VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer
3.6.2010 - (COM(2010)0196 – C7‑0116/2010 – 2010/2067(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur: Barbara Matera
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer
(COM(2010)0196 – C7‑0116/2010 – 2010/2067(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0196 – C7‑0116/2010),
– gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] (IIA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,
– gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG-verordening)[2],
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7‑0181/2010),
A. overwegende dat de Europese Unie de nodige wetgeving- en begrotingsinstrumenten heeft ingesteld om bijkomende steun te verlenen aan werknemers die te lijden hebben onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om deze werknemers bij hun herintrede op de arbeidsmarkt te begeleiden,
B. overwegende dat het EFG sinds 1 mei 2009 ook is opengesteld voor aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis,
C. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel zou moeten zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking zou moeten worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op de bemiddelingsvergadering van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om gebruik te maken van het EFG,
D. overwegende dat Ierland om steun heeft verzocht voor gedwongen ontslagen bij Waterford Crystal en drie toeleveringsbedrijven (Thomas Fennell Engineering Ltd, RPS Engineering Services, Abbey Electric) die werkzaam zijn in de kristalsector[3],
E. overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening,
1. verzoekt de betrokken instellingen zich de nodige inspanningen te getroosten om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen;
2. brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos geworden zijn; benadrukt de rol die het EFG kan spelen bij de hertewerkstelling van ontslagen werknemers;
3. beklemtoont dat het EFG in overeenstemming met artikel 6 van de EFG-verordening moet bijdragen tot de hertewerkstelling van elke afzonderlijke ontslagen werknemer; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van acties waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;
4. wijst erop dat de informatie die is ontvangen over het gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten die door het EFG moeten worden gefinancierd gedetailleerde gegevens omvat inzake de aanvullendheid op acties die zijn gefinancierd met de structuurfondsen, en herhaalt zijn oproep om in zijn jaarverslagen ook een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen;
5. herinnert eraan dat in het kader van de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG gewaakt moet worden voor de systematische overschrijving van betalingskredieten uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), aangezien het EFG is opgericht als een op zichzelf staand specifiek hulpmiddel met eigen doelstellingen en termijnen;
6. herinnert eraan dat de werking en de toegevoegde waarde van het EFG moeten worden beoordeeld in de context van de algemene evaluatie van de op basis van het IIA van 17 mei 2006 ingevoerde programma's en diverse andere instrumenten, in het kader van de begrotingsherziening van het meerjarig financieel kader 2007-2013;
7. is ingenomen met de nieuwe vormgeving van het voorstel van de Commissie, met name de toelichting, waarin heldere en gedetailleerde informatie wordt gegeven over de toepassing, met een analyse van de subsidiabiliteitscriteria en een uitleg van de redenen voor het verlenen van goedkeuring, hetgeen overeenstemt met de wensen van het Parlement;
8. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
9. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van xx mei 2010
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name op punt 28,
gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2], met name op artikel 12, lid 3,
gezien het voorstel van de Europese Commissie[3],
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
(2) Het EFG staat sinds 1 mei 2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.
(3) Krachtens het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 mag uit het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro beschikbaar worden gesteld.
(4) Ierland heeft op 2 september 2009 een aanvraag ingediend om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in het bedrijf Waterford Crystal en op 7 augustus 2009 voor drie leveranciers of downstream producenten van eerdergenoemd bedrijf, en heeft tot en met 3 november 2009 aanvullende informatie toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 2 570 853 EUR beschikbaar te stellen
(5) Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door Ierland ingediende aanvraag
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 wordt een bedrag van 2 570 853 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG).
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
TOELICHTING
I. Achtergrond
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr.1927/2006[2], mag het EFG jaarlijks maximaal 500 miljoen EUR bevatten, afkomstig uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1b. De benodigde bedragen worden als voorziening in de begroting opgenomen zodra er voldoende begrotingsruimte en/of geannuleerde vastleggingen zijn vastgesteld.
De procedure om het EFG te activeren verloopt als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een daarmee overeenkomstig overschrijvingsverzoek. Parallel kan een trialoog plaatsvinden om tot overeenstemming te komen over het gebruik van het EFG en de vereiste bedragen. Een trialoog in vereenvoudigde vorm is mogelijk.
II. Stand van zaken: het voorstel van de Commissie
Op 6 mei 2010 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan drie nieuwe voorstellen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ten behoeve van Ierland en Spanje, om de terugkeer op de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.
Het voorliggende voorstel betreft de aanvraag van Ierland inzake gedwongen ontslagen bij Waterford Crystal en drie toeleverende bedrijven. Dit is de zevende aanvraag die in het kader van de begroting 2010 behandeld wordt.
Voorgesteld wordt om in totaal 2 570 853 EUR aan middelen van het EFG beschikbaar te stellen, ter dekking van de steun aan 653 ontslagen werknemers in het bedrijf Waterford Crystal en drie toeleverende bedrijven Thomas Fennell Engineering Ltd, RPS Engineering Services en Abbey Electric, gevestigd in de regio Zuidoost volgens de NUTS III-indeling; van deze werknemers komen 598 in aanmerking voor steun uit het EFG.
Deze aanvraag, zaak EGF/2009/012 IE/Waterford Crystal, is op 7 augustus 2009 bij de Commissie ingediend. De aanvraag was gebaseerd op de interventiecriteria van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 500/2006 volgens welke ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een referentieperiode van vier maanden vereist zijn in een bedrijf in een lidstaat, met inbegrip van ontslagen binnen de toeleveranciers of downstream producenten van dat bedrijf, en werd binnen de in artikel 5 van bovenvermelde verordening bedoelde termijn van 10 weken ingediend.
Bij haar beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de volgende elementen: het verband tussen de gedwongen ontslagen en grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de financiële crisis, de vraag of de ontslagen al dan niet konden worden voorzien, bewijs voor het aantal ontslagen in kwestie, naleving van de criteria van artikel 2, toelichting van de onvoorziene aard van de gedwongen ontslagen, de vraag welke bedrijven werknemers ontslaan en welke werknemers in aanmerking komen voor steun, de betrokken regio en de autoriteiten van en belanghebbenden in deze regio, de gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid, het te financieren gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten en de compatibiliteit van dit pakket met uit de structuurfondsen gefinancierde acties, de data waarop de op het individu afgestemde diensten ten behoeve van ontslagen werknemers van start zijn gegaan of de geplande begindata ervan, de procedures voor de raadpleging van de sociale partners, en de beheer- en controlesystemen.
Volgens de beoordeling van de Commissie voldoet de aanvraag aan de in de EFG-verordening vastgelegde subsidiabiliteitscriteria. Er wordt bijgevolg aanbevolen dat de begrotingsautoriteit de aanvraag goedkeurt.
Om middelen uit het EFG te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek (DEC 09/2010) doen toekomen voor een totaalbedrag van 2 570 853 EUR aan vastleggingskredieten uit de EFG-reserve (40 02 43) en aan betalingskredieten uit ESF-begrotingslijnen (04 02 17 – ESF-convergentie), over te schrijven naar de EFG-begrotingslijnen (04 05 01).
Wat betreft alternatieve bronnen van betalingskredieten heeft de Commissie uiteengezet dat de praktijk die tot nu toe werd toegepast, erin bestond de nodige betalingskredieten uit de ESF-begroting te betrekken, gezien de affiniteit van de beleidsgebieden en het feit dat de vereiste jaarlijkse betalingskredieten voor het EFG tot nu toe om en bij de 1% van die van het ESF bedroegen Zo vroeg in het begrotingsjaar zijn dergelijke alternatieve bronnen echter moeilijk te vinden. Om bij toekomstige EFG-aanvragen aan dit verzoek te voldoen, is de Commissie evenwel bereid, indien mogelijk en redelijk en wanneer dat de behandeling van het overschrijvingsverzoek niet dreigt te vertragen, alternatieve bronnen voor betalingskredieten te zoeken.
Het Interinstitutioneel Akkoord staat uitgaven uit het EFG toe tot een jaarlijks maximum van 500 miljoen EUR.
In artikel 12, lid 6, van de EFG-verordening wordt bepaald dat op 1 september nog ten minste 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar moet zijn om behoeften die vóór het eind van het jaar aan het licht komen, te kunnen dekken.
In 2010 heeft de begrotingsautoriteit reeds vijf voorstellen voor beschikbaarstelling van middelen uit het fonds goedgekeurd, voor een totaalbedrag van 16 338 363 EUR, ten behoeve van Duitsland (Karmenn) en Litouwen (Snaige, bouwsector, meubelfabricage en vervaardiging van kleding), zodat er een bedrag van 483 661 637 EUR beschikbaar blijft.
III. Procedure
De Commissie heeft een verzoek om overschrijving[3] ingediend om overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting 2010 op te nemen.
De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit over de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zou via een vereenvoudigde procedure kunnen plaatsvinden (briefwisseling), zoals voorzien in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming komen.
Conform een interne afspraak wordt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) bij dit proces betrokken, opdat zij op constructieve wijze kan bijdragen tot de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.
Na evaluatie heeft de Commissie EMPL van het Europees Parlement haar standpunt over de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te kennen gegeven, zoals blijkt uit het bij dit verslag gevoegde advies.
Met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die tijdens het overleg van 17 juli 2008 werd goedgekeurd, werd het belang bekrachtigd van een snelle procedure voor de goedkeuring van besluiten tot beschikbaarstelling van de middelen van het EFG, met inachtneming van het Interinstitutioneel Akkoord.
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
ES/sg
D(2010)27788
De heer Alain Lamassoure
Voorzitter van de Begrotingscommissie
ASP 13E158
Betreft: Advies over de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in zaak EGF/2009/012 IE/Waterford Crystal, Ierland (COM(2010)0196)
Geachte heer Lamassoure,
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) alsmede haar EFG-werkgroep hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in zaak EGF/2009/012 IE/Waterford Crystal, Ierland, onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.
De Commissie EMPL en de EFG-werkgroep zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds als gevolg van de aanvraag in kwestie. De commissie formuleert in verband hiermee een aantal opmerkingen, zonder evenwel de beschikbaarstelling van de middelen op de helling te zetten.
Het standpunt van de commissie is gebaseerd op de volgende overwegingen:
a) overwegende dat de Waterford Crystal/Wedgewood-groep in januari 2009 onder curatele is geplaatst en vervolgens is gekocht door het private equity-fonds KPS Capital Partners LP, waarna de fabriek in Waterford werd gesloten;
b) overwegende dat de Ierse autoriteiten in de aanvraag stellen dat de onderneming zwaar is getroffen door de mondiale financiële crisis in oktober 2008, toen zij haar schulden aan het herschikken was, en dat zij van mening zijn dat Waterford Crystal, zonder de moeilijkheden om toegang te krijgen tot extra financiering, zijn schulden had kunnen herschikken en zijn activiteiten had kunnen voorzetten, met focus op zijn kernproducten en voortbouwend op zijn investeringen in nieuwe producten en de uitbesteding van de productie naar landen met lagere kosten;
c) overwegende dat meer dan 72% van de ontslagen werknemers ouder is dan 45 en nooit ergens anders dan bij Waterford Crystal heeft gewerkt;
d) overwegende dat het ministerie van Onderwijs en Vaardigheden nu verantwoordelijk is voor de EFG-aanvragen binnen de Ierse regering;
e) overwegende dat de Commissie EMPL volledig geïnformeerd moet zijn over de manier waarop de lidstaten een beroep op het EFG doen, met het oog op de toekomstige ontwikkeling van het Fonds, en dat zij daarom volledige informatie nodig heeft over de complementariteit van het EFG en de structuurfondsen in het algemeen en het ESF in het bijzonder;
f) overwegende dat de Waterford Wedgewood-groep filialen had in andere EU-lidstaten;
g) overwegende dat maatregelen om ondernemerschap te bevorderen erg belangrijk zijn, aangezien zij reële mogelijkheden voor een nieuwe professionele toekomst voor ontslagen werknemers bieden en aangezien zij de basis zijn voor de schepping van nieuwe werkgelegenheidskansen in het algemeen;
Daarom verzoekt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Ierse aanvraag op te nemen:
1. is tevreden met het gedetailleerde en gerichte pakket van gepersonaliseerde diensten voor de re-integratie van de werknemers op de arbeidsmarkt, in een sector die bijzonder kwetsbaar is voor een economische recessie;
2. is tevreden met het feit dat de werkloosheidsperiode door de Ierse autoriteiten zal worden benut voor een algemene verbetering van de vaardigheden, niet alleen via beroepsopleiding, maar ook om de inzetbaarheid van werknemers met een hogere opleiding te verbeteren; onderstreept het feit dat deze aanpak strookt met de doelstelling van het Fonds om te zorgen voor specifieke, eenmalige steun om de re-integratie op de arbeidsmarkt te faciliteren van werknemers in gebieden, sectoren of arbeidsmarktsegmenten die getroffen worden door een ernstige economische ontwrichting;
3. betreurt evenwel het feit dat veel tijd is verstreken tussen de ontvangst van de laatste aanvullende informatie en de aanvraag van 3 november 2009, en het uiteindelijke besluit van de Commissie op 6 mei 2010;
4. is tevreden met de nieuwe en beknopte presentatie van de aanvraag in de vorm van een tabel; betreurt evenwel het feit dat, hoewel de Commissie meer soepelheid met betrekking tot de presentatie van de aanvragen in het nieuwe formaat heeft aangekondigd, nog steeds belangrijke informatie ontbreekt over de achtergrond van de aanvraag die relevant is voor een volledige evaluatie van de zaak: bijvoorbeeld informatie over hoe het de onderneming is vergaan, ontbreekt in het COM-document en hetzelfde geldt voor het verband met eventuele financiering via het ESF, bijvoorbeeld voor het Interagency Forum dat door de gemeenteraad van Waterford is opgericht;
5. herinnert eraan dat Richtlijn 89/95 onder andere de verplichtingen van werkgevers in geval van een collectief ontslag vaststelt die in alle lidstaten moeten gelden; steunt de Commissie wat haar inspanningen betreft om een beter overzicht te krijgen van de uitvoering van de richtlijn in de lidstaten;
6. steunt de maatregelen die bedoeld zijn om ondernemerschap te ondersteunen, maar herinnert de lidstaten eraan dat deze maatregelen gepaard moeten gaan met een grondige individuele follow-up om ervoor te zorgen dat het succes van een nieuwe onderneming voortduurt na de periode van financiële steun uit het EFG;
7. betreurt het feit dat de werknemers die na het faillissement van Waterford Crystal ontslagen zijn in andere lidstaten, niet de kansen zullen krijgen die het EFG biedt, omdat hun regeringen geen steun hebben aangevraagd; herinnert de lidstaten er daarom aan een beroep op het EFG te doen, dat in tijden van crisis een waardevol instrument is voor de opleiding en de verbetering van de vaardigheden van de arbeidskrachten, om de werkloosheid te bestrijden en zo spoedig mogelijk uit de crisis te raken;
8. is ook tevreden met de nieuwe paragraaf over artikel 7 van de EFG-verordening, maar herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om in haar jaarverslag niet alleen gedetailleerde informatie op te nemen over de inachtneming door de lidstaten van de principes inzake non-discriminatie en de gelijkheid van vrouwen en mannen in alle fases van de uitvoering van de maatregelen, maar ook een analyse met betrekking tot de vraag welke maatregelen de gelijkheid van vrouwen en mannen in het bijzonder hebben bevorderd wat de integratie op de arbeidsmarkt betreft;
9. neemt kennis van het nieuwe hoofdstuk "Alternatieve bronnen van betalingskredieten", maar onderstreept het feit dat de financiering van het EFG met onbenutte ESF-middelen de discussies over de effectiviteit van het Fonds blijft voeden en de waardevolle specifieke bijdrage van het EFG als soepel interventie-instrument overschaduwt;
10. herhaalt in verband hiermee zijn verzoek aan de Commissie om in haar jaarverslag volledige informatie op te nemen over de complementariteit van het EFG met de maatregelen die worden ondersteund met andere structuurfondsen, overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening, teneinde de zichtbaarheid van de toegevoegde waarde van het EFG te vergroten.
Hoogachtend.
Pervenche Berès
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
2.6.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
26 0 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Francesca Balzani, Lajos Bokros, Jean-Luc Dehaene, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ivars Godmanis, Estelle Grelier, Carl Haglund, Jutta Haug, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Vladimír Maňka, Miguel Portas, Dominique Riquet, László Surján, Derek Vaughan, Angelika Werthmann, Jacek Włosowicz |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Paul Rübig |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Peter Jahr, Andres Perello Rodriguez, Britta Reimers |
|||||