VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

3.6.2010 - (COM(2010)0205 – C7‑0117/2010 – 2010/2068(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Barbara Matera

Procedure : 2010/2068(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0179/2010
Ingediende teksten :
A7-0179/2010
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

(COM(2010)0205 – C7‑0117/2010 – 2010/2068(BUD))

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0205 – C7‑0117/2010),

–   gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] (IIA), en met name punt 28 hiervan,

–   gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2] (EFG-verordening),

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7‑0179/2010),

A. overwegende dat de Europese Unie de nodige wetgeving- en begrotingsinstrumenten heeft ingesteld om bijkomende steun te verlenen aan werknemers die te lijden hebben onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om deze werknemers bij hun herintrede op de arbeidsmarkt te begeleiden,

B.  overwegende dat het EFG sinds 1 mei 2009 ook is opengesteld voor aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis,

C. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel zou moeten zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking zou moeten worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op de bemiddelingsvergadering van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om gebruik te maken van het EFG,

D. overwegende dat Spanje om steun heeft verzocht voor 585 gedwongen ontslagen bij 36 bedrijven die actief zijn in NACE Revisie 2 afdeling 16 ("Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk") in de NUTS II-regio Castilla-La Mancha[3],

E.  overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening,

1.  verzoekt de betrokken instellingen zich de nodige inspanningen te getroosten om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen;

2.  brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos geworden zijn; benadrukt de rol die het EFG kan spelen bij de hertewerkstelling van ontslagen werknemers;

3.  beklemtoont dat het EFG in overeenstemming met artikel 6 van de EFG-verordening moet bijdragen tot de hertewerkstelling van elke afzonderlijke ontslagen werknemer; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van acties waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;

4.  wijst erop dat de informatie die is ontvangen over het gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten die door het EFG moeten worden gefinancierd gedetailleerde gegevens omvat inzake de aanvullendheid op acties die zijn gefinancierd met de structuurfondsen, en herhaalt zijn oproep om in zijn jaarverslagen ook een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen;

5.  herinnert eraan dat in het kader van de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG gewaakt moet worden voor de systematische overschrijving van betalingskredieten uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), aangezien het EFG is opgericht als een op zichzelf staand specifiek hulpmiddel met eigen doelstellingen en termijnen;

6.  herinnert eraan dat de werking en de toegevoegde waarde van het EFG moeten worden beoordeeld in de context van de algemene evaluatie van de op basis van het IIA van 17 mei 2006 ingevoerde programma's en diverse andere instrumenten, in het kader van de begrotingsherziening van het meerjarig financieel kader 2007-2013;

7.  is ingenomen met de nieuwe vormgeving van het voorstel van de Commissie, met name de toelichting, waarin heldere en gedetailleerde informatie wordt gegeven over de toepassing, met een analyse van de subsidiabiliteitscriteria en een uitleg van de redenen voor het verlenen van goedkeuring, hetgeen overeenstemt met de wensen van het Parlement;

8.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

9.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  EGF/2009/020 ES/Castilla-La Mancha.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van xx mei 2010

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name op punt 28,

gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2], met name op artikel 12, lid 3,

gezien het voorstel van de Europese Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1)      Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

(2)      Het EFG staat sinds 1 mei 2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.

(3)      Krachtens het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 mag uit het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro beschikbaar worden gesteld.

(4)      Spanje heeft op 9 oktober 2009 een aanvraag ingediend om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 36 bedrijven die actief zijn in NACE Revisie 2 afdeling 16 ("Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk") in de NUTS II-regio Castilla-La Mancha (ES42), en heeft tot en met 22 februari 2010 aanvullende informatie toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 1 950 000 EUR beschikbaar te stellen.

(5)      Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door Spanje ingediende aanvraag

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 wordt een bedrag van 1 950 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel/Straatsburg,

Voor het Europees Parlement                      Voor de Raad

De Voorzitter                                                De Voorzitter

  • [1]               PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]               PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]               PB C […] van […], blz. […].

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr.1927/2006[2], mag het EFG jaarlijks maximaal 500 miljoen EUR bevatten, afkomstig uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1b. De benodigde bedragen worden als voorziening in de begroting opgenomen zodra er voldoende begrotingsruimte en/of geannuleerde vastleggingen zijn vastgesteld.

De procedure om het EFG te activeren verloopt als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een daarmee overeenkomstig overschrijvingsverzoek. Parallel kan een trialoog plaatsvinden om tot overeenstemming te komen over het gebruik van het EFG en de vereiste bedragen. Een trialoog in vereenvoudigde vorm is mogelijk.

II. Stand van zaken: het voorstel van de Commissie

Op 6 mei 2010 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan drie nieuwe voorstellen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ten behoeve van Ierland en Spanje, om de terugkeer op de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

Dit is de negende aanvraag die in het kader van de begroting 2010 behandeld wordt en betreft de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 1 950 000 EUR uit het EFG ten behoeve van Spanje (Castilla-La Mancha). Het betreft gedwongen ontslagen in 36 bedrijven die actief zijn in NACE Revisie 2 afdeling 16: "Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk", in de NUTS II-regio Castilla-La Mancha (ES42), binnen een referentieperiode van negen maanden van 1 november 2008 tot 31 juli 2009.

De aanvraag, zaak EGF/2009/020 ES/Castilla-La Mancha, is bij de Commissie op 9 oktober 2009 ingediend en is tot en met 22 februari 2010 met bijkomende informatie aangevuld. De aanvraag was gebaseerd op de interventiecriteria van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 500/2006 volgens welke ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een referentieperiode van negen maanden vereist zijn bij bedrijven binnen dezelfde NACE 2-bedrijfstak in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling. De aanvraag werd binnen de in artikel 5 van bovenvermelde verordening bedoelde termijn van 10 weken ingediend.

Bij haar beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de volgende elementen: het verband tussen de gedwongen ontslagen en grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de financiële crisis, de vraag of de ontslagen al dan niet konden worden voorzien, bewijs voor het aantal ontslagen in kwestie, naleving van de criteria van artikel 2 (b), toelichting van de onvoorziene aard van de gedwongen ontslagen, de vraag welke bedrijven werknemers ontslaan en welke werknemers in aanmerking komen voor steun, de betrokken regio en de autoriteiten van en belanghebbenden in deze regio, de gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid, het te financieren gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten en de compatibiliteit van dit pakket met uit de structuurfondsen gefinancierde acties, de data waarop de op het individu afgestemde diensten ten behoeve van ontslagen werknemers van start zijn gegaan of de geplande begindata ervan, de procedures voor de raadpleging van de sociale partners, en de beheer- en controlesystemen.

Volgens de beoordeling van de Commissie voldoet de aanvraag aan de in de EFG-verordening vastgelegde subsidiabiliteitscriteria. Er wordt bijgevolg aanbevolen dat de begrotingsautoriteit de aanvraag goedkeurt.

Om middelen uit het EFG te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek (DEC 12/2010) doen toekomen voor een totaalbedrag van 1 950 000 EUR aan vastleggingskredieten uit de EFG-reserve (40 02 43) en aan betalingskredieten uit ESF-begrotingslijnen (04 02 17 – ESF-convergentie), over te schrijven naar de EFG-begrotingslijnen (04 05 01).

Wat betreft alternatieve bronnen van betalingskredieten heeft de Commissie uiteengezet dat de praktijk die tot nu toe werd toegepast, erin bestond de nodige betalingskredieten uit de ESF-begroting te betrekken, gezien de affiniteit van de beleidsgebieden en het feit dat de vereiste jaarlijkse betalingskredieten voor het EFG tot nu toe om en bij de 1% van die van het ESF bedroegen Zo vroeg in het begrotingsjaar zijn dergelijke alternatieve bronnen echter moeilijk te vinden. Om bij toekomstige EFG-aanvragen aan dit verzoek te voldoen, is de Commissie evenwel bereid, indien mogelijk en redelijk en wanneer dat de behandeling van het overschrijvingsverzoek niet dreigt te vertragen, alternatieve bronnen voor betalingskredieten te zoeken.

Het Interinstitutioneel Akkoord staat uitgaven uit het EFG toe tot een jaarlijks maximum van 500 miljoen EUR.

In artikel 12, lid 6, van de EFG-verordening wordt bepaald dat op 1 september nog ten minste 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar moet zijn om behoeften die vóór het eind van het jaar aan het licht komen, te kunnen dekken.

In 2010 heeft de begrotingsautoriteit reeds vijf voorstellen voor beschikbaarstelling van middelen uit het fonds goedgekeurd, voor een totaalbedrag van 16 338 363 EUR, ten behoeve van Duitsland (Karmenn) en Litouwen (Snaige, bouwsector, meubelfabricage en vervaardiging van kleding), zodat er een bedrag van 483 661 637 EUR beschikbaar blijft.

III. Procedure

De Commissie heeft een verzoek om overschrijving[3] ingediend om overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting 2010 op te nemen.

De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit over de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zou via een vereenvoudigde procedure kunnen plaatsvinden (briefwisseling), zoals voorzien in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming komen.

Conform een interne afspraak wordt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) bij dit proces betrokken, opdat zij op constructieve wijze kan bijdragen tot de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

Na evaluatie heeft de Commissie EMPL van het Europees Parlement haar standpunt over de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te kennen gegeven, zoals blijkt uit het bij dit verslag gevoegde advies.

Met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die tijdens het overleg van 17 juli 2008 werd goedgekeurd, werd het belang bekrachtigd van een snelle procedure voor de goedkeuring van besluiten tot beschikbaarstelling van de middelen van het EFG, met inachtneming van het Interinstitutioneel Akkoord.

  • [1]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  DEC 12/2010 van 6 mei 2010

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

ES/sg

D(2010)27784

De heer Alain Lamassoure

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 13E158

Betreft: Advies over de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in zaak EGF/2009/020 ES/Castilla-La Mancha (COM(2010)0205)

Geachte heer Lamassoure,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) alsmede haar EFG-werkgroep hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in zaak EGF/2009/020 ES/Castilla-La Mancha onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De Commissie EMPL en de EFG-werkgroep zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds als gevolg van de aanvraag in kwestie. De commissie formuleert in verband hiermee een aantal opmerkingen, zonder evenwel de beschikbaarstelling van de middelen op de helling te zetten.

Het standpunt van de commissie is gebaseerd op de volgende overwegingen:

a)  overwegende dat de 585 ontslagen in de referentieperiode van 9 maanden het resultaat zijn van de financiële en economische crisis, die een steile daling van de bouwactiviteiten in Spanje veroorzaakt, met gevolgen voor alle toeleverende bedrijfstakken, onder andere de bouwmaterialensector, bijvoorbeeld de productie van deuren;

b)  overwegende dat de ontslagen ter plaatse aanzienlijke gevolgen hadden, doordat industrie, vooral de productie van houten deuren, goed is voor 70% van alle banen;

c)  overwegende dat Spanje het feit betreurt dat de regio ook te lijden heeft onder ontvolking, waarbij de ontslagen mogelijk een bijkomende negatieve impact op het gebied hebben;

d)  overwegende dat ongeveer 80% van de ontslagen werknemers geen of slechts een minimale opleiding heeft en het niet gewend is om werk te zoeken buiten de eigen regio;

Daarom verzoekt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Spaanse aanvraag op te nemen:

1.  is tevreden met het pakket gepersonaliseerde diensten, met name de maatregelen om laaggekwalificeerde werknemers beroepskwalificaties te bezorgen; betreurt evenwel het feit dat slechts 90 werknemers deze kans zullen krijgen;

2.  vestigt opnieuw de aandacht op sterk bekritiseerde financiële stimuli voor deelname aan opleidingsactiviteiten en vraagt een beoordeling van het succes van deze maatregelen in het jaarverslag van de Commissie;

3.  steunt ook het "Terug naar school"-initiatief en onderstreept het feit dat de maatregelen in het kader hiervan een nauwgezette follow-up moeten krijgen, met als doel een geslaagde re-integratie op de arbeidsmarkt;

4.  is tevreden met de nieuwe paragraaf over de koppeling van het Spaanse operationele ESF-programma aan de maatregelen die worden ondersteund via het EFG; moedigt de lidstaten en de Commissie aan om deze basisinformatie verder uit te werken, aangezien volledige informatie over de complementariteit van het EFG met de maatregelen die worden ondersteund via andere structuurfondsen, overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening, van groot belang is voor de volledige evaluatie van de toegevoegde waarde van het EFG;

5.  herhaalt dat alle maatregelen die bedoeld zijn voor de ontslagen werknemers, met elkaar complementair moeten zijn en onderling gecoördineerd moeten worden, om voor de grootst mogelijke synergie van deze maatregelen te zorgen;

6.  is tevreden met de nieuwe en beknopte presentatie van de aanvraag in de vorm van een tabel; betreurt evenwel het feit dat, hoewel de Commissie meer soepelheid met betrekking tot de presentatie van de aanvragen in het nieuwe formaat heeft aangekondigd, nog steeds belangrijke informatie ontbreekt over de achtergrond van de aanvraag die relevant is voor een volledige evaluatie van de zaak: bijvoorbeeld informatie over hoe het de ondernemingen is vergaan: sluiting of voortzetting van de activiteit op een lager niveau om de crisis te doorstaan, of over de samenwerking met de sociale partners;

7.  wil graag meer horen over het verband tussen het via het EFG ondersteunde onderzoek over de economische situatie en de werkgelegenheidsmogelijkheden en de tegelijk genomen maatregelen.

Hoogachtend,

Pervenche Berès

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

2.6.2010

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

26

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Francesca Balzani, Lajos Bokros, Jean-Luc Dehaene, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ivars Godmanis, Estelle Grelier, Carl Haglund, Jutta Haug, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Vladimír Maňka, Miguel Portas, Dominique Riquet, László Surján, Derek Vaughan, Angelika Werthmann, Jacek Włosowicz

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Paul Rübig

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Peter Jahr, Andres Perello Rodriguez, Britta Reimers