ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt, door de Raad in eerste lezing vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen

1.10.2010 - (11160/4/2010 – C7‑0208/2010 – 2007/0152(COD)) - ***II

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Jean Lambert
PR_COD_COD_2app

Procedure : 2007/0152(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0261/2010
Ingediende teksten :
A7-0261/2010
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het standpunt, door de Raad in eerste lezing vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (11160/4/2010 – C7‑0208/2010 – 2007/0152(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (11160/4/2010 – C7‑0208/2010),

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0439),

–   gelet op artikel 63, lid 4, en artikel 67 van het EG Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0289/2007),

–   gezien zijn standpunt van 9 juli 2008[1],

–   gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures (COM(2009)0665),

–   gelet op artikel 294, lid 7, en artikel 79, lid 2, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 mei 2010 over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures – "omnibus"[2],

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 16 januari 2008[3],

–   gelet op artikel 72 van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7‑0261/2010),

1.  keurt het standpunt van de Raad goed;

2.  constateert dat de handeling is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

4.  verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.

  • [1]  PB C 294 E van 3.12.2009, blz. 259.
  • [2]  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0126.
  • [3]  PB C 151 van 17.6.2008, blz. 50.

TOELICHTING

Het voorstel voor een verordening is erop gericht onderdanen uit derde landen die legaal in de EU verblijven en in een grensoverschrijdende situatie verkeren waarbij ten minste twee lidstaten betrokken zijn, onder dezelfde regels inzake de coördinatie van de rechten op sociale zekerheid te laten vallen als onderdanen van de EU, krachtens de herziene regels die thans in Verordening (EG) nr. 883/2004 en de uitvoeringsverordening daarvan (Verordening (EG) nr. 987/2009) zijn opgenomen.

Toen het Commissievoorstel voor het eerst werd ingediend, werd het Europees Parlement geraadpleegd en nam het twee amendementen aan waarmee een verwijzing naar het Handvest van de grondrechten werd vervangen en tevens werd gewezen op een hoog niveau van sociale bescherming als doelstelling van de Europese Unie, hetgeen in de bestaande Verordening (EG) nr. 859/2003 ook het geval was. Beide amendementen zijn in het standpunt van de Raad in eerste lezing van 26 juli 2010 opgenomen als overwegingen vier en zeven.

Sedert de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is op dit dossier de gewone wetgevingsprocedure van toepassing. In mei 2010 bevestigde het EP de uitslag van zijn stemming in het kader van de raadplegingsprocedure waardoor dit de eerste lezing volgens de nieuwe procedure werd.

Het standpunt van de Raad in de eerste lezing omvat geen enkele verwijzing naar bijlagen of speciale bepalingen voor de deelnemende lidstaten. Ook dit strookt met het standpunt in eerste lezing van het Europees Parlement.

De Raad stelt een klein aantal wijzigingen voor. De Raad heeft een aantal overwegingen over de deelneming van bepaalde lidstaten op basis van de rechtsgrondslag van het voorstel (artikel 79, lid 2, onder b) opgenomen (overwegingen 17, 18 en 19). Helaas neemt Denemarken niet aan de coördinatieregelingen voor onderdanen uit derde landen deel. Ierland heeft voor deelneming gekozen, maar het VK heeft tot spijt van uw rapporteur verkozen niet deel te nemen en zal de bestaande regels blijven toepassen. Uw rapporteur is van mening dat dit een stap terug is in vergelijking met zowel de verbintenis tot vereenvoudiging, die een belangrijk doel van Verordening (EG) nr. 883/2004 vormde, als met het beginsel van gelijke behandeling.

In overweging 8 van het oorspronkelijke voorstel (nu overweging 10 van het standpunt van de Raad in eerste lezing) wordt verduidelijkt dat de lidstaten bevoegd blijven om aan een individu het recht te verlenen legaal op hun grondgebied te verblijven. In overweging 13 wordt verduidelijkt dat een individu en ook zijn nabestaanden hun rechten op bepaalde sociale uitkeringen behouden, die zij tijdens hun legale verblijf hebben opgebouwd.

Een tijdige goedkeuring van de nieuwe verordening zou zorgen voor een snelle opneming ervan in de herziene toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 en zou de gelijke behandeling van legaal verblijvende onderdanen uit derde landen ten aanzien van de sociale zekerheid mogelijk maken. Uw rapporteur heeft besloten geen amendement op het standpunt van de Raad in eerste lezing in te dienen en beveelt de commissie aan dit standpunt goed te keuren.

PROCEDURE

Titel

Uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen

Document- en procedurenummers

11160/4/2010 – C7-0208/2010 – 2007/0152(COD)

Datum eerste lezing EP – P-nummer

9.7.2008                     T6-0350/2008

Voorstel van de Commissie

COM(2007)0439 - C6-0289/2007

Datum bekendmaking ontvangst standpunt van de Raad in eerste lezing

9.9.2010

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

EMPL

9.9.2010

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Jean Lambert

11.9.2007

 

 

Behandeling in de commissie

30.9.2010

 

 

 

Datum goedkeuring

30.9.2010

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jean-Luc Bennahmias, Pervenche Berès, Milan Cabrnoch, David Casa, Alejandro Cercas, Ole Christensen, Derek Roland Clark, Sergio Gaetano Cofferati, Tadeusz Cymański, Frédéric Daerden, Proinsias De Rossa, Frank Engel, Sari Essayah, Ilda Figueiredo, Pascale Gruny, Marian Harkin, Roger Helmer, Nadja Hirsch, Vincenzo Iovine, Danuta Jazłowiecka, Ádám Kósa, Jean Lambert, Olle Ludvigsson, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Siiri Oviir, Rovana Plumb, Konstantinos Poupakis, Sylvana Rapti, Licia Ronzulli, Elisabeth Schroedter, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Traian Ungureanu

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Georges Bach, Edite Estrela, Kinga Göncz, Richard Howitt, Gesine Meissner, Csaba Sógor, Emilie Turunen, Gabriele Zimmer