AANBEVELING over het ontwerpbesluit van de Raad waarbij lidstaten worden gemachtigd om toe te treden tot het op 22 november 1928 te Parijs ondertekende Verdrag betreffende internationale tentoonstellingen, zoals aangevuld met de protocollen van 10 mei 1948, 16 november 1966, 30 november 1972 en zoals gewijzigd op 24 juni 1982 en 31 mei 1988
14.6.2010 - (08100/2010 – C7‑0105/2010 – 2010/0015(NLE)) - ***
Commissie internationale handel
Rapporteur: George Sabin Cutaş
PR_AVC_art90
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerpbesluit van de Raad waarbij lidstaten worden gemachtigd om toe te treden tot het op 22 november 1928 te Parijs ondertekende Verdrag betreffende internationale tentoonstellingen, zoals aangevuld met de protocollen van 10 mei 1948, 16 november 1966, 30 november 1972 en zoals gewijzigd op 24 juni 1982 en 31 mei 1988
(08100/2010 – C7‑0105/2010 – 2010/0015(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerpbesluit van de Raad (08100/2010),
– gezien het verzoek van de Raad om goedkeuring overeenkomstig artikel 207, lid 4, eerste alinea, en artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0105/2010),
– gelet op de artikelen 81 en 90 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel (A7‑0201/2010),
1. hecht zijn goedkeuring aan het ontwerpbesluit van de Raad;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.
TOELICHTING
Het verdrag van Parijs strekt ertoe de frequentie en de kwaliteit van en de procedures voor internationale tentoonstellingen die onder het toepassingsgebied van het verdrag vallen, te regelen. Het belangrijkste oogmerk van internationale tentoonstellingen, aldus de toelichting in het verdrag van Parijs, is een overzicht te helpen geven van de innovatie en bij te dragen aan de voorlichting van het publiek. Het verdrag van Parijs is daarom van toepassing op alle internationale tentoonstellingen die ten minste drie weken en niet meer dan drie maanden duren, uitgezonderd kunstexposities en tentoonstellingen van overwegend commerciële aard. Aangezien het verdrag van Parijs aspecten regelt die onder de douanewetgeving van de Europese Unie vallen, heeft een lidstaat die wil toetreden tot dat verdrag, toestemming van de Europese Unie nodig.
In artikel 16 en de bijlage bij het verdrag van Parijs inzake douanevoorschriften voor de invoer van artikelen door deelnemers aan internationale tentoonstellingen is bepaald dat landen die tentoonstellingen organiseren, tijdelijk voorwerpen van deelnemers aan internationale tentoonstellingen dienen toe te laten. “Tijdelijke toelating” betekent tijdelijke invoer, vrij van invoerrechten, invoerverboden en -beperkingen, met het oog op wederuitvoer. De tijdelijke invoer is geregeld door de artikelen 137 tot en met 144 van het communautair douanewetboek. De regeling tijdelijke invoer zoals vastgesteld in de douanewetgeving van de Europese Unie is volledig verenigbaar met het verdrag van Parijs.
De douanewetgeving van de Europese Unie maakt deel uit van de gemeenschappelijke handelspolitiek zoals geregeld in artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Artikel 207 heeft tot gevolg dat voor nationale maatregelen, waaronder sluiting van internationale akkoorden, de specifieke machtiging nodig is van de Europese Unie.
De Europese Unie kan zelf niet tot het verdrag van Parijs toetreden, aangezien enkel soevereine staten partij bij dit verdrag kunnen zijn. Tot dusver zijn 24 lidstaten tot het verdrag van Parijs toegetreden. Daartoe behoren niet Letland, Luxemburg en Ierland, en nu heeft Letland te kennen gegeven ook tot dit verdrag te willen toetreden. Het besluit van de Raad strekt ertoe, de lidstaten die nog niet tot het verdrag van Parijs zijn toegetreden, in staat te stellen dit alsnog te doen, met inachtneming van de exclusieve bevoegdheden die de Europese Unie aan het Verdrag van Lissabon ontleent.
Uw rapporteur is daarom van mening dat het Europees Parlement zijn goedkeuring kan geven aan het voorstel voor een besluit van de Raad waarbij lidstaten worden gemachtigd om toe te treden tot het verdrag van Parijs.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
1.6.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
22 0 2 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
William (The Earl of) Dartmouth, Kader Arif, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, Harlem Désir, Joe Higgins, Yannick Jadot, Metin Kazak, David Martin, Vital Moreira, Tokia Saïfi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Gianluca Susta, Iuliu Winkler, Jan Zahradil |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Josefa Andrés Barea, Catherine Bearder, George Sabin Cutaş, Mário David, Béla Glattfelder, Salvatore Iacolino, Syed Kamall, Georgios Papastamkos, Michael Theurer |
|||||