VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/013 PL/Podkarpackie machines uit Polen)
17.3.2011 - (COM(2011)0062 – C7-0056/2011 – 2011/2045(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur Barbara Matera
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/013 PL/Podkarpackie machines uit Polen) (COM(2011)0062– C7‑0056/2011– 2011/2045(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0062 – C7-0056/2011),
– gelet op het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name punt 28,
– gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2] (EFG-verordening),
– gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0059/2011),
A. overwegende dat de Europese Unie passende wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt,
B. overwegende dat het EFG sinds 1 mei 2009 ook tijdelijk is opengesteld voor aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis,
C. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op het overleg van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om gebruik te maken van het EFG,
D. overwegende dat Polen om steun heeft gevraagd in verband met 594 gedwongen ontslagen (waarvan 200 waarvoor om steun wordt gevraagd) in drie bedrijven die vallen onder afdeling 28 van de NACE Rev. 2 (vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen) in de NUTS II-regio Podkarpackie in Polen,
E. overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening,
1. verzoekt de betrokken instellingen zich de nodige inspanningen te getroosten om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert in dit opzicht de verbeterde procedure die de Commissie heeft aangenomen naar aanleiding van het verzoek van het EP voor het versnellen van de toekenning van subsidies, met als doel de begrotingsautoriteit de beoordeling door de Commissie van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag voor te leggen samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds; hoopt dat verdere verbeteringen aan de procedure zullen worden aangebracht in het kader van de komende herzieningen van het fonds;
2. brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos geworden zijn; wijst op de rol die het EFG kan vervullen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt; vraagt echter een evaluatie van de integratie van deze werknemers op de arbeidsmarkt op lange termijn als rechtstreeks gevolg van de door het EFG gefinancierde maatregelen;
3. beklemtoont dat het EFG overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet bijdragen tot de re-integratie van elke afzonderlijke ontslagen werknemer; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;
4. wijst erop dat de informatie die is ontvangen over het gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten die door het EFG moeten worden gefinancierd, gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in zijn jaarverslagen ook een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen;
5. is verheugd over het feit dat er, na herhaalde verzoeken van het Parlement, voor het eerst 47 608 950 EUR aan betalingskredieten zijn opgenomen onder begrotingslijn 04 05 01 van het EFG in de begroting voor 2011; herinnert eraan dat het EFG gecreëerd is als een afzonderlijk specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen, en dat het bijgevolg ook een specifieke toewijzing verdient, waardoor wordt vermeden dat, zoals in het verleden gangbaar was, een beroep wordt gedaan op overschrijvingen van andere begrotingslijnen, die schadelijk kunnen zijn voor de verwezenlijking van de verschillende beleidsdoelen;
6. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
7. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/013 PL/ Podkarpackie machines uit Polen)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name punt 28 hiervan,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[2], en met name artikel 12, lid 3 hiervan,
Gezien het voorstel van de Commissie[3],
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
(2) Het EFG staat sinds 1 mei 2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.
(3) Krachtens het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 mag uit het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR beschikbaar worden gesteld.
(4) Polen heeft op 27 april 2010 een aanvraag ingediend om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in drie bedrijven die vallen onder afdeling 28 van de NACE Rev. 2 (vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen) in de NUTS II-regio Podkarpackie (PL32). Aan de aanvraag werd tot en met 4 augustus 2010 aanvullende informatie toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 453 570 EUR beschikbaar te stellen.
(5) Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door Polen ingediende aanvraag,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 wordt een bedrag van 453 570 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG).
Artikel 2
Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te [Brussel/Straatsburg],
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
TOELICHTING
I. Achtergrond
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.
Overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2], moeten de uitgaven van het EFG binnen een jaarlijks maximum van 500 miljoen euro blijven, welk geld afkomstig is uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1b. De benodigde bedragen worden als voorziening in de begroting opgenomen zodra er voldoende begrotingsruimte en/of geannuleerde vastleggingen zijn vastgesteld.
De procedure om het EFG te activeren verloopt als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een daarmee overeenkomstig overschrijvingsverzoek. Parallel kan een trialoog plaatsvinden om tot overeenstemming te komen over het gebruik van het EFG en de vereiste bedragen. Een trialoog in vereenvoudigde vorm is mogelijk.
II. Stand van zaken: het voorstel van de Commissie
Op 15 februari 2011 nam de Commissie een nieuw voorstel voor een besluit aan betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering aan Polen om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te steunen van werknemers die als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis werkloos zijn geworden.
De aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 453 570 euro uit het EFG voor Polen is de eerste die in het kader van de begroting 2011 wordt behandeld. Het betreft 594 gedwongen ontslagen (waarvan 200 waarvoor om steun wordt gevraagd) bij drie bedrijven die werkzaam zijn in afdeling 28 van NACE Rev. 2 (vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen) in de NUTS II-regio Podkarpackie in Polen, over de referentieperiode van negen maanden van 1 juni 2009 t/m 1 maart 2010.
De aanvraag, zaak EGF/2010/013 PL/Podcarpackie machines, Polen, is bij de Commissie ingediend op 27 april 2010 en is tot en met 4 augustus 2010 met bijkomende informatie aangevuld. De aanvraag is gebaseerd op het criterium voor steunverlening in artikel 2, onder b), van de EFG-verordening, namelijk ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een periode van negen maanden bij ondernemingen in dezelfde NACE Rev. 2-bedrijfstak in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling in een lidstaat, en de aanvraag is ingediend binnen de termijn van 10 weken (artikel 5 van de verordening).
Bij haar beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de volgende elementen: het verband tussen de gedwongen ontslagen en grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de financiële crisis, de vraag of de ontslagen al dan niet konden worden voorzien, bewijs voor het aantal ontslagen in kwestie, naleving van de criteria van artikel 2, onder b), toelichting van de onvoorziene aard van de gedwongen ontslagen, de vraag welke bedrijven werknemers ontslaan en welke werknemers in aanmerking komen voor steun, de betrokken regio en de autoriteiten van en belanghebbenden in deze regio, de gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid, het te financieren gecoördineerde pakket met op het individu afgestemde diensten en de compatibiliteit van dit pakket met uit de structuurfondsen gefinancierde acties, de data waarop de op het individu afgestemde diensten ten behoeve van ontslagen werknemers van start zijn gegaan of de geplande begindata ervan, de procedures voor de raadpleging van de sociale partners, en de beheer- en controlesystemen.
Volgens de beoordeling van de Commissie voldoet de aanvraag aan de in de EFG-verordening vastgelegde subsidiabiliteitscriteria. Er wordt bijgevolg aanbevolen dat de begrotingsautoriteit de aanvraag goedkeurt.
Om middelen uit het fonds te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek (DEC 01/2011) doen toekomen voor een totaalbedrag van 453 570 euro aan vastleggingskredieten uit de EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn 04 05 01.
De rapporteur is verheugd over het feit dat er, na herhaalde verzoeken van het Parlement, voor het eerst betalingskredieten (47 608 950 euro) zijn opgenomen onder de EFG-begrotingslijn in de begroting voor 2011.
Ze herinnert eraan dat het EFG gecreëerd is als een afzonderlijk specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen, en dat het bijgevolg ook een specifieke toewijzing verdient, waardoor wordt vermeden dat, zoals in het verleden gangbaar was, een beroep wordt gedaan op overschrijvingen van andere begrotingslijnen, die schadelijk kunnen zijn voor de verwezenlijking van de verschillende beleidsdoelen.
Het Interinstitutioneel Akkoord staat uitgaven uit het EFG toe tot een jaarlijks maximum van 500 miljoen euro.
Dit is het eerste voorstel betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat in 2011 aan de begrotingsautoriteit wordt voorgelegd. Na aftrek van het huidige gevraagde bedrag (453 570 euro), is er nog een bedrag van 499 546 430 euro beschikbaar tot eind 2011. Er blijft dus meer dan 25% van het voor het EFG bestemde jaarlijkse maximumbedrag beschikbaar voor toewijzing gedurende de laatste vier maanden van het jaar 2011, zoals artikel 12, lid 6, van de EFG-verordening voorschrijft.
III. Procedure
De Commissie heeft een verzoek om overschrijving[3] ingediend om overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 specifieke vastleggingskredieten in de begroting 2011 op te nemen.
De triloog over het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG kan plaatsvinden in een vereenvoudigde vorm, zoals voorzien in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming kunnen komen.
Conform een interne afspraak wordt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) bij dit proces betrokken, opdat ze op constructieve wijze kan bijdragen tot de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.
Na evaluatie zal de commissie EMPL van het Europees Parlement haar standpunt over de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te kennen geven, dat als brief bij onderhavig verslag zal worden gevoegd.
Met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die tijdens het overleg van 17 juli 2008 werd goedgekeurd, werd het belang bekrachtigd van een snelle procedure voor de goedkeuring van besluiten tot beschikbaarstelling van de middelen van het EFG, met inachtneming van het Interinstitutioneel Akkoord.
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
ES/jm
D(2011)13078
Dhr. Alain Lamassoure
Voorzitter van de Begrotingscommissie
ASP 13E158
Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2010/013 PL/Podkarpackie machines (COM(2011)0062)
Geachte heer Lamassoure,
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2010/013 PL/Podkarpackie onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.
De commissie en de werkgroep EFG zijn vóór de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG voor de aanvraag in kwestie. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling op de helling te willen zetten.
Het advies van de commissie is gebaseerd op de volgende overwegingen:
A) overwegende dat deze aanvraag gebaseerd is op artikel 2, onder b), van de EFG-verordening en betrekking heeft op 200 van 594 gedwongen ontslagen binnen de referentieperiode van 9 maanden van 1 juni 2009 tot 1 maart 2010 in 3 bedrijven die vallen onder afdeling 28 van de NACE Rev. 2 (vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen) in overeenstemming met verordening (EG) nr. 1893/2006;
B) overwegende dat deze sector ernstig getroffen werd door de economische en financiële crisis, wat heeft geleid tot een vermindering met 54% van de uitvoer in 2009 voor Huta Stalowa Wola S.A, een vermindering van de totale verkoop met 47% en van de uitvoer met 34% voor HSW - ZZN Sp. Z o.o. en een vermindering met 58% van de uitvoer voor ZM DEZAMET S.A, als gevolg van een met meer dan 10% gedaalde uitvoerwaarde van machines, apparaten en werktuigen uit Polen naar de EU-15 tussen 2008 en 2009, terwijl de totale productie van machines met ongeveer 8% is afgenomen, bovenop de ook in Oost-Europese landen ingrijpende besnoeiingen;
C) overwegende dat de werkloosheidsgraad in de drie getroffen regio's (Stalowa Wola, Nisko en Tarnobrzeg) hoger lag dan het Poolse gemiddelde (respectievelijk 24%, 17% en 15%, tegenover 13% voor Polen in februari 2010);
D) overwegende dat Polen aangeeft dat vakbonden en werknemersorganisaties hebben deelgenomen aan de besprekingen over mogelijke steun uit het EFG en over de vorm die deze steun zou moeten aannemen, en overwegende dat werd verklaard dat ze betrokken zijn bij de uitvoering van de EFG-maatregelen;
E) overwegende dat 77,0% van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben man is, en 23,0% vrouw; overwegende dat 20% van de werknemers ouder is dan 54 en 9,0% ouder dan 64 (in 2010);
F) overwegende dat in de EU-begroting voor 2011 voor het eerst betalingskredieten zijn opgenomen onder EFG-begrotingslijn 04 05 01, waardoor de overschrijving van kredieten van andere ongebruikte begrotingslijnen niet langer nodig is;
Daarom verzoekt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Poolse aanvraag op te nemen:
1. is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, onder b), van de EFG-verordening (1927/2006) en dat Polen bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van deze verordening;
2. merkt op dat het pakket met op het individu afgestemde diensten één maatregel per werknemer lijkt te omvatten;
3. is verheugd over de maatregelen die gericht zijn op 50% van de ontslagen werknemers en die hen in staat stellen certificaten, diploma's, beroepskwalificaties of titels te bekomen;
4. is eveneens verheugd over de maatregelen die werknemers van jonger dan 25 toelaten meer beroepservaring te verwerven in de vorm van een opleiding op de werkplek;
5. vraagt om bijkomende informatie over de maatregel "Uitrusting en herinrichting van werkplekken" en over de vraag of werkgevers de garantie moeten geven dat een ontslagen werknemer gedurende een bepaalde periode moet kunnen blijven werken in ruil voor deze bijdrage;
6. vraagt meer informatie over de maatregelen die gericht zijn op werknemers die in 2010 64 jaar oud waren en over de verwachte resultaten van deze maatregelen met betrekking tot de herintegratie van deze werknemers op de arbeidsmarkt in overeenstemming met artikel 3 van de EFG-verordening.
Hoogachtend,
Pervenche Berès
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
16.3.2011 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
35 3 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Damien Abad, Alexander Alvaro, Reimer Böge, Lajos Bokros, Giovanni Collino, Jean-Luc Dehaene, Isabelle Durant, James Elles, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ivars Godmanis, Ingeborg Gräßle, Estelle Grelier, Lucas Hartong, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Miguel Portas, Vladimír Remek, Dominique Riquet, László Surján, Helga Trüpel, Derek Vaughan, Angelika Werthmann, Jacek Włosowicz |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
François Alfonsi, Gerben-Jan Gerbrandy, Paul Rübig, Georgios Stavrakakis |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Marit Paulsen |
|||||