VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

6.12.2010 - (COM(2010)0615 – C7‑0346/2010 – 2010/2252(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Barbara Matera

Procedure : 2010/2252(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0358/2010
Ingediende teksten :
A7-0358/2010
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer

(COM(2010)0615 – C7‑0346/2010 – 2010/2252(BUD))

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0615 – C7‑0346/2010),

–   gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] (IA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,

–   gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2] (EGF-verordening),

–   gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7‑0358/2010),

A. overwegende dat de Europese Unie passende wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt,

B.  overwegende dat het EFG sinds 1 mei 2009 ook is opengesteld voor aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis,

C. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op het overleg van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om gebruik te maken van het EFG,

D. overwegende dat Spanje om steun heeft gevraagd in verband met 1154 gedwongen ontslagen in 593 bedrijven die vallen onder afdeling 47 van de NACE Rev. 2 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen) in de NUTS II-regio Aragón,

E.  overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening,

1.  verzoekt de betrokken instellingen zich de nodige inspanningen te getroosten om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen;

2.  brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos geworden zijn; benadrukt de rol die het EFG kan vervullen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

3.  beklemtoont dat het EFG overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet bijdragen tot de re-integratie van elke afzonderlijke ontslagen werknemer; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;

4.  wijst erop dat de informatie die is ontvangen over het gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten die door het EFG moeten worden gefinancierd, gedetailleerde gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep om in zijn jaarverslagen ook een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen;

5.  begroet het feit dat de Commissie, in het kader van de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, een alternatieve bron van betalingskredieten naast niet-bestede middelen uit het Europees sociaal fonds voorstelt, nadat het Europees Parlement er herhaaldelijk op had gewezen dat het EFG is opgericht als een op zichzelf staand specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen en dat daarom begrotingslijnen aangewezen moeten worden die geschikt zijn voor overschrijvingen;

6.  wijst er evenwel op dat, om voor dit dossier middelen uit het EFG beschikbaar te kunnen stellen, betalingskredieten zullen worden overgeschreven van een begrotingslijn die bestemd is voor steun aan kmo's en innovatie; betreurt de ernstige tekortkomingen van de Commissie bij de implementatie van programma's voor concurrentievermogen en innovatie, in het bijzonder ten tijde van een economische crisis die de behoefte aan dergelijke steun aanmerkelijk doet vergroten;

7.  herinnert eraan dat de werking en de toegevoegde waarde van het EFG moeten worden beoordeeld in de context van de algemene evaluatie van de op basis van het IIA van 17 mei 2006 ingevoerde programma's en diverse andere instrumenten, en wel bij de tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader 2007-2013;

8.  is ingenomen met de nieuwe vormgeving van het Commissievoorstel, met name de toelichting, waarin heldere en gedetailleerde informatie wordt gegeven over de toepassing, met een analyse van de subsidiabiliteitscriteria en een uitleg van de redenen voor het verlenen van goedkeuring, hetgeen overeenstemt met de wensen van het Parlement;

9.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

10. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/016 ES/Detailhandel Aragón, Spanje)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], met name punt 28,

gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2], en met name artikel 12, lid 3,

gezien het voorstel van de Europese Commissie[3],

overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

(2) Het EFG staat sinds 1 mei 2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.

(3) Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 500 miljoen euro.

(4) Spanje heeft op 6 mei 2010 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen voor gedwongen ontslagen in 593 bedrijven die vallen onder afdeling 47 van NACE Rev. 2 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen) in de NUTS II-regio Aragón (ES24), en heeft aanvullende informatie tot en met 1 juli 2010 verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorschriften voor de bepaling van de financiële bijdragen, zoals vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 560 000 EUR beschikbaar te stellen.

(5) Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door Spanje ingediende aanvraag.

BESLUITEN:

Artikel 1

Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 wordt uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering 560 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement                                                       Voor de Raad

De Voorzitter                                                                   De Voorzitter

  • [1]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  PB C ... van ..., blz. .

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2], moeten de uitgaven van het EFG binnen een jaarlijks maximum van 500 miljoen euro blijven, welk geld afkomstig is uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1b. De benodigde bedragen worden als voorziening in de begroting opgenomen zodra er voldoende begrotingsruimte en/of geannuleerde vastleggingen zijn vastgesteld.

De procedure om het EFG te activeren verloopt als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een daarmee overeenkomstig overschrijvingsverzoek. Parallel kan een trialoog plaatsvinden om tot overeenstemming te komen over het gebruik van het EFG en de vereiste bedragen. Een trialoog in vereenvoudigde vorm is mogelijk.

II. Stand van zaken: het voorstel van de Commissie

Op 29 oktober 2010 nam de Commissie een nieuw voorstel voor een besluit aan betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering aan Spanje om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te steunen van werknemers die als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis werkloos zijn geworden.

De aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 1 560 000 EUR uit het EFG voor Spanje is de zesentwintigste die in het kader van de begroting 2010 wordt behandeld. Het betreft 1154 gedwongen ontslagen in 593 ondernemingen die vallen onder afdeling 47 van NACE Rev. 2 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen) gedurende de referentieperiode van negen maanden van 1 juni 2009 tot en met 28 februari 2010.

De aanvraag, zaak EGF/2010/016 ES/Detailhandel Aragón, is bij de Commissie op 6 mei 2010 ingediend en is tot en met 1 juli 2010 met bijkomende informatie aangevuld. De aanvraag is gebaseerd op het criterium voor steunverlening in artikel 2, onder b), van de EFG-verordening, namelijk ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een periode van negen maanden bij ondernemingen in dezelfde NACE Rev. 2-bedrijfstak in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling in een lidstaat, en de aanvraag is ingediend binnen de termijn van 10 weken (artikel 5 van de verordening)..

Bij haar beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de volgende elementen: het verband tussen de gedwongen ontslagen en grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de financiële crisis, de vraag of de ontslagen al dan niet konden worden voorzien, bewijs voor het aantal ontslagen in kwestie, naleving van de criteria van artikel 2, onder a), toelichting van de onvoorziene aard van de gedwongen ontslagen, de vraag welke bedrijven werknemers ontslaan en welke werknemers in aanmerking komen voor steun, de betrokken regio en de autoriteiten van en belanghebbenden in deze regio, de gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid, het te financieren gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten en de compatibiliteit van dit pakket met uit de structuurfondsen gefinancierde acties, de data waarop de op het individu afgestemde diensten ten behoeve van ontslagen werknemers van start zijn gegaan of de geplande begindata ervan, de procedures voor de raadpleging van de sociale partners, en de beheer- en controlesystemen.

Volgens de beoordeling van de Commissie voldoet de aanvraag aan de in de EFG-verordening vastgelegde subsidiabiliteitscriteria. Er wordt bijgevolg aanbevolen dat de begrotingsautoriteit de aanvraag goedkeurt.

Om middelen uit het EFG te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek (DEC 41/2010) doen toekomen voor een totaalbedrag van 1 560 000 EUR aan vastleggingskredieten uit de EFG-reserve (40 02 43) en aan betalingskredieten uit de begrotingslijn "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie - Programma voor ondernemerschap en innovatie” (01 04 04), voor overschrijving naar de EFG-begrotingslijnen (04 05 01).

De rapporteur stelt met instemming vast dat de Commissie wederom een alternatieve bron van betalingskredieten naast niet-bestede ESF-middelen heeft aangegeven, daarmee gehoor gevend aan de herhaaldelijke verzoeken hiertoe van het Europees Parlement.

Ze is echter van mening dat de in de laatste gevallen gemaakte keuze (begrotingslijn ter ondersteuning van ondernemerschap en innovatie) onbevredigend is gezien de ernstige tekortkomingen waar de Commissie mee te maken krijgt bij de uitvoering van de programma's op het gebied van concurrentievermogen en innovatie. In tijden van economische crisis zouden deze kredieten immers eerder moeten worden verhoogd. Bijgevolg verzoekt zij de Commissie haar inspanningen voort te zetten om in de toekomst geschiktere begrotingslijnen voor betalingskredieten aan te wijzen.

Het Interinstitutioneel Akkoord staat uitgaven uit het EFG toe tot een jaarlijks maximum van 500 miljoen euro.

In 2010 heeft de begrotingsautoriteit reeds zestien voorstellen voor beschikbaarstelling van middelen uit het fonds en een overmaking voor technische bijstand goedgekeurd, voor een totaalbedrag van 54 878 360 EUR, waarna rekening houdend met het bijkomende bedrag van 26 732 196 EUR voor de andere voorstellen die momenteel worden behandeld (waaronder het onderhavige), tot eind 2010 nog een bedrag van 418 389 444 EUR beschikbaar is.

III. Procedure

De Commissie heeft een verzoek om overschrijving[3] ingediend om overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting 2010 op te nemen.

De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG kan plaatsvinden in een vereenvoudigde vorm (een briefwisseling), zoals voorzien in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming kunnen komen.

Conform een interne afspraak wordt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) bij dit proces betrokken, opdat ze op constructieve wijze kan bijdragen tot de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

Na evaluatie heeft de Commissie EMPL van het Europees Parlement haar standpunt over de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te kennen gegeven, zoals blijkt uit het bij dit verslag gevoegde advies.

Met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die tijdens het overleg van 17 juli 2008 werd goedgekeurd, werd het belang bekrachtigd van een snelle procedure voor de goedkeuring van besluiten tot beschikbaarstelling van de middelen van het EFG, met inachtneming van het Interinstitutioneel Akkoord.

  • [1]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  DEC 41/2010 van 29 oktober 2010.

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

ES/jm

D(2010)59693

De heer Alain Lamassoure

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 13E158

Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2010/016 ES/Detailhandel Aragón (COM(2010)0615)Geachte heer Lamassoure,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2010/016 ES/Detailhandel Aragón onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De commissie en de werkgroep EFG zijn vóór de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG voor de aanvraag in kwestie. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling op de helling te willen zetten.

Het advies van de commissie is gebaseerd op de volgende overwegingen:

A. deze aanvraag is in overeenstemming met artikel 2, onder a), van de EFG-verordening en heeft betrekking op 1.154 gedwongen ontslagen binnen de referentieperiode van 9 maanden van 1 juni 2009 tot 28 februari 2010 in 593 bedrijven die vallen onder afdeling 47 van de NACE Rev. 2 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen) in de NUTS II-regio Aragón;

B. de Spaanse autoriteiten voeren aan dat de financiële en economische crisis heeft geleid tot een daling van de verkoop in de detailhandel door een gebrek aan consumentenvertrouwen in combinatie met een stijgende werkloosheid. Deze daling was in Spanje groter dan in de Europese Unie als geheel;

C. de Spaanse autoriteiten voeren aan dat de financiële en economische crisis heeft geleid tot een plotselinge neergang van de wereldeconomie met enorme gevolgen voor tal van sectoren. Van 2000 tot 2007 zijn het aantal bedrijven en de werkgelegenheid in de detailhandel in Spanje jaarlijks gestegen, zodat de scherpe daling van de vraag als gevolg van de crisis onverwacht kwam;

D. in het grootste deel van de autonome gemeenschap Aragón is de bevolkingsdichtheid lager dan het EU-gemiddelde (112 inwoners per km2) en de ontslagen hebben een hoogst negatieve impact op deze regio en kunnen de inspanningen om de bevolking aan te moedigen in de regio te blijven, tenietdoen;

E. de economie van Aragón is traditioneel gebaseerd op graangewassen en schapenteelt en is de laatste twee/drie decennia getransformeerd door de opkomst van de industriële sector, de diensten en de handel, met daarna ook toerisme, met name wintersport. De plaatselijke industriële boom gaat gepaard met een grote expansie van de dienstensector, waarbij distributie en de nieuwe winkel- en vrijetijdscentra in Zaragoza belangrijke bronnen van werkgelegenheid worden;

F. in de autonome regio Aragón is het werkloosheidscijfer gestegen van 6,2 % in Q3/2008 tot 12 % in Q3/2009 en in februari 2010 was de werkloosheid in de dienstensector goed voor 56 % van de totale werkloosheid in de regio;

G. 73% van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, zijn vrouwen en 78% van degenen voor wie steun wordt aangevraagd zijn tussen 25 en 54 jaar oud en 15% tussen 15 en 24 jaar oud;

H. 73,9% van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd (uitgezonderd die van "Galerias Primero", die een eigen, maar soortgelijke classificatie hebben), vallen in de categorieën "Commerciële functies" en "Ambachtsberoepen en verwante beroepen". 14,4% van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, waren in dienst met "Lagere beroepen";

I.  over het opleidingsniveau van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, is geen informatie beschikbaar;

J. de ervaring met Spanje op het gebied van EFG-dossiers leert dat niet alle ontslagen werknemers een beroep op de aangeboden maatregelen zullen doen. Het aantal actieve betrokkenen kan daarom niet meer zijn dan een raming en bij de berekening van het financieringsplan is van deze raming uitgegaan. Op deze manier wordt voorkomen dat Spanje grote hoeveelheden ongebruikt EU-geld moet terugbetalen;

Daarom verzoekt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Spaanse aanvraag op te nemen:

1. is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van de EFG-verordening;

2. merkt op dat het totale aantal deelnemers aan de voorgestelde maatregelen een raming is op basis van de ervaring die met eerdere aanvragen is opgedaan;

3. betreurt de late start van de maatregelen (11 maanden na de eerste ontslagen); herinnert de lidstaten eraan dat het belangrijk is onmiddellijk maatregelen met betrekking tot de arbeidsmarkt te nemen, naast het indienen van een aanvraag voor het EGF;

4. wil graag weten of de opleidings- en omscholingsmaatregelen leiden tot de certificering van beroepservaring of bijkomende diploma's als bewijs van de nieuwe vaardigheden;

5. is tevreden met de maatregel waarbij wordt voorzien in drie maanden begeleiding na de herintreding om eventuele problemen in de nieuwe banen te voorkomen;

6. verzoekt de Commissie een grondige analyse voor te leggen wat het succes van de verschillende stimuleringsmaatregelen betreft, inclusief een vergelijking met andere aanvragen van andere lidstaten, met meer informatie over welke maatregelen in welke omstandigheden werken;

7. is tevreden met de deelname van de sociale partners, die met de indiening van de onderhavige aanvraag van de toepassing van EFG-maatregelen hebben ingestemd en die actief bij de opstelling van de aanvraag betrokken waren.

Hoogachtend,

Pervenche Berès

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

2.12.2010

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

18

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Damien Abad, Lajos Bokros, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Lucas Hartong, Sergej Kozlík, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Dominique Riquet, László Surján, Helga Trüpel, Angelika Werthmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Paul Rübig, Georgios Stavrakakis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jan Mulder