VERSLAG over het initiatief van het Koninkrijk der Nederlanden met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2002/956/JBZ van de Raad tot oprichting van een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten
1.4.2009 - (16437/2008 – C6‑0029/2009 – 2009/0801(CNS)) - *
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Gérard Deprez
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het initiatief van het Koninkrijk der Nederlanden met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2002/956/JBZ van de Raad tot oprichting van een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten
(16437/2008 – C6‑0029/2009 – 2009/0801(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het initiatief van het Koninkrijk der Nederlanden (16437/2008)[1],
– gelet op artikel 30, lid 1, onder a) en artikel 34, lid 2, onder c), van het EUVerdrag,
– gelet op artikel 39, lid 1, van het EUVerdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0029/2009),
– gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0193/2009),
1. hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van het Koninkrijk der Nederlanden;
2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
3. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van het Koninkrijk der Nederlanden;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van het Koninkrijk der Nederlanden.
- [1] Nog niet verschenen in het Publicatieblad.
TOELICHTING
Momenteel baseren de lidstaten hun samenwerking op het gebied van bescherming van prominenten op de wettelijke bepalingen die in de desbetreffende lidstaat gelden, alsmede op de relevante internationale overeenkomsten. In 2002 is het Europese netwerk voor de bescherming van prominenten (ENPPF) opgericht. Doel van dit netwerk is het verbeteren van de communicatie en het overleg tussen de nationale overheden die met de bescherming belast zijn. In het besluit tot oprichting van dit netwerk (Besluit 2002/956 van de Raad) is de bescherming van prominenten geregeld op grond van de nationale wetgeving van een lidstaat of overeenkomstig de voorschriften van een internationale of supranationale organisatie of instelling. De bezochte lidstaat is verantwoordelijk voor de bescherming van prominenten en in elke lidstaat is een contactpunt aangewezen dat deze verantwoordelijkheid draagt.
In februari 2008 werd de bekende prominent en het voormalig Nederlands parlementslid Ayaan Hirsi Ali bedreigd vanwege een toespraak over islamitische radicalisering die zij hield in het kader van een seminar in het Europees Parlement. Na dit incident heeft het Koninkrijk der Nederlanden het initiatief genomen tot uitbreiding van het voornoemde besluit.
Daartoe werd voorgesteld het bestaande besluit van de Raad over een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten te wijzigen. In artikel 2 wordt een 'prominent' voortaan gedefinieerd als eenieder die in een officiële of niet-officiële hoedanigheid mogelijk wordt bedreigd wegens zijn bijdrage aan of invloed op het publieke debat. Dit betekent dat een prominent voortaan ook recht heeft op bescherming van de lidstaat die hij of zij bezoekt.
Een gelijksoortig geval is dat van de bekende Brits-Indiase schrijver Salman Rushdie, die bedreigd wordt vanwege zijn opvattingen. Gezien het feit dat een bepaald derde land hem openlijk met de dood bedreigt, heeft ook hij recht op bescherming wanneer hij een lidstaat bezoekt waar hij mogelijk bedreigd en aangevallen wordt.
De rapporteur stemt in met het voorstel.
Voorts wil hij wijzen op de volgende punten die naar voren zijn gekomen bij de behandeling van dit voorstel:
· is het wenselijk dat een herzieningsmechanisme wordt ingesteld om conclusies te trekken uit de gevallen die zich hebben voorgedaan en om te controleren of dit systeem concrete meerwaarde heeft voor de bescherming van personen in officiële of niet-officiële hoedanigheid? Een herzieningsmechanisme kan het systeem verbeteren, mocht dit aan de orde zijn.
· een herzieningsmechanisme biedt tevens de mogelijkheid te onderzoeken in welke mate samenwerking tussen de lidstaten versterkt zou kunnen worden, zodat samenwerking niet meer alleen op basis van goodwill plaatsvindt.
PROCEDURE
Titel |
Europees netwerk voor de bescherming van prominenten |
|||||||
Document- en procedurenummers |
16437/2008 – C6-0029/2009 – 2009/0801(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
21.1.2009 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 3.2.2009 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Gérard Deprez 9.2.2009 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
9.2.2009 |
31.3.2009 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
31.3.2009 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
38 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Alexander Alvaro, Catherine Boursier, Emine Bozkurt, Philip Bradbourn, Mihael Brejc, Kathalijne Maria Buitenweg, Maddalena Calia, Giusto Catania, Carlos Coelho, Gérard Deprez, Bárbara Dührkop Dührkop, Claudio Fava, Armando França, Urszula Gacek, Kinga Gál, Roland Gewalt, Jeanine Hennis-Plasschaert, Ewa Klamt, Magda Kósáné Kovács, Henrik Lax, Roselyne Lefrançois, Baroness Sarah Ludford, Claude Moraes, Javier Moreno Sánchez, Rareş-Lucian Niculescu, Maria Grazia Pagano, Martine Roure, Inger Segelström, Csaba Sógor, Vladimir Urutchev, Manfred Weber, Tatjana Ždanoka |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Edit Bauer, Simon Busuttil, Ignasi Guardans Cambó, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Antonio Masip Hidalgo, Rainer Wieland |
|||||||
Datum indiening |
1.4.2009 |
|||||||