Verslag - A7-0167/2011Verslag
A7-0167/2011

VERSLAG inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beleggerscompensatiestelsels

19.4.2011 - (COM(2010)0371 – C7‑0174/2010 – 2010/0199(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Olle Schmidt


Procedure : 2010/0199(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0167/2011
Ingediende teksten :
A7-0167/2011
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beleggerscompensatiestelsels

(COM(2010)0371 - C7–0174/2010 - 2010/0199(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0371),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 53, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0174/2010),

–   gezien het met redenen omkleed advies van de Zweedse Riksdag en het Britse House of Commons,

–   gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrondslag,

–   gezien het advies van de Europese Centrale Bank[1],

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A7‑0167/2011),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) De beleggers hebben mogelijk geen kennis van eventuele beperkingen waaraan de vergunningen van de beleggingsondernemingen zijn onderworpen; aldus dienen zij te worden beschermd in situaties waarin de beleggingsondernemingen in strijd met hun vergunning handelen, met name door activa van cliënten aan te houden of diensten voor een bepaald soort cliënt te verrichten in strijd met de voorwaarden van hun vergunning. De stelsels moeten bijgevolg de activa van de cliënten dekken die door de beleggingsondernemingen in verband met beleggingsverrichtingen worden aangehouden.

(5) De beleggers hebben mogelijk geen kennis van ontbrekende of beperkte vergunningen van beleggingsondernemingen; aldus dienen zij te worden beschermd in situaties waarin de beleggingsondernemingen zonder of in strijd met hun vergunning handelen, met name door activa van cliënten aan te houden of diensten voor een bepaald soort cliënt te verrichten zonder of in strijd met de voorwaarden van hun vergunning. De stelsels moeten bijgevolg de activa van de cliënten dekken die door de beleggingsondernemingen in verband met beleggingsverrichtingen worden aangehouden.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Aangezien de compensatiedekking overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG nu hoger is dan de dekking overeenkomstig de onderhavige richtlijn dient aan de beleggers de hoogste mate van bescherming te worden geboden in gevallen waarin zowel Richtlijn 94/19/EG als Richtlijn 97/9/EG door banken aangehouden activa kunnen dekken. Derhalve moet de belegger in die gevallen overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG worden gecompenseerd.

(8) In gevallen waarin door banken aangehouden activa kunnen worden gedekt door Richtlijn 94/19/EG en Richtlijn 97/9/EG, moeten beleggers overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG worden gecompenseerd.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Om de ter compensatie betaalde gelden te kunnen recupereren, moeten de regelingen die de betalingen verrichten om de beleggers te compenseren voor het faillissement van een depositaris of een derde het recht hebben bij liquidatieprocedures voor bedragen ter waarde van hun betalingen in de plaats te treden van de rechten van de beleggers, beleggingsondernemingen of instellingen voor collectieve belegging in effecten (hierna "icbe's" genoemd). Deze richtlijn mag er niet toe strekken afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheid van beleggingsondernemingen of icbe's om activa bij een depositaris of een bewaarder te recupereren.

(9) Om de ter compensatie betaalde gelden te kunnen recupereren, moeten de regelingen die de betalingen verrichten om de beleggers te compenseren voor het faillissement van een depositaris of een derde het recht hebben bij liquidatieprocedures voor bedragen ter waarde van hun betalingen in de plaats te treden van de rechten van de beleggers of beleggingsondernemingen. Deze richtlijn mag er niet toe strekken afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheid van beleggingsondernemingen om activa bij een depositaris of een bewaarder te recupereren.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) vereist dat de activa van icbe's veilig worden bewaard door een depositaris. Indien de depositaris of een van zijn subbewaarders in gebreke blijft en niet in staat is de in bewaring gehouden instrumenten terug te geven, beïnvloedt dit de waarde van de rechten van deelneming of de aandelen van de icbe. Om in deze situatie de bescherming te verhogen, moeten de houders van rechten van deelneming en aandelen in icbe's dezelfde mate van bescherming genieten als rechtstreekse beleggers in de betrokken financiële instrumenten in gevallen waarin de entiteit die de financiële instrumenten aanhoudt niet in staat mocht zijn deze terug te geven. De houders van rechten van deelneming en aandelen in icbe's moeten compensatie ontvangen voor het waardeverlies van de icbe's. Tevens moeten zij in staat zijn de rechten van deelneming en aandelen in icbe's in bezit te houden om hun recht in stand te houden deze in te ruilen wanneer zij dit adequaat achten.

(10) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) vereist dat de activa van icbe's veilig worden bewaard door een depositaris. In de loop van 2011 zal de Commissie voorstellen doen tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG om de verplichting van de depositaris te verduidelijken in het geval de depositaris of een van zijn subbewaarders in gebreke blijft en niet in staat is de in bewaring gehouden instrumenten terug te geven. Na de herziening van Richtlijn 2009/65/EG dient de Commissie te analyseren in welke situaties het faillissement van een icbe-depositaris of subbewaarder van invloed kan zijn op de waarde van de rechten van deelneming of aandelen in de icbe. Die analyse dient te worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad, zo nodig tezamen met wetvoorstellen.

Motivering

De dekkingsomvang voor icbe’s is niet nader bepaald in geval van frauduleuze handelingen. Voorstellen van de Commissie voor wijzigingen inzake de aansprakelijkheid van depositarissen worden verwacht in de loop van 2011. De noodzaak om het toepassingsgebied van de RBCS uit te breiden tot icbe’s moet in het licht van de gewijzigde ICBE-richtlijn nader worden onderzocht.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Het minimumcompensatieniveau is in 1997 vastgesteld en is sedertdien niet gewijzigd. Dit niveau moet tot 50 000 EUR worden verhoogd om met ontwikkelingen op de financiële markten en in het wetgevingskader van de Unie rekening te houden. Bij het bepalen van dit bedrag wordt rekening gehouden met de gevolgen van de inflatie in de Unie en het feit dat het niveau van de compensatie beter moet worden aangepast aan de gemiddelde waarde van de beleggingen die door de retailcliënten in de EU worden aangehouden. Om de beleggers beter te beschermen, dient de bestaande optie waarbij de lidstaten de dekking van gelden in andere valuta's dan die van de lidstaten kunnen beperken of van het compensatiestelsel kunnen uitsluiten, komen te vervallen.

(12) Het minimumcompensatieniveau is in 1997 vastgesteld en is sedertdien niet gewijzigd. Dit niveau moet tot 100 000 EUR worden verhoogd om met ontwikkelingen op de financiële markten en in het wetgevingskader van de Unie rekening te houden. Bij het bepalen van dit bedrag wordt rekening gehouden met de gevolgen van de inflatie in de Unie en het feit dat het niveau van de compensatie beter moet worden aangepast aan de gemiddelde waarde van de beleggingen die door de retailcliënten in de EU worden aangehouden. Om de beleggers beter te beschermen, dient de bestaande optie waarbij de lidstaten de dekking van gelden in andere valuta's dan die van de lidstaten kunnen beperken of van het compensatiestelsel kunnen uitsluiten, komen te vervallen.

Motivering

Het niveau van consumentenbescherming moet worden verhoogd. Een hogere garantie bevordert grensoverschrijdende concurrentie en dient het belang van beleggers. Indien de compensatiedrempel is “geharmoniseerd op het maximum” en wordt vastgesteld op 100 000 EUR, hoeft slechts één land in de EU het huidige maximale compensatiebedrag te verlagen. Indien het bedrag wordt vastgesteld op 50 000 EUR, moeten drie landen hun maximale compensatiebedragen verlagen.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Om ervoor te zorgen dat de beleggers de compensatie ontvangen op grond van deze richtlijn en om een vergelijkbaar niveau van bescherming van de belegger in alle lidstaten te verzekeren, is het noodzakelijk gemeenschappelijke regels voor de financiering van de stelsels in te voeren. De stelsels moeten adequaat worden gefinancierd in verhouding tot de desbetreffende verplichtingen. Er dient een passend niveau van voorfinanciering te worden gewaarborgd en de stelsels moeten adequate regelingen omvatten voor het vaststellen en bereiken van het streeffinancieringsniveau voordat zich enige verlies veroorzakende gebeurtenis voordoet met betrekking waartoe Richtlijn 97/9/EG van toepassing is. Een gemeenschappelijk minimaal streeffinancieringsniveau moet binnen een termijn van tien jaar worden bereikt.

(13) Om ervoor te zorgen dat de beleggers de compensatie ontvangen op grond van Richtlijn 97/9/EG en om een vergelijkbaar niveau van bescherming van de belegger in alle lidstaten te verzekeren, is het noodzakelijk gemeenschappelijke regels voor de financiering van de stelsels in te voeren. De stelsels moeten adequaat worden gefinancierd in verhouding tot de desbetreffende verplichtingen. Er dient een passend niveau van voorfinanciering te worden gewaarborgd en de stelsels moeten adequate regelingen omvatten voor het vaststellen en bereiken van het streeffinancieringsniveau voordat zich enige verlies veroorzakende gebeurtenis voordoet met betrekking waartoe Richtlijn 97/9/EG van toepassing is. Een gemeenschappelijk minimaal streeffinancieringsniveau moet zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen een termijn van vijf jaar worden bereikt.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) De werking van de stelsels is momenteel sterk verschillend in de lidstaten en deze richtlijn beoogt verdere harmonisatie waarbij aan de lidstaten enige flexibiliteit met betrekking tot de nadere organisatie van de stelsels wordt geboden. De Commissie dient bevoegd te zijn om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag gedelegeerde handelingen vast te stellen ten aanzien van bepaalde essentiële elementen van de werking van de stelsels. Met name moeten gedelegeerde handelingen worden vastgesteld ten aanzien van de methode om de potentiële verplichtingen van de stelsels te bepalen, de alternatieve financieringsregelingen die de stelsels moeten hebben ingevoerd om, voor zover nodig, kortetermijnfinanciering te kunnen verkrijgen, de criteria voor het bepalen van de bijdragen van de entiteiten die onder de stelsels vallen en de factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van het feit of de extra bijdragen de stabiliteit van het financiële stelsel van de lidstaten niet in gevaar kunnen brengen. Om de toepassingsvoorwaarden betreffende de bepalingen inzake de financiering van de stelsels vast te stellen, moet de Europese Autoriteit voor effecten en markten, opgericht bij Verordening ... / ... van het Europees Parlement en de Raad [EAEM] technische normen ontwikkelen met betrekking tot de door de stelsels openbaar te maken gegevens.

(15) De werking van de stelsels is momenteel sterk verschillend in de lidstaten en deze richtlijn beoogt verdere harmonisatie waarbij aan de lidstaten enige flexibiliteit met betrekking tot de nadere organisatie van de stelsels wordt geboden. De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen ten aanzien van bepaalde essentiële elementen van de werking van de stelsels moet aan de Commissie worden gedelegeerd. Met name moeten gedelegeerde handelingen worden vastgesteld ten aanzien van de methode om de potentiële verplichtingen van de stelsels te bepalen, de alternatieve financieringsregelingen die de stelsels moeten hebben ingevoerd om, voor zover nodig, kortetermijnfinanciering te kunnen verkrijgen, de criteria voor het bepalen van de bijdragen van de entiteiten die onder de stelsels vallen en de factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van het feit of de extra bijdragen de stabiliteit van het financiële stelsel van de lidstaten niet in gevaar kunnen brengen. Om de toepassingsvoorwaarden betreffende de bepalingen inzake de financiering van de stelsels vast te stellen, moet de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad1 (EAEM) voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met betrekking tot de door de stelsels openbaar te maken gegevens.

 

________________

 

1 PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

Motivering

Ter wille van de concordantie met de EAEM-verordening.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) Nationale financiële toezichthouders moeten nauw samenwerken met elkaar en met de EAEM om frauduleuze handelingen, administratieve malversaties of operationele fouten van beleggingsondernemingen in de Unie op te sporen en te voorkomen.

Motivering

Samenwerking tussen de toezichthouders van lidstaten en de EAEM is van groot belang om frauduleuze handelingen en wanbeheer bij beleggingsondernemingen op te sporen.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 16 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 ter) De lidstaten dienen een geïnstitutionaliseerde dialoog tussen consumentenorganisaties, toezichthouders en beleggerscompensatiestelsels te bevorderen, teneinde verdere compensatiezaken te voorkomen. De lidstaten dienen een dialoogkader op te stellen om problemen tijdig waar te nemen en zaken als slecht werkende marktpraktijken, verdachte aanbieders, producten of bedrijfsstructuren te melden bij toezichthouders en beleggerscompensatiestelsels.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Het mechanisme voor kredietopneming mag geen afbreuk doen aan de budgettaire verantwoordelijkheid van de lidstaten. De stelsels voor kredietopneming moeten van de mogelijkheid tot kredietopneming waarin deze richtlijn voorziet gebruik kunnen maken na uitputting van de gelden die zijn verzameld voor het bereiken van het streeffinancieringsniveau en de extra oproepen tot het doen van bijdragen gericht aan de leden van het stelsel. Met respect voor het toezicht op de beleggerscompensatiestelsels door de lidstaten moet de EAEM bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstelling die erop gericht is het de beleggingsondernemingen en icbe's gemakkelijker te maken hun activiteiten uit te oefenen en op hetzelfde moment voor een doeltreffende bescherming van de beleggers te zorgen. Te dien einde moet de EAEM de naleving van de in deze richtlijn vastgelegde voorwaarden voor de opneming van kredieten tussen de beleggerscompensatiestelsels bevestigen en binnen de strikte grenzen van deze richtlijn de door elk stelsel op te nemen bedragen, de initiële interestvoet en de duur van de lening vaststellen. In dit verband moet de EAEM tevens de door de bevoegde autoriteiten te bevestigen informatie over de beleggerscompensatiestelsels, met name over de in elk stelsel gedekte geldbedragen en financiële instrumenten verzamelen. De EAEM moet de andere beleggerscompensatiestelsels over hun verplichting tot kredietverstrekking informeren.

(17) Het mechanisme voor kredietopneming mag geen afbreuk doen aan de budgettaire verantwoordelijkheid van de lidstaten. De stelsels voor kredietopneming moeten van de mogelijkheid tot kredietopneming waarin deze richtlijn voorziet gebruik kunnen maken na uitputting van de gelden die zijn verzameld voor het bereiken van het streeffinancieringsniveau en de extra oproepen tot het doen van bijdragen gericht aan de leden van het stelsel. Met respect voor het toezicht op de beleggerscompensatiestelsels door de lidstaten moet de EAEM bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstelling die erop gericht is het de beleggingsondernemingen gemakkelijker te maken hun activiteiten uit te oefenen en op hetzelfde moment voor een doeltreffende bescherming van de beleggers te zorgen. Te dien einde moet de EAEM de naleving van de in Richtlijn 97/9/EG vastgelegde voorwaarden voor de opneming van kredieten tussen de beleggerscompensatiestelsels bevestigen en binnen de strikte grenzen van deze richtlijn de door elk stelsel op te nemen bedragen, de initiële interestvoet en de duur van de lening vaststellen. In dit verband moet de EAEM tevens de door de bevoegde autoriteiten te bevestigen informatie over de beleggerscompensatiestelsels, met name over de in elk stelsel gedekte geldbedragen en financiële instrumenten verzamelen. De EAEM moet de andere beleggerscompensatiestelsels over hun verplichting tot kredietverstrekking informeren.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Op grond van Richtlijn 97/9/EG mogen de lidstaten professionele en institutionele beleggers van de dekking uitsluiten, maar de desbetreffende lijst is niet aangepast aan de classificatie van de cliënten van beleggingsondernemingen krachtens Richtlijn 2004/39/EG. Om de samenhang tussen de Richtlijnen 97/9/EG en 2004/39/EG te verzekeren, de beoordeling voor de compensatiestelsels te vereenvoudigen en de mogelijke uitsluiting ten aanzien van ondernemingen uitsluitend voor grote ondernemingen te laten gelden, moet Richtlijn 97/9/EG verwijzen naar de beleggers die overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënt worden beschouwd.

(22) Op grond van Richtlijn 97/9/EG mogen de lidstaten professionele en institutionele beleggers van de dekking uitsluiten, maar de desbetreffende lijst is niet aangepast aan de classificatie van de cliënten van beleggingsondernemingen krachtens Richtlijn 2004/39/EG. Om de samenhang tussen de Richtlijnen 97/9/EG en 2004/39/EG te verzekeren, de beoordeling voor de compensatiestelsels te vereenvoudigen en de mogelijke uitsluiting ten aanzien van ondernemingen uitsluitend voor grote ondernemingen te laten gelden, moet Richtlijn 97/9/EG verwijzen naar de beleggers die overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënt worden beschouwd. Ten einde alle relevante beleggers een passend beschermingsniveau te bieden, dienen de lidstaten het recht te hebben om micro-entiteiten, non-profitorganisaties en lokale overheidsinstanties op te nemen, om ze binnen de werkingssfeer van Richtlijn 97/9/EG te brengen.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) De Commissie dient gemachtigd te worden om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag gedelegeerde handelingen vast te stellen. Met name moeten gedelegeerde handelingen worden vastgesteld ten aanzien van de bepaling van de methode om het door de stelsels vast te stellen streeffinancieringsniveau te berekenen en dit streeffinancieringsniveau te wijzigen, het percentage van het vaste plafond van beschikbare gelden voor kredietverstrekking tussen nationale compensatiestelsels, de procedure voor het behandelen van vorderingen van beleggers en de technische criteria voor het berekenen van het waardeverlies van een icbe in de onder deze richtlijn vallende omstandigheden. De Commissie moet tevens gemachtigd worden om via gedelegeerde handelingen het percentage van de voor kredietverstrekking beschikbare gelden te wijzigen rekening houdend met de ontwikkelingen op de financiële markten.

(23) De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen moet aan de Commissie worden gedelegeerd ten aanzien van de bepaling van de methode om het door de stelsels vast te stellen streeffinancieringsniveau te berekenen en dit streeffinancieringsniveau te wijzigen, het percentage van het vaste plafond van beschikbare gelden voor kredietverstrekking tussen nationale compensatiestelsels en de procedure voor het behandelen van vorderingen van beleggers. De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen moet aan de Commissie worden gedelegeerd ook ten aanzien van wijzigingen van het percentage van de voor kredietverstrekking beschikbare gelden, rekening houdend met de ontwikkelingen op de financiële markten

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis) Punt 3 wordt vervangen door:

 

"3. "instrumenten": de instrumenten bedoeld in afdeling C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG;"

Motivering

De definitie van de instrumenten moet ook geactualiseerd worden overeenkomstig de MIFID‑richtlijn.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter b

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. 'belegger': een persoon die in verband met beleggingsverrichtingen geld of instrumenten aan een beleggingsonderneming heeft toevertrouwd; in verband met de activiteiten van icbe's, een deelnemer of aandeelhouder in een icbe (hierna "deelnemer");

4. 'belegger': een natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van micro-entiteiten, non-profitorganisaties en lokale overheidsinstanties, die in verband met beleggingsverrichtingen geld of instrumenten aan een beleggingsonderneming heeft toevertrouwd;

Motivering

Icbe’s vormen een streng gereguleerd product en kennen een uiterst laag wanbetalingscijfer, aangezien de enige praktische mogelijkheid van faillissement is gekoppeld aan crimineel gedrag van de depositaris. De activa van icbe’s moeten volgens de wet apart worden bewaard en maken in geval van insolventie geen deel uit van de failliete boedel. Bovendien komen kwesties met betrekking tot depositarissen en derde subbewaarders aan bod in ICBE V, waardoor beleggers beter zullen worden beschermd.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter d

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. 'icbe': een onderneming als gedefinieerd in artikel 1, leden 2 en 3, van Richtlijn 2009/65/EG;

Schrappen

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter d

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. 'bewaarder': in verband met icbe-activiteiten, een instelling als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2009/65/EG;

Schrappen

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter d

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. 'derde': in verband met beleggingsverrichtingen, een instelling waarbij een beleggingsonderneming financiële instrumenten heeft gedeponeerd die zij namens haar klanten aanhoudt als bedoeld in artikel 17 van Richtlijn 2006/73/EG of waarbij een dergelijk instelling in haar hoedanigheid van bewaarder de financiële instrumenten heeft gedeponeerd; in verband met icbe-activiteiten, een instelling waaraan een icbe-bewaarder namens de icbe activa heeft toevertrouwd;

10. 'derde': in verband met beleggingsverrichtingen, een instelling waarbij een beleggingsonderneming financiële instrumenten heeft gedeponeerd die zij namens haar klanten aanhoudt als bedoeld in artikel 17 van Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn* of waarbij een dergelijk instelling in haar hoedanigheid van bewaarder de financiële instrumenten heeft gedeponeerd;

 

________________

 

* PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter a

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Iedere lidstaat ziet erop toe dat op zijn grondgebied een of meer beleggerscompensatiestelsels worden ingevoerd en officieel worden erkend. Uitgezonderd in de omstandigheden bedoeld in de tweede alinea en in artikel 5, lid 3, mogen beleggingsondernemingen waaraan in die lidstaat vergunning is verleend of icbe's waaraan in die lidstaat vergunning is verleend, alleen beleggingswerkzaamheden verrichten of activiteiten als icbe uitoefenen, indien zij aan een dergelijk stelsel deelnemen."

1. Iedere lidstaat ziet erop toe dat op zijn grondgebied een of meer beleggerscompensatiestelsels worden ingevoerd en officieel worden erkend. Uitgezonderd in de omstandigheden bedoeld in de tweede alinea van dit artikel en in artikel 5, lid 3, mogen beleggingsondernemingen waaraan in die lidstaat vergunning is verleend alleen beleggingswerkzaamheden verrichten indien zij aan een dergelijk stelsel deelnemen.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de bevoegde autoriteiten hebben vastgesteld dat, naar hun oordeel, een beleggingsonderneming, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van de beleggingsonderneming of de financiële positie van een derde waarbij door de beleggingsonderneming financiële instrumenten zijn gedeponeerd, momenteel niet in staat lijkt te zijn te voldoen aan haar verplichtingen die voortvloeien uit vorderingen van beleggers, en daartoe ook op afzienbare termijn niet in staat lijkt te zullen zijn;

(a) de bevoegde autoriteiten hebben vastgesteld dat, naar hun oordeel, een beleggingsonderneming, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van de beleggingsonderneming of de financiële positie van een derde waarbij door de beleggingsonderneming financiële instrumenten of gelden die niet vallen onder Richtlijn 94/19/EG zijn gedeponeerd, momenteel niet in staat lijkt te zijn te voldoen aan haar verplichtingen die voortvloeien uit vorderingen van beleggers, en daartoe ook op afzienbare termijn niet in staat lijkt te zullen zijn; of

Motivering

Indien gelden niet onder depositogarantiestelsels vallen, moeten ze door deze richtlijn worden beschermd.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter c

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 – lid 2 bis – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) aan beleggers instrumenten teruggeven die hun toebehoren en namens hen in verband met beleggingsverrichtingen worden aangehouden, geadministreerd of beheerd.

(b) aan beleggers instrumenten teruggeven die hun toebehoren en namens hen in verband met beleggingsverrichtingen worden aangehouden, geadministreerd of beheerd, mits het onvermogen van de beleggingsonderneming of derde het gevolg is van fraude, administratieve malversaties, operationele fouten of slecht advies inzake de bij het verrichten van beleggingsdiensten voor cliënten in acht te nemen gedragsregels.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter c

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 – lid 2 ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 ter. Het stelsel verschaft overeenkomstig artikel 4 ook dekking aan icbe-deelnemers voor zover aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

Schrappen

(a) de bevoegde autoriteit heeft bepaald dat een bewaarder of een derde waaraan de activa van de icbe zijn toevertrouwd, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van de bewaarder of de derde momenteel niet in staat is zijn verplichtingen ten aanzien van een icbe na te komen en daartoe ook op afzienbare termijn niet in staat lijkt te zullen zijn;

 

(b) een rechterlijke instantie, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van de bewaarder of een derde waaraan activa van de icbe zijn toevertrouwd een beslissing heeft gegeven die leidt tot schorsing van de mogelijkheid voor de icbe om vorderingen op de bewaarder of de derde te verhalen.

 

De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen 3 maanden na er voor het eerst kennis van te hebben gekregen dat een bewaarder of een derde waaraan de activa van de icbe zijn toevertrouwd, verzuimd heeft zijn uit de vorderingen van de icbe voortkomende verplichtingen na te komen de vaststelling doen als bedoeld in letter a) van de eerste alinea.

 

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter c

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 – lid 2 quater

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 quater De in lid 2 ter bedoelde dekking wordt verleend overeenkomstig de wettelijke en contractuele voorwaarden die van toepassing zijn op een vordering door een icbe-deelnemer wegens het waardeverlies van het recht van deelneming in de icbe doordat een bewaarder of een derde waaraan de activa van de icbe zijn toevertrouwd niet in staat is een van de volgende handelingen te verrichten:

Schrappen

a) geld dat verschuldigd is aan de icbe of de icbe toebehoort en dat namens de icbe in verband met icbe-activiteiten wordt aangehouden, terugbetalen,

 

b) aan de icbe alle instrumenten teruggeven die haar toebehoren en namens haar in verband met icbe-activiteiten worden aangehouden of geadministreerd.

 

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Vorderingen uit hoofde van verrichtingen in verband waarmee een strafrechtelijke veroordeling is uitgesproken wegens het witwassen van geld in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad, of die resulteren uit gedrag dat verboden is op grond van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad zijn uitgesloten van compensatie in het kader van beleggerscompensatiestelsels.

De volgende vorderingen zijn uitgesloten van compensatie in het kader van beleggerscompensatiestelsels:

 

a) vorderingen uit hoofde van verrichtingen in verband waarmee een strafrechtelijke veroordeling is uitgesproken wegens het witwassen van geld als in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme*;

 

b) vorderingendie resulteren uit gedrag dat verboden is op grond van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie **, en

 

c) claims die betrekking hebben op directe of indirecte financiering van terroristische organisaties, zoals gedefinieerd in de Aanbeveling van de Raad van 9 december 1999***.

 

________________

 

* PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

 

** PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

 

*** PB C 373 van 23.12.1999, blz. 1.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 – letter a

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat het stelsel met betrekking tot de in artikel 2, lid 2 bis of lid 2 quater, bedoelde vorderingen dekking verschaft tot een bedrag van 50.000 EUR per belegger.

1. De lidstaten zien erop toe dat het stelsel met betrekking tot de in artikel 2, lid 2 bis of lid 2 quater, bedoelde vorderingen dekking verschaft tot een bedrag van 100 000 EUR per belegger.

Motivering

Het niveau van consumentenbescherming moet worden verhoogd. Een hogere garantie bevordert grensoverschrijdende concurrentie en dient het belang van beleggers. Indien de compensatiedrempel is “geharmoniseerd op het maximum” en wordt vastgesteld op 100 000 EUR, hoeft slechts één land in de EU het huidige maximale compensatiebedrag te verlagen. Indien het bedrag wordt vastgesteld op 50 000 EUR, moeten drie landen hun maximale compensatiebedragen verlagen.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 – letter a

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten die bij de vaststelling van de onderhavige richtlijn in een dekking van meer dan 50 000 EUR voorzien, mogen dat niveau van dekking gedurende niet langer dan 3 jaar vanaf de datum voor de omzetting van de onderhavige richtlijn behouden. Na die datum zorgen die lidstaten ervoor dat het dekkingsniveau 50 000 EUR bedraagt.

De lidstaten die bij de vaststelling van de onderhavige richtlijn in een dekking van meer dan 100 000 EUR voorzien, mogen dat niveau van dekking gedurende niet langer dan 3 jaar vanaf ...* behouden. Na die datum zorgen die lidstaten ervoor dat het dekkingsniveau 100 000 EUR bedraagt.

 

* PB: gelieve datum van inwerkingtreding van deze richtlijn in te voegen.

Motivering

Het niveau van consumentenbescherming moet worden verhoogd. Een hogere garantie bevordert grensoverschrijdende concurrentie en dient het belang van beleggers. Indien de compensatiedrempel is "geharmoniseerd op het maximum" en wordt vastgesteld op 100 000 EUR, hoeft slechts één land in de EU het huidige maximale compensatiebedrag te verlagen. Indien het bedrag wordt vastgesteld op 50 000 EUR, moeten drie landen hun maximale compensatiebedragen verlagen.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 – letter a

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 – lid 1 – alinea 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd de vierde alinea passen de lidstaten om de vijf jaar de in een andere valuta omgerekende dekkingsniveaus aan het in dit lid bedoelde bedrag aan. De lidstaten mogen, na raadpleging van de Commissie, de dekkingsniveaus eerder aanpassen na het optreden van onvoorziene gebeurtenissen zoals valutaschommelingen.

Onverminderd de vierde alinea passen de lidstaten om de twee jaar de in een andere valuta omgerekende dekkingsniveaus aan het in dit lid bedoelde bedrag aan. De lidstaten mogen, na raadpleging van de Commissie, de dekkingsniveaus eerder aanpassen na het optreden van onvoorziene gebeurtenissen zoals valutaschommelingen.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 – letter b

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 – lid 1 bis – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1 bis. De Commissie mag via gedelegeerde handelingen het in lid 1 genoemde bedrag aanpassen rekening houdend met de volgende parameters:

1 bis. De Commissie krijgt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis vast te stellen om het in lid 1 genoemde bedrag aan te passen rekening houdend met de volgende parameters:

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de stelsels over adequate systemen beschikken om hun potentiële verplichtingen te bepalen. De lidstaten zorgen ervoor dat de compensatiestelsels adequaat gefinancierd worden in verhouding tot hun verplichtingen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de stelsels over adequate systemen beschikken om hun potentiële verplichtingen te bepalen. De lidstaten zorgen ervoor dat de compensatiestelsels adequaat gefinancierd worden in verhouding tot hun verplichtingen. De lidstaten dienen de EAEM regelmatig van relevante informatie te voorzien over de potentiële verplichtingen en de bijbehorende evenredige financiering.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 bis – lid 1 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat elk stelsel een streeffinancieringsniveau vaststelt van ten minste 0,5% van de waarde van de door de beleggingsondernemingen of icbe's aangehouden, geadministreerde of beheerde gelden en financiële instrumenten die door de bescherming van het beleggerscompensatiestelsel worden gedekt. De waarde van de gedekte gelden en financiële instrumenten wordt jaarlijks op 1 januari berekend.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat elk stelsel een streeffinancieringsniveau vaststelt van ten minste 0,3% van de waarde van de door de beleggingsondernemingen aangehouden, geadministreerde of beheerde gelden en financiële instrumenten die door de bescherming van het beleggerscompensatiestelsel worden gedekt. De waarde van de gedekte gelden en financiële instrumenten wordt jaarlijks op 31 december berekend.

Motivering

Het voorgestelde minimale streeffinancieringsniveau van 0,5% ligt - op basis van een analyse van de gegevens uit vorderingen op compensatiestelsels in lidstaten - te hoog. Men moet niet vergeten dat de kosten uiteindelijk moeten worden gedragen door beleggers. Het is belangrijk dat het minimale financieringsniveau valt te rechtvaardigen ten opzichte van de betrokken risico's en verzekert dat aan de vorderingen kan worden voldaan.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 bis – lid 2 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis en onder de voorwaarden van de artikelen 13 ter en 13 quater maatregelen vast om de methode te bepalen om de waarde te berekenen van de door de bescherming van de beleggerscompensatiestelsels gedekte gelden en financiële instrumenten om het door de stelsels tot stand te brengen streeffinancieringsniveau te bepalen en het streeffinancieringsniveau te wijzigen rekening houdend met de ontwikkeling op de financiële markten.

De Commissie krijgt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis vast te stellen om de methode te bepalen om de waarde te berekenen van de door de bescherming van de beleggerscompensatiestelsels gedekte gelden en financiële instrumenten om het door de stelsels tot stand te brengen streeffinancieringsniveau te bepalen.

 

Rekening houdend met de waarde van de gedekte gelden die jaarlijks op de in de eerste alinea genoemde wijze is berekend, en rekening houdend met de ontwikkeling op de financiële markten en de noodzaak om effectieve compensatie voor beleggers te garanderen, krijgt de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis vast te stellen tot wijziging van de minimumwaarde van het streeffinancieringsniveau. In ieder geval legt de Commissie uiterlijk op …* aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de noodzaak om het in dit lid bepaalde streeffinancieringsniveau bij te stellen.

 

Teneinde de Commissie in staat te stellen een passend streeffinancieringsniveau zoals bepaald in de derde alinea te berekenen, verstrekt elke lidstaat de Commissie en de EAEM jaarlijks de nodige gegevens inzake de financiering van nationale regelingen per 31 december. De lidstaten leggen deze gegevens uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar voor aan de Commissie.

 

De lidstaten verstrekken de Commissie en de EAEM ook gegevens inzake:

 

a) het bedrag van gedekte effecten en geldbedragen die in beleggersondernemingen namens de beleggers worden aangehouden;

 

b) de waarde van de aangehouden of beheerde gedekte gelden en financiële instrumenten;

 

c) het aantal klanten;

 

d) de opbrengsten of inkomsten die door beleggersondernemingen gegenereerd worden;

 

e) het kapitaalniveau van elke beleggersonderneming;

 

f) het maximale compensatiebedrag per klant;

 

g) de gemiddelde omzet van de aan- en verkoop van effecten;

 

h) het aantal gemachtigde personen of handelaren.

 

________________

 

* PB: gelieve de datum in te voegen: 2 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn.

Motivering

Op basis van de gevallen van fraude en het resultaat in verschillende gevallen van fraude is het niet nodig een hoger streeffinancieringsniveau voor te stellen. Voordat een dergelijke wijziging wordt doorgevoerd in de RBCS, moet een studie worden verricht. De huidige herziening van de richtlijn biedt evenwel een belangrijke gelegenheid om te beginnen met harmonisatie van financieringsniveaus.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 3 bis – lid 1 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Het streeffinancieringsniveau wordt gefinancierd vóór en ongeacht het optreden van elke uit hoofde van artikel 2, lid 2 of lid 2 ter, relevante gebeurtenis. De lidstaten zorgen ervoor dat het financieringsniveau voor elk stelsel wordt bereikt binnen een termijn van tien jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn en dat elk stelsel een passende planning vaststelt en nakomt om deze doelstelling te vervullen.

3. Het streeffinancieringsniveau wordt gefinancierd vóór en ongeacht het optreden van elke uit hoofde van artikel 2, lid 2 of lid 2 ter, relevante gebeurtenis. De lidstaten zorgen ervoor dat het financieringsniveau voor elk stelsel wordt bereikt tegen …* en dat elk stelsel een passende planning vaststelt en nakomt om deze doelstelling te vervullen

 

________________

 

* PB : gelieve de datum in te voegen: 5 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingrichtlijn.

Motivering

Tien jaar is te lang voor uitvoering. Om de richtlijn doeltreffend uit te voeren en de bescherming van beleggers en consumenten te waarborgen, moeten de regels die zijn gericht op een financieringsniveau binnen vijf jaar zijn bereikt.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De bijdrage aan een stelsel zal voor ieder lid worden bepaald op basis van het gelopen risico. Om in de uitvoering van deze bepaling een bepaald niveau van harmonisatie tussen de lidstaten te bereiken, stelt de Commissie in gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis maatregelen vast om te verduidelijken hoe de bijdrage aan een stelsel van ieder lid moet worden vastgesteld.

Motivering

De financiering moet duurzaam en eerlijk zijn om te zorgen voor een geharmoniseerd niveau van beleggersbescherming en zo verstoring van de mededinging en reguleringsarbitrage onder beleggingsondernemingen te voorkomen. De eis dat individuele bijdragen voor elk lid worden bepaald op basis van de hoogte van het gelopen risico, is een afspiegeling van de bepaling dat stelsels naar behoren moeten worden gefinancierd in verhouding tot hun verplichtingen en zal er mede voor zorgen dat zowel tussen de leden van eenzelfde stelsel als tussen die van verschillende stelsels op het niveau van lidstaten en van de interne markt een gelijk speelveld bestaat.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 3 – alinea 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De bevoegde autoriteiten mogen bijdragen voor de leden van een stelsel verlagen indien die leden vrijwillig aanvullende maatregelen nemen om operationele risico’s te beperken.

 

De bevoegde autoriteiten mogen de bijdragen ook verlagen indien leden aantonen dat door hen gebruikte subbewaarders aan dezelfde normen voldoen om operationele risico’s te beperken.

 

Het streefniveau van het stelsel mag geen gevolgen ondervinden van verlagingen.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 3 – alinea 2 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De EAEM stelt voorstellen voor technische uitvoeringsnormen op om de voorwaarden vast te stellen voor het verminderen van de bijdragen aan een regeling, zoals bedoeld in de vierde alinea.

 

De EAEM legt deze voorstellen voor technische uitvoeringsnormen jaarlijks voor aan de Commissie.

 

De Commissie kan de voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goedkeuren overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 neergelegde procedure.

 

De beoordeling van de voorwaarden voor op risico gebaseerde verlagingen is gebaseerd op criteria als de hoogte van gelden en financiële instrumenten, kapitaaltoereikendheid en stabiliteit van elk lid, rekening houdend met hun juridische status en het op hun zetel toepasselijke juridische kader.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De lidstaten zorgen ervoor dat de stelsels extra oproepen tot het doen van bijdragen aan de leden van het stelsel mogen richten als het streeffinancieringsniveau ontoereikend is om aan te betaling van de compensatievorderingen als bedoeld in artikel 9, lid 2, te voldoen. Die extra bijdragen mogen niet meer bedragen dan 0,5% van de gedekte gelden en financiële instrumenten als bedoeld in lid 2 van dit artikel. Deze extra bijdragen mogen de stabiliteit van het financiële stelsel in de betrokken lidstaat niet in gevaar brengen en moeten op betaalbaarheidscriteria gebaseerd zijn.

4. De lidstaten zorgen ervoor dat de stelsels extra oproepen tot het doen van bijdragen aan de leden van het stelsel mogen richten als het streeffinancieringsniveau ontoereikend is om aan te betaling van de compensatievorderingen als bedoeld in artikel 9, lid 2, te voldoen. Die extra bijdragen mogen niet meer bedragen dan 0,3% van de gedekte gelden en financiële instrumenten als bedoeld in lid 2. Deze extra bijdragen mogen de stabiliteit van het financiële stelsel in de betrokken lidstaat niet in gevaar brengen en moeten op betaalbaarheidscriteria gebaseerd zijn. De lidstaten mogen om aanvullende bijdragen vragen na raadpleging van de EAEM en het Europees Comité voor systeemrisico’s dat is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s*.

 

________________

 

* PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De lidstaten zorgen ervoor dat de stelsels over adequate alternatieve financieringsregelingen beschikken om hen in staat te stellen kortetermijnfinanciering te verkrijgen om aan vorderingen tegen het stelsel te voldoen zodra het voorgefinancierde bedrag is uitgeput. Tot deze regelingen mogen kredietopnemingsfaciliteiten van commerciële banken behoren. Tot deze regelingen mogen tevens kredietopnemingsfaciliteiten van overheidsinstellingen behoren mits die faciliteiten op commerciële grondslag gebaseerd zijn.

5. De lidstaten zorgen ervoor dat de stelsels over adequate alternatieve financieringsregelingen beschikken om hen in staat te stellen kortetermijnfinanciering te verkrijgen om aan vorderingen tegen het stelsel te voldoen zodra het voorgefinancierde bedrag is uitgeput. Tot deze regelingen mogen kredietregelingen en kredietfaciliteiten van commerciële banken en overheidsinstanties behoren, met inbegrip van de betrokken lidstaten, mits die faciliteiten op commerciële grondslag gebaseerd zijn.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De lidstaten zorgen ervoor dat de kosten van de financieringsstelsels met betrekking tot de beleggingsverrichtingen uiteindelijk door de in het kader van het stelsel gedekte beleggingsondernemingen of derde-bewaarders worden gedragen en de kosten van de financieringsstelsels met betrekking tot de icbe-activiteiten door de icbe's of de depositarissen ervan of de derden die door het stelsel worden gedekt, worden gedragen. De leden betalen jaarlijks een bijdrage.

6. De lidstaten zorgen ervoor dat de kosten van de financieringsstelsels met betrekking tot de beleggingsverrichtingen uiteindelijk slechts door de beleggingsondernemingen worden gedragen. De leden betalen jaarlijks een bijdrage.

Motivering

Vanwege mogelijke onzekerheden als gevolg van de manier waarop bijdragen worden gevraagd van de keten van deelnemers, met inbegrip van de icbe-beheermaatschappij, moet de toewijzing van kosten voor de ICS worden overgelaten aan de markt.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 6 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Teneinde de werking van de stelsels verder te ondersteunen, zorgen de lidstaten ervoor dat:

 

a) zij hun leden een heffing in rekening kunnen brengen om betalingen uit te voeren in de in artikel 9, lid 2 genoemde periode, voorafgaand aan betalingen en in voorkomend geval nadat betalingen zijn uitgevoerd;

 

b) de bevoegde autoriteiten maatregelen mogen nemen tegen ondernemingen die een heffing ondanks een verzoek niet betalen.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat beleggercompensatieregelingen te allen tijde en op hun verzoek alle informatie van hun leden ontvangen die nodig is om terugbetalingen aan beleggers voor te bereiden.

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. De lidstaten zorgen ervoor dat 10% van het in artikel 4 bis, lid 2, bedoelde voorfinancieringsbedrag van de stelsels beschikbaar is voor kredietverstrekking aan andere stelsels onder de in artikel 4 quater vastgestelde voorwaarden.

8. De lidstaten zorgen ervoor dat 5% van het in lid 2, bedoelde voorfinancieringsbedrag van de stelsels beschikbaar is voor kredietverstrekking aan andere stelsels onder de in artikel 4 ter vastgestelde voorwaarden. Een dergelijke financieringsmethode wordt slechts toegepast wanneer de normale financieringsmethoden niet beschikbaar zijn.

De Commissie mag via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis en onder de voorwaarden van de artikelen 13 ter en 13 quater het percentage van het voor de kredietverstrekking aan andere stelsels beschikbaar te stellen financieringsbedrag vaststellen rekening houdend met de ontwikkeling op de financiële markten.

 

Motivering

Het mechanisme van kredietopneming, dat is gebaseerd op het beginsel van solidariteit, kan de coördinatie tussen nationale compensatiestelsels vergemakkelijken. Het mechanisme van kredietopneming zal ook leiden tot meer geharmoniseerde werkwijzen en procedures in het beheer van compensatiestelsels. De potentiële problemen met betrekking tot moral hazard zullen worden verminderd door een geharmoniseerde regeling van beleggerscompensatiestels tussen de lidstaten en middels veranderde eisen en voorwaarden die zich verdragen met vernieuwing.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 9 – alinea 1 – letter a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de methode om de potentiële verplichtingen te bepalen van de stelsels als bedoeld in lid 1;

a) de methode om de potentiële verplichtingen te bepalen van de stelsels en de op risico gebaseerde bijdragen als bedoeld in lid 1;

Motivering

De financiering moet duurzaam en eerlijk zijn om te zorgen voor een geharmoniseerd niveau van beleggersbescherming en daarbij verstoring van de mededinging en reguleringsarbitrage onder beleggingsondernemingen voorkomen. De eis dat individuele bijdragen voor elk lid worden bepaald op basis van de hoogte van het gelopen risico, is een afspiegeling van de bepaling dat stelsels naar behoren moeten worden gefinancierd in verhouding tot hun verplichtingen en zal er mede voor zorgen dat zowel tussen de leden van eenzelfde stelsel als tussen die van verschillende stelsels op het niveau van de lidstaten en van de interne markt een gelijk speelveld bestaat.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 bis – lid 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10. Om uniforme voorwaarden voor de toepassing van lid 7, alinea 2, te waarborgen, ontwikkelt de Europese Autoriteit voor effecten en markten, opgericht bij Verordening ... / ... van het Europees Parlement en de Raa), [EAEM] (hierna "EAEM" genoemd) voorstellen voor technische normen om de door de stelsels te publiceren informatie te specificeren.

10. Om uniforme voorwaarden voor de toepassing van de tweede alinea van lid 7 te waarborgen, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen om de door de stelsels te publiceren informatie te specificeren.

De EAEM legt de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische normen uiterlijk op 31 december 2012 aan de Commissie voor.

De EAEM legt deze voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 31 december 2012 voor aan de Commissie.

De Commissie mag de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische normen vaststellen overeenkomstig de in artikel 7 sexies van Verordening .../… vastgestelde procedure. [EAEM].

De Commissie kan de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen vaststellen volgens de in artikel 15 van Verordening nr. 1095/2010 vastgestelde procedure.

Motivering

Ter wille van de concordantie met de EAEM-verordening.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een stelsel heeft het recht om kredieten op te nemen bij alle andere stelsels binnen de Unie als bedoeld in artikel 2 mits aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

1. Na …* kan een stelsel kredieten opnemen bij alle andere stelsels binnen de Unie als bedoeld in artikel 2 mits aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

 

________________

 

* PB: gelieve de datum in te voegen: 5 jaar na de datum van inwerkingtreding van de wijzigingrichtlijn.

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 1 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de in letter a) van deze alinea bedoelde situatie is toe te schrijven aan een gebrek aan gelden als bedoeld in artikel 4 bis, lid 3;

(b) het stelsel dat zich bevindt in de in letter a) van deze alinea bedoelde situatie had eerder het streeffinancieringsniveau bedoeld in artikel 4 bis, lid 2 bereikt;

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 1 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De andere stelsels fungeren als kredietverstrekkende stelsels. Hiertoe wijzen de lidstaten waarin meer dan een stelsel is gevestigd één stelsel aan dat als het kredietverstrekkende stelsel van deze lidstaat fungeert en informeren zij de EAEM hierover. De lidstaten mogen beslissen of en hoe het stelsel dat de kredieten verstrekt door de andere in dezelfde lidstaat gevestigde stelsels wordt terugbetaald.

De andere stelsels fungeren als kredietverstrekkende stelsels. Hiertoe wijzen de lidstaten waarin meer dan een stelsel is gevestigd één stelsel aan dat als het kredietverstrekkende stelsel van deze lidstaat fungeert en informeren zij de EAEM hierover. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden worden geïnformeerd over de aard van het leenstelsel en hoe het werkt. De lidstaten mogen beslissen of en hoe het stelsel dat de kredieten verstrekt door de andere in dezelfde lidstaat gevestigde stelsels wordt terugbetaald.

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de interestvoet is gelijk aan de marginale kredietfaciliteitvoet van de Europese Centrale Bank gedurende de kredietlooptijd.

c) de interestvoet gedurende de kredietlooptijd is gelijk aan de marginale kredietfaciliteitvoet van de centrale bank die de valuta uitgeeft waarin de lening is aangegaan.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De lidstaten zorgen ervoor dat de door het kredietopnemende stelsel geheven bijdragen toereikend zijn om zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van tien jaar na ontvangst van de lening het opgenomen bedrag terug te betalen en het streeffinancieringsniveau te herstellen.

4. De lidstaten zorgen ervoor dat de door het kredietopnemende stelsel geheven bijdragen toereikend zijn om zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar na ontvangst van de lening het opgenomen bedrag terug te betalen en het streeffinancieringsniveau te herstellen.

Motivering

Het mechanisme van kredietopneming, dat is gebaseerd op het beginsel van solidariteit, kan meer coördinatie tussen nationale compensatiestelsels vergemakkelijken en leiden tot meer geharmoniseerde werkwijzen en procedures in het beheer van compensatiestelsels. Dit amendement voorziet in een geharmoniseerde regeling van stelsels tussen lidstaten en zal potentiële problemen met moral hazard verminderen. Dit amendement poogt het risico van moral hazard te ondervangen door veranderde eisen en voorwaarden die verenigbaar zijn met vernieuwing.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 4 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Alle andere vorderingen zijn ondergeschikt aan die van het compensatiestelsel dat de lening verstrekt heeft. Dit stelsel zal beschouwd worden als een preferente schuldeiser en zal als eerste voorrang krijgen.

Motivering

Aangezien een lening van een ander compensatiestelsel een laatste hulpmiddel en een uitzonderlijke maatregel is en omdat dit compensatiestelsel een derde is, moet deze lening eerst worden terugbetaald.

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 4 – alinea 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Onverminderd de tweede alinea kunnen de lidstaten andere volgordes van voorkeur tussen de verschillende categorieën schuldeisers vastleggen.

Motivering

Aangezien een lening van een ander compensatiestelsel een laatste hulpmiddel en een uitzonderlijke maatregel is en omdat dit compensatiestelsel een derde is, moet deze lening eerst worden terugbetaald.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 5 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Om een effectieve samenwerking tussen de beleggerscompensatiestelsels te vergemakkelijken, dienen de stelsels of in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten over schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten te beschikken. Bij dergelijke overeenkomsten dient rekening te worden gehouden met de eisen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad.

5. Om een effectieve samenwerking tussen de beleggerscompensatiestelsels te vergemakkelijken, dienen de stelsels of in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten te sluiten. Bij dergelijke overeenkomsten dient rekening te worden gehouden met de eisen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens*.

 

________________

 

*PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

Motivering

Het moet duidelijk worden gemaakt dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen de stelsels verplicht zijn en niet facultatief.

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 5

Artikel 5

1. Indien een beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde die krachtens artikel 2, lid 1, verplicht is tot deelneming aan een stelsel, niet voldoet aan de verplichtingen die uit hoofde van zijn deelneming aan dit stelsel op hem rusten, worden de bevoegde autoriteiten die de vergunning voor de beleggingsonderneming of de icbe-vergunning verleend hebben daarvan in kennis gesteld en nemen zij in samenwerking met het compensatiestelsel alle passende maatregelen, met inbegrip van sancties, om ervoor te zorgen dat de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde zijn verplichtingen nakomt.

1. Indien een beleggingsonderneming of derde die krachtens artikel 2, lid 1, verplicht is tot deelneming aan een stelsel, niet voldoet aan de verplichtingen die uit hoofde van zijn deelneming aan dit stelsel op hem rusten, worden de bevoegde autoriteiten die de vergunning voor de beleggingsonderneming verleend hebben daarvan in kennis gesteld en nemen zij in samenwerking met het compensatiestelsel alle passende maatregelen, met inbegrip van sancties, om ervoor te zorgen dat de beleggingsonderneming of derde zijn verplichtingen nakomt.

2. Indien de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde in weerwil van de in lid 1 bedoelde maatregelen aan zijn verplichtingen verzaakt, mag het stelsel, met uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten, met een opzeggingstermijn van ten minste twaalf maanden kennis geven van zijn voornemen de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde van deelneming aan het stelsel uit te sluiten. De beleggingsverrichtingen of icbe-activiteiten die gedurende deze periode hebben plaatsgevonden, blijven onder de bij artikel 2, leden 2 bis en 2 quater, voorgeschreven dekking vallen. Indien de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde na het verstrijken van de opzeggingstermijn niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, mag het compensatiestelsel, na opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten te hebben verkregen, tot uitsluiting overgaan.

2. Indien de beleggingsonderneming of derde in weerwil van de in lid 1 bedoelde maatregelen aan zijn verplichtingen verzaakt, mag het stelsel, met uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten, met een opzeggingstermijn van ten minste zes maanden kennis geven van zijn voornemen de beleggingsonderneming of derde van deelneming aan het stelsel uit te sluiten. De beleggingsverrichtingen die gedurende deze periode hebben plaatsgevonden, blijven onder de bij artikel 2, lid 2, voorgeschreven dekking vallen. Indien de beleggingsonderneming of derde na het verstrijken van de opzeggingstermijn niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, mag het compensatiestelsel, na opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten te hebben verkregen, tot uitsluiting overgaan.

3. Een van een beleggerscompensatiestelsel uitgesloten beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde mag beleggingsactiviteiten respectievelijk icbe-activiteiten blijven uitoefenen en financiële instrumenten van beleggers en icbe's blijven behandelen op de volgende voorwaarden:

3. Een van een beleggerscompensatiestelsel uitgesloten beleggingsonderneming of derde mag beleggingsactiviteiten blijven uitoefenen en financiële instrumenten van beleggers blijven behandelen op de volgende voorwaarden:

a) hij had voor zijn uitsluiting alternatieve compensatieregelingen getroffen die waarborgen dat de beleggers en icbe's ten minste dezelfde dekking als de door het officieel erkende stelsel geboden dekking genieten en dat die alternatieve compensatieregelingen dezelfde kenmerken als het officieel erkende stelsel hebben;

a) hij had voor zijn uitsluiting alternatieve compensatieregelingen getroffen die waarborgen dat de beleggers ten minste dezelfde dekking als de door het officieel erkende stelsel geboden dekking genieten en dat die alternatieve compensatieregelingen dezelfde kenmerken als het officieel erkende stelsel hebben;

b) de voor de vergunning van de beleggingsonderneming of de icbe bevoegde autoriteit heeft bevestigd dat de in letter a) bedoelde voorwaarden zijn vervuld.

b) de voor de vergunning van de beleggingsonderneming bevoegde autoriteit heeft bevestigd dat de in letter a) bedoelde voorwaarden zijn vervuld.

4. Indien een beleggingsonderneming of een icbe waarvan de uitsluiting overeenkomstig lid 2 wordt overwogen, er niet in slaagt alternatieve regelingen te treffen die aan de voorwaarden van lid 3 voldoen:

4. Indien een beleggingsonderneming waarvan de uitsluiting overeenkomstig lid 2 wordt overwogen, er niet in slaagt alternatieve regelingen te treffen die aan de voorwaarden van lid 3 voldoen, gaan de bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend, onverwijld tot intrekking van deze vergunning over.

a) gaan de bevoegde autoriteiten die de vergunning aan de beleggingsonderneming hebben verleend, onverwijld tot intrekking van deze vergunning over;

 

b) gaan de bevoegde autoriteiten die de vergunning aan de icbe hebben verleend, onverwijld tot intrekking van deze vergunning over.

 

5. Indien een bewaarder of een derde waarvan de uitsluiting overeenkomstig lid 2 wordt overwogen, er niet in slaagt alternatieve regelingen te treffen die aan de voorwaarden van lid 3 voldoen, zullen deze geen activa van beleggers of icbe's mogen behandelen."

5. Indien een derde waarvan de uitsluiting overeenkomstig lid 2 wordt overwogen, er niet in slaagt alternatieve regelingen te treffen die aan de voorwaarden van lid 3 voldoen, zal deze geen activa van beleggers mogen behandelen."

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Beleggingsverrichtingen die tot het tijdstip van de intrekking van de vergunning van de beleggingsonderneming of de vergunning van de icbe hebben plaatsgevonden, blijven na die intrekking onder de bij artikel 2, leden 2 bis en 2 ter, voorgeschreven dekking vallen.

Beleggingsverrichtingen die tot het tijdstip van de intrekking van de vergunning van de beleggingsonderneming hebben plaatsgevonden, blijven na die intrekking onder de bij artikel 2, lid 2, voorgeschreven dekking vallen.

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De in artikel 4, leden 1 en 3, bedoelde dekking geldt voor de totale vordering van een belegger op een zelfde beleggingsonderneming of dezelfde icbe uit hoofde van deze richtlijn, ongeacht het aantal rekeningen, de valuta en de plaats waar zij zich in de Unie bevinden.

1. De in artikel 4, leden 1 en 3, bedoelde dekking geldt voor de totale vordering van een belegger op eenzelfde beleggingsonderneming uit hoofde van deze richtlijn, ongeacht het aantal rekeningen, de valuta en de plaats waar zij zich in de Unie bevinden.

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij ontstentenis van bijzondere bepalingen worden de vorderingen gelijkelijk verdeeld over de beleggers.

Schrappen

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Een belegger wiens vordering niet volledig kan worden gedekt, geniet hetzelfde dekkingspercentage als dat voor de totale vordering.

Motivering

Het pro-rata-beginsel moet ondubbelzinnig geformuleerd worden.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de belegger niet de rechthebbende is van de gehouden bedragen of effecten, ontvangt de rechthebbende de uitkering, mits de identiteit van die persoon is of kan worden vastgesteld vóór de datum van de in artikel 2, leden 2 en 2 ter, bedoelde vaststelling of beslissing.

Wanneer de belegger niet de rechthebbende is van de gehouden bedragen of instrumenten, ontvangt de rechthebbende de uitkering, mits de identiteit van die persoon is of kan worden vastgesteld vóór de datum van de in artikel 2, lid 2, bedoelde vaststelling of beslissing.

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het stelsel mag zich niet op het verstrijken van de genoemde termijn beroepen om het recht op dekking te ontzeggen aan een belegger die zijn aanspraak op een uitkering niet tijdig heeft kunnen doen gelden.

Het stelsel mag zich niet op het verstrijken van de genoemde termijn beroepen om het recht op volledige dekking te ontzeggen aan een belegger die zijn aanspraak op een uitkering niet tijdig heeft kunnen doen gelden.

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De beleggingsondernemingen verstrekken op hun websites volledige informatie over de voorwaarden inzake dekking en de stappen die moeten worden ondernomen om de betaling overeenkomstig deze richtlijn te ontvangen.

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 2 – alinea 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt, door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis en onder de voorwaarden van de artikelen 13 ter en 13 quater, maatregelen vast voor het bepalen van de procedure voor de behandeling van vorderingen van beleggers en de technische criteria voor de berekening van het waardeverlies van een icbe als gevolg van de in artikel 2, lid 2 ter en 2 quater, vermelde gebeurtenissen.

De Commissie stelt gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 13 bis vast voor het bepalen van de procedure voor de behandeling van vorderingen van beleggers.

Amendement  60

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer aan een belegger of aan eender welke persoon die aan een beleggingsverrichting verbonden rechten of belangen heeft, een misdrijf ten laste is gelegd dat voortvloeit uit of verband houdt met het witwassen van geld als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG of het voorwerp is van een actie wegens schending van Richtlijn 2003/6/EG, mag het compensatiestelsel, niettegenstaande de in de eerste alinea van lid 2 gestelde termijn, uitkeringen opschorten in afwachting van de uitspraak van de rechter of vaststelling van een bevoegde autoriteit."

3. Wanneer aan een belegger of aan eender welke persoon die aan een beleggingsverrichting verbonden rechten of belangen heeft, een misdrijf ten laste is gelegd dat voortvloeit uit of verband houdt met het witwassen van geld als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG in verband met geld waarop deze richtlijn van toepassing is, of dat in verband staat met directe of indirecte financiering van terroristische organisaties als omschreven in de aanbeveling van de Raad of het voorwerp is van een actie wegens schending van Richtlijn 2003/6/EG , mag het compensatiestelsel, niettegenstaande de in de eerste alinea van lid 2 gestelde termijn, uitkeringen opschorten in afwachting van de uitspraak van de rechter of vaststelling van een bevoegde autoriteit."

Amendement  61

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 8

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 10 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de beleggingsondernemingen of icbe's passende maatregelen nemen om feitelijke en potentiële beleggers de nodige gegevens ter beschikking te stellen aan de hand waarvan dezen kunnen nagaan aan welk beleggerscompensatiestelsel de beleggingsonderneming of de icbe en haar bijkantoren in de Unie deelnemen, of welke alternatieve regeling krachtens artikel 2, lid 1, tweede alinea, of artikel 5, lid 3, is getroffen. De beleggers worden ingelicht over de bepalingen van het beleggerscompensatiestelsel of de van toepassing zijnde alternatieve regelingen, met inbegrip van het bedrag en de reikwijdte van de door het compensatiestelsel geboden dekking alsmede van de regels die de lidstaten in voorkomend geval overeenkomstig artikel 2, lid 3, hebben vastgesteld. Deze inlichtingen worden in een bevattelijke vorm ter beschikking gesteld.

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de beleggingsondernemingen passende maatregelen nemen om feitelijke en potentiële beleggers de nodige gegevens ter beschikking te stellen aan de hand waarvan dezen kunnen nagaan aan welk beleggerscompensatiestelsel de beleggingsonderneming en haar bijkantoren in de Gemeenschap deelnemen, of welke alternatieve regeling krachtens artikel 2, lid 1, tweede alinea, of artikel 5, lid 3, is getroffen. De beleggers worden ingelicht over de bepalingen van het beleggerscompensatiestelsel of de van toepassing zijnde alternatieve regelingen, met inbegrip van het bedrag en de reikwijdte van de door het compensatiestelsel geboden dekking alsmede van de regels die de lidstaten in voorkomend geval overeenkomstig artikel 2, lid 3, hebben vastgesteld. Deze inlichtingen worden in een bevattelijke vorm ter beschikking gesteld.

Amendement  62

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 8

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat het bedrag dat een belegger betaalt aan een beleggerscompensatiestelsel duidelijk en transparant is. Het bedrag dat elke individuele belegger moet betalen voor een stelsel, hetzij als percentage van zijn belegging, hetzij als bedrag bovenop de belegging, wordt duidelijk gemaakt aan die bestaande of toekomstige belegger.

Motivering

Uiteindelijk zijn het de beleggers die betalen voor compensatiestelsels. Er dient een hoge mate van transparantie te zijn over hoeveel beleggers precies betalen voor het bestaan van compensatiestelsels.

Amendement  63

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 9

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd eventuele andere rechten waarover zij krachtens de nationale wetgeving beschikken, hebben beleggerscompensatiestelsels die uit hoofde van de compensatie van beleggers uitkeringen verrichten, het recht om in liquidatieprocedures gesubrogeerd te worden in de rechten van deze beleggers, tot een bedrag gelijk aan het bedrag van hun uitkering.

1. Onverminderd eventuele andere rechten waarover zij krachtens de nationale wetgeving beschikken, hebben beleggerscompensatiestelsels die uit hoofde van de compensatie van beleggers uitkeringen verrichten, het recht om in liquidatieprocedures gesubrogeerd te worden in de rechten van de partijen, tot een bedrag gelijk aan het bedrag van hun uitkering.

Motivering

De partijen in de liquidatieprocedure zijn de beleggersondernemingen, de depositaris of een derde, en niet de beleggers.

Amendement  64

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 9

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 12 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Bij verliezen in de zin van artikel 2, lid 2 quater, wegens de financiële situatie van een bewaarder of derde waaraan de activa van de icbe zijn toevertrouwd, hebben stelsels die betalingen verrichten om icbe-deelnemers te compenseren het recht in liquidatieprocedures gesubrogeerd te worden in de rechten van de icbe-deelnemer of de icbe, tot een bedrag gelijk aan het bedrag van hun betalingen.

Schrappen

Amendement  65

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 9

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 12 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Indien de derde die met betrekking tot beleggingsverrichtingen financiële instrumenten aanhoudt welke aan een belegger toebehoren of de bewaarder of derde waaraan de activa van de icbe zijn toevertrouwd in een derde land zijn gevestigd waarin het rechtssysteem het stelsel niet de mogelijkheid biedt in de rechten van de beleggingsonderneming of de icbe gesubrogeerd te worden, zorgen de lidstaten ervoor dat de beleggingsonderneming of de icbe aan het stelsel bedragen gelijk aan hun betalingen teruggeeft als zij in de liquidatieprocedures een bedrag ontvangen."

4. Indien de derde die met betrekking tot beleggingsverrichtingen financiële instrumenten aanhoudt welke aan een belegger toebehoren in een derde land is gevestigd waarin het rechtssysteem het stelsel niet de mogelijkheid biedt in de rechten van de beleggingsonderneming gesubrogeerd te worden, zorgen de lidstaten ervoor dat de beleggingsonderneming aan het stelsel bedragen gelijk aan hun betalingen teruggeeft als zij in de liquidatieprocedures een bedrag ontvangen.

Amendement  66

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 10

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 13 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Article 13a

Artikel 13 bis

 

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen is toegekend aan de Commissie en is gebonden aan de in onderhavig artikel neergelegde voorwaarden.

1. De bevoegdheden tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen als bedoeld in artikel 4 bis, lid 2, artikel 4 bis, lid 8, artikel 4 bis, lid 9, en artikel 9, lid 2, worden aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd.

2. De delegatie van bevoegdheden als bedoeld in artikel 4, lid 1 bis, artikel 4 bis, lid 2, alinea 2 en 3, artikel 4 bis, lid 3, alinea 2 bis, artikel 4 bis, lid 9, en artikel 9, lid 2, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar vanaf …*. Uiterlijk zes maanden vóór afloop van de periode van vier jaar stelt de Commissie een verslag op over de gedelegeerde bevoegdheden. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met dezelfde periode, tenzij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maken tegen deze verlenging.

 

3. De delegatie van bevoegdheden als bedoeld in artikel 4, lid 1 bis, artikel 4 bis, lid 2, alinea 2 en 3, artikel 4 bis, lid 3, alinea 2 bis, artikel 4 bis, lid 9, en artikel 9, lid 2, kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij daar tegelijkertijd het Europees Parlement en de Raad van in kennis.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij daar tegelijkertijd het Europees Parlement en de Raad van in kennis.

 

5. Een gedelegeerde handeling die in overeenstemming met artikel 4, lid 1 bis, artikel 4 bis, lid 2, alinea 2 en 3, artikel 4 bis, lid 3, alinea 2 bis, artikel 4 bis, lid 9, en artikel 9, lid 2, is vastgesteld treedt pas in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van drie maanden na de bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad geen bezwaar heeft aangetekend of indien het Europees Parlement en de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie ervan in kennis hebben gesteld dat zij geen bezwaar wensen aan te tekenen. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze periode met drie maanden worden verlengd.

 

_____________

* PB: gelieve datum van inwerkingtreding van deze richtlijn in te voegen.

Motivering

Ter wille van de concordantie met de laatste bewoordingen uit de herziening van de prospectus.

Amendement  67

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Onverminderd leden 1 en 2 dienen de lidstaten die in het kader van de toetredingsverdragen een overgangsperiode hebben inzake de omzetting van artikel 4 van Richtlijn 97/9/EG, te voldoen aan de bepalingen van leden 1 en 2 van dit artikel vanaf de datum waarop hun respectieve overgangsperiodes ten einde lopen.

Motivering

In de amendementen op deze richtlijn moet rekening worden gehouden met de situatie van de lidstaten die overgangsperiodes hebben, aangezien deze periodes in de toetredingsverdragen vermeld staan.

Amendement  68

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 bis

 

Verslag van de EAEM

 

Uiterlijk op 31 december 2012 maakt de EAEM een raming op van de personele en andere behoeften die voortvloeien uit de vervulling van haar taken en bevoegdheden overeenkomstig deze richtlijn en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Motivering

Ter wille van de concordantie met de AIFM-richtlijn.

Amendement  69

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 ter

 

Herziening van het beleggerscompensatiestelsel en behandeling van de icbe's

 

Uiterlijk op 31 december 2012 legt de Commissie, na een openbare raadpleging van de belanghebbenden, een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad waarin zij de voor- en nadelen analyseert van de introductie van een systeem van verzekeringsovereenkomsten ter aanvulling of ter vervanging van het bestaande beleggerscompensatiestelsel.

 

Teneinde hetzelfde niveau van bescherming voor belggers te verzekeren, of zij nu direct beleggen via beleggingsondernemingen dan wel indirect via icbe's, wordt in het verslag, in het licht van het aanstaande Commissievoorstel over icbe-bewaarders en na een openbare raadpleging van de belanghebbenden, ook aangegeven waar de lacunes in de regelgeving zitten, ook voor wat betreft equivalentieverkeer, en wordt een evaluatie gemaakt van de kosten en baten van de uitbreiding van de werkingssfeer van Richtlijn 97/9/EG tot icbe's. In voorkomend geval omvat dit verslag wetgevingsvoorstellen over de praktische regelingen voor de uitbreiding van de werkingssfeer van de richtlijn tot icbe's.

Motivering

Het is niet duidelijk op welke specifieke gevallen de uitbreiding van het toepassingsgebied tot icbe's is gericht, te meer gezien de wijzigingen inzake de verplichtingen van depositarissen die de Commissie naar verwachting in de loop van 2011 zal voorstellen. De noodzaak om het toepassingsgebied van de RBCS uit te breiden tot icbe's vereist nader onderzoek, waarbij de gewijzigde ICBE-richtlijn volledig in aanmerking moet worden genomen.

  • [1]       PB C 99 van 31.3.2011, blz. 1.

TOELICHTING

1. Een blik vooruit

De nieuwe EU-wetgeving moet de harmonisatie en integratie van de Europese interne markt vergroten, de consumentenbescherming versterken, meer vertrouwen creëren voor consumenten en depositarissen en de financiële stabiliteit laten toenemen.

De rapporteur heeft drie hoofddoelstellingen:

a. Betere consumentenbescherming door een hogere dekking. De veranderingen in de RBCS moeten gericht zijn op het vergroten van de beleggersbescherming. Er bestaat een behoefte aan betere consumentenbescherming en sterkere gemeenschappelijke regels, met name met betrekking tot de financiering van stelsels op nationaal niveau. Beleggers met grensoverschrijdende beleggingen moeten in alle lidstaten hetzelfde niveau van bescherming genieten.

Het consumentenrecht moet worden verstrekt door een betere dekking, snellere en betere uitbetaling en meer uitgebreide bescherming. Indien een beleggingsonderneming namens de consument financiële instrumenten aanhoudt, moet er een stelsel voor beleggerscompensatie aanwezig zijn.

b. Verbetering van de Europese interne markt voor financiële diensten en het creëren van Europese harmonisatie van beleggerscompensatiestelsels in de Unie.

Dit zal beleggersbescherming versterken en bijdragen aan een gelijk speelveld. Er bestaat behoefte aan meer en betere harmonisatie in de EU van de huidige wetgeving. De regels moeten de interne markt voor financiële diensten versterken en een sterkere Europese interne markt creëren.

Het voorstel van de Commissie stelt dat de RBCS van toepassing moet zijn op alle beleggingsdiensten en –activiteiten die onder de MiFID vallen en dat cliënten, indien de ondernemingen feitelijk activa van cliënten aanhouden, recht hebben op compensatie uit hoofde van de RBCS. De rapporteur ondersteunt de concordantie met MiFID met betrekking tot begripsbepalingen en het onderscheid tussen retailbeleggers en professionele beleggers.

c. Krachtige financieringsbeginselen voor beleggerscompensatiestelsels voor de lange termijn voorstellen.

De bijdragen aan de stelsels moeten functioneren als een systeem voor onderlinge verzekeringen en mogen niet zodanig hoog zijn dat ze kunnen worden beschouwd als belasting of betaling van fiscale aard. De op risico gebaseerde benadering moet consequent tussen stelsels worden toegepast en de bijdragen moeten worden berekend op basis van het potentiële compensatierisico dat door de onderneming wordt gelopen.

2. Het toepassingsgebied uitbreiden – faillissement van een derde bewaarder en icbe-depositaris

De Commissie stelt voor dat de dekking door beleggerscompensatiestelsels in geval van faillissement van een icbe-depositaris, subbewaarder en derde-bewaarder wordt uitgebreid tot ondernemingen die een vergunning hebben om beleggingsdiensten in welke vorm ook te verrichten en tot houders van deelnemingen in icbe's.

De rapporteur is voorstander van uitbreiding van het toepassingsgebied tot faillissementen van derde-bewaarders, maar niet van uitbreiding van het toepassingsgebied tot icbe's.

De consument geniet momenteel bescherming in de bepalingen uit de ICBE- en MiFID-richtlijnen. De ICBE-richtlijn biedt houders van rechten van deelneming via de eisen die het oplegt aan activiteiten van depositarissen, een hoog beschermingsniveau. De huidige beleggerscompensatiestelsels dekken ook verliezen van – in het kader van de MiFID – nevendiensten als bewaarneming en administratie van activa. Rechten van deelneming of aandelen in rechten van deelneming worden beschermd tegen frauduleuze handelingen in icbe's, zolang ze in een beleggingsonderneming worden aangehouden.

Icbe-fondsen bezitten geen andere activa dan de portefeuille van financiële instrumenten die zij voor hun houders van rechten van deelneming in beheer hebben. Honoraria of kosten die de ibce's in rekening worden gebracht hebben derhalve automatisch gevolgen voor de houders van rechten van deelneming in icbe's, omdat de intrinsieke waarde van hun rechten van deelneming daardoor afneemt. Indien depositarissen moeten bijdragen aan de financiering van stelsels, zullen de beleggers de kosten hiervan dragen. Icbe's vragen om bij te dragen aan de stelsels, heeft tot resultaat dat houders van rechten van deelneming in icbe's tweemaal betalen voor dezelfde bescherming.

Voorts is het belangrijk ervoor te zorgen dat in het wetgevingsproces consistentie bestaat tussen de nieuwe bepalingen in de richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (AIFM-richtlijn), het verwachte voorstel van de Commissie inzake de bewaringstaken van de ICBE-richtlijn (ICBE V) en herziening van de MiFID. Derhalve moet een vraagteken worden gezet bij het nut van een uitbreiding van het toepassingsgebied in deze mate.

Er moet betere consumentenbescherming komen en derhalve moet het toepassingsgebied van de richtlijn worden uitgebreid tot derde-bewaarders. De rapporteur steunt het voorstel om het faillissement te dekken van de door de beleggingsonderneming gekozen depositaris of bewaarder, die niet in staat is de financiële middelen te restitueren. De consument kan kiezen voor een andere beleggingsonderneming, maar is niet verantwoordelijk voor de keuze van de onderneming voor een bewaarder - gekozen door de beleggingsonderneming – en zou niet verantwoordelijk moeten zijn in geval van faillissement ervan.

De rapporteur stelt de volgende wijzigingen voor:

· De mogelijke dekkingsuitbreiding in de RBCS tot icbe's en hun depositarissen moet worden geanalyseerd in het licht van de komende herziening van de ICBE-richtlijn inzake de regels voor de verplichtingen van depositarissen, waarbij alle overwegingen van de richtlijn in aanmerking worden genomen. Er zou in deze richtlijn geen aparte wetgeving moeten bestaan voor icbe's.

3. Mate van harmonisatie op het gebied van compensatie

De Commissie stelt voor iedere belegger een hogere minimum compensatie voor van 50 000 EUR in plaats van 20 000 EUR in de huidige wetgeving. Er zijn echter landen met hogere limieten voor compensatie; het Verenigd Koninkrijk ( 50 000 GBP), Spanje (100 000 EUR) en Frankrijk (70 000 EUR).

De rapporteur is voorstander van volledige harmonisatie – in tegenstelling tot minimumharmonisatie – op een vast compensatieniveau van 100 000 EUR (een hogere limiet zou ook kunnen). Dit vaste compensatieniveau verhoogt de consumentenbescherming, geeft beleggers een betere bescherming en creëert geen risico van arbitrage tussen lidstaten.

De rapporteur is van mening dat geen enkele lidstaat gedwongen mag worden om zijn compensatieniveau te laten dalen. Dit zou leiden tot minder bescherming voor consumenten.

Klanten die ervoor kiezen hun geld op de markt te beleggen via een beleggingsonderneming moeten dezelfde bescherming genieten als in het geval zij hun geld hadden belegd via een bank of andere kredietinstellingen. Geld dat door de beleggingsonderneming in bewaring is gegeven moet op dezelfde wijze worden beschermd als geld dat op een bankrekening is gedeponeerd.

De rapporteur stelt de volgende wijzigingen voor:

· Een hoger minimum compensatieniveau voor elke belegger, 100 000 EUR in plaats van 50 000 EUR.

4. Financieringsbeginselen en -mechanisme – Harmonisatie van de wijzen waarop stelsels moeten worden gefinancierd.

Harmonisatie van de financiering van compensatiestelsels wordt op prijs gesteld, en de rapporteur is voorstander van een minimum streeffinancieringsniveau en voorfinanciering.

De Commissie heeft haar simulatie uitgevoerd op basis van het bedrag van gedekte effecten en geldbedragen die volgens haar meest geschikte basis vormen voor de berekening van het bedrag van het streeffinancieringsniveau. De Commissie heeft haar berekeningen gebaseerd op stelsels uit maar tien lidstaten. Het gebrek aan gegevens op het niveau van de nationale stelsels maakt het zeer moeilijk een passend streeffinancieringsniveau te bepalen.

Er zijn echter duidelijke aanwijzingen dat het voorgestelde streeffinancieringsniveau van 0,5% te hoog is, met name gezien het feit de fondsen moeten zorgen voor dekking van gevallen van wanbeheer en fraude bij gedeponeerde effecten.

Een studie naar de vorderingen die de laatste jaren zijn ingediend bij het Britse compensatiestelsel voor financiële dienstverlening (Financial Services Compensation Scheme) toont aan dat de vorderingen relatief laag waren. De studie stelt voor om een bijdrage voor voorfinanciering op niet meer dan 0,2% (20 basispunten) vast te stellen. Op basis van ervaring in het verleden in mijn eigen land, Zweden, zou een financieringsniveau van 0,05% volstaan.

De econoom en onafhankelijke adviseur István Farkas maakt in zijn achtergrondnota "Safeguarding investors' interests by ensuring sound financing of ICS" een analyse van het streefniveau. Financieringsbeginselen en – mechanismen: "Volgens het OXERA rapport bedroeg het aantal vorderingen tussen 1999 en 2003 in EU15 ongeveer 61 000. De vorderingen bedroegen gemiddeld niet meer dan 20 000 EUR. Als dit als leidraad wordt gebruikt, kunnen we stellen dat beleggerscompensatiestelsels als voldoende moeten worden beschouwd indien ze ongeveer 200 000 gevallen dekken, elk met een waarde van 50 000 EUR. 200 000 vorderingen houden het faillissement in van 1-3 grote (middelgrote) beleggingsondernemingen of problemen bij een tiental kleine ondernemingen. Op basis daarvan bedraagt het streefniveau 10 miljard EUR. Hoewel de berekening van 0,5% van de gedekte activa als dekkingsniveau niet erg duidelijk is, zou het op basis van een grove raming en de reacties in de bijdragen van marktdeelnemers op de oproep tot het indienen van feitelijke gegevens, kunnen liggen op ongeveer 50 miljard EUR, dat wil zeggen vijf maal hoger." Farkas concludeert dat "het dekkingsniveau van 10 basispunten van de activa die de beleggersondernemingen in beheer hebben voor cliënten die in aanmerking komen, als voldoende moet worden beschouwd".

De rapporteur stelt ook op een op risico gebaseerd beginsel in de RBCS op te nemen dat de bijdrage aan een stelsel voor ieder lid zal worden bepaald op basis van de omvang van het door de onderneming gelopen risico.

De rapporteur stelt de volgende wijzigingen voor:

· De bijdrage aan een stelsel zal voor ieder lid worden bepaald op basis van het gelopen risico.

· De voorgestelde ex ante fondsen moeten binnen vijf jaar in plaats van binnen tien jaar in alle lidstaten klaar zijn en het streeffinancieringsniveau hebben bereikt.

· Het financieringniveau en de bijdragen moeten worden verlaagd tot een niveau dat te rechtvaardigen is. De lidstaten zorgen ervoor dat elk stelsel een streeffinancieringsniveau vaststelt van ten minste 0,3% van de waarde van de door de beleggingsondernemingen aangehouden, geadministreerde of beheerde gelden en financiële instrumenten.

5. Mechanismen van kredietopneming tussen nationale stelsels

Het voorgestelde mechanisme van kredietopneming is een mechanisme van solidariteit tussen lidstaten en moet derhalve als idee worden verwelkomd. Lidstaten blijven echter aansprakelijk voor het hebben van passende financieringsstelsels.

Om te voorkomen dat bepaalde lidstaten hun fondsen te klein houden, stelt de rapporteur voor dat het mechanisme van kredietopneming niet moet worden gestart voordat alle stelsels voldoende geld in hun fondsen hebben.

De meeste lidstaten zouden andere bronnen voor kredietverstrekking moeten kunnen vinden. Het verplichte mechanisme voor kredietverstrekking moet derhalve streven naar een lager percentage van de beschikbare financiële middelen dan de Commissie heeft voorgesteld; op een niveau van 5% in plaats van 10%.

De rapporteur stelt de volgende wijzigingen voor:

· Het verplichte mechanisme voor kredietverstrekking moet niet van start gaan voordat de financiering van alle stelsels het streeffinancieringsniveau heeft bereikt.

· Een stelsel heeft na een periode van vijf jaar het recht om krediet op te nemen bij alle andere stelsels in de Unie, op voorwaarde dat het stelsel dat zich in die situatie bevindt eerder het streeffinancieringsniveau had bereikt.

· Het niveau van verplichte kredietverstrekking wordt verlaagd van tien naar vijf procent van het stelsel. De lidstaten zorgen ervoor dat 5% van het bedrag aan voorfinanciering van de stelsels beschikbaar is voor kredietverstrekking aan andere stelsels.

ADVIES van de Commissie juridische zaken (23.3.2011)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beleggerscompensatiestelsels
(COM(2010)0371 – C7‑0174/2010 – 2010/0199(COD))

Rapporteur voor advies: Sebastian Valentin Bodu

BEKNOPTE MOTIVERING

Richtlijn 97/9/EG inzake de beleggerscompensatiestelsels (RBCS) is in 1997 vastgesteld ter aanvulling van de richtlijn beleggingsdiensten (RBD), die later vervangen werd door de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MIFID).

Tien jaar nadat de RBCS in werking is getreden, en onmiddellijk na de financiële crisis, is de tijd rijp om de werking van de RBCS te evalueren.

De herziening van deze richtlijn is een gevolg van het feit dat de Commissie talrijke klachten van beleggers heeft ontvangen over de toepassing van de richtlijn, waarbij het soms om grote verliezen ging. Bij deze herziening wordt ook rekening gehouden met de op G‑20-niveau vastgestelde doelstelling om alle mazen in het regelgevings- en toezichtstelsel te dichten en de doelstelling om het vertrouwen van de belegger in het financiële stelsel te herstellen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet voldoende door de lidstaten worden vervuld. Het huidige EU-kader voorziet slechts in een aantal minimumharmonisatiebeginselen en laat het aan de lidstaten over die verder te ontwikkelen. Uit problemen waarmee men in sommige lidstaten is geconfronteerd, blijkt evenwel dat bijkomende en met name meer uitgebreide harmonisatie op EU-niveau noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de richtlijn binnen de EU worden gerealiseerd.

Het voorstel beoogt de goede werking van een eengemaakte markt voor beleggingsdiensten te verbeteren en de bescherming en het vertrouwen van de belegger in de EU te versterken. Met name is het gericht op de verbetering van de praktische werking van de RBCS, op de verduidelijking van het toepassingsgebied van de RBCS rekening houdend met de financiële crisis en de recente wijzigingen in het EU-regelgevingslandschap, op de vermindering van de lacunes in de regelgeving en de verschillen tussen de bescherming van de cliënten van beleggingsondernemingen en van bankdepositohouders. In het licht van de bestaande verschillen in de werking van de stelsels op nationaal niveau voert het voorstel gemeenschappelijke regels in om een zekere mate van harmonisatie inzake de financiering van de stelsels en de dagelijkse praktijk te garanderen; een en ander is ook de basis voor de instelling van een mechanisme voor kredietopneming tussen de nationale stelsels als instrument in laatste instantie om alle tijdelijke behoeften van de stelsels te bevredigen, behoudens een grondige evaluatie door de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de verplichting om elke lening binnen de maximale periode van vijf jaar terug te betalen.

Het voorstel respecteert het evenredigheidsbeginsel aangezien alle oplossingen op kostenefficiëntie zijn beoordeeld en de specificiteit van de markten in de lidstaten respecteren. Het voorstel gaat niet verder dan wat nodig is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken en houdt met name in voorkomend geval vast aan minimumharmonisatiebeginselen, bijvoorbeeld met betrekking tot de nadere regels volgens welke de leden van de compensatiestelsels aan het stelsel moeten bijdragen. De invoering van een systeem voor kredietopneming tussen de nationale stelsels is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat het geen afbreuk doet aan de budgettaire verantwoordelijkheid van de lidstaten; het gaat om een maatregel in laatste instantie na gebruik van andere financieringsmechanismen (gewone en extra bijdragen van leden) waarbij tegen betaling van interesten kredieten kunnen worden opgenomen die aan het stelsel voor kredietopneming moeten worden terugbetaald, en die beperkt is in tijd en omvang.

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter a

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. 'beleggingsverrichtingen': beleggingsdiensten en beleggingsactiviteiten als gedefinieerd in artikel 4, leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/39/EG en de nevendienst als vermeld in punt 1, deel B, van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad;

2. 'beleggingsverrichtingen': alle beleggingsdiensten en beleggingsactiviteiten als gedefinieerd in artikel 4, leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/39/EG en de nevendienst als vermeld in punt 1, deel B, van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad;

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 1 – punt 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis) Punt 3 komt als volgt te luiden:

 

"3. "instrumenten": de instrumenten bedoeld in afdeling C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG;"

Motivering

De definitie van de instrumenten moet ook geactualiseerd worden overeenkomstig de MIFID-richtlijn.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter b

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 2 – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) een rechterlijke instantie heeft, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van een beleggingsonderneming of de financiële positie van een derde waarbij door de beleggingsonderneming financiële instrumenten zijn gedeponeerd, een beslissing gegeven die leidt tot schorsing van de mogelijkheid voor beleggers om hun vorderingen op de onderneming te verhalen of de mogelijkheid van de onderneming om haar vorderingen op de derde te verhalen.

(b) een rechterlijke instantie heeft, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van een beleggingsonderneming of de financiële positie van een derde waarbij door de beleggingsonderneming financiële instrumenten zijn gedeponeerd, een beslissing gegeven die overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat executoriale titel vormt en die leidt tot schorsing van de mogelijkheid voor beleggers om hun vorderingen op de onderneming te verhalen of de mogelijkheid van de onderneming om haar vorderingen op de derde te verhalen.

Motivering

Een rechterlijke uitspraak kan worden aangevochten of eenvoudigweg executoriale titel vormen. Deze bepaling mag alleen maar betrekking hebben op de executoriale uitspraken.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 – letter d

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) Lid 4 wordt geschrapt.

(d) Lid 4 wordt vervangen door:

 

"4. Een lidstaat mag de in deze richtlijn genoemde dekking beperken tot een bepaald percentage van de vordering van de belegger. Het dekkingspercentage bedraagt evenwel ten minste 80 % van de vordering totdat het uit hoofde van het compensatiestelsel uit te keren bedrag dat in deze richtlijn is vastgesteld, is bereikt."

Motivering

Aangezien het compensatiestelsel gefinancierd wordt door de bijdragen van de leden, wat voor hen een zware financiële last betekent, is het eerlijk dat een deel van het potentieel verlies ook door de beleggers wordt gedragen (zoals bij een goede verzekering). 20% is een eerlijk percentage.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de in letter a) van deze alinea bedoelde situatie is toe te schrijven aan een gebrek aan gelden als bedoeld in artikel 4 bis, lid 3;

(b) de in letter a) van deze alinea bedoelde situatie is toe te schrijven aan het feit dat het streeffinancieringsniveau als bedoeld in artikel 4 bis, lid 3, niet is bereikt;

Motivering

Verduidelijking.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De EMEA zendt haar bevestiging samen met de in letter g) bedoelde informatie aan de kredietverstrekkende stelsels. Zij dienen deze bevestiging en informatie binnen 15 werkdagen te ontvangen. De kredietverstrekkende stelsels gaan onverwijld maar uiterlijk binnen 15 werkdagen na ontvangst over tot betaling van de lening aan het kredietopnemende stelsel.

De EMEA zendt haar bevestiging samen met de in letter g) bedoelde informatie aan de kredietverstrekkende stelsels. Zij dienen deze bevestiging en informatie binnen 15 werkdagen te ontvangen. De kredietverstrekkende stelsels gaan onverwijld maar uiterlijk binnen 30 werkdagen na ontvangst over tot betaling van de lening aan het kredietopnemende stelsel.

Motivering

30 dagen is een meer realistische termijn.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 4 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Alle andere vorderingen zijn ondergeschikt aan die van het compensatiestelsel dat de lening verstrekt heeft. Dit stelsel zal beschouwd worden als een bevoorrecht schuldeiser en zal als eerste voorrang krijgen.

Motivering

Aangezien een lening van een ander compensatiestelsel een laatste hulpmiddel en een uitzonderlijke maatregel is en omdat dit compensatiestelsel een derde is, moet deze lening eerst worden terugbetaald.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 4 – alinea 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Onverminderd de tweede alinea kunnen de lidstaten andere volgordes van voorkeur tussen de verschillende categorieën schuldeisers vastleggen.

Motivering

Zie de motivering bij amendement 7.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 4 ter – lid 5 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Om een effectieve samenwerking tussen de beleggerscompensatiestelsels te vergemakkelijken, dienen de stelsels of in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten over schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten te beschikken. Bij dergelijke overeenkomsten dient rekening te worden gehouden met de eisen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad.

5. Om een effectieve samenwerking tussen de beleggerscompensatiestelsels te vergemakkelijken, dienen de stelsels of in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten te sluiten. Bij dergelijke overeenkomsten dient rekening te worden gehouden met de eisen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens worden toegepast.

Motivering

Het moet duidelijk worden gemaakt dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen de stelsels verplicht zijn en niet facultatief.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 5 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Indien de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde in weerwil van de in lid 1 bedoelde maatregelen aan zijn verplichtingen verzaakt, mag het stelsel, met uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten, met een opzeggingstermijn van ten minste twaalf maanden kennis geven van zijn voornemen de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde van deelneming aan het stelsel uit te sluiten. De beleggingsverrichtingen of icbe-activiteiten die gedurende deze periode hebben plaatsgevonden, blijven onder de bij artikel 2, leden 2 bis en 2 quater, voorgeschreven dekking vallen. Indien de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde na het verstrijken van de opzeggingstermijn niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, mag het compensatiestelsel, na opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten te hebben verkregen, tot uitsluiting overgaan.

2. Indien de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde in weerwil van de in lid 1 bedoelde maatregelen aan zijn verplichtingen verzaakt, mag het stelsel, met uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten, met een opzeggingstermijn van ten minste zes maanden kennis geven van zijn voornemen de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde van deelneming aan het stelsel uit te sluiten. De beleggingsverrichtingen of icbe-activiteiten die gedurende deze periode hebben plaatsgevonden, blijven onder de bij artikel 2, leden 2 bis en 2 quater, voorgeschreven dekking vallen. Indien de beleggingsonderneming, icbe, bewaarder of derde na het verstrijken van de opzeggingstermijn niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, mag het compensatiestelsel, na opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten te hebben verkregen, tot uitsluiting overgaan.

Motivering

6 maanden is een meer passende termijn voor deze extreme situatie.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij ontstentenis van bijzondere bepalingen worden de vorderingen gelijkelijk verdeeld over de beleggers.

Schrappen

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In geval een vordering van een belegger niet volledig kan worden gedekt, geniet deze belegger hetzelfde dekkingspercentage als dat voor de totale vordering.

Motivering

Het pro-ratabeginsel moet ondubbelzinnig geformuleerd worden.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de belegger niet de rechthebbende is van de gehouden bedragen of effecten, ontvangt de rechthebbende de uitkering, mits de identiteit van die persoon is of kan worden vastgesteld vóór de datum van de in artikel 2, leden 2 en 2 ter, bedoelde vaststelling of beslissing.

Wanneer de belegger niet de rechthebbende is van de gehouden bedragen of instrumenten, ontvangt de rechthebbende de uitkering, mits de identiteit van die persoon is of kan worden vastgesteld vóór de datum van de in artikel 2, leden 2 en 2 ter, bedoelde vaststelling of beslissing.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het stelsel mag zich niet op het verstrijken van de genoemde termijn beroepen om het recht op dekking te ontzeggen aan een belegger die zijn aanspraak op een uitkering niet tijdig heeft kunnen doen gelden.

Het stelsel mag zich niet op het verstrijken van de genoemde termijn beroepen om het recht op dekking te ontzeggen aan een belegger die zijn aanspraak op een uitkering niet tijdig heeft kunnen doen gelden, tenzij in geval van nalatigheid van de kant van de belegger.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Beleggingsondernemingen en icbe's verstrekken schriftelijk of op hun websites volledige informatie over de voorwaarden voor toegang tot het compensatiestelsel en de procedure voor het verkrijgen van betaling uit hoofde van dit stelsel.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 9 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer aan een belegger of aan eender welke persoon die aan een beleggingsverrichting verbonden rechten of belangen heeft, een misdrijf ten laste is gelegd dat voortvloeit uit of verband houdt met het witwassen van geld als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG of het voorwerp is van een actie wegens schending van Richtlijn 2003/6/EG, mag het compensatiestelsel, niettegenstaande de in de eerste alinea van lid 2 gestelde termijn, uitkeringen opschorten in afwachting van de uitspraak van de rechter of vaststelling van een bevoegde autoriteit.

3. Wanneer aan een belegger of aan eender welke persoon die aan een beleggingsverrichting verbonden rechten of belangen heeft, een misdrijf ten laste is gelegd dat voortvloeit uit of verband houdt met het witwassen van geld als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG in verband met geld waarop deze richtlijn van toepassing is, of het voorwerp is van een actie wegens schending van Richtlijn 2003/6/EG , mag het compensatiestelsel, niettegenstaande de in de eerste alinea van lid 2 gestelde termijn, uitkeringen opschorten in afwachting van de uitspraak van de rechter of vaststelling van een bevoegde autoriteit."

Motivering

Het wordt duidelijk gesteld dat niet elke compensatie verworpen wordt, maar wel alleen compensatie in verband met witgewassen geld.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 9

Richtlijn 97/9/EG

Artikel 12 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd eventuele andere rechten waarover zij krachtens de nationale wetgeving beschikken, hebben beleggerscompensatiestelsels die uit hoofde van de compensatie van beleggers uitkeringen verrichten, het recht om in liquidatieprocedures gesubrogeerd te worden in de rechten van deze beleggers, tot een bedrag gelijk aan het bedrag van hun uitkering.

1. Onverminderd eventuele andere rechten waarover zij krachtens de nationale wetgeving beschikken, hebben beleggerscompensatiestelsels die uit hoofde van de compensatie van beleggers uitkeringen verrichten, het recht om in liquidatieprocedures gesubrogeerd te worden in de rechten van de partijen, tot een bedrag gelijk aan het bedrag van hun uitkering.

Motivering

De partijen in de liquidatieprocedure zijn de beleggersondernemingen, de depositaris of een derde, en niet de beleggers.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit

Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Onverminderd de leden 1 en 2 dienen de lidstaten die in het kader van de toetredingsverdragen een overgangsperiode hebben inzake de omzetting van artikel 4 van Richtlijn 97/9/EG, te voldoen aan de bepalingen van de leden 1 en 2 vanaf de datum waarop hun respectieve overgangsperiodes ten einde lopen.

Motivering

In de amendementen op deze richtlijn moet rekening worden gehouden met de situatie van de lidstaten die overgangsperiodes hebben, aangezien deze periodes in de toetredingsverdragen vermeld staan.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beleggerscompensatiestelsels

Document- en procedurenummers

COM(2010)0371 – C7-0174/2010 – 2010/0199 (COD)

Commissie ten principale

ECON

Advies uitgebracht door

Datum bekendmaking

JURI

7.9.2010

 

 

 

Rapporteur voor advies

Datum benoeming

Sebastian Valentin Bodu

27.10.2010

 

 

Behandeling in de commissie

2.12.2010

27.1.2011

 

 

Datum indiening

22.3.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

12

10

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Marielle Gallo, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Jiří Maštálka, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Dimitar Stoyanov, Alexandra Thein, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jan Philipp Albrecht, Luis de Grandes Pascual, Sajjad Karim, Kurt Lechner, Eva Lichtenberger, Angelika Niebler

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beleggerscompensatiestelsels

Document- en procedurenummers

COM(2010)0371 – C7-0174/2010 – 2010/0199(COD)

Datum indiening bij EP

12.7.2010

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

7.9.2010

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

IMCO

7.9.2010

JURI

7.9.2010

 

 

Geen advies

       Datum besluit

IMCO

2.9.2010

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Olle Schmidt

6.9.2010

 

 

Betwisting rechtsgrondslag

       Datum JURI-advies

JURI

27.1.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

9.11.2010

14.2.2011

22.3.2011

 

Datum goedkeuring

13.4.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

35

0

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Rachida Dati, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Elisa Ferreira, Vicky Ford, Ildikó Gáll-Pelcz, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Astrid Lulling, Íñigo Méndez de Vigo, Sławomir Witold Nitras, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Theodor Dumitru Stolojan, Ivo Strejček, Kay Swinburne, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Corien Wortmann-Kool

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

François Alfonsi, Elena Băsescu, Pervenche Berès, David Casa, Robert Goebbels, Carl Haglund, Thomas Händel, Krišjānis Kariņš

Datum indiening

19.4.2011