VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (herschikking)
25.3.2010 - (COM(2009)0427 – C7‑0165/2009 – 2009/0118(CNS)) - *
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: José Manuel García-Margallo y Marfil
(Herschikking - Artikel 87 van het Reglement)
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (herschikking)
(COM(2009)0427 – C7‑0165/2009 – 2009/0118(CNS))
(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging - herschikking)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2009)0427),
– gelet op artikel 93 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0165/2009),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures" (COM(2009)0665),
– gelet op artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de EU,
– gezien het interinstitutioneel akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten1,
– gezien de brief d.d. 12 november 2009 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie economische en monetaire zaken overeenkomstig artikel 87, lid 3, van zijn Reglement,
– gelet op de artikelen 87 en 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0061/2010),
A. overwegende dat het betreffende voorstel volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten en die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen,
1. gaat akkoord met het voorstel van de Commissie zoals dit is aangepast aan de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (met de technische wijzigingen die door de Commissie juridische zaken zijn goedgekeurd) en zoals dit hieronder is geamendeerd;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de EU dienovereenkomstig te wijzigen;
3. vraagt dat de Raad het Parlement op de hoogte brengt indien hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd indien de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen van de lidstaten.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Belastingontduiking en belastingontwijking over de grenzen van de lidstaten leiden niet alleen tot inkomstenderving voor de begrotingen, maar vormen ook een inbreuk op het beginsel van fiscale rechtvaardigheid en kunnen verstoringen in het kapitaalverkeer en in de concurrentievoorwaarden veroorzaken. Zij zijn dus van invloed op de werking van de interne markt. |
(2) Belastingontduiking en belastingontwijking over de grenzen van de lidstaten leiden niet alleen tot inkomstenderving voor de begrotingen, maar vormen ook een inbreuk op het beginsel van fiscale rechtvaardigheid en kunnen verstoringen in het kapitaalverkeer en in de concurrentievoorwaarden veroorzaken. Zij hebben dus een negatief effect op de werking van de interne markt. |
Motivering | |
Nadruk op de negatieve gevolgen van belastingontduiking en belastingontwijking voor de interne markt. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) Het Europees Parlement heeft er in zijn resolutie van 2 september 2008 over een gecoördineerde strategie ter verbetering van de bestrijding van belastingfraude1 andermaal op gewezen dat het bestaande systeem voor het beheer van de btw ingrijpend moet worden aangepast en heeft de Commissie derhalve met aandrang verzocht voorstellen in te dienen inzake harmonisatie van de procedures voor de registratie en uitschrijving van btw-plichtige personen en inzake de geautomatiseerde toegang van de lidstaten tot door andere lidstaten opgeslagen niet-gevoelige gegevens met betrekking tot hun belastingplichtigen. |
|
1 PB C 295 E van 4.12.2009, blz. 13. |
Motivering | |
Er moet op worden gewezen dat het Europees Parlement in zijn verslag van 2008 over belastingfraude heeft aangedrongen op verbetering van de administratieve samenwerking. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 ter) Bij het verkrijgen van automatische toegang tot niet-gevoelige gegevens moet worden gezorgd voor een adequate bescherming, een beperkte opslagperiode voor de uitgewisselde gegevens en een verantwoordingsplicht van de instelling die of het orgaan dat de gegevens bewaart met als doel wanbeheer of lekken van gegevens te voorkomen. |
Motivering | |
Een adequate bescherming van gegevens met betrekking tot belastingbetalers, een beperkte opslagperiode voor de uitgewisselde gegevens en een verantwoordingsplicht van de instelling of het orgaan die/dat de gegevens bewaart zijn essentiële voorwaarden om wanbeheer en/of lekken van gegevens te voorkomen. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 4 december 2008 over Speciaal Verslag nr. 8/2007 van de Europese Rekenkamer over de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde1 zijn overtuiging uitgesproken dat de invoering van Eurofisc alleen toegevoegde waarde kan opleveren indien de deelname verplicht is voor alle lidstaten, teneinde de problemen die bij Eurocanet zijn opgetreden te voorkomen, en indien de Commissie ten volle deelneemt aan de activiteiten van Eurofisc en daarbij een coördinerende rol speelt; |
|
__________ 1 PB C 21 E van 28.1.2010, blz. 3. |
Motivering | |
Het Europees Parlement drong al in 2008 aan op de invoering van Eurofisc. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 5 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 ter) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 4 december 2008 eveneens verzocht om de invoering van Eurofisc en nogmaals gewezen op de dringende noodzaak om bestaande beste werkmethoden ter bestrijding van grensoverschrijdende btw-fraude te delen met het oog op het creëren van passende stimulansen voor de lidstaten om zorgvuldigheid op het gebied van de btw te betrachten en van beloningen voor eerlijke belastingbetalers. |
Motivering | |
Alleen de oprichting van Eurofisc zal het probleem van grensoverschrijdende btw-fraude niet oplossen, terwijl de invoering van passende stimulansen voor de EU-lidstaten om zorgvuldigheid op het gebied van de btw te betrachten en van beloningen voor eerlijke belastingbetalers aanzienlijk zou kunnen bijdragen tot de beperking van deze criminele activiteit. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Gelet op het repetitieve karakter van bepaalde verzoeken en de taalkundige verscheidenheid in de Gemeenschap is het zaak, teneinde verzoeken om inlichtingen sneller te kunnen behandelen, het gebruik van standaardformulieren bij de inlichtingenuitwisseling te veralgemenen. |
(14) Gelet op het repetitieve karakter van bepaalde verzoeken en de taalkundige verscheidenheid in de Gemeenschap is het zaak, teneinde verzoeken om inlichtingen sneller te kunnen behandelen, het gebruik van standaardformulieren bij de inlichtingenuitwisseling te veralgemenen en te bevorderen. |
Motivering | |
Met het oog op een tijdige invoering van nieuwe standaardformulieren door alle lidstaten. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) De voorwaarden voor de uitwisseling van, en de automatische toegang van de lidstaten tot, elektronisch opgeslagen gegevens in elke lidstaat moeten duidelijk worden omschreven. |
(20) De voorwaarden voor de uitwisseling van en de automatische toegang van de lidstaten tot elektronisch opgeslagen gegevens in elke lidstaat en de wijze van opslag van dergelijke gegevens moeten duidelijk worden omschreven. |
Motivering | |
Om te zorgen voor een minimale veiligheidsnorm in alle lidstaten voor de opslag van persoonsgegevens. | |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Uit de recente praktische ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 1798/2003 bij de strijd tegen carrouselfraude is gebleken dat het in sommige gevallen onontbeerlijk is om een systeem voor een veel snellere, uitgebreidere en doelgerichtere uitwisseling van inlichtingen op te zetten om fraude efficiënt te bestrijden; een dergelijk systeem moet functioneren binnen het kader van deze verordening, maar ook voldoende flexibel zijn om nieuwe fraudevormen aan te kunnen. Een voorbeeld van deze vorm van samenwerking is het op initiatief van België opgerichte en door de Commissie ondersteunde Eurocanet ("European Carrousel Network"). |
(29) Uit de recente praktische ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 1798/2003 bij de strijd tegen carrouselfraude is gebleken dat het in sommige gevallen onontbeerlijk is om een systeem voor een veel snellere, uitgebreidere en doelgerichtere uitwisseling van inlichtingen op te zetten om fraude efficiënt te bestrijden; een dergelijk systeem moet functioneren binnen het kader van deze verordening, maar ook voldoende flexibel zijn om nieuwe fraudevormen aan te kunnen. Een voorbeeld van deze vorm van samenwerking is het op initiatief van België opgerichte en door de Commissie ondersteunde Eurocanet ("European Carrousel Network"). Om de goede werking van dit systeem te garanderen, moet voor een aanpak op het niveau van de Europese Unie gekozen worden. |
Motivering | |
Verduidelijking dat Eurofisc zal functioneren volgens een aanpak op het niveau van de Europese Unie. | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Voor de toepassing van deze verordening dient te worden overwogen de reikwijdte te beperken van bepaalde rechten en plichten die zijn neergelegd in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van gegevens, teneinde de in artikel 13, lid 1, onder e), van die richtlijn bedoelde belangen te vrijwaren. Deze beperking is noodzakelijk en proportioneel gelet op de potentiële inkomstenderving voor de lidstaten en het cruciale belang van de gegevens in kwestie voor een efficiënte fraudebestrijding. |
(35) Voor de toepassing van deze verordening dient te worden overwogen de reikwijdte te beperken van bepaalde rechten en plichten die zijn neergelegd in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van gegevens, teneinde de in artikel 13, lid 1, onder e), van die richtlijn bedoelde belangen te vrijwaren, en die zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens1. |
|
__________ 1 PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. |
Motivering | |
Zie het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming van 30 oktober 2009. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 36 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(36 bis) De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd, |
Motivering | |
Aangezien de nieuwe verordening de verwerking van persoonsgegevens met zich mee kan brengen en gelet op het feit dat de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming advies heeft uitgebracht, is het wenselijk dit advies in de preambule van het wetgevingsbesluit te vermelden. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Daartoe worden bij deze verordening regels en procedures vastgesteld, die de bevoegde autoriteiten in de lidstaten in staat stellen samen te werken en onderling alle inlichtingen uit te wisselen met het oog op een juiste btw-heffing, toe te zien op de juiste toepassing van de btw, met name bij intracommunautaire transacties, en de btw-fraude te bestrijden. Bij deze verordening worden met name de regels en procedures vastgesteld die de lidstaten in staat stellen deze inlichtingen te verzamelen en uit te wisselen langs elektronische weg. |
Daartoe worden bij deze verordening regels en procedures vastgesteld, die de bevoegde autoriteiten in de lidstaten in staat stellen samen te werken en onderling alle inlichtingen uit te wisselen die noodzakelijk zijn met het oog op een juiste btw-heffing, toe te zien op de juiste toepassing van de btw, met name bij intracommunautaire transacties, en de btw-fraude te bestrijden. Bij deze verordening worden met name de regels en procedures vastgesteld die de lidstaten in staat stellen deze inlichtingen te verzamelen en uit te wisselen langs elektronische weg. |
Motivering | |
De verwerking van persoonsgegevens is alleen geoorloofd als dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de maatregel. Zie het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming van 30 oktober 2009. | |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 1 bis |
|
In het kader van de toepassing van deze verordening zorgen de lidstaten en de Commissie voor de naleving van de rechten en plichten die zijn neergelegd in richtlijn 95/46/EG en in verordening (EG) nr. 45/2001; |
Motivering | |
Zie het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming van 30 oktober 2009. | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten spontaan de in artikel 1 bedoelde inlichtingen waarvan zij kennis hebben en die laatstgenoemde autoriteiten van nut kunnen zijn. |
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten spontaan de in artikel 1 bedoelde inlichtingen waarvan zij kennis hebben en die noodzakelijk zijn voor een juiste btw-heffing, voor de juiste toepassing van de wetgeving inzake btw, in het bijzonder voor wat transacties binnen de EU betreft, en voor het bestrijden van btw-fraude. |
Motivering | |
De verwerking van persoonsgegevens is alleen geoorloofd als dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de maatregel. Zie het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming van 30 oktober 2009. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De onder letter b) bedoelde personen worden verzocht hun mening te geven over de kwaliteit van de opgeslagen informatie. |
Motivering | |
Een meer expliciete procedure voor de terugmelding van informatie over de kwaliteit van de uitgewisselde informatie is vereist. | |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lijst van de in lid 1, onder b), c) en d), en in lid 2 van dit artikel bedoelde gegevens alsook de mate van detail van die gegevens worden volgens de in artikel 60, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld. |
3. De lijst van de in lid 1, onder b), c), d) en e) en in lid 2 van dit artikel bedoelde gegevens alsook de mate van detail van die gegevens worden volgens de in artikel 60, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld, zonder de aangezochte autoriteit administratief onevenredig zwaar te belasten. |
Motivering | |
Verbetering van de kwaliteit van de feedback van een autoriteit zonder vergroting van de administratieve last. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Iedere lidstaat verleent de bevoegde autoriteiten van iedere andere lidstaat een geautomatiseerde toegang tot de inlichtingen die in de in artikel 18 bedoelde gegevensbanken zijn opgenomen. Wat de in lid 1, onder a), van dat artikel bedoelde inlichtingen betreft, zijn ten minste de volgende elementen toegankelijk: |
Iedere lidstaat verleent de bevoegde autoriteiten van iedere andere lidstaat een geautomatiseerde toegang tot de inlichtingen die in de in artikel 18 bedoelde gegevensbanken zijn opgenomen, met als enig doel een inbreuk op de btw-wetgeving te voorkomen en wanneer dit noodzakelijk wordt geacht om toe te zien op de goederenverwerving of dienstverrichtingen binnen de EU die in de genoemde lidstaat belastbaar zijn. Wat de in lid 1, onder a), van dat artikel bedoelde inlichtingen betreft, zijn ten minste de volgende elementen toegankelijk: |
Motivering | |
De verwerking van persoonsgegevens is alleen geoorloofd indien het doel ervan duidelijk wordt aangegeven. Bovendien moeten de risico's worden beperkt die verband houden met de automatische toegang tot gegevensbanken die persoonsgegevens kunnen bevatten. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Voor zover de gegevensbanken als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder a) persoonsgegevens bevatten, wordt de geautomatiseerde toegang tot deze gegevensbanken beperkt tot de in dit artikel genoemde gegevenscategorieën. |
Motivering | |
De verwerking van persoonsgegevens is alleen geoorloofd indien het doel ervan duidelijk wordt aangegeven. Bovendien moeten de risico's worden beperkt die verband houden met de automatische toegang tot gegevensbanken die persoonsgegevens kunnen bevatten. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 1 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijke structuur ter bestrijding van btw-fraude en -ontwijking opgericht. Deze structuur wordt met name met de volgende taken belast: |
1. Bij deze verordening wordt op het niveau van de Europese Unie een structuur ter bestrijding van btw-fraude en -ontwijking opgericht. Deze structuur wordt met name met de volgende taken belast: |
Motivering | |
Verduidelijking dat Eurofisc zal functioneren volgens een aanpak op het niveau van de Europese Unie. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen de onderzoeksterreinen van de bij lid 1 opgerichte structuur vast. |
2. De bij lid 1 opgerichte structuur op het niveau van de Europese Unie bestaat uit ambtenaren die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden aangewezen. |
Motivering | |
Verduidelijking dat Eurofisc zal functioneren volgens een aanpak op het niveau van de Europese Unie. | |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor elk onderzoeksterrein wijzen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in de structuur een of meer lidstaten aan die belast worden met het toezicht op en de aansturing van de in lid 1 bedoelde taken. |
3. De bij lid 1 opgerichte structuur op het niveau van de Europese Unie stelt de onderzoeksterreinen vast waarop haar activiteiten zich ontplooien. |
Motivering | |
Verduidelijking dat Eurofisc zal functioneren volgens een aanpak op het niveau van de Europese Unie. | |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Om gevallen van btw-fraude in de Unie doeltreffender te onderzoeken, wordt een stimuleringsregeling opgezet voor de inning van grensoverschrijdende belastingschulden door een eerlijk deel van de geïnde onbetaalde btw te verdelen tussen de lidstaat die de belastingschulden int en de verzoekende lidstaat. |
Motivering | |
De efficiency van het btw-invorderingssysteem van de EU moet worden gestroomlijnd om de omvang van de btw-fraude in de EU te beperken. Aangezien gederfde btw-inkomsten grotendeels het gevolg zijn van carrouselfraude, moet de Gemeenschap zich meer inspannen om de belastingdiensten doelmatiger te laten samenwerken. Om dit te bereiken, moet een stimuleringsregeling worden ingevoerd. | |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bij artikel 34 opgerichte structuur bestaat uit bevoegde ambtenaren die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden aangewezen. Deze structuur krijgt technische, administratieve en operationele ondersteuning van de Commissie. |
De Commissie is belast met de coördinatie en aansturing van en het toezicht op de uitvoering van de in artikel 34, lid 1, bedoelde taken en zij verleent technische, administratieve en operationele steun aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. |
Motivering | |
Verduidelijking dat Eurofisc zal functioneren volgens een aanpak op het niveau van de Europese Unie waarbij bovendien de rol van de Commissie wat betreft de werking van Eurofisc wordt gespecificeerd. | |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 39 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bij artikel 34 opgerichte structuur legt jaarlijks een overzicht van de activiteiten aan het in artikel 60 bedoelde comité voor. |
De bij artikel 34 opgerichte structuur legt jaarlijks een overzicht van de activiteiten voor aan de lidstaten, het Europees Parlement en het in artikel 60 bedoelde comité. |
Motivering | |
Eurofisc moet een open en transparante structuur krijgen en daarom moet duidelijk worden gemaakt dat niet alleen het door de Commissie ingestelde administratieve comité het recht moet krijgen op inzage in de verslagen van Eurofisc, maar ook de lidstaten en het Europees Parlement. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten en de Commissie onderzoeken en beoordelen de werking van de op grond van deze verordening ingestelde regeling voor administratieve samenwerking. De lidstaten verrichten met name audits naar de werking van de regeling. De Commissie verzamelt de ervaringen van de lidstaten ten einde de werking van de regeling te verbeteren. |
1. De lidstaten, het Europees Parlement en de Commissie onderzoeken en beoordelen de werking van de op grond van deze verordening ingestelde regeling voor administratieve samenwerking. De lidstaten verrichten met name audits naar de werking van de regeling. De Commissie verzamelt de ervaringen van de lidstaten teneinde de werking van de regeling te verbeteren en brengt regelmatig verslag uit over de resultaten aan de lidstaten en het Europees Parlement. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten verstrekken de Commissie alle beschikbare inlichtingen in verband met het gebruik dat zij van deze verordening maken. |
2. De lidstaten verstrekken het Europees Parlement en de Commissie alle beschikbare inlichtingen in verband met het gebruik dat zij van deze verordening maken. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Ten einde de doelstellingen van deze verordening te realiseren, kan de Commissie de lidstaten expertise, technische of logistieke bijstand, communicatieve ondersteuning of enige andere vorm van operationele steun verlenen. |
9. Teneinde de doelstellingen van deze verordening te realiseren, verleent de Commissie de lidstaten expertise, technische of logistieke bijstand, communicatieve ondersteuning of enige andere vorm van operationele steun. |
Motivering | |
Om een doeltreffende samenwerking tot stand te brengen is het van belang dat de Commissie verantwoordelijk is voor de verlening van bijstand en expertise om de lidstaten te helpen de doelstellingen te verwezenlijken. | |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Mits het betrokken derde land zich ertoe verplicht heeft de bijstand te verlenen die nodig is om bewijsmateriaal bijeen te brengen omtrent de onregelmatigheid van verrichtingen die strijdig lijken met de btw-wetgeving, kunnen de krachtens deze verordening verkregen inlichtingen aan dat derde land worden meegedeeld, met toestemming van de bevoegde autoriteiten die deze hebben verstrekt en met inachtneming van hun nationale wetgeving betreffende de overdracht van persoonsgegevens aan derde landen. |
2. Mits het betrokken derde land zich ertoe verplicht heeft de bijstand te verlenen die nodig is om bewijsmateriaal bijeen te brengen omtrent de onregelmatigheid van verrichtingen die strijdig lijken met de Btw-wetgeving, kunnen de krachtens deze verordening verkregen inlichtingen aan dat derde land worden meegedeeld, met toestemming van de bevoegde autoriteiten die deze hebben verstrekt, met inachtneming van hun nationale wetgeving betreffende de overdracht van persoonsgegevens aan derde landen en overeenkomstig de bepalingen tot uitvoering van richtlijn nr. 95/46/EG en verordening (EG) 45/2001. |
Motivering | |
De waarborgen van de Europese wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens zijn ook van toepassing op de betrekkingen met derde landen. | |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in enigerlei vorm uit hoofde van deze verordening verstrekte of verzamelde inlichtingen, daaronder begrepen alle inlichtingen waartoe een ambtenaar toegang had in de in de hoofdstukken VII, VIII en X bedoelde situaties alsook in de in lid 2 van dit artikel bedoelde gevallen, vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming waarin voor soortgelijke inlichtingen wordt voorzien bij de nationale wetgeving van de ontvangende lidstaat en bij de overeenkomstige bepalingen die voor de communautaire instanties gelden. Er mag slechts gebruik van worden gemaakt zoals in deze verordening is voorzien. |
1. De in enigerlei vorm uit hoofde van deze verordening verstrekte of verzamelde inlichtingen, daaronder begrepen alle inlichtingen waartoe een ambtenaar toegang had in de in de hoofdstukken VII, VIII en X bedoelde situaties alsook in de in lid 2 van dit artikel bedoelde gevallen, vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming waarin voor soortgelijke inlichtingen wordt voorzien bij de nationale wetgeving van de ontvangende lidstaat en bij de overeenkomstige bepalingen die voor de communautaire instanties gelden. Deze inlichtingen worden eveneens beschermd door richtlijn 95/46/EG en door verordening (EG) nr. 45/2001. Er mag slechts gebruik van worden gemaakt zoals in deze verordening is voorzien. |
Motivering | |
Er moet expliciet worden verwezen naar de waarborgen van de Europese wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens. | |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Op de in deze verordening bedoelde bewaring of uitwisseling van inlichtingen zijn de bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG van toepassing. Voor de juiste toepassing van deze verordening beperken de lidstaten evenwel de reikwijdte van de verplichtingen en rechten neergelegd in artikel 10, artikel 11, lid 1, en de artikelen 12 en 21 van Richtlijn 95/46/EG, voor zover dit noodzakelijk is om de in artikel 13, onder e), van die richtlijn bedoelde belangen te vrijwaren. |
5. Op de in deze verordening bedoelde bewaring of uitwisseling van inlichtingen zijn de bepalingen tot uitvoering van richtlijn 95/46/EG en verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing. Voor de juiste toepassing van deze verordening kunnen de lidstaten evenwel wetgevingsmaatregelen vaststellen die de reikwijdte van de verplichtingen en rechten neergelegd in artikel 10, artikel 11, lid 1, en de artikelen 12 en 21 van richtlijn 95/46/EG beperken, voor zover dit noodzakelijk is om de in artikel 13, onder e), van die richtlijn bedoelde belangen te vrijwaren. |
Motivering | |
Er moet expliciet worden verwezen naar de waarborgen van de Europese wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en naar de noodzaak om de beperkingen via een wetgevingsmaatregel vast te stellen. | |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. De lidstaten en de Commissie zien toe op de naleving van de verplichtingen wat betreft transparantie en informatieverstrekking aan de betrokkenen bij het verkrijgen van persoonsgegevens als bedoeld in richtlijn 95/46/EG en verordening (EG) nr. 45/2001. |
Motivering | |
Er moet expliciet worden verwezen naar de verplichting tot transparantie jegens de betrokkenen. | |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 59 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
c bis) te zorgen voor het hoogste kwaliteitsniveau van de uitgewisselde informatie, in voorkomend geval met de hoogste mate van transparantie. |
Motivering | |
Het is wenselijk dat de lidstaten informatie van de hoogst mogelijke kwaliteit uitwisselen en ontvangen; bovendien moet deze informatie aan bepaalde transparantiecriteria voldoen. | |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 59 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten stellen de Commissie jaarlijks in kennis van de gevallen waarin een lidstaat een andere verzoekende lidstaat informatie heeft geweigerd of de verzoekende lidstaat heeft belet een op de juiste wijze aangevraagd administratief onderzoek in te stellen. De aangezochte lidstaat deelt de Commissie de redenen mee waarom hij de informatie heeft geweigerd of het onderzoek heeft verhinderd. De Commissie beoordeelt deze informatie en doet de nodige aanbevelingen. Deze aanbevelingen worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. |
Motivering | |
Om de informatie-uitwisseling tussen de nationale autoriteiten te verbeteren wordt voorgesteld te zorgen voor follow-up van de gevallen waarin lidstaten hebben geweigerd informatie te verstrekken of een administratief onderzoek in te stellen. | |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Wanneer de overeenkomstig lid 2 genomen maatregelen betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens of de verwerking ervan impliceren, wordt de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd. |
Motivering | |
Voor zover de bepalingen tot uitvoering van deze verordening betrekking kunnen hebben op de verwerking van persoonsgegevens is het wenselijk het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming in te winnen. |
TOELICHTING
Inleiding
Het onderhavige wetgevingsvoorstel behelst een herschikking van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de strijd tegen fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde. De Commissie beoogt met haar voorstel de lidstaten de beschikking te geven over middelen waarmee zij effectiever strijd kunnen voeren tegen grensoverschrijdende btw-fraude. Verder wordt met dit voorstel de huidige verordening op een aantal punten gewijzigd en vervolledigd, onder andere middels de creatie van een rechtsgrond voor het opzetten van Eurofisc, een netwerk dat doelgerichte samenwerking in de bestrijding van fraude mogelijk moet maken.
ACHTERGROND: HET LAATSTE VERSLAG VAN DE EUROPESE COMMISSIE
Alvorens in detail in te gaan op het Commissievoorstel, zou ik een korte schets willen geven van het meer algemene kader van de bestrijding van belastingfraude in de Europese Unie.
Belastingfraude heeft ernstige gevolgen voor nationale begrotingen, leidt tot schending van het beginsel van de fiscale rechtvaardigheid en kan concurrentieverstoringen veroorzaken, waardoor de werking van de interne markt wordt bedreigd. Verstoringen door btw-fraude beïnvloeden de algemene balans van het stelsel van middelen, dat rechtvaardig en transparant moet zijn om de juiste werking van de Unie te waarborgen. Doordat de overheid gedwongen is de daaruit voortvloeiende inkomstenderving te compenseren, vertaalt toenemende fraude zich in een grotere belastingdruk op de bedrijven die zich aan de voorschriften houden. Hoewel de omvang van btw-ontduiking en -fraude niet in alle lidstaten is onderzocht, zijn er diverse schattingen gepubliceerd. De International VAT Association schat dat de lidstaten van de Europese Unie jaarlijks in totaal 60 à 100 miljard euro aan btw-inkomsten mislopen.
Zoals de leden van deze commissie weten – aangezien deze kwesties in het kader van het ontwerpverslag van mevrouw Bowles over een Europese strategie voor de bestrijding van belastingfraude in de vorige zittingsperiode zijn behandeld - is het bestrijden van fraude weliswaar grotendeels de bevoegdheid van de lidstaten maar is dit niet een probleem dat uitsluitend op nationaal niveau kan worden opgelost. De bestrijding van belastingfraude moet een prioriteit voor de EU zijn en vereist nauwere samenwerking tussen de bestuursorganen van de lidstaten en met de Commissie. In dit verband heeft de Commissie overeenkomstig de richtlijnen van de Raad sinds 2007 gewerkt aan een pakket wetgevingsmaatregelen om een beter btw-beheer te bewerkstelligen zonder het bestaande stelsel wezenlijk te veranderen.
Verder dient te worden gewezen op Speciaal verslag nr. 8/2007 van de Rekenkamer, dat buitengewoon kritisch is voor de lidstaten. In dit verslag spoorde de Rekenkamer de lidstaten aan meer prioriteit te geven aan administratieve samenwerking, zowel met betrekking tot de uitwisseling van operationele gegevens als ten aanzien van het administratieve beheer daarvan, en rechtstreekse communicatie tussen de medewerkers van de inspectiediensten te bevorderen als een doeltreffende manier om gegevensuitwisseling te bespoedigen. Daarnaast bevatte het verslag onder meer een reeks verbeteringen met betrekking tot de btw-databank (VIES).
Inmiddels heeft de Commissie aan het begin van dit jaar een verslag gepubliceerd over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad, de verordening waarmee wij ons vandaag bezighouden. De belangrijkste conclusies van dit verslag kunnen als volgt worden samengevat:
§ het aantal te late antwoorden op verzoeken om samenwerking heeft een onaanvaardbaar niveau bereikt;
§ de Commissie is van mening dat de administratieve samenwerking gebaat zou zijn bij geautomatiseerde toegang tot de databanken van de andere lidstaten;
§ de meeste lidstaten beschikken niet over een feedbackmechanisme;
§ het probleem van de ongeldigheid van btw-nummers en vertragingen bij de correctie van de gegevens bestaat nog steeds;
§ er blijven zich praktische problemen voordoen rond de aanwezigheid van ambtenaren van een bepaalde staat in een andere staat, zoals taalproblemen of het ontbreken van een nationale rechtsgrondslag om die aanwezigheid mogelijk te maken.
HOOFDPUNTEN VAN HET VOORSTEL
Hieronder volgt een beknopt overzicht van de belangrijkste vernieuwende elementen van dit voorstel.
Ten eerste krijgen de lidstaten ruimere verantwoordelijkheid inzake administratieve samenwerking ten aanzien van de bescherming van de inkomsten van alle lidstaten samen. De voorgestelde verordening bepaalt uitdrukkelijk dat niet alleen de juiste vaststelling van btw beoogd wordt maar ook de controle van de juiste toepassing ervan – met name met betrekking tot intracommunautaire transacties – en de bestrijding van belastingfraude.
Ten tweede bevat het voorstel nauwkeurige bepalingen betreffende de gegevens die de lidstaten moeten verzamelen en de terbeschikkingstelling daarvan aan andere lidstaten door middel van een elektronisch systeem van databanken. Tevens beschrijft het gemeenschappelijke normen voor de te verzamelen gegevens en de controles die moeten worden verricht bij het opnemen van een btw-nummer in de databank. Daarnaast worden uniforme eisen gesteld aan de opslag van de in dit kader verkregen gegevens gedurende een periode van vijf jaar.
In algemene zin bevat het voorstel de volgende verbeteringen voor de uitwisseling van gegevens: betere afbakening van de gevallen waarin de lidstaten een administratief onderzoek kunnen instellen, met inbegrip van verzachtende maatregelen indien het onderzoek niet wordt uitgevoerd; betere bepaling van de voorwaarden voor de geautomatiseerde gegevensuitwisseling, onder meer middels het gebruik van standaardformulieren en ‑bestanden en de invoering van de zogenaamde spontane uitwisseling van inlichtingen en de verplichting tot het geven van feedback, dat wil zeggen informatie over het gebruik dat is gemaakt van de door een andere lidstaat verstrekte gegevens.
De Commissie stelt bovendien voor een rechtsgrondslag te creëren voor het opzetten van Eurofisc, een netwerk dat doelgerichte samenwerking in de bestrijding van fraude mogelijk moet maken. Volgens de Commissie zal dit netwerk de lidstaten in staat stellen om multilateraal, snel en doelgericht gegevens uit te wisselen, zodat zij tijdig en gecoördineerd in actie kunnen komen tegen nieuwe soorten van fraude en zich daarbij kunnen baseren op een gezamenlijk opgezette risicoanalyse. Wat de Commissie in feite voorstelt is een formalisatie van Eurocanet ("European Carrousel Network"), dat enkele jaren geleden op initiatief van België is opgezet en door de Commissie is ondersteund om tevens te worden ingezet tegen allerlei vormen van grensoverschrijdende fraude. Volgens deskundigen in fraudebestrijding heeft het werk van Eurocanet positieve resultaten opgeleverd.
Ten slotte bepaalt de verordening tevens wie recht heeft op toegang tot de informatie en in welke omstandigheden. In zijn advies van 30 oktober 2009 heeft de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming zijn mening over het voorstel gegeven, waarbij hij heeft gewezen op enkele aspecten die zouden kunnen worden verbeterd om de naleving van de Europese regels betreffende gegevensbescherming te waarborgen.
OVERWEGINGEN VAN DE RAPPORTEUR
De presentatie van dit wetgevingsvoorstel is goed nieuws voor de bestrijding van belastingfraude. In algemene zin oordeelt de rapporteur positief over het Commissievoorstel en verleent hij het zijn steun.
De rapporteur heeft niettemin drie punten vastgesteld waarop het voorstel van de Commissie zou moeten worden versterkt:
§ Met betrekking tot Eurofisc zouden het communautaire karakter van het nieuwe netwerk en de rol van de Europese Commissie in dit kader nader moeten worden aangegeven.
§ Ter verbetering van de gegevensuitwisseling tussen de diverse nationale autoriteiten en om de tekortkomingen te verhelpen die de Commissie in haar recente verslag zelf heeft aangegeven, dient de Europese Commissie stelselmatig toe te zien op eventuele gevallen waarin lidstaten weigeren informatie te verstrekken of een onderzoek in te stellen.
§ Ten slotte, om de legitieme bezorgdheden weg te nemen die de leden van de Commissie economische en monetaire zaken tijdens de eerste gedachtewisseling hebben geuit, zouden de aanbevelingen van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming moeten worden opgenomen in de tekst, gezien het feit dat de uitwisseling van inlichtingen tussen belastingdiensten weliswaar overwegend gegevens van rechtspersonen betreft maar ook de verwerking van gegevens van natuurlijke personen kan inhouden. Zoals de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming benadrukt, moet de verwerking van genoemde gegevens plaatsvinden in overeenstemming met de communautaire voorschriften inzake gegevensbescherming.
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
VOORZITTER
Ref.: D(2009)61475
Mevrouw Sharon BOWLES
Voorzitter van de Commissie economische en monetaire zaken
ASP 10G201
Brussel
Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (herschikking)
(COM(2009)427 – C7‑0165/2009 – 2009/0118(CNS))
Geachte voorzitter,
De door mij voorgezeten Commissie juridische zaken heeft bovengenoemd voorstel onderzocht in overeenstemming met artikel 80 bis inzake herschikking, dat in het Reglement van het Parlement is opgenomen.
Lid 3 van dit artikel luidt als volgt:
"Als de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven, stelt zij de ten principale bevoegde commissie hiervan in kennis.
In dat geval en onverminderd de in de artikelen 156 en 157 vastgelegde voorwaarden zijn amendementen in de bevoegde commissie alleen ontvankelijk als zij betrekking hebben op onderdelen van het voorstel die wijzigingen bevatten.
Wanneer de ten principale bevoegde commissie evenwel voornemens is, overeenkomstig punt 8 van het Interinstitutioneel Akkoord, eveneens amendementen op de gecodificeerde delen van het voorstel van de Commissie in te dienen, brengt zij de Raad en de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Laatstgenoemde deelt de commissie voor de stemming overeenkomstig artikel 54 haar standpunt over de amendementen mede en geeft te kennen of zij voornemens is het herschikkingsvoorstel in te trekken."
Na het advies van de Juridische Dienst waarvan vertegenwoordigers hebben deelgenomen aan de vergaderingen van de Adviesgroep waarin het herschikte voorstel werd behandeld, en overeenkomstig de aanbevelingen van de rapporteur voor advies, is de Commissie juridische zaken van oordeel dat het voorstel in kwestie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die die als zodanig in het voorstel zijn aangegeven en dat, ten aanzien van de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere wetsbesluiten met deze wijzigingen, het voorstel beperkt blijft tot een codificatie zonder wijziging van de inhoud van de bestaande wetsbesluiten.
Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement is de Commissie juridische zaken voorts van mening dat de in het advies van de hoger genoemde Adviesgroep voorgestelde technische wijzigingen noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat het voorstel in overeenstemming is met de herschikkingsregels.
Na beraadslaging op haar bijeenkomst van 11 november 2011 beveelt de Commissie juridische zaken met 19 stemmen vóór en nul onthoudingen[1] ten slotte aan dat uw commissie als ten principale bevoegde commissie overgaat tot de behandeling van bovengenoemd voorstel, rekening houdend met de aanbevelingen van de Commissie juridische zaken en in overeenstemming met artikel 87 van het Reglement.
Hoogachtend,
Klaus-Heiner LEHNE
BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE
ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN |
||
Brussel, 7 oktober 2009
ADVIES
AAN HET EUROPEES PARLEMENT
DE RAAD
DE COMMISSIE
Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
COM(2009)427 van 18.8.2009 – 2009/0118(CNS)
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, en met name gelet op punt 9 van dit akkoord, is de adviesgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, op 16 september 2009 bijeengekomen om het bovengenoemde voorstel van de Commissie te beoordelen.
Bij de behandeling[2] van het voorstel voor een verordening van de Raad voor de herschikking van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 218/92, heeft de adviesgroep in onderlinge overeenstemming het volgende geconstateerd.
1) In de inleidende woorden van de eerste paragraaf van artikel 22 moet na de woorden "een geautomatiseerde" het woord "rechtstreekse" voorkomen en dit woord moet worden aangegeven met grijze arcering en dubbele doorstreping.
2) In artikel 31, lid 2 moet de vervanging van het woord "gelijktijdige" door het woord "multilaterale" vergezeld gaan van de vermelding "aangepast" in plaats van "gewijzigd".
Bij de behandeling van het voorstel is de adviesgroep in onderlinge overeenstemming tot de slotsom gekomen dat het voorstel geen inhoudelijke wijzigingen omvat met uitzondering van de wijzigingen die als dusdanig in het voorstel of in het onderhavige advies vermeld zijn. Ten aanzien van de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van het eerdere besluit met die inhoudelijke wijzigingen heeft de Adviesgroep eveneens geconcludeerd dat het voorstel een directe codificatie van de bestaande tekst zonder enige inhoudelijke wijziging behelst.
C. PENNERA J.-C. PIRIS L. ROMERO REQUENAJuridisch adviseur
Juridisch adviseur Directeur-generaal
- [1] Klaus-Heiner Lehne (voorzitter), Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Antonio López-Istúriz White, Tadeusz Zwiefka, Luigi Berlinguer, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Alexandra Thein, Diana Wallis, Cecilia Wikström, Jiří Maštálka, Francesco Enrico Speroni, Kurt Lechner, Sergio Gaetano Cofferati, Edit Herczog, Edvard Kožušník, Sajjad Karim.
- [2] De adviesgroep beschikte over de Duitse, Engelse en Franse versie van het voorstel en heeft gewerkt op basis van de Franse versie, zijnde de basisversie van de te behandelen tekst.
PROCEDURE
Titel |
Administratieve samenwerking en fraudebestrijding op het gebied van de BTW (herschikking) |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2009)0427 – C7-0165/2009 – 2009/0118(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
23.9.2009 |
|||||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 7.10.2009 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
JURI 7.10.2009 |
|
|
|
||||
Rapporteur(s) Datum benoeming |
José Manuel García-Margallo y Marfil 15.9.2009 |
|
|
|||||
Behandeling in de commissie |
2.12.2009 |
21.1.2010 |
23.2.2010 |
|
||||
Datum goedkeuring |
17.3.2010 |
|
|
|
||||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
33 0 6 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Burkhard Balz, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Pascal Canfin, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Elisa Ferreira, Vicky Ford, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Sylvie Goulard, Enikő Győri, Othmar Karas, Wolf Klinz, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Ivari Padar, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Peter Skinner, Theodor Dumitru Stolojan, Kay Swinburne, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
David Casa, Sari Essayah, Robert Goebbels, Syed Kamall, Philippe Lamberts, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Catherine Stihler, Zoran Thaler |
|||||||
Datum indiening |
25.3.2010 |
|||||||