VERSLAG over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2009
7.6.2010 - (2009/2139(INI))
Commissie verzoekschriften
Rapporteur: Carlos José Iturgaiz Angulo
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2009 (2009/2139(INI))
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften,
– gelet op de artikelen 24 en 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op de artikelen 10 en 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,
– gelet op artikel 48 en artikel 202, lid 8, van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie verzoekschriften (A7-0186/2010),
A. overwegende dat de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften in 2009 gekenmerkt werden door de overgang van de zesde naar de zevende parlementaire zittingsperiode, waarbij de samenstelling van de commissie aanzienlijke wijzigingen heeft ondergaan en twee derden van de leden nieuwkomers waren,
B. overwegende dat de ambtstermijn van de Europese ombudsman in 2009 is verlopen en dat de Commissie verzoekschriften rechtstreeks betrokken was bij de hoorzittingen met de kandidaten voor deze functie,
C. overwegende dat het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 in werking is getreden en de noodzakelijke voorwaarden heeft gecreëerd voor een nauwere betrokkenheid van de burgers bij het besluitvormingsproces in de Europese Unie, ter versterking van haar legitimiteit en haar verantwoordingsplicht,
D. overwegende dat de EU-burgers rechtstreeks vertegenwoordigd zijn in het Parlement, en dat het in het Verdrag vastgelegde recht tot het indienen van verzoekschriften hun een middel verschaft om zich rechtstreeks tot hun vertegenwoordigers te richten wanneer zij van oordeel zijn dat hun rechten met voeten worden getreden,
E. overwegende dat de tenuitvoerlegging van de Europese wetgeving een directe impact heeft op de burgers, die het best geplaatst zijn om de doeltreffendheid en de tekortkomingen ervan te beoordelen, en te wijzen op de leemten die dienen te worden opgevuld opdat de burgers zich kunnen vinden in de doelstellingen van de Unie,
F. overwegende dat de Europese burgers zich individueel en collectief tot het Parlement wenden voor verhaal wanneer de Europese wetgeving is geschonden,
G. overwegende dat het Parlement via zijn Commissie verzoekschriften de verplichting heeft deze klachten te onderzoeken en het mogelijke te doen om een einde te maken aan dergelijke schendingen van de wetgeving; overwegende dat de Commissie verzoekschriften, ten einde de burgers de geschiktste en snelste middelen tot herstel te verschaffen, haar samenwerking met de Commissie, andere parlementaire commissies, Europese organen, agentschappen en netwerken, en de lidstaten, verder heeft versterkt,
H. overwegende dat het Parlement in 2009 iets meer verzoekschriften ontvangen heeft dan het jaar daarvoor (1924, tegenover 1849 in 2008), en dat de toenemende tendens om verzoekschriften langs elektronische weg in te dienen werd bevestigd (circa 65% in 2009 tegenover 60% in 2008),
I. overwegende dat uit het aantal in 2009 ontvangen niet ontvankelijke verzoekschriften blijkt dat nog meer het accent moet worden gelegd op een betere voorlichting van de burgers over de bevoegdheden van de Unie en de rol van haar verschillende instellingen,
J. overwegende dat de burgers vaak verzoekschriften bij het Parlement indienen over door de bevoegde bestuurlijke of gerechtelijke autoriteiten van de lidstaten genomen besluiten, en dat zij mechanismen nodig hebben om de nationale autoriteiten ter verantwoording te roepen voor hun aandeel in het Europese wetgevingsproces en het proces van tenuitvoerlegging ervan,
K. overwegende dat, zoals de Europese ombudsman het heeft erkend in het besluit van december 2009 tot afsluiting van het onderzoek in verband met klacht 822/2009/BU tegen de Commissie, de burgers er in het bijzonder bewust van moeten worden gemaakt dat de nationale gerechtelijke procedures een onderdeel zijn van het proces van tenuitvoerlegging van de Europese wetgeving in de lidstaten, en dat de Commissie verzoekschriften geen kwesties kan behandelen die onder nationale gerechtelijke procedures vallen en het resultaat van dergelijke procedures niet kan herzien,
L. overwegende dat het Parlement geconfronteerd wordt met een bijzonder probleem wanneer het een verzoekschrift ontvangt waarin staande wordt gehouden dat de nationale gerechtelijke instanties hebben nagelaten het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing te vragen, in weerwil van artikel 267 VWEU, met name indien de Commissie geen gebruik maakt van haar bevoegdheden op grond van artikel 258 om actie te ondernemen tegen de lidstaat in kwestie,
M. overwegende dat het proces van indiening van verzoekschriften, gezien zijn werkingsmechanismen en omdat het Verdrag alle EU-burgers en -ingezetenen het petitierecht garandeert, verschilt van alle andere middelen tot herstel waarover de burgers op EU-niveau beschikken, zoals de indiening van klachten bij de Europese ombudsman of de Commissie,
N. overwegende dat de burgers het recht hebben op snel en oplossingsgericht herstel en een hoog niveau van doorzichtigheid en duidelijkheid van alle Europese instellingen, en dat het Parlement de Commissie herhaaldelijk gevraagd heeft gebruik te maken van haar prerogatieven als hoedster van de Verdragen om op te treden tegen door rekwestranten aan de kaak gestelde schendingen van de Europese wetgeving, inzonderheid wanneer omzetting van EU-wetgeving op nationaal niveau resulteert in schending ervan,
O. overwegende dat in talrijke verzoekschriften nog steeds kwesties ter sprake worden gebracht in verband met de omzetting en de tenuitvoerlegging van de Europese internemarkt- en milieuwetgeving, en dat de Commissie verzoekschriften de Commissie al herhaaldelijk gevraagd heeft ervoor te zorgen dat de controles op de wetshandhaving op deze terreinen worden versterkt en doeltreffender worden gemaakt,
P. overwegende dat het, ofschoon de Commissie de naleving van de EU-wetgeving pas ten volle kan controleren wanneer de nationale autoriteiten een eindbesluit hebben genomen, van belang is, met name ten aanzien van milieukwesties en alle gevallen waarin het tijdsaspect bijzonder significant is, dat in een vroeg stadium wordt nagegaan of de lokale, regionale en nationale autoriteiten alle relevante door de EU-wetgeving voorgeschreven procedures correct toepassen, en dat indien nodig gedetailleerde studies worden uitgevoerd over de toepassing en het effect van de van kracht zijnde wetgeving, ten einde alle nodige informatie te verkrijgen,
Q. overwegende dat het van belang is dat verdere onherstelbare schade aan de biodiversiteit wordt voorkomen, met name in Natura 2000-gebieden, en dat de lidstaten toegezegd hebben de bescherming van de speciale zones die onder de Habitatrichtlijn (92/43/EEG) en de Vogelrichtlijn (79/409/EEG) vallen, te garanderen,
R. overwegende dat uit de verzoekschriften blijkt dat de Europese wetgeving een aanzienlijke impact heeft op het dagelijkse leven van de EU-burgers, en dat dan ook alle noodzakelijke stappen moeten worden ondernomen om de op het gebied van de versterking van de rechten van de EU-burgers gemaakte vorderingen te consolideren,
S. overwegende dat de Commissie verzoekschriften in haar vorige activiteitenverslag en haar advies inzake het jaarverslag van de Commissie over de controle op de toepassing van het gemeenschapsrecht verzocht heeft regelmatig op de hoogte te worden gehouden van de diverse stadia van inbreukprocedures betreffende kwesties die ook het voorwerp zijn van verzoekschriften,
T. overwegende dat de lidstaten primair verantwoordelijk zijn voor de correcte omzetting en handhaving van de Europese wetgeving, en dat vele van hen in 2009 in toenemende mate betrokken zijn geweest bij de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften,
1. juicht de vlotte overgang naar de nieuwe parlementaire zittingsperiode toe en constateert dat een groot deel van het werk van de Commissie verzoekschriften, in tegenstelling tot dat van andere parlementaire commissies, werd overgedragen naar de nieuwe zittingsperiode, omdat de behandeling van een aanzienlijk aantal verzoekschriften nog niet was voltooid;
2. verwelkomt de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en vertrouwt erop dat het Parlement nauw zal worden betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe burgerinitiatief, zodat dit instrument ten volle zijn doel kan bereiken en grotere doorzichtigheid en verantwoordingsplicht in het EU-besluitvormingsproces kan waarborgen, door burgers in staat te stellen verbeteringen in of aanvullingen op de EU-wetgeving voor te stellen;
3. verwelkomt het eind 2009 door de Commissie gepubliceerde Groenboek over een Europees burgerinitiatief[1], als een eerste positieve stap naar de omzetting van dit concept in de praktijk;
4. wijst erop dat het Parlement campagneachtige verzoekschriften met meer dan een miljoen handtekeningen heeft ontvangen en beklemtoont de noodzaak burgers ten volle bewust te maken van het onderscheid tussen dit soort verzoekschriften en het burgerinitiatief;
5. herinnert aan zijn resolutie over het burgerinitiatief[2], waaraan de Commissie verzoekschriften heeft bijgedragen door het uitbrengen van haar advies; verzoekt de Commissie met aandrang bevattelijke uitvoeringsregels vast te stellen die de rol en de verplichtingen van de bij de onderzoeks- en besluitvormingsprocessen betrokken instellingen duidelijk omschrijven;
6. juicht het toe dat het Handvest van de grondrechten als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wettelijk bindend is geworden en onderstreept het belang van het Handvest, dat de grondrechten duidelijker en zichtbaarder maakt voor alle burgers;
7. is van oordeel dat zowel de Unie als haar lidstaten de verplichting hebben ervoor te zorgen dat de in het Handvest vastgelegde grondrechten ten volle worden nageleefd, en vertrouwt erop dat het Handvest zal bijdragen aan de ontwikkeling van het concept van burgerschap van de Unie;
8. rekent erop dat alle noodzakelijk procedurele stappen zullen worden ondernomen om ervoor te zorgen dat de institutionele aspecten van de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden spoedig worden verduidelijkt, en noteert het voornemen van de Commissie verzoekschriften een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden van het Parlement op dit gebied;
9. vraagt opnieuw dat de relevante diensten van het Parlement en de Commissie de procedures voor herstel waarover de EU-burgers beschikken volledig herzien en beklemtoont het belang van de voortzetting van de onderhandelingen over de herziening van de kaderovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Commissie, teneinde ten volle rekening te houden met de versterking van de rechten van EU-burgers, met name ten aanzien van het Europese burgerinitiatief;
10. verwelkomt de door de Commissie ondernomen stappen om de bestaande openbare ondersteuningsdiensten te stroomlijnen, teneinde de burgers voor te lichten over hun EU-rechten en de middelen tot herstel die beschikbaar zijn in geval van inbreuk, door de diverse relevante webpagina's (zoals SOLVIT en ECC-Net) te hergroeperen onder het hoofdstuk "Uw rechten in de EU" van de hoofdwebsite van de EU;
11. wijst erop dat het Parlement de Commissie herhaaldelijk gevraagd heeft een systeem te ontwikkelen om de burgers wegwijs te maken in de diverse klachtenmechanismen waarover zij beschikken en acht verdere stappen noodzakelijk, met het uiteindelijke doel de webpagina "Uw rechten in de EU" om te vormen tot een gebruiksvriendelijke "online one-stop shop"; ziet uit naar de eerste beoordelingen van de tenuitvoerlegging van haar actieplan 2008[3], die in 2010 worden verwacht;
12. verwijst naar zijn resolutie over de werkzaamheden van de Europese ombudsman in 2008 en moedigt de nieuw gekozen ombudsman ertoe aan ernaar te blijven streven de openheid en verantwoordingsplicht van de Europese administratie te vergroten en erop toe te zien dat de besluiten zo open mogelijk en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen;
13. herhaalt dat het de diensten van de ombudsman vastberaden wil steunen bij hun inspanningen het publiek beter bewust te maken van hun werkzaamheden en gevallen van wanbestuur door Europese instellingen op te sporen en daartegen op te treden; is van oordeel dat de ombudsman een waardevolle bron van informatie is bij het algemene streven naar verbetering van de Europese administratie;
14. constateert dat de in 2009 ontvangen verzoekschriften, waarvan er bijna 40% niet ontvankelijk werden verklaard, nog steeds vooral betrekking hadden op milieu, grondrechten, justitie en interne markt; wat de geografische gerichtheid betreft, hadden de meeste verzoekschriften betrekking op de Unie als geheel - gevolgd door Duitsland, Spanje, Italië en Roemenië -, wat aantoont dat de burgers de activiteiten van de Unie in het oog houden en zich tot de Unie richten voor actie;
15. erkent het belang van het werk van de indieners van verzoekschriften en van zijn Commissie verzoekschriften voor de bescherming van het milieu van de Unie; juicht het initiatief van de commissie toe een studie te laten verrichten over de toepassing van de habitatrichtlijn, vooruitlopend op het Internationale Jaar van de biodiversiteit, en beschouwt dit als een nuttig instrument voor het evalueren van de EU-strategie inzake biodiversiteit tot nu toe en het ontwerpen van een nieuwe strategie terzake;
16. merkt op dat steeds meer verzoekschriften het accent leggen op de moeilijkheden die de burgers ondervinden wat de uitoefening van hun recht op vrij verkeer betreft, waarbij zij met name refereren aan de buitensporig lange termijnen voor de aflevering door gastlanden van verblijfsvergunningen aan gezinsleden uit derde landen, en aan de problemen met betrekking tot de uitoefening van het stemrecht en de erkenning van kwalificaties;
17. verzoekt de Commissie opnieuw praktische voorstellen ter tafel te brengen om de bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken uit te breiden tot kleine bedrijven, zoals gevraagd in zijn resolutie over bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden[4], aangezien de Commissie verzoekschriften verzoekschriften blijft ontvangen van slachtoffers van oplichting door ondernemingen achter bedrijvengidsen;
18. erkent dat de Commissie een centrale rol speelt bij de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften, die blijft steunen op haar expertise wanneer zij verzoekschriften moet beoordelen, inbreuken op de Europese wetgeving moet identificeren en moet zoeken naar middelen tot herstel; erkent tevens dat de Commissie inspanningen levert om in het algemeen sneller te reageren wanneer de Commissie verzoekschriften haar verzoekt een onderzoek in te stellen, zodat door burgers gemelde gevallen zo snel mogelijk kunnen worden opgelost;
19. spoort de Commissie ertoe aan in een vroeg stadium tussenbeide te komen wanneer verzoekschriften wijzen op mogelijke schade aan speciaal beschermde zones, door de betrokken nationale instanties te herinneren aan hun toezegging de integriteit te waarborgen van de gebieden die uit hoofde van Richtlijn 92/43/EEG (habitatrichtlijn) zijn ingedeeld als Natura 2000-gebieden, en indien nodig preventieve maatregelen te treffen om de naleving van de Europese wetgeving te garanderen,
20. verwelkomt de nieuw gekozen leden van de Commissie, met name de commissaris die verantwoordelijk is voor interinstitutionele betrekkingen en administratie, en vertrouwt erop dat zij zo nauw en zo doeltreffend mogelijk zullen samenwerken met de Commissie verzoekschriften en deze commissie zullen respecteren, als een van de belangrijkste communicatiekanalen tussen de burgers en de Europese instellingen;
21. betreurt dat de Commissie nog geen gevolg gegeven heeft aan de herhaalde verzoeken van de Commissie verzoekschriften regelmatig een officiële update te verschaffen van de vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van inbreukprocedures met betrekking tot open verzoekschriften; vindt de maandelijkse publicatie van de besluiten van de Commissie inzake inbreukprocedures - conform de artikelen 258 en 260 van het Verdrag - weliswaar lovenswaardig in termen van doorzichtigheid, maar is van oordeel dat zij geen adequaat antwoord vormt op deze verzoeken;
22. is van oordeel dat het raadplegen van de perscommuniqués van de Commissie om inbreukprocedures op te sporen en bepaalde verzoekschriften daaraan te toetsen een onnodige verspilling van de tijd en de middelen van de Commissie verzoekschriften zou zijn, met name in het geval van horizontale inbreuken, en wenst dat de Commissie de Commissie verzoekschriften informeert over alle belangrijke inbreukprocedures;
23. herhaalt dat het van oordeel is dat EU-burgers van de Commissie hetzelfde niveau van doorzichtigheid moeten kunnen verwachten, of zij nu een formele klacht indienen of een verzoekschrift richten aan het Parlement, en verzoekt de Commissie nogmaals ervoor te zorgen dat grotere erkenning wordt gegeven aan de indiening van verzoekschriften en aan de rol die de verzoekschriften spelen voor het aan het licht brengen van inbreuken op de Europese wetgeving, wat dan vervolgens leidt tot het initiëren van inbreukprocedures;
24. wijst er opnieuw op dat verzoekschriften in vele gevallen problemen aan het licht brengen in verband met de omzetting en handhaving van Europese wetgeving, maar ziet ook in dat het initiëren van inbreukprocedures niet noodzakelijk een onmiddellijke oplossing biedt voor de problemen van burgers, gezien de gemiddelde duur ervan;
25. juicht de inspanningen van de Commissie toe om alternatieve methoden te ontwikkelen om een betere tenuitvoerlegging van de Europese wetgeving te bevorderen, alsmede de positieve houding van sommige lidstaten, die de nodige maatregelen treffen om inbreuken in het beginstadium van het tenuitvoerleggingsproces recht te zetten;
26. verwelkomt de toenemende betrokkenheid van lidstaten bij de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften en de aanwezigheid van hun vertegenwoordigers op haar vergaderingen; is van oordeel dat deze samenwerking moet worden versterkt, aangezien de nationale autoriteiten primair verantwoordelijk zijn voor de handhaving van Europese wetgeving zodra zij in hun rechtsorde is omgezet;
27. beklemtoont dat nauwere samenwerking met de lidstaten van uitzonderlijk belang is voor de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; is van oordeel dat intensievere samenwerking met de nationale parlementen, met name in de context van het Verdrag van Lissabon, een wijze kan zijn om dit te verwezenlijken;
28. is van oordeel dat de lidstaten bereid moeten zijn een transparanter en proactiever rol te spelen bij de behandeling van verzoekschriften met betrekking tot de tenuitvoerlegging en handhaving van de Europese wetgeving;
29. is van oordeel dat de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement in het licht van het Verdrag van Lissabon nauwer moet samenwerken met soortgelijke commissies in de nationale en regionale parlementen van de lidstaten, ten einde de verzoekschriften over Europese kwesties beter te kunnen begrijpen en de burgers zo snel mogelijk antwoord te kunnen geven, op het meest gepaste niveau;
30. vestigt de aandacht op de conclusies van zijn resolutie over de effecten van de uitgebreide verstedelijking in Spanje[5] en verzoekt de Spaanse autoriteiten evaluaties van de terzake getroffen maatregelen te blijven verschaffen, zoals ze tot nu toe hebben gedaan;
31. noteert dat een toenemend aantal rekwestranten zich tot het Parlement richt voor herstel in kwesties die buiten de bevoegdheden van de EU vallen, zoals de berekening van pensioenuitkeringen, de tenuitvoerlegging van arresten van nationale rechtbanken en de passiviteit van nationale administraties; de Commissie verzoekschriften heeft haar best gedaan om dergelijke klachten door te verwijzen naar de bevoegde nationale instanties;
32. is van oordeel dat het extensieve gebruik van het internet weliswaar dient te worden aangemoedigd, omdat dit de communicatie met de burgers vergemakkelijkt, maar dat een oplossing moet worden gevonden om te voorkomen dat de Commissie verzoekschriften wordt overstelpt met "niet-verzoekschriften"; beschouwt een herziening van het registratieproces bij het Parlement als een mogelijke oplossing voor dit probleem, en spoort het ter zake bevoegde personeel ertoe aan de dossiers in kwestie door te verwijzen naar de Afdeling correspondentie met de burgers, in plaats van ze voor te leggen aan de Commissie verzoekschriften;
33. onderstreept dat de doorzichtigheid van het verzoekschriftenbeheer verder dient te worden verbeterd: intern door de "e-verzoekschriften"-toepassing - die de leden directe toegang tot verzoekschriftendossiers verschaft - constant te verbeteren, en extern door een gebruiksvriendelijk, interactief verzoekschriftenportaal te creëren dat het Parlement in staat stelt de burgers beter te bereiken, en de stemprocedures en de verantwoordelijkheden van de Commissie verzoekschriften duidelijker maakt voor het publiek;
34. pleit ervoor dat een portaal wordt gecreëerd dat een interactief multi-stage template biedt voor verzoekschriften en dat burgers informeert over wat zij met het indienen van verzoekschriften bij het Parlement kunnen bereiken, en over de bevoegdheden van het Parlement ter zake, en links bevat naar alternatieve middelen tot herstel op Europees en nationaal niveau; wenst dat de verantwoordelijkheden van de Unie op verschillende terreinen zo gedetailleerd mogelijk worden omschreven, ten einde elke mogelijke verwarring tussen de bevoegdheden van de EU en de nationale bevoegdheden uit te sluiten;
35. beseft dat de tenuitvoerlegging van een dergelijk initiatief geld zal kosten maar vraagt de relevante administratieve diensten met aandrang samen te werken met de Commissie verzoekschriften om de geschiktste oplossingen te vinden, aangezien het portaal als zodanig van het hoogste belang zal zijn, niet alleen om de contacten tussen het Parlement en de EU-burgers te verbeteren, maar ook om het aantal niet ontvankelijke verzoekschriften te beperken;
36. onderstreept dat in afwachting dat de kwestie van de middelen op bevredigende wijze wordt opgelost, een onmiddellijke verbetering van de bestaande website noodzakelijk is;
37. verwelkomt de goedkeuring van het nieuwe Reglement van het Parlement en de herziening van de bepalingen betreffende het beheer van verzoekschriften; juicht het toe dat het secretariaat en de vertegenwoordigers van de fracties werken aan een herziening van de leidraad ten behoeve van de leden inzake de regels en interne procedures van de Commissie verzoekschriften, aangezien deze nieuwe leidraad niet alleen de leden zal helpen bij hun werkzaamheden, maar ook de doorzichtigheid van het proces van indiening en behandeling van verzoekschriften zal vergroten;
38. herhaalt zijn oproep aan de relevante administratieve afdelingen de nodige maatregelen te treffen met het oog op de instelling van een elektronisch register via hetwelk burgers hun steun kunnen verlenen aan een verzoekschrift, of hun steun kunnen intrekken, conform artikel 202 van het Reglement;
39. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en het verslag van de Commissie verzoekschriften te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Europese ombudsman, alsmede aan de regeringen van de lidstaten, hun commissies verzoekschriften en hun nationale ombudsmannen of soortgelijke bevoegde organen.
- [1] COM(2009)0622 van 11.11.2009.
- [2] Resolutie van het Europees Parlement van 7 mei 2009 met het verzoek aan de Commissie om een voorstel in te dienen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering van het burgerinitiatief – P6_TA(2009)0389.
- [3] Actieplan voor een geïntegreerde benadering van ondersteuningsdiensten op het gebied van de interne markt ten behoeve van burgers en bedrijven – Werkdocument van de diensten van de Commissie, SEC(2008)1882.
- [4] Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2008 over bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden, PB C 45E van 23.2.2010, blz. 17.
- [5] Resolutie van het Europees Parlement van 26 maart 2009 over de effecten van de uitgebreide verstedelijking in Spanje op de individuele rechten van Europese burgers, het milieu en de toepassing van Europese wetgeving, gebaseerd op binnengekomen verzoekschriften, P6_TA(2009)0192.
TOELICHTING
Inleiding
Er dient in dit jaarverslag allereerst op te worden gewezen dat 2009 geen gewoon jaar was. Het was een nogal speciaal jaar, dat werd beheerst door de Europese verkiezingen en de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. De gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor het werk van de commissie zullen wellicht nog jaren voelbaar zijn, terwijl de verkiezingen van invloed zijn geweest op de dagelijkse activiteiten van de commissie.
In tegenstelling tot de andere parlementaire commissies kenmerkt de Commissie verzoekschriften zich door het feit dat het rooster van haar werkzaamheden niet afgestemd is op het wetgevingsprogramma van de Commissie, maar bepaald wordt door de burgers, die hun recht uitoefenen om verzoekschriften in te dienen bij het Parlement. Het jaar 2009 markeerde de overgang van de zesde naar de zevende zittingsperiode. De nieuwe commissieleden hebben zich vertrouwd moeten maken met het algemene werk van de commissie. Ofschoon de behandeling van een groot aantal verzoekschriften aan het eind van de zittingperiode werd afgesloten, werden talrijke verzoekschriften verwezen naar de volgende zittingsperiode. De leden dienden zich dan ook snel in te werken in die verzoekschriften, terwijl de nieuwe verzoekschriften binnenstroomden. Er zij op gewezen dat dit hele proces vlot is verlopen en dat zowel de vorige als de huidige commissie hun best hebben gedaan om ervoor te zorgen dat de rekwestranten zo weinig mogelijk nadelige gevolgen van deze overgangsperiode zouden ondervinden. Andere aspecten van de reguliere werkzaamheden van de commissie, zoals de informatiebezoeken, dienden evenwel te worden uitgesteld tot 2010.
Het verslag over 2009 probeert tegen die achtergrond een duidelijk beeld te geven van de werkzaamheden van de commissie in de loop van dat jaar, en uiteindelijk ook een beter inzicht in wat het indienen van verzoekschriften bij het Europees Parlement betekent en wat het mogelijke resultaat daarvan kan zijn, met de succesverhalen, maar ook de beperkingen ervan.
Statistieken over o.a. het aantal door de commissie ontvangen, afgesloten of behandelde verzoekschriften, en over de landen of de onderwerpen waarop zij betrekking hebben, vormen een belangrijk kwantitatief instrument voor de beoordeling van de werkzaamheden van de commissie. Andere aspecten zoals de betrekkingen met de andere Europese instellingen en de nationale en regionale instanties, of institutionele veranderingen die rechtstreeks gevolgen hebben voor de werkzaamheden van de Commissie, vullen dit algemene beeld aan.
En last but not least behandelt het verslag ook de vorderingen die zijn gemaakt wat betreft de uitvoering van de aanbevelingen die in het verleden zijn gedaan ter verbetering van de werkzaamheden van de commissie, en stelt het een aantal van de belangrijkste uitdagingen die verbonden zijn aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in het licht.
Indiening van verzoekschriften bij het Parlement - een in artikel 227 (vroeger artikel 194) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgelegd recht
De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon heeft het recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement bevestigd als een van de hoekstenen van het Europese burgerschap. Volgens artikel 227 van het nieuwe Verdrag (vroeger artikel 194) heeft iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfsplaats of statutaire zetel in een lidstaat het recht om individueel of tezamen met andere burgers of personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort.
De formulering zelf van dit artikel verschaft een goed beeld van wat het indienen van een verzoekschrift bij het Europees Parlement is, een instrument dat burgers in staat stelt hun problemen ten aanzien van de effecten van het EU-beleid en de EU-wetgeving in het dagelijkse leven voor te leggen aan het Parlement. De jaarstatistieken tonen aan dat de meeste burgers zich tot het Parlement richten om hulp te zoeken in kwesties met betrekking tot milieu, grondrechten, justitie, interne markt, enz. Anderen willen hun stem laten horen door suggesties te doen wat de ontwikkeling van het EU-beleid betreft. En, last but not least, er dient ook te worden gewezen op het grote aantal burgers dat een beroep doet op het Europees Parlement om besluiten van nationale instanties aan te vechten. In de meeste van deze verzoekschriften beklaagt men zich erover dat de Europese wetgeving niet correct wordt toegepast, terwijl sommigen arresten van nationale rechtbanken aanvechten of ontoereikende omzetting op administratief niveau aan de kaak stellen, of kwesties ter sprake brengen die het Europees Parlement niet aangaan, aangezien ze buiten de bevoegdheden van de Unie vallen
Volgens de statistieken heeft het Europees Parlement in 2009 1924 verzoekschriften ontvangen, iets meer dan de 1849 in het jaar 2008. Men kan stellen dat dit kleine verschil wijst op een zekere stagnatie, na de constant stijgende trend die werd geregistreerd na de uitbreiding van de Unie in 2004 en 2007.
Circa 46% van de in 2009 ontvangen verzoekschriften werd ontvankelijk verklaard, nagenoeg hetzelfde percentage als in 2008. Van de 688 verzoekschriften die ontvankelijk werden verklaard werden er 655 naar de Commissie gestuurd, met verzoek om informatie. Er dient te worden onderstreept dat de Commissie circa 300 mededelingen heeft verzonden over in 2009 geregistreerde verzoekschriften. Wat de niet ontvankelijke verzoekschriften betreft is de toestand nagenoeg dezelfde als het vorige jaar (812 tegenover 818). Aangezien het percentage niet ontvankelijke verzoekschriften zeer hoog blijft (iets meer dan de helft van de ontvangen verzoekschriften), is het duidelijk dat de inspanningen om de vroegere en huidige aanbevelingen die tot doel hebben de burgers beter te informeren over de bevoegdheden van de EU, moeten worden opgevoerd.
Besluit over het aan het verzoekschrift te geven gevolg |
Aantal verzoek-schriften |
% |
Aantal verzoek-schriften |
% |
|
|
2009 |
2008 |
|||
Ontvankelijk |
688 |
45.9 |
708 |
46.4 |
|
Niet ontvankelijk |
812 |
54.1 |
818 |
53.6 |
|
Ontvankelijk en behandeling afsluiten |
420 |
n.v.t. |
354 |
n.v.t. |
|
Ter advies toesturen aan de Commissie |
655 |
n.v.t. |
729 |
n.v.t. |
|
Ter advies toesturen aan andere instanties |
33 |
n.v.t. |
53 |
n.v.t. |
|
Ter informatie toesturen aan andere instanties |
207 |
n.v.t. |
207 |
n.v.t. |
|
Niet geregistreerd |
4 |
n.v.t. |
6 |
n.v.t. |
|
Er zij tevens op gewezen dat de behandeling van nagenoeg twee derden van de verzoekschriften van 2009, i.e. 1232, in een vroeg stadium van de procedure werd afgesloten, omdat zij niet ontvankelijk werden verklaard of omdat zij, ofschoon zij ontvankelijk waren, onmiddellijk nadat de rekwestranten informatie was verschaft of nadat zij waren doorverwezen naar andere commissies van het Europees Parlement die terzake bevoegd waren, werden afgesloten. Ook hier zijn de statistieken voor 2009 en voor 2008 vergelijkbaar, zoals blijkt uit de hieronder verschafte gegevens.
2009 |
|||
Besluit over het aan het verzoekschrift te geven gevolg |
Aantal verzoekschriften |
% |
|
Ontvankelijk |
1,062 |
56.3 |
|
Niet ontvankelijk |
818 |
43.4 |
|
Niet geregistreerd |
6 |
0.3 |
|
2008 |
|||
Besluit over het aan het verzoekschrift te geven gevolg |
Aantal verzoekschriften |
% |
|
Ontvankelijk |
1,108 |
57.6 |
|
Niet ontvankelijk |
812 |
42.2 |
|
Niet geregistreerd |
4 |
0.2 |
|
Er zij tegen deze achtergrond aan herinnerd dat de leden herhaaldelijk de aandacht hebben gevestigd op de zogeheten niet-verzoekschriften, en gesteld dat de behandeling ervan onnodig tijdverlies is. Er bestaat weliswaar geen definitie van een "niet-verzoekschrift", maar er dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen dit soort verzoekschriften en verzoekschriften die niet ontvankelijk worden verklaard omdat zij buiten het terrein van de bevoegdheden van de EU vallen. Een niet-verzoekschrift is meestal een korte persoonlijke verklaring over of een kort persoonlijk commentaar op EU-beleid of de wijze waarop het zich zou moeten ontwikkelen.
Wat dat betreft wordt op de aan de verzoekschriften gewijde webpagina van het Europees Parlement duidelijk vermeld dat verzoeken om informatie en algemeen commentaar op het EU-beleid niet worden behandeld door de Commissie verzoekschriften. De aandacht van de burgers wordt er voorts op gevestigd dat verzoekschriften die beledigende uitlatingen bevatten of niet ter zake dienend zijn, evenmin door de Commissie verzoekschriften in behandeling worden genomen en niet worden beantwoord Men kan daaruit alleen maar concluderen dat de commissie zich ervoor moet blijven inspannen de burgers uit te leggen wat het betekent een verzoekschrift bij het Europees Parlement in te dienen, en het registratieproces binnen het Europees Parlement te verbeteren.
In vergelijking met 2008 werden maar weinig veranderingen geregistreerd in de lijst van landen waar de verzoekschriften het meest betrekking op hebben. De Europese Unie als geheel komt nog steeds op de eerste plaats, gevolgd door Duitsland, Spanje, Italië en Roemenië (deze laatste twee landen hebben ten opzichte van 2008 hun plaatsen geruild). Malta bezet verrassenderwijs de laatste plaats, na Slovenië en Letland, met slechts negen verzoekschriften die op dit land betrekking hadden, in contrast met de eenentwintig verzoekschriften die vorig jaar werden ontvangen.
2009 |
|||
Betrokken land |
Aantal verzoek-schriften |
% |
|
Europese Unie |
403 |
18.6 |
|
Duitsland |
298 |
13.8 |
|
Spanje |
279 |
12.9 |
|
Italië |
176 |
8.1 |
|
Roemenië |
143 |
6.6 |
|
Polen |
100 |
4.6 |
|
Overige |
764 |
35.3 |
|
2008 |
|||
Betrokken land |
Aantal verzoek-schriften |
% |
|
Europese Unie |
330 |
15.9 |
|
Duitsland |
265 |
12.8 |
|
Spanje |
226 |
10.9 |
|
Roemenië |
207 |
10.0 |
|
Italië |
184 |
8.9 |
|
Polen |
105 |
5.1 |
|
Verenigd Koninkrijk |
99 |
4.8 |
|
Griekenland |
97 |
4.7 |
|
Frankrijk: |
86 |
4.1 |
|
Zoals reeds vermeld blijft het milieu de voornaamste bron van zorg voor de rekwestranten, gevolgd door grondrechten, justitie en interne markt, terwijl het aantal verzoekschriften betreffende teruggave van eigendom in 2008 is afgenomen.
2009 |
|||
Onderwerp |
Aantal verzoek-schriten |
Percentage |
|
Milieu |
228 |
9.7 |
|
Grondrechten |
164 |
7.0 |
|
Justitie |
159 |
6.8 |
|
Interne markt |
142 |
6.0 |
|
Eigendom & teruggave |
133 |
5.6 |
|
Werkgelegenheid |
105 |
4.5 |
|
Gezondheid |
104 |
4.4 |
|
Vervoer |
101 |
4.3 |
|
Sociale zaken |
93 |
4.0 |
|
Onderwijs & cultuur |
82 |
3.5 |
|
Overige |
1,043 |
44.3 |
|
2008 |
|||
Onderwerp |
Aantal verzoek-schriften |
Percentage |
|
Milieu |
311 |
12.8 |
|
Grondrechten |
208 |
8.6 |
|
Eigendom & teruggave |
149 |
6.1 |
|
Justitie |
147 |
6.1 |
|
Interne markt |
130 |
5.4 |
|
Sociale zaken |
118 |
4.9 |
|
Vervoer |
117 |
4.8 |
|
Gezondheid |
116 |
4.8 |
|
Onderwijs & cultuur |
105 |
4.3 |
|
Werkgelegenheid |
89 |
3.7 |
|
Overige |
938 |
38.6 |
|
Dat het milieu een constante bron van zorg blijft voor de Europese burgers is geen verrassing. De Europese wetgeving ter zake heeft zich ontwikkeld in de geest van het subsidiariteitsbeginsel en de grens tussen nationale en EU-bevoegdheden is niet altijd duidelijk voor burgers die de hulp inroepen van het Parlement wanneer zij de indruk hebben dat de regionale of nationale autoriteiten niet willen luisteren. In die zin heeft de Commissie verzoekschriften de mededeling van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap (COM(2008)0773) toegejuicht, als een eerste stap naar betere controles op de handhaving van de wetgeving op dit gebied[1].
Wat de grondrechten betreft dient een onderscheid te worden gemaakt tussen verzoekschriften die het falen van justitie, de gebrekkige tenuitvoerlegging van arresten van nationale rechtbanken of schendingen van het recht op toegang tot de rechter en op een eerlijk proces op nationaal niveau aan de kaak stellen, enerzijds, en verzoekschriften die de bescherming van door de Europese wetgeving en jurisprudentie op het gebied van de interne markt gegarandeerde rechten claimen, anderzijds.
Zo heeft de commissie in 2009 het werkdocument van Diana Wallis over de mededeling van de Commissie over "Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht ten dienste van de burger", het zogeheten programma van Stockholm, goedgekeurd. In dat document wordt de aandacht gevestigd op een aantal door rekwestranten ter sprake gebrachte problemen, waaronder de moeilijkheden die uit derde landen afkomstige gezinsleden ondervinden om in hun land van verblijf een verblijfsvergunning te verkrijgen (dit geldt met name voor het Verenigd Koninkrijk), uiteenlopende interpretaties van EG-richtlijn 2004/38 wat betreft de criteria om in aanmerking te komen voor een permanente verblijfsvergunning, en problemen die rekwestranten ondervinden om hun stemrecht uit te oefenen of hun kwalificaties te doen erkennen. De commissie heeft de rekwestranten herhaalde malen aanbevolen gebruik te maken van SOLVIT, een informeel mechanisme dat doeltreffende oplossingen kan bieden binnen strikte termijnen. Wij wensen te onderstrepen dat beperkingen in verband met gegevensbescherming de commissie belet zelf verzoekschriften door te sturen naar SOLVIT, en dat zij de rekwestrant ter zake dan ook alleen maar raad kan verschaffen. De rekwestrant moet zelf uitmaken of hij gebruik wil maken van SOLVIT, en of hij de commissie op de hoogte wil brengen van het resultaat van zijn eventuele stappen.
Er kunnen ook lichte wijzigingen worden geconstateerd in de ranglijst van de verzoekschriften naar taal. Duits en Engels waren in 2009 zoals in 2008 de door de rekwestranten meest gebruikte talen, maar Italiaans en Spaans hebben hun plaatsen geruild. Het Sloveens, het Maltees en het Ests staan onderaan de lijst.
2009 |
|||
Taal
|
Aantal verzoekschriften |
Percentage |
|
Duits |
548 |
28.5 |
|
Engels |
343 |
17.8 |
|
Spaans |
237 |
12.3 |
|
Italiaans |
203 |
10.6 |
|
Pools |
116 |
6.0 |
|
Roemeens |
110 |
5.7 |
|
Frans |
107 |
5.6 |
|
Overige |
260 |
13.5 |
|
2008 |
|||
Taal |
Aantal verzoekschriften |
Percentage |
|
Duits |
437 |
23.2 |
|
Engels |
395 |
20.9 |
|
Italiaans |
222 |
11.8 |
|
Spaans |
193 |
10.2 |
|
Roemeens |
155 |
8.2 |
|
Frans |
131 |
6.9 |
|
Pools |
101 |
5.4 |
|
Grieks |
87 |
4.6 |
|
Overig |
165 |
8.7 |
|
Wat de nationaliteit betreft blijven de Duitsers de meest actieve indieners van verzoekschriften, gevolgd door de Spanjaarden en de Italianen (ook in die statistieken hebben de Spanjaarden en de Italianen hun plaatsen geruild ten opzichte van 2008). De Roemenen, de Polen en de Britten bezetten de volgende plaatsen. Onderdaan de lijst staan de Tsjechen, de Esten en de Luxemburgers, die in 2009 samen elf verzoekschriften hebben ingediend.
2009 |
|||
Nationaliteit voornaamste indiener |
Aantal verzoek-schriften |
Percentage |
|
Duitsland |
496 |
25.8 |
|
Spanje |
237 |
12.3 |
|
Italië |
219 |
11.4 |
|
Roemenië |
150 |
7.8 |
|
Polen |
131 |
6.8 |
|
Verenigd Koninkrijk |
121 |
6.3 |
|
Frankrijk |
79 |
4.1 |
|
Griekenland |
78 |
4.1 |
|
Overige |
414 |
21.5 |
|
2008 |
|||
Nationaliteit voornaamste indiener |
Aantal verzoek-schriften |
Percentage |
|
Duitsland |
412 |
21.8 |
|
Italië |
245 |
12.9 |
|
Spanje |
197 |
10.4 |
|
Roemenië |
189 |
10.0 |
|
Verenigd Koninkrijk |
144 |
7.6 |
|
Polen |
112 |
5.9 |
|
Griekenland |
102 |
5.4 |
|
Frankrijk |
91 |
4.8 |
|
Overige |
400 |
21.1 |
|
Wat betreft de wijze van indiening van de verzoekschriften kan worden gesteld dat de trend van de laatste jaren zich heeft bevestigd: rekwestranten zijn steeds meer geneigd hun verzoekschriften via het internet in te dienen, eerder dan via het traditionele systeem van verzending van een brief per post (62,6% van de in 2009 ontvangen verzoekschriften werden verzonden per e-mail, tegenover 59,2 in 2008).
2009 |
|||
Wijze van indiening |
Aantal verzoek-schriften |
% |
|
|
1,204 |
62.6 |
|
brief |
720 |
37.4 |
|
2008 |
|||
Wijze van indiening |
Aantal verzoek-schriften |
% |
|
|
1,117 |
59.2 |
|
brief |
769 |
40.8 |
|
Statistieken vormen weliswaar een nuttig instrument dat de commissie in staat stelt haar jaarlijkse werkzaamheden te evalueren, maar zij moeten met de nodige voorzichtigheid worden gehanteerd, aangezien diverse factoren de algemene resultaten kunnen beïnvloeden, i.e. verzoekschriften kunnen betrekking hebben op één domein of op verschillende domeinen, op één land of op verschillende landen, zij kunnen worden ingediend door individuele personen of door verenigingen, en zij kunnen in sommige gevallen de vorm aannemen van campagnes met een groot aantal handtekeningen. De rekwestranten kunnen de documenten bovendien naar keuze indienen in hun moedertaal of in een van de andere talen van de Unie.
De statistieken tonen niettemin aan dat de conclusies van de vorige jaarverslagen geldig blijven. Zo tonen de meeste van de niet ontvankelijk verklaarde verzoekschriften zoals reeds vermeld aan dat er verwarring blijft bestaan over de Europese en de nationale bevoegdheden en over de instellingen van de EU en die van de Raad van Europa, in het bijzonder het Hof voor de rechten van de mens. De oproepen die in het verleden zijn gedaan om de inspanningen die worden geleverd om de burgers beter voor te lichten over de zin van het proces van indiening van verzoekschriften bij het Parlement en de mogelijke resultaten ervan nog op te voeren, zijn dan ook actueler dan ooit.
Een mogelijke oplossing kan zijn de aan de verzoekschriften gewijde webpagina van het portaal van het Europees Parlement te verbeteren, zodat de burgers die verzoekschriften online indienen alle nodige informatie krijgen over de bevoegdheden van het Parlement, de beoordeling van de verzoekschriften, de werkzaamheden van de commissie en de mogelijkheden om sneller herstel te verkrijgen door gebruik te maken van de andere beschikbare netwerken op nationaal of op EU-niveau (SOLVIT, Europees consumentennetwerk, Europese ombudsman, nationale ombudsmannen of nationale parlementaire commissies verzoekschriften).
In vorige verslagen werd erop aangedrongen de burgers beter wegwijs te maken in de diverse klachtenmechanismen waarover zij op EU-niveau beschikken, door het opzetten van een one-stop shop, teneinde de burgers een leidraad te verschaffen wanneer zij zoeken naar oplossingen voor schendingen van hun rechten. Dit blijft een belangrijke doelstelling. Het initiatief van de Commissie om de formele en de informele klachtenmechanismen te groeperen op de webpagina "Uw rechten in de EU" van de europa.eu website vormt wat dat betreft een belangrijke stap voorwaarts. Er dient evenwel een duidelijker onderscheid te worden gemaakt tussen formele mechanismen (indiening van klachten bij de Commissie of de Europese ombudsman en van verzoekschriften bij het Parlement) en de informele mechanismen (Solvit, ECC-netwerk, enz.). Er dient een interactievere website te worden ontwikkeld teneinde de burgers in staat te stellen de informatie te verkrijgen die zij nodig hebben alvorens zij besluiten zich tot de ene of de andere instelling te richten of gebruik te maken van het ene of het andere mechanisme.
Betrekkingen met de Commissie
De Commissie blijft de natuurlijke partner van de Commissie verzoekschriften bij de behandeling van verzoekschriften, aangezien de leden blijven steunen op de expertise van de diensten van de Commissie wanneer zij de in de verzoekschriften ter sprake gebrachte kwesties onderzoeken. De werkrelaties tussen beide instellingen hebben zich constant verbeterd, maar de Commissie verzoekschriften spoort de Commissie er nog altijd toe aan de termijnen voor de beantwoording van de verzoeken om informatie te verkorten. Een speciaal aspect waar beide partijen nog een oplossing voor moeten vinden is de wijze waarop de Commissie de Commissie verzoekschriften informeert over de vorderingen die worden gemaakt wat betreft de inbreukprocedures die rechtstreeks verband houden met verzoekschriften.
De Commissie argumenteert dat haar besluiten inzake inbreukprocedures maandelijks worden gepubliceerd, maar er dient te worden opgemerkt dat zij worden gepubliceerd vanaf het stadium van het gemotiveerd advies, behalve in geval van niet-nakoming van arresten van rechtbanken. In dit laatste geval wordt publicatie toegestaan vanaf het stadium van de aanmaning, tenzij de Commissie anders beslist. Gezien het aantal gevallen en het feit dat het tempo waarin de behandeling van een bepaald dossier zal vorderen moeilijk kan worden voorspeld en dat er geen zoekinstrument beschikbaar is dat het mogelijk maakt een specifieke inbreukprocedure te vinden, zou een maandelijkse raadpleging van deze gegevensbank onnodig veel personeel en tijd vergen. Er dienen dan ook aanvullende stappen te worden ondernomen om ervoor te zorgen dat de Commissie de Commissie verzoekschriften automatisch op de hoogte brengt van vorderingen die worden gemaakt bij inbreukprocedures die voor verzoekschriften relevant zijn.
Betrekkingen met de Europese ombudsman - Hoorzittingen met de kandidaten voor die functie
Een van de voornaamste prioriteiten van de Commissie verzoekschriften in 2009 was de organisatie van de hoorzittingen met de kandidaten voor de functie van Europees ombudsman. De commissieleden, waaronder vele nieuwkomers in de commissie en zelfs in het Parlement, hebben zich met succes van deze taak gekweten.
Er zij op gewezen dat het eerste door de nieuwe commissie goedgekeurde verslag betrekking had op de werkzaamheden van de Europese ombudsman in 2008[2]. In dit verslag wordt beklemtoond dat de rol van de ombudsman bij de bescherming van de belangen van EU-burgers ten aanzien van de instellingen en organen van de Europese Unie zich in de 14 jaar sinds het ambt werd ingesteld, heeft ontwikkeld dankzij de onafhankelijkheid van de instelling zelf en de democratische controle op de doorzichtigheid van diens werkzaamheden door het Europees Parlement,
De leden hebben onderstreept dat de rol van de ombudsman erin bestaat de openheid en verantwoordingsplicht in het besluitvormingsproces en het bestuur van de Europese Unie te versterken, zodat hij een wezenlijke bijdrage levert tot een Unie waarin besluiten "in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen"[3]. Zij hebben de ombudsman verzocht zijn inspanningen voort te zetten om zijn werkzaamheden meer onder de aandacht te brengen en ze doelmatig te bevorderen.
Conclusies
Het jaar 2009 was een overgangsjaar. Het jaar 2010 daarentegen zal voor de Commissie verzoekschriften een jaar zijn van grote uitdagingen. De Commissie zal het Parlement en de Raad haar voorstel voor een verordening inzake het burgerinitiatief moeten voorleggen en de Commissie verzoekschriften zal advies moeten uitbrengen inzake het verslag dat de Commissie constitutionele zaken daarover zal uitbrengen. De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon betekent bovendien dat het Handvest van de grondrechten wettelijk bindend is geworden. Het valt in dit stadium moeilijk te voorspellen wat de impact daarvan zal zijn op de werkzaamheden van de commissie, maar de grondrechten behoren in elk geval tot de onderwerpen die constant ter sprake worden gebracht door rekwestranten. Verduidelijkingen over de toepassing van het Handvest zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk noodzakelijk zijn.
BIJLAGEN:
Land |
2009 |
2008 |
|||||
Aantal verzoek-schriften |
Ontvan-kelijk |
Niet-ontvankelijk |
Aantal verzoek-schriften |
Ontvan-kelijk |
Niet-ontvankelijk |
||
Europese Unie |
403 |
341 |
61 |
330 |
286 |
43 |
|
EU-lidstaten |
1,630 |
|
|
1,647 |
|
|
|
Duitsland |
298 |
144 |
152 |
265 |
127 |
137 |
|
Spanje |
279 |
196 |
83 |
226 |
151 |
74 |
|
Italië |
176 |
110 |
66 |
184 |
97 |
86 |
|
Roemenië |
143 |
46 |
97 |
207 |
70 |
136 |
|
Polen |
100 |
27 |
72 |
105 |
26 |
79 |
|
Verenigd Koninkrijk |
83 |
60 |
23 |
99 |
64 |
35 |
|
Griekenland |
74 |
37 |
37 |
97 |
40 |
57 |
|
Frankrijk: |
73 |
43 |
30 |
86 |
56 |
29 |
|
Bulgarije |
56 |
24 |
32 |
65 |
37 |
28 |
|
Ierland |
37 |
18 |
19 |
58 |
37 |
21 |
|
Portugal |
37 |
21 |
16 |
24 |
10 |
14 |
|
Nederland |
35 |
24 |
11 |
24 |
19 |
4 |
|
Oostenrijk |
34 |
24 |
9 |
20 |
13 |
7 |
|
België |
30 |
21 |
9 |
32 |
21 |
10 |
|
Hongarije |
25 |
19 |
6 |
18 |
9 |
9 |
|
Finland |
20 |
7 |
13 |
36 |
9 |
27 |
|
Slowakije |
19 |
5 |
14 |
9 |
3 |
6 |
|
Zweden |
17 |
7 |
10 |
12 |
6 |
6 |
|
Denemarken |
14 |
7 |
7 |
6 |
1 |
5 |
|
Litouwen |
14 |
7 |
7 |
7 |
2 |
5 |
|
Cyprus |
13 |
8 |
5 |
9 |
3 |
6 |
|
Tsjechische Republiek |
13 |
8 |
5 |
15 |
9 |
6 |
|
Slovenië |
12 |
2 |
10 |
7 |
2 |
5 |
|
Letland |
11 |
4 |
7 |
7 |
3 |
4 |
|
Malta |
9 |
6 |
3 |
21 |
16 |
5 |
|
Estland |
4 |
1 |
3 |
2 |
2 |
0 |
|
Luxemburg |
4 |
3 |
1 |
6 |
4 |
2 |
|
Taal van het verzoekschrift |
Aantal verzoekschriften |
||
2009 |
2008 |
||
Duits |
548 |
437 |
|
Engels |
343 |
395 |
|
Spaans |
237 |
193 |
|
Italiaans |
203 |
222 |
|
Pools |
116 |
101 |
|
Roemeens |
110 |
155 |
|
Frans |
107 |
131 |
|
Grieks |
61 |
87 |
|
Nederlands |
46 |
33 |
|
Bulgaars |
37 |
31 |
|
Portugees |
27 |
26 |
|
Fins |
19 |
35 |
|
Hongaars |
16 |
15 |
|
Slowaaks |
11 |
5 |
|
Deens |
9 |
4 |
|
Zweeds |
8 |
6 |
|
Lets |
7 |
2 |
|
Litouws |
7 |
2 |
|
Tsjechisch |
4 |
3 |
|
Sloveens |
4 |
2 |
|
Maltees |
2 |
0 |
|
Ests |
1 |
1 |
|
tekst in verschillende talen |
1 |
0 |
|
Niet-gedefinieerd |
0 |
0 |
|
Totaal |
1,924 |
1,886 |
|
Nationaliteit van de voornaamste indiener |
Aantal verzoekschriften |
||
2009 |
2008 |
||
EU-lidstaten |
1,879 |
1,845 |
|
Duitsland |
496 |
412 |
|
Spanje |
237 |
197 |
|
Italië |
219 |
245 |
|
Roemenië |
150 |
189 |
|
Polen |
131 |
112 |
|
Verenigd Koninkrijk |
121 |
144 |
|
Frankrijk |
79 |
91 |
|
Griekenland |
78 |
102 |
|
Bulgarije |
54 |
60 |
|
Nederland |
44 |
33 |
|
Oostenrijk |
38 |
21 |
|
Portugal |
32 |
25 |
|
Ierland |
31 |
59 |
|
België |
27 |
31 |
|
Finland |
26 |
40 |
|
Hongarije |
17 |
20 |
|
Slowakije |
14 |
8 |
|
Denemarken |
13 |
5 |
|
Zweden |
13 |
10 |
|
Letland |
11 |
5 |
|
Malta |
11 |
16 |
|
Slovenië |
10 |
5 |
|
Cyprus |
8 |
1 |
|
Litouwen |
8 |
5 |
|
Tsjechische Republiek |
6 |
6 |
|
Estland |
3 |
1 |
|
Luxemburg |
2 |
2 |
|
- [1] Advies van de Commissie verzoekschriften inzake de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht (2007) (2008/2337(INI)) - Rapporteur: Diana Wallis (31.3.2009).
- [2] Verslag van Chrysoula Paliadeli over het jaarverslag 2008 over de werkzaamheden van de Europese ombudsman (2009/2088(INI)) (A7-0020/2009).
- [3] Titel I, artikel 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (C115/9.05.2008, blz. 16).
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
1.6.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
20 0 2 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Margrete Auken, Elena Băsescu, Victor Boştinaru, Simon Busuttil, Michael Cashman, Bairbre de Brún, Pascale Gruny, Carlos José Iturgaiz Angulo, Peter Jahr, Lena Kolarska-Bobińska, Erminia Mazzoni, Willy Meyer, Mariya Nedelcheva, Nikolaos Salavrakos, Angelika Werthmann, Tatjana Ždanoka |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Pablo Arias Echeverría, Kinga Göncz, Marian Harkin, Axel Voss |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Enrique Guerrero Salom, Andres Perello Rodriguez |
|||||