AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Socialistische Republiek Vietnam inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
2.3.2011 - (14876/2010 – C7‑0366/2010 – 2007/0082(NLE)) - ***
Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Dominique Riquet
PR_NLE-AP_art90
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Socialistische Republiek Vietnam inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(14876/2010 – C7‑0366/2010 – 2007/0082(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van besluit van de Raad (14876/2010),
– gezien het ontwerp van overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Socialistische Republiek Vietnam inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (07170/2009),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 100, lid 2, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0366/2010),
– gelet op artikel 81 en artikel 90, lid 8, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0044/2011),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Socialistische Republiek Vietnam.
TOELICHTING
Inleiding
De internationale luchtvaartbetrekkingen tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten. Het Europees Hof van Justitie bepaalde in 2002 dat traditionele aanwijzingsclausules in bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten van de lidstaten in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Unie. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht om de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten wanneer deze maatschappij door een lidstaat van de Europese Unie is aangewezen, maar niet in substantiële mate in handen is van en daadwerkelijk wordt gecontroleerd door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dit wordt beschouwd als discriminatie van EU-luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dit is in strijd met artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat. Ook andere aspecten, zoals mededinging, moeten in overeenstemming worden gebracht met het recht van de Europese Unie door bestaande bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen te wijzigen of aan te vullen.
De Commissie heeft dan ook onderhandeld over de overeenkomst die ter vervanging geldt van een aantal bepalingen in de huidige 17 bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten die gesloten zijn tussen de lidstaten van de EU en Vietnam.
Belangrijkste aspecten van de overeenkomst
Artikel 2 (aanwijzingsclausule): Om discriminatie tussen EU-luchtvaartmaatschappijen te voorkomen, worden de traditionele aanwijzingsclausules die verwijzen naar luchtvaartmaatschappijen uit de lidstaten die partij zijn bij de bilaterale overeenkomst, vervangen door een aanwijzingsclausule van de EU die verwijst naar alle luchtvaartmaatschappijen uit de EU. Het doel is alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang te verlenen tot routes tussen de Europese Unie en Vietnam.
Artikel 3 (veiligheid): Deze bepaling zorgt ervoor dat de veiligheidsvoorschriften in de bilaterale overeenkomsten van toepassing zijn op situaties waarin het wettelijk toezicht op een luchtvaartmaatschappij wordt uitgeoefend door een andere lidstaat dan de lidstaat die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen.
Artikel 4 (verenigbaarheid met mededingingsregels): Dit artikel verbiedt concurrentiebeperkende praktijken.
De overeenkomst werd op 4 oktober 2010 ondertekend. De Raad heeft de toestemming nodig van het Europees Parlement om de overeenkomst te sluiten. Op grond van artikel 81 van het Reglement zal het Parlement zich uitspreken bij een enkele stemming en kunnen er geen amendementen op de overeenkomst zelf worden ingediend.
Op basis van het voorafgaande stelt uw rapporteur voor dat de TRAN-commissie een positief advies uitbrengt over de sluiting van de overeenkomst.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
28.2.2011 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 0 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Georges Bach, Antonio Cancian, Saïd El Khadraoui, Carlo Fidanza, Knut Fleckenstein, Jacqueline Foster, Mathieu Grosch, Jim Higgins, Dieter-Lebrecht Koch, Georgios Koumoutsakos, Eva Lichtenberger, Hella Ranner, Olga Sehnalová, Brian Simpson, Dirk Sterckx, Keith Taylor, Giommaria Uggias, Thomas Ulmer, Peter van Dalen, Artur Zasada, Roberts Zīle |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Philip Bradbourn, Frieda Brepoels, Spyros Danellis, Ádám Kósa, Janusz Władysław Zemke |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Karin Kadenbach |
|||||