VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden
1.2.2010 - (COM(2009)0373 – C7‑0156/2009 – 2009/0100(NLE)) - *
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Jiří Maštálka
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden
(COM(2009)0373 – C7‑0156/2009 – 2009/0100(NLE))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2009)0373),
– gelet op de artikelen 61, onder c), en 300, lid 2, eerste alinea, van het EGVerdrag,
– gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea, van het EGVerdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0156/2009),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures" (COM(2009)0665),
– gelet op de artikelen 81, lid 3, en 218, lid 6, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op de artikelen 55 en 90, lid 8, van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A7‑0005/2010),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie
TOELICHTING
In het kort
Het Parlement wordt geraadpleegd over een voorstel over een door de Gemeenschap af te sluiten internationaal verdrag inzake een doeltreffender inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden.
De Raad heeft het Parlement op 14 september 2009 over dit voorstel geraadpleegd en het Parlement verzocht het voorstel zo spoedig mogelijk te behandelen.
Inhoud van het voorstel
Het doel van het voorstel is de goedkeuring namens de Gemeenschap van het Haagse Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden, dat op 23 november 2007 werd gesloten (Het Verdrag)[1].
Het verdrag beoogt de feitelijke inning van levensonderhoud voor familieleden. Aangezien de overgrote meerderheid van dergelijke vorderingen betrekking heeft op kinderen en alimentatie voor kinderen, is het verdrag eerst en vooral een kinderbeschermingsmaatregel. Het verdrag regelt een groot aantal praktische zaken die te maken hebben met de wijze waarop internationale vorderingen worden behandeld, bijvoorbeeld taaleisen, standaardformulieren en administratieve samenwerking tussen centrale autoriteiten, waarbij de nadruk ligt op de toepassing van nieuwe technologieën om kosten en afhandelingstermijnen te beperken. Er worden detailleerde voorschriften vastgesteld over erkenning en afdwinging van onderhoudsplichten.
Een geval waarbij twee EU-lidstaten zijn betrokken (behalve Denemarken[2]) wordt dan afgewikkeld in het kader van de Onderhoudsverordening[3]. Een geval echter waarbij een EU-lidstaat en een niet-lidstaat, medeondertekenaar van het verdrag, zijn betrokken, wordt afgewikkeld in het kader van het verdrag. De relaties van de Gemeenschap met andere verdragspartijen worden dan ook gereguleerd door een geharmoniseerd pakket voorschriften.
De Commissie is van mening dat de Gemeenschap een exclusieve externe bevoegdheid heeft op gebieden die in de Onderhoudsverordening aan de orde komen. Volgens het voorstel dient het verdrag dan ook te worden ondertekend door de Gemeenschap, onder uitsluiting van de lidstaten en dient alleen de Gemeenschap verantwoordelijk te zijn voor verklaringen over het verdrag. In één van dergelijke verklaringen dient de werkingssfeer van het verdrag als geheel te worden aangepast aan die van de Onderhoudsverordening[4]. De lidstaten zijn dan gebonden aan het verdrag uit hoofde van de ondertekening door de Gemeenschap.
Voorts stelt de Commissie voor dat de datum waarop de lidstaten haar in kennis moeten stellen welke centrale autoriteit in het kader van het verdrag in hun land is aangewezen, dezelfde is als die waarop de lidstaten inlichtingen moeten verstrekken over contactmogelijkheden en talen in het kader van de Onderhoudsverordening, te weten 18 september 2010[5]. De Commissie verzamelt deze informatie en doet haar toekomen aan het permanente bureau van de Haagse Conferentie.
Benadering van de rapporteur
Als uw rapporteur beveel ik dit voorstel bij de commissie aan en stel ik voor ermee in te stemmen, gezien het feit dat het verdrag een onderdeel vormt van een alomvattend, in aanleg wereldomspannend rechtskader voor het levensonderhoud van kinderen en andere familieleden[6].
- [1] Het voorstel is gebaseerd op artikel 61, onder c, in samenhang met de artikelen 300, leden 2 en 3.
- [2] Denemarken heeft niet zijn goedkeuring gehecht aan Verordening 4/2009 van 18 december 2008 over jurisdictie, toepasselijk recht, erkenning en afdwinging van besluiten en samenwerking in kwesties die betrekking hebben op onderhoudsplichten (de Onderhoudsverordening); zie overweging 48. Over het feit dat het Verenigd Koninkrijk niet deelnam aan de onderhoudsverordening en later zijn aanvraag tot deelname heeft gedaan, zie de beschikking van de Commissie 2009/451/EG van 8 juni 2009, PB L 149/73.
- [3] Dit wordt gegarandeerd door de ontbindende clausule in artikel 51, lid 4 van het verdrag. Zie voor de datum van toepassing van de Onderhoudsverordening , artikel 76 daarvan. Zie voor de datum van inwerkingtreding van het verdrag, artikel 60, lid 1 daarvan.
- [4] Zie overweging 11 bij de Onderhoudsverordening.
- [5] Artikel 71, lid 1, van de Onderhoudsverordening en artikel 3 van het voorstel voor een Besluit van de Raad.
- [6] Zie met name het protocol inzake de toepasselijke wet bij onderhoudsplichten, dat op dezelfde dag als het verdrag wordt gesloten.
PROCEDURE
Titel |
Internationale inning van alimentatie voor kinderen en andere gezinsleden |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2009)0373 – C7-0156/2009 – 2009/0100(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
14.9.2009 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 17.9.2009 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
LIBE 17.9.2009 |
|
|
|
||||
Geen advies Datum besluit |
LIBE 3.9.2009 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Jiří Maštálka 2.9.2009 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
10.11.2009 |
2.12.2009 |
|
|
||||
Datum goedkeuring |
28.1.2010 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
22 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Christian Engström, Marielle Gallo, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Jiří Maštálka, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Alexandra Thein, Cecilia Wikström |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Piotr Borys, Sajjad Karim, Vytautas Landsbergis, Kurt Lechner, Eva Lichtenberger, Toine Manders, Arlene McCarthy, Angelika Niebler, Georgios Papastamkos |
|||||||