AANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging
2.1.2010 - (COM(2009)0436 – C7‑0163/2009 – 2009/0120(NLE)) - ***
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Anna Rosbach
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging
(COM(2009)0436 – C7‑0163/2009 – 2009/0120(NLE))
(Goedkeuringsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2009)0436),
– gelet op artikel 175, lid 1, en artikel 300, lid 2, van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea, van het EGVerdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0163/2009),
– gezien de Mededeling van de Commissie aan het Europeees Parlement en de Raad "Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures" (COM(2009)665),
– gelet op artikelen 196, lid 2 en 218, lid 6, sub a) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op de artikelen 81 en 90, lid 8, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7‑0009/2010),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van het aanvullend protocol;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
TOELICHTING
Inleiding:
Deze overeenkomst maakt deel uit van een serie regionale mariene overeenkomsten die de EU met een aantal afzonderlijke lidstaten en derde buurlanden heeft gesloten. Hieronder vallen het Verdrag van Helsinki, de Overeenkomst van Bonn, het Verdrag van Barcelona en in dit geval de Overeenkomst van Lissabon. Elke overeenkomst heeft betrekking op een ander deel van de zee rond de EU-landen en beoogt individuele of gezamenlijke maatregelen van de overeenkomstsluitende partijen in geval van verontreiniging of dreigende verontreiniging van water of kust.
De Overeenkomst van Lissabon is in oktober 1990 ondertekend maar is nooit in werking getreden vanwege een territoriaal geschil tussen Spanje en Marokko, twee van de overeenkomstsluitende partijen, over de "zuidgrens" (westelijke Sahara), waarnaar in artikel 3, onder c) van de overeenkomst werd verwezen. Het aanvullend protocol waarin het geschil is beslecht en een passende formulering voor artikel 3 c) is gevonden, is pas in mei 2008 door Portugal, Spanje, Frankrijk en Marokko, alsmede op 25 maart door de Europese Gemeenschap ondertekend.
Opmerkingen:
Met de sluiting van het aanvullend protocol kan de Overeenkomst van Lissabon 20 jaar na de ondertekening in werking treden.
De rapporteur is zich ervan bewust dat de drie maritieme EU‑wetgevingspakketten, die in de nasleep van de ramp met de Erika en de Prestige vooral zijn ontworpen om verontreiniging na ongevallen te voorkomen en maatregelen te treffen als een ongeval zich heeft voorgedaan, referentienormen stellen voor de bescherming van de EU-wateren en kusten. De regionale mariene overeenkomsten, waarbij veel derde buurlanden verdragsluitende partijen zijn, vormen een instrument om de EU‑normen voor die derde landen in te voeren.
De rapporteur wil in dit verband graag wijzen op een fenomeen dat in politieke en milieukringen niet de aandacht heeft gekregen die het verdient. Onlangs werd het echter besproken toen de Nederlandse delegatie op 21 oktober 2009 in de Raad van ministers voor milieu het probleem van de plastic soep ter sprake bracht. Met de plastic soep wordt gedoeld op de massa plastic en rubber (34 maal de oppervlakte van Nederland) die in de Stille Oceaan ronddrijft. Maar het probleem van de plastic soep – samen met oude afgedankte of verloren visnetten – doet zich ook steeds meer voor in de Atlantische Oceaan.
Weten we welke effecten deze drijvende plastic massa heeft op het mariene milieu (zoogdieren, vogels, zeewier en algen etc.) en hun co2-opvangcapaciteit? Valt de massale vervuiling van onze zeeën door plastic- en rubberafval onder de Overeenkomst van Lissabon of andere regionale overeenkomsten, of moet deze worden aangepakt binnen de OSPAR-overeenkomst?
Zo niet, is aanpassing van deze overeenkomsten mogelijk om ook dit probleem te kunnen aanpakken?
PROCEDURE
Titel |
Aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatisch milieu van het noordoosten van de Atlantische Oceaan tegen verontreiniging |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2009)0436 – C7-0163/2009 – 2009/0120(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
21.9.2009 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ENVI 7.10.2009 |
|||||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Anna Rosbach 8.10.2009 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
2.12.2009 |
|
|
|
||||
Datum goedkeuring |
26.1.2010 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
24 0 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Kriton Arsenis, Chris Davies, Esther de Lange, Edite Estrela, Gerben-Jan Gerbrandy, Julie Girling, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Karin Kadenbach, Christa Klaß, Corinne Lepage, Linda McAvan, Andres Perello Rodriguez, Mario Pirillo, Pavel Poc, Vittorio Prodi, Anna Rosbach, Oreste Rossi, Glenis Willmott |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
José Manuel Fernandes, Jutta Haug, Michail Tremopoulos, Thomas Ulmer, Marita Ulvskog |
|||||||