VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië

12.11.2009 - (COM(2009)0531 – C7‑0268/2009 – 2009/0150(CNS)) - *

Commissie internationale handel
Rapporteur: Vital Moreira
(Vereenvoudigde procedure – Artikel 46, lid 1, van het Reglement)

Procedure : 2009/0150(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0059/2009
Ingediende teksten :
A7-0059/2009
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië

(COM(2009)0531 – C7‑0268/2009 – 2009/0150(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2009)0531),

–   gelet op artikel 308 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0268/2009),

–   gelet op artikel 55 en artikel 46, lid 1, van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A7‑0059/2009),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

TOELICHTING

1. Doel van het voorstel

De Commissie stelt voor Armenië macrofinanciële bijstand (MFB) in de vorm van een lening (EUR 65 miljoen) en een gift (EUR 35 miljoen) te verlenen. Voor de leningcomponent wordt de Commissie gemachtigd maximaal 65 miljoen EUR te lenen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen.

De bijstand wordt beschikbaar gesteld in twee tranches (zo mogelijk in 2010). Zij dient ter ondersteuning van Armeniës economische aanpassing en ter financiering van de door het IMF vastgestelde betalingsbalans- en begrotingsbehoefte.

2. Algemene achtergrond

De voorgestelde bijstand ondersteunt het economische programma van de autoriteiten, dat een houdbare begroting en externe rekening beoogt. Mede daardoor moet Armenië beter in staat zijn de gevolgen van de wereldwijde financiële crisis het hoofd te bieden.

De wereldwijde economische neergang, en met name de bijzonder snelle achteruitgang van de Russische economie, hebben grote gevolgen gehad voor de economische bedrijvigheid in Armenië, die in het laatste kwartaal van 2008 begon terug te vallen. Door de aanhoudende verslechtering van de economie in 2009 had de Armeense dram in maart de facto ongeveer 22% aan waarde verloren ten opzichte van de euro en de dollar. Tegelijkertijd hechtte het IMF zijn goedkeuring aan een stand-by-overeenkomst (SBO) om Armenië in staat te stellen het hoofd te bieden aan het verslechterende economische klimaat en tevens te zorgen voor een soepele overgang op de zwevende wisselkoers. Hoewel de negatieve effecten van de devaluatie grotendeels werden opgevangen verslechterde de economische situatie in de eerste helft van 2009 dramatisch. De raad van bestuur van het IMF heeft daarom in juni 2009 ingestemd met het verzoek van de Armeense autoriteiten om extra middelen uit hoofde van de SBO met het IMF te verstrekken. De jongste indicaties van halverwege juli laten evenwel vermoeden dat de economische neergang nog ernstiger is dan in de herziene prognoses van juni werd aangenomen.

De voorgestelde MFB zal een aanvulling vormen op de steun van het IMF die is gepland in het kader van de in maart 2009 door de raad van bestuur van het IMF goedgekeurde herziening van de stand-by-overeenkomst (SBO), alsook op de steun die de Wereldbank zal verlenen in de vorm van leningen ter ondersteuning van de begroting. Er zal aanvullende steun worden verleend door de Aziatische Ontwikkelingsbank, bilaterale donors (Rusland en het verenigd Koninkrijk), en de EU uit hoofde van het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI). De MFB waaraan thans wordt gewerkt is een passende bijdrage van de EU voor de opvulling van het financieringstekort.

De Commissie acht het risico aanwezig dat de regering van Armenië niet zal kunnen voldoen aan de voorwaarden van het IMF programma, omdat de budgettaire doelstellingen moeilijker bereikbaar blijken te zijn dan verwacht, met name nu de risico’s voor de groeiverwachtingen er duidelijk ongunstiger uitzien. Ook rekening houdende met deze risico’s achten de diensten van de Commissie toch voldoende redenen aanwezig om de MFB voor Armenië door te zetten. De grote financieringsbehoefte waarvoor Armenië staat, met name in 2009 en in mindere mate in 2010, noopt tot snel handelen.

De MFB zal naar verwachting een onmiddellijk effect op de betalingsbalans van Armenië sorteren en daarmee bijdragen tot de verlichting van de financiële druk op de tenuitvoerlegging van het economische programma van de autoriteiten en tot de financiering van het begrotingstekort Voorts ondersteunt de MFB de algemene doelstellingen van het met het IMF overeengekomen stabilisatieprogramma, dat met name gericht is op verbetering van de externe positie, aanvulling van de buitenlandse reserves, handhaving van het vertrouwen in de nationale valuta en het bankstelsel en bescherming van de armen.

3. Termijnproblematiek

Dit MFB-voorstel werd (evenals alle eerdere MFB-voorstellen) ingevolge artikel 308 EG-Verdrag, d.w.z. volgens de raadplegingsprocedure, aan het Parlement voorgelegd. Ofschoon die bepaling geen bepaalde termijn stelt voor het uitbrengen van zijn advies, heeft het Parlement tot dusver altijd zeer snel gereageerd wanneer MFB moest worden verleend.

Het onderhavige voorstel werd op 14 oktober 2009 door de Commissie uitgebracht (en dezelfde dag naar het Parlement doorgezonden). Omdat uitbetaling van de eerste tranche al voor januari 2010 is voorzien, moet de Raad zijn besluit voor eind 2009 vaststellen, en moet het Parlement dus daarvóór nog zijn advies uitbrengen (officieus heeft de Commissie laten weten dat het in de plenaire van 23-26 november 2009 zou moeten worden goedgekeurd). Het Parlement heeft dus in feite nog geen anderhalve maand de tijd gekregen om zijn advies uit te brengen (terwijl de Raad op het moment waarop uw rapporteur de laatste hand legt aan dit ontwerpverslag het Parlement nog niet eens officieel heeft geraadpleegd) hetgeen eenvoudigweg niet aanvaardbaar is in een wetgevingsprocedure. Want zelfs voor het inbrengen van bezwaren tegen uitvoeringsmaatregelen van de Commissie in het kader van de regelgevingsprocedure met toetsing beschikt het Parlement nog over een termijn van drie maanden[1]. Een en ander geeft blijk van een compleet gebrek aan respect voor de rol van het Parlement als wetgever, aangezien er geen gegronde redenen kunnen worden aangevoerd om van de institutionele bevoegdheden af te wijken. Zelfs al kan de Commissie niet als enige verantwoordelijk worden gesteld voor de voorbereiding van dergelijke voorstellen, dan nog was zij er zich terdege van bewust dat de eerste tranche al in 2010 moet worden uitbetaald en dat er derhalve genoeg tijd beschikbaar moest zijn om het desbetreffende besluit nog vóór het einde van het jaar vast te stellen.

Indien het besluit niet rond het begin van 2010 wordt vastgesteld, zou dat bovendien betekenen dat de EU-gelden tijdens dit begrotingsjaar niet meer naar Armenië kunnen worden overgemaakt. Gezien de feitelijke omstandigheden en de strategische betekenis van Armenië voor de EU in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het onlangs opgerichte Oostelijk partnerschap, zou uw rapporteur dus alles in het werk willen stellen om gevolg te geven aan het verzoek van de Commissie omtrent de te respecteren termijn. Hij wil echter benadrukken dat dit niet betekent dat het Parlement de termijn die hem als gevolg van het laattijdige voorstel van de Commissie is opgedrongen voetstoots accepteert, maar een en ander onder de gegeven uitzonderlijke omstandigheden alleen maar wil gedogen.

4. Redenen om geen amendementen in te dienen

Uw rapporteur heeft besloten vooralsnog geen amendementen op het ontwerpvoorstel in te dienen: niet omdat het voorgestelde besluit niets te wensen over zou laten, maar omdat uw rapporteur zich in een zeer moeilijke positie bevindt.

Om te beginnen zou de aanneming van een verslag met amendementen vanuit procedureel oogpunt binnen de nu geldende termijnvoorwaarden niet haalbaar kunnen blijken te zijn, hetgeen dus zou kunnen betekenen dat er in 2010 geen overdracht van middelen naar Armenië zou kunnen plaatsvinden.

Ten tweede impliceert deze "procedurele realiteit' niet per se dat uw rapporteur volledig met het voorstel instemt. Uw rapporteur is het bijvoorbeeld niet eens met de stelling dat "het Verdrag, afgezien van artikel 308, niet voorziet in bevoegdheden voor de aanneming van dit besluit” (overweging 11). De reden waarom gebruik wordt gemaakt van artikel 308 en niet van artikel 181 A is niet gelegen in het Verdrag zelf, maar in Verklaring nr. 10 bij het Verdrag van Nice, waarin staat dat "betalingsbalanssteun aan derde landen niet binnen de werkingssfeer van artikel 181 A valt". Het Parlement heeft artikel 308 reeds in 2003[2] als een ondeugdelijke rechtsgrondslag bestempeld en zijn ongenoegen kenbaar gemaakt over het besluit een dergelijke verklaring in het Verdrag van Nice op te nemen.

Daarbij zij ook opgemerkt dat het een voorstel van zeer algemene aard betreft en dat de meeste specifieke bijzonderheden ervan moeten worden vastgelegd in het Memorandum van Overeenstemming. Daarnaast is uw rapporteur van oordeel dat er ter wille van de duidelijkheid, de transparantie en controleerbaarheid van het voorstel diverse amendementen in de tekst zouden moeten worden aangebracht (met betrekking tot de conditionaliteit, het inzetten van externe controleurs voor het opmaken van onafhankelijke evaluaties, specifieke verzoeken aan de Armeense regering, enz.).

En ten derde zij er nogmaals op gewezen dat uw rapporteur slechts over heel weinig tijd beschikte om zich over dit voorstel te buigen.

Een en ander stelde uw rapporteur, die het er overigens volkomen mee eens is dat Armenië de buitengewone MFB nodig heeft, voor een moeilijke keuze, namelijk ofwel voor te stellen het advies van het Parlement zo snel mogelijk uit te brengen, in het belang van het betrokken land, ofwel voor de institutionele prerogatieven van het Parlement op te komen en niet akkoord te gaan met het onaanvaardbare tijdschema voor de aanneming van een wetgevingsvoorstel, waardoor Armenië in feite verstoken zou blijven van de bijstand die het land nodig heeft en waar het naar uitziet.

Gelet op een en ander stelt de rapporteur voor het voorstel zonder amendering aan te nemen. Wel behoudt uw rapporteur zich het recht voor om na de behandeling in de commissie en de gedachtewisseling met de Raad en de Commissie alsnog amendementen voor te stellen.

5. De rol van het Parlement bij het bieden van MFB

Uw rapporteur zou willen onderstrepen, zoals in eerdere resoluties van het EP al werd gedaan, dat een belangrijk instrument als de macrofinanciële bijstand niet eenvoudig kan worden afgedaan als "buitengewoon". Het valt daarom niet te rechtvaardigen dat het een dergelijk instrument aan een reguliere rechtsgrondslag ontbreekt en dat het gebaseerd blijft op ad hoc-besluiten van de Raad voor elke operatie. Een bij medebeslissing goedgekeurde kaderverordening voor de macrofinanciële bijstand is noodzakelijk om de transparantie, verantwoordingsplicht, monitoring en rapportage te verbeteren. Overigens zal na inwerkingtreden van het Verdrag van Lissabon, de juiste rechtsgrondslag voor een besluit tot verlening van MFB zijn gelegen in artikel 209, lid 1, respectievelijk 212, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, naar gelang het ontvangende land door de EU-instellingen al dan niet als ontwikkelingsland wordt aangemerkt. In beide gevallen zal dan de gewone wetgevingsprocedure van toepassing zijn. Artikel 213 VWEU zou geen toepassing mogen vinden voor besluiten tot toekenning van MFB.

Bovendien moet de rol van het Parlement worden verzwaard. In het bijzonder dient de Commissie te werken aan een betere rapportage naar het Parlement op het punt van de feitelijke uitvoering van dit bijstandsinstrument, en het Parlement ook een ex post evaluatieverslag aan te bieden (naast de in artikel 6 van het voorstel bedoelde jaarlijkse verslagen).

6. Toezeggingen van de Raad en de Commissie

Ook indien het MFB-voorstel in de commissie zonder amendementen zou worden aangenomen, verlangt de rapporteur dat de Raad en de Commissie recht doen aan de hierboven genoemde bezwaren middels daartoe strekkende verklaringen aan het Parlement.

  • [1]  Artikel 5a, lid 3, letter c), van besluit van de Raad nr. 1999/468/EG.
  • [2]  P6_TA(2003)0233.

PROCEDURE

Titel

Macrofinanciële bijstand aan Armenië

Document- en procedurenummers

COM(2009)0531 – C7-0268/2009 – 2009/0150(CNS)

Datum raadpleging EP

30.10.2009

Commissie ten principale

 Datum bekendmaking

INTA

Medeadviserende commissie(s)

 Datum bekendmaking

AFET

BUDG

 

 

Geen advies

 Datum besluit

AFET

21.10.2009

BUDG

21.10.2009

 

 

Rapporteur(s)

 Datum benoeming

Vital Moreira

29.9.2009

 

 

Vereenvoudigde procedure - datum besluit

10.11.2009

Behandeling in de commissie

10.11.2009

 

 

 

Datum goedkeuring

10.11.2009

 

 

 

Datum indiening

13.11.2009