AANBEVELING over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst inzake de bescherming en duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied
23.3.2011 - (16581/2010 – C7‑0007/2011 – 2010/0300(NLE)) - ***
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Kriton Arsenis
PR_NLE-AP_art90
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst inzake de bescherming en duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied
(16581/2010 – C7‑0007/2011 – 2010/0300(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerpbesluit van de Raad (16581/2010),
– gezien de ontwerpovereenkomst inzake de bescherming en duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied (16581/2010),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, letter a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7-0007/2011),
– gelet op artikel 81 en artikel 90, lid 8, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0078/2011),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en van Albanië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
TOELICHTING
De Europese Unie beschikt reeds lange tijd over wetgeving voor waterbescherming waarvan wellicht het belangrijkste onderdeel de kaderrichtlijn uit 2000 (2000/60/EG) betreffende het waterbeleid (KRW)[1] is, met als doelstelling de bescherming van alle wateren (rivieren, meren, grondwater en kustwateren) en de coördinatie hiertoe, over administratieve en politieke grenzen heen, van gedeelde stroomgebieden. Overeenkomstig de KRW dienen lidstaten, daar waar stroomgebieden zich tot buiten het grondgebied van de Unie uitstrekken, te streven naar coördinatie met de desbetreffende niet-lidstaten waarmee het stroomgebiedsdistrict wordt gedeeld[2]. Ingeval de coördinatie de vorm aanneemt van een internationale overeenkomst die aspecten bevat die onder de bevoegdheid van de Unie ressorteren, is deelname van de Europese Unie als verdragssluitende partij vereist.
Het stroomgebied van de Prespa-meren (Prespa-park) ligt verspreid over Griekenland, FYROM en Albanië. Het eerste land is lid van de Europese Unie, het tweede land is kandidaat voor het EU-lidmaatschap en het derde land is een potentiële kandidaat voor het EU-lidmaatschap. Albanië en FYROM hebben tevens een stabilisatie- en associatieovereenkomst met de EU gesloten.
Het Prespa-park vormt wegens de geomorfologische, ecologische, culturele en biodiversiteitswaarde een natuurgebied van international belang. Het is een vitale habitat voor het voortbestaan van talloze zeldzame en/of endemische flora- en faunasoorten, een broedgebied voor wereldwijd bedreigde vogels en een locatie voor het behoud van belangrijk archeologisch en traditioneel erfgoed. Om deze redenen hebben de drie genoemde landen:
– het Prespa-parkgebied met de verklaring van 2 februari 2000 uitgeroepen tot grensoverschrijdend beschermd gebied, het eerste in zijn soort in Zuidoost-Europa.
– in de gemeenschappelijke verklaring van hun premiers van 27 november 2009 afgesproken samen te werken bij de geïntegreerde bescherming van het ecosysteem en bij de duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied, waartoe een concreet kader van prioriteiten, initiatieven en acties is vastgesteld.
– op 2 februari 2010 de overeenkomst inzake de bescherming en duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied ondertekend waaraan ook de EU deelneemt en die ter goedkeuring aan het Europees Parlement is voorgelegd. De Commissie nam, krachtens de desbetreffende machtiging van de Raad[3] en overeenkomstig artikel 175 en artikel 300, lid 1, van het EG-Verdrag, namens de Europese Unie deel aan de onderhandelingen over de tekst van de overeenkomst.
Het doel van de overeenkomst is samenwerking ten behoeve van de geïntegreerde bescherming van het ecosysteem en de duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied, inclusief de ontwikkeling van integrale beheerplannen voor het stroomgebied, op grond van internationale en EU-normen.
Teneinde dit doel te bereiken nemen de deelnemende partijen de vereiste maatregelen en passen zij de meest geavanceerde beschikbare technieken toe, individueel of samen, op basis van soevereine gelijkheid, territoriale integriteit, wederzijds voordeel en goed vertrouwen, ten behoeve van:
– het waterbeheer van de Prespa-meren
– de preventie, controle en bestrijding van watervervuiling in het gebied
– de bescherming en het behoud van de biodiversiteit van het gebied op grond van internationale en Uniewetgeving, inclusief Richtlijn 92/43/EEG en Richtlijn 2009/147/EG
– de bescherming van de bodem tegen erosie, uitputting, infecties en vervuiling
– het verstandig gebruik van natuurlijke hulpbronnen en duurzame ontwikkeling
– het voorkomen van de invoer en de verspreiding van uitheemse plant- en diersoorten
– de regulering van de activiteiten die negatieve gevolgen (kunnen) hebben voor het Prespa-parkgebied, teneinde dergelijke gevolgen te voorkomen of tot een minimum te beperken.
De overeenkomst zal bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn van de EU betreffende het waterbeleid, aan de bescherming van het milieu, de verbetering van de leefomstandigheden van de inwoners van het gebied en aan de samenwerking tussen de drie landen, zodat de goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de deelnemende partijen in de uiterst gevoelige Balkanregio worden versterkt.
De ontwikkeling van een duurzame economie en een groene infrastructuur die vanwege hun aard lokale arbeidsplaatsen met zich meebrengen, creëert belangrijke mogelijkheden voor de werkgelegenheid en draagt bij aan de Europa 2020-strategie.
Voorts kunnen en moeten efficiëntie op het gebied van hulpbronnen, duurzame economische ontwikkeling en natuurbehoud hand in hand gaan[4].
De bescherming van de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten zullen op doorslaggevende wijze bijdragen aan de welvaart van het gebied. Volgens de studie naar de economische aspecten van ecosystemen en biodiversiteit (TEEB)[5] heeft het verlies van biodiversiteit wezenlijke schade tot gevolg op het gebied van de economie en de welvaart, terwijl iedere poging om het verlies van biodiversiteit te voorkomen kosteneffectief en haalbaar is.
Daarnaast zij opgemerkt dat de natuur de efficiëntste regulator van het klimaat en tegelijkertijd de grootste opslagplaats van kooldioxide vormt, gezien het feit dat terrestrische en mariene ecosystemen op dit moment ruwweg de helft van de antropogene CO2-emissies absorberen. Gezonde en veerkrachtige ecosystemen vormen een veiligheidsklep tegen klimaatverandering aangezien zij bijdragen aan de beperking van en de aanpassing aan de gevolgen ervan[6].
De overeenkomst is tevens in lijn met de nieuwe strategie voor de bescherming van biodiversiteit voor de periode 2011-2020 met het jaar 2050 als horizon, waarover tijdens de recente VN-conferentie in het Japanse Nagoya overeenstemming is bereikt en die er onder andere op is gericht de snelheid waarmee natuurlijke habitats verloren gaan tot de helft terug te brengen en dit verlies, waar mogelijk, helemaal te voorkomen, en die daarnaast beoogt het gevaar voor uitsterving van bedreigde soorten vóór 2020 uit te bannen[7].
Alvorens de overeenkomst goed te keuren, dient de Raad hiertoe op grond van artikel 218, lid 6, letter a, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie om toestemming van het Europees Parlement te vragen.
De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid steunt de goedkeuring van de overeenkomst inzake de bescherming en duurzame ontwikkeling van het Prespa-parkgebied zonder voorbehoud.
- [1] Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, PB L 327 van 22.12.2000.
- [2] Artikel 3, lid 5, van Richtlijn 2000/60/EG.
- [3] Besluit van de Raad van 27 juni 2007 inzake de deelname van de Europese Gemeenschap aan onderhandelingen voor het sluiten van internationale stroomgebiedovereenkomsten die tot doel hebben de samenwerking te verbeteren in Europese stroomgebieden die door bepaalde lidstaten en derde landen worden gedeeld.
- [4] Resolutie van het Europees Parlement van 21 september 2010 over de tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving tot behoud van de biodiversiteit (2009/2108(INI)).
- [5] "TEEB Interim Report", mei 2008; "TEEB for Policy-Makers", november 2009: http://www.teebweb.org.
- [6] "Convenient solutions to an inconvenient truth: ecosystem-based approaches to climate change", Wereldbank
2009; "TEEB Climate Issues Update", september 2009; "The Natural Fix? The role of ecosystems in climate mitigation", UNEP, juni 2009. - [7] Tiende vergadering van de Conferentie van de partijen (COP 10) bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, Nagoya, Japan, 18-29 oktober 2010.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
16.3.2011 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
57 0 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Kriton Arsenis, Pilar Ayuso, Paolo Bartolozzi, Sandrine Bélier, Sergio Berlato, Nessa Childers, Chris Davies, Bairbre de Brún, Bas Eickhout, Edite Estrela, Karl-Heinz Florenz, Elisabetta Gardini, Cristina Gutiérrez-Cortines, Satu Hassi, Jolanta Emilia Hibner, Dan Jørgensen, Karin Kadenbach, Christa Klaß, Holger Krahmer, Corinne Lepage, Peter Liese, Linda McAvan, Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Gilles Pargneaux, Antonyia Parvanova, Andres Perello Rodriguez, Sirpa Pietikäinen, Mario Pirillo, Pavel Poc, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Anna Rosbach, Oreste Rossi, Dagmar Roth-Behrendt, Daciana Octavia Sârbu, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Theodoros Skylakakis, Bogusław Sonik, Salvatore Tatarella, Åsa Westlund, Glenis Willmott, Sabine Wils, Marina Yannakoudakis |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Jutta Haug, Philippe Juvin, Marisa Matias, Bill Newton Dunn, Bart Staes, Eleni Theocharous, Thomas Ulmer, Marita Ulvskog, Anna Záborská |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Konrad Szymański |
|||||