VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
6.7.2010 - (08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE)) - *
Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Elmar Brok
Rapporteur voor advies (*):
Guy Verhofstadt, Commissie constitutionele zaken:
(*) Medeverantwoordelijke commissies – artikel 50 van het Reglement
- ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
- ADVIES van de Commissie constitutionele zaken*
- ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking
- ADVIES van de Commissie internationale handel
- ADVIES van de Begrotingscommissie
- ADVIES van de Commissie begrotingscontrole
- ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid
- UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (08029/2010),
– gezien de verklaring die de hoge vertegenwoordiger op … in de plenaire vergadering van het Europees Parlement heeft afgelegd over de fundamentele organisatie van de centrale administratie van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO),
– gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht,
– gelet op artikel 27, lid 3, van het EUVerdrag op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0090/2010),
- gelet op artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en de adviezen van de Commissie constitutionele zaken, de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Commissie internationale handel, de Begrotingscommissie, de Commissie begrotingscontrole en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7‑0228/2010),
1. keurt het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid als gewijzigd goed;
2. is vastbesloten om zijn samenwerking met de nationale parlementen van de lidstaten op het gebied van het extern optreden van de Unie en met name met betrekking tot het GBVB en het GVDB, zoals bedoeld in het Verdrag, te intensiveren;
3. is van oordeel dat in amendementen op het Financieel Reglement, naast het onderhavige besluit, verder moet worden verduidelijkt wat de rol van de Commissie is betreffende het subdelegeren van bevoegdheden aan de hoofden van delegaties bij het uitvoeren van operationele kredieten, waarbij er in het Financieel Reglement met name voor moet worden gezorgd dat de Commissie alle noodzakelijke maatregelen neemt om te waarborgen dat subdelegatie van bevoegdheden niet van invloed is op de kwijtingsprocedure;
4. verzoekt de Commissie om in haar alomvattende werkdocument over uitgaven op het gebied van het extern optreden van de EU, dat tegelijkertijd met het ontwerp van begroting van de EU moet worden opgesteld, ook details op te nemen met betrekking tot de personeelsformaties van de delegaties van de EU, alsook met betrekking tot de uitgaven op het gebied van het extern optreden per land en per missie; geeft aan dat het van plan is het Financieel Reglement dienovereenkomstig te wijzigen;
5. herhaalt dat, in het geval van geschillen over instructies van de Commissie aan de hoofden van delegaties, die, overeenkomstig artikel 221 van het VWEU, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staan, en in het geval van meningsverschillen tussen de hoge vertegenwoordiger en de commissarissen die belast zijn met de programmering van de relevante instrumenten voor externe bijstand, het college van commissarissen de definitieve beslissing neemt;
6. verzoekt de hoge vertegenwoordiger met klem ervoor te zorgen dat de bepalingen in artikel 6 van het besluit van de Raad, op basis waarvan ten minste 60% van al het personeel van de Europese Dienst voor extern optreden op AD-niveau uit vaste EU-ambtenaren moet bestaan, voor alle rangen binnen de EDEO-hiërarchie gelden;
7. is van oordeel dat de aanvullende speciale maatregelen, zoals bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Raad, voor het versterken van het geografische en genderevenwicht wat het genderevenwicht betreft maatregelen moeten omvatten zoals opgenomen in Verordening (EG, Euratom) nr. 401/2004 van de Raad[1];
8. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
9. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
10. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en aan de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Doel van dit besluit is de inrichting en werking vast te stellen van de Europese dienst voor extern optreden ("EDEO"), een functioneel autonoom orgaan van de Unie dat onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staat en is ingesteld bij artikel 27, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, als gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon. |
(1) Doel van dit besluit is de inrichting en werking vast te stellen van de Europese dienst voor extern optreden ("EDEO"), een functioneel autonoom orgaan van de Unie dat onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staat en is ingesteld bij artikel 27, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, als gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon. Dit besluit, met name wanneer daarin wordt verwezen naar de "hoge vertegenwoordiger", wordt geïnterpreteerd overeenkomstig de taakomschrijving van de hoge vertegenwoordiger in artikel 18 van het VEU. |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen in haar hoedanigheid van voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, onverminderd de normale taken van het secretariaat-generaal van de Raad. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger tevens ondersteunen in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie bij de uitoefening, in de Commissie, van de taken van de Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en bij de coördinatie van de overige aspecten van het extern optreden van de Unie, onverminderd de normale taken van de Commissiediensten. |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger, die tevens vice-voorzitter van de Commissie en voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken is, ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU, zoals met name beschreven in de artikelen 18 en 27 van het VEU. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen in haar hoedanigheid van voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, onverminderd de normale taken van het secretariaat-generaal van de Raad. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger tevens ondersteunen in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie bij de uitoefening, in de Commissie, van de taken van de Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en bij de coördinatie van de overige aspecten van het extern optreden van de Unie, onverminderd de normale taken van de Commissiediensten. |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) De bijdrage van de EDEO aan de externe samenwerkingsprogramma's van de EU dient erin te bestaan dat de dienst tracht ervoor te zorgen dat de programma's beantwoorden aan de doelstellingen van het extern optreden als vermeld in artikel 21 van het VEU, en meer bepaald in lid 2, onder d), alsook aan de doelstellingen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU conform artikel 208 van het VWEU. In dit verband moet de EDEO tevens bevorderen dat de doelstellingen van de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Europese consensus over humanitaire hulp worden verwezenlijkt. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Het Europees Parlement zal ten volle zijn rol vervullen in het extern optreden van de Unie, met name wat de in artikel 14, lid 1, van het VEU bedoelde politieke controle betreft, alsmede in wetgevings- en begrotingsaangelegenheden overeenkomstig de Verdragen. De hoge vertegenwoordiger zal voorts, overeenkomstig artikel 36 van het VEU, het Europees Parlement regelmatig raadplegen over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen op het gebied van het GBVB en erop toezien dat de opvattingen van het Europees Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger daarin bijstaan. |
(5) Het Europees Parlement zal ten volle zijn rol vervullen in het extern optreden van de Unie, met name wat de in artikel 14, lid 1, van het VEU bedoelde politieke controle betreft, alsmede in wetgevings- en begrotingsaangelegenheden overeenkomstig de Verdragen. De hoge vertegenwoordiger zal voorts, overeenkomstig artikel 36 van het VEU, het Europees Parlement regelmatig raadplegen over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen op het gebied van het GBVB en erop toezien dat de opvattingen van het Europees Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger daarin bijstaan. Er dient een specifieke regeling te worden vastgesteld met betrekking tot de toegang van leden van het Europees Parlement tot gerubriceerde documenten en informatie op het gebied van het GBVB. Tot de goedkeuring van een dergelijke regeling blijven de bestaande bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord van 2002 over gerubriceerde documenten en informatie van toepassing. |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Er moeten bepalingen worden aangenomen inzake de personeelsleden van de EDEO en hun aanwerving. In personeelsaangelegenheden moet de EDEO worden beschouwd als een instelling in de zin van het Statuut. Overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VEU zal de EDEO bestaan uit ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie, alsmede uit door de diplomatieke diensten van de lidstaten gedetacheerde personeelsleden. De hoge vertegenwoordiger zal het tot aanstelling bevoegde gezag zijn voor ambtenaren die vallen onder het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut"), alsook voor functionarissen die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. De hoge vertegenwoordiger zal tevens gezag uitoefenen over de gedetacheerde nationale deskundigen ("GND's") die in de EDEO een ambt bekleden. Het aantal ambtenaren en andere personeelsleden van de EDEO zal jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure en zal worden opgenomen in de personeelsformatie. |
(7) Er moeten bepalingen worden aangenomen inzake de personeelsleden van de EDEO en hun aanwerving, waar dit noodzakelijk is voor de vaststelling van de inrichting en werking van de EDEO. Overeenkomstig artikel 336 van het VWEU dienen tegelijkertijd, onverminderd artikel 298 van het VWEU, de nodige wijzigingen te worden aangebracht in het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut") en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van die Gemeenschappen ("RAP"). In personeelsaangelegenheden moet de EDEO worden beschouwd als een instelling in de zin van het statuut. De hoge vertegenwoordiger zal het tot aanstelling bevoegde gezag zijn voor ambtenaren die vallen onder het statuut, alsook voor functionarissen die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Het aantal ambtenaren en andere personeelsleden van de EDEO zal jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure en zal worden opgenomen in de personeelsformatie. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend het belang van de Unie voor ogen te houden. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Overweging 7 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 ter) De aanwerving dient plaats te vinden op basis van verdienste, met inachtneming van een passend geografisch en genderevenwicht. In het EDEO-personeel dient een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd te zijn. In de in 2013 geplande evaluatie dient ook deze kwestie aan de orde te komen en dienen waar nodig voorstellen te worden gedaan voor bijkomende specifieke maatregelen om eventuele onevenwichtigheden te corrigeren. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Overweging 7 quater (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 quater) Overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VEU zal de EDEO bestaan uit ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie, alsmede personeelsleden die afkomstig zijn van de diplomatieke diensten van de lidstaten. Daartoe worden de relevante diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie naar de EDEO overgebracht, samen met de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt in die diensten of functies bekleden. Vóór 1 juli 2013 werft de EDEO uitsluitend ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie aan, alsmede personeelsleden van de diplomatieke diensten van de lidstaten. Na die datum moeten alle ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie naar een vacante functie bij de EDEO kunnen solliciteren. |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Overweging 7 quinquies (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 quinquies) De EDEO kan in specifieke gevallen de hulp inroepen van gespecialiseerde gedetacheerde nationale deskundigen (GND’s), die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staan. Gedetacheerde nationale deskundigen die bij de EDEO een ambt bekleden, zullen niet meetellen in het derde deel van het personeel dat uit nationale personeelsleden moet bestaan zodra de EDEO op volle sterkte is. Gedurende de oprichtingsfase van de EDEO zullen zij niet automatisch, maar louter met toestemming van de autoriteiten van hun lidstaat van herkomst worden overgeplaatst. Bij het verstrijken van het contract van een GND die uit hoofde van artikel 6 bis naar de EDEO was overgeplaatst, wordt de functie omgezet in een betrekking van tijdelijk functionaris wanneer de door de GND uitgevoerde functie overeenstemt met een normaliter door ambtenaren op AD-niveau uitgevoerde functie, op voorwaarde dat de benodigde betrekking beschikbaar is in de personeelsformatie. |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Overweging 7 sexies (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 sexies) De Commissie en de EDEO zullen in overleg een praktische regeling voor de instructies van de Commissie aan de delegaties uitwerken. Hierin moet met name worden bepaald dat wanneer de Commissie instructies aan de delegaties toezendt, zij tegelijkertijd een afschrift hiervan toezendt aan het hoofd van de delegatie en aan de centrale administratie van de EDEO. |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Overweging 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Teneinde de budgettaire autonomie te waarborgen die nodig is voor de vlotte werking van de EDEO, moet het Financieel Reglement zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt behandeld als een "instelling" in de zin van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. |
(8) Het Financieel Reglement moet zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt opgenomen in artikel 1 van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en naar analogie van de overige instellingen zal een deel van het jaarverslag van de Rekenkamer worden gewijd aan de EDEO en zal de EDEO op dit verslag reageren. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. De EDEO verleent het Europees Parlement alle steun die het nodig heeft om zijn recht als kwijtingsautoriteit te kunnen uitoefenen. De uitvoering van de operationele begroting zal overeenkomstig artikel 317 van het VWEU onder de verantwoordelijkheid van de Commissie vallen. Bij besluiten met financiële gevolgen zullen met name de in titel IV van het Financieel Reglement bepaalde verantwoordelijkheden in acht worden genomen, in het bijzonder artikel 75 inzake uitgaven en de artikelen 64 t/m 68 inzake de verantwoordelijkheid van de financiële actoren. |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) Op begrotingsneutraliteit gerichte kosteneffectiviteit moet het beginsel zijn dat aan de oprichting van de EDEO ten grondslag ligt. Hiertoe zal gebruik moeten worden gemaakt van overgangsregelingen en geleidelijke capaciteitsopbouw. Onnodig dupliceren van taken, functies en middelen met andere instanties moet worden vermeden. Alle mogelijkheden om te rationaliseren moeten worden benut. |
|
Voorts zal er behoefte zijn aan een aantal ambten voor tijdelijk personeel uit de lidstaten, die in het kader van het lopende meerjarenkader zullen moeten worden gefinancierd. |
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Overweging 12 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Dit besluit moet begin 2014 opnieuw worden bezien in het licht van de opgedane ervaring. |
(12) De hoge vertegenwoordiger dient medio 2013 de werking en de organisatie van de EDEO te evalueren en daarbij, zo nodig, voorstellen te doen voor een herziening van dit besluit. Een dergelijke herziening dient uiterlijk begin 2014 te worden goedgekeurd. |
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO ondersteunt de hoge vertegenwoordiger: |
1. De EDEO ondersteunt de hoge vertegenwoordiger bij de uitoefening van haar mandaat, zoals met name beschreven in de artikelen 18 en 27 van het VEU: |
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 1 – streepje 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het externe optreden van de EU; |
bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie, met inbegrip van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid ("GVDB"), uit te voeren, met haar voorstellen bij te dragen aan de ontwikkeling van dat beleid, dat zij volgens het door de Raad verstrekte mandaat uitvoert, en het zorgdragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU; |
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De EDEO staat de voorzitter van de Commissie, de Commissie en de voorzitter van de Europese Raad bij. |
2. De EDEO staat de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie, en de Commissie bij de uitoefening van hun respectieve taken op het gebied van de externe betrekkingen bij. |
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO werkt samen met het secretariaat-generaal van de Raad en de diensten van de Commissie, alsook met de diplomatieke diensten van de lidstaten, teneinde de samenhang tussen de verschillende gebieden van het externe optreden van de Unie en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen te verzekeren. |
1. De EDEO verleent steun aan en werkt samen met de diplomatieke diensten van de lidstaten alsook met het secretariaat-generaal van de Raad en de diensten van de Commissie, ten einde de samenhang tussen de verschillende gebieden van het extern optreden van de Unie en tussen het extern optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen te verzekeren. |
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De EDEO en de diensten van de Commissie raadplegen elkaar over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het externe optreden van de Unie. De EDEO neemt deel aan de voorbereidende werkzaamheden en procedures voor handelingen die de Commissie op dit gebied dient op te stellen. Dit lid wordt uitgevoerd overeenkomstig Titel V, hoofdstuk 1, van het VEU en artikel 205 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU"). |
2. De EDEO en de diensten van de Commissie raadplegen elkaar bij de uitoefening van hun respectieve taken over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het extern optreden van de Unie, uitgezonderd GVDB-aangelegenheden. De EDEO neemt deel aan de voorbereidende werkzaamheden en procedures betreffende handelingen die de Commissie op dit gebied dient op te stellen. Dit lid wordt uitgevoerd overeenkomstig Titel V, hoofdstuk 1, van het VEU en artikel 205 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU"). |
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie. |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie, in het bijzonder aan het Europees Parlement. De EDEO kan een beroep doen op de steun en medewerking van deze instellingen en organen, met inbegrip, waar nodig, van de agentschappen. De interne controleur van de EDEO werkt met de interne controleur van de Commissie samen om voor samenhang in het controlebeleid te zorgen, met name waar het de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de beleidsuitgaven betreft. Voorts werkt de EDEO overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 samen met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Met name keurt de EDEO spoedig het op grond van deze verordening vereiste besluit inzake de voorwaarden voor interne onderzoeken goed. Zoals in deze verordening bepaald, verlenen de lidstaten, overeenkomstig de nationale regelgeving, en de instellingen de nodige steun om de OLAF-medewerkers in staat te stellen hun taken uit te voeren. |
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO wordt beheerd door een secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie, en vertegenwoordigt de EDEO. |
1. De EDEO wordt beheerd door een uitvoerend secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De uitvoerend secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. De secretaris-generaal zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van de centrale administratie en met de delegaties van de Unie. |
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De secretaris-generaal wordt bijgestaan door twee plaatsvervangende secretarissen-generaal. |
2. De uitvoerend secretaris-generaal wordt bijgestaan door twee plaatsvervangende secretarissen-generaal. |
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De centrale administratie van de EDEO wordt ingedeeld in directoraten-generaal, waaronder: |
3. De centrale administratie van de EDEO wordt ingedeeld in directoraten-generaal, waaronder in het bijzonder: |
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – streepje 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, onder het rechtstreekse gezag van de secretaris-generaal; |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, dat fungeert in het EDEO-kader dat wordt beheerd door de uitvoerend secretaris-generaal. De hoge vertegenwoordiger benoemt volgens de normale aanwervingsvoorschriften een directeur-generaal begroting en administratie, die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger werkt. Deze legt aan de hoge vertegenwoordiger verantwoording af voor het administratieve en interne begrotingsbeheer van de EDEO. Hij hanteert dezelfde begrotingslijnen en volgt dezelfde administratieve voorschriften als gelden voor het gedeelte van afdeling III van de EU-begroting dat in rubriek 5 van het meerjarig financieel kader valt; |
Amendement 24 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – streepje 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid; er wordt recht gedaan aan de specifieke kenmerken van deze diensten, alsook aan de bijzonderheden van hun functies en aanwervingsprocedures en het statuut van hun personeel. |
- het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger, verlenen haar bijstand bij het overeenkomstig de Verdragsbepalingen uitvoeren van het GBVB van de Unie, met inachtneming overeenkomstig artikel 40 van het VEU van de overige bevoegdheden van de Unie. |
|
Er wordt recht gedaan aan de specifieke kenmerken van deze diensten, alsook aan de bijzonderheden van hun functies en aanwervingsprocedures en het statuut van hun personeel. |
|
Er wordt ingestaan voor volledige coördinatie tussen alle EDEO-diensten. |
Amendement 25 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 2 – streepje - 1 (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
- een afdeling strategische beleidsplanning; |
Amendement 26 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – streepje 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- een juridische afdeling onder het rechtstreekse administratieve gezag van de secretaris-generaal, die nauw samenwerkt met de juridische diensten van de Raad en de Commissie; |
- een juridische afdeling onder het administratieve gezag van de uitvoerend secretaris-generaal, die nauw samenwerkt met de juridische diensten van de Raad en de Commissie; |
Amendement 27 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De hoge vertegenwoordiger wijst onder de EDEO-personeelsleden de voorzitters aan van voorbereidende instanties van de Raad die worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger, waaronder de voorzitter van het Politiek en Veiligheidscomité. |
4. De hoge vertegenwoordiger wijst de voorzitters aan van voorbereidende instanties van de Raad die worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger, waaronder de voorzitter van het Politiek en Veiligheidscomité, overeenkomstig de voorschriften van bijlage II van het Besluit van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de voorschriften tot toepassing van het besluit van de Europese Raad betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad en betreffende het voorzitterschap van de voorbereidende instanties van de Raad (2009/908/EU)1. |
|
1 PB L 322 van 9.12.2009, blz. 28. |
Amendement 28 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het besluit tot instelling van een delegatie wordt genomen door de hoge vertegenwoordiger, na raadpleging van de Raad en de Commissie. Het besluit tot opheffing van een delegatie wordt genomen door de hoge vertegenwoordiger, in overleg met de Raad en de Commissie. |
1. Het besluit tot instelling of opheffing van een delegatie wordt genomen door de hoge vertegenwoordiger, in overleg met de Raad en de Commissie. |
Amendement 29 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke delegatie van de Unie wordt geleid door een delegatiehoofd. |
2. Elke delegatie van de Unie staat onder het gezag van een delegatiehoofd. |
Amendement 30 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 221, lid 2, van het VWEU, ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
Amendement 31 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. Naast de interne maatregelen van de EDEO maakt OLAF van zijn bevoegdheden gebruik, met name door overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 antifraudemaatregelen uit te voeren. |
Amendement 32 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De delegaties van de Unie hebben de bevoegdheid om de belangen te behartigen van andere EU-instellingen, met name de Europese Raad en het Europees Parlement, in hun officiële contacten met de internationale organisaties of derde landen waar zij geaccrediteerd zijn. |
7. De delegaties van de Unie hebben de bevoegdheid om de belangen te behartigen van andere EU-instellingen, met name het Europees Parlement, in hun contacten met de internationale organisaties of derde landen waar de delegaties geaccrediteerd zijn. |
Amendement 33 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Het delegatiehoofd heeft de bevoegdheid om de EU te vertegenwoordigen in het land waar de delegatie is gevestigd, met name om contracten te sluiten en in rechte op te treden. |
8. Het delegatiehoofd heeft de bevoegdheid om de EU te vertegenwoordigen in het land waar de delegatie is geaccrediteerd, met name om contracten te sluiten en in rechte op te treden. |
Amendement 34 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 9 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De delegaties van de Unie werken nauw samen met de diplomatieke diensten van de lidstaten. Zij verstrekken elkaar alle dienstige informatie. |
9. De delegaties van de Unie werken nauw samen en delen informatie met de diplomatieke diensten van de lidstaten. |
Amendement 35 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 10 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
10. De delegaties van de Unie hebben de bevoegdheid de lidstaten op hun verzoek te ondersteunen in hun diplomatieke betrekkingen en in hun taak burgers van de Unie in derde landen consulaire bescherming te bieden. |
10. De delegaties van de Unie ondersteunen overeenkomstig artikel 35, derde alinea, van het EU-Verdrag de lidstaten op hun verzoek in hun diplomatieke betrekkingen en in hun taak burgers van de Unie in derde landen consulaire bescherming te bieden. |
Amendement 36 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid -1 (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De bepalingen van dit artikel, met uitzondering van lid 2, zijn van toepassing onverminderd het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut") en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van die Gemeenschappen ("RAP"), met inbegrip van de wijzigingen die overeenkomstig artikel 336 van het VWEU in deze voorschriften worden aangebracht om ze aan te passen aan de behoeften van de EDEO. |
Amendement 37 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO omvat: |
1. De EDEO omvat ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, met inbegrip van personeelsleden van diplomatieke diensten van de lidstaten die als tijdelijke ambtenaren zijn aangesteld1. |
(a) ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, met inbegrip van personeelsleden van diplomatieke diensten van de lidstaten die als tijdelijke ambtenaren zijn aangesteld; |
Het statuut en de RAP zijn van toepassing op deze personeelsleden. |
b) indien zo nodig en op tijdelijke basis, gespecialiseerde gedetacheerde nationale deskundigen (GND's). |
|
|
1 Artikel 98, lid 1, tweede alinea, van het Statuut komt als volgt te luiden: "Met ingang van 1 juli 2013 neemt het tot aanstelling bevoegde gezag ook sollicitaties van ambtenaren van andere instellingen in overweging, zonder aan enige ambtenarencategorie voorrang te geven.". |
Amendement 38 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Indien nodig kan de EDEO in specifieke gevallen een beroep doen op een beperkt aantal gespecialiseerde gedetacheerde nationale deskundigen (GND's). |
|
De hoge vertegenwoordiger stelt de regels vast, gelijkwaardig aan die van Besluit 2003/479/EG van de Raad als gewijzigd bij Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 20071, uit hoofde waarvan GND's ter beschikking van de EDEO worden gesteld met het oog op het verstrekken van gespecialiseerde expertise. |
|
1 PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10. |
Amendement 39 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend de belangen van de Unie voor ogen te houden. Onverminderd artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, en artikel 5, lid 3, vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de EDEO dan wel van enige andere instantie of persoon dan de hoge vertegenwoordiger. |
2. De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend de belangen van de Unie voor ogen te houden. Onverminderd artikel 2, lid 1, derde streepje, en lid 2, en artikel 5, lid 3, vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de EDEO dan wel van enige andere instantie of persoon dan de hoge vertegenwoordiger. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van het Statuut mogen de personeelsleden van de EDEO generlei betalingen aanvaarden van enige bron buiten de EDEO. |
Amendement 40 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het statuut, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en de regels die de instellingen van de Europese Unie gezamenlijk hebben vastgesteld met het oog op de toepassing van het statuut en de regeling, zijn van toepassing op het personeel van de EDEO, bedoeld in lid 1, onder a). |
Schrappen |
Amendement 41 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De hoge vertegenwoordiger stelt de regels vast, gelijkwaardig aan die van Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007, uit hoofde waarvan GND's ter beschikking van de EDEO worden gesteld met het oog op het verstrekken van gespecialiseerde expertise. |
Schrappen |
Amendement 42 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 6 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Alle benoemingen in de EDEO stoelen op verdienste en een maximale geografische spreiding. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. |
6. De aanwerving bij de EDEO stoelt op verdienste en waarborgt een passend geografisch en genderevenwicht. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. De voor 2013 geplande herziening betreft ook dit onderwerp, inclusief, daar waar van toepassing, voorstellen voor aanvullende speciale maatregelen voor het corrigeren van eventuele onevenwichtigheden. |
Amendement 43 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Alle personeelsleden van de EDEO die onder het statuut of de RAP vallen, hebben dezelfde rechten en plichten, ongeacht of zij ambtenaar van de Europese Unie dan wel tijdelijk ambtenaar uit de diplomatieke diensten van de lidstaten zijn, en zij worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. |
7. Ambtenaren van de Europese Unie en tijdelijke ambtenaren uit de diplomatieke diensten van de lidstaten hebben dezelfde rechten en plichten, worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. Overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement ondersteunen de lidstaten de Unie bij de uitvoering van financiële verplichtingen die voortvloeien uit de aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 66 van het Financieel Reglement van uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren van de EDEO. |
Amendement 44 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De in de bijlage vermelde betrokken diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie worden naar de EDEO overgebracht. Ambtenaren en tijdelijke ambtenaren die een ambt in de in de bijlage vermelde diensten of functies bekleden, worden naar de EDEO overgeplaatst. Dat geldt tevens voor contractueel en plaatselijk personeel voor die diensten en functies. GND's die in die diensten en functies werkzaam zijn, worden eveneens naar de EDEO overgeplaatst. |
Schrappen |
De overplaatsing wordt van kracht op de dag van de vaststelling van de gewijzigde begroting van de Europese Unie die in de overeenkomstige ambten en kredieten voor de EDEO voorziet. |
|
Bij hun overplaatsing naar de EDEO wijst de hoge vertegenwoordiger iedere ambtenaar een ambt toe in een functiegroep die overeenkomt met zijn rang. |
|
Amendement 45 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De hoge vertegenwoordiger stelt de, op verdienste en een maximale geografische spreiding te baseren, selectieprocedures voor het EDEO-personeel vast overeenkomstig het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en houdt daarbij terdege rekening met een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen. |
9. De hoge vertegenwoordiger stelt de selectieprocedures voor het EDEO-personeel vast, die worden afgewikkeld volgens een transparante, op verdienste gebaseerde procedure, ten einde personeel in dienst te nemen dat voldoet aan de hoogste normen inzake geschiktheid, efficiëntie en integriteit, onder waarborging van een passend geografisch en genderevenwicht en een relevante aanwezigheid van onderdanen uit alle lidstaten. Bij de aanwervingsprocedure voor openstaande ambten in de EDEO worden vertegenwoordigers van de lidstaten, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie betrokken1. |
|
1 Zie de ontwerpverklaring over de benoemingsprocedure aan het eind. |
Amendement 46 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 bis. Zodra de EDEO op volle sterkte is, moet ten minste een derde deel van het EDEO-personeel (AD-niveau) bestaan uit personeelsleden uit de lidstaten, als bedoeld in lid 1, eerste alinea. Tevens moet ten minste 60% van het EDEO-personeel (AD-niveau) bestaan uit vaste EU-ambtenaren, met inbegrip van uit de diplomatieke diensten van de lidstaten afkomstige personeelsleden die vast EU-ambtenaar zijn geworden overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. De hoge vertegenwoordiger dient elk jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de bezetting van de ambten in de EDEO. |
Amendement 47 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 ter. De hoge vertegenwoordiger stelt de mobiliteitsregels vast, om te waarborgen dat voor de personeelsleden van de EDEO een hoge mobiliteitsgraad geldt. Op de in artikel 4, lid 3, derde streepje, bedoelde personeelsleden zijn specifieke bepalingen van toepassing. In beginsel zijn alle EDEO-personeelsleden op gezette tijden in de Uniedelegaties werkzaam. De hoge vertegenwoordiger stelt de daartoe strekkende regels vast. |
Amendement 48 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 10 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
10. De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende procedures voor de aanwerving van personeelsleden voor ambten die naar de EDEO zijn overgebracht, blijven van kracht. Zij worden onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger voortgezet en voltooid in overeenstemming met de kennisgeving van de vacature en met de toepasselijke regels van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. |
10. Overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het nationale recht verstrekt elke lidstaat zijn ambtenaren die tijdelijk ambtenaar in de EDEO zijn geworden, de waarborg dat zij na afloop van hun dienstbetrekking bij de EDEO onmiddellijk weer in dienst worden genomen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 50 ter van de RAP mag deze diensttijd niet meer dan acht jaar bedragen, tenzij de diensttijd in uitzonderlijke omstandigheden en in het belang van de dienst met een periode van ten hoogste twee jaar wordt verlengd1. |
Tijdens de oprichting van de EDEO worden bij de aanwervingsprocedure voor openstaande ambten in de EDEO vertegenwoordigers van de lidstaten, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie betrokken. |
EU-ambtenaren die in de EDEO werken, hebben het recht zich kandidaat te stellen voor ambten in hun instelling van herkomst, en wel onder dezelfde voorwaarden als interne kandidaten. |
Het personeel van het centraal bestuur van de EDEO wordt samengesteld uit ambtenaren en andere personeelsleden van, respectievelijk, betrokken diensten van het secretariaat-generaal van de Raad en van de Commissie, alsook uit personeelsleden die uit de nationale diplomatieke diensten van de lidstaten worden gedetacheerd. |
|
De nationale personeelsleden moeten ten minste een derde van het EDEO-personeel (AD-niveau) uitmaken zodra de EDEO zijn volledige capaciteit heeft bereikt. De hoge vertegenwoordiger dient elk jaar bij de Raad een verslag in over de bezetting van de ambten in de EDEO. |
|
|
1 Artikel 50 ter, lid 2, van de RAP komt als volgt te luiden: “2. Zij kunnen voor ten hoogste vier jaar worden aangesteld. Overeenkomsten kunnen met ten hoogste vier jaar worden verlengd. De aanstelling kan niet voor langer dan acht jaar gelden. In uitzonderlijke omstandigheden en in het belang van de dienst kan de overeenkomst evenwel aan het einde van het achtste jaar met ten hoogste twee jaar worden verlengd. Hernieuwing of verlenging wordt toegestaan op voorwaarde dat de detachering door de nationale diplomatieke dienst voor de duur van de hernieuwing wordt verlengd.". |
Amendement 49 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 11 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
11. De hoge vertegenwoordiger stelt de mobiliteitsregels vast, in die zin dat voor de personeelsleden van de EDEO een toereikende mobiliteitsgraad geldt. Op de in artikel 4, lid 3, derde streepje, bedoelde personeelsleden zijn specifieke bepalingen van toepassing. In het algemeen zijn alle EDEO-personeelsleden op gezette tijden in de Uniedelegaties werkzaam. De hoge vertegenwoordiger stelt de daartoe strekkende regels vast. |
11. Er wordt voor adequate gezamenlijke opleiding voor het EDEO-personeel gezorgd, waarbij met name wordt uitgegaan van bestaande nationale en EU-praktijken en -structuren. De hoge vertegenwoordiger stelt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit passende maatregelen daartoe vast. |
Amendement 50 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 12 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst le Conseil |
Amendement |
12. Overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het nationale recht verstrekt elke lidstaat zijn ambtenaren die tijdelijk ambtenaar in de EDEO zijn geworden, de waarborg dat zij na afloop van hun detachering bij de EDEO onmiddellijk weer in dienst worden genomen. Na twee opeenvolgende detacheringen kan elke lidstaat ertoe besluiten deze waarborg te verlengen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het nationale recht. EU-ambtenaren die in de EDEO werken, hebben het recht zich kandidaat te stellen voor ambten in hun instelling van herkomst, en wel onder dezelfde voorwaarden als interne kandidaten. |
Schrappen |
Amendement 51 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 13 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
13. Er wordt voor adequate gezamenlijke opleiding voor het EDEO-personeel gezorgd, waarbij met name wordt uitgegaan van bestaande nationale praktijken en structuren. De hoge vertegenwoordiger stelt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit passende maatregelen daartoe vast. |
Schrappen |
Amendement 52 Voorstel voor een besluit Artikel 6 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 6 bis |
|
Overgangsbepalingen inzake het personeel |
|
1. De in de bijlage vermelde betrokken diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie worden naar de EDEO overgebracht. Ambtenaren en tijdelijke ambtenaren die een ambt in de in de bijlage vermelde diensten of functies bekleden, worden naar de EDEO overgeplaatst. Dat geldt mutatis mutandis voor contractueel en plaatselijk personeel voor die diensten en functies. GND's die in die diensten en functies werkzaam zijn, worden eveneens naar de EDEO overgeplaatst, mits de autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarmee instemmen. |
|
Deze overplaatsingen worden op 1 januari 2011 van kracht. |
|
Overeenkomstig het statuut wijst de hoge vertegenwoordiger iedere ambtenaar bij overplaatsing naar de EDEO een ambt toe in een functiegroep die overeenkomt met zijn rang. |
|
2. De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende procedures voor de aanwerving van personeelsleden voor ambten die naar de EDEO zijn overgebracht, blijven van kracht. Zij worden onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger voortgezet en voltooid in overeenstemming met de kennisgeving van de vacature en met de toepasselijke regels van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. |
Amendement 53 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De hoge vertegenwoordiger treedt op als ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie en stelt de interne regels voor het beheer van de overeenkomstige begrotingsonderdelen vast. In de interne regels wordt vastgelegd welke bevoegdheden van de ordonnateur aan de secretaris-generaal worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden de secretaris-generaal die bevoegdheden verder kan delegeren. |
1. De taken van de ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie worden overeenkomstig artikel 59 van het Financieel reglement gedelegeerd. De hoge vertegenwoordiger stelt de interne regels voor het beheer van de huishoudelijke begrotingsonderdelen vast. De beleidsuitgaven blijven binnen de afdeling Commissie van de begroting. |
Amendement 54 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie is, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie, belast met het financieel beheer van de operationele uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies. |
3. Bij de opstelling van ramingen voor de huishoudelijke uitgaven van de EDEO voert de hoge vertegenwoordiger overleg met de commissaris voor ontwikkelingsbeleid en de commissaris voor nabuurschapsbeleid met betrekking tot hun respectieve taakgebied. |
Amendement 55 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Overeenkomstig artikel 314, punt 1, van het VWEU maakt de EDEO een raming op van zijn uitgaven voor het volgende begrotingsjaar. De Commissie voegt deze ramingen samen in een ontwerpbegroting, die afwijkende ramingen kan inhouden. De Commissie kan de ontwerpbegroting op grond van artikel 314, lid 2, van het VWEU wijzigen. |
Amendement 56 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Om budgettaire transparantie op het gebied van het externe optreden van de Unie te waarborgen, zendt de Commissie de begrotingsautoriteit samen met de ontwerpbegroting van de EU een werkdocument toe met een volledig overzicht van alle uitgaven in verband met het externe optreden van de Unie. |
Amendement 57 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het financieel reglement. |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. De EDEO werkt in dit verband volledig samen met de instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn, en vertrekt waar nodig de vereiste aanvullende informatie, o.a. door het bijwonen van vergaderingen van de relevante organen. |
Amendement 58 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – titel | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
Programmering |
Instrumenten voor extern optreden en programmering |
Amendement 59 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In het kader van het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU, die onder de Commissie blijven ressorteren, dragen de hoge vertegenwoordiger en de EDEO bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de hierna genoemde geografische en thematische instrumenten op basis van de in die instrumenten gestelde beleidsdoelen: |
1. Het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU valt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, onverminderd de rol van de Commissie en de EDEO bij de programmering, zoals in de volgende leden omschreven. |
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
|
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
|
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
|
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
|
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
|
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid. |
|
Amendement 60 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger en de EDEO werken overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen, met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
2. De hoge vertegenwoordiger zorgt voor de globale politieke coördinatie van het externe beleid van de EU en waarborgt de eenheid, samenhang en doeltreffendheid van het externe beleid van de EU met name door middel van de instrumenten voor extern optreden: |
|
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
|
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
|
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
|
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
|
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
|
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid, |
|
- het stabiliteitsinstrument, voor wat betreft de bijstand bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1717/2006 van 15 november 2006. |
Amendement 61 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De EDEO is met name belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
3. De EDEO draagt met name bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de genoemde instrumenten op basis van de daarin gestelde beleidsdoelen. De EDEO is belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
(i) landentoewijzingen voor het bepalen van de totale financiële middelen voor elk gebied (onder voorbehoud van de indicatieve verdeling van de financiële vooruitzichten). Per regio zal een deel van de middelen worden gereserveerd voor regionale programma's; |
(i) landentoewijzingen voor het bepalen van de totale financiële middelen voor elk gebied (onder voorbehoud van de indicatieve verdeling van de financiële vooruitzichten). Per regio zal een deel van de middelen worden gereserveerd voor regionale programma's; |
(ii) landen- en regionalestrategiedocumenten (LSD's en RSD's); |
(ii) landen- en regionalestrategiedocumenten (LSD's en RSD's); |
(iii) nationale en regionale indicatieve programma's (NIP's en RIP's). |
(iii) nationale en regionale indicatieve programma's (NIP's en RIP's). |
|
Onverminderd artikel 1, lid 3, werken de hoge vertegenwoordiger en de EDEO overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
Amendement 62 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
|
De thematische programma's, met uitzondering van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en het in lid 2, zevende streepje, vermelde gedeelte van het stabiliteitsinstrument, worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de commissaris voor ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere betrokken commissarissen aan het college voorgelegd. |
Amendement 63 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Met betrekking tot het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het voor het nabuurschapsbeleid bevoegde Commissielid, dat vervolgens, samen met de hoge vertegenwoordiger, de voorstellen en documenten ter fine van besluit aan de Commissie voorlegt. |
5. Met betrekking tot het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van het voor het nabuurschapsbeleid bevoegde Commissielid, dat vervolgens, samen met de hoge vertegenwoordiger, de voorstellen en documenten ter fine van besluit aan de Commissie voorlegt. |
Amendement 64 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Maatregelen in het kader de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument met uitzondering van het in lid 2, zevende streepje, bedoelde gedeelte, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies vallen onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger/de EDEO. De Commissie is verantwoordelijk voor de financiële uitvoering ervan, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie1. De met deze uitvoering belaste Commissiedienst wordt op dezelfde locatie ondergebracht als de EDEO. |
|
1 De Commissie zal een verklaring afleggen met als strekking dat de hoge vertegenwoordiger het noodzakelijke gezag op dit gebied zal bezitten, met volledige inachtneming van het Financieel Reglement. |
Amendement 65 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 6 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De thematische programma’s worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de commissaris voor Ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere bevoegde commissarissen aan het college voorgelegd. |
Schrappen |
Amendement 66 Voorstel voor een besluit Artikel 9 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De hoge vertegenwoordiger besluit over de beveiligingsvoorschriften voor de EDEO en treft de nodige maatregelen om te garanderen dat de EDEO de risico's voor zijn personeel, zijn materiële activa en zijn informatie doeltreffend beheert en dat de dienst zijn zorgplicht in acht neemt. Die voorschriften gelden voor alle personeelsleden van de EDEO en van de delegaties van de Unie, ongeacht hun administratieve status of herkomst. |
1. De hoge vertegenwoordiger besluit, na raadpleging van het in Besluit 2001/264/EG van de Raad bedoelde comité, over de beveiligingsvoorschriften voor de EDEO en treft de nodige maatregelen om te garanderen dat de EDEO de risico's voor zijn personeel, zijn materiële activa en zijn informatie doeltreffend beheert en dat de dienst zijn zorgplicht in acht neemt. Die voorschriften gelden voor alle personeelsleden van de EDEO en van de delegaties van de Unie, ongeacht hun administratieve status of herkomst. |
Amendement 67 Voorstel voor een besluit Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In afwachting van het in lid 1 bedoelde besluit: |
|
- past de EDEO, wat de bescherming van gerubriceerde informatie betreft, Besluit 2001/264/EG van de Raad toe; |
|
- past de EDEO, wat andere veiligheidsaspecten betreft, Besluit 2001/844/EG van de Commissie toe. |
Amendement 68 Voorstel voor een besluit Artikel 11 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het secretariaat-generaal van de Raad en de bevoegde Commissiediensten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 6, lid 8, bedoelde overbrenging en overplaatsing gepaard kunnen gaan met de voor de werking van de EDEO vereiste overdracht van Raads- en Commissiegebouwen. |
1. Het secretariaat-generaal van de Raad en de bevoegde Commissiediensten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 6 bis bedoelde overbrenging en overplaatsing gepaard kunnen gaan met de voor de werking van de EDEO vereiste overdracht van Raads- en Commissiegebouwen. |
Amendement 69 Voorstel voor een besluit Artikel 12 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger zal in 2012 bij de Raad een verslag over de werking van de EDEO indienen. |
2. De hoge vertegenwoordiger dient uiterlijk eind 2011 bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de werking van de EDEO. Dit verslag belicht in het bijzonder de uitvoering van het bepaalde in artikel 5, lid 3 en lid 10, en in artikel 8. |
Amendement 70 Voorstel voor een besluit Artikel 12 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Raad, handelend op voorstel van de hoge vertegenwoordiger, overeenkomstig artikel 27 VEU, evalueert dit besluit uiterlijk begin 2014 in het licht van de opgedane ervaringen. |
3. Uiterlijk medio 2013 voert de hoge vertegenwoordiger een evaluatie uit van de werking en de organisatie van de EDEO, waarin o.a. wordt ingegaan op de uitvoering van het bepaalde in artikel 6, leden 7 en 10. Deze evaluatie gaat, indien nodig, vergezeld van passende voorstellen tot herziening van dit besluit. In dat geval herziet de Raad overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VWEU dit besluit uiterlijk begin 2014 in het licht van de evaluatie. |
Amendement 71 Voorstel voor een besluit Artikel 12 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. De erin vervatte bepalingen inzake financieel beheer en aanwerving die verder strekken dan het statuut en het financieel reglement, worden pas van kracht wanneer de vereiste wijzigingen in het statuut en het financieel reglement alsmede in de gewijzigde begroting zijn aangenomen. In afwachting van de inwerkingtreding van de voor de toepassing van dit besluit vereiste wijzigingen van het statuut, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en het financieel reglement, wordt er, ten behoeve van een vlot beheer van het EDEO-personeel, tussen de hoge vertegenwoordiger, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie een regeling getroffen en wordt er met de lidstaten overleg gepleegd. |
4. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. De erin vervatte bepalingen inzake financieel beheer en aanwerving worden van kracht zodra de vereiste wijzigingen in het statuut en het Financieel Reglement alsmede de gewijzigde begroting zijn aangenomen. Er wordt tussen de hoge vertegenwoordiger, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie een regeling getroffen en er wordt met de lidstaten overleg gepleegd om een soepele overgang te garanderen. |
Amendement 72 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – inleidende formule (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Alle personeelsleden in de hieronder genoemde diensten en functies worden en bloc naar de EDEO overgeplaatst, met uitzondering van een beperkt aantal personeelsleden die hieronder als uitzonderingen vermeld staan. |
Amendement 73 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – alinea 1 – streepje 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
● Alle leidinggevende functies |
● Alle leidinggevende functies en het rechtstreeks daaraan toegevoegde ondersteunende personeel |
Amendement 74 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – alinea 2 – streepje 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
● Alle hoofden en adjunct-hoofden van delegaties |
● Alle hoofden en adjunct-hoofden van delegaties en het rechtstreeks aan hen toegevoegde ondersteunende personeel |
Amendement 75 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – alinea 3 – streepje 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
● Desbetreffende leidinggevende functies |
● Desbetreffende leidinggevende functies en het rechtstreeks daaraan toegevoegde ondersteunende personeel |
- [1] Verordening (EG, Euratom) nr. 401/2004 van 23 februari 2004 tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië en de Tsjechische Republiek (PB L 67 van 5.3.2004, blz. 1).
ADVIES van de Commissie constitutionele zaken* (5.7.2010)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE))
Rapporteur voor advies(*): Guy Verhofstadt
(*) Medeverantwoordelijke commissie – artikel 50 van het Reglement
AMENDEMENTEN
De Commissie constitutionele zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Doel van dit besluit is de inrichting en werking vast te stellen van de Europese dienst voor extern optreden ("EDEO"), een functioneel autonoom orgaan van de Unie dat onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staat en is ingesteld bij artikel 27, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, als gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon. |
(1) Doel van dit besluit is de inrichting en werking vast te stellen van de Europese dienst voor extern optreden ("EDEO"), een functioneel autonoom orgaan van de Unie dat onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staat en is ingesteld bij artikel 27, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, als gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon. Dit besluit, met name wanneer daarin wordt verwezen naar de "hoge vertegenwoordiger", wordt geïnterpreteerd overeenkomstig de taakomschrijving van de hoge vertegenwoordiger in artikel 18 van het VEU. |
|
(Horizontaal amendement: ...) |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen in haar hoedanigheid van voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, onverminderd de normale taken van het secretariaat-generaal van de Raad. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger tevens ondersteunen in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie bij de uitoefening, in de Commissie, van de taken van de Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en bij de coördinatie van de overige aspecten van het extern optreden van de Unie, onverminderd de normale taken van de Commissiediensten. |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger, die tevens vice-voorzitter van de Commissie en voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken is, ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU, zoals met name beschreven in de artikelen 18 en 27 van het VEU. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen in haar hoedanigheid van voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, onverminderd de normale taken van het secretariaat-generaal van de Raad. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger tevens ondersteunen in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie bij de uitoefening, in de Commissie, van de taken van de Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en bij de coördinatie van de overige aspecten van het extern optreden van de Unie, onverminderd de normale taken van de Commissiediensten. |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) De bijdrage van de EDEO aan de externe samenwerkingsprogramma's van de EU dient erin te bestaan dat de dienst tracht ervoor te zorgen dat de programma's beantwoorden aan de doelstellingen van het extern optreden als vermeld in artikel 21 van het VEU, en meer bepaald in lid 2, onder d), alsook aan de doelstellingen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU conform artikel 208 van het VWEU. In dit verband moet de EDEO tevens bevorderen dat de doelstellingen van de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Europese consensus over humanitaire hulp worden verwezenlijkt. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Het Europees Parlement zal ten volle zijn rol vervullen in het extern optreden van de Unie, met name wat de in artikel 14, lid 1, van het VEU bedoelde politieke controle betreft, alsmede in wetgevings- en begrotingsaangelegenheden overeenkomstig de Verdragen. De hoge vertegenwoordiger zal voorts, overeenkomstig artikel 36 van het VEU, het Europees Parlement regelmatig raadplegen over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen op het gebied van het GBVB en erop toezien dat de opvattingen van het Europees Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger daarin bijstaan. |
(5) Het Europees Parlement zal ten volle zijn rol vervullen in het extern optreden van de Unie, met name wat de in artikel 14, lid 1, van het VEU bedoelde politieke controle betreft, alsmede in wetgevings- en begrotingsaangelegenheden overeenkomstig de Verdragen. De hoge vertegenwoordiger zal voorts, overeenkomstig artikel 36 van het VEU, het Europees Parlement regelmatig raadplegen over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen op het gebied van het GBVB en erop toezien dat de opvattingen van het Europees Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger daarin bijstaan. Er dient een specifieke regeling te worden vastgesteld met betrekking tot de toegang van leden van het Europees Parlement tot gerubriceerde documenten en informatie op het gebied van het GBVB. Tot de goedkeuring van een dergelijke regeling blijven de bestaande bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord van 2002 over gerubriceerde documenten en informatie van toepassing. |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Er moeten bepalingen worden aangenomen inzake de personeelsleden van de EDEO en hun aanwerving. In personeelsaangelegenheden moet de EDEO worden beschouwd als een instelling in de zin van het Statuut. Overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VEU zal de EDEO bestaan uit ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie, alsmede uit door de diplomatieke diensten van de lidstaten gedetacheerde personeelsleden. De hoge vertegenwoordiger zal het tot aanstelling bevoegde gezag zijn voor ambtenaren die vallen onder het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut"), alsook voor functionarissen die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. De hoge vertegenwoordiger zal tevens gezag uitoefenen over de gedetacheerde nationale deskundigen ("GND's") die in de EDEO een ambt bekleden. Het aantal ambtenaren en andere personeelsleden van de EDEO zal jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure en zal worden opgenomen in de personeelsformatie. |
(7) Er moeten bepalingen worden aangenomen inzake de personeelsleden van de EDEO en hun aanwerving, waar dit noodzakelijk is voor de vaststelling van de inrichting en werking van de EDEO. Overeenkomstig artikel 336 van het VWEU dienen tegelijkertijd, onverminderd artikel 298 van het VWEU, de nodige wijzigingen te worden aangebracht in het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut") en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van die Gemeenschappen ("RAP"). In personeelsaangelegenheden moet de EDEO worden beschouwd als een instelling in de zin van het statuut. De hoge vertegenwoordiger zal het tot aanstelling bevoegde gezag zijn voor ambtenaren die vallen onder het statuut, alsook voor functionarissen die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Het aantal ambtenaren en andere personeelsleden van de EDEO zal jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure en zal worden opgenomen in de personeelsformatie. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend het belang van de Unie voor ogen te houden. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Overweging 7 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 ter) De aanwerving dient plaats te vinden op basis van verdienste, met inachtneming van een passend geografisch en genderevenwicht. In het EDEO-personeel dient een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd te zijn. In de in 2013 geplande evaluatie dient ook deze kwestie aan de orde te komen en dienen waar nodig voorstellen te worden gedaan voor bijkomende specifieke maatregelen om eventuele onevenwichtigheden te corrigeren. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Overweging 7 quater (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 quater) Overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VEU zal de EDEO bestaan uit ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie, alsmede personeelsleden die afkomstig zijn van de diplomatieke diensten van de lidstaten. Daartoe worden de relevante diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie naar de EDEO overgebracht, samen met de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt in die diensten of functies bekleden. Vóór 1 juli 2013 werft de EDEO uitsluitend ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie aan, alsmede personeelsleden van de diplomatieke diensten van de lidstaten. Na die datum moeten alle ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie naar een vacante functie bij de EDEO kunnen solliciteren. |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Overweging 7 quinquies (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 quinquies) De EDEO kan in specifieke gevallen de hulp inroepen van gespecialiseerde gedetacheerde nationale deskundigen (GND’s), die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger staan. Gedetacheerde nationale deskundigen die bij de EDEO een ambt bekleden, zullen niet meetellen in het derde deel van het personeel dat uit nationale personeelsleden moet bestaan zodra de EDEO op volle sterkte is. Gedurende de oprichtingsfase van de EDEO zullen zij niet automatisch, maar louter met toestemming van de autoriteiten van hun lidstaat van herkomst worden overgeplaatst. Bij het verstrijken van het contract van een GND die uit hoofde van artikel 6 bis naar de EDEO was overgeplaatst, wordt de functie omgezet in een betrekking van tijdelijk functionaris wanneer de door de GND uitgevoerde functie overeenstemt met een normaliter door ambtenaren op AD-niveau uitgevoerde functie, op voorwaarde dat de benodigde betrekking beschikbaar is in de personeelsformatie. |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Overweging 7 sexies (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 sexies) De Commissie en de EDEO zullen in overleg een praktische regeling voor de instructies van de Commissie aan de delegaties uitwerken. Hierin moet met name worden bepaald dat wanneer de Commissie instructies aan de delegaties toezendt, zij tegelijkertijd een afschrift hiervan toezendt aan het hoofd van de delegatie en aan de centrale administratie van de EDEO. |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Overweging 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Teneinde de budgettaire autonomie te waarborgen die nodig is voor de vlotte werking van de EDEO, moet het Financieel Reglement zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt behandeld als een "instelling" in de zin van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. |
(8) Het Financieel Reglement moet zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt opgenomen in artikel 1 van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en naar analogie van de overige instellingen zal een deel van het jaarverslag van de Rekenkamer worden gewijd aan de EDEO en zal de EDEO op dit verslag reageren. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. De EDEO verleent het Europees Parlement alle steun die het nodig heeft om zijn recht als kwijtingsautoriteit te kunnen uitoefenen. De uitvoering van de operationele begroting zal overeenkomstig artikel 317 van het VWEU onder de verantwoordelijkheid van de Commissie vallen. Bij besluiten met financiële gevolgen zullen met name de in titel IV van het Financieel Reglement bepaalde verantwoordelijkheden in acht worden genomen, in het bijzonder artikel 75 inzake uitgaven en de artikelen 64 t/m 68 inzake de verantwoordelijkheid van de financiële actoren. |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) Op begrotingsneutraliteit gerichte kosteneffectiviteit moet het beginsel zijn dat aan de oprichting van de EDEO ten grondslag ligt. Hiertoe zal gebruik moeten worden gemaakt van overgangsregelingen en geleidelijke capaciteitsopbouw. Onnodig dupliceren van taken, functies en middelen met andere instanties moet worden vermeden. Alle mogelijkheden om te rationaliseren moeten worden benut. |
|
Voorts zal er behoefte zijn aan een aantal ambten voor tijdelijk personeel uit de lidstaten, die in het kader van het lopende meerjarenkader zullen moeten worden gefinancierd. |
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Overweging 12 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Dit besluit moet begin 2014 opnieuw worden bezien in het licht van de opgedane ervaring. |
(12) De hoge vertegenwoordiger dient medio 2013 de werking en de organisatie van de EDEO te evalueren en daarbij, zo nodig, voorstellen te doen voor een herziening van dit besluit. Een dergelijke herziening dient uiterlijk begin 2014 te worden goedgekeurd. |
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO ondersteunt de hoge vertegenwoordiger: |
1. De EDEO ondersteunt de hoge vertegenwoordiger bij de uitoefening van haar mandaat, zoals met name beschreven in de artikelen 18 en 27 van het VEU: |
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 1 – streepje 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het externe optreden van de EU; |
bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie, met inbegrip van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid ("GVDB"), uit te voeren, met haar voorstellen bij te dragen aan de ontwikkeling van dat beleid, dat zij volgens het door de Raad verstrekte mandaat uitvoert, en het zorgdragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU; |
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De EDEO staat de voorzitter van de Commissie, de Commissie en de voorzitter van de Europese Raad bij. |
2. De EDEO staat de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie, en de Commissie bij de uitoefening van hun respectieve taken op het gebied van de externe betrekkingen bij. |
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO werkt samen met het secretariaat-generaal van de Raad en de diensten van de Commissie, alsook met de diplomatieke diensten van de lidstaten, teneinde de samenhang tussen de verschillende gebieden van het externe optreden van de Unie en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen te verzekeren. |
1. De EDEO verleent steun aan en werkt samen met de diplomatieke diensten van de lidstaten alsook met het secretariaat-generaal van de Raad en de diensten van de Commissie, ten einde de samenhang tussen de verschillende gebieden van het extern optreden van de Unie en tussen het extern optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen te verzekeren. |
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De EDEO en de diensten van de Commissie raadplegen elkaar over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het externe optreden van de Unie. De EDEO neemt deel aan de voorbereidende werkzaamheden en procedures voor handelingen die de Commissie op dit gebied dient op te stellen. Dit lid wordt uitgevoerd overeenkomstig Titel V, hoofdstuk 1, van het VEU en artikel 205 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU"). |
2. De EDEO en de diensten van de Commissie raadplegen elkaar bij de uitoefening van hun respectieve taken over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het extern optreden van de Unie, uitgezonderd GVDB-aangelegenheden. De EDEO neemt deel aan de voorbereidende werkzaamheden en procedures betreffende handelingen die de Commissie op dit gebied dient op te stellen. Dit lid wordt uitgevoerd overeenkomstig Titel V, hoofdstuk 1, van het VEU en artikel 205 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU"). |
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie. |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie, in het bijzonder aan het Europees Parlement. De EDEO kan een beroep doen op de steun en medewerking van deze instellingen en organen, met inbegrip, waar nodig, van de agentschappen. De interne controleur van de EDEO werkt met de interne controleur van de Commissie samen om voor samenhang in het controlebeleid te zorgen, met name waar het de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de beleidsuitgaven betreft. Voorts werkt de EDEO overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 samen met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Met name keurt de EDEO spoedig het op grond van deze verordening vereiste besluit inzake de voorwaarden voor interne onderzoeken goed. Zoals in deze verordening bepaald, verlenen de lidstaten, overeenkomstig de nationale regelgeving, en de instellingen de nodige steun om de OLAF-medewerkers in staat te stellen hun taken uit te voeren. |
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO wordt beheerd door een secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie, en vertegenwoordigt de EDEO. |
1. De EDEO wordt beheerd door een uitvoerend secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De uitvoerend secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van de centrale administratie en met de delegaties van de Unie. |
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De secretaris-generaal wordt bijgestaan door twee plaatsvervangende secretarissen-generaal. |
2. De uitvoerend secretaris-generaal wordt bijgestaan door twee plaatsvervangende secretarissen-generaal. |
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De centrale administratie van de EDEO wordt ingedeeld in directoraten-generaal, waaronder: |
3. De centrale administratie van de EDEO wordt ingedeeld in directoraten-generaal, waaronder in het bijzonder: |
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – streepje 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, onder het rechtstreekse gezag van de secretaris-generaal; |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, dat fungeert in het EDEO-kader dat wordt beheerd door de uitvoerend secretaris-generaal. De hoge vertegenwoordiger benoemt volgens de normale aanwervingsvoorschriften een directeur-generaal begroting en administratie, die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger werkt. Deze legt aan de hoge vertegenwoordiger verantwoording af voor het administratieve en interne begrotingsbeheer van de EDEO. Hij hanteert dezelfde begrotingslijnen en volgt dezelfde administratieve voorschriften als gelden voor het gedeelte van afdeling III van de EU-begroting dat in rubriek 5 van het meerjarig financieel kader valt; |
Amendement 24 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – streepje 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid; er wordt recht gedaan aan de specifieke kenmerken van deze diensten, alsook aan de bijzonderheden van hun functies en aanwervingsprocedures en het statuut van hun personeel. |
- het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger, verlenen haar bijstand bij het overeenkomstig de Verdragsbepalingen uitvoeren van het GBVB van de Unie, met inachtneming overeenkomstig artikel 40 van het VEU van de overige bevoegdheden van de Unie. |
|
Er wordt recht gedaan aan de specifieke kenmerken van deze diensten, alsook aan de bijzonderheden van hun functies en aanwervingsprocedures en het statuut van hun personeel. |
|
Er wordt ingestaan voor volledige coördinatie tussen alle EDEO-diensten. |
Amendement 25 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 2 – streepje -1 (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
- een afdeling strategische beleidsplanning; |
Amendement 26 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – tweede alinea – eerste streepje | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- een juridische afdeling onder het rechtstreekse administratieve gezag van de secretaris-generaal, die nauw samenwerkt met de juridische diensten van de Raad en de Commissie; |
- een juridische afdeling onder het administratieve gezag van de uitvoerend secretaris-generaal, die nauw samenwerkt met de juridische diensten van de Raad en de Commissie; |
Amendement 27 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De hoge vertegenwoordiger wijst onder de EDEO-personeelsleden de voorzitters aan van voorbereidende instanties van de Raad die worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger, waaronder de voorzitter van het Politiek en Veiligheidscomité. |
4. De hoge vertegenwoordiger wijst de voorzitters aan van voorbereidende instanties van de Raad die worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger, waaronder de voorzitter van het Politiek en Veiligheidscomité, overeenkomstig de voorschriften van bijlage II van het Besluit van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de voorschriften tot toepassing van het besluit van de Europese Raad betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad en betreffende het voorzitterschap van de voorbereidende instanties van de Raad (2009/908/EU)1. |
|
1 PB L 322 van 9.12.2009, blz. 28. |
Amendement 28 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het besluit tot instelling van een delegatie wordt genomen door de hoge vertegenwoordiger, na raadpleging van de Raad en de Commissie. Het besluit tot opheffing van een delegatie wordt genomen door de hoge vertegenwoordiger, in overleg met de Raad en de Commissie. |
1. Het besluit tot instelling of opheffing van een delegatie wordt genomen door de hoge vertegenwoordiger, in overleg met de Raad en de Commissie. |
Amendement 29 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke delegatie van de Unie wordt geleid door een delegatiehoofd. |
2. Elke delegatie van de Unie staat onder het gezag van een delegatiehoofd. |
Amendement 30 Voorstel voor een besluit Article 5 – paragraph 3 – subparagraph 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 221, lid 2, van het VWEU, ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
Amendement 31 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. Naast de interne maatregelen van de EDEO maakt OLAF van zijn bevoegdheden gebruik, met name door overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 antifraudemaatregelen uit te voeren. |
Amendement 32 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De delegaties van de Unie hebben de bevoegdheid om de belangen te behartigen van andere EU-instellingen, met name de Europese Raad en het Europees Parlement, in hun officiële contacten met de internationale organisaties of derde landen waar zij geaccrediteerd zijn. |
7. De delegaties van de Unie hebben de bevoegdheid om de belangen te behartigen van andere EU-instellingen, met name het Europees Parlement, in hun contacten met de internationale organisaties of derde landen waar de delegaties geaccrediteerd zijn. |
Amendement 33 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Het delegatiehoofd heeft de bevoegdheid om de EU te vertegenwoordigen in het land waar de delegatie is gevestigd, met name om contracten te sluiten en in rechte op te treden. |
8. Het delegatiehoofd heeft de bevoegdheid om de EU te vertegenwoordigen in het land waar de delegatie is geaccrediteerd, met name om contracten te sluiten en in rechte op te treden. |
Amendement 34 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 9 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De delegaties van de Unie werken nauw samen met de diplomatieke diensten van de lidstaten. Zij verstrekken elkaar alle dienstige informatie. |
9. De delegaties van de Unie werken nauw samen en delen informatie met de diplomatieke diensten van de lidstaten. |
Amendement 35 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 10 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
10. De delegaties van de Unie hebben de bevoegdheid de lidstaten op hun verzoek te ondersteunen in hun diplomatieke betrekkingen en in hun taak burgers van de Unie in derde landen consulaire bescherming te bieden. |
10. De delegaties van de Unie ondersteunen overeenkomstig artikel 35, derde alinea, van het EU-Verdrag de lidstaten op hun verzoek in hun diplomatieke betrekkingen en in hun taak burgers van de Unie in derde landen consulaire bescherming te bieden. |
Amendement 36 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – alinea -1 (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. De bepalingen van dit artikel, met uitzondering van lid 2, zijn van toepassing onverminderd het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut") en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van die Gemeenschappen ("RAP"), met inbegrip van de wijzigingen die overeenkomstig artikel 336 van het VWEU in deze voorschriften worden aangebracht om ze aan te passen aan de behoeften van de EDEO. |
Amendement 37 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO omvat: |
1. De EDEO omvat ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, met inbegrip van personeelsleden van diplomatieke diensten van de lidstaten die als tijdelijke ambtenaren zijn aangesteld1. |
a) ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, met inbegrip van personeelsleden van diplomatieke diensten van de lidstaten die als tijdelijke ambtenaren zijn aangesteld; |
Het statuut en de RAP zijn van toepassing op deze personeelsleden. |
b) indien zo nodig en op tijdelijke basis, gespecialiseerde gedetacheerde nationale deskundigen (GND's). |
|
|
1 Artikel 98, lid 1, tweede alinea, van het Statuut komt als volgt te luiden: "Met ingang van 1 juli 2013 neemt het tot aanstelling bevoegde gezag ook sollicitaties van ambtenaren van andere instellingen in overweging, zonder aan enige ambtenarencategorie voorrang te geven.". |
Amendement 38 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Indien nodig kan de EDEO in specifieke gevallen een beroep doen op een beperkt aantal gespecialiseerde gedetacheerde nationale deskundigen (GND's). |
|
De hoge vertegenwoordiger stelt de regels vast, gelijkwaardig aan die van Besluit 2003/479/EG van de Raad als gewijzigd bij Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 20071, uit hoofde waarvan GND's ter beschikking van de EDEO worden gesteld met het oog op het verstrekken van gespecialiseerde expertise. |
|
1 PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10. |
Amendement 39 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend de belangen van de Unie voor ogen te houden. Onverminderd artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, en artikel 5, lid 3, vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de EDEO dan wel van enige andere instantie of persoon dan de hoge vertegenwoordiger. |
2. De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend de belangen van de Unie voor ogen te houden. Onverminderd artikel 2, lid 1, derde streepje, en lid 2, en artikel 5, lid 3, vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de EDEO dan wel van enige andere instantie of persoon dan de hoge vertegenwoordiger. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van het Statuut mogen de personeelsleden van de EDEO generlei betalingen aanvaarden van enige bron buiten de EDEO. |
Amendement 40 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het statuut, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en de regels die de instellingen van de Europese Unie gezamenlijk hebben vastgesteld met het oog op de toepassing van het statuut en de regeling, zijn van toepassing op het personeel van de EDEO, bedoeld in lid 1, onder a). |
Schrappen |
Amendement 41 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De hoge vertegenwoordiger stelt de regels vast, gelijkwaardig aan die van Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007, uit hoofde waarvan GND's ter beschikking van de EDEO worden gesteld met het oog op het verstrekken van gespecialiseerde expertise. |
Schrappen |
Amendement 42 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 6 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Alle benoemingen in de EDEO stoelen op verdienste en een maximale geografische spreiding. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. |
6. De aanwerving bij de EDEO stoelt op verdienste en waarborgt een passend geografisch en genderevenwicht. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. |
Amendement 43 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Alle personeelsleden van de EDEO die onder het statuut of de RAP vallen, hebben dezelfde rechten en plichten, ongeacht of zij ambtenaar van de Europese Unie dan wel tijdelijk ambtenaar uit de diplomatieke diensten van de lidstaten zijn, en zij worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. |
7. Ambtenaren van de Europese Unie en tijdelijke ambtenaren uit de diplomatieke diensten van de lidstaten hebben dezelfde rechten en plichten, worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. Overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement ondersteunen de lidstaten de Unie bij de uitvoering van financiële verplichtingen die voortvloeien uit de aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 66 van het Financieel Reglement van uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren van de EDEO. |
Amendement 44 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De in de bijlage vermelde betrokken diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie worden naar de EDEO overgebracht. Ambtenaren en tijdelijke ambtenaren die een ambt in de in de bijlage vermelde diensten of functies bekleden, worden naar de EDEO overgeplaatst. Dat geldt tevens voor contractueel en plaatselijk personeel voor die diensten en functies. GND's die in die diensten en functies werkzaam zijn, worden eveneens naar de EDEO overgeplaatst. |
Schrappen |
De overplaatsing wordt van kracht op de dag van de vaststelling van de gewijzigde begroting van de Europese Unie die in de overeenkomstige ambten en kredieten voor de EDEO voorziet. |
|
Bij hun overplaatsing naar de EDEO wijst de hoge vertegenwoordiger iedere ambtenaar een ambt toe in een functiegroep die overeenkomt met zijn rang. |
|
Amendement 45 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De hoge vertegenwoordiger stelt de, op verdienste en een maximale geografische spreiding te baseren, selectieprocedures voor het EDEO-personeel vast overeenkomstig het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en houdt daarbij terdege rekening met een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen. |
9. De hoge vertegenwoordiger stelt de selectieprocedures voor het EDEO-personeel vast, die worden afgewikkeld volgens een transparante, op verdienste gebaseerde procedure, ten einde personeel in dienst te nemen dat voldoet aan de hoogste normen inzake geschiktheid, efficiëntie en integriteit, onder waarborging van een passend geografisch evenwicht en met inachtneming van de behoefte aan een relevante aanwezigheid van onderdanen uit alle lidstaten en het streven naar een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen. Bij de aanwervingsprocedure voor openstaande ambten in de EDEO worden vertegenwoordigers van de lidstaten, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie betrokken1. |
|
1 Zie de ontwerpverklaring over de benoemingsprocedure aan het eind. |
Amendement 46 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 bis. Zodra de EDEO op volle sterkte is, moet ten minste een derde deel van het EDEO-personeel (AD-niveau) bestaan uit personeelsleden uit de lidstaten, als bedoeld in lid 1, eerste alinea. Tevens moet ten minste 60% van het EDEO-personeel (AD-niveau) bestaan uit vaste EU-ambtenaren, met inbegrip van uit de diplomatieke diensten van de lidstaten afkomstige personeelsleden die vast EU-ambtenaar zijn geworden overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. De hoge vertegenwoordiger dient elk jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de bezetting van de ambten in de EDEO. |
Amendement 47 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 ter. De hoge vertegenwoordiger stelt de mobiliteitsregels vast, om te waarborgen dat voor de personeelsleden van de EDEO een hoge mobiliteitsgraad geldt. Op de in artikel 4, lid 3, derde streepje, bedoelde personeelsleden zijn specifieke bepalingen van toepassing. In beginsel zijn alle EDEO-personeelsleden op gezette tijden in de Uniedelegaties werkzaam. De hoge vertegenwoordiger stelt de daartoe strekkende regels vast. |
Amendement 48 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 10 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
10. De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende procedures voor de aanwerving van personeelsleden voor ambten die naar de EDEO zijn overgebracht, blijven van kracht. Zij worden onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger voortgezet en voltooid in overeenstemming met de kennisgeving van de vacature en met de toepasselijke regels van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. |
10. Overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het nationale recht verstrekt elke lidstaat zijn ambtenaren die tijdelijk ambtenaar in de EDEO zijn geworden, de waarborg dat zij na afloop van hun dienstbetrekking bij de EDEO onmiddellijk weer in dienst worden genomen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 50 ter van de RAP mag deze diensttijd niet meer dan acht jaar bedragen, tenzij de diensttijd in uitzonderlijke omstandigheden en in het belang van de dienst met een periode van ten hoogste twee jaar wordt verlengd1. |
Tijdens de oprichting van de EDEO worden bij de aanwervingsprocedure voor openstaande ambten in de EDEO vertegenwoordigers van de lidstaten, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie betrokken. |
EU-ambtenaren die in de EDEO werken, hebben het recht zich kandidaat te stellen voor ambten in hun instelling van herkomst, en wel onder dezelfde voorwaarden als interne kandidaten. |
Het personeel van het centraal bestuur van de EDEO wordt samengesteld uit ambtenaren en andere personeelsleden van, respectievelijk, betrokken diensten van het secretariaat-generaal van de Raad en van de Commissie, alsook uit personeelsleden die uit de nationale diplomatieke diensten van de lidstaten worden gedetacheerd. |
|
De nationale personeelsleden moeten ten minste een derde van het EDEO-personeel (AD-niveau) uitmaken zodra de EDEO zijn volledige capaciteit heeft bereikt. De hoge vertegenwoordiger dient elk jaar bij de Raad een verslag in over de bezetting van de ambten in de EDEO. |
|
|
1 Artikel 50 ter, lid 2, van de RAP komt als volgt te luiden: “2. Zij kunnen voor ten hoogste vier jaar worden aangesteld. Overeenkomsten kunnen met ten hoogste vier jaar worden verlengd. De aanstelling kan niet voor langer dan acht jaar gelden. In uitzonderlijke omstandigheden en in het belang van de dienst kan de overeenkomst evenwel aan het einde van het achtste jaar met ten hoogste twee jaar worden verlengd. Hernieuwing of verlenging wordt toegestaan op voorwaarde dat de detachering door de nationale diplomatieke dienst voor de duur van de hernieuwing wordt verlengd.". |
Amendement 49 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 11 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
11. De hoge vertegenwoordiger stelt de mobiliteitsregels vast, in die zin dat voor de personeelsleden van de EDEO een toereikende mobiliteitsgraad geldt. Op de in artikel 4, lid 3, derde streepje, bedoelde personeelsleden zijn specifieke bepalingen van toepassing. In het algemeen zijn alle EDEO-personeelsleden op gezette tijden in de Uniedelegaties werkzaam. De hoge vertegenwoordiger stelt de daartoe strekkende regels vast. |
11. Er wordt voor adequate gezamenlijke opleiding voor het EDEO-personeel gezorgd, waarbij met name wordt uitgegaan van bestaande nationale en EU-praktijken en -structuren. De hoge vertegenwoordiger stelt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit passende maatregelen daartoe vast. |
Amendement 50 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 12 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
12. Overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het nationale recht verstrekt elke lidstaat zijn ambtenaren die tijdelijk ambtenaar in de EDEO zijn geworden, de waarborg dat zij na afloop van hun detachering bij de EDEO onmiddellijk weer in dienst worden genomen. Na twee opeenvolgende detacheringen kan elke lidstaat ertoe besluiten deze waarborg te verlengen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het nationale recht. EU-ambtenaren die in de EDEO werken, hebben het recht zich kandidaat te stellen voor ambten in hun instelling van herkomst, en wel onder dezelfde voorwaarden als binnenlandse kandidaten. |
Schrappen |
Amendement 51 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 13 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
13. Er wordt voor adequate gezamenlijke opleiding voor het EDEO-personeel gezorgd, waarbij met name wordt uitgegaan van bestaande nationale praktijken en structuren. De hoge vertegenwoordiger stelt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit passende maatregelen daartoe vast. |
Schrappen |
Amendement 52 Voorstel voor een besluit Artikel 6 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 6 bis |
|
Overgangsbepalingen inzake het personeel |
|
1. De in de bijlage vermelde betrokken diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie worden naar de EDEO overgebracht. Ambtenaren en tijdelijke ambtenaren die een ambt in de in de bijlage vermelde diensten of functies bekleden, worden naar de EDEO overgeplaatst. Dat geldt mutatis mutandis voor contractueel en plaatselijk personeel voor die diensten en functies. GND's die in die diensten en functies werkzaam zijn, worden eveneens naar de EDEO overgeplaatst, mits de autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarmee instemmen. |
|
Deze overplaatsingen worden op 1 januari 2011 van kracht. |
|
Overeenkomstig het statuut wijst de hoge vertegenwoordiger iedere ambtenaar bij overplaatsing naar de EDEO een ambt toe in een functiegroep die overeenkomt met zijn rang. |
|
2. De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende procedures voor de aanwerving van personeelsleden voor ambten die naar de EDEO zijn overgebracht, blijven van kracht. Zij worden onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger voortgezet en voltooid in overeenstemming met de kennisgeving van de vacature en met de toepasselijke regels van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. |
Amendement 53 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De hoge vertegenwoordiger treedt op als ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie en stelt de interne regels voor het beheer van de overeenkomstige begrotingsonderdelen vast. In de interne regels wordt vastgelegd welke bevoegdheden van de ordonnateur aan de secretaris-generaal worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden de secretaris-generaal die bevoegdheden verder kan delegeren. |
1. De taken van de ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie worden overeenkomstig artikel 59 van het Financieel reglement gedelegeerd. De hoge vertegenwoordiger stelt de interne regels voor het beheer van de huishoudelijke begrotingsonderdelen vast. De beleidsuitgaven blijven binnen de afdeling Commissie van de begroting. |
Amendement 54 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie is, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie, belast met het financieel beheer van de operationele uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies. |
3. Bij de opstelling van ramingen voor de huishoudelijke uitgaven van de EDEO voert de hoge vertegenwoordiger overleg met de commissaris voor ontwikkelingsbeleid en de commissaris voor nabuurschapsbeleid met betrekking tot hun respectieve taakgebied. |
Amendement 55 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Overeenkomstig artikel 314, punt 1, van het VWEU maakt de EDEO een raming op van zijn uitgaven voor het volgende begrotingsjaar. De Commissie voegt deze ramingen samen in een ontwerpbegroting, die afwijkende ramingen kan inhouden. De Commissie kan de ontwerpbegroting op grond van artikel 314, lid 2, van het VWEU wijzigen. |
Amendement 56 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Om budgettaire transparantie op het gebied van het externe optreden van de Unie te waarborgen, zendt de Commissie de begrotingsautoriteit samen met de ontwerpbegroting van de EU een werkdocument toe met een volledig overzicht van alle uitgaven in verband met het externe optreden van de Unie. |
Amendement 57 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het financieel reglement. |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. De EDEO werkt in dit verband volledig samen met de instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn, en vertrekt waar nodig de vereiste aanvullende informatie, o.a. door het bijwonen van vergaderingen van de relevante organen. |
Amendement 58 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – titel | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
Programmering |
Instrumenten voor extern optreden en programmering |
Amendement 59 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In het kader van het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU, die onder de Commissie blijven ressorteren, dragen de hoge vertegenwoordiger en de EDEO bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de hierna genoemde geografische en thematische instrumenten op basis van de in die instrumenten gestelde beleidsdoelen: |
1. Het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU valt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, onverminderd de rol van de Commissie en de EDEO bij de programmering, zoals in de volgende leden omschreven. |
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
|
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
|
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
|
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
|
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
|
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid. |
|
Amendement 60 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger en de EDEO werken overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen, met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
2. De hoge vertegenwoordiger zorgt voor de globale politieke coördinatie van het externe beleid van de EU en waarborgt de eenheid, samenhang en doeltreffendheid van het externe beleid van de EU met name door middel van de instrumenten voor extern optreden: |
|
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
|
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
|
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
|
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
|
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
|
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid, |
|
- het stabiliteitsinstrument, voor wat betreft de bijstand bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1717/2006 van 15 november 2006. |
Amendement 61 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De EDEO is met name belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
3. De EDEO draagt met name bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de genoemde instrumenten op basis van de daarin gestelde beleidsdoelen. De EDEO is belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
(i) landentoewijzingen voor het bepalen van de totale financiële middelen voor elk gebied (onder voorbehoud van de indicatieve verdeling van de financiële vooruitzichten). Per regio zal een deel van de middelen worden gereserveerd voor regionale programma's; |
(i) landentoewijzingen voor het bepalen van de totale financiële middelen voor elk gebied (onder voorbehoud van de indicatieve verdeling van de financiële vooruitzichten). Per regio zal een deel van de middelen worden gereserveerd voor regionale programma's; |
(ii) landen- en regionalestrategiedocumenten (LSD's en RSD's); |
(ii) landen- en regionalestrategiedocumenten (LSD's en RSD's); |
(iii) nationale en regionale indicatieve programma's (NIP's en RIP's). |
(iii) nationale en regionale indicatieve programma's (NIP's en RIP's). |
|
Onverminderd artikel 1, lid 3, werken de hoge vertegenwoordiger en de EDEO overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
Amendement 62 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
|
De thematische programma's, met uitzondering van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en het in lid 2, zevende streepje, vermelde gedeelte van het stabiliteitsinstrument, worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de commissaris voor ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere betrokken commissarissen aan het college voorgelegd. |
Amendement 63 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Met betrekking tot het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het voor het nabuurschapsbeleid bevoegde Commissielid, dat vervolgens, samen met de hoge vertegenwoordiger, de voorstellen en documenten ter fine van besluit aan de Commissie voorlegt. |
5. Met betrekking tot het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van het voor het nabuurschapsbeleid bevoegde Commissielid, dat vervolgens, samen met de hoge vertegenwoordiger, de voorstellen en documenten ter fine van besluit aan de Commissie voorlegt. |
Amendement 64 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Maatregelen in het kader de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument met uitzondering van het in lid 2, zevende streepje, bedoelde gedeelte, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies vallen onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger/de EDEO. De Commissie is verantwoordelijk voor de financiële uitvoering ervan, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie1. De met deze uitvoering belaste Commissiedienst wordt op dezelfde locatie ondergebracht als de EDEO. |
|
1 De Commissie zal een verklaring afleggen met als strekking dat de hoge vertegenwoordiger het noodzakelijke gezag op dit gebied zal bezitten, met volledige inachtneming van het Financieel Reglement. |
Amendement 65 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 6 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De thematische programma's worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de commissaris voor Ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere bevoegde commissarissen aan het college voorgelegd. |
Schrappen |
Amendement 66 Voorstel voor een besluit Artikel 9 − lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De hoge vertegenwoordiger besluit over de beveiligingsvoorschriften voor de EDEO en treft de nodige maatregelen om te garanderen dat de EDEO de risico's voor zijn personeel, zijn materiële activa en zijn informatie doeltreffend beheert en dat de dienst zijn zorgplicht in acht neemt. Die voorschriften gelden voor alle personeelsleden van de EDEO en van de delegaties van de Unie, ongeacht hun administratieve status of herkomst. |
1. De hoge vertegenwoordiger besluit, na raadpleging van het in Besluit 2001/264/EG van de Raad bedoelde comité, over de beveiligingsvoorschriften voor de EDEO en treft de nodige maatregelen om te garanderen dat de EDEO de risico's voor zijn personeel, zijn materiële activa en zijn informatie doeltreffend beheert en dat de dienst zijn zorgplicht in acht neemt. Die voorschriften gelden voor alle personeelsleden van de EDEO en van de delegaties van de Unie, ongeacht hun administratieve status of herkomst. |
Amendement 67 Voorstel voor een besluit Artikel 9 − lid 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In afwachting van het in lid 1 bedoelde besluit: |
|
- past de EDEO, wat de bescherming van gerubriceerde informatie betreft, Besluit 2001/264/EG van de Raad toe; |
|
- past de EDEO, wat andere veiligheidsaspecten betreft, Besluit 2001/844/EG van de Commissie toe. |
Amendement 68 Voorstel voor een besluit Artikel 11 − lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het secretariaat-generaal van de Raad en de bevoegde Commissiediensten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 6, lid 8, bedoelde overbrenging en overplaatsing gepaard kunnen gaan met de voor de werking van de EDEO vereiste overdracht van Raads- en Commissiegebouwen. |
1. Het secretariaat-generaal van de Raad en de bevoegde Commissiediensten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 6 bis bedoelde overbrenging en overplaatsing gepaard kunnen gaan met de voor de werking van de EDEO vereiste overdracht van Raads- en Commissiegebouwen. |
Amendement 69 Voorstel voor een besluit Artikel 12 − lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger zal in 2012 bij de Raad een verslag over de werking van de EDEO indienen. |
2. De hoge vertegenwoordiger dient uiterlijk eind 2011 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking van de EDEO. Dit verslag belicht in het bijzonder de uitvoering van het bepaalde in artikel 8 en in artikel 5, leden 3 en 10. |
Amendement 70 Voorstel voor een besluit Artikel 12 − lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Raad, handelend op voorstel van de hoge vertegenwoordiger, overeenkomstig artikel 27 VEU, evalueert dit besluit uiterlijk begin 2014 in het licht van de opgedane ervaringen. |
3. Uiterlijk medio 2013 voert de hoge vertegenwoordiger een evaluatie uit van de werking en de organisatie van de EDEO, waarin o.a. wordt ingegaan op de uitvoering van het bepaalde in artikel 6, leden 7 en 10. Deze evaluatie gaat, indien nodig, vergezeld van passende voorstellen tot herziening van dit besluit. In dat geval herziet de Raad overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VWEU dit besluit uiterlijk begin 2014 in het licht van de evaluatie. |
Amendement 71 Voorstel voor een besluit Artikel 12 − lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. De erin vervatte bepalingen inzake financieel beheer en aanwerving die verder strekken dan het statuut en het financieel reglement, worden pas van kracht wanneer de vereiste wijzigingen in het statuut en het financieel reglement alsmede in de gewijzigde begroting zijn aangenomen. In afwachting van de inwerkingtreding van de voor de toepassing van dit besluit vereiste wijzigingen van het statuut, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en het financieel reglement, wordt er, ten behoeve van een vlot beheer van het EDEO-personeel, tussen de hoge vertegenwoordiger, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie een regeling getroffen en wordt er met de lidstaten overleg gepleegd. |
4. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. De erin vervatte bepalingen inzake financieel beheer en aanwerving worden van kracht zodra de vereiste wijzigingen in het statuut en het Financieel Reglement alsmede de gewijzigde begroting zijn aangenomen. Er wordt tussen de hoge vertegenwoordiger, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie een regeling getroffen en er wordt met de lidstaten overleg gepleegd om een soepele overgang te garanderen. |
Amendement 72 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – inleiding (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Alle personeelsleden in de hieronder genoemde diensten en functies worden en bloc naar de EDEO overgeplaatst, met uitzondering van een beperkt aantal personeelsleden die hieronder als uitzonderingen vermeld staan. |
Amendement 73 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – alinea 1 – streepje 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
● Alle leidinggevende functies |
● Alle leidinggevende functies en het rechtstreeks daaraan toegevoegde ondersteunende personeel |
Amendement 74 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – alinea 2 – streepje 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
● Alle hoofden en adjunct-hoofden van delegaties |
● Alle hoofden en adjunct-hoofden van delegaties en het rechtstreeks aan hen toegevoegde ondersteunende personeel |
Amendement 75 Voorstel voor een besluit Bijlage – paragraaf 2 – alinea 3 – streepje 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
● Desbetreffende leidinggevende functies |
● Desbetreffende leidinggevende functies en het rechtstreeks daaraan toegevoegde ondersteunende personeel |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
5.7.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
17 2 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Carlo Casini, Andrew Duff, Roberto Gualtieri, Ramón Jáuregui Atondo, Paulo Rangel, Algirdas Saudargas, György Schöpflin, József Szájer, Søren Bo Søndergaard, Indrek Tarand, Rafał Trzaskowski, Guy Verhofstadt, Luis Yáñez-Barnuevo García |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Elmar Brok, Marietta Giannakou, Sylvie Guillaume, Anneli Jäätteenmäki, Íñigo Méndez de Vigo |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Marta Andreasen, Luigi Berlinguer, Tomasz Piotr Poręba |
|||||
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (1.7.2010)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE))
Rapporteur voor advies: Filip Kaczmarek
BEKNOPTE MOTIVERING
De rapporteur voor advies is ingenomen met de resultaten die werden behaald door het informele onderhandelingsteam van het Parlement tijdens de informele quadrilogen met de hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie.
In het voorstel van 25 maart van de hoge vertegenwoordiger en in het politiek akkoord dat in april door de Raad werd gesloten, werd voorzien in de integratie - en zelfs de absorptie - van de eigen ontwikkelingssamenwerking van de Unie (niet de eigen ontwikkelingssamenwerking van de lidstaten) in de EDEO. In het nieuwe voorstel op basis van de quadriloog wordt het grootste deel van de verantwoordelijkheden voor de eigen ontwikkelingssamenwerking van de Unie opnieuw bij de Commissie geplaatst, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de bevoegde commissaris, zoals is vastgelegd in het Verdrag van Lissabon. Ook wordt de eenheid van de ontwikkelingssamenwerking bewaard, die reeds werd vooropgesteld in het oorspronkelijke ontwerpvoorstel van de hoge vertegenwoordiger, door dezelfde administratieve dienst verantwoordelijk te stellen voor de programmering van de twee belangrijkste financieringsinstrumenten ervan (het DCI en het EOF).
Het valt echter af te wachten hoe dit in de praktijk zal verlopen. Of het mogelijk zal zijn om de specificiteit van het ontwikkelingsbeleid van de Unie te bewaren en te versterken als een autonoom beleidsterrein van het externe optreden van de Unie met specifieke doeleinden, en of het mogelijk zal zijn te zorgen voor de door het Verdrag vereiste beleidscoherentie voor ontwikkeling, zal afhangen van hoe de verhoudingen tussen de hoge vertegenwoordiger, de onder haar gezag vallende EDEO en de diensten van de Commissie die onder het gezag van de commissaris bevoegd voor ontwikkeling vallen zich ontwikkelen op het terrein, zowel op de hoofdzetel in Brussel als in de delegaties van de Unie.
De rapporteur voor advies is van mening dat het de taak van het Parlement is om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk vrijwaringsmaatregelen worden ingebouwd in het besluit van de Raad om het behoud van de specificiteit van het onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de commissaris bevoegd voor ontwikkeling vallende ontwikkelingsbeleid van de Unie te verzekeren. In dit opzicht kan hij enkel betreuren dat de bewoording van artikel 8 nog steeds redelijk vaag en dubbelzinnig is met betrekking tot bepaalde aspecten van de verhoudingen tussen de hoge vertegenwoordiger en de commissaris bevoegd voor ontwikkeling, tussen de EDEO en de diensten van de Commissie, en tussen de commissaris bevoegd voor ontwikkeling en de EDEO.
De rapporteur voor advies blijft ervan overtuigd dat nauwere contacten tussen de onderhandelaars van het Parlement en de Commissie ontwikkelingssamenwerking tijdens de voorbereidingsfase van de informele quadrilogen een krachtigere verdediging van het standpunt van het Parlement over de plaats van ontwikkeling in de institutionele architectuur mogelijk gemaakt zouden hebben.
AMENDEMENTEN
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) De bijdrage van de EDEO aan de externe samenwerkingsprogramma's van de EU dient erin te bestaan dat de dienst ervoor tracht te zorgen dat de programma's beantwoorden aan de doelstellingen van het extern optreden als vermeld in artikel 21 van het VEU, en meer bepaald in lid 2, punt d), alsook aan de doelstellingen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU conform artikel 208 van het VWEU, en eveneens aan de ook in artikel 208 van het VWEU opgenomen verplichting dat de Unie rekening moet houden met de doelstellingen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden. In dit verband moet de EDEO tevens bevorderen dat de doelstellingen van de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Europese consensus over humanitaire hulp worden verwezenlijkt. |
Motivering | |
In Council's political agreement of 26 April, this new recital only mentions the objectives of Article 208 TFEU. It is also important to mention the Treaty requirement for policy coherence for development: it ensures that the specificity of the Union's development policy is duly respected. It should be noted that development cooperation is the only policy domain in the field of external action which is explicitly protected by the Treaty; the intention to do so should be duly reflected in the text of the Council decision. | |
It is, however, not sufficient to mention this Treaty requirement in a recital, it should also be inserted in the legally binding body of the Decision. | |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Artikel -1 (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel -1 |
|
Definitie |
|
In dit besluit wordt verstaan onder: |
|
– "diplomatieke dienst": elke dienst van een lidstaat die belast is met enig aspect van het buitenlandse optreden van deze lidstaat, met inbegrip van zijn beleid inzake handel, defensie en veiligheid, ontwikkeling, milieu en andere beleidsdomeinen. |
Motivering | |
In de werkgroepen over de EDEO was er overeenstemming over het feit dat moet worden voorzien in de mogelijkheid voor ambtenaren van lidstaten die zich bezighouden met ontwikkeling, milieu en andere beleidsdomeinen die tot de opdracht van de EDEO behoren, om voor deze Dienst te werken. Aangezien ambtenaren die werken rond andere gebieden van extern optreden in veel lidstaten niet binnen hun "diplomatieke dienst" vallen, is het noodzakelijk de reikwijdte van "diplomatieke dienst" uit te breiden. | |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO werkt samen met het secretariaat-generaal van de Raad en de diensten van de Commissie, alsook met de diplomatieke diensten van de lidstaten, teneinde de samenhang tussen de verschillende gebieden van het externe optreden van de Unie en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen te verzekeren. |
1. De EDEO ondersteunt en werkt samen met de diplomatieke diensten van de lidstaten alsook met het secretariaat-generaal van de Raad en de diensten van de Commissie, teneinde de samenhang tussen de verschillende gebieden van het extern optreden van de Unie en tussen het extern optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen te verzekeren, alsook de samenhang met de specifieke doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Unie en haar verplichting om rekening te houden met deze doelstellingen bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden, in overeenstemming met artikel 208 van het VWEU. |
Motivering | |
De noodzaak om de specificiteit en de specifieke doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie te bewaren, zoals is vastgelegd in het Verdrag, moet eveneens worden vermeld in het wettelijk bindende deel van het besluit. Zie ook de motivering bij amendement 1. | |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In het kader van het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU, die onder de Commissie blijven ressorteren, dragen de hoge vertegenwoordiger en de EDEO bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de hierna genoemde geografische en thematische instrumenten op basis van de in die instrumenten gestelde beleidsdoelen: |
1. De Commissie is verantwoordelijk voor de planning, de programmering, het beheer en de uitvoering van de operationele uitgaven in het kader van de financieringsinstrumenten van het externe optreden van de EU. |
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
|
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
|
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
|
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
|
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
|
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid. |
|
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De hoge vertegenwoordiger zorgt voor coördinatie en ondersteunt de Raad en de Commissie bij het verzekeren van samenhang tussen de verschillende gebieden van het extern optreden van de Unie en tussen het extern optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen. |
|
De EDEO draagt bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de hierna genoemde geografische en thematische instrumenten op basis van de in elk van de volgende instrumenten gestelde beleidsdoelen: |
|
– het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
|
– het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
|
– het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
|
– het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid, |
|
– het stabiliteitsinstrument, voor wat betreft de bijstand bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument1. |
|
_______________________________ 1 PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1. |
Motivering | |
Het is niet nodig het DCI en het EOF te vermelden in dit lid, aangezien ze vallen onder de bijzondere bepalingen in lid 4 van dit artikel. | |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger en de EDEO werken overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen, met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
2. De hoge vertegenwoordiger en de EDEO werken overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van de in lid 1 bis opgesomde instrumenten samen, met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 3 – inleidende formule | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De EDEO is met name belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
3. Voor de in lid 1 bis opgesomde instrumenten, is de EDEO met name belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen voorbereid en opgesteld door de commissaris voor Ontwikkeling, die ze eveneens aan de Commissie voorlegt met het oog op een besluit. |
|
Alle voorstellen voor de planning, de programmering, het beheer en de uitvoering van financiële bijstand worden voorbereid en opgesteld door de commissaris voor Ontwikkeling, bijgestaan door de bevoegde diensten van de Commissie en van de EDEO die onder diens toezicht werken, en met het oog op een besluit ingediend bij de Commissie. De commissaris voor Ontwikkeling werkt gedurende dit hele proces nauw samen met de hoge vertegenwoordiger. |
|
De hoge vertegenwoordiger ondersteunt de Raad en de Commissie bij het verzekeren van samenhang tussen de verschillende gebieden van het extern optreden van de Unie en tussen het extern optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen, en zorgt ervoor dat de Unie rekening houdt met de doelstellingen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden. |
Motivering | |
Zie persbericht van de Conferentie van voorzitters van 10 juni: "We zijn van mening dat de betrokken commissaris verantwoordelijk moet zijn voor de formulering van het ontwikkelingsbeleid en voor de programmering van de financiële bijstand op dit gebied. Dit moet echter gebeuren in combinatie met de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger voor de algemene politieke coördinatie van het extern optreden van de EU." | |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 6 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De thematische programma's worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de commissaris voor Ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere bevoegde commissarissen aan het college voorgelegd. |
Schrappen |
Motivering | |
Met de bewoording die wordt voorgesteld voor lid 4, is het niet nodig te voorzien in specifieke bepalingen voor de thematische programma's in het kader van het DCI. |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
1.7.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
14 0 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Thijs Berman, Corina Creţu, Leonidas Donskis, Enrique Guerrero Salom, Filip Kaczmarek, Norbert Neuser, Ivo Vajgl, Anna Záborská |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Kriton Arsenis, Santiago Fisas Ayxela, Martin Kastler, Cristian Dan Preda, Judith Sargentini, Bart Staes |
|||||
ADVIES van de Commissie internationale handel (29.6.2010)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese Dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE))
Rapporteur: Jan Zahradil
BEKNOPTE MOTIVERING
Door de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vice-voorzitter van de Commissie (HV/VV) wordt het mogelijk dat het externe optreden van de EU op het wereldtoneel meer vruchten afwerpt. Te dien einde, en onverminderd de in de Verdragen verankerde bepalingen inzake ander extern beleid van de EU, wijst uw rapporteur voor advies op het belang van tijdige coördinatie door de Commissie van de diverse beleidsterreinen in het kader van het buitenlands beleid van de EU. Door een heldere afbakening van bevoegdheden in het College van commissarissen zou het eveneens gemakkelijker worden bevoegdheidsconflicten tussen de HV/VV en de EDEO enerzijds, en de leden van de Commissie en hun respectieve directoraten-generaal anderzijds te voorkomen.
Om te zorgen voor meer beleidssamenhang in het extern optreden van de EU als geheel, is overleg tussen de EDEO en de diplomatieke diensten van de lidstaten eveneens cruciaal om gebrek aan logische samenhang en dubbel werk te voorkomen en om ervoor te zorgen dat de bevordering van strategische belangen van de EU en van fundamentele waarden in het buitenland op lange termijn logische samenhangt.
Uw rapporteur voor advies wijst erop dat bepaling, sturing en tenuitvoerlegging van het handelsbeleid van de EU en de betrekkingen met derde landen overeenkomstig de artikelen 207 en 218 VWEU, zoals gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon, berusten bij de EU-commissaris voor Handel, bijgestaan door het desbetreffende directoraat-generaal. Ter verduidelijking van het besluit terzake van de Raad stelt uw rapporteur voor advies het eerste amendement voor om de Commissie meer recht te geven om op gebieden die tot haar bevoegdheid behoren opdrachten te doen uitgaan aan delegaties van de EU.
Uw rapporteur voor advies waardeert het dat de EDEO aan het Europees Parlement verantwoording schuldig is op het gebied van politieke sturing, wetgevende en begrotingscontrole. Om Parlement en Commissie te betrekken bij de toekomstige herziening van dit besluit stelt uw rapporteur voor advies het tweede amendement voor om het toekomstige verslag van de hoge vertegenwoordiger over de werking van de EDEO eveneens te laten toezenden aan de beide EU-instellingen.
AMENDEMENTEN
De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit – wijzigingsbesluit Artikel 5 – lid 3 | |
Door de Raad voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3. Met betrekking tot het delegatiehoofd en de delegatie gelden onderstaande regels: |
Het delegatiehoofd krijgt instructies van de hoge vertegenwoordiger en de EDEO, en is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. |
a) het delegatiehoofd krijgt instructies van de hoge vertegenwoordiger die wordt bijgestaan door de EDEO, en, zo nodig van de Commissie in het kader van de uitoefening van de bevoegdheden die haar uit hoofde van het Verdrag zijn verleend, en is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan; |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
b) de hoge vertegenwoordiger geeft onder geen beding instructies op het gebied van het gemeenschappelijk handelsbeleid overeenkomstig artikel 207 van het VWEU; |
|
c) op gebieden waarop de Commissie de haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan ook de Commissie bij monde van de desbetreffende commissaris, die wordt bijgestaan door haar diensten, instructies aan de delegaties verstrekken, die zullen worden uitgevoerd door het desbetreffende Commissiepersoneel onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd, die als vertegenwoordiger van de EDEO in de EU-delegatie naar behoren van deze instructies op de hoogte is gesteld. De hoofden (toezichthouders) van de handelseenheden in de delegaties worden benoemd door de commissaris die verantwoordelijk is voor handel, en de begrotingen van deze eenheden worden bepaald door de desbetreffende Commissiediensten. Het Commissiepersoneel dat instructies uitvoert op het gebied van het gemeenschappelijk handelsbeleid doet van de resultaten verslag aan de EU-commissaris voor Handel en via het hoofd van de delegatie aan de hoge vertegenwoordiger; |
|
d) het Europees Parlement moet als medewetgever naast de Raad in de sector handel worden betrokken bij de aspecten van het buitenlands en veiligheidsbeleid die verband houden met handel, om de democratische legitimiteit te waarborgen en het extern optreden van de Unie te controleren. De EDEO ziet erop toe dat het Europees Parlement contactpersonen heeft in EU-delegaties die zich bezig houden met aspecten van het buitenlandse beleid van de EU die verband houden met handel, ten einde nauwe samenwerking met het Europees Parlement de waarborgen; |
|
e) in geval van geschillen tussen de EU-commissaris voor Handel en de hoge vertegenwoordiger neemt de voorzitter van de Commissie het eindbesluit. |
Motivering | |
Overeenkomstig artikel 207 van het Verdrag van Lissabon is de Commissie, vertegenwoordigd door de EU-commissaris voor Handel bijgestaan door de desbetreffende diensten, op het gebied van het handelsbeleid de enige instantie die bevoegd is de delegaties van de EU en het desbetreffende Commissiepersoneel in deze delegaties instructies te geven. | |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit – wijzigingsbesluit Artikel 12 – lid 2 | |
Door de Raad voorgestelde tekst |
Amendement |
De hoge vertegenwoordiger dient in 2012 bij de Raad een verslag in over de werking van de EDEO. |
De hoge vertegenwoordiger dient in 2012 bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de werking van de EDEO. |
Motivering | |
Daar voor de oprichting van de EDEO een advies van het Europees Parlement en de toestemming van de Commissie nodig zijn, moeten deze twee Europese instellingen op de hoogte worden gehouden van de werking van de EDEO en zij dienen het verslag van de hoge vertegenwoordiger aan de Raad te ontvangen. |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
1.6.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
23 1 2 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
William (The Earl of) Dartmouth, Kader Arif, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, Harlem Désir, Christofer Fjellner, Joe Higgins, Yannick Jadot, Metin Kazak, David Martin, Vital Moreira, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Tokia Saïfi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Gianluca Susta, Iuliu Winkler, Jan Zahradil |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Josefa Andrés Barea, Catherine Bearder, George Sabin Cutaş, Mário David, Béla Glattfelder, Salvatore Iacolino, Syed Kamall, Georgios Papastamkos, Michael Theurer |
|||||
ADVIES van de Begrotingscommissie (5.7.2010)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(CNS))
Rapporteur: Roberto Gualtieri
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 2 – zin 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Overeenkomstig artikel 21, lid 3, tweede alinea, van het VEU ziet de Unie toe op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen. |
(2) Overeenkomstig artikel 21, lid 3, tweede alinea, van het VEU ziet de Unie toe op de consistentie en samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen. |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 3 – zin 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het externe optreden van de EU. |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de consistentie en samenhang van het extern optreden van de EU. |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Er moeten bepalingen worden aangenomen inzake de personeelsleden van de EDEO en hun aanwerving. In personeelsaangelegenheden moet de EDEO worden beschouwd als een instelling in de zin van het Statuut. Overeenkomstig artikel 27, lid 3, van het VEU zal de EDEO bestaan uit ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie, alsmede uit door de diplomatieke diensten van de lidstaten gedetacheerde personeelsleden. De hoge vertegenwoordiger zal het tot aanstelling bevoegde gezag zijn voor ambtenaren die vallen onder het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("Statuut"), alsook voor functionarissen die vallen onder de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. De hoge vertegenwoordiger zal tevens gezag uitoefenen over de gedetacheerde nationale deskundigen ("GND's") die in de EDEO een ambt bekleden. Het aantal ambtenaren en andere personeelsleden van de EDEO zal jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure en zal worden opgenomen in de personeelsformatie. |
(7) Er moeten bepalingen worden aangenomen inzake de personeelsleden van de EDEO en hun aanwerving, waar dit noodzakelijk is voor de vaststelling van de inrichting en werking van de EDEO. Overeenkomstig artikel 336 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) dienen tegelijkertijd, onverminderd artikel 298 van het VWEU, de nodige wijzigingen te worden aangebracht in het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen ("statuut") en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van die Gemeenschappen ("RAP"). In personeelsaangelegenheden moet de EDEO worden beschouwd als een instelling in de zin van het statuut. De hoge vertegenwoordiger zal het tot aanstelling bevoegde gezag zijn voor ambtenaren die vallen onder het statuut, alsook voor functionarissen die vallen onder de RAP. Het aantal ambtenaren en andere personeelsleden van de EDEO zal jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure en zal worden opgenomen in de personeelsformatie. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Teneinde de budgettaire autonomie te waarborgen die nodig is voor de vlotte werking van de EDEO, moet het Financieel Reglement zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt behandeld als een "instelling" in de zin van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. |
(8) Het Financieel Reglement moet zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt opgenomen in artikel 1 van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en naar analogie van de overige instellingen zal een deel van het jaarverslag van de Rekenkamer worden gewijd aan de EDEO en zal de EDEO op dit verslag reageren. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het VWEU en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. Het Europees Parlement ontvangt alle steun die het nodig heeft om zijn recht als kwijtingsautoriteit te kunnen uitoefenen. De uitvoering van de operationele begroting zal overeenkomstig artikel 317 van het VWEU onder de verantwoordelijkheid van de Commissie vallen. Bij besluiten met financiële gevolgen zullen met name de in titel IV van het Financieel Reglement bepaalde verantwoordelijkheden in acht worden genomen, in het bijzonder artikel 75 inzake uitgaven en de artikelen 64 tot 68 inzake de verantwoordelijkheid van de financiële actoren. |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie. |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie, in het bijzonder aan het Europees Parlement. De EDEO kan een beroep doen op de steun en medewerking van deze instellingen en organen, met inbegrip, waar nodig, van de agentschappen. De interne controleur van de EDEO werkt met de interne controleur van de Commissie samen om voor samenhang in het controlebeleid te zorgen, met name waar het de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de beleidsuitgaven betreft. Voorts werkt de EDEO samen met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)1. Met name keurt de EDEO spoedig het op grond van deze verordening vereiste besluit inzake de voorwaarden voor interne onderzoeken goed. Zoals in deze verordening bepaald, verlenen de lidstaten, overeenkomstig de nationale regelgeving, en de instellingen de nodige steun om de OLAF-medewerkers in staat te stellen hun taken uit te voeren. |
|
__________________ 1 PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO wordt beheerd door een secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie, en vertegenwoordigt de EDEO. |
1. De EDEO wordt beheerd door een uitvoerend secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger functioneert. De uitvoerend secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van de centrale administratie en met de delegaties van de Unie. De hoge vertegenwoordiger benoemt volgens de normale aanwervingsvoorschriften een directeur-generaal begroting en administratie, die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger werkt. Deze legt aan de hoge vertegenwoordiger verantwoording af voor het administratieve en interne begrotingsbeheer van de EDEO. Hij hanteert dezelfde begrotingslijnen en volgt dezelfde administratieve voorschriften als gelden voor afdeling III van de algemene begroting van de EU. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De secretaris-generaal wordt bijgestaan door twee plaatsvervangende secretarissen-generaal. |
2. De uitvoerend secretaris-generaal wordt bijgestaan door twee plaatsvervangende secretarissen-generaal. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – streepje 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, onder het rechtstreekse gezag van de secretaris-generaal; |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, dat fungeert in het EDEO-kader dat wordt beheerd door de uitvoerend secretaris-generaal; |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – streepje 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid; er wordt recht gedaan aan de specifieke kenmerken van deze diensten, alsook aan de bijzonderheden van hun functies en aanwervingsprocedures en het statuut van hun personeel. |
- het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger, die deze laatste bijstand verlenen bij het overeenkomstig de Verdragsbepalingen uitvoeren van het GBVB van de Unie, met inachtneming overeenkomstig artikel 40 van het VEU van de overige bevoegdheden van de Unie. |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. |
5. werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. Naast de interne maatregelen van de EDEO maakt OLAF van zijn bevoegdheden gebruik, met name door overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 antifraudemaatregelen uit te voeren. |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend de belangen van de Unie voor ogen te houden. Onverminderd artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, en artikel 5, lid 3, vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de EDEO dan wel van enige andere instantie of persoon dan de hoge vertegenwoordiger. |
2. De personeelsleden van de EDEO dienen bij het uitoefenen van hun werkzaamheden en bij het bepalen van hun gedrag uitsluitend de belangen van de Unie voor ogen te houden. Onverminderd artikel 2, lid 1, derde streepje, en lid 2, en artikel 5, lid 3, vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de EDEO dan wel van enige andere instantie of persoon dan de hoge vertegenwoordiger. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van het statuut mogen de personeelsleden van de EDEO generlei betalingen aanvaarden van enige bron buiten de EDEO. |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Alle personeelsleden van de EDEO die onder het statuut of de RAP vallen, hebben dezelfde rechten en plichten, ongeacht of zij ambtenaar van de Europese Unie dan wel tijdelijk ambtenaar uit de diplomatieke diensten van de lidstaten zijn, en zij worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. |
7. Ambtenaren van de Europese Unie en tijdelijke ambtenaren uit de diplomatieke diensten van de lidstaten hebben onder de in het statuut en de RAP gestelde voorwaarden dezelfde rechten en plichten, worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. Niettegenstaande de bepalingen van het Financieel Reglement ondersteunen de lidstaten de Unie bij de uitvoering van financiële verplichtingen die voortvloeien uit de aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 66 van het Financieel Reglement van als tijdelijke ambtenaren naar de EDEO gedetacheerde personeelsleden. |
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De hoge vertegenwoordiger treedt op als ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie en stelt de interne regels voor het beheer van de overeenkomstige begrotingsonderdelen vast. In de interne regels wordt vastgelegd welke bevoegdheden van de ordonnateur aan de secretaris-generaal worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden de secretaris-generaal die bevoegdheden verder kan delegeren. |
1. De taken van de ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie worden overeenkomstig artikel 59 van het Financieel Reglement gedelegeerd. De hoge vertegenwoordiger stelt de interne regels voor het beheer van de overeenkomstige huishoudelijke begrotingsonderdelen vast. De beleidsuitgaven blijven binnen de afdeling Commissie van de begroting. |
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Bij de opstelling van ramingen voor de huishoudelijke uitgaven van de EDEO voert de hoge vertegenwoordiger overleg met de Commissaris voor ontwikkelingsbeleid en de Commissaris voor nabuurschapsbeleid met betrekking tot zaken op hun respectieve taakgebied. |
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Overeenkomstig artikel 314, lid 1, van het VWEU maakt de EDEO een raming op van zijn uitgaven voor het volgende begrotingsjaar. De Commissie voegt deze ramingen samen in een ontwerpbegroting, die afwijkende ramingen kan inhouden. De Commissie kan de ontwerpbegroting op grond van artikel 314, lid 2, van het VWEU wijzigen. |
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 2 quater (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 quater. Om budgettaire transparantie op het gebied van het externe optreden van de Unie te waarborgen, zendt de Commissie de begrotingsautoriteit samen met de ontwerpbegroting van de EU een werkdocument toe met een volledig overzicht van alle uitgaven in verband met het externe optreden van de Unie. |
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie is, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie, belast met het financieel beheer van de operationele uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies. |
Schrappen |
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het financieel reglement. |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. De EDEO werkt in dit verband volledig samen met de instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn, en verstrekt waar nodig de vereiste aanvullende informatie, o.a. door het bijwonen van vergaderingen van de relevante organen. |
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Artikel 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
Programmering |
Instrumenten voor extern optreden en programmering |
|
1. Het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU valt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, onverminderd de rol van de Commissie en de EDEO bij de programmering, zoals in de volgende leden omschreven. |
1. In het kader van het beheer van externe samenwerkingsprogramma's van de EU, die onder de Commissie blijven ressorteren, dragen de hoge vertegenwoordiger en de EDEO bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de hierna genoemde geografische en thematische instrumenten op basis van de in die instrumenten gestelde beleidsdoelen: |
2. De hoge vertegenwoordiger zorgt voor de globale politieke coördinatie van het externe optreden van de EU en waarborgt de eenheid, samenhang en doeltreffendheid van dit optreden, met name door middel van de volgende instrumenten voor extern optreden: |
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
- het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, |
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
- het Europees Ontwikkelingsfonds, |
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
- het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, |
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
- het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, |
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
- het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, |
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid. |
- het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid, |
|
- het stabiliteitsinstrument, voor wat betreft de bijstand bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument1. |
2. De hoge vertegenwoordiger en de EDEO werken overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen, met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
|
3. De EDEO is met name belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
3. De EDEO draagt met name bij aan de programmerings- en beheerscyclus voor de genoemde instrumenten op basis van de daarin gestelde beleidsdoelen. De EDEO is belast met het opstellen van de onderstaande Commissiebesluiten betreffende de strategische, over meerdere jaren gespreide maatregelen binnen de programmeringscyclus: |
(i) landentoewijzingen voor het bepalen van de totale financiële middelen voor elk gebied (onder voorbehoud van de indicatieve verdeling van de financiële vooruitzichten). Per regio zal een deel van de middelen worden gereserveerd voor regionale programma's; |
(i) landentoewijzingen voor het bepalen van de totale financiële middelen voor elk gebied (onder voorbehoud van de indicatieve verdeling van de financiële vooruitzichten). Per regio zal een deel van de middelen worden gereserveerd voor regionale programma's; |
(ii) landen- en regionalestrategiedocumenten (LSD's en RSD's); |
(ii) landen- en regionalestrategiedocumenten (LSD's en RSD's); |
(iii) nationale en regionale indicatieve programma's (NIP's en RIP's). |
(iii) nationale en regionale indicatieve programma's (NIP's en RIP's). |
|
Onverminderd artikel 1, lid 3, werken de hoge vertegenwoordiger en de EDEO overeenkomstig artikel 3 gedurende de hele cyclus van programmering, planning en uitvoering van die instrumenten samen met de bevoegde leden en diensten van de Commissie. Alle voorstellen worden volgens de Commissieprocedures voorbereid en ter fine van besluit aan de Commissie voorgelegd. |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
4. Met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van het Commissielid dat bevoegd is voor het ontwikkelingsbeleid; zij worden vervolgens gezamenlijk met de hoge vertegenwoordiger ingediend met het oog op een besluit van de Commissie. |
|
De thematische programma's, met uitzondering van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, alsmede het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid, worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de Commissaris voor ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere betrokken Commissarissen aan het college voorgelegd. |
5. Met betrekking tot het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder rechtstreeks toezicht en onder leiding van het voor het nabuurschapsbeleid bevoegde Commissielid, dat vervolgens, samen met de hoge vertegenwoordiger, de voorstellen en documenten ter fine van besluit aan de Commissie voorlegt. |
5. Met betrekking tot het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument worden alle voorstellen, met inbegrip van voorstellen voor het wijzigen van de basisverordeningen en van de in lid 3 bedoelde programmeringsdocumenten, gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van het voor het nabuurschapsbeleid bevoegde Commissielid, dat vervolgens, samen met de hoge vertegenwoordiger, de voorstellen en documenten ter fine van besluit aan de Commissie voorlegt. |
6. De thematische programma's worden door de bevoegde dienst van de Commissie onder leiding van de commissaris voor Ontwikkeling opgesteld en worden met instemming van de hoge vertegenwoordiger en andere bevoegde commissarissen aan het college voorgelegd. |
6. Maatregelen in het kader van de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument met uitzondering van het in lid 1 bedoelde gedeelte, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies vallen onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger/de EDEO. De Commissie is verantwoordelijk voor de financiële uitvoering ervan, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie1. De met deze uitvoering belaste Commissiedienst wordt op dezelfde locatie ondergebracht als de EDEO. |
|
__________________________________ PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1. |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
5.7.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
28 2 5 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Damien Abad, Alexander Alvaro, Marta Andreasen, Francesca Balzani, Reimer Böge, Giovanni Collino, Andrea Cozzolino, Jean-Luc Dehaene, Göran Färm, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Estelle Grelier, Carl Haglund, Jutta Haug, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Sergej Kozlík, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Nadezhda Neynsky, Dominique Riquet, László Surján, Angelika Werthmann |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Frédéric Daerden, Arnaud Danjean, Roberto Gualtieri, Riikka Manner, Georgios Stavrakakis, Axel Voss |
|||||
ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (1.7.2010)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE))
Rapporteur voor advies: Ivailo Kalfin
BEKNOPTE MOTIVERING
De rapporteur voor advies deelt het standpunt dat het voorstel van 25 maart 2010 voor een besluit van de Raad tot oprichting van de EDEO moet worden beschouwd als deel van een pakket (dat het voorstel zelf bevat, het voorstel tot wijziging van het financieel reglement, het voorstel tot wijziging van het statuut en een gewijzigde begroting). Bijgevolg is de rapporteur voor advies eveneens van mening dat de onderhandelingen pas kunnen worden opgestart wanneer alle voorstellen ontvangen zijn.
Wat het voorstel over de EDEO betreft, onderschrijft de rapporteur voor advies in grote lijnen het standpunt van de ten principale bevoegde commissie, zoals met name uitgedrukt in het voortdurend bijgewerkte werkdocument van Elmar Brok (AFET) en Guy Verhofstadt (AFCO).
Daarom heeft de rapporteur voor advies amendementen ingediend op binnen de bevoegdheid van de Commissie begrotingscontrole vallende kwesties: de uitvoering, het beheer en het toezicht op de begroting, de bepalingen met betrekking tot de kwijting en kwesties betreffende de kosteneffectiviteit.
Naast de amendementen ter ondersteuning van het algemene standpunt van het Parlement, heeft de rapporteur voor advies eveneens specifieke amendementen ingediend met betrekking tot voornoemde domeinen. Het gaat in het bijzonder om:
- een bepaling om ervoor te zorgen dat het statuut van toepassing is op de delegatiehoofden (met alle rechten en verplichtingen, wat zorgt voor een overeenkomstig niveau van verantwoordelijkheid),
- een bepaling om ervoor te zorgen dat de delegaties moeten worden geëvalueerd door de VV/HV of zijn plaatsvervanger (om het evaluatieproces een politieke dimensie te geven en om de rol van de secretaris-generaal/directeur-generaal te beperken),
- een bepaling om ervoor te zorgen dat het Parlement op de hoogte wordt gebracht van de besluiten met betrekking tot de onroerende goederen (gebouwenbeleid), en
- bepalingen om ervoor te zorgen dat de documenten en verslagen door de VV/HV worden doorgestuurd naar het Parlement (om te waarborgen dat het Parlement alle nodige informatie ontvangt voor de kwijtingsprocedure).
AMENDEMENTEN
De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) De bijdrage van de EDEO aan de externe samenwerkingsprogramma's van de EU dient erin te bestaan dat de dienst ervoor tracht te zorgen dat de programma's beantwoorden aan de doelstellingen van het extern optreden als vermeld in artikel 21 van het VEU, en meer bepaald in lid 2, onder d), alsook aan de doelstellingen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU conform artikel 208 van het VWEU. In dit verband moet de EDEO tevens bevorderen dat de doelstellingen van de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Europese consensus over humanitaire hulp worden verwezenlijkt. |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) De Commissie en de EDEO zullen in overleg een praktische regeling voor de instructies van de Commissie aan de delegaties uitwerken. In deze modaliteiten moet met name worden bepaald dat wanneer de Commissie instructies aan de delegaties toezendt, zij tegelijkertijd een afschrift van deze instructies moet toezenden aan het hoofd van de delegatie en aan de centrale administratie van de EDEO. |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 8 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Teneinde de budgettaire autonomie te waarborgen die nodig is voor de vlotte werking van de EDEO, moet het Financieel Reglement zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt behandeld als een "instelling" in de zin van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. |
(8) Het Financieel Reglement moet zodanig worden gewijzigd dat de EDEO wordt opgenomen in het toepassingsgebied van artikel 1 van het Financieel Reglement, met een specifieke afdeling in de begroting van de Unie. Overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en naar analogie van de overige instellingen moet een deel van het jaarverslag van de Rekenkamer worden gewijd aan de EDEO en moet de EDEO op dit verslag reageren. Voor de EDEO zullen de kwijtingsprocedures gelden die zijn bepaald in artikel 319 van het VWEU en in de artikelen 145 tot en met 147 van het Financieel Reglement. De hoge vertegenwoordiger moet het Europees Parlement alle steun verlenen die het nodig heeft om zijn recht als kwijtingsautoriteit ten volle te kunnen uitoefenen. De uitvoering van de operationele begroting moet overeenkomstig artikel 317 van het VWEU onder de verantwoordelijkheid van de Commissie vallen. Bij besluiten met financiële gevolgen moeten met name de in titel IV van het Financieel Reglement bepaalde verantwoordelijkheden in acht worden genomen, in het bijzonder artikel 75 inzake uitgaven en de artikelen 64 tot 68 inzake de verantwoordelijkheid van de financiële actoren. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) Op begrotingsneutraliteit gerichte kosteneffectiviteit moet het beginsel zijn dat aan de oprichting van de EDEO ten grondslag ligt. Hiertoe zal gebruik moeten worden gemaakt van overgangsregelingen en geleidelijke capaciteitsopbouw. Onnodig dupliceren van taken, functies en middelen met andere instanties moet worden vermeden. Alle mogelijkheden om te rationaliseren moeten worden benut. |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 12 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Dit besluit moet begin 2014 opnieuw worden bezien in het licht van de opgedane ervaring. |
(12) De hoge vertegenwoordiger dient medio 2013 de werking en de organisatie van de EDEO te evalueren en daarbij, zo nodig, voorstellen te doen voor een herziening van dit besluit. De maatregelen als gevolg van deze herziening dienen uiterlijk begin 2014 te worden goedgekeurd. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie. |
4. De EDEO verleent passende steun en medewerking aan de andere instellingen en organen van de Unie, in het bijzonder aan het Europees Parlement. De EDEO kan een beroep doen op de steun en medewerking van deze instellingen en organen, met inbegrip, waar nodig, van de agentschappen. De interne auditdienst (IAS) van de Commissie is gemachtigd om alle operationele begrotingen te onderzoeken die worden uitgevoerd door de delegatiehoofden. De EDEO verleent hiervoor zijn volledige medewerking aan de IAS. Voorts werkt de EDEO samen met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)1. Met name keurt de EDEO spoedig het op grond van Verordening (EG) nr. 1073/1999 vereiste besluit inzake de voorwaarden voor interne onderzoeken goed. Zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1073/1999, verlenen de lidstaten, overeenkomstig de nationale regelgeving, en de instellingen de nodige steun om de OLAF-functionarissen in staat te stellen hun taken uit te voeren. |
|
__________ 1 PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO wordt beheerd door een secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie, en vertegenwoordigt de EDEO. |
1. De EDEO wordt beheerd door een uitvoerend secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De uitvoerend secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij of zij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie. De hoge vertegenwoordiger benoemt volgens de normale aanwervingsvoorschriften een directeur-generaal begroting en administratie, die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger werkt. De directeur-generaal begroting en administratie legt aan de hoge vertegenwoordiger verantwoording af voor het administratieve en interne begrotingsbeheer van de EDEO. De directeur-generaal begroting en administratie hanteert dezelfde begrotingslijnen en volgt dezelfde administratieve voorschriften als gelden voor afdeling III van de algemene EU-begroting. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – streepje 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, onder het rechtstreekse gezag van de secretaris-generaal; |
- een directoraat-generaal administratie, personeel, begroting, beveiliging en communicatie- en informatiesystemen, dat fungeert in het EDEO-kader dat wordt beheerd door de uitvoerend secretaris-generaal; |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 1 – streepje 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
– het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid; er wordt recht gedaan aan de specifieke kenmerken van deze diensten, alsook aan de bijzonderheden van hun functies en aanwervingsprocedures en het statuut van hun personeel. |
– het directoraat crisisbeheersing en planning, het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen, de militaire staf van de Europese Unie en het situatiecentrum van de Europese Unie, onder het rechtstreekse gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger, die haar bijstand verlenen bij het overeenkomstig de bepalingen van het VEU uitvoeren van het GBVB van de Unie, met inachtneming van, overeenkomstig artikel 40 van het VEU, de overige bevoegdheden van de Unie. |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 2 – streepje 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
- een bureau ethiek dat rechtstreeks onder de secretaris-generaal ressorteert; |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
Op gebieden waarop de Commissie haar bij de Verdragen verleende bevoegdheden uitoefent, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 221, lid 2, van het VWEU, ook instructies aan de delegaties verstrekken, die onder de algemene verantwoordelijkheid van het delegatiehoofd worden uitgevoerd. |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het delegatiehoofd voert, in geval van subdelegatie door de Commissie, overeenkomstig het financieel reglement, operationele kredieten uit met betrekking tot EU-projecten in het betrokken derde land. |
4. Het delegatiehoofd voert, in geval van subdelegatie door de Commissie, overeenkomstig het financieel reglement, operationele kredieten uit met betrekking tot EU-projecten in het betrokken derde land. Om de correcte uitvoering van de EU-begroting te waarborgen, kan de Commissie vóór hun benoeming door de hoge vertegenwoordiger, een advies geven over de kandidaten op de shortlist voor de post van delegatiehoofd. Bovendien moeten de delegatiehoofden bij hun aanstelling een door de Commissie voorgesteld charter ondertekenen waarbij hun de juridisch bindende verplichting wordt opgelegd zich te houden aan alle vereisten van een correct begrotingsbeheer. De Commissie heeft het recht op elk moment de subdelegatie van bevoegdheden voor de uitvoering van de operationele kredieten door de delegatiehoofden in te trekken, zonder deze hierbij te ontheffen van hun aansprakelijkheid voor de periode waarin de gesubdelegeerde bevoegdheden bij hen berustten. |
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Commissie stelt alle maatregelen voor die nodig zijn om ervoor te zorgen dat volledig wordt gewaarborgd dat de subdelegatie van bevoegdheden de kwijtingsprocedure in het Europees Parlement niet belemmeren, waar de Commissie de volledige verantwoordelijkheid voor de operationele begroting van de EDEO op zich neemt. |
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 5 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. |
5. De werking van elke delegatie wordt op gezette tijden geëvalueerd door de uitvoerend secretaris-generaal van de EDEO; deze evaluatie omvat een financiële en administratieve controle. De uitvoerend secretaris-generaal van de EDEO kan daartoe verzoeken om bijstand van de bevoegde Commissiediensten. Naast de interne maatregelen van de EDEO maakt OLAF van zijn bevoegdheden gebruik, met name door overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 fraudebestrijdingsmaatregelen te nemen. |
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 6 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Alle benoemingen in de EDEO stoelen op verdienste en een maximale geografische spreiding. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. |
6. De aanwerving bij de EDEO stoelt op verdienste en waarborgt een passend geografisch en genderevenwicht. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. Er dienen concrete maatregelen, vergelijkbaar met de maatregelen in Verordening (EG, Euratom) nr. 401/2004 van de Raad van 23 februari 2004 tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek1, te worden genomen om een adequate geografische representativiteit in alle rangen binnen de EDEO te waarborgen, zowel op het hoofdkwartier als in de delegaties. Deze maatregelen moeten gelden voor onderdanen van ondervertegenwoordigde lidstaten. |
|
__________ 1 PB L 67 van 5.3.2004, blz. 1. |
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 7 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Alle personeelsleden van de EDEO die onder het statuut of de RAP vallen, hebben dezelfde rechten en plichten, ongeacht of zij ambtenaar van de Europese Unie dan wel tijdelijk ambtenaar uit de diplomatieke diensten van de lidstaten zijn, en zij worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. |
7. Ambtenaren van de Europese Unie en tijdelijke ambtenaren uit de diplomatieke diensten van de lidstaten hebben dezelfde rechten en plichten, worden gelijk behandeld en komen met name op gelijke voorwaarden voor alle ambten in aanmerking. Bij het toewijzen van taken op alle door de EDEO bestreken activiteits- en beleidsgebieden wordt geen onderscheid gemaakt tussen uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren en ambtenaren van de Europese Unie. Overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement ondersteunen de lidstaten de Unie bij de uitvoering van financiële verplichtingen die voortvloeien uit de aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 66 van het Financieel Reglement van uit nationale diplomatieke diensten afkomstige tijdelijke ambtenaren van de EDEO. |
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Artikel 6 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 6 bis |
|
Overgangsbepalingen inzake het personeel |
|
1. De in de bijlage vermelde betrokken diensten en functies in het secretariaat-generaal van de Raad en in de Commissie worden naar de EDEO overgeheveld. Ambtenaren en tijdelijke ambtenaren die ambten in de in de bijlage vermelde diensten of functies bekleden, worden naar de EDEO overgeplaatst. Dat geldt mutatis mutandis voor contractueel en plaatselijk personeel voor die diensten en functies. GND's die in die diensten en functies werkzaam zijn, worden eveneens naar de EDEO overgeplaatst, mits de autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarmee instemmen. |
|
Deze overplaatsingen worden op 1 januari 2011 van kracht. |
|
Overeenkomstig het statuut wijst de hoge vertegenwoordiger iedere ambtenaar bij diens overplaatsing naar de EDEO een ambt toe in zijn of haar functiegroep die overeenkomt met zijn of haar rang. |
|
2. De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende procedures voor de aanwerving van personeelsleden voor ambten die naar de EDEO zijn overgeheveld, blijven van kracht. Deze procedures worden onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger voortgezet en voltooid in overeenstemming met de kennisgeving van de vacature en met de toepasselijke regels van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. |
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 1 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De hoge vertegenwoordiger treedt op als ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie en stelt de interne regels voor het beheer van de overeenkomstige begrotingsonderdelen vast. In de interne regels wordt vastgelegd welke bevoegdheden van de ordonnateur aan de secretaris-generaal worden gedelegeerd en onder welke voorwaarden de secretaris-generaal die bevoegdheden verder kan delegeren. |
1. De taken van de ordonnateur voor de afdeling EDEO in de algemene begroting van de Europese Unie worden overeenkomstig artikel 59 van het Financieel Reglement gedelegeerd. De hoge vertegenwoordiger stelt de interne regels voor het beheer van de overeenkomstige huishoudelijke begrotingsonderdelen vast. De beleidsuitgaven blijven binnen de afdeling Commissie van de begroting. |
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het Europees Parlement moet kwijting verlenen voor de begroting van de EDEO. |
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De Commissie is, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie, belast met het financieel beheer van de operationele uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie en open diplomatie en de verkiezingswaarnemingsmissies. |
3. Bij de opstelling van ramingen voor de huishoudelijke uitgaven van de EDEO voert de hoge vertegenwoordiger overleg met de commissaris voor Ontwikkeling en de commissaris voor Nabuurschapsbeleid met betrekking tot aangelegenheden binnen hun respectieve taakgebieden. |
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Overeenkomstig artikel 314, punt 1, van het VWEU maakt de EDEO een raming op van zijn uitgaven voor het volgende begrotingsjaar. De Commissie voegt deze ramingen samen in een ontwerpbegroting, die afwijkende ramingen kan inhouden. De Commissie kan de ontwerpbegroting op grond van artikel 314, lid 2, van het VWEU wijzigen. |
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 3 ter (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Om budgettaire transparantie op het gebied van het externe optreden van de Unie te waarborgen, zendt de Commissie de begrotingsautoriteit samen met de ontwerpbegroting van de EU een werkdocument toe met een volledig overzicht van alle uitgaven in verband met het externe optreden van de Unie.
Dit document bevat in het bijzonder: – de personeelsformaties van de delegaties van de Unie, uitgesplitst naar rang en categorie, met inbegrip van arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, – een overzicht per begrotingslijn van de uitgaven in verband met het externe optreden van de Unie per land en per missie. |
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 4 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van de artikelen 145 tot en met 147 van het financieel reglement. |
4. De EDEO is onderworpen aan de kwijtingsprocedures van artikel 319 van het VWEU en van de artikelen 145 tot en met 147 van het financieel reglement. De EDEO werkt in dit verband volledig samen met de instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn, en verstrekt waar nodig de vereiste aanvullende informatie, o.a. door het bijwonen van vergaderingen van de relevante organen. |
Amendement 24 Voorstel voor een besluit Artikel 8 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Maatregelen in het kader van de GBVB-begroting, het stabiliteitsinstrument met uitzondering van het in lid 1 bedoelde gedeelte, het financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen, communicatie-, open diplomatie- en verkiezingswaarnemingsmissies vallen onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger/de EDEO. De Commissie is verantwoordelijk voor de financiële uitvoering ervan, onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie. De met deze uitvoering belaste Commissiedienst wordt op dezelfde locatie ondergebracht als de EDEO. |
Amendement 25 Voorstel voor een besluit Artikel 11 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De voorwaarden waaronder onroerende goederen aan het centraal bestuur van de EDEO en aan de delegaties van de Unie ter beschikking worden gesteld, worden, naar gelang van het geval, gezamenlijk door de hoge vertegenwoordiger, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie vastgesteld. |
2. De voorwaarden waaronder onroerende goederen aan het centraal bestuur van de EDEO en aan de delegaties van de Unie ter beschikking worden gesteld, worden, naar gelang van het geval, gezamenlijk door de hoge vertegenwoordiger, het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie vastgesteld. Gedetailleerde informatie hierover wordt jaarlijks voorgelegd aan het Europees Parlement. |
Amendement 26 Voorstel voor een besluit Artikel 12 – lid 2 | |
Door de hoge vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger dient in 2012 bij de Raad een verslag in over de werking van de EDEO. |
2. De hoge vertegenwoordiger dient uiterlijk eind 2011 bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de werking van de EDEO. Dit verslag belicht in het bijzonder de uitvoering van het bepaalde in artikel 5, lid 3 en 10, en in artikel 8. |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
1.7.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
18 1 1 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Jean-Pierre Audy, Inés Ayala Sender, Ryszard Czarnecki, Luigi de Magistris, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Ville Itälä, Cătălin Sorin Ivan, Iliana Ivanova, Bogusław Liberadzki, Monica Luisa Macovei, Bart Staes, Georgios Stavrakakis |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Zuzana Brzobohatá, Christofer Fjellner, Edit Herczog, Ivailo Kalfin, Marian-Jean Marinescu, Véronique Mathieu, Derek Vaughan |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Elmar Brok, Sabine Verheyen |
|||||
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (24.6.2010)
aan de Commissie buitenlandse zaken
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden
(08029/2010 – C7‑0090/2010 – 2010/0816(NLE))
Rapporteur voor advies: Franziska Katharina Brantner
AMENDEMENTEN
De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 3 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het externe optreden van de EU. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen in haar hoedanigheid van voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, onverminderd de normale taken van het secretariaat-generaal van de Raad. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger tevens ondersteunen in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie bij de uitoefening, in de Commissie, van de taken van de Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en bij de coördinatie van de overige aspecten van het externe optreden van de Unie, onverminderd de normale taken van de Commissiediensten. |
(3) De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij de uitoefening van zijn of haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de Europese Unie uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het externe optreden van de EU. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen in zijn of haar hoedanigheid van voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, onverminderd de normale taken van het secretariaat-generaal van de Raad. De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger tevens ondersteunen in zijn of haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie bij de uitoefening, in de Commissie, van de taken van de Commissie op het gebied van de externe betrekkingen en bij de coördinatie van de overige aspecten van het externe optreden van de Unie, onverminderd de normale taken van de Commissiediensten. |
|
(Dit amendement is van toepassing op de gehele tekst. Bij aanneming van dit amendement moet deze wijziging in de gehele tekst worden doorgevoerd.) |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) Benoemingen moeten plaatsvinden op basis van verdienste, met inachtneming van een passend geografisch evenwicht; in dit verband moet in het oog worden gehouden dat onder functionarissen van de Commissie afkomstig uit lidstaten met een lage werkgelegenheid mannen in aantal verre worden overtroffen door vrouwen, en dat het aanstellen in de EDEO van functionarissen uit die lidstaten bij zou dragen aan het waarborgen van een geografisch en genderevenwicht; |
Motivering | |
Zgodnie z dokumentem "Bulletin Statistique le Personnel de la Commission" (Styczeń 2010) do państw o największym udziale kobiet wśród zatrudnionego personelu należą Rumunia (78,6%), Estonia (75,8%), Łotwa (75%), Bułgaria (73,9%), Litwa (71,1%), Polska (68,7%), Czechy (65,7%) i Słowenia (65,5%), przy średniej dla całej UE 51,5%. Te same państwa można wskazać jako liderów w zatrudnianiu kobiet na wyższych stanowiskach administratorów - w każdym z nich procent kobiet sięga powyżej 50, przy średniej dla całej UE na poziomie 38,4%. Jednocześnie, zgodnie z "modelem Kinnocka", wszystkie te państwa oraz inne nowe państwa członkowskie, a także Wielka Brytania, Niemcy, Włochy i Luksemburg, są niedoreprezentowane w dotychczasowym RELEXie, przy czym większość z nich zapełniła jedynie ok. 20-30% stanowisk. | |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 10 bis (nieuw) | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Er zij aan herinnerd dat het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van vrouwen en mannen op het gebied van werkgelegenheid en beroep is verankerd in artikel 157 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en er reeds uitgebreide wetgeving bestaat voor de gelijke behandeling van vrouwen en mannen wat betreft toegang tot het arbeidsproces en arbeidsvoorwaarden. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 1 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De EDEO wordt beheerd door een secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. Hij zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie, en vertegenwoordigt de EDEO. |
1. De EDEO wordt beheerd door een secretaris-generaal die onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. De secretaris-generaal neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de vlotte werking van de EDEO, ook met betrekking tot het administratief en budgettair beheer van de dienst. De secretaris-generaal zorgt voor de effectieve coördinatie tussen alle afdelingen van het centraal bestuur en met de delegaties van de Unie, en vertegenwoordigt de EDEO. |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 3 – alinea 2 – streepje 2 bis (nieuw) | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
- een afdeling die als taak heeft erop toe te zien dat genderaspecten worden geïntegreerd in alle beleidsgebieden, geleid door een coördinator op hoog niveau voor gendergelijkheid. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel 5 – lid 2 – alinea's 1 en 2 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke delegatie van de Unie wordt geleid door een delegatiehoofd. |
2. Elke delegatie van de Unie wordt geleid door een delegatiehoofd. Er wordt gestreefd naar evenveel vrouwen als mannen op delegatiehoofdniveau. |
Het delegatiehoofd oefent gezag uit over alle personeelsleden van de delegatie, ongeacht hun statuut, alsook over al hun activiteiten. Het hoofd legt aan de hoge vertegenwoordiger verantwoording af voor het algehele beheer van de werkzaamheden van de delegatie en voor het verzekeren van de coördinatie van alle acties van de Unie. |
Het delegatiehoofd oefent gezag uit over alle personeelsleden van de delegatie, ongeacht hun statuut, alsook over al hun activiteiten. Het delegatiehoofd legt aan de hoge vertegenwoordiger verantwoording af voor het algehele beheer van de werkzaamheden van de delegatie en voor het verzekeren van de coördinatie van alle acties van de Unie. |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 6 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Alle benoemingen in de EDEO stoelen op verdienste en een maximale geografische spreiding. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. |
6. Alle benoemingen in de EDEO stoelen op verdienste en een maximale geografische spreiding en waarborgen gendergelijkheid op alle niveaus. In het EDEO-personeel is een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten gewaarborgd. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 9 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De hoge vertegenwoordiger stelt de, op verdienste en een maximale geografische spreiding te baseren, selectieprocedures voor het EDEO-personeel vast overeenkomstig het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en houdt daarbij terdege rekening met een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen. |
9. De hoge vertegenwoordiger stelt de, op verdienste en een maximale geografische spreiding te baseren, selectieprocedures voor het EDEO-personeel vast overeenkomstig het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en waarborgt daarbij een evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen op alle niveaus. |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 13 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
13. Er wordt voor adequate gezamenlijke opleiding voor het EDEO-personeel gezorgd, waarbij met name wordt uitgegaan van bestaande nationale praktijken en structuren. De hoge vertegenwoordiger stelt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit passende maatregelen daartoe vast. |
13. Er wordt voor adequate gezamenlijke opleiding voor het EDEO-personeel gezorgd, waarbij met name wordt uitgegaan van bestaande nationale praktijken en structuren. Bij deze opleiding wordt aandacht besteed aan concepten en methodes voor gendermainstreaming en gendergelijkheid. De hoge vertegenwoordiger stelt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit passende maatregelen daartoe vast. |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Artikel 7 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Het deel van de algemene begroting van de Europese Unie dat betrekking heeft op de EDEO houdt bepalingen in betreffende de bevordering van gendergelijkheid en vrouwenemancipatie bij externe betrekkingen. |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Artikel 12 – lid 2 | |
Door de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De hoge vertegenwoordiger dient in 2012 bij de Raad een verslag in over de werking van de EDEO. |
2. De hoge vertegenwoordiger dient in 2012 bij de Raad een verslag in over de werking van de EDEO. Het verslag bevat objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie en gegevens over de gelijkheid van mannen en vrouwen binnen de EDEO en een analyse van de noodzaak om passende instrumenten te ontwikkelen voor het uitbannen van alle vormen van discriminatie op grond van geslacht. |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
23.6.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
29 0 1 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Edit Bauer, Emine Bozkurt, Andrea Češková, Marije Cornelissen, Silvia Costa, Edite Estrela, Ilda Figueiredo, Iratxe García Pérez, Jolanta Emilia Hibner, Mary Honeyball, Sophia in ‘t Veld, Lívia Járóka, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Philippe Juvin, Nicole Kiil-Nielsen, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Barbara Matera, Antonyia Parvanova, Frédérique Ries, Raül Romeva i Rueda, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Eva-Britt Svensson, Marc Tarabella, Britta Thomsen, Marina Yannakoudakis, Anna Záborská |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Christa Klaß, Elisabeth Morin-Chartier, Mariya Nedelcheva, Chrysoula Paliadeli |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Julie Girling, Gesine Meissner |
|||||
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
6.7.2010 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
68 7 2 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Gabriele Albertini, Pino Arlacchi, Sir Robert Atkins, Dominique Baudis, Bastiaan Belder, Frieda Brepoels, Elmar Brok, Arnaud Danjean, Mário David, Michael Gahler, Marietta Giannakou, Ana Gomes, Andrzej Grzyb, Richard Howitt, Anna Ibrisagic, Anneli Jäätteenmäki, Jelko Kacin, Tunne Kelam, Nicole Kiil-Nielsen, Maria Eleni Koppa, Andrey Kovatchev, Paweł Robert Kowal, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Eduard Kukan, Alexander Graf Lambsdorff, Ryszard Antoni Legutko, Krzysztof Lisek, Sabine Lösing, Ulrike Lunacek, Barry Madlener, Mario Mauro, Willy Meyer, Francisco José Millán Mon, Alexander Mirsky, María Muñiz De Urquiza, Norica Nicolai, Raimon Obiols, Ria Oomen-Ruijten, Justas Vincas Paleckis, Pier Antonio Panzeri, Ioan Mircea Paşcu, Vincent Peillon, Alojz Peterle, Mirosław Piotrowski, Bernd Posselt, Cristian Dan Preda, Libor Rouček, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Nikolaos Salavrakos, Jacek Saryusz-Wolski, Werner Schulz, Adrian Severin, Marek Siwiec, Ernst Strasser, Hannes Swoboda, Charles Tannock, Zoran Thaler, Inese Vaidere, Johannes Cornelis van Baalen, Geoffrey Van Orden, Kristian Vigenin, Boris Zala |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Charalampos Angourakis, Nikolaos Chountis, Göran Färm, Lorenzo Fontana, Roberto Gualtieri, Liisa Jaakonsaari, Georgios Koumoutsakos, Monica Luisa Macovei, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Judith Sargentini, Indrek Tarand, Traian Ungureanu, Ivo Vajgl, Janusz Władysław Zemke |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Guy Verhofstadt |
|||||