 - (COM(2008)0704 – C6‑0397/2008 – 2008/0217(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Jean-Paul Gauzès
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over ratingbureaus
(COM(2008)0704 – C6-0397/2008 – 2008/0217(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0704),
– gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 95 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0397/2008),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6-0191/2009),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of het door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Ratingbureaus spelen een belangrijke rol op de mondiale bancaire en effectenmarkten omdat hun ratings door beleggers, leningnemers, uitgevende instellingen en overheden worden gebruikt om met kennis van zaken beleggings- en financieringsbeslissingen te kunnen nemen. Kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen kunnen deze ratings gebruiken als referentiepunt voor de berekening van hun kapitaalvereisten voor solvabiliteitsdoeleinden of voor de berekening van de risico's op hun beleggingsactiviteiten. Bijgevolg sorteren ratings een duidelijk effect op het vertrouwen van beleggers en consumenten. Daarom is het van essentieel belang dat in de Gemeenschap onafhankelijke en objectieve ratings worden gebruikt die van de hoogste kwaliteit zijn. |
(1) Ratingbureaus spelen een belangrijke rol op de mondiale bancaire en effectenmarkten omdat hun kredietratings door beleggers, leningnemers, uitgevende instellingen en overheden worden gebruikt om met kennis van zaken beleggings- en financieringsbeslissingen te kunnen nemen. Kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen kunnen deze kredietratings gebruiken als referentiepunt voor de berekening van hun kapitaalvereisten voor solvabiliteitsdoeleinden of voor de berekening van de risico's op hun beleggingsactiviteiten. Bijgevolg sorteren ratings een duidelijk effect op de werking van de markten en het vertrouwen van beleggers en consumenten. Daarom is het van essentieel belang dat deze bureaus de beginselen van integriteit, transparantie, verantwoordelijkheid, goed bestuur en institutionele samenwerking in acht nemen, zodat de door hen afgegeven ratings die in de Gemeenschap worden gebruikt onafhankelijk, objectief en van de hoogste kwaliteit zijn. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Momenteel hebben de meeste ratingbureaus hun hoofdkantoor buiten de Gemeenschap. De activiteiten van ratingbureaus of de voorwaarden voor de afgifte van ratings zijn in de meeste lidstaten niet gereglementeerd. Ook al zijn ratingbureaus voor de werking van de financiële markten van wezenlijk belang, toch zijn ze slechts in beperkte mate onderworpen aan Gemeenschapswetgeving, en dan met name Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. Voorts wordt in Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen en in Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen verwezen naar ratingbureaus. Daarom is het van belang om regels vast te stellen die ervoor zorgen dat alle ratings die gebruikt worden door financiële instellingen die onder Gemeenschapswetgeving vallen, hoogwaardig zijn en afgegeven zijn door ratingbureaus die aan strenge vereisten zijn onderworpen. De Commissie zal blijven samenwerken met haar internationale partners om te zorgen voor convergentie van de regels voor ratingbureaus. |
(2) Momenteel hebben de meeste ratingbureaus hun hoofdkantoor buiten de Gemeenschap. De activiteiten van ratingbureaus of de voorwaarden voor de afgifte van ratings zijn in de meeste lidstaten niet gereglementeerd. Ook al zijn ratingbureaus voor de werking van de financiële markten van wezenlijk belang, toch zijn ze slechts op bepaalde terreinen onderworpen aan Gemeenschapswetgeving, en dan met name Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. Voorts wordt in Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen en in Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen verwezen naar ratingbureaus. Daarom is het van belang om regels vast te stellen die ervoor zorgen dat alle kredietratings die gebruikt worden door financiële instellingen die onder Gemeenschapswetgeving vallen, hoogwaardig zijn en afgegeven zijn door ratingbureaus die aan strenge vereisten zijn onderworpen. De Commissie zal blijven samenwerken met haar internationale partners om te zorgen voor convergentie van de regels voor ratingbureaus. |
Motivering | |
Dit maakt duidelijk dat ratingbureaus slechts aan zeer weinig Gemeenschapswetgeving zijn onderworpen. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Ratingbureaus kunnen zich op vrijwillige basis houden aan een door de International Organisation of Securities Commissions uitgebrachte gedragscode, de Code of Conduct Fundamentals for credit rating agencies (hierna de "IOSCO-code" te noemen). In 2006 is het Comité van Europese effectenregelgevers (hierna "het CEER" te noemen) in de Mededeling van de Commissie over kredietbeoordelaars verzocht te controleren of de IOSCO-code in acht wordt genomen, en jaarlijks daarover verslag uit te brengen aan de Commissie. |
(3) Ratingbureaus dienen zich te houden aan een door de International Organisation of Securities Commissions uitgebrachte gedragscode, de Code of Conduct Fundamentals for credit rating agencies (hierna de "IOSCO-code" te noemen). In 2006 is het Comité van Europese effectenregelgevers (hierna "het CEER" te noemen) in de Mededeling van de Commissie over kredietbeoordelaars verzocht te controleren of de IOSCO-code in acht wordt genomen, en jaarlijks daarover verslag uit te brengen aan de Commissie. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Over ratingbureaus wordt geoordeeld dat zij de verslechtering van de marktomstandigheden niet vroeg genoeg tot uiting hebben laten komen in hun ratings. Dit falen kan het beste worden gecorrigeerd met maatregelen op het gebied van belangenconflicten, de kwaliteit van ratings, de transparantie van de ratingbureaus, hun interne governance en het toezicht op de activiteiten van de ratingbureaus. De gebruikers van ratings mogen niet blind vertrouwen op ratings. Zij moeten bij het gebruik van dergelijke ratings zelf ook uiterst nauwkeurig onderzoek verrichten en de nodige zorgvuldigheid betrachten. |
(5) Over ratingbureaus wordt geoordeeld dat zij enerzijds de verslechtering van de marktomstandigheden niet vroeg genoeg tot uiting hebben laten komen in hun ratings, en anderzijds hun ratings niet op tijd hebben aangepast toen de marktcrisis erger werd. Dit falen kan het beste worden gecorrigeerd met maatregelen op het gebied van belangenconflicten, de kwaliteit van ratings, de transparantie van de ratingbureaus, hun interne governance en het toezicht op de activiteiten van de ratingbureaus. De gebruikers van ratings moeten in redelijke mate kunnen vertrouwen op ratings, maar mogen dat niet blindelings doen. Zij moeten bij het gebruik van dergelijke ratings altijd zelf ook uiterst nauwkeurig onderzoek verrichten en de nodige zorgvuldigheid betrachten. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) De rating van de overheidsschuld moet als een openbaar goed worden beschouwd en moet derhalve gelijktijdig worden uitgevoerd door afzonderlijke actoren zoals de nationale Rekenkamers en de Europese Rekenkamer. |
Motivering | |
De huidige crisis heeft speculatie en hedgingactiviteiten met betrekking tot de overheidsschuld aan het licht gebracht. Deze verschijnselen zijn zeer schadelijk en moeten worden verboden. Een oplossing is wellicht een andere actor te belasten met de verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de overheidsschuld. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 ter) De mogelijkheid van oprichting van een Europees openbaar ratingbureau moet worden overwogen. |
Motivering | |
De huidige crisis heeft aangetoond dat de ratingbureaus hebben gefaald; daarom zijn nieuwe actoren op dit gebied nodig. Dit standpunt heeft het EP ook al ingenomen bij de stemming over het verslag met aanbevelingen aan de Commissie over hedgefondsen en private equity van Poul Nyrup Rasmussen op 11 september 2008. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 5 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 quater) Het CEER moet worden hervormd: het moet ofwel tot een onafhankelijk Europees bureau worden uitgebouwd, ofwel worden vervangen door een centraal Europees bureau dat ratings afgeeft. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Voor de kwaliteit van de door financiële instellingen te gebruiken ratings moet een gemeenschappelijk regelgevingskader worden vastgesteld dat bestaat uit geharmoniseerde EG-voorschriften. Anders bestaat het gevaar dat de lidstaten op nationaal niveau uiteenlopende maatregelen treffen. Dit zou een rechtstreekse weerslag hebben op en belemmeringen opwerpen voor een goede werking van de interne markt, aangezien de ratingbureaus die ratings afgeven waarvan financiële instellingen in de Gemeenschap gebruikmaken, dan worden onderworpen aan regels die van lidstaat tot lidstaat verschillen. Voorts kunnen, als aan ratings uiteenlopende kwaliteitseisen worden gesteld, uiteenlopende niveaus van beleggers- en consumentenbescherming ontstaan. |
(6) Er moet een gemeenschappelijk kader worden vastgesteld ter verbetering van de kwaliteit van de ratings die worden gebruikt door financiële instellingen die onder geharmoniseerde EG-voorschriften vallen. Anders bestaat het gevaar dat de lidstaten op nationaal niveau uiteenlopende maatregelen treffen. Dit zou een rechtstreekse weerslag hebben op en belemmeringen opwerpen voor een goede werking van de interne markt, aangezien de ratingbureaus die ratings afgeven waarvan financiële instellingen in de Gemeenschap gebruikmaken, dan worden onderworpen aan regels die van lidstaat tot lidstaat verschillen. Voorts kunnen, als aan ratings uiteenlopende kwaliteitseisen worden gesteld, uiteenlopende niveaus van beleggers- en consumentenbescherming ontstaan. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overwegingen 6 bis, 6 ter en 6 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) Het is wenselijk dat ratings van in derde landen gevestigde entiteiten of producten, die worden voorbereid of afgegeven door in derde landen gevestigde en erkende ratingbureaus, kunnen worden gebruikt in de Gemeenschap, op voorwaarde dat ze voldoen aan even strenge eisen als de eisen in deze verordening. |
|
(6 ter) Deze verordening moet een bekrachtigingsmechanisme introduceren op grond waarvan in de Gemeenschap gevestigde en overeenkomstig deze verordening geregistreerde ratingbureaus in derde landen afgegeven ratings kunnen bekrachtigen, op voorwaarde dat de Commissie het wetgevings- en controlekader dat de in het derde land uitgevoerde en tot de afgifte van ratings leidende ratingactiviteiten regelt, heeft erkend en bekrachtigd als zijnde gelijkwaardig met deze verordening. Met het oog op de bescherming van de belegger en met als doel het aanpakken van inbreuken op deze verordening te vereenvoudigen, dienen de vereisten in deze overweging een essentiële functie, namelijk de oprichting van een referentiepunt in de Europese Unie, in de vorm van een ratingbureau dat in de Gemeenschap is gevestigd en geregistreerd is in overeenstemming met deze verordening. |
|
(6 quater) Ratingbureaus die in een derde land afgegeven ratings hebben bekrachtigd, zijn volledig en onvoorwaardelijk verantwoordelijk voor de bekrachtigde ratings. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Om belangenconflicten te voorkomen en de kwaliteit, integriteit en degelijkheid van het rating- en toetsingsproces te waarborgen, moeten ratingbureaus deugdelijke interne gedragslijnen en procedures vaststellen voor werknemers die bij het ratingproces zijn betrokken. |
(8) Om belangenconflicten te identificeren, te elimineren of te beheren en openbaar te maken en de kwaliteit, integriteit en degelijkheid van het rating- en toetsingsproces te waarborgen, moeten ratingbureaus deugdelijke interne gedragslijnen en procedures vaststellen voor werknemers en andere personen die bij het ratingproces zijn betrokken. Dergelijke gedragslijnen en procedures dienen met name een intern controlesysteem en een compliance-functie te omvatten. |
Motivering | |
Technische wijziging. Nieuwe formulering van dit artikel wat betreft eliminatie of identificatie, beheer en openbaarmaking van belangenconflicten. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Om te waarborgen dat het ratingproces onafhankelijk blijft van het bedrijfsbelang van het ratingbureau als onderneming, moeten ratingbureaus ervoor zorgen dat het bestuurs- of toezichthoudend orgaan ten minste drie niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden bevat die onafhankelijk dienen te zijn in de zin van afdeling III, punt 13, van Aanbeveling 2005/162/EG van de Commissie betreffende de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders of commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen en betreffende de comités van de raad van bestuur of van de raad van commissarissen. Voorts moet het merendeel van de leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan, met inbegrip van alle onafhankelijke leden, over voldoende deskundigheid op het gebied van financiële diensten beschikken. |
(10) Om te waarborgen dat het ratingproces onafhankelijk blijft van het bedrijfsbelang van het ratingbureau als onderneming, moeten ratingbureaus ervoor zorgen dat het bestuurs- of toezichthoudend orgaan onafhankelijk is bij het toezicht op en de verslaglegging over de correcte naleving van deze verordening ten aanzien van de handhaving van de onafhankelijkheid en kwaliteit van de ratings. Voorts moeten de leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan over voldoende deskundigheid op het gebied van relevante onderdelen van financiële diensten beschikken. |
Motivering | |
Het is niet nodig dat de controlefunctie wordt uitgeoefend door niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders en in sommige lidstaten bestaan dergelijke constructies niet of niet in een geschikte vorm. Ook kan er sprake zijn van een belangenconflict met de verantwoordelijkheid tegenover de aandeelhouders. Met deze "functie"- formulering kan een optimale keuze worden gemaakt. | |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Om belangenconflicten te vermijden, mag de vergoeding van onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan niet afhangen van de bedrijfsresultaten van het bureau. |
(11) Om belangenconflicten te vermijden, mag de vergoeding van de leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan niet afhangen van de bedrijfsresultaten van het bureau. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Langdurige relaties met dezelfde beoordeelde entiteiten of met de verbonden derde partijen van deze entiteiten kunnen de onafhankelijkheid van analisten en personen die ratings goedkeuren, in gevaar brengen. Daarom moeten deze analisten en personen aan een roulatiesysteem worden onderworpen. |
(13) Langdurige relaties met dezelfde beoordeelde entiteiten of met de verbonden derde partijen van deze entiteiten kunnen de onafhankelijkheid van analisten die in rechtstreeks contact staan met de uitgevende instellingen, in gevaar brengen Daarom moeten deze analisten aan een verplicht roulatiesysteem worden onderworpen. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Ratingbureaus moeten methoden hanteren die worden gekenmerkt door zorgvuldigheid, systematiek en continuïteit en die resulteren in ratings die op basis van historische ervaring kunnen worden gevalideerd. Ratingbureaus moeten ervoor zorgen dat de methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen die gebruikt worden om ratings vast te stellen, goed worden bijgehouden, actueel zijn en periodiek uitgebreid worden getoetst. Wanneer door een gebrek aan betrouwbare gegevens of door de complexiteit van de structuur van een nieuw type instrument, en met name een gestructureerd financieringsinstrument, ernstige twijfel ontstaat of het ratingbureau wel een geloofwaardige rating kan opstellen, mag het ratingbureau geen rating afgeven of moet het een bestaande rating intrekken. |
(14) Ratingbureaus moeten methoden hanteren die worden gekenmerkt door zorgvuldigheid, systematiek en continuïteit en die resulteren in goed onderbouwde en gemotiveerde ratings die mede door ter zake doende historische ervaring kunnen worden gevalideerd. Ratingbureaus moeten ervoor zorgen dat de methoden, modellen en belangrijke correlaties en wiskundige en andere aannamen die gebruikt worden om ratings vast te stellen, goed worden bijgehouden, actueel zijn en periodiek uitgebreid worden getoetst en dat beschrijvingen op zodanige wijze worden gepubliceerd dat academische toetsing mogelijk is. Wanneer door een gebrek aan betrouwbare gegevens of door de complexiteit van de structuur van een nieuw type instrument, en met name een gestructureerd financieringsinstrument, ernstige twijfel ontstaat of het ratingbureau wel een geloofwaardige rating kan opstellen, mag het ratingbureau geen rating afgeven. Veranderingen in de kwaliteit van de informatie die beschikbaar is om een bestaande rating te toetsen, worden samen met de toetsing bekendgemaakt en de rating wordt zo nodig herzien. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) De uitgevende instellingen stellen de aan ratingbureaus verstrekte informatie beschikbaar aan eenieder die daarom ten behoeve van een onafhankelijke analyse verzoekt. De ontvanger van dergelijke informatie belooft van tevoren de informatie niet openbaar te zullen maken en niet in de desbetreffende effecten te zullen handelen. |
Motivering | |
De verordening moet bepalen dat uitgevende instellingen de informatie die aan ratingbureaus is verstrekt ook aan anderen ter beschikking moeten stellen. Aldus kan zich een markt ontwikkelen voor werkelijk onafhankelijke ratings die door de uitgevende instelling niet gekocht zijn. Ruimere beschikbaarheid van informatie is de regelgevingskoers die de grootste kans biedt op werkelijke concurrentie op ratinggebied. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om de kwaliteit van ratings te waarborgen, moet het ratingbureau maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het bij de toekenning van een rating gebruikmaakt van betrouwbare informatie. Daartoe kan een bureau zich onder meer baseren op van onafhankelijke zijde gecontroleerde jaarrekeningen en openbaargemaakte informatie, op verificaties door een gereputeerde derde en op aselect onderzoek door het bureau van de ontvangen informatie dan wel gebruikmaken van contractuele bepalingen die ondubbelzinnig bepalen dat de beoordeelde entiteit of haar verbonden derde partijen aansprakelijk zijn indien in het kader van het contract welbewust wezenlijk onjuiste of misleidende informatie wordt verstrekt of indien de beoordeelde entiteit of haar verbonden derde partijen niet de nodige zorgvuldigheid betrachten ten aanzien van de nauwkeurigheid van de in de contractuele voorwaarden van het contract gespecificeerde informatie. |
(15) Om de kwaliteit van de ratingprocedure te waarborgen, moet het ratingbureau redelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het bij de toekenning van een rating gebruikmaakt van betrouwbare informatie. Een ratingbureau is geen accountant die de gegevens en zorgvuldigheid van uitgevende instellingen en derden controleert, maar moet over geschikte en transparante procedures beschikken om de kwaliteit van de gegevens te beoordelen en om na te gaan of de bronnen waarop het zich baseert, zijn vertrouwen waard zijn, bijvoorbeeld door beroepsmatige onafhankelijkheid of goede naam. Daartoe kan een bureau zich onder meer baseren op van onafhankelijke zijde gecontroleerde jaarrekeningen en openbaargemaakte informatie, op verificaties door een gereputeerde derde en op aselect onderzoek door het bureau van de ontvangen informatie. |
Motivering | |
Er mag geen verwarring bestaan over de rol van ratingbureaus ten aanzien van de zorgvuldigheid die betracht moet worden door andere partijen, en waarop het werk van ratingbureaus berust. Waar het om gaat is dat er goede en inzichtelijke beoordelingsprocedures zijn. Het gaat niet zozeer om betrouwbaarheid alswel om verplichtingen. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) De door het ratingbureau gebruikte methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen worden periodiek getoetst opdat veranderingen in de omstandigheden op de onderliggende markten voor activa daarin tot uiting kunnen komen. Omwille van de transparantie moeten wezenlijke wijzigingen in de methoden en werkwijzen, procedures en processen van ratingbureaus bekend worden gemaakt voordat deze van kracht worden, tenzij extreme marktomstandigheden een onmiddellijke wijziging van de rating noodzakelijk maken. |
(16) De ratingbureaus moeten goede procedures vaststellen voor de periodieke toetsing van de gebruikte methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen opdat veranderingen in de omstandigheden op de onderliggende markten voor activa daarin tot uiting kunnen komen. Omwille van de transparantie moeten wezenlijke wijzigingen in de methoden en werkwijzen, procedures en processen van ratingbureaus bekend worden gemaakt voordat deze van kracht worden, tenzij extreme marktomstandigheden een onmiddellijke wijziging van de rating noodzakelijk maken. |
Motivering | |
Deze formulering geeft duidelijk aan dat het de taak van het ratingbureau is om de gebruikte methoden en modellen te toetsen. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(17 bis) Met het oog op meer transparantie en meer informatie en bescherming voor beleggers moet het CEER de prestaties van ratingbureaus in het verleden doorlichten op basis van statistische resultaten en zijn bevindingen openbaar maken. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Onder bepaalde omstandigheden kunnen gestructureerde financieringsinstrumenten andere effecten sorteren dan het traditionele schuldpapier van bedrijven. Beleggers kunnen een verkeerd beeld krijgen indien voor beide soorten instrumenten zonder verdere uitleg dezelfde ratingcategorieën worden gehanteerd. Ratingbureaus moeten er in belangrijke mate toe bijdragen dat de gebruikers van ratings zich bewust worden van de bijzondere kenmerken van de gestructureerde financieringsproducten. Daarom moeten de bureaus hetzij andere ratingcategorieën gebruiken voor de beoordeling van gestructureerde financieringsinstrumenten hetzij extra informatie verschaffen over de afwijkende risicokenmerken van deze producten. |
(18) Onder bepaalde omstandigheden kunnen gestructureerde financieringsinstrumenten andere effecten sorteren dan het traditionele schuldpapier van bedrijven. Beleggers kunnen een verkeerd beeld krijgen indien voor beide soorten instrumenten zonder verdere uitleg dezelfde ratingcategorieën worden gehanteerd. Ratingbureaus moeten er in belangrijke mate toe bijdragen dat de gebruikers van ratings zich bewust worden van de bijzondere kenmerken van de gestructureerde financieringsproducten. Daarom moeten de bureaus andere ratingcategorieën gebruiken voor de beoordeling van gestructureerde financieringsinstrumenten, bijvoorbeeld middels aanvullende aantekeningen, en extra informatie verschaffen over de afwijkende risicokenmerken van deze producten. Wanneer ze een product voor de eerste keer beoordelen en wanneer ze een nieuw product beoordelen, moeten ze dat bovendien aangeven. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Ratingbureaus moeten maatregelen nemen om te voorkomen dat uitgevende instellingen bij verschillende ratingbureaus een aanvraag indienen voor een voorlopige beoordeling van het desbetreffende gestructureerde financieringsinstrument om te bepalen welk bureau de beste rating voor de voorgestelde structuur biedt. Uitgevende instellingen moeten zelf ook voorkomen dat zij aldus te werk gaan. |
(19) Wanneer uitgevende instellingen bij verschillende ratingbureaus een aanvraag indienen voor een voorlopige beoordeling van het desbetreffende gestructureerde financieringsinstrument om te bepalen welk bureau de beste rating voor de voorgestelde structuur biedt, dienen ratingbureaus dat in het eindrapport bij hun rating te vermelden. Uitgevende instellingen dienen dergelijke praktijken te mijden. |
Motivering | |
Instellingen die gestructureerde effecten uitgeven moeten de mogelijkheid hebben alternatieve aanbiedingen te krijgen. Om de indruk te vermijden dat de kwaliteit van een beoordeling door een ratingbureau onvoldoende gewaarborgd lijkt omdat er meerdere beoordelingen worden aangevraagd en het ratingbureau met de beste rating voor het financiële product de opdracht binnenhaalt, moet er in het eindrapport over het product op worden gewezen dat het ratingbureau de concurrentiestrijd met andere, met name te noemen ratingbureaus heeft gewonnen. | |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) Het moet een ratingbureau dat door de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat is geregistreerd, worden toegestaan in de gehele Gemeenschap ratings af te geven. Daarom moet worden voorzien in één registratie voor elk ratingbureau, die in de gehele Gemeenschap geldig is. |
(22) Het moet een ratingbureau dat door het CEER is geregistreerd, worden toegestaan in de gehele Gemeenschap ratings af te geven. Daarom moet worden voorzien in één registratie voor elk ratingbureau, die in de gehele Gemeenschap geldig is. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Sommige ratingbureaus bestaan uit diverse rechtspersonen die samen een groep ratingbureaus vormen. Bij de registratie van elk ratingbureaus dat van zo'n groep deel uitmaakt, moeten de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten de beoordeling van de aanvragen van ratingbureaus die tot dezelfde groep behoren, coördineren. |
Schrappen |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Er moet één punt voor de indiening van registratieaanvragen worden vastgesteld, namelijk het CEER, dat een registratieaanvraag in ontvangst moet nemen en de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten in kennis moet stellen van de aanvraag. Niettemin moet een aanvraag op nationaal niveau worden beoordeeld door de desbetreffende bevoegde autoriteit. Voor een efficiënte omgang met ratingbureaus is het nodig dat de bevoegde autoriteiten binnen het CEER een operationeel netwerk met een efficiënte informatietechnologie opzetten en een subcomité oprichten dat gespecialiseerd is in ratings van alle door ratingbureaus beoordeelde activaklassen. |
(24) Er moet één punt voor de indiening van registratieaanvragen worden vastgesteld, namelijk het CEER, dat de registratieaanvragen in ontvangst moet nemen en moet verwerken en de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten in kennis moet stellen van de aanvragen. Het CEER moet zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden in de hele Europese Unie en op die manier regelgevingsarbitrage voorkomen. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 25 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(25 bis) Er zijn verdere, verstrekkende herzieningen van het regelgevings- en toezichtsmodel van de financiële sector van de Europese Unie nodig. In haar mededeling van 29 oktober 2008 met als titel "Van financiële crisis naar herstel: een Europees actiekader" deelde de Commissie mee dat zij een groep van deskundigen onder voorzitterschap van Jacques de Larosière had ingesteld. Deze groep kreeg als taak de organisatie van Europese financiële instellingen te onderzoeken en daarbij te letten op prudentiële soliditeit, het ordelijk functioneren van de markten en nauwere Europese samenwerking bij het toezicht op financiële stabiliteit, waaronder bijvoorbeeld een geïntegreerde financiële toezichthouder voor alle financiële sectoren. De groep moest tevens onderzoek doen naar mechanismen voor vroegtijdige waarschuwing en crisisbeheer, onder meer voor het beheer van grens- en sectoroverschrijdende risico's, en bovendien kijken naar de samenwerking tussen de Europese Unie en andere belangrijke jurisdicties om de financiële stabiliteit op mondiaal niveau te helpen veilig te stellen. Op basis van de bevindingen van de groep moet de Commissie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 1 juli 2010, aan het Europees Parlement, de Raad en de andere betrokken instellingen verslag uitbrengen en zo nodig wetgevingsvoorstellen indienen om de opgespoorde tekortkomingen in het kader voor samenwerking van de toezichthouders te verhelpen. |
Motivering | |
De conclusies van de werkgroep-Larosière die op de toezichtsaspecten van deze verordening betrekking hebben, moeten worden verwerkt via een herziening van deze verordening en dit moet gebeuren in samenhang met andere regulering voor de financiële sector. | |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) Het toezicht op een ratingbureau moet worden uitgeoefend door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en, in het geval van een groep ratingbureaus, in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaten en met een coördinerende rol van het CEER. |
(26) Het toezicht op ratingbureaus moet worden uitgeoefend door het CEER in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Om het beleggers- en consumentenvertrouwen op een hoog niveau te houden en een doorlopende controle op door financiële instellingen in de Gemeenschap gebruikte ratings mogelijk te maken, moeten ratingbureaus met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap verplicht worden om een dochteronderneming in de Gemeenschap op te richten, zodat een efficiënt toezicht op hun activiteiten in de Gemeenschap mogelijk wordt. |
(27) Om het beleggers- en consumentenvertrouwen op een hoog niveau te houden en een doorlopend toezicht op door financiële instellingen in de Gemeenschap gebruikte ratings mogelijk te maken, moeten ratingbureaus met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap verplicht worden om een dochteronderneming in de Gemeenschap op te richten, zodat een efficiënt toezicht op hun activiteiten in de Gemeenschap en een doeltreffend gebruik van de bekrachtigings- en gelijkwaardigheidsregeling mogelijk wordt. Ook moet het verschijnen van nieuwe actoren op de markt van de ratingbureaus gestimuleerd worden. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) Er moet een mechanisme worden opgezet om deze verordening effectief te kunnen handhaven. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten over de nodige middelen beschikken om ervoor te zorgen dat de onderhavige verordening bij de afgifte van in de Gemeenschap te gebruiken ratings wordt nageleefd. Aangezien een ratingbureau bij de opstelling van zijn ratings onafhankelijk moet blijven, mogen de bevoegde autoriteiten zich niet bemoeien met de inhoud van ratings en met de methoden waarmee een bureau ratings vaststelt. |
(28) Er moet een mechanisme worden opgezet om deze verordening effectief te kunnen handhaven. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten over de nodige middelen beschikken om ervoor te zorgen dat de onderhavige verordening bij de afgifte van in de Gemeenschap te gebruiken ratings wordt nageleefd. Aangezien een ratingbureau bij de opstelling van zijn ratings onafhankelijk moet blijven, mogen noch de bevoegde autoriteiten noch de lidstaten zich bemoeien met de inhoud van ratings en met de methoden waarmee een bureau ratings vaststelt. Ingeval er druk wordt uitgeoefend op een ratingbureau, moet dit bureau de Commissie en het CEER daarvan in kennis stellen. De ratings moeten goed onderbouwd en gemotiveerd zijn, mogen geen toezichtarbitrage bevatten en moeten vergelijkbaar zijn met op internationaal niveau door verwante entiteiten afgegeven ratings. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 30 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(30) Ingeval de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst niet de nodige maatregelen treft om een eind te maken aan onregelmatigheden bij een ratingbureau, moeten de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten kunnen ingrijpen en passende maatregelen kunnen treffen. |
Schrappen |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 32 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) Het CEER moet zorgen voor samenhang in de toepassing van de onderhavige verordening. Het moet de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten bij het toezicht versterken en vergemakkelijken en een coördinerende taak op zich nemen in de dagelijkse toezichtpraktijk. Om de samenhang in de aanpak van de bevoegde autoriteiten te bevorderen, moet het CEER daarom een bemiddelingsmechanisme instellen. |
(32) Het CEER moet zorgen voor samenhang in de toepassing van de onderhavige verordening. Het moet de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten bij het toezicht versterken en vergemakkelijken en een coördinerende taak op zich nemen in de dagelijkse toezichtpraktijk. Om de samenhang in de aanpak van de bevoegde autoriteiten te bevorderen, moet het CEER daarom een bemiddelingsmechanisme en intercollegiale toetsing instellen. |
Motivering | |
De voorgestelde intercollegiale toetsing kan geënt worden op de peer review tussen de nationale bureaus voor de statistiek en Eurostat. | |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 33 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) De lidstaten moeten de sancties vaststellen die van toepassing zijn op schendingen van de bepalingen van deze verordening, en de toepassing van die sancties waarborgen. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
(33) De lidstaten moeten de sancties vaststellen die van toepassing zijn op schendingen van de bepalingen van deze verordening, en de toepassing van die sancties waarborgen. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, maar tevens verenigbaar zijn met een ordelijke markt. De Commissie moet met het CEER als raadgever richtsnoeren betreffende dergelijke sancties vaststellen. |
Motivering | |
Het CEER moet als lichaam dat verantwoordelijk is voor registratie en toezicht een grotere, zij het adviserende rol spelen bij het opsporen van overtredingen en het vaststellen van sancties. | |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 34 bis | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(34 bis) De toekomstige regels betreffende de aansprakelijkheid van ratingbureaus moeten vergelijkbaar zijn met de regels voor accountants. De Commissie moet in dit verband een gepast wetgevingsvoorstel doen. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Het strengere en duidelijkere rechtskader dat voor ratingbureaus gaat gelden, zou het ook gemakkelijker moeten maken om overeenkomstig de toepasselijke aansprakelijkheidsregeling van een lidstaat zo nodig civielrechtelijke stappen te zetten tegen een ratingbureau. |
(35) Overtreding van de bepalingen van deze verordening geeft derden niet het recht schadevergoeding te eisen. Wanneer een gebruiker van ratings economische schade lijdt als gevolg van een overtreding van de bepalingen van deze verordening, mag een eis om schadevergoeding alleen overeenkomstig het toepasselijke nationale recht inzake de wettelijke aansprakelijkheid naar voren worden gebracht. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 35 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(35 bis) De ratingbureaus moeten bij de verrichting van hun taken samenwerken met de openbare instellingen van de Europese Unie, en hun hoogste bestuurders moeten desgevraagd voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement verschijnen. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 37 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Met name moet de Commissie de bevoegdheid krijgen tot wijziging van de bijlagen I en II bij de verordening, waarin de concrete criteria zijn opgenomen aan de hand waarvan kan worden nagegaan of een ratingbureau zijn verplichtingen op het gebied van interne organisatie, operationele regelingen, werknemersvoorschriften, de presentatie van ratings en de openbaarmaking nakomt. Aangezien het gaat om maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, moeten ze worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG. |
(37) Met name moet de Commissie, rekening houdend met de internationale ontwikkelingen, de bevoegdheid krijgen tot aanneming van maatregelen ter omschrijving van criteria voor de beoordeling van de equivalentie van regelgeving in het kader van het gebruik van ratings die zijn afgegeven door in derde landen gevestigde ratingbureaus, tot aanneming van maatregelen ter omschrijving van nevendiensten, tot aanneming van richtlijnen betreffende sancties, en tot wijziging van de bijlagen I en II bij de verordening, waarin de concrete criteria zijn opgenomen aan de hand waarvan kan worden nagegaan of een ratingbureau zijn verplichtingen op het gebied van interne organisatie, operationele regelingen, werknemersvoorschriften, de presentatie van ratings en de openbaarmaking nakomt. Aangezien het gaat om maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, namelijk door aanvulling van de verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten ze worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 37 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(37 bis) De Commissie moet zowel het reglementaire gebruik van ratings als de correctheid van de beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit evalueren. In het licht van deze evaluatie moet de Commissie passende wetgevingsvoorstellen doen. |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening voorziet in een gemeenschappelijke benadering om te garanderen dat de ratings die in de Gemeenschap worden gehanteerd van hoge kwaliteit zijn, en draagt aldus bij tot de goede werking van de interne markt, waarbij tevens een hoog niveau van consumenten- en beleggersbescherming wordt bewerkstelligd. De verordening stelt voorwaarden vast voor de afgifte van ratings en bevat voorschriften betreffende de organisatie en het gedrag van ratingbureaus om hun onafhankelijkheid in de praktijk te waarborgen en belangenconflicten te vermijden. |
Deze verordening voorziet in maatregelen ter garantie van de integriteit, transparantie, verantwoordelijkheid, het goede bestuur en de institutionele samenwerking van ratingactiviteiten die resulteren in ratings van hoge kwaliteit die in de Gemeenschap worden gehanteerd of een impact hebben, en draagt aldus bij tot de goede werking van de interne markt, waarbij tevens een hoog niveau van consumenten- en beleggersbescherming wordt bewerkstelligd. De verordening stelt voorwaarden vast voor de afgifte van ratings en bevat voorschriften betreffende de organisatie en het gedrag van ratingbureaus om hun onafhankelijkheid in de praktijk te waarborgen en belangenconflicten te vermijden. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze verordening is van toepassing op ratings die bedoeld zijn om voor regelgevings- of andere doeleinden te worden gebruikt door kredietinstellingen als omschreven in Richtlijn 2006/48/EG, beleggingsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, verzekeringsondernemingen die onder Richtlijn 73/239/EEG van de Raad vallen, verzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad, herverzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) als omschreven in Richtlijn [2009/XX/EG] en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad, en die openbaar worden gemaakt of op basis van abonnement worden verspreid. |
1. Deze verordening is van toepassing op ratings die bedoeld zijn om te worden gebruikt door kredietinstellingen als omschreven in Richtlijn 2006/48/EG, door uitgevende instellingen of aanbieders in verband met de publieke aanbieding van of de publieke toelating voor het verhandelen van financiële instrumenten in overeenstemming met Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten1 en in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties2, door beleggingsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, verzekeringsondernemingen die onder Richtlijn 73/239/EEG van de Raad vallen, verzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad, herverzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) als omschreven in Richtlijn [2009/XX/EG], en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad, en die openbaar worden gemaakt of op basis van abonnement worden verspreid. |
|
1 PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64. 2 PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Deze verordening is niet van toepassing op niet-openbare ratings. Zij is niet van toepassing op ratings die worden afgegeven door publiekrechtelijke lichamen waarvan de ratings niet openbaar worden gemaakt of niet door de beoordeelde entiteit worden betaald. |
2. Deze verordening is niet van toepassing op: |
|
a) niet-openbare ratings die uitsluitend worden afgegeven aan de persoon die ze heeft besteld, en die niet bedoeld zijn voor openbaarmaking of verdeling via abonnement; |
|
b) ratings door exportkredietagentschappen zoals beschreven in bijlage VI, deel 1, van Richtlijn 2006/48/EG; of |
|
c) ratings die worden afgegeven door publiekrechtelijke lichamen waarvan de ratings niet openbaar worden gemaakt of niet door de beoordeelde entiteit worden betaald. |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
c) "lidstaat van herkomst": lidstaat waar het ratingbureau zijn statutaire zetel heeft; |
Schrappen |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
d bis) "hoofdanalist": een persoon die eerstverantwoordelijk is voor de communicatie met de uitgevende instelling in verband met een bepaalde rating of in het algemeen in verband met de beoordeling van instrumenten die afkomstig zijn van deze uitgevende instelling, alsook, indien toepasselijk, voor het opstellen van aanbevelingen voor het ratingcomité met betrekking tot deze instrumenten; |
Motivering | |
Gezien de sleutelfunctie van hoofdanalisten in ratingbureaus en met het oog op het in artikel 6 vastgelegde roulatiesysteem, is er een definitie nodig van "hoofdanalist". | |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
e bis) "gebruik voor regelgevingsdoeleinden": het gebruik van ratings specifiek met het oog op de naleving van het Gemeenschapsrecht, zoals dat wordt uitgevoerd door de nationale wetgeving van de lidstaten; |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
k) "groep ratingbureaus": een groep ondernemingen bestaande uit een moederonderneming en haar dochterondernemingen in de zin van de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG van de Raad, alsook ondernemingen die met elkaar verbonden zijn door een betrekking als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG en wier gewone en hoofdactiviteit bestaat in de afgifte van ratings. |
k) "groep ratingbureaus": een groep ondernemingen die gevestigd is in de Gemeenschap bestaande uit een moederonderneming en haar dochterondernemingen in de zin van de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG van de Raad, alsook ondernemingen die met elkaar verbonden zijn door een betrekking als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG en wier gewone en hoofdactiviteit bestaat in de afgifte van ratings. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter k bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
k bis) "niet-openbare rating": rating die niet openbaar wordt gemaakt omdat hij in opdracht van een bedrijf wordt afgegeven voor een op voorhand bepaald particulier doel. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in artikel 2 bedoelde kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening mogen voor regelgevingsdoeleinden alleen gebruikmaken van ratings die zijn afgegeven door ratingbureaus die in de Gemeenschap zijn gevestigd en overeenkomstig deze verordening zijn geregistreerd. |
De in artikel 2 bedoelde kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening en uitgevende instellingen of aanbieders mogen voor regelgevingsdoeleinden alleen gebruikmaken van ratings die zijn afgegeven of bekrachtigd door ratingbureaus die in de Gemeenschap zijn gevestigd en overeenkomstig deze verordening zijn geregistreerd. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in artikel 1 van Richtlijn 2004/39/EG bedoelde beleggingsondernemingen en kredietinstellingen mogen geen orders voor rekening van hun cliënten uitvoeren welke betrekking hebben op financiële instrumenten waaraan een rating is toegekend, tenzij de rating is afgegeven door een in overeenstemming met deze verordening geregistreerd ratingbureau. |
2. De ratings van entiteiten of producten in een derde land die zijn voorbereid of afgegeven door in een derde land gevestigde en erkende of geregistreerde ratingbureaus mogen binnen de Gemeenschap gebruikt worden indien: |
|
a) deze ratings bekrachtigd worden door een ratingbureau dat in de Gemeenschap gevestigd is en geregistreerd is in overeenstemming met deze verordening; en |
|
b) de ratingactiviteiten in het derde land die resulteren in de afgifte van de te bekrachtigen rating, worden geregeld door een rechts- en toezichtskader dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met de in deze verordening voorziene maatregelen. |
|
De Commissie stelt een lijst op van wetgeving in derde landen die als gelijkwaardig wordt beschouwd met deze verordening en maakt deze lijst openbaar. Deze lijst wordt voortdurend geactualiseerd. |
|
3. Een krachtens lid 2 bekrachtigde rating wordt geacht gelijkwaardig te zijn met een rating die is afgegeven door een in de Gemeenschap gevestigd en overeenkomstig deze verordening geregistreerd ratingbureau. In de Gemeenschap geregistreerde ratingbureaus moeten in hun bekendmaking van ratings een verklaring hierover opnemen. |
|
4. Een in de Gemeenschap gevestigd en overeenkomstig deze verordening geregistreerd ratingbureau mag geen gebruik maken van bekrachtiging met de bedoeling de voorschriften van deze verordening te omzeilen. |
|
Een ratingbureau dat een rating heeft bekrachtigd die is voorbereid of afgegeven door een ratingbureau uit een derde land, blijft volledig verantwoordelijk voor deze rating en voor de vervulling van de voorwaarden voor de bekrachtiging ervan. |
|
5. Het Europees Parlement en de Raad moeten deze verordening herzien zodra er een internationaal regelgevings- en toezichtskader is opgericht voor ratingbureaus en hun activiteiten. |
|
6. De Commissie, daarin bijgestaan door het CEER, stelt overgangsmaatregelen op voor bestaande ratings uit derde landen die reeds binnen de Gemeenschap worden gebruikt. Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door de verordening aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 33, lid 2. |
|
7. Onverminderd de regels betreffende mededinging zorgen de lidstaten ervoor dat uitgevende instellingen voor een aantal van hun ratings gebruik maken van ratingbureaus waarvan het hoofdkantoor in de Gemeenschap is gevestigd. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat de afgifte van een rating niet wordt beïnvloed door een bestaand of mogelijk belangenconflict, dan wel een bestaande of mogelijke zakelijke relatie waarbij het ratingbureau dat de rating afgeeft, zijn bestuurders, zijn werknemers of enigerlei persoon die er direct of indirect mee verbonden is door een zeggenschapsband, betrokken is. |
1. Een ratingbureau onderneemt alle noodzakelijke stappen om ervoor te zorgen dat de afgifte van een rating niet wordt beïnvloed door een bestaand of mogelijk belangenconflict, dan wel een bestaande of mogelijke zakelijke relatie waarbij het ratingbureau dat de rating afgeeft, zijn bestuurders, ratinganalisten, zijn werknemers of elke andere natuurlijke persoon wiens diensten ter beschikking of onder toezicht van het ratingbureau worden gesteld of enigerlei persoon die er direct of indirect mee verbonden is door een zeggenschapsband, betrokken zijn. |
Motivering | |
De verordening moet specifieke criteria formuleren voor vrijstelling aan ratingbureaus met een gering aantal medewerkers van bepaalde verplichtingen van deze verordening aan de hand van bepaalde criteria. | |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een ratingbureau moet het karakter van zijn beloningsregelingen met betrekking tot beoordeelde entiteiten openbaar maken. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Een ratingbureau stelt een persoon aan die verantwoordelijk is voor de naleving van deze verordening door het ratingbureau en zijn werknemers. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quater. Een ratingbureau moet zijn ratingactiviteiten juridisch en operationeel scheiden van zijn nevendiensten. |
|
De Commissie legt de inhoud van deze nevendiensten vast. Deze maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen door ze aan te vullen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Om zich te voegen naar lid 1 neemt het ratingbureau de vereisten vervat in bijlage I, afdelingen A en B, in acht. |
2. Om zich te voegen naar de leden 1, 1 bis, 1 ter en 1 quater, neemt het ratingbureau de vereisten vervat in bijlage I, afdelingen A en B, in acht. |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Op verzoek van een ratingbureau kan het CEER het ratingbureau vrijstellen van het naleven van de vereisten in artikel 6, lid 4, of in punt 2 van afdeling A van bijlage I, indien dit ratingbureau kan aantonen dat deze vereisten niet in verhouding zijn met de aard, omvang en complexiteit van zijn werkzaamheden en de aard en verscheidenheid van de door hem afgegeven ratings, en dat: |
|
a) het ratingbureau minder dan 25 analisten in dienst heeft; |
|
b) het ratingbureau maatregelen en procedures heeft ingesteld en met name een intern controlesysteem, verslagleggingsregelingen en een roulatiesysteem voor analisten en personen die ratings goedkeuren, waardoor de daadwerkelijke naleving wordt gewaarborgd van de regelgevingsdoeleinden die in deze verordening zijn vastgesteld; en |
|
c) de omvang van het ratingbureau niet op zodanige wijze is vastgesteld dat een ratingbureau of een groep ratingbureaus de naleving van de voorwaarden in deze verordening kan ontlopen. |
|
Wanneer het een groep ratingbureaus betreft, zorgt het CEER ervoor dat ten minste één van de ratingbureaus van de groep niet is vrijgesteld van de naleving van de vereisten in artikel 6, lid 4, en punt 2 van afdeling A van bijlage I. |
|
Indien het ratingbureau deel uitmaakt van een groep ratingbureaus, zal er worden beschouwd dat het bureau de bepalingen in afdeling A van bijlage I naleeft als de groep in zijn geheel aan deze bepalingen voldoet. In dergelijke gevallen worden de verwijzingen in bijlage I naar het bestuurs- of toezichthoudende orgaan en de hoogste leiding van het ratingbureau geïnterpreteerd als verwijzingen naar het bestuurs- of toezichthoudende orgaan en de hoogste leiding van de moederonderneming. |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Werknemers |
Analisten en andere werknemers |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat werknemers die rechtstreeks bij het ratingproces betrokken zijn, over passende kennis en ervaring beschikken voor het vervullen van de hun toegewezen taken. |
1. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten en andere werknemers die rechtstreeks bij het ratingproces betrokken zijn, over passende kennis en ervaring beschikken voor het vervullen van de hun toegewezen taken. |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat werknemers die rechtstreeks bij het ratingproces betrokken zijn, niet mogen overgaan tot de opening van en evenmin mogen deelnemen aan onderhandelingen over vergoedingen of betalingen met een beoordeelde entiteit, een gelieerde derde partij of enigerlei persoon die direct of indirect met de beoordeelde entiteit verbonden is door een zeggenschapsband. |
2. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten en andere werknemers die rechtstreeks bij het ratingproces betrokken zijn, niet mogen overgaan tot de opening van en evenmin mogen deelnemen aan onderhandelingen over vergoedingen of betalingen met een beoordeelde entiteit, een gelieerde derde partij of enigerlei persoon die direct of indirect met de beoordeelde entiteit verbonden is door een zeggenschapsband. |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat werknemers die rechtstreeks bij het ratingproces betrokken zijn, voldoen aan de vereisten vervat in bijlage I, afdeling C. |
3. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten en andere werknemers die rechtstreeks bij het ratingproces betrokken zijn, voldoen aan de vereisten vervat in bijlage I, afdeling C. |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 4 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten en personen die ratings goedkeuren, niet langer dan vier jaar betrokken zijn bij het verlenen van ratingdiensten aan eenzelfde beoordeelde entiteit of haar gelieerde derde partijen. Te dien einde zet het ratingbureau voor deze analisten en personen een roulatiesysteem op. |
4. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten die in rechtstreeks contact staan met uitgevende instellingen, niet langer dan vijf jaar betrokken zijn bij het verlenen van ratingdiensten aan eenzelfde beoordeelde entiteit, aan haar gelieerde derde partijen of aan andere entiteiten met een gemeenschappelijke eigenaar. Te dien einde zet het ratingbureau voor deze analisten een roulatiesysteem op. |
De periode waarna de analisten en personen die ratings goedkeuren, wederom bij de verlening van ratingdiensten aan de in de eerste alinea bedoelde beoordeelde entiteit of gelieerde derde partijen mogen worden betrokken, mag niet korter zijn dan twee jaar. |
De periode waarna deze analisten opnieuw in rechtstreeks contact mogen treden met de in de eerste alinea bedoelde beoordeelde entiteit of gelieerde derde partijen voor het verlenen van ratingdiensten, mag niet korter zijn dan twee jaar. |
|
Roulaties van analisten moeten gefaseerd verlopen en individuele ratinganalisten betreffen in plaats van een volledig team. |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De beloning en prestatiebeoordeling van analisten en personen die ratings goedkeuren, wordt niet afhankelijk gesteld van het bedrag aan inkomsten dat het ratingbureau ontvangt van de beoordeelde entiteiten of gelieerde derde partijen waaraan diensten worden verleend door de analisten of personen die ratings goedkeuren. |
6. De beloning en prestatiebeoordeling van hoofdanalisten die ratings opstellen, wordt niet afhankelijk gesteld van het bedrag aan inkomsten dat het ratingbureau ontvangt van de beoordeelde entiteiten of gelieerde derde partijen waaraan diensten worden verleend door de hoofdanalisten die ratings opstellen. |
Motivering | |
De hoofdanalist heeft het meeste contact met de beoordeelde entiteit. Het is niet nodig en het zou uitermate verstorend zijn om het volledige hem ondersteunende team op dezelfde manier te vervangen. | |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen waarvan het ratingbureau bij het ratingproces gebruikmaakt, worden door het ratingbureau openbaar gemaakt. |
1. De methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen waarvan het ratingbureau bij zijn ratingactiviteiten zoals omschreven in afdeling E van bijlage I gebruikmaakt, worden door het ratingbureau openbaar gemaakt. |
Motivering | |
De precieze methoden, modellen en aan ratings ten grondslag liggende aannamen moeten niet openbaar worden gemaakt. Het is wel gepast de algemene principes mee te delen, die beleggers kunnen helpen de ratings te begrijpen. | |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Ratingbureaus maken op een daarvoor bestemde pagina van hun website informatie beschikbaar over gestructureerde financiële producten, die kosteloos en op elk moment kan worden geraadpleegd en toelichting geeft bij aannamen, parameters, limieten en onzekerheden met betrekking tot hun modellen en ratingmethoden, met inbegrip van de simulaties van stressscenario's die het bureau ontwikkelt bij het opstellen van de ratings. Deze informatie moet duidelijk zijn en eenvoudig te begrijpen. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat de ratings die het opstelt en verspreidt, gebaseerd zijn op een analyse van alle informatie waarover het beschikt en die dienstig is voor zijn ratingmethoden. Het treft alle nodige maatregelen opdat de informatie waarvan het voor de toekenning van een rating gebruikmaakt, van voldoende kwaliteit is en uit betrouwbare bron afkomstig is. |
2. Ratingbureaus nemen schriftelijke procedures aan, voeren die uit en leggen die op om ervoor te zorgen dat de ratings die ze opstellen en verspreiden, gebaseerd zijn op een grondige analyse, conform hun ratingmethoden, van alle informatie die hun bekend is en die relevant is voor hun analyses. Ze treffen alle passende maatregelen opdat de informatie waarvan ze voor de toekenning van een rating gebruikmaken, van voldoende kwaliteit is en uit betrouwbare bron afkomstig is. |
Motivering | |
De oorspronkelijke bewoording houdt het risico in dat regelgevers ertoe worden aangezet vraagtekens te zetten bij individuele methoden, wat dan weer zou leiden tot bemoeienis met de analytische onafhankelijkheid van ratingbureaus. In plaats daarvan moet deze bepaling eisen dat ratingbureaus procedures handhaven voor de toetsing van hun methoden, zodat regelgevers vervolgens de naleving van deze procedures kunnen controleren. De verwijzing naar "alle informatie waarover [een ratingbureau] beschikt" is te ruim aangezien dit alle inlichtingen inhoudt die openbaar zijn gemaakt, zelfs nagenoeg onbekende informatie. | |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Ratingbureaus nemen de nodige stappen om de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid te beoordelen van de gegevens en inlichtingen die hun worden verstrekt door uitgevende instellingen of gelieerde partijen (zoals initiatoren, ondertekenaars of juristen, in het geval van gestructureerde financiële producten). Ratingbureaus vermelden in welke mate ze de hun verstrekte informatie geverifieerd hebben. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Een ratingbureau neemt procedures en mechanismes aan om het vertrouwelijke karakter van de informatie die het verkrijgt van uitgevende instellingen, te beschermen. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een ratingbureau bewaart gegevens over alle gevallen waarin het in het kader van zijn ratingproces overgaat tot de verlaging van bestaande ratings die door een ander ratingbureau voor onderliggende activa of gestructureerde financieringsinstrumenten zijn opgesteld, en motiveert deze verlaging. |
Een ratingbureau bewaart en publiceert gegevens over alle gevallen waarin het in het kader van zijn ratingproces afwijkt van bestaande ratings die door een ander ratingbureau voor onderliggende activa of gestructureerde financieringsinstrumenten zijn opgesteld, en motiveert deze afwijkende beoordeling. |
Motivering | |
Een ratingbureau moet motiveren waarom het tot een betere of slechtere beoordeling komt. | |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een ratingbureau bewaakt de ratings en stelt zijn ratings bij wanneer zulks noodzakelijk blijkt. Een ratingbureau treft interne regelingen om de gevolgen voor ratings van veranderingen in het macro-economische klimaat of de omstandigheden op de financiële markten te monitoren. |
4. Een ratingbureau bewaakt de ratings en stelt zijn ratings en ratingmethoden voortdurend bij, in het bijzonder wanneer er zich materiële veranderingen voordoen die een impact zouden kunnen hebben op de rating van een instrument. Een ratingbureau treft interne regelingen om de gevolgen voor ratings van veranderingen in het macro-economische klimaat of de omstandigheden op de financiële markten te monitoren. In geval van algemeen ongunstige en extreme marktomstandigheden geeft het een waarschuwing uit. |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Wanneer een ratingbureau een door een in een derde land gevestigd ratingbureau uitgegeven rating afgeeft of bekrachtigt, is het in de Gemeenschap gevestigde ratingbureau aansprakelijk voor de nauwkeurigheid van alle gebruikte informatie en voor de gehanteerde methode. |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 ter. Op verzoek van een bevoegde autoriteit geeft een ratingbureau achteraf toelichting bij zijn methoden, modellen en aan ratings ten grondslag liggende aannamen. Een dergelijke toelichting doet geen afbreuk aan de inhoud van de rating noch aan de onafhankelijkheid van het ratingbureau. |
Motivering | |
Een ratingbureau moet zijn methoden, modellen en aan ratings ten grondslag liggende aannamen achteraf kunnen uitleggen aan de bevoegde autoriteiten. Dit beginsel dwingt ratingbureaus ertoe volledig inzicht te hebben in hun ratingmethoden, modellen en aannamen. Niettemin moeten de bevoegde autoriteiten de onafhankelijkheid van de ratingbureaus en van de ratings zelf ten volle eerbiedigen. | |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 quater. Een in de Gemeenschap gevestigd en overeenkomstig deze verordening geregistreerd ratingbureau wordt geacht een rating te hebben afgegeven wanneer de rating gepubliceerd is op de website van het ratingbureau of op een andere manier, of wanneer de rating verspreid is op basis van abonnement en is gepresenteerd en openbaar gemaakt in overeenstemming met artikel 8, waarbij duidelijk wordt gesteld dat de rating bekrachtigd is. |
Motivering | |
Ratings van derde landen moeten in de EU gebruikt kunnen worden, op voorwaarde dat aan twee reeksen criteria wordt voldaan: 1) beoordeling of een ratingbureau van een derde land voldoet aan hoge normen wat betreft de integriteit van zijn ratingactiviteiten en voortdurend toezicht van het Europese ratingbureau op de naleving hiervan, 2) opstellen van samenwerkingsregelingen met de bevoegde autoriteiten van de derde landen, beoordeling van de nalevingsvereisten van het bekrachtigingsproces tijdens de registratie en voortdurend toezicht. | |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een ratingbureau maakt elke rating, alsook alle besluiten om een rating in te trekken, op niet selectieve basis en tijdig openbaar. |
1. Een ratingbureau maakt elke rating, alsook alle besluiten om een rating in te trekken, op niet-selectieve basis en tijdig openbaar. Bij deze openbaarmaking vermeldt het bureau de onderbouwing en motivering van de openbaarmaking. |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De eerste alinea is niet van toepassing op ratings die op basis van abonnement worden verspreid. |
De eerste alinea is eveneens van toepassing op ratings die op basis van abonnement worden verspreid. |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Ratingbureaus geven permanent informatie vrij over alle gestructureerde financiële producten die hun ter eerste toetsing of ter voorlopige rating worden voorgelegd. Deze informatie wordt vrijgegeven ongeacht of de uitgevende instellingen een overeenkomst sluiten met het ratingbureau voor een definitieve rating of niet. |
Motivering | |
Dit stelt beleggers in staat te achterhalen of uitgevende instellingen aanvankelijk ratings hebben gevraagd van een ratingbureau maar vervolgens besloten hebben de ratings niet te gebruiken. Zo kan eventueel worden vermeden dat uitgevende instellingen ratings "kiezen". | |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Het ratingbureau stelt de entiteit onder beoordeling 12 uur vóór de openbaarmaking van de rating in kennis van het resultaat van de beoordeling, alsook van de hoofdoverwegingen die aan de rating ten grondslag liggen, opdat de betrokken entiteit de mogelijkheid zou hebben inhoudelijke fouten aan te wijzen. |
Motivering | |
In bepaling 3.7 van de IOSCO-code is al bepaald dat de beoordeelde entiteit op voorhand moet worden ingelicht. Daarmee kunnen foutieve gegevens of misverstanden snel worden opgehelderd, voordat onjuiste ratings op de markt worden gebruikt. | |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Ratings worden gepresenteerd overeenkomstig de vereisten vervat in bijlage I, afdeling D. |
2. Ratings beantwoorden aan voor de gehele interne markt geldende criteria, bevatten geen toezichtarbitrage en zijn vergelijkbaar met ratings die op internationaal niveau door verwante entiteiten worden afgegeven. Zij worden gepresenteerd overeenkomstig de vereisten vervat in bijlage I, afdeling D. |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 3 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) ofwel de ratingcategorieën die aan gestructureerde financieringsinstrumenten kunnen worden toegekend, duidelijk verschillen van de ratingcategorieën waarvan kan worden gebruikgemaakt om een rating aan andere soorten beoordeelde entiteiten of financiële instrumenten toe te kennen; |
a) ofwel de ratingcategorieën die aan gestructureerde financieringsinstrumenten kunnen worden toegekend, duidelijk verschillen van de ratingcategorieën waarvan kan worden gebruikgemaakt om een rating aan andere soorten beoordeelde entiteiten of financiële instrumenten toe te kennen. Voor gestructureerde, complexe producten zijn aparte ratingcategorieën nodig; |
Motivering | |
Voor meer transparantie en een betere bescherming van investeerders. | |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 5 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Wanneer een ratingbureau een ongevraagde rating afgeeft, verklaart het in de rating dat de beoordeelde entiteit of gelieerde derde partij niet aan het ratingproces heeft meegewerkt en dat het ratingbureau geen toegang had tot de rekeningen en andere relevante interne documenten van de beoordeelde entiteit of haar gelieerde derde partij. |
5. Wanneer een ratingbureau een ongevraagde rating afgeeft, deelt het in de rating op duidelijke wijze mee of de beoordeelde entiteit of gelieerde derde partij al dan niet aan het ratingproces heeft meegewerkt en of het ratingbureau toegang had tot de rekeningen en andere relevante interne documenten van de beoordeelde entiteit of haar gelieerde derde partij. De beoordeelde entiteiten of de gelieerde derde partijen mogen verlangen dat hun eventuele voorbehoud expliciet in de rating wordt vermeld en dat dit eventuele voorbehoud toegankelijk wordt gemaakt in de door het ratingbureau openbaar gemaakte informatie. |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Ratingbureaus documenteren alle stappen, gegevens en elementen die tot een rating hebben geleid, en maken deze openbaar. |
Motivering | |
Voor meer transparantie en een betere bescherming van investeerders. | |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 8 bis |
|
Transparantie van de informatie |
|
Uitgevende instellingen die een geregistreerd ratingbureau informatie verschaffen voor de opstelling van een rating, delen dezelfde informatie op verzoek mee aan om het een welke bonafide analysedienst. Een dergelijke analysedienst moet zich ertoe verbinden deze informatie op vertrouwelijke wijze te behandelen. De werknemers van een dergelijke analysedienst verbinden zich er eveneens toe niet te handelen in effecten die zijn uitgegeven door de uitgevende instelling in kwestie. |
Motivering | |
De verordening moet bepalen dat uitgevende instellingen de informatie die aan ratingbureaus is verstrekt ook aan anderen ter beschikking moeten stellen. Aldus kan zich een markt ontwikkelen voor werkelijk onafhankelijke ratings waarvoor niet betaald is door de uitgevende instelling. Ruimere beschikbaarheid van informatie is de regelgevingskoers die de grootste kans biedt op werkelijke concurrentie op ratinggebied. | |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Ratingbureaus stellen informatie over hun historische prestatiegegevens en over in het verleden verrichte ratingactiviteiten beschikbaar in een centraal depot dat door het CEER is opgezet. Dit depot is toegankelijk voor het publiek. |
2. Ratingbureaus stellen informatie over hun historische prestatiegegevens, met inbegrip van de overgangsperiode van ratings, en over in het verleden verrichte ratingactiviteiten in een gebruikelijke vorm beschikbaar in een centraal depot dat door het CEER is opgezet. Dit depot is toegankelijk voor het publiek. Het CEER geeft advies over de vormgeving, de details en de te bestrijken periode. Het CEER controleert op basis van de informatie in het depot, aan de hand van statistische resultaten, de verleden prestaties van ratings. Het CEER publiceert vervolgens statistieken over de ratingbureaus en hun prestaties, onder meer met betrekking tot de betrouwbaarheid van hun ratings. |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een ratingbureau verstrekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst jaarlijks alle in bijlage I, afdeling E, deel II, punt 2, vermelde gegevens. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst maken deze gegevens niet openbaar. |
3. Een ratingbureau verstrekt het CEER jaarlijks alle in bijlage I, afdeling E, deel II, punt 2, vermelde gegevens. Het CEER maakt deze gegevens openbaar. |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een ratingbureau publiceert jaarlijks een transparantieverslag dat de in bijlage I, afdeling E, deel III, vermelde gegevens bevat. Het ratingbureau publiceert zijn jaarverslag uiterlijk drie maanden na het einde van elk boekjaar en draagt er zorg voor dat dit verslag gedurende ten minste vijf jaar op zijn website beschikbaar blijft. |
Een ratingbureau publiceert jaarlijks een transparantieverslag dat de in bijlage I, afdeling E, deel III, vermelde gegevens bevat. Het ratingbureau publiceert zijn jaarverslag uiterlijk drie maanden na het einde van elk boekjaar en draagt er zorg voor dat dit verslag gedurende ten minste vijf jaar op zijn website beschikbaar blijft. Deze publicaties en websites kunnen aan een groep ratingbureaus toebehoren en hoeven niet uitsluitend betrekking te hebben op de Gemeenschap. |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elk ratingbureau mag een registratieaanvraag indienen om ervoor te zorgen dat de in artikel 2 bedoelde kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening voor regelgevingsdoeleinden van zijn ratings kunnen gebruikmaken, mits het een in de Gemeenschap gevestigde rechtspersoon betreft. |
1. Elk ratingbureau of elke groep ratingbureaus mag een registratieaanvraag indienen om ervoor te zorgen dat de in artikel 2 bedoelde kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening voor regelgevingsdoeleinden van zijn ratings kunnen gebruikmaken, mits het een in de Gemeenschap gevestigde rechtspersoon betreft. |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Ratingbureaus stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van alle wijzigingen van betekenis in de initiële-registratievoorwaarden in kennis. |
Ratingbureaus stellen het CEER in kennis van alle wijzigingen van betekenis in de initiële-registratievoorwaarden, met inbegrip van elke opening of sluiting van een dochteronderneming of filiaal binnen de Europese Unie. |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst registreert het ratingbureau indien het voldoet aan de in deze verordening gestelde voorwaarden voor de afgifte van ratings. |
4. Het CEER registreert het ratingbureau indien het voldoet aan de in deze verordening gestelde voorwaarden voor de afgifte van ratings. |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De bevoegde autoriteiten mogen geen andere registratie-eisen stellen dan die welke in deze verordening zijn neergelegd. |
5. Het CEER mag geen andere registratie-eisen stellen dan die welke in deze verordening zijn neergelegd. |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Uiterlijk tien dagen na ontvangst van de aanvraag zendt het CEER deze door naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en stelt het de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten van deze doorzending in kennis. |
3. Uiterlijk tien dagen na ontvangst van de aanvraag stelt het CEER de bevoegde autoriteiten van de lidstaten hiervan in kennis. |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk tien dagen na ontvangst van de registratieaanvraag verifieert de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of de aanvraag volledig is. |
1. Uiterlijk tien dagen na ontvangst van de registratieaanvraag verifieert het CEER of de aanvraag volledig is. |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien de aanvraag onvolledig is, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een termijn vast waarbinnen het ratingbureau aanvullende informatie moet verstrekken. |
Indien de aanvraag onvolledig is, stelt het CEER een termijn vast waarbinnen het ratingbureau aanvullende informatie moet verstrekken. |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Na ontvangst van een volledige aanvraag zendt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de aanvraag door naar de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten en naar het CEER. |
2. Na ontvangst van een volledige aanvraag zendt het CEER de aanvraag door naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Ingeval een groep ratingbureaus een registratieaanvraag indient, werken de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten van herkomst in het kader van het registratieproces nauw met elkaar samen. Uit hun midden kiezen zij een facilitator, rekening houdend met de volgende criteria: |
Schrappen |
a) de plaats waar de groep ratingbureaus het belangrijkste deel van haar ratingactiviteit in de Gemeenschap ontplooit of voornemens is te ontplooien; |
|
b) de plaats waar de groep ratingbureaus het grootste deel van de inkomsten van de groep realiseert of mag worden verwacht te realiseren. |
|
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De facilitator coördineert het onderzoek van de door de groep ratingbureaus ingediende aanvraag en ziet erop toe dat alle voor het onderzoek van de aanvraag benodigde informatie tussen de bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld. |
Schrappen |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Ingeval een ratingbureau een registratieaanvraag indient, onderzoekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de aanvraag en brengt zij advies uit over de vraag of de registratie moet worden toegestaan of geweigerd. |
Schrappen |
Ingeval een groep ratingbureaus een registratieaanvraag indient, onderzoeken de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten van herkomst gezamenlijk de registratieaanvraag en bereiken zij overeenstemming over de vraag of de registratie moet worden toegestaan of geweigerd. |
|
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk veertig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag en vóór de registratie deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst het CEER een met redenen omkleed ontwerp-registratiebesluit of ontwerp-weigeringsbesluit mee. Ingeval het een door een groep ratingbureaus ingediende aanvraag betreft, deelt de facilitator de uitkomst van de gezamenlijke beoordeling aan het CEER mee. |
1. Binnen veertig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag en vóór de registratie bereidt het CEER een met redenen omkleed ontwerp-registratiebesluit of ontwerp-weigeringsbesluit voor. Het CEER zendt dit ontwerpbesluit door naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en deelt hen mee binnen welke termijn zij worden verzocht hun advies uit te brengen met betrekking tot het ontwerpbesluit.. |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van deze mededeling spreekt het CEER zich over de aanvraag uit. Het CEER kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van herkomst verzoeken het ontwerp-registratiebesluit opnieuw te onderzoeken wanneer het van oordeel is dat niet aan de in titel II gestelde registratievoorwaarden is voldaan, dan wel het ontwerp-weigeringsbesluit opnieuw te onderzoeken wanneer het van oordeel is dat wel aan de in deze verordening gestelde registratievoorwaarden is voldaan. |
Schrappen |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het advies van het CEER haar besluit vast. Ingeval de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van het advies van het CEER afwijkt, motiveert zij haar besluit. Ingeval geen advies is uitgebracht, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst haar besluit vast uiterlijk dertig dagen nadat het in lid 1 bedoelde ontwerp-registratiebesluit aan het CEER is meegedeeld. Ingeval het een groep ratingbureaus betreft, stelt de bevoegde autoriteit van elke lidstaat van herkomst haar besluit vast op grond van de uitkomst van de in artikel 14, lid 5, bedoelde gezamenlijke beoordeling. |
2. Het CEER stelt uiterlijk vijftien dagen na afloop van de in lid 1 vermelde termijn voor het indienen van de adviezen zijn besluit vast. |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk tien dagen na de goedkeuring of weigering van de registratie worden de betrokken ratingbureaus ervan in kennis gesteld of zij al dan niet geregistreerd zijn. Ingeval de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst weigert het ratingbureau te registreren, deelt zij in het besluit de redenen voor haar weigering aan het betrokken ratingbureau mee. |
Uiterlijk tien dagen na de goedkeuring of weigering van de registratie worden de betrokken ratingbureaus ervan in kennis gesteld of zij al dan niet geregistreerd zijn. Ingeval het CEER weigert het ratingbureau te registreren, deelt het in het besluit de redenen voor zijn weigering aan het betrokken ratingbureau mee en brengt het de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten hiervan op de hoogte. |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 3 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de Europese Commissie, het CEER en de overige bevoegde autoriteiten in kennis van de door haar verrichte registratie. |
3. Het CEER stelt de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in kennis van de door het CEER verrichte registratie. |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk dertig dagen na de kennisgeving door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst maakt de Europese Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie een geactualiseerde lijst bekend van ratingbureaus die overeenkomstig deze verordening zijn geregistreerd. |
Uiterlijk dertig dagen na de kennisgeving door het CEER maakt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie een geactualiseerde lijst bekend van ratingbureaus die overeenkomstig deze verordening zijn geregistreerd. |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Ratingbureaus publiceren hun gedragscode en registratienummer overeenkomstig deze verordening op de homepage van hun website. |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst mag het ratingbureau een registratierecht in rekening brengen. Het registratierecht is evenredig aan de procedurekosten in de betrokken lidstaat. |
Het CEER mag het ratingbureau een registratierecht in rekening brengen. Het registratierecht is evenredig aan de procedurekosten. |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst schrapt de registratie van een ratingbureau wanneer het ratingbureau: |
1. Het CEER schrapt de registratie van een ratingbureau wanneer het ratingbureau: |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven geen gebruik van de registratie te zullen maken of de voorgaande zes maanden geen ratings heeft afgegeven; |
Schrappen |
Motivering | |
Vereenvoudiging. | |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst van de tot een groep behorende ratingbureaus werken nauw met elkaar samen. Zij voeren een gezamenlijke beoordeling uit die door de facilitator wordt gecoördineerd. Zij bereiken overeenstemming over de noodzaak om de registratie te schrappen. De bevoegde autoriteit van elke lidstaat van herkomst stelt haar besluit vast op basis van de bereikte overeenstemming. |
Schrappen |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het CEER of een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat waar wordt gebruikgemaakt van de ratings die door het betrokken ratingbureau zijn afgegeven, kunnen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verzoeken na te gaan of aan de voorwaarden voor de schrapping van de registratie is voldaan. Ingeval de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst besluit de registratie van het betrokken ratingbureau niet te schrappen, motiveert zij haar besluit. |
3. Het CEER kan door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden verzocht na te gaan of aan de voorwaarden voor de schrapping van de registratie is voldaan. Ingeval het CEER besluit de registratie van het betrokken ratingbureau niet te schrappen, motiveert het dit besluit. |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 4 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de Europese Commissie, het CEER en de overige bevoegde autoriteiten in kennis van de schrapping van de registratie, die onmiddellijk in de gehele Gemeenschap van kracht is. |
4. Het CEER stelt de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in kennis van de schrapping van de registratie, die onmiddellijk in de gehele Gemeenschap van kracht is. |
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 4 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk dertig dagen na de kennisgeving door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst maakt de Europese Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie een geactualiseerde lijst bekend van ratingbureaus waarvan de registratie is geschrapt. |
Uiterlijk dertig dagen na de kennisgeving door het CEER maakt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie een geactualiseerde lijst bekend van ratingbureaus waarvan de registratie is geschrapt. |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. In geval van schrapping van registratie voorzien de bevoegde autoriteiten in een overgangsperiode voor ratings die in een eerder stadium door het uitgeschreven bureau zijn toegekend, met dien verstande dat deze ratings – met de daaraan door de bevoegde autoriteiten toegekende deugdelijkheidskwalificatie – gedurende twaalf maanden worden gehandhaafd. |
Motivering | |
Het is van belang dat de uitschrijving van een bureau de markt niet destabiliseert doordat een in een eerder stadium door dat bureau uitgesproken deskundig oordeel zou worden ondergraven of geannuleerd. | |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In de gevallen waarin deze verordening zulks voorschrijft, brengt het CEER advies uit aan de bevoegde autoriteiten. De bevoegde autoriteiten bestuderen dit advies voordat zij een definitief besluit op grond van deze verordening vaststellen. |
1. Het CEER, dat de autoriteit is die instaat voor de registratie van ratingbureaus, vraagt overeenkomstig artikel 12, lid 1, om het advies van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Het CEER bestudeert deze adviezen voordat het een definitief besluit op grond van deze verordening vaststelt. |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het CEER werkt met het oog op de rol van ratingbureaus en kredietratings in het kader van de kapitaal- en solvabiliteitsvereisten nauw samen met het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBT), dat is opgericht bij Besluit 2004/5/EG van de Commissie van 5 november 20031, en met het Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen (CETVB), dat is ingesteld bij Besluit 2004/6/EG van de Commissie van 5 november 20032. Dit geldt in het bijzonder voor de omstandigheden of aanbevelingen bij verzoeken tot schrapping van registratie van een ratingbureau. |
|
1 PB L 3 van 7.1.2004, blz. 28. 2 PB L 3 van 7.1.2004, blz. 30. |
Motivering | |
Nauwe samenwerking tussen de drie comités van niveau 3 is in dit opzicht van cruciaal belang. | |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] verstrekt het CEER richtsnoeren betreffende: |
2. Uiterlijk op ...* verstrekt het CEER richtsnoeren betreffende: |
|
* PB a.u.b. datum invoegen: 6 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Motivering | |
Het CEER dient richtsnoeren te verstrekken voordat ratingbureaus een registratieaanvraag moeten indienen (zie artikel 35). | |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) het registratieproces en de coördinatieafspraken tussen de bevoegde autoriteiten onderling en met het CEER; |
a) het registratieproces en de coördinatieafspraken tussen het CEER en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten; |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) handhavingspraktijken en -activiteiten van bevoegde autoriteiten; |
b) handhavingspraktijken en -activiteiten van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten; |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het CEER publiceert uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] en vervolgens elk jaar een verslag over de toepassing van deze verordening. |
3. Het CEER publiceert uiterlijk op ...* en vervolgens elk jaar een verslag over de toepassing van deze verordening. Dat verslag bevat in het bijzonder een evaluatie van de uitvoering van bijlage I door de ratingbureaus die in het kader van deze verordening zijn geregistreerd. |
|
* PB: a.u.b. datum invoegen: één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het CEER werkt in voorkomend geval samen met het bij Besluit 2004/5/EG van de Commissie ingestelde Comité van Europese bankentoezichthouders en met het bij Besluit 2004/6/EG van de Commissie ingestelde Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen. |
Schrappen |
Motivering | |
Valt al onder een andere bepaling. | |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Artikel 18 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 18 bis |
|
Hervorming van het CEER |
|
Op ...* moet het CEER een businessplan presenteren met betrekking tot de wijze waarop een Europees bureau zou moeten functioneren. De Commissie doet vervolgens een daarmee overeenstemmend voorstel. Daarbij dient onder meer in aanmerking te worden genomen dat het startkapitaal van een dergelijk nog op te richten bureau op basis van evenredigheid moet worden geleverd door de begroting van de Europese Unie, de Europese financiële sector en de beoordeelde bedrijven. Het bureau verkrijgt aanvullende lopende inkomsten via de door de cliënten of opdrachtgevers betaalde ratings. Het bureau moet kostendekkend werken. |
|
* PB: a.u.b. datum invoegen: 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Motivering | |
Een onafhankelijk, over toereikende personele en financiële middelen beschikkend Europees bureau is noodzakelijk, omdat de grensoverschrijdende taken waartoe deze verordening bepaalt niet meer op bevredigende wijze door 27 of meer afzonderlijke nationale bureaus kunnen worden verricht en beheerd. | |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Artikel 18 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 18 ter |
|
Non-profitorganisatie |
|
Voor de doeleinden van deze verordening moet een nieuwe, onafhankelijke non-profitorganisatie worden opgericht die ratings afgeeft. Deze organisatie moet over een startkapitaal van 200 miljoen EUR beschikken. |
|
Dit startkapitaal moet op basis van evenredigheid worden geleverd door de begroting van de Europese Unie, de Europese financiële sector en de beoordeelde bedrijven. De organisatie verkrijgt aanvullende lopende inkomsten via de door de cliënten of opdrachtgevers betaalde ratings. De organisatie moet kostendekkend werken. |
|
De Commissie dient een daartoe strekkend voorstel in. |
Motivering | |
Een onafhankelijke, over toereikende personele en financiële middelen beschikkende non-profitorganisatie is noodzakelijk, omdat de grensoverschrijdende taken waartoe deze verordening bepaalt niet meer op bevredigende wijze door 27 of meer afzonderlijke nationale bureaus kunnen worden verricht en beheerd. | |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bevoegde autoriteiten beschikken over voldoende en geschikt personeel om deze verordening te kunnen toepassen. |
2. Bevoegde autoriteiten beschikken over voldoende personeel dat over de nodige deskundigheid beschikt om deze verordening te kunnen toepassen. |
Motivering | |
Om adequaat toezicht te kunnen uitoefenen, moeten de nationale toezichthoudende instanties kunnen beschikken over voldoende personeel dat de nodige deskundigheid heeft om de financiële markten te kunnen beoordelen en te doorzien. | |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bij de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening bemoeien de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zich niet met de inhoud van ratings. |
1. Bij de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening bemoeien noch de bevoegde autoriteiten, noch de lidstaten zich met de inhoud van ratings of met de methoden waarmee een ratingbureau ratings vaststelt. |
Motivering | |
Ratingbureaus moeten hun taken kunnen uitoefenen zonder dat de toezichthoudende instanties of de overheid zich daarmee bemoeien. Dit geldt ook voor de daarbij toegepaste methoden. | |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) toegang te verkrijgen tot ieder document, in enigerlei vorm, en een afschrift hiervan te ontvangen; |
a) toegang te verkrijgen tot ieder document, in enigerlei vorm, en een afschrift hiervan te ontvangen voor gebruik in hun hoedanigheid als toezichthouder; |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) inlichtingen te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen; |
b) inlichtingen te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen voor gebruik in hun hoedanigheid als toezichthouder; |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij de uitoefening van de in dit lid genoemde bevoegdheden gelden volgens de wetgeving van de lidstaat dezelfde voorschriften inzake beroepsgeheim en wettelijk privilege als volgens vergelijkbare toezichtprocedures voor de financiële markten. |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst mag de volgende maatregelen nemen: |
1. Het CEER mag bij overtreding van deze verordening de volgende maatregelen nemen: |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) een in de gehele Gemeenschap geldend, tijdelijk verbod tot het afgeven van ratings opleggen; |
b) een in de gehele Gemeenschap geldend, tijdelijk verbod tot het afgeven van nieuwe ratings opleggen; |
Motivering | |
Toegevoegd ter verduidelijking. | |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het CEER moet ratingbureaus ertoe aanmanen om eventuele fouten te corrigeren alvorens het sancties treft in de zin van de letters a), b) of c). |
Motivering | |
Ratingbureaus moeten de kans krijgen om fouten te corrigeren. Het moet aan de bevoegde autoriteit worden overgelaten om een tijdschema vast te stellen voor eventueel te nemen maatregelen. | |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde autoriteiten maken pas gebruik van de in lid 1 en artikel 22 vermelde bevoegdheden nadat zij het CEER een met redenen omkleed ontwerpbesluit hebben doen toekomen. Uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van het ontwerpbesluit spreekt het CEER zich hierover uit. |
Schrappen |
De eerste alinea is niet van toepassing in dringende gevallen, en met name indien er sprake is van een situatie die een bedreiging vormt voor de ordelijke werking van de financiële markten. In dat geval stelt de bevoegde autoriteit het CEER onmiddellijk in kennis van het vastgestelde besluit. |
|
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In het belang van de beleggers en de stabiliteit van de markt treffen de bevoegde autoriteiten alle mogelijke maatregelen om de herziening en indien nodig de hertoekenning van ratings te garanderen. |
Motivering | |
Ratingbureaus moeten de kans krijgen om fouten te corrigeren. Het moet aan de bevoegde autoriteit worden overgelaten om een tijdschema vast te stellen voor eventueel te nemen maatregelen. | |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, met name wanneer de goede werking van de financiële markten bedreigd wordt, moet het CEER vóóraleer het gebruik maakt van de in lid 1 van dit artikel en in artikel 22 vastgelegde bevoegdheden, een met redenen omkleed ontwerpbesluit hiertoe voorleggen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten delen hun advies betreffende dit ontwerpbesluit binnen 15 dagen na ontvangst ervan mee aan het CEER. Na afloop van deze termijn stelt het CEER zijn besluit vast, rekening houdend met de meegedeelde adviezen. |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Optreden van andere bevoegde autoriteiten dan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst |
Optreden van bevoegde autoriteiten van de lidstaten |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat redenen heeft om aan te nemen dat een geregistreerd ratingbureau dat op zijn grondgebied actief is, inbreuk maakt op de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis. |
Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat redenen heeft om aan te nemen dat een geregistreerd ratingbureau dat op zijn grondgebied actief is, inbreuk maakt op de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen, stelt zij het CEER daarvan in kennis zodat gepaste actie kan worden ondernomen. |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, na besprekingen tussen de betrokken bevoegde autoriteiten, weigert op te treden of niet in staat is doeltreffende maatregelen te nemen, dan wel indien de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst genomen maatregelen ontoereikend blijken om de belangen van de beleggers van de betrokken lidstaat of de ordelijke werking van de markten te beschermen, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, de nodige maatregelen nemen, met uitzondering van de in artikel 21, lid 1, onder a), b) en c), bedoelde maatregelen. Voordat dergelijke maatregelen worden genomen, wordt het CEER geraadpleegd. |
Schrappen |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat om bijstand verzoeken met betrekking tot inspecties of onderzoeken ter plaatse. |
1. Het CEER of de bevoegde autoriteit van een lidstaat kan om het even welke bevoegde autoriteit van een lidstaat om bijstand verzoeken met betrekking tot inspecties of onderzoeken ter plaatse. |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteit stelt het CEER in kennis van elk in de eerste alinea bedoelde verzoek. In geval van een onderzoek of inspectie met grensoverschrijdende draagwijdte kan het CEER de coördinatie van het onderzoek of de inspectie op zich nemen. |
In geval van een onderzoek of inspectie met grensoverschrijdende draagwijdte moet het CEER de coördinatie van het onderzoek of de inspectie op zich nemen. |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Ingeval een bevoegde autoriteit een verzoek van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat ontvangt om een inspectie of een onderzoek ter plaatse te verrichten, onderneemt zij een van de volgende acties: |
2. Ingeval een bevoegde autoriteit een verzoek van het CEER of van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat ontvangt om een inspectie of een onderzoek ter plaatse te verrichten, onderneemt zij een van de volgende acties: |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 25 |
Schrappen |
Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten in geval van een groep ratingbureaus |
|
1. Ingeval het een in artikel 14, lid 3, bedoelde groep ratingbureaus betreft, overleggen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten van herkomst met elkaar alvorens conform deze verordening maatregelen te treffen. |
|
2. De in artikel 14, lid 3, bedoelde facilitator plant en coördineert de acties van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten van herkomst. |
|
3. De facilitator en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten van herkomst maken coördinatieafspraken ten aanzien van de volgende aangelegenheden: |
|
a) de tussen bevoegde autoriteiten uit te wisselen informatie; |
|
b) de gevallen waarin bevoegde autoriteiten met elkaar moeten overleggen; |
|
c) de gevallen waarin bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 24 toezichthoudende taken delegeren. |
|
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 26 |
Schrappen |
Delegatie van taken tussen bevoegde autoriteiten |
|
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan gelijk welke taak aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat delegeren, mits deze bevoegde autoriteit daarmee instemt. Met de delegatie van taken wordt niet beoogd de verantwoordelijkheid van de aangewezen bevoegde autoriteit aan te tasten. |
|
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 27 |
Schrappen |
Bemiddeling |
|
1. Het CEER stelt een bemiddelingsmechanisme in dat bijdraagt tot het bereiken van een gemeenschappelijk standpunt tussen de betrokken bevoegde autoriteiten. |
|
2. In geval van een verschil van mening tussen bevoegde autoriteiten van lidstaten over een evaluatie of actie in het kader van deze verordening leggen de bevoegde autoriteiten de zaak ter bemiddeling voor aan het CEER. De bevoegde autoriteiten houden rekening met het advies van het CEER. |
|
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteit of bij iedere autoriteit of persoon aan wie de bevoegde autoriteit taken heeft gedelegeerd, met inbegrip van de door de bevoegde autoriteit aangetrokken auditors en deskundigen. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere persoon of autoriteit worden verstrekt, tenzij zulks in het kader van gerechtelijk procedures noodzakelijk is. |
1. Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij het CEER, de bevoegde autoriteit of bij iedere autoriteit of persoon aan wie de bevoegde autoriteit taken heeft gedelegeerd, met inbegrip van de door de bevoegde autoriteit aangetrokken auditors en deskundigen. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere persoon of autoriteit worden verstrekt, tenzij zulks in het kader van gerechtelijk procedures noodzakelijk is. |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Alle informatie die uit hoofde van deze verordening tussen bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld, wordt als vertrouwelijk beschouwd, behalve wanneer de bevoegde autoriteit op het tijdstip waarop de mededeling plaatsvindt, verklaart dat deze informatie openbaar mag worden gemaakt, dan wel wanneer openbaarmaking in het kader van gerechtelijke procedures noodzakelijk is. |
2. Alle informatie die uit hoofde van deze verordening tussen het CEER en de bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld, wordt als vertrouwelijk beschouwd, behalve wanneer het CEER of de bevoegde autoriteit op het tijdstip waarop de mededeling plaatsvindt, verklaart dat deze informatie openbaar mag worden gemaakt, dan wel wanneer openbaarmaking in het kader van gerechtelijke procedures noodzakelijk is. |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteiten mogen met de bevoegde autoriteiten van derde landen alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van informatie sluiten als met betrekking tot de verstrekte informatie ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 28 bedoelde. Een dergelijke uitwisseling van gegevens moet bestemd zijn voor de vervulling van de taken van die bevoegde autoriteiten. |
Het CEER mag met de bevoegde autoriteiten van derde landen alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van informatie sluiten als met betrekking tot de verstrekte informatie ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 28 bedoelde. Een dergelijke uitwisseling van gegevens moet bestemd zijn voor de vervulling van de taken van die bevoegde autoriteiten. |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel -31 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel -31 |
|
Klachten |
|
Het CEER ziet erop toe dat er procedures worden ingesteld waardoor uitgevende instellingen, beleggers en andere belanghebbende partijen in geval van niet-naleving van de in deze verordening neergelegde eisen en voorwaarden klacht kunnen indienen. Alle klachten dienen nauwgezet en vertrouwelijk te worden behandeld. |
Motivering | |
In plaats van slepende geschillenprocedures moet er worden gestreefd naar de totstandbrenging van doelmatige klachtenprocedures. Het CEER moet de instantie zijn die belast wordt met het voorkomen van arbitrage. | |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel -31 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel -31 bis |
|
Minnelijke schikkingen |
|
1. De lidstaten moedigen waar toepasselijk de instelling aan van adequate en doeltreffende klachtenprocedures voor de minnelijke schikking van geschillen tussen ratingbureaus en uitgevende instellingen, beleggers en andere belanghebbende partijen over de naleving van de eisen en criteria die in deze verordening zijn neergelegd. |
|
2. De lidstaten moedigen deze instanties ertoe aan om bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen samen te werken. |
|
3. Het CEER bevordert convergentie in de nationale klachten- en geschillenbeslechtingsprocedures. |
Motivering | |
In plaats van slepende geschillenprocedures moet er worden gestreefd naar de totstandbrenging van doelmatige klachtenprocedures. | |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die gelden voor overtredingen van de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties ook worden toegepast. De sancties hebben ten minste betrekking op gevallen waarin ernstige fouten zijn begaan bij de beroepsuitoefening en waarin niet de nodige zorgvuldigheid is betracht. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die gelden voor overtredingen van de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties ook worden toegepast. De sancties hebben ten minste betrekking op gevallen waarin ernstige fouten zijn begaan bij de beroepsuitoefening en waarin bij de ratingprocedures niet de nodige zorgvuldigheid en oplettendheid is betracht. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 bis, 2 ter en 2 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Het CEER bevordert de convergentie van de nationale voorschriften die van toepassing zijn bij overtreding van de bepalingen van deze verordening. |
|
2 ter. Overtreding van de bepalingen van deze verordening op zich verleent derde partijen in het geschil niet het recht op een procedure tot schadeloosstelling. |
|
2 quater. Wanneer een gebruiker van ratings economische schade heeft geleden als gevolg van een overtreding van de bepalingen van deze verordening, sluit lid 2 de burgerlijke aansprakelijkheid van ratingbureaus niet uit. Een vordering tot schadeloosstelling kan alleen worden gesteld overeenkomstig de toepasselijke nationale rechtsbepalingen inzake burgerlijke aansprakelijkheid. |
Motivering | |
Het CEER dient zich in te zetten voor de convergentie van de voorschriften die van toepassing zijn bij overtreding van de bepalingen van deze verordening, zodat arbitrage niet nodig is. | |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 31 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 31 bis |
|
Aansprakelijkheid |
|
De Commissie stelt een vergelijkbare aansprakelijkheidsregeling op voor ratingbureaus en accountants. |
Motivering | |
Ratingbureaus moeten aansprakelijk kunnen worden gesteld en voor het gerecht kunnen worden gedaagd, net als accountants. | |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie kan de bijlagen wijzigen om rekening te houden met ontwikkelingen op de financiële markten, met name in verband met nieuwe financiële instrumenten en ten aanzien van de convergentie van toezichtpraktijken. |
De Commissie kan de bijlagen wijzigen om rekening te houden met ontwikkelingen, met inbegrip van internationale ontwikkelingen, op de financiële markten, met name in verband met nieuwe financiële instrumenten en ten aanzien van de convergentie van toezichtpraktijken. |
Motivering | |
Een wereldwijde benadering is geboden. Bij een eventuele herziening van deze verordening moet de Commissie terdege rekening houden met de internationale ontwikkelingen op regelgevingsgebied. | |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Artikel 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk [drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] gaat de Commissie over tot een evaluatie van de toepassing van deze verordening, welke ook een evaluatie van de gebruikmaking van ratings in de Gemeenschap en van de correctheid van de beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit ("issuer-pays"-model) omvat, en dient zij een verslag daarover in bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. |
Uiterlijk op ...* gaat de Commissie over tot een evaluatie van de toepassing van deze verordening, welke ook een evaluatie van de gebruikmaking van ratings in de Gemeenschap en van de correctheid van de beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit ("issuer-pays"-model) omvat, en dient zij een verslag daarover in bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. |
|
* PB: a.u.b. datum invoegen: één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Artikel 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Ratingbureaus die vóór [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] in de Gemeenschap werkzaam zijn, nemen alle nodige maatregelen om zich naar deze verordening te voegen en dienen uiterlijk [zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] een registratieaanvraag in. |
1. Ratingbureaus die vóór ...* in de Gemeenschap werkzaam zijn, nemen alle nodige maatregelen om zich naar deze verordening te voegen en dienen uiterlijk op ...** een registratieaanvraag in. |
De in de eerste alinea bedoelde ratingbureaus stoppen met de afgifte van ratings indien de registratie wordt geweigerd. |
2. De in het eerste lid bedoelde ratingbureaus kunnen voor de toepassing van artikel 2, lid 1, doorgaan met de afgifte van ratings. Deze ratings kunnen door financiële instellingen voor regelgevingsdoeleinden worden gebruikt als bedoeld in artikel 4, lid 1, tenzij de registratie wordt geweigerd. |
|
Het CEER verstrekt richtsnoeren omtrent de gevolgen daarvan voor bestaande ratings en betreffende eventuele andere overgangsmaatregelen die nodig kunnen zijn. |
|
Indien registratie wordt geweigerd, blijven de door het betrokken ratingbureau afgegeven ratings die reeds gebruikt worden, geldig, maar mogen ze niet langer in de zin van deze verordening worden gebruikt. |
|
* PB gelieve de datum van inwerkingtreding van deze verordening in te vullen. |
|
** PB a.u.b. datum invoegen: zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Artikel 35 bis en artikel 35 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 35 bis |
|
Verslag van de Commissie |
|
Zo spoedig mogelijk – en in ieder geval vóór 1 juli 2010 – legt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en de andere betrokken instellingen een verslag voor over de verdere hervorming van de in het kader van deze verordening te treffen toezichtregeling en dient zij conform de toepasselijke Verdragsprocedure passende wetgevingsvoorstellen hiertoe in. |
|
Artikel 35 ter |
|
Internationale ontwikkelingen |
|
Bij haar wijzigingsvoorstellen op deze verordening moet de Commissie rekening houden met de internationale ontwikkelingen. |
Motivering | |
Deze bepaling is bedoeld om te bewerkstelligen dat de onderhavige verordening wordt herzien in het licht van de conclusies van de Larosière-groep. | |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling A – punt 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het ratingbureau heeft een bestuurs- of toezichthoudend orgaan dat verantwoordelijk is voor: |
1. Ratingbureaus hebben regelingen voor een goed ondernemingsbestuur. Bij het vaststellen van zijn regelingen voor een goed ondernemingsbestuur houdt het ratingbureau zich aan de noodzaak voor ratings te zorgen die onafhankelijk, objectief en van hoge kwaliteit zijn. |
|
Het ratingbureau of de groep ratingbureaus heeft een bestuurs- of toezichthoudend orgaan dat verantwoordelijk is voor: |
Motivering | |
Het zou niet nodig moeten zijn voor één groep ratingbureaus verschillende organen te hebben. | |
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling A – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een ratingbureau is zodanig georganiseerd dat het bedrijfsbelang van de onderneming geen afbreuk doet aan de onafhankelijkheid en correctheid van het ratingproces. |
2. Een ratingbureau is zodanig georganiseerd dat het bedrijfsbelang van de onderneming geen afbreuk doet aan de onafhankelijkheid en correctheid van het ratingproces. |
De hoogste leiding, als omschreven in artikel 2, punt 9, van Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie1, van een ratingbureau bezit een goede reputatie en voldoende beroepskwalificaties en –ervaring, en draagt zorg voor een gezonde en prudente bedrijfsvoering van het ratingbureau. 1 PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26. |
De hoogste leiding van een ratingbureau die verantwoordelijk is voor de dagelijkse bedrijfsvoering ervan, bezit een goede reputatie en voldoende beroepskwalificaties en –ervaring, en draagt zorg voor een gezonde en prudente bedrijfsvoering van het ratingbureau. |
Het bestuurs- of toezichthoudend orgaan van een ratingbureau telt ten minste drie niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden die onafhankelijk zijn. De beloning van de onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan is niet gekoppeld aan de bedrijfsresultaten van het ratingbureau en is zodanig geregeld dat de onafhankelijkheid van hun oordeel is gewaarborgd. Het mandaat van de onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan heeft een van tevoren overeengekomen vaste duur die niet langer is dan vijf jaar en is niet hernieuwbaar. Onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan worden alleen in geval van ernstige fouten of ondermaats functioneren bij de beroepsuitoefening uit hun functie ontheven. |
Het bestuurs- of toezichthoudend orgaan van een ratingbureau omvat niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden die onafhankelijk zijn. Het bestuurs- of toezichthoudend orgaan stelt een ‘compliance’-functie in. De uitoefenaars van deze functie gaan onafhankelijk te werk en hebben als taak toezicht te houden op en verslag uit te brengen over de correcte naleving door het ratingbureau en zijn werknemers van deze verordening en van het beleid en de procedures van het ratingbureau. |
Het merendeel van de leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan, met inbegrip van alle onafhankelijke leden, beschikt over voldoende deskundigheid op het gebied van financiële diensten. Ten minste één onafhankelijk lid van dit orgaan moet een grondige kennis van en ervaring met markten voor gestructureerd krediet en securitisatiemarkten hebben op hoog bestuursniveau. |
|
Naast hun algemene verantwoordelijkheid als lid van het orgaan, hebben de onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan de specifieke taak om toezicht te houden op de ontwikkeling van het ratingbeleid, op de doeltreffendheid van het interne systeem van het ratingbureau voor de beheersing van de kwaliteit van het ratingproces teneinde te voorkomen dat er zich belangenconflicten voordoen, en op het compliance- en governanceproces, met inbegrip van de efficiëntie van de in punt 7 van deze afdeling bedoelde toetsingsfunctie. De adviezen die de onafhankelijke bestuurders over deze aangelegenheden hebben uitgebracht, worden periodiek gepresenteerd aan het orgaan en ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit telkens als deze daarom verzoekt. |
Daarnaast hebben de personen die de compliance-functie verrichten, de specifieke taak om toezicht te houden op de ontwikkeling van het ratingbeleid, op de doeltreffendheid van het interne systeem van het ratingbureau voor de beheersing van de kwaliteit van het ratingproces teneinde te voorkomen dat er zich belangenconflicten voordoen, en op het compliance- en governanceproces, met inbegrip van de efficiëntie van de in punt 7 van deze afdeling bedoelde toetsingsfunctie. De adviezen die de personen die de compliance-functie verrichten over deze aangelegenheden hebben uitgebracht, worden periodiek gepresenteerd aan het orgaan en ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit telkens als deze daarom verzoekt. De compliance-functie kan worden verricht door bestuurders die niet betrokken zijn bij het dagelijks bestuur. |
|
De beloning van de onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan en van de bij de compliance-functie betrokken personen zijn niet gekoppeld aan de bedrijfsresultaten van het ratingbureau en zijn zodanig geregeld dat de onafhankelijkheid van hun oordeel is gewaarborgd. Het mandaat van de onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan en van de bij de compliance-functie betrokken personen heeft een van tevoren overeengekomen vaste duur die niet langer is dan zeven jaar en één keer kan worden hernieuwd. Onafhankelijke leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan en bij de compliance-functie betrokken personen worden alleen in geval van ernstige fouten of ondermaats functioneren bij de beroepsuitoefening uit hun functie ontheven. |
|
Het merendeel van de leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan en alle personen die bij de compliance-functie betrokken zijn, beschikken over voldoende deskundigheid op het gebied van financiële diensten. Ten minste één onafhankelijk lid van dit orgaan en alle bij de compliance-functie betrokken personen beschikken over een grondige kennis van en, indien dat relevant is, ervaring op hoog bestuursniveau met markten voor gestructureerd krediet en securitisatiemarkten. |
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling A – punt 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Een ratingbureau treft organisatorische en administratieve regelingen om de in afdeling B, punt 1, bedoelde belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen en te beheren. Het bewaart gegevens over alle aanzienlijke bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en die van zijn werknemers die bij het ratingproces betrokken zijn, alsook over alle veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken. |
5. Een ratingbureau treft passende en doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen om de in afdeling B, punt 1, bedoelde belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheren, te registreren en openbaar te maken. Alle aanzienlijke bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en die van zijn werknemers die bij het ratingproces betrokken zijn, alsook alle veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, worden geregistreerd. |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling A – punt 7 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Een ratingbureau voorziet in een toetsingsfunctie voor de periodieke toetsing van de methoden en modellen die het hanteert, van de aanzienlijke wijzigingen daarin en van de geschiktheid van deze methoden en modellen voor de beoordeling van nieuwe financiële instrumenten. |
7. Een ratingbureau voorziet in een onafhankelijke toetsingsfunctie voor de periodieke toetsing van de methoden, modellen, wiskundige, correlatieve en andere aannamen, van alle aanzienlijke wijzigingen of veranderingen daarin en van de geschiktheid van deze methoden, modellen en aannamen bij het gebruik of voorgesteld gebruik ervan voor de beoordeling van nieuwe financiële instrumenten. |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling B – punt 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Ratingbureaus scheiden het besluitvormingsproces met betrekking tot de opstelling van de oorspronkelijke rating van het besluitvormingsproces rond de herziening en de eventuele verhoging of verlaging van de oorspronkelijke rating van gestructureerde financiële producten. De analisten die verantwoordelijk zijn voor de oorspronkelijke rating, zijn niet dezelfde als die welke verantwoordelijk zijn voor het controleren van de rating. |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling B – punt 3 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een ratingbureau geeft geen rating af of trekt een bestaande rating in in de volgende gevallen: |
3. Een ratingbureau geeft geen rating af, of, in het geval van een bestaande rating, maakt onverwijld zijn relatie of de relatie van zijn werknemers tot de beoordeelde entiteit bekend die van invloed is op deze bestaande rating, in de volgende gevallen: |
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling B – punt 3 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) een analist die aan de bepaling van de rating heeft meegewerkt of een persoon die de rating heeft goedgekeurd, heeft een recente arbeidsverhouding of andere significante zakelijke relatie met de beoordeelde entiteit gehad die de oorzaak van een belangenconflict kan vormen of over het algemeen als dusdanig kan worden beschouwd; |
Motivering | |
Er moet worden gezorgd voor coherentie met de IOSCO-code. | |
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Afdeling B - punt 3 - punt c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c ter) de rating is niet gebaseerd op voldoende en betrouwbare gegevens of de beschikbare informatie is niet toereikend voor het afgeven van een betrouwbare rating; |
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Afdeling B - punt 3 - punt c quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c quater) een analist die aan de bepaling van de rating heeft meegewerkt of een persoon die de rating heeft goedgekeurd, heeft een relatie gehad met de beoordeelde entiteit of een daarmee gelieerde entiteit, die de oorzaak van een belangenconflict kan vormen of over het algemeen als dusdanig kan worden beschouwd; |
Motivering | |
Er moet worden gezorgd voor coherentie met de IOSCO-code. | |
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling B – punt 3 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Indien er al een rating bestaat, herbeziet het ratingbureau die onmiddellijk en corrigeert het die indien nodig, overeenkomstig het bepaalde in punt 1. |
Motivering | |
Intrekking van bestaande ratings is geen goede maatregel en zou in laatste instantie de investeerders kunnen schaden. Wanneer er twijfel ontstaat over de kwaliteit van informatie waarop de bestaande rating gebaseerd is of vanwege complexiteit van het financieringsinstrument, zouden openbaarmaking en herziening van de rating een beter middel zijn. | |
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling B – punt 4 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een ratingbureau mag andere diensten dan de afgifte van ratings verlenen, hierna "nevendiensten" genoemd. Een ratingbureau omschrijft wat het onder nevendiensten verstaat. Het draagt er zorg voor dat er geen belangenconflicten ontstaan tussen de verlening van nevendiensten en zijn ratingactiviteit. |
Een ratingbureau mag andere diensten dan de afgifte van ratings verlenen, hierna "nevendiensten" genoemd. Dergelijke nevendiensten gelden niet als ratings maar veeleer, onder andere, als marktprognoses en inschattingen van de economische ontwikkelingen, waarbij gegevens uit eerdere ratings slechts met inachtneming van de voorschriften inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming mogen worden gebruikt. Het ratingbureau draagt er zorg voor dat er geen belangenconflicten ontstaan tussen de verlening van nevendiensten en zijn ratingactiviteit en maakt in zijn eindrapport van een rating bekend welke nevendiensten aan het bedrijf zijn verleend. |
Motivering | |
Om onduidelijkheid te vermijden en het vertrouwen van de marktdeelnemers te verzekeren, moet het begrip nevendiensten gedefinieerd worden. Dat geeft ook de ratingbureaus meer zekerheid. | |
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling B – punt 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Een ratingbureau bewaart gegevens over en audittrajecten van al zijn activiteiten, met inbegrip van gegevens over overeenkomsten tussen het ratingbureau en de beoordeelde entiteit of gelieerde derde partij en over alle significante elementen van de dialoog met de beoordeelde entiteit en haar gelieerde derde partijen, alsook gegevens die betrekking hebben op de in de artikelen 5, 6 en 7 neergelegde verplichtingen. |
7. Een ratingbureau zorgt ervoor dat zijn ratingactiviteiten op passende wijze worden geregistreerd. De geregistreerde gegevens bevatten: |
|
a) voor elk ratingbesluit, de namen van de kredietanalisten die aan de bepaling van de rating hebben meegewerkt, de namen van de personen die de rating hebben goedgekeurd, vermelding of de rating al dan niet was aangevraagd en de datum waarop de rating heeft plaatsgevonden; |
|
b) de boekhoudkundige bescheiden inzake honoraria ontvangen van uitgevende instellingen, debiteurs, abonnees of andere gebruikers van ratings; |
|
c) de boekhoudkundige bescheiden voor iedere abonnee van ratings of gerelateerde diensten; |
|
d) de documentatie van de gevestigde procedures en methoden die door het ratingbureau voor de bepaling van de ratings worden gebruikt; |
|
e) interne documenten en dossiers, met inbegrip van niet-openbare informatie en werkdocumenten, die gebruikt zijn als grondslag voor de besluitvorming met betrekking tot elke rating; |
|
f) kredietanalyseverslagen, kredietbeoordelingsverslagen en privé-ratingverslagen en interne documenten, met inbegrip van niet-openbare informatie en werkdocumenten die gebruikt zijn als grondslag voor de opinies die in die verslagen zijn verwoord; |
|
g) gegevens over de procedures die het ratingbureau heeft gevolgd om aan de voorschriften van deze verordening te voldoen; en |
|
h) kopieën van interne en externe communicaties, met inbegrip van elektronische communicaties, die het ratingbureau en zijn medewerkers hebben verstuurd of ontvangen en die betrekking hebben op het initiëren, bepalen, handhaven, wijzigen of intrekken van een rating. |
Motivering | |
De voorgestelde voorschriften inzake het bewaren van gegevens zijn te vaag en te ruim (zo zou bijvoorbeeld de formulering "al zijn activiteiten" alle aspecten van het werk van een ratingbureau kunnen beslaan). Zij zouden moeten worden vervangen door meer specifieke, gedetailleerde bepalingen waarmee het duidelijk wordt welke soorten gegevens moeten worden bewaard, en die stroken met andere financiële Gemeenschapswetgeving. | |
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Afdeling C - punt 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een werknemer die rechtstreeks bij het ratingproces is betrokken, mag geen geld, geschenken of gunsten vragen aan of aannemen van eenieder met wie het ratingbureau zaken doet. |
4. Een werknemer of een andere persoon die rechtstreeks bij het ratingproces is betrokken, mag geen geld, geschenken of gunsten vragen aan of aannemen van eenieder met wie het ratingbureau zaken doet. |
Motivering | |
De werkingssfeer van deze bepaling zou moeten worden uitgebreid. | |
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling D – deel I – punt 3 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat in een rating alle kenmerken en beperkingen van de rating duidelijk en opvallend worden vermeld. Een ratingbureau vermeldt in een rating in het bijzonder op opvallende wijze of het de over de beoordeelde entiteit beschikbare informatie van bevredigende kwaliteit acht en tot op welke hoogte het de informatie die het van de beoordeelde entiteit of haar gelieerde derde partij heeft ontvangen, heeft geverifieerd. Indien een rating betrekking heeft op een type entiteit of financieel instrument waarover weinig historische gegevens bestaan, maakt het ratingbureau op een opvallende plaats duidelijk melding van de beperkingen van de rating. |
3. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat in een rating alle kenmerken en beperkingen van elke rating duidelijk en opvallend worden vermeld. Een ratingbureau neemt in het bijzonder passende maatregelen opdat de informatie die het bij de afgifte van een rating gebruikt van voldoende kwaliteit is om een geloofwaardige rating te staven. Indien een rating betrekking heeft op een type entiteit of financieel instrument waarover weinig historische gegevens bestaan, maakt het ratingbureau op een opvallende plaats duidelijk melding van de beperkingen van de rating. |
Motivering | |
De bepaling in haar huidige vorm zou in de praktijk moeilijk toe te passen zijn. De verplichting inzake de verificatie van gegevens moet blijven berusten bij de entiteiten die over de informatie uit eerste hand beschikken en over de expertise om die te verifiëren, ook via auditors van derde partijen. | |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling D – deel I – punt 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien het gebrek aan betrouwbare gegevens, de complexiteit van de structuur van een nieuw type instrument of de onbevredigende kwaliteit van de beschikbare informatie ernstige vragen doen rijzen over het vermogen van het ratingbureau om een geloofwaardige rating op te stellen, ziet het ratingbureau af van de afgifte van een rating of trekt het een bestaande rating in. |
Indien het gebrek aan betrouwbare gegevens, de complexiteit van de structuur van een nieuw type instrument of de onbevredigende kwaliteit van de beschikbare informatie ernstige vragen doen rijzen over het vermogen van het ratingbureau om een geloofwaardige rating op te stellen, ziet het ratingbureau af van de afgifte van een rating. |
Motivering | |
Intrekking van bestaande ratings is geen goede maatregel en zou in laatste instantie de investeerders kunnen schaden. Wanneer er twijfel ontstaat over de kwaliteit van informatie waarop de bestaande rating gebaseerd is of vanwege complexiteit van het financieringsinstrument, zouden openbaarmaking en herziening van de rating een beter middel zijn. | |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling D – deel I – punt 3 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Een ratingbureau maakt een onderscheid tussen ratings van gestructureerde financiële producten en traditionele obligatieratings. Wanneer een ratingbureau een product voor de eerste keer beoordeelt en wanneer het een nieuw product beoordeelt, moet het dat duidelijk maken. |
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling D – deel I – punt 3 – alinea 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Veranderingen in de kwaliteit van de informatie die beschikbaar is voor het controleren van een bestaande rating, worden openbaar gemaakt en de rating wordt herbezien en zo nodig gecorrigeerd. |
Motivering | |
Intrekking van bestaande ratings is geen goede maatregel en zou in laatste instantie de investeerders kunnen schaden. Wanneer er twijfel ontstaat over de kwaliteit van informatie waarop de bestaande rating gebaseerd is of vanwege complexiteit van het financieringsinstrument, zouden openbaarmaking en herziening van de rating een beter middel zijn. | |
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling D – deel II – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een ratingbureau een rating aan een gestructureerd financieringsinstrument toekent, verstrekt het in de rating informatie over de verlies- en kasstroomanalyse die het heeft verricht. |
1. Wanneer een ratingbureau een rating aan een gestructureerd financieringsinstrument toekent, verstrekt het in de rating alle informatie over de verlies- en kasstroomanalyse die het heeft verricht of waarop het zich baseert, alsook elke verwachte verandering van de rating (kredietstabiliteitsfactor). |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling E – deel I – punt 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen, alsook alle wijzigingen van betekenis daarin; |
5. methoden en beschrijvingen van modellen en belangrijke wiskundige, correlatieve en andere aannamen, alsook alle wijzigingen van betekenis daarin; |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Afdeling E – deel II – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. op jaarbasis: |
Schrappen |
a) een lijst van de grootste 20 cliënten van het ratingbureau op basis van de inkomsten; |
|
b) een lijst van de cliënten van het ratingbureau wier bijdrage tot het stijgingstempo van de inkomsten van het ratingbureau in het voorgaande boekjaar meer dan anderhalve keer groter was dan het stijgingstempo van de totale inkomsten van het ratingbureau in dat jaar; een dergelijke cliënt wordt pas in deze lijst opgenomen indien in het desbetreffende jaar meer dan 0,25% van de wereldwijde totale inkomsten van het ratingbureau op mondiaal niveau voor zijn rekening kwam. |
|
Voor de toepassing van de eerste alinea wordt onder "cliënt" het volgende verstaan: een onderneming, haar dochterondernemingen en de verbonden ondernemingen waarin de onderneming een deelneming van meer dan 20% heeft, alsook alle andere entiteiten ten aanzien waarvan het namens een cliënt als onderhandelaar is opgetreden bij de structurering van een schuldemissie en waarbij, direct of indirect, een vergoeding aan het ratingbureau is betaald voor het afgeven van een rating voor deze schuldemissie. |
|
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Bijlage II – paragraaf 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. naam en contactgegevens van een contactpersoon; |
2. naam en contactgegevens van de compliance officer zoals vermeld in bijlage I; |
TOELICHTING
De uitwerking van regelgeving voor ratingbureaus wordt noodzakelijk gemaakt door de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de afgifte of bij de follow-up van ratings door ratingbureaus.
Het staat vast dat deze tekortkomingen gedeeltelijk hebben bijgedragen tot de huidige financiële crisis. De ratingbureaus, in de praktijk een oligopolie, hebben het kredietrisico van met name gestructureerde kredietproducten duidelijk onderschat en hebben hun ratings niet weten aan te passen toen de markten het slechter begonnen te doen.
Voor deze tekortkomingen, die aanzienlijke gevolgen hebben gehad, bestaan ongetwijfeld diverse redenen: ontoereikende modellen, laksheid, belangenconflicten, kwalificatie van de analisten, beheersysteem, ontbreken van echt toezicht op de kwaliteit van de ratings.
Welnu, in de praktijk, niettegenstaande hetgeen de belangrijkste ratingbureaus beweren, beschouwen de professionals in de financiële sector en de beleggers de gegeven ratings niet louter als adviezen die hen tot hulp kunnen zijn, maar als serieuze en zelfs onbetwistbare referenties en als het belangrijkste uitgangspunt voor hun beleggingsbeslissingen.
Bovendien bezitten de ratings een reglementaire draagwijdte die wordt erkend in de communautaire teksten betreffende onder meer krediet- en verzekeringsinstellingen.
In deze context is het wenselijk en terecht dat ratingbureaus van nu af aan worden onderworpen aan een strenge regelgeving en niet alleen meer aan een gedragscode.
Al voor de crisis had het Parlement de wens uitgesproken dat de activiteiten van ratingbureaus beter zouden worden gecontroleerd. Het voorstel van de Commissie is dus welkom.
Voor wat de details van de regelgeving betreft, geeft het voorstel globaal genomen voldoening. Op een essentieel punt lijkt het echter tekort te schieten: de keuze van de registratiewijze en het toezicht. Het voorstel van de Commissie, waarvoor men de motivatie kan begrijpen op institutioneel vlak, suggereert een ingewikkelde procedure voor registratie en toezicht. Uw rapporteur heeft twijfels over de daadwerkelijke doeltreffendheid van het voorstel met betrekking tot de vooropgestelde doelstellingen.
We mogen niet uit het oog verliezen dat de ernstige financiële crisis die we doormaken, de reden vormt voor deze regelgeving. Uit de crisis blijkt dat het toezicht op en de controle van de financiële instellingen niet altijd zo doeltreffend is geweest als wenselijk was. Het gaat er nu om lessen te trekken uit hetgeen gebeurd is, ook in domeinen die tot nog toe niet onderworpen waren aan regelgeving.
Voor wat ratingbureaus betreft, moeten we een zo groot mogelijke zekerheid hebben dat de regelgeving de gewenste positieve gevolgen zal hebben.
Het is een feit dat er maar weinig ratingbureaus bestaan, dat deze bureaus wereldwijd actief zijn en dat hun hoofdkantoor in de meerderheid van de gevallen buiten de Gemeenschap gevestigd is. Dit doet verschillende problemen rijzen, op de eerste plaats dat van de doeltreffendheid van een uitsluitend Europese regelgeving. Het is duidelijk dat de samenwerking tussen de Gemeenschap en derde landen zal moeten worden voortgezet en uitgediept om een geharmoniseerde regelgeving te kunnen uitwerken.
De Europese regelgeving moet de verantwoordelijkheid voor registratie en toezicht centraliseren en tegelijk voor een goede samenwerking zorgen tussen de Europese regelgever en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Uw rapporteur stelt bijgevolg voor om het CEER tot spil te maken van de tenuitvoerlegging van de regelgeving.
Voorts moet de regelgeving duidelijk stellen wat de verschillende verplichtingen zijn waaraan ratingbureaus moeten voldoen met het oog op de vrijwaring van hun onafhankelijkheid, transparantie en goed bestuur en met het oog op de verhindering en de aanpak van belangenconflicten. Deze punten worden globaal gezien op afdoende wijze behandeld in het voorstel.
Twee elementen verdienen echter bijzondere aandacht.
Gezien het belang van ratings lijkt het wenselijk om de regelgeving niet te beperken tot het reglementaire gebruik ervan maar algemene regels op te stellen voor elke afgifte van ratings, slechts onder voorbehoud van de expliciete uitzonderingen die in de verordening zijn opgenomen.
Dat de gepubliceerde ratings die kunnen worden gebruikt in de Gemeenschap, moeten worden opgesteld door bureaus die een juridische vestiging hebben in de Gemeenschap en bijgevolg onderworpen zijn aan de Europese regelgeving, vormt overigens een goed uitgangspunt.
Laten we echter realistisch blijven: de in de Gemeenschap gevestigde en aan de Europese regelgeving onderworpen ratingbureaus zijn niet noodzakelijk het best uitgerust om een rating af te geven voor entiteiten, kredieten of financiële instrumenten uit derde landen.
In afwachting van geharmoniseerde, wereldwijde voorschriften kan de volgende werkwijze gehanteerd worden: ratings afgegeven door ratingbureaus die niet onderworpen zijn aan de Europese regelgeving, kunnen worden gebruikt indien ze zijn bevestigd en overgenomen door een in de Europese Unie gevestigd ratingbureau dat de verantwoordelijkheid ervoor op zich neemt en verklaart dat het bureau dat de ratings heeft afgegeven, onderworpen is aan een gelijkwaardige regelgeving als die in de Gemeenschap.
Ten slotte lijkt het ogenblik gekomen om een gezonde mededinging in de sector van de ratingbureaus te stimuleren door het aanmoedigen van de oprichting van ratingbureaus met hoofdkantoor in Europa. Met het oog hierop kan worden gepreciseerd dat de lidstaten entiteiten ertoe moeten aanzetten om voor een deel van de gevraagde ratings een beroep te doen op bureaus waarvan het hoofdkantoor in de Gemeenschap is gevestigd.
ADVIES van de Commissie juridische zaken (10.3.2009)
aan de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus
(COM(2008)0704 – C6‑0397/2008 – 2008/0217(COD))
Rapporteur voor advies: Sharon Bowles
BEKNOPTE MOTIVERING
Het Commissievoorstel betreft de vaststelling van een juridisch bindende registratie- en toezichtregeling voor ratingbureaus die ratings afgeven die voornamelijk voor regelgevingsdoeleinden worden gebruikt door kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, collectieve beleggingsfondsen en pensioenfondsen. Het belangrijkste doel van het voorstel is ervoor te zorgen dat in de Gemeenschap onafhankelijke en objectieve ratings worden gebruikt die van de hoogste kwaliteit zijn.
De rapporteur voor advies wil de volgende belangrijke punten aan de orde stellen, die onder de competentie van de Commissie juridische zaken vallen:
Is het terecht dat het voorstel is gebaseerd op artikel 95 van het EG-Verdrag, zoals wordt voorgesteld, of moet dit artikel 47, lid 2, van dit Verdrag zijn?
Artikel 95 heeft betrekking op de instelling en de werking van de interne markt.
Artikel 47, lid 2, van het Verdrag, dat staat in Hoofdstuk 2 over het Recht van vestiging, heeft betrekking op "het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal" en alle harmonisatiemaatregelen voor financiële diensten in de Europese Unie zijn tot nog toe vastgesteld op de rechtsgrondslag van artikel 47, lid 2. Dit geldt met name voor kredietinstellingen (Richtlijn 2006/48/EG), beleggingsondernemingen (Richtlijn 2004/39/EG), verzekeringsondernemingen (Richtlijn 2002/83/EG), herverzekeringsondernemingen (Richtlijn 2005/68/EG), instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's - in herschikking) en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (Richtlijn 2003/41/EG).
Om consistent te zijn zou ook de doelstelling van het onderhavige voorstel, namelijk om de voorwaarden vast te stellen waaronder ratingbureaus zich in de Europese Unie kunnen vestigen en daar werkzaam zijn, onder artikel 47, lid 2, moeten vallen.
Moet het voorstel in de vorm van een verordening of van een richtlijn worden gegoten?
Er zijn begrijpelijke redenen om in het huidige financiële klimaat de voorkeur te geven aan een verordening boven een richtlijn, zodat een consistente en snelle uitvoering mogelijk is. Artikel 47, lid 2, bepaalt evenwel dat de coördinatie betreffende de toegang tot en de uitoefening van deze activiteiten en beroepen alleen in de vorm van richtlijnen wordt geregeld en dat het gebruik van verordeningen uitgesloten is.
Als men besluit om in dit bijzondere geval toch voor een verordening te kiezen en artikel 95 dus wordt aangehouden als rechtsgrond, dan moet wel worden bedacht wat daarvan de consequenties zijn.
Criteria voor een goed bestuur
Onder de organisatorische vereisten in afdeling A van bijlage I wordt voorgesteld dat de niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuursleden bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen om de onafhankelijkheid van de ratings te waarborgen. Dit dient voornamelijk om externe partijen, investeerders en markten te beschermen. Het is niet duidelijk of dit in alle omstandigheden de taak is van een niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurder, die ook de aandeelhouders vertegenwoordigt. In sommige lidstaten is het mogelijk dat niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders die taak hebben, maar dat hoeft niet voorgeschreven te worden en de rapporteur stelt dan ook voor dat het bestuurs- of toezichthoudend orgaan onder controle staat van personen die een onafhankelijke toezichtfunctie uitoefenen. Als dat zo uitkomt, kan dit ook een niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurder zijn. Als het om een groep ratingbureaus gaat, dan is verdubbeling niet nodig en kan de hele groep deze taak verrichten.
Civielrechtelijke aansprakelijkheid
Het voorstel oppert dat de verordening het makkelijker zal maken om een proces aan te spannen. De rapporteur van advies is van mening dat er geen reden is om verder te gaan dan de burgerlijke aansprakelijkheid die nu in de lidstaten bestaat en meestal al geldt voor gevallen van grove nalatigheid en wanbeheer. Het zou zelfs gevaarlijk zijn om het voeren van processen aan te moedigen of makkelijker te maken omdat dit van invloed kan zijn op ratingbesluiten, aanleiding zou kunnen zijn voor chantage en de onafhankelijkheid die men wil bevorderen en handhaven, juist zou kunnen ondermijnen. Hierbij moet behoedzaam te werk worden gegaan en ik stel in een amendement dan ook voor dat het niet de bedoeling is om de bestaande aansprakelijkheidsregeling uit te breiden.
AMENDEMENTEN
De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Langdurige relaties met dezelfde beoordeelde entiteiten of met de verbonden derde partijen van deze entiteiten kunnen de onafhankelijkheid van analisten en personen die ratings goedkeuren, in gevaar brengen. Daarom moeten deze analisten en personen aan een rouleringssysteem worden onderworpen. |
(13) Langdurige relaties met dezelfde beoordeelde entiteiten of met de verbonden derde partijen van deze entiteiten kunnen de onafhankelijkheid van analisten die in rechtstreeks contact staan met de uitgevende instellingen, in gevaar brengen Daarom moeten deze analisten aan een verplicht rouleersysteem worden onderworpen. |
Motivering | |
Belangenconflicten bij analisten die veelvuldig contact hebben met de uitgevende instellingen moeten worden voorkomen. De ratingcomités hebben geen rechtstreeks contact en beschikken over waardevolle kennis van de sector. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Om de kwaliteit van ratings te waarborgen, moet het ratingbureau maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het bij de toekenning van een rating gebruikmaakt van betrouwbare informatie. Daartoe kan een bureau zich onder meer baseren op van onafhankelijke zijde gecontroleerde jaarrekeningen en openbaargemaakte informatie, op verificaties door een gereputeerde derde en op aselect onderzoek door het bureau van de ontvangen informatie dan wel gebruikmaken van contractuele bepalingen die ondubbelzinnig bepalen dat de beoordeelde entiteit of haar verbonden derde partijen aansprakelijk zijn indien in het kader van het contract welbewust wezenlijk onjuiste of misleidende informatie wordt verstrekt of indien de beoordeelde entiteit of haar verbonden derde partijen niet de nodige zorgvuldigheid betrachten ten aanzien van de nauwkeurigheid van de in de contractuele voorwaarden van het contract gespecificeerde informatie. |
(15) Om de kwaliteit van ratings te waarborgen, moet het ratingbureau maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het bij de toekenning van een rating gebruikmaakt van betrouwbare informatie. De taak van een ratingbureau is niet om data geproduceerd en zorgvuldigheid betracht door uitgevende instellingen en derden te controleren, maar veeleer om zich ervan te vergewissen dat de bronnen waarop het zich baseert, dit vertrouwen rechtvaardigen, bijvoorbeeld door beroepsmatige onafhankelijkheid of goede naam. Daartoe kan een bureau zich onder meer baseren op van onafhankelijke zijde gecontroleerde jaarrekeningen en openbaargemaakte informatie, op verificaties door een gereputeerde derde en op aselect onderzoek door het bureau van de ontvangen informatie dan wel gebruikmaken van contractuele bepalingen in de transactiedocumenten die ondubbelzinnig bepalen dat de beoordeelde entiteit of haar verbonden derde partijen aansprakelijk zijn indien in het kader van het contract welbewust wezenlijk onjuiste of misleidende informatie wordt verstrekt of indien de beoordeelde entiteit of haar verbonden derde partijen niet de nodige zorgvuldigheid betrachten ten aanzien van de nauwkeurigheid van de in de contractuele voorwaarden van het contract gespecificeerde informatie. |
Motivering | |
Er mag geen verwarring bestaan over de rol van ratingbureaus ten aanzien van de zorgvuldigheid die betracht moet worden door andere partijen, en waarop het werk van ratingbureaus berust. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Het strengere en duidelijkere rechtskader dat voor ratingbureaus gaat gelden, zou het ook gemakkelijker moeten maken om overeenkomstig de toepasselijke aansprakelijkheidsregeling van een lidstaat zo nodig civielrechtelijke stappen te zetten tegen een ratingbureau. |
(35) Deze verordening laat de nationale wetgeving inzake het recht om civielrechtelijke stappen tegen een ratingbureau te zetten, onverlet. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze verordening is van toepassing op ratings die bedoeld zijn om voor regelgevings- of andere doeleinden te worden gebruikt door kredietinstellingen als omschreven in Richtlijn 2006/48/EG, beleggingsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, verzekeringsondernemingen die onder Richtlijn 73/239/EEG van de Raad vallen, verzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad, herverzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) als omschreven in Richtlijn [2009/XX/EG] en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad, en die openbaar worden gemaakt of op basis van abonnement worden verspreid. |
1. Deze verordening is van toepassing op ratings die bedoeld zijn om voor regelgevingsdoeleinden te worden gebruikt door kredietinstellingen als omschreven in Richtlijn 2006/48/EG, beleggingsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, verzekeringsondernemingen die onder Richtlijn 73/239/EEG van de Raad vallen, verzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad, herverzekeringsondernemingen als omschreven in Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) als omschreven in Richtlijn [2009/XX/EG] en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad, en die openbaar worden gemaakt of op basis van abonnement worden verspreid. |
Motivering | |
Het toepassingsgebied van de verordening moet duidelijk omschreven worden door het gebruik van regelgevingsdoeleinden. Investeerders en andere gebruikers zullen het meest gedupeerd worden door een te breed toepassingsgebied. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 4 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten en personen die ratings goedkeuren, niet langer dan vier jaar betrokken zijn bij het verlenen van ratingdiensten aan eenzelfde beoordeelde entiteit of haar gelieerde derde partijen. Te dien einde zet het ratingbureau voor deze analisten en personen een rouleringssysteem op. |
4. Een ratingbureau draagt er zorg voor dat analisten die in rechtstreeks contact staan met uitgevende instellingen, niet langer dan vier jaar betrokken zijn bij het verlenen van ratingdiensten aan eenzelfde beoordeelde entiteit of haar gelieerde derde partijen. Te dien einde zet het ratingbureau een rouleersysteem op. |
Motivering | |
Belangenconflicten bij analisten die veelvuldig contact hebben met de uitgevende instellingen moeten worden voorkomen. De ratingcomités hebben geen rechtstreeks contact en beschikken over waardevolle kennis van de sector. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 4 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De periode waarna de analisten en personen die ratings goedkeuren, wederom bij de verlening van ratingdiensten aan de in de eerste alinea bedoelde beoordeelde entiteit of gelieerde derde partijen mogen worden betrokken, mag niet korter zijn dan twee jaar. |
De periode waarna de analisten opnieuw in rechtstreeks contact mogen treden met de in de eerste alinea bedoelde beoordeelde entiteit of gelieerde derde partijen voor het verlenen van ratingdiensten, mag niet korter zijn dan twee jaar. |
Motivering | |
Belangenconflicten bij analisten die veelvuldig contact hebben met de uitgevende instellingen moeten worden voorkomen. De ratingcomités hebben geen rechtstreeks contact en beschikken over waardevolle kennis van de sector. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) toegang te verkrijgen tot ieder document, in enigerlei vorm, en een afschrift hiervan te ontvangen; |
(a) toegang te verkrijgen tot ieder document, in enigerlei vorm, en een afschrift hiervan te ontvangen voor gebruik in hun hoedanigheid als toezichthouder; |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) inlichtingen te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen; |
(b) inlichtingen te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen voor gebruik in hun hoedanigheid als toezichthouder; |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij de uitoefening van deze bevoegdheden gelden volgens de wetgeving van de lidstaat dezelfde voorschriften inzake beroepsgeheim en wettelijk privilege als volgens andere toezichtprocedures voor de financiële markten. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst mag de volgende maatregelen nemen: |
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst mag bij overtreding van deze verordening de volgende maatregelen nemen: |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteit of bij iedere autoriteit of persoon aan wie de bevoegde autoriteit taken heeft gedelegeerd, met inbegrip van de door de bevoegde autoriteit aangetrokken auditors en deskundigen. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere persoon of autoriteit worden verstrekt, tenzij zulks in het kader van gerechtelijk procedures noodzakelijk is. |
1. Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteit, bij het CEER of bij iedere autoriteit of persoon aan wie de bevoegde autoriteit taken heeft gedelegeerd, met inbegrip van de door de bevoegde autoriteit aangetrokken auditors en deskundigen. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere persoon of autoriteit worden verstrekt, tenzij zulks in het kader van gerechtelijk procedures noodzakelijk is. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Overtreding van de bepalingen van deze verordening geeft op zich nog geen recht op een procedure tot schadeloosstelling door derde partijen in het geschil, omdat dergelijke vorderingen alleen gesteld kunnen worden krachtens het toepasselijke nationale recht inzake de civielrechtelijke aansprakelijkheid. |
Motivering | |
Deze nieuwe alinea wordt toegevoegd voor alle duidelijkheid. Waar het om gaat is de tenuitvoerlegging in het nationale recht, als uiteengezet in de eerste alinea. | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het CEER bevordert de convergentie van de voorschriften die van toepassing zijn op overtredingen van de bepalingen van deze verordening. |
Motivering | |
Het CEER dient zich in te spannen voor convergentie van de voorschriften die van toepassing zijn op overtreding van deze verordening, zodat arbitrage niet nodig is. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 31 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 31 bis |
|
Klachten |
|
Het CEER zorgt ervoor dat procedures worden ingesteld die uitgevende instellingen, investeerders en andere belanghebbenden in de gelegenheid stellen klacht in te dienen wegens overtreding van de voorwaarden en niet-naleving van de criteria die in deze verordening zijn vastgelegd. Alle klachten dienen nauwgezet en vertrouwelijk behandeld te worden. |
Motivering | |
In plaats van slepende geschilprocedures, dienen doelmatige klachtenprocedures tot stand te worden gebracht. Het CEER moet belast worden met het voorkomen van arbitrage. | |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 31 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 31 ter |
|
Buitengerechtelijke geschillenbeslechting |
|
1. Lidstaten moedigen de instelling aan van passende en doelmatige klachten- en geschillenbeslechtingsprocedures voor buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen ratingbureaus en uitgevende instellingen, investeerders en eventueel andere belanghebbenden over het al dan niet naleven van de eisen en criteria die in deze verordening zijn vastgelegd. |
|
2. De lidstaten moedigen deze instanties ertoe aan om bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen samen te werken. |
|
3. Het CEER bevordert de convergentie van nationale klachten- en geschillenbeslechtingsprocedures. |
Motivering | |
In plaats van slepende geschilprocedures, dienen doelmatige klachtenprocedures tot stand te worden gebracht. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Bijlage I – afdeling D – hoofdstuk I – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Ingeval veranderingen optreden in de kwaliteit van de informatie die beschikbaar is om een bestaande rating te toetsen, wordt dit bekend gemaakt en wordt de rating naar behoren herzien. |
PROCEDURE
Titel |
Ratingbureaus |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2008)0704 – C6-0397/2008 – 2008/0217(COD) |
|||||||
Commissie ten principale |
ECON |
|||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
JURI 20.11.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Sharon Bowles 19.1.2009 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
12.2.2009 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
9.3.2009 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
16 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Neena Gill, Klaus-Heiner Lehne, Manuel Medina Ortega, Eva-Riitta Siitonen, Francesco Enrico Speroni, Diana Wallis, Tadeusz Zwiefka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Vicente Miguel Garcés Ramón, Jean-Paul Gauzès, Kurt Lechner, Georgios Papastamkos, Gabriele Stauner, Ieke van den Burg |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Bill Newton Dunn |
|||||||
PROCEDURE
Titel |
Ratingbureaus |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2008)0704 – C6-0397/2008 – 2008/0217(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
12.11.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 20.11.2008 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
JURI 20.11.2008 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Jean-Paul Gauzès 24.9.2008 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
1.12.2008 |
20.1.2009 |
9.3.2009 |
|
||||
Datum goedkeuring |
23.3.2009 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
21 7 4 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Mariela Velichkova Baeva, Paolo Bartolozzi, Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Slavi Binev, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Elisa Ferreira, Jean-Paul Gauzès, Donata Gottardi, Benoît Hamon, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in ‘t Veld, Wolf Klinz, Christoph Konrad, Gay Mitchell, Sirpa Pietikäinen, John Purvis, Bernhard Rapkay, Dariusz Rosati, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Ieke van den Burg |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Daniel Dăianu, Harald Ettl, Thomas Mann, Gianni Pittella, Margaritis Schinas, Eva-Riitta Siitonen |
|||||||
Datum indiening |
1.4.2009 |
|||||||