VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie
19.3.2010 - (COM(2008)0801 – C6‑0467/2008 – 2008/0227(COD)) - ***I
Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur voor advies: Anja Weisgerber
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie
(COM(2008)0801 – C7‑0467/2008 – 2008/0227(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0801),
– gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0467/2008),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures" (COM(2009)0665),
- gelet op artikel 294, lid 3, en artikel 114, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 14 mei 2009[1],
– gelet op artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7‑0050/2010),
1. keurt het onderstaande standpunt in eerste lezing goed;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen van de lidstaten.
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) De technische vooruitgang en innovatie met betrekking tot meetinstrumenten die onder de in te trekken richtlijnen vallen, worden in de praktijk gewaarborgd door hetzij de vrijwillige toepassing van de internationale en Europese normen, hetzij de toepassing van nationale bepalingen waarin dergelijke nieuwe specificaties zijn opgenomen. Bovendien wordt het vrije verkeer in de interne markt van alle producten waarop de richtlijnen betrekking hebben, gewaarborgd door de correcte toepassing van de artikelen 28 tot en met 30 van het EG-Verdrag en van het beginsel van wederzijdse erkenning. |
(5) De technische vooruitgang en innovatie met betrekking tot meetinstrumenten die onder de in te trekken richtlijnen vallen, zullen in de praktijk worden gewaarborgd door hetzij de vrijwillige toepassing van de internationale en Europese normen, hetzij de toepassing van nationale bepalingen waarin dergelijke nieuwe specificaties zijn opgenomen, hetzij overeenkomstig de principes van betere wetgeving, door de opname van bijkomende bepalingen in Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten1. Bovendien wordt het vrije verkeer in de interne markt van alle producten waarop de richtlijnen betrekking hebben, gewaarborgd door de correcte toepassing van de artikelen 34 tot en met 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van het beginsel van wederzijdse erkenning. |
|
________________ 1. PB L 135 van 30.4. 2004, blz. 1. |
Motivering | |
Om rechtsonzekerheid te voorkomen wordt hierbij voorzien in de mogelijkheid om bepalingen over de meetinstrumenten die onder de in te trekken richtlijnen vallen, op te nemen in de algemene meetinstrumentenrichtlijn (2004/22/EG). | |
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) De intrekking van de richtlijnen zou niet moeten leiden tot nieuwe belemmeringen van het vrije verkeer of tot extra administratieve belasting. Bovendien worden het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel geëerbiedigd en zijn er geen aanwijzingen dat er een gemeenschappelijke behoefte is aan een betere consumentenbescherming. |
(6) De intrekking van de richtlijnen zou niet moeten leiden tot nieuwe belemmeringen van het vrije verkeer of tot extra administratieve belasting. |
Motivering | |
Niet relevant. Noch de intrekking, noch het behoud van de richtlijnen zal het algemene consumentenbeschermingspeil verbeteren. Dit kan alleen met een aanpassing ervan. | |
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) Richtlijn 71/349/EEG dient daarom te worden ingetrokken. |
Motivering | |
Intrekking van alle acht richtlijnen zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot extra administratieve lasten, aangezien de lidstaten kunnen besluiten om voor de meetinstrumenten die onder de in te trekken richtlijnen vallen, nationale voorschriften in te voeren. Alleen voor de richtlijn betreffende de inhoudsbepaling van scheepstanks heeft een duidelijke meerderheid van de lidstaten te kennen gegeven dat geen nationale voorschriften zijn gepland. Daarom kan alleen Richtlijn 71/349/EEG onmiddellijk worden ingetrokken. | |
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) De Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG moeten dus worden ingetrokken. |
(7) De Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG mogen pas worden ingetrokken nadat beoordeeld is of de meetinstrumenten die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijnen vallen, moeten worden opgenomen in het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/22/EG. De Commissie moet deze beoordeling parallel uitvoeren met haar verslag over het effect van de uitvoering van Richtlijn 2004/22/EG overeenkomstig artikel 25 ervan. |
Motivering | |
Artikel 25 van Richtlijn 2004/22/EG, de algemene meetinstrumentenrichtlijn (Measuring Instruments Directive, MID), is een herzieningsclausule waarbij het Europees Parlement en de Raad de Commissie verzoeken om uiterlijk 30 april 2011 verslag uit te brengen over het effect van de uitvoering van de MID en in voorkomend geval een wijzigingsvoorstel in te dienen. In het kader hiervan kunnen de lidstaten aangeven welke bepalingen nodig kunnen zijn voor de meetinstrumenten die onder de in te trekken richtlijnen vallen. | |
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Artikel -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel -1 |
|
Richtlijn 71/349/EEG wordt met ingang van 1 januari 2011 ingetrokken. |
Motivering | |
Zie motivering bij overweging 6 bis (nieuw). | |
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG worden per {1 januari 2010} ingetrokken. |
1. De Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG worden per 1 mei 2014 ingetrokken. |
Motivering | |
Member States should be given more time to investigate whether repealing the Directives will lead to legal uncertainty which makes European harmonisation of rules necessary. Therefore one Directive will be repealed now, the other seven Directives will also be repealed, but only after analysing the possible consequences in context with the broader review of the basic legal instrument in this field, the "Measurement Instruments Directive" (2004/22/EC). It is thus appropriate to set the date of repeal for the seven Directives sufficiently far in advance to enable the co-legislators to take a different view in the context of any revision of Directive 2004/22. | |
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 1 bis |
|
Uiterlijk op 30 april 2011 beoordeelt de Commissie op basis van verslagen van de lidstaten of de meetinstrumenten die in het toepassingsgebied van de in artikel 1 genoemde richtlijnen vallen, moeten worden opgenomen in het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/22/EG. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in dat indien nodig vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel hiertoe. |
Motivering | |
Zie de motivering bij het amendement op overweging 7. De tijdslimiet komt overeen met die in artikel 25 van de MID. | |
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten dien uiterlijk op {31 december 2009} de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. Zij passen die bepalingen toe vanaf {1 januari 2010}. |
1. De lidstaten dien uiterlijk op 30 april 2014 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 mei 2014. |
Motivering | |
Member States should be given more time to investigate whether repealing the Directives will lead to legal uncertainty which makes European harmonisation of rules necessary. Therefore one Directive will be repealed now, the other seven Directives will also be repealed, but only after analysing the possible consequences in context with the broader review of the basic legal instrument in this field, the "Measurement Instruments Directive" (2004/22/EC). It is thus appropriate to set the date of repeal for the seven Directives sufficiently far in advance to enable the co-legislators to take a different view in the context of any revision of Directive 2004/22. | |
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
EEG-modelgoedkeuringen en EEG-certificaten die tot {31 december 2009} zijn afgegeven uit hoofde van de in artikel 1 bedoelde richtlijnen, blijven geldig. |
1. EEG-modelgoedkeuringen en EEG-certificaten die tot 31 december 2010 zijn afgegeven uit hoofde van de in artikel -1 bedoelde Richtlijn 71/349/EEG, blijven geldig. |
|
2. EEG-modelgoedkeuringen en EEG-certificaten die tot 30 april 2013 zijn afgegeven uit hoofde van de in artikel 1 bedoelde richtlijnen, blijven geldig. |
- [1] PB C 277 van 17.11.2009, blz. 49.
TOELICHTING
Commissievoorstel
Het voorstel heeft betrekking op de intrekking van acht richtlijnen van de Raad inzake metrologie op zes gebieden, met als doel het acquis van de Europese wetgeving te vereenvoudigen:
- Richtlijn 75/33/EEG inzake koudwatermeters voor niet-schoon water;
- Richtlijn 76/765/EEG en Richtlijn 76/766/EEG inzake alcoholmeters en alcoholtabellen;
- Richtlijn 71/317/EEG en Richtlijn 74/148/EEG inzake precisiegewichten en gewichten voor gewone weging;
- Richtlijn 86/217/EEG inzake manometers voor luchtbanden van automobielen;
- Richtlijn 71/347/EEG inzake de meting van het natuurgewicht van granen;
- Richtlijn 71/349/EEG inzake de inhoudsbepaling van scheepstanks.
Standpunt van de rapporteur
Ook de rapporteur vindt de algemene doelstelling van betere regelgeving nastrevenswaardig. Wat onderhavig voorstel betreft, is evenwel niet zo duidelijk wat de beste optie is. De Commissie concludeert in haar effectbeoordeling, wat de verschillende opties voor de acht metrologierichtlijnen betreft (volledige intrekking, intrekking onder voorwaarden, geen maatregelen), dat "er geen optie [is] die de voorkeur krijgt". Toch verkiest zij ter wille van betere regelgeving volledige intrekking van alle richtlijnen (en kiest zij voor wederzijdse erkenning van de nationale regelgeving) boven harmonisatie (nieuwe regeling binnen de MID).
De rapporteur is van mening dat de lidstaten meer tijd moeten krijgen om te onderzoeken of intrekking van de richtlijnen zal leiden tot rechtsonzekerheid, zodat harmonisatie van de regels op Europees niveau nodig is. Zij kiest daarom voor een oplossing waarbij de richtlijnen worden ingetrokken, maar ook voldoende tijd wordt uitgetrokken om de mogelijke gevolgen te onderzoeken in het ruimere kader van de herziening van het wettelijke basisinstrument op dit gebied, de meetinstrumentenrichtlijn (Measuring Instruments Directive, 2004/22/EG).
Standpunt van de Commissie
De Commissie stelt voor de acht metrologierichtlijnen in te trekken, om zij verouderd zijn en kunnen worden ingetrokken om redenen van betere regelgeving. De Commissie heeft ook de optie onderzocht van een uitbreiding van het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/22/EG met sommige instrumenten uit de acht richtlijnen. Zij heeft evenwel besloten dat harmonisatie niet nodig is, aangezien de huidige situatie van wederzijdse erkenning van op internationale normen gebaseerde nationale wetgeving naar tevredenheid functioneert. Er zijn geen problemen met het vrije verkeer en er zijn geen aanwijzingen dat er een gemeenschappelijke behoefte is aan een betere consumentenbescherming. Daarnaast zal naar verwachting een aanzienlijk aantal lidstaten gebruik maken van artikel 2 van Richtlijn 2004/22/EG en van harmonisatie afzien. Uitbreiding van het toepassingsgebied van de MID komt bijgevolg niet wenselijk voor.
Standpunt van de Raad
Er is ruime steun in de Raad voor de doelstelling van vereenvoudiging van het acquis van de Europese wetgeving, maar de bezorgdheid lijkt algemeen dat intrekking van de acht richtlijnen in kwestie kan leiden tot een rechtsvacuüm in de lidstaten, in afwachting van de geplande herziening van de MID.
PROCEDURE
Titel |
Intrekking van richtlijnen inzake metrologie |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2008)0801 – C6-0467/2008 – 2008/0227(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
3.12.2008 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
IMCO 19.10.2009 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ITRE 19.10.2009 |
|
|
|
||||
Geen advies Datum besluit |
ITRE 28.9.2009 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Anja Weisgerber 14.9.2009 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
2.9.2009 |
29.9.2009 |
6.10.2009 |
8.2.2010 |
||||
Datum goedkeuring |
17.3.2010 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 3 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pablo Arias Echeverría, Cristian Silviu Buşoi, Lara Comi, António Fernando Correia De Campos, Christian Engström, Evelyne Gebhardt, Louis Grech, Małgorzata Handzlik, Malcolm Harbour, Philippe Juvin, Sandra Kalniete, Eija-Riitta Korhola, Kurt Lechner, Toine Manders, Gianni Pittella, Mitro Repo, Robert Rochefort, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Matteo Salvini, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Laurence J.A.J. Stassen, Catherine Stihler, Róża Gräfin Von Thun Und Hohenstein, Kyriacos Triantaphyllides, Bernadette Vergnaud |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Cornelis de Jong, Jacek Olgierd Kurski, Antonyia Parvanova, Sylvana Rapti, Wim van de Camp, Anja Weisgerber |
|||||||
Datum indiening |
22.3.2010 |
|||||||